Harmonisatie doorwerking vermogen in inkomensafhankelijke regelingen.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Harmonisatie doorwerking vermogen in inkomensafhankelijke regelingen."

Transcriptie

1 Fiches behorende bij het rapport Harmonisatie doorwerking vermogen in inkomensafhankelijke regelingen. Leeswijzer De uitsplitsing van de tabellen met inkomenseffecten zijn voor toeslagen obv bruto inkomen en voor Wmo/Wlz obv verzamelinkomen. Het bereik van de y-assen van de puntenwolken van de inkomenseffecten is niet gelijk. De puntenwolken voor de lage eigen bijdrage Wlz en de eigen bijdrage Wmo bevatten effecten in euro s en niet in procenten. Er zijn in principe geen gedragseffecten toegepast, tenzij anders aangegeven in het fiche. Als gedragseffecten zijn toegepast is dat altijd alleen op de budgettaire effecten. De inkomenseffecten gelden voor de statische situatie waarin er bij veronderstelling geen gedragseffecten zijn. Niet alle varianten zijn budgettair neutraal vormgegeven, waardoor de inkomens-, vermogens- en economische effecten niet altijd een op een vergelijkbaar zijn. Wanneer een fiche niet budgettair neutraal is, is dit bij de budgettaire effecten aangegeven. 1

2 Inhoud Fiches geen vermogenssystemen Vervallen vermogenssystemen in alle regelingen (gevolgen toeslagen) a. Vervallen vermogenssystemen in alle regelingen (gevolgen Wmo/Wlz)... 6 Fiches vermogenstoetsen Vermogenstoets op heffingvrije vermogen, alle toeslagen, uitgezonderd kinderopvangtoeslag Vermogenstoets op heffingvrije vermogen, alle regelingen (gevolgen toeslagen) a. Vermogenstoets op heffingvrije vermogen, alle regelingen (gevolgen Wmo/Wlz) b. Vermogenstoets op heffingvrije vermogen, alle regelingen (gevolgen aanvullende studiebeurs) Vermogenstoets budgettair neutraal, alle toeslagen uitgezonderd kinderopvangtoeslag Vermogenstoets budgettair neutraal, alle regelingen (gevolgen voor toeslagen) a. Vermogenstoets budgettair neutraal, alle regelingen (gevolgen voor Wmo/Wlz) b. Vermogenstoets budgettair neutraal, alle regelingen (gevolgen aanvullende beurs stufi).. 29 Fiches vermogensinkomensbijtelling Vermogensinkomensbijtelling in alle toeslagen, uitgezonderd kinderopvangtoeslag; budgettair neutraal Vermogensinkomensbijtelling in alle regelingen (gevolgen toeslagen) a. Vermogensinkomensbijtelling in alle regelingen (gevolgen Wmo/Wlz) b. Vermogensinkomensbijtelling in alle regelingen (gevolgen aanvullende beurs stufi) Fiches geleidelijke vermogenstoets Geleidelijke vermogenstoets in alle toeslagen, uitgezonderd kinderopvangtoeslag Geleidelijke vermogenstoets in alle regelingen (gevolgen toeslagen) a. Geleidelijke vermogenstoets in alle regelingen (gevolgen Wmo/Wlz) b. Geleidelijke vermogenstoets in alle regelingen (gevolgen aanvullende beurs stufi) Fiches harmonisatie van begrippen Vermogensbegrip vermogenstoets toeslagen gelijktrekken aan box 3 grondslag Harmoniseren uitzonderingen hardheidsclausule Awir binnen toeslagen Hardheidsclausule Awir voor toepassing vermogenstoets afschaffen met handhaving van de bestaande uitzonderingen Bij belastingheffing ook rekening houden met uitzonderingen Awir

3 Fiches geen vermogenssystemen 1.Vervallen vermogenssystemen in alle regelingen (gevolgen toeslagen) Omschrijving van de maatregel De huidige doorwerking van vermogen naast de doorwerking via het verzamelinkomen (vermogenstoetsen in toeslagen en vermogensinkomensbijtelling in Wmo/Wlz) komt te vervallen. Zie fiche 1a voor effecten vervallen vermogensinkomensbijtelling Wmo/Wlz. Effecten Burger Voor de burger levert dit een geringe vereenvoudiging op doordat de doorwerking van vermogen duidelijker wordt (alleen nog via verzamelinkomen). Voor de gebruiker van een toeslag wordt het makkelijker om het toeslagrecht in te schatten. Beleidsmatige doelstelling Budgettair Meer burgers zullen recht krijgen op toeslagen. Afhankelijk van de mate waarin vermogen door de maatschappij als vorm van draagkracht wordt gezien kan het afschaffen van de vermogenstoetsen het draagvlak voor de toeslagen verminderen. Toeslagen zijn bedoeld als inkomensondersteuning en worden toegekend op basis van de draagkracht van een huishouden. Als vermogen als een vorm van draagkracht wordt gezien vermindert deze maatregel de beleidsmatige doelmatigheid van de toeslagen. Deze variant is niet budgettair neutraal vormgegeven structureel Huurtoeslag Zorgtoeslag Kindgebonden budget Kinderopvangtoeslag Totaal In mln euro s; min is saldo verslechterend, plus is saldo verbeterend. Inkomensverdeling In dit fiche komen de vermogenstoetsen en vermogensinkomensbijtelling te vervallen. Er zijn geen huishoudens die hier nadeel van hebben en 2% van de huishoudens gaat erdoor op vooruit. Vooral huishoudens die door het vervallen van de vermogenstoets recht krijgen op huurtoeslag gaan er op vooruit, maar ook alleenstaande ouders met een vermogen boven de huidige vermogensgrens ( in 2018) hebben veel voordeel, omdat zij binnen het kindgebonden budget een extra bedrag van ruim krijgen. De hoogste inkomens hebben geen voordeel, omdat zij door de hoogte van hun inkomen al geen recht op toeslagen hebben. Tabel: inkomenseffecten in 2018 (%) <- 5% -5 tot - 2% -2 tot 0% geen effect 0 tot 2% 2 tot 5% >5 % Totaal Medi aan Aan deel Inkomenshoogte 1 Minimum ,0 Minimum-modaal ,0 1x-1,5x modaal ,0 1,5x-2x modaal ,0 >2x modaal ,0 Inkomensbron Werkenden ,0 Uitkeringsgerechti ,0 gden Gepensioneerden ,0 Grondslag box

4 geen > , , , , , , Alle huishoudens ,0 100 Figuur: puntenwolk; spreiding inkomenseffecten, 2018 Tabel: Verandering in verlies aan toeslagen als gevolg van vermogen (in % totaal vermogen) tov huidige situatie voor huishoudens met een positieve grondslag in box 3. Verandering in gemiddelde verlies (%-punt) Stijging aantal huishoudens met verlies > 1% vermogen (%-punt) Aandeel alle huishoudens (%) Inkomenshoogte Minimum -2,4-37,4 0 Minimum-modaal -0,6-10,9 7 1x-1,5x modaal 0,0-1,7 5 1,5x-2x modaal 0,0-1,0 4 >2x modaal 0,0-0,2 9 Grondslag box ,0-10, ,1-3, ,1-2,3 4 4

5 ,2-7,1 3 > ,1-2,4 9 Alle huishoudens met grondslag box 3 >0-0,2-4,2 26 Zowel het gemiddelde verlies aan toeslagen als de stijging van het aantal huishoudens met een groot verlies (groter dan 1% van het vermogen) daalt wanneer de vermogenstoetsen vervallen. Net boven de huidige vermogenstoets van 0 bij huurtoeslag is de verandering in gemiddeld verlies het grootst. De afname van het aantal huishoudens met een groot verlies piekt niet alleen bij een grondslag net boven 0, maar ook net boven de huidige vermogenstoets van bij zorgtoeslag en kindgebonden budget. Economie Tabel: structurele effecten op werkgelegenheid en productiviteit (%) Werkgelegen heid (in uren) Productiviteit (per uur) Productie -0,1 0,0-0,1 De vermogenstoets in de huurtoeslag, zorgtoeslag en het kindgebonden budget, komen te vervallen. In totaal een budgettaire intensivering van (afgerond) 350 mln. De analyse in sectie 2 van het CPB memo (zie bijlage 4 van het rapport) geeft aan dat dit leidt tot een afname van het aantal gewerkte uren, een lichte stijging in de gemiddelde productiviteit, maar per saldo een daling in de productie. Om een orde van grootte te bepalen worden de effecten per inkomensafhankelijke regeling uit CPB (2015a,b) gebruikt, waarmee rekening wordt gehouden met de verschillen in de budgettaire impuls. Deze tentatieve berekening suggereert dat de werkgelegenheid daalt met ongeveer -0,1%, dat het effect op de productiviteit nihil is en dat de totale productie daalt met ongeveer -0,1%. Implementatie en uitvoering Voor de interne gegevenslevering op termijn een lichte vereenvoudiging: een gegevensstroom kan (na aantal jaren) worden afgebouwd. De verduidelijking van de regeling kan positieve gevolgen hebben wat betreft het klantcontact met betrekking tot de aanvraag en toekenning van een toeslag. De maatregel zorgt voor een toename van het aantal toeslag gebruikers met ongeveer Hieraan zijn programmakosten en uitvoeringskosten (structureel 0,9 mln.) verbonden. De ICT aanpassingen die nodig zijn voor deze maatregel zijn van geringe omvang. Per saldo zijn de effecten van de wijziging voor de Belastingdienst relatief gering. 5

6 1a. Vervallen vermogenssystemen in alle regelingen (gevolgen Wmo/Wlz) Omschrijving van de maatregel De VIB wordt afgeschaft en telt niet langer mee in de berekening van de eigen bijdragen. Effecten Burger Levert een geringe vereenvoudiging op doordat het voor de gebruiker iets eenvoudiger wordt om de totstandkoming van het bijdrageplichtig inkomen te begrijpen. Beleidsmatige doelstelling Budgettair Doel van de eigen bijdrage systematiek in de Wmo/Wlz is om mensen met een hoog inkomen en/of vermogen zelf een deel van de kosten te laten betalen. Als vermogen als een vorm van draagkracht wordt gezien vermindert deze maatregel de beleidsmatige doelmatigheid. Deze variant is niet budgettair neutraal vormgegeven. Geen VIB Wlz -170 Wmo -30 Totaal Wlz en Wmo -200 In mln euro s; min is saldo verslechterend, plus is saldo verbeterend. In de berekening is geen rekening gehouden met gedragseffecten. Door het vervallen van de VIB wordt het voor vermogende personen aantrekkelijker om van de Wlz dan wel de Wmo gebruik te gaan maken. Inkomensverdeling Onderstaande effecten zijn van toepassing op de hoge eigen bijdrage (HEB) Wlz. Positieve inkomenseffecten zijn er voor de personen met een grondslag box 3 groter dan nul en die daarnaast op basis van alleen hun inkomen nog niet de maximale eigen bijdrage betalen. De positieve inkomenseffecten lopen op tot boven 100%. Tabel: inkomenseffecten hoge eigen bijdrage Wlz Verzamelinkomen Gemiddelde inkomenseffect aandeel populatie HEB Wlz (%) Minimum 3% 75% Minimum - modaal 13% 21% Modaal - 1,5x modaal 14% 3% 1,5x modaal - 2x modaal 1% 1% >2x modaal 0% 0% Totaal 6% 100% Grondslag box 3 Gemiddelde inkomenseffect aandeel populatie HEB Wlz (%) geen 0% 70,8% % 5,5% % 13,7% % 3,3% % 1,8% > % 4,9% 6

7 Figuur: spreiding inkomenseffect voor huishoudens met hoge eigen bijdrage Wlz (%) Figuur: spreiding inkomenseffect voor huishoudens met de lage eigen bijdrage Wlz (euro s per jaar, + betekent voordeel voor de cliënt) 7

8 Figuur: spreiding inkomenseffect voor huishoudens met eigen bijdrage Wmo (euro s per jaar, + betekent voordeel voor de client). Economie Het afschaffen van de vermogensinkomensbijtelling in de Wlz en Wmo (200 mln euro) heeft vermoedelijk een nihil effect op werkgelegenheid, productiviteit en productie. Het betreft met name een intensivering van de Wlz, die een beperkt effect heeft op de arbeidsparticipatie. Implementatie en uitvoering Voor de uitvoering zijn de gevolgen miniem omdat de huidige systematiek is geautomatiseerd. De gegevensuitwisseling met de Belastingdienst en de communicatie richting de burger/gebruiker (brieven, folders, website, etc.) zal moeten worden aangepast. 8

9 Fiches vermogenstoetsen 2.Vermogenstoets op heffingvrije vermogen, alle toeslagen, uitgezonderd kinderopvangtoeslag Omschrijving van de maatregel Vervanging van de huidige vermogensgrenzen in huur- en zorgtoeslag en kindgebonden budget door een vermogensgrens gelijk aan 0 boven het heffingvrije vermogen ( per persoon in 2018) Effecten Burger Voor de burger zal een totale gelijkschakeling van de vermogensgrenzen in de toeslagen waar vermogen doorwerkt een geringe verduidelijking zijn. Grenzen zijn dan relatief helder. Minder burgers zullen recht hebben op toeslagen. Beleidsmatige doelstelling Budgettair Toeslagen zijn bedoeld als inkomensondersteuning en worden toegekend op basis van de draagkracht van een huishouden. Vermogen wordt door deze maatregel zeer zwaar en binair (niet/volledig) meegeteld in de draagkracht. Afhankelijk van of vermogen als onderdeel van draagkracht wordt gezien zal deze maatregel de beleidsmatige doelmatigheid verbeteren/verminderen. Deze variant is niet budgettair neutraal vormgegeven structureel Huurtoeslag Zorgtoeslag Kindgebonden budget Kinderopvangtoeslag Totaal In mln euro s, min is saldo verslechterend, plus is saldo verbeterend Bij zorgtoeslag en kindgebonden budget is rekening gehouden met gedragseffect (25%) waarbij huishoudens schuiven met vermogen om als nog voor toeslag in aanmerking te komen. Zonder dit gedragseffect zijn de budgettaire effecten in 2018: 2018 Huurtoeslag 0 Zorgtoeslag 321 Kindgebonden budget 164 Kinderopvangtoeslag 0 Totaal 485 In mln euro s, min is saldo verslechterend, plus is saldo verbeterend Inkomensverdeling In dit fiche is de vermogensgrens van de vermogenstoets gelijk aan het heffingvrije vermogen. Dit betekent dat er voor de huurtoeslag niets wijzigt. Daarentegen gaat de grens voor zorgtoeslag en kindgebonden budget fors omlaag. Er zijn geen huishoudens die voordeel hebben van deze maatregel. Voor 5% van de huishoudens is het inkomenseffect negatief. Van de groep met een box 3 grondslag tot gaat ruim 40% erop achteruit en de helft daarvan gaat er meer dan 5% op achteruit. Omdat de hogere inkomens geen recht hebben op deze regelingen is er voor deze groepen geen effect. Vooral de groep tussen minimum en modaal gaat erop achteruit. 9

10 Tabel: inkomenseffecten 2018 (%) Inkomenshoogte <- 5% -5 tot - 2% -2 tot 0% geen effect 0 tot 2% 2 tot 5% >5 % Totaal Medi aan Aan deel (%) Minimum Minimum-modaal 1x-1,5x modaal 1,5x-2x modaal >2x modaal Inkomensbron , , , , ,0 24 Werkenden ,0 63 Uitkeringsgerechti gden ,0 9 Gepensioneerden ,0 25 Grondslag box 3 geen , , , , ,0 3 > ,0 9 Alle huishoudens ,0 100 Figuur: puntenwolk, spreiding inkomenseffecten

11 Tabel: Verandering in verlies aan toeslagen als gevolg van vermogen (in % totaal vermogen) tov huidige situatie voor huishoudens met een positieve grondslag in box 3. Verandering in gemiddelde verlies (%-punt) Stijging aantal huishoudens met verlies > 1% vermogen (%-punt) Aandeel alle huishoudens (%) Inkomenshoogte Minimum 1,4 16,8 0 Minimum-modaal 1,1 27,9 7 1x-1,5x modaal 0,3 7,2 5 1,5x-2x modaal 0,2 4,4 4 >2x modaal 0,0 0,9 9 Grondslag box ,7 25, ,6 16, ,3 13, ,0 0,0 3 > ,0 0,0 9 Alle huishoudens met grondslag box 3 >0 0,4 10,2 26 Zowel het gemiddelde verlies aan toeslagen als de stijging van het aantal huishoudens met een groot verlies (groter dan 1% van het vermogen) neemt toe wanneer de vermogenstoetsen van zorgtoeslag en kindgebonden budget verlaagd worden naar het heffingvrije vermogen. Boven de huidige vermogenstoets van zijn er geen veranderingen. Bij de groep met een positieve grondslag in box 3 en een inkomen tot modaal neemt het aantal huishoudens met een verlies van minimaal 1% toe met ruim een kwart van die groep. Hetzelfde geldt voor de huishoudens met een grondslag tussen 0 en Economie Tabel: structurele effecten op werkgelegenheid en productiviteit (%) Werkgelegen heid (in uren) Productiviteit (per uur) Productie 0,2 0,0 0,2 De grens van de vermogenstoets in de zorgtoeslag en het kindgebonden budget wordt verlaagd naar het heffingsvrije vermogen. Dit leidt tot een budgettaire besparing van 450 mln euro, voor het grootste deel bij de zorgtoeslag. De orde van grootte van de effecten is berekend op basis van CPB (2015a,b). De werkgelegenheid en productie stijgen met ongeveer 0,2%. Het effect in absolute waarde is naar verwachting wat groter bij dit fiche dan bij fiche 1 omdat fiche 2 meer is gericht op moeders met jonge kinderen, een groep die relatief sterk reageert op financiële prikkels.. Implementatie en uitvoering Door de strikte vermogensgrens zal de populatie afnemen afnemen. Tegelijkertijd worden er meer klantcontacten verwacht rond de toepassing van de striktere vermogensgrens. De verwachting is dat dit per saldo kostenneutraal uitwerkt. De ICT aanpassingen die nodig zijn voor deze maatregel zijn van geringe omvang. Per saldo zijn de effecten van deze variant op de uitvoering gering. 11

12 Titel fiche 3. Vermogenstoets op heffingvrije vermogen, alle regelingen (gevolgen toeslagen) Omschrijving van de maatregel Vervanging van de huidige vermogensgrenzen in huur-, zorgtoeslag en kindgebonden budget door een vermogensgrens gelijk aan 0 boven het heffingvrije vermogen ( in 2018). Daarnaast wordt de vermogenstoets met een grens van 0 boven het heffingvrije vermogen ook in de kinderopvangtoeslag geïntroduceerd. Ook in Wmo/Wlz en aanvullende studiebeurs zal een vermogenstoets op 0 boven heffingvrije vermogen worden ingevoerd. Effecten voor Wmo/Wlz en aanvullende beurs zijn beschreven in respectievelijk fiche 3a en 3b. Effecten Burger Voor de burger zal een totale gelijkschakeling van de vermogensgrenzen in de toeslagen waar vermogen doorwerkt een geringe verduidelijking zijn. Grenzen zijn dan relatief helder. Minder burgers zullen recht hebben op toeslagen. Beleidsmatige doelstelling De huurtoeslag, zorgtoeslag en het kindgebonden budget zijn bedoeld als inkomensondersteuning en worden toegekend op basis van de draagkracht van een huishouden. Vermogen wordt door deze maatregel zeer zwaar en binair (niet/volledig) meegeteld in de draagkracht. Afhankelijk van of vermogen als onderdeel van draagkracht wordt gezien zal deze maatregel de beleidsmatige doelmatigheid van de zorgtoeslag en het kindgebonden budget verbeteren/verminderen. De kinderopvangtoeslag heeft als doel het stimuleren van de arbeidsparticipatie van ouders met jonge kinderen. Een vermogensgrens van 0 boven het heffingvrije vermogen is niet verenigbaar met de huidige doelstelling van de kinderopvangtoeslag. Budgettair Deze variant is niet budgettair neutraal vormgegeven structureel Huurtoeslag Zorgtoeslag Kindgebonden budget Kinderopvangtoeslag Totaal In mln euro s, min is saldo verslechterend, plus is saldo verbeterend Bij alle regelingen behalve huurtoeslag is rekening gehouden met gedragseffect (25%) waarbij huishoudens schuiven met vermogen om als nog voor toeslag in aanmerking te komen. Zonder dit gedragseffect zijn de budgettaire effecten in 2018: 2018 Huurtoeslag 0 Zorgtoeslag 321 Kindgebonden budget 164 Kinderopvangtoeslag 436 Totaal 921 In mln euro s, min is saldo verslechterend, plus is saldo verbeterend Inkomensverdeling In dit fiche is de vermogensgrens van de vermogenstoets gelijk aan het heffingvrije vermogen. Dit betekent dat er voor de huurtoeslag niets wijzigt. Daarentegen gaat de grens voor zorgtoeslag en kindgebonden budget fors omlaag en wordt deze grens bij de kinderopvangtoeslag geïntroduceerd. Er zijn geen huishoudens die voordeel hebben van deze maatregel. Voor 6% van de huishoudens is het inkomenseffect negatief. Van de groep met een box 3 grondslag tot gaat bijna een kwart van de huishoudens er meer dan 5% op achteruit. Ten opzichte van het fiche waarin de kinderopvangtoeslag niet wordt aangepast (fiche 2) zijn er nu ook huishoudens met hoge inkomens die erop achteruit gaan. Dat zijn allemaal huishoudens met kinderopvangtoeslag. 12

13 Tabel: inkomenseffecten 2018 (%) Inkomenshoogte <- 5% -5 tot - 2% -2 tot 0% geen effect 0 tot 2% 2 tot 5% >5 % Totaal Medi aan Aan deel (%) Minimum ,0 6 Minimum-modaal ,0 33 1x-1,5x modaal ,0 21 1,5x-2x modaal ,0 16 >2x modaal ,0 24 Inkomensbron Werkenden ,0 63 Uitkeringsgerechtig den ,0 Gepensioneerden , Grondslag box 3 geen , , , , ,0 3 > ,0 9 Alle huishoudens ,0 100 Figuur: puntenwolk, spreiding inkomenseffecten

14 Tabel: Verandering in verlies aan toeslagen als gevolg van vermogen (in % totaal vermogen) tov huidige situatie voor huishoudens met een positieve grondslag in box 3. Inkomenshoogte Verandering in gemiddelde verlies (%-punt) Stijging aantal huishoudens met verlies > 1% vermogen (%-punt) Aandeel alle huishoudens (%) Minimum 1,4 16,8 0 Minimum-modaal 1x-1,5x modaal 1,5x-2x modaal 1,2 27,9 7 0,5 7,9 5 0,5 8,4 4 >2x modaal 0,4 8,7 9 Grondslag box ,1 29, ,9 21, ,5 17, ,2 4,5 3 > ,1 2,4 9 Alle huishoudens met grondslag box 3 >0 0,7 13,8 26 Zowel het gemiddelde verlies aan toeslagen als de stijging van het aantal huishoudens met een groot verlies (groter dan 1% van het vermogen) neemt toe wanneer de vermogenstoetsen van zorgtoeslag en kindgebonden budget verlaagd worden naar het heffingvrije vermogen en deze toets bij de kinderopvangtoeslag geïntroduceerd wordt. Doordat deze vermogenstoets ook in de kinderopvangtoeslag gaat gelden, zijn er ook effecten bij de hoogste inkomens en vermogens. Economie Tabel: structurele effecten op werkgelegenheid en productiviteit (%) Werkgelegen heid (in uren) Productiviteit (per uur) Productie 0,1 0,0 0,1 Er zijn twee tegengestelde effecten op de werkgelegenheid: het verlagen van de grens van de vermogenstoets in de zorgtoeslag en het kindgebonden budget stimuleert de werkgelegenheid, maar het introduceren van een vermogenstoets in de kinderopvangtoeslag verlaagt de werkgelegenheid. Per saldo stijgt de werkgelegenheid met ongeveer 0,1%, het effect op de productiviteit is nihil en de totale productie stijgt met ongeveer 0,1%. Implementatie en uitvoering Door de strikte vermogensgrens zal het aantal toeslaggebruikers afnemen. Door de strikte vermogensgrens bij alle toeslagen zal de populatie afnemen. Tegelijkertijd worden er in geringe mate meer klantcontacten verwacht rond de bezwaarafhandeling. De verwachting is dat er bij deze maatregel per saldo een lichte besparing optreedt. De ICT aanpassingen die nodig zijn voor deze maatregel zijn van geringe omvang. Per saldo zijn de effecten van deze variant op de uitvoering gering. 14

15 3a. Vermogenstoets op heffingvrije vermogen, alle regelingen (gevolgen Wmo/Wlz) Omschrijving van de maatregel Vermogenstoets op het heffingvrije vermogen door de VIB te verhogen naar 100%. Effecten Burger Gebruikers zullen vaker te maken kunnen krijgen met verschillende eigenbijdragesystematieken binnen de Wmo. De verwachting is dat deze maatregel effecten geeft die door de burger als vreemd worden ervaren. Dit vermindert de uitlegbaarheid richting de burger. Beleidsmatige doelstelling Doel van de eigen bijdrage systematiek in de Wmo/Wlz is om mensen met een hoog inkomen en/of vermogen zelf een deel van de kosten te laten betalen. Voorkeur voor het meewegen van vermogen is afhankelijk van mate waarin vermogen als onderdeel van draagkracht wordt gezien. Vermogen wordt door deze maatregel zeer zwaar en binair (niet/volledig) meegeteld in de draagkracht. De huidige systematiek weegt vermogen evenwichtiger mee. De aanpassing zal daardoor leiden tot een vermindering van de beleidsmatige doelmatigheid. Deze maatregel komt neer op een flinke ombuiging op vooral de Wlz. Budgettair Deze variant is niet budgettair neutraal vormgegeven. 100% VIB Wlz 390 Wmo 95 Totaal Wlz en Wmo 485 In mln euro s, min is saldo verslechterend, plus is saldo verbeterend Inkomensverdeling Tabel: inkomenseffecten voor huishoudens met hoge eigen bijdrage Wlz. Verzamelinkomen Gemiddelde inkomenseffect aandeel populatie HEB Wlz (%) Minimum -18% 75% Minimum - modaal -19% 21% Modaal - 1,5x modaal -4% 3% 1,5x modaal - 2x modaal 0% 1% >2x modaal 0% 0% Totaal -17% 100% Grondslag box 3 Gemiddelde inkomenseffect aandeel populatie HEB Wlz (%) geen 0% 71% % 6% % 14% % 3% % 2% > % 5% 15

16 Figuur: spreiding inkomenseffect voor huishoudens met hoge eigen bijdrage Wlz (%) Figuur: spreiding inkomenseffect voor huishoudens met lage eigen bijdrage Wlz (euro s per jaar, + betekent voordeel voor client). 16

17 Figuur: spreiding inkomenseffect voor huishoudens met eigen bijdrage Wmo (euro s per jaar, + betekent voordeel voor client). Economie Implementatie en uitvoering Gebruikers zullen vaker te maken kunnen krijgen met verschillende eigenbijdragesystematieken binnen de Wmo. Hierdoor zal de interactie met de burger toenemen. De geautomatiseerde systemen dienen te worden aangepast. De aanpassing is niet eenvoudig door de introductie van de Wlz-rekensystematiek in gevallen waar deze nu nog niet wordt toegepast. 17

18 3b. Vermogenstoets op heffingvrije vermogen, alle regelingen (gevolgen aanvullende studiebeurs) Omschrijving van de maatregel Introductie van een vermogenstoets met een vermogensgrens gelijk aan 0 boven het heffingvrije vermogen in de studiefinanciering voor de aanvullende beurs. Effecten Burger Voor (ouders van) gebruikers van de aanvullende beurs geldt op dit moment geen vermogensdoorwerking bovenop de doorwerking via het verzamelinkomen. Er is vanuit het opzicht van de burger dus een aanvullende eis om recht te hebben op aanvullende beurs. Voor de transparantie zal het relatief weinig verschil maken; ook met een vermogenstoets is het recht op aanvullende beurs relatief makkelijk te balen. Beleidsmatige doelstelling Voorkeur voor het meewegen van vermogen is afhankelijk van mate waarin vermogen als onderdeel van draagkracht wordt gezien. Vermogen wordt door deze maatregel zeer zwaar en binair (niet/volledig) meegeteld in de draagkracht. In de huidige systematiek weeg vermogen niet extra mee. De aanpassing zal daardoor leiden tot een vermindering/verbetering van de beleidsmatige doelmatigheid. Budgettair NB het betreft indicatieve uitkomsten, deze zijn met grote onzekerheid omgeven Deze variant is niet budgettair neutraal vormgegeven structureel Aanvullende beurs stufi In mln euro s, min is saldo verslechterend, plus is saldo verbeterend Aannames bij de aanvullende beurs (studiefinanciering): Invoering per studiejaar 2020/2021 voor nieuwe studenten in ho en mbo. De opbrengst is de eerste jaren beperkt en pas na 10 jaar maximaal vanwege de prestatiebeurs-systematiek. Het gedragseffect is geschat op 25%, omdat vele huishoudens kunnen schuiven met vermogen om alsnog in aanmerking te komen. Daarnaast is er besparingsverlies omdat studenten extra gaan lenen.. Inkomensverdeling Wanneer ouders een box-3-saldo boven het heffingsvrije vermogen hebben, zou het recht op aanvullende beurs vervallen. o Deze maatregel raakt huishoudens die minder dan 2 keer het modale inkomen hebben (maar wel vermogen), want boven 2x-modaal bestaat doorgaans geen recht op aanvullende beurs. o Circa studenten zouden geen aanvullende beurs meer krijgen (op een totaal van circa is dat 13%). Gemiddeld neemt de beurs af met circa netto per studiejaar per persoon. Economie Implementatie en uitvoering Een vermogenstoets zal leiden tot een stijging van het aantal bezwaren, beroepen en klachten van burgers. De toename van interactie met burgers levert een uitvoeringslast op. Bij invoering dient communicatie naar burger (student en ouders) te worden aangepast. Zo moet de website worden aangepast en moeten er rekenhulpen komen, etc. 18

19 Titel fiche 4. Vermogenstoets budgettair neutraal, alle toeslagen uitgezonderd kinderopvangtoeslag Omschrijving van de maatregel Vervanging van de huidige vermogensgrenzen in huur-, zorgtoeslag en kindgebonden budget door een vermogensgrens gelijk aan boven het heffingvrije vermogen ( in 2018). Daarmee gaat de grens omlaag voor zorgtoeslag en kindgebonden budget en omhoog voor huurtoeslag. Effecten Burger Voor de burger zal een totale gelijkschakeling van de vermogensgrenzen in de toeslagen waar vermogen doorwerkt een geringe verduidelijking zijn. Grenzen zijn dan relatief helder. Beleidsmatige doelstelling Budgettair Toeslagen zijn bedoeld als inkomensondersteuning en worden toegekend op basis van de draagkracht van een huishouden. Vermogen wordt door deze maatregel binair (niet/volledig) meegeteld in de draagkracht. Dit is nu ook al het geval. De toets wordt alleen strikter voor de zorgtoeslag en het kindgebonden budget, en minder strikt voor de huurtoeslag. Afhankelijk van of vermogen als onderdeel van draagkracht wordt gezien zal deze maatregel de beleidsmatige doelmatigheid van de verschillende toeslagen verbeteren/verminderen structureel Huurtoeslag Zorgtoeslag Kindgebonden budget Kinderopvangtoeslag Totaal In mln euro s, min is saldo verslechterend, plus is saldo verbeterend Bij zorgtoeslag en kindgebonden budget is rekening gehouden met gedragseffect (25%) waarbij huishoudens schuiven met vermogen om als nog voor toeslag in aanmerking te komen. Zonder dit gedragseffect zijn de budgettaire effecten in 2018: 2018 Huurtoeslag -92 Zorgtoeslag 37 Kindgebonden budget 82 Kinderopvangtoeslag 0 Totaal 27 In mln euro s, min is saldo verslechterend, plus is saldo verbeterend Inkomensverdeling In dit fiche is de vermogensgrens van de vermogenstoets gelijk aan in Dit betekent dat voor de huurtoeslag de grens omhoog gaat. Daarentegen gaat de grens voor zorgtoeslag en kindgebonden budget omlaag. Huishoudens met huurtoeslag hebben voordeel van deze maatregel. Huishoudens met zorgtoeslag en/of kindgebonden budget en een vermogen tussen en verliezen deze toeslag (-en), maar wanneer zij recht krijgen op huurtoeslag kan dit het verlies (meer dan) compenseren. Tabel: inkomenseffecten 2018 (%) Inkomenshoogte <- 5% -5 tot - 2% -2 tot 0% geen effect 0 tot 2% 2 tot 5% >5 % Totaal Medi aan Aan deel (%) Minimum ,0 6 Minimum-modaal ,0 33 1x-1,5x modaal ,0 21 1,5x-2x modaal ,

20 >2x modaal ,0 24 Inkomensbron Werkenden ,0 63 Uitkeringsgerechti gden ,0 9 Gepensioneerden ,0 25 Grondslag box 3 geen , , , , ,0 3 > ,0 9 Alle huishoudens ,0 100 Figuur: puntenwolk, spreiding inkomenseffecten

21 Tabel: Verandering in verlies aan toeslagen als gevolg van vermogen (in % totaal vermogen) tov huidige situatie voor huishoudens met een positieve grondslag in box 3. Verandering in gemiddelde verlies (%-punt) Stijging aantal huishoudens met verlies > 1% vermogen (%-punt) Aandeel alle huishoudens (%) Inkomenshoogte Minimum -1,8-16,4 0 Minimum-modaal -0,4-2,1 7 1x-1,5x modaal 0,0 1,1 5 1,5x-2x modaal 0,0 0,9 4 >2x modaal 0,0 0,2 9 Grondslag box ,0-10, ,1-3, ,3 11, ,0 0,0 3 > ,0 0,0 9 Alle huishoudens met grondslag box 3 >0-0,1-0,4 26 Zowel het gemiddelde verlies aan toeslagen als de stijging van het aantal huishoudens met een groot verlies (groter dan 1% van het vermogen) daalt voor de inkomens tot modaal. Zij hebben voordeel van de versoepeling van de grens voor de huurtoeslag. Hogere inkomens hebben juist nadeel van de lagere grens voor zorgtoeslag en kindgebonden budget, waardoor het aantal huishoudens met een hoog verlies (>1% van het vermogen) toeneemt. Voor huishoudens met een box 3 grondslag boven is er geen verandering. Economie Tabel: structurele effecten op werkgelegenheid en productiviteit (%) Werkgelegen heid (in uren) Productiviteit (per uur) Productie 0,0 0,0 0,0 De vermogensgrens voor de zorgtoeslag en het kindgebonden budget gaat omlaag naar , een budgettaire besparing van 100 mln euro, maar de vermogensgrens voor de huurtoeslag gaat omhoog naar , een budgettaire intensivering van 100 mln euro. Per saldo heeft dit naar verwachting een nihil effect op werkgelegenheid, productiviteit en productie. Implementatie en uitvoering In de huurtoeslag zal het aantal toeslaggebruikers toenemen, in de zorgtoeslag en het kindgebonden budget zal het aantal gebruikers afnemen. Deze maatregel levert naar verwachting een iets grotere populatie op en betekenen daardoor ook een lichte toename van de uitvoeringskosten. De ICT aanpassingen die nodig zijn voor deze maatregel zijn van geringe omvang. Per saldo zijn de effecten van deze variant op de uitvoering gering. 21

22 22

23 Titel fiche 5. Vermogenstoets budgettair neutraal, alle regelingen (gevolgen voor toeslagen) Omschrijving van de maatregel Vervanging van de huidige vermogensgrenzen in huur-, zorgtoeslag en kindgebonden budget door een vermogensgrens gelijk aan boven het heffingvrije vermogen ( in 2018). Daarmee gaat de grens licht omhoog voor zorgtoeslag en kindgebonden budget en fors omhoog voor huurtoeslag. Bij kinderopvangtoeslag wordt de vermogenstoets met deze grens geïntroduceerd. De gevolgen voor de Wmo/Wlz en aanvullende beurs staan beschreven in respectievelijk fiche 5a en 5b. Effecten Burger Voor de burger zal een totale gelijkschakeling van de vermogensgrenzen in de toeslagen waar vermogen doorwerkt een geringe verduidelijking zijn. Grenzen zijn dan relatief helder. Beleidsmatige doelstelling Budgettair De huurtoeslag, zorgtoeslag en het kindgebonden budget zijn bedoeld als inkomensondersteuning en worden toegekend op basis van de draagkracht van een huishouden. Vermogen wordt door deze maatregel binair (niet/volledig) meegeteld in de draagkracht. Afhankelijk van of vermogen als onderdeel van draagkracht wordt gezien zal deze maatregel de beleidsmatige doelmatigheid van de huurtoeslag, zorgtoeslag en kindgebonden budget verbeteren/verminderen. De kinderopvangtoeslag heeft als doel het stimuleren van de arbeidsparticipatie van ouders met jonge kinderen. Een vermogensgrens vermindert de beleidsmatige doelmatigheid van de kinderopvangtoeslag structureel Huurtoeslag Zorgtoeslag Kindgebonden budget Kinderopvangtoeslag Totaal In mln euro s, min is saldo verslechterend, plus is saldo verbeterend Bij kinderopvangtoeslag is rekening gehouden met gedragseffect (25%) waarbij huishoudens schuiven met vermogen om als nog voor toeslag in aanmerking te komen. Zonder dit gedragseffect zijn de budgettaire effecten in 2018: 2018 Huurtoeslag -138 Zorgtoeslag -3 Kindgebonden budget -1 Kinderopvangtoeslag 185 Totaal 43 In mln euro s, min is saldo verslechterend, plus is saldo verbeterend Inkomensverdeling In dit fiche is de vermogensgrens van de vermogenstoets gelijk aan in Dit betekent dat voor de toeslagen die nu al een vermogenstoets hebben de grens omhoog gaat (beperkt voor zorgtoeslag en kindgebonden budget en fors voor huurtoeslag). Voor de kinderopvangtoeslag wordt de vermogenstoets geïntroduceerd. Dit laatste wordt weerspiegeld in de negatieve inkomenseffecten bij hoge inkomens en bij hoge vermogens Tabel: inkomenseffecten 2018 (%) Inkomenshoogte <- 5% -5 tot - 2% -2 tot 0% geen effect 0 tot 2% 2 tot 5% >5 % Totaal Medi aan Aan deel (%) Minimum Minimum-modaal 1x-1,5x modaal 1,5x-2x modaal >2x modaal Inkomensbron , , , , ,

24 Werkenden ,0 63 Uitkeringsgerechti gden ,0 9 Gepensioneerden ,0 25 Grondslag box 3 geen , , , , ,0 3 > ,0 9 Alle huishoudens ,0 100 Figuur: puntenwolk, spreiding inkomenseffecten

25 Tabel: Verandering in verlies aan toeslagen als gevolg van vermogen (in % totaal vermogen) tov huidige situatie voor huishoudens met een positieve grondslag in box 3. Verandering in gemiddelde verlies (%-punt) Stijging aantal huishoudens met verlies > 1% vermogen (%-punt) Aandeel alle huishoudens (%) Inkomenshoogte Minimum -2,1-24,6 0 Minimum-modaal -0,5-8,3 7 1x-1,5x modaal 0,0 0,2 5 1,5x-2x modaal 0,0 1,2 4 >2x modaal 0,1 2,7 9 Grondslag box ,0-10, ,1-3, ,1-2, ,2 3,8 3 > ,1 2,4 9 Alle huishoudens met grondslag box 3 >0-0,1-1,5 26 Zowel het gemiddelde verlies aan toeslagen als de stijging van het aantal huishoudens met een groot verlies (groter dan 1% van het vermogen) daalt voor de inkomens tot modaal. Zij hebben voordeel van de versoepeling van de grens voor de huurtoeslag. Hogere inkomens hebben nadeel van de introductie van de vermogenstoets in de kinderopvangtoeslag, waardoor het aantal huishoudens met een hoog verlies (>1% van het vermogen) toeneemt. Economie Tabel: structurele effecten op werkgelegenheid en productiviteit (%) Werkgelegen heid (in uren) Productiviteit (per uur) Productie -0,1 0,0-0,1 De vermogensgrens voor de huurtoeslag wordt verhoogd naar , een budgettaire intensivering van 150 mln euro, maar er wordt ook een vermogensgrens geïntroduceerd bij de kinderopvangtoeslag bij , een budgettaire besparing van 150 mln euro. Beide maatregelen ontmoedigen de werkgelegenheid. Naar verwachting leidt deze variant tot een daling in de werkgelegenheid van ongeveer -0,1%, heeft het een nihil effect op de productiviteit en leidt dan ook tot een daling van de productie van -0,1%. Implementatie en uitvoering Deze maatregel levert naar verwachting een iets grotere populatie op en betekenen in dat geval ook een lichte toename van de uitvoeringskosten De ICT aanpassingen die nodig zijn voor deze maatregel zijn van geringe omvang.per saldo zijn de effecten van deze variant op de uitvoering gering. 25

26 5a. Vermogenstoets budgettair neutraal, alle regelingen (gevolgen voor Wmo/Wlz) Omschrijving van de maatregel De VIB wordt afgeschaft en in de plaats daarvan komt er een vermogenstoets op Een grondslag sparen en beleggen boven deze grens betekent dat je de maximale eigen bijdrage gaat betalen. Bij de Wmo is er nog geen maximum, maar wordt deze gelijk gesteld aan het maximum van Wlz pgb/mpt eigen bijdrage ( 705,20 per maand). Daarnaast ligt het voor de hand om peiljaarverlegging voor het vermogen mogelijk te maken. In de huidige systematiek wordt er namelijk gekeken naar t-2. Om te verkomen dat mensen de maximale eigen bijdrage moeten betalen, terwijl ze inmiddels niet meer over het vermogen beschikken dient er een regeling te komen om peiljaarverlegging mogelijk te maken. Effecten Burger Gebruikers zullen vaker te maken kunnen krijgen met verschillende eigenbijdragesystematieken binnen de Wmo. De verwachting is dat deze maatregel effecten geeft die door de burger als vreemd worden ervaren. Dit vermindert de uitlegbaarheid richting de burger. Beleidsmatige doelstelling Doel van de eigen bijdrage systematiek in de Wmo/Wlz is om mensen met een hoog inkomen en/of vermogen zelf een deel van de kosten te laten betalen. Voorkeur voor het meewegen van vermogen is afhankelijk van mate waarin vermogen als onderdeel van draagkracht wordt gezien. Vermogen wordt door deze maatregel binair (niet/volledig) meegeteld in de draagkracht. De huidige systematiek weeg vermogen evenwichtiger mee. De aanpassing zal daardoor leiden tot een vermindering van de beleidsmatige doelmatigheid. Budgettair Om deze maatregel binnen de Wlz en Wmo budgettair neutraal te maken dient er geld vanuit de Wmo naar de Wlz overgebracht te worden. Vermogenstoets Wlz -5 Wmo 10 Totaal Wlz en Wmo 5 In mln euro s, min is saldo verslechterend, plus is saldo verbeterend Inkomensverdeling Onderstaande effecten zijn van toepassing op de hoge eigen bijdrage Wlz. De negatieve inkomenseffecten komen voor bij personen met een grondslag box 3 groter dan en die voorheen nog niet de maximale eigen bijdrage betaalden. De negatieve inkomenseffecten lopen op tot boven de -100%. De positieve inkomenseffecten komen voor bij personen met een grondslag box 3 kleiner dan Positieve inkomenseffecten lopen op tot zo circa 50% en komen neer op 8% maal maximaal In totaal is hier een positief inkomenseffect te zien, omdat de maatregel geld kost als je kijkt naar alleen de Wlz. Tabel inkomenseffecten voor huishoudens met hoge eigen bijdrage Wlz Verzamelinkomen Gemiddelde inkomenseffect aandeel populatie HEB Wlz (%) Minimum 1% 75% Minimum - modaal 1% 21% Modaal - 1,5x modaal 2% 3% 1,5x modaal - 2x modaal 0% 1% >2x modaal 0% 0% Totaal 1% 100% Grondslag box 3 Gemiddelde inkomenseffect aandeel populatie HEB Wlz (%) geen 0% 70,8% 26

27 % 5,5% % 13,7% % 3,3% % 1,8% > % 4,9% Figuur: spreiding inkomenseffect voor huishoudens met hoge eigen bijdrage Wlz (%) Figuur: spreiding inkomenseffect voor huishoudens met lage eigen bijdrage Wlz (euro s per jaar, + betekent voordeel voor client) 27

28 Figuur: spreiding inkomenseffect voor huishoudens met eigen bijdrage Wmo (euro s per jaar, + betekent voordeel voor client). In bovenstaande puntenwolk zijn nog enkele zeer positieve inkomenseffecten te zien. Dit zijn cliënten met veel vermogen die nu de maximale eigen bijdrage gaan betalen, maar voorheen een nog hogere eigen bijdrage betaalden. Dit is mogelijk omdat er in de huidige situatie geen maximum van 705,20 per maand geldt. Economie Implementatie en uitvoering Gebruikers zullen vaker te maken kunnen krijgen met verschillende eigenbijdragesystematieken binnen de Wmo. Hierdoor zal de interactie met de burger toenemen. De geautomatiseerde systemen dienen te worden aangepast. De aanpassing is niet eenvoudig door de introductie van de Wlz-rekensystematiek in gevallen waar deze nu nog niet wordt toegepast. 28

29 5b. Vermogenstoets budgettair neutraal, alle regelingen (gevolgen aanvullende beurs stufi) Omschrijving van de maatregel Introductie van een vermogenstoets met een vermogensgrens gelijk aan boven het heffingvrije vermogen in de studiefinanciering voor de aanvullende beurs. Effecten Burger Voor (ouders van) gebruikers van de aanvullende beurs geldt op dit moment geen vermogensdoorwerking bovenop de doorwerking via het verzamelinkomen. Er is vanuit het opzicht van de burger dus een aanvullende eis om recht te hebben op aanvullende beurs. Voor de transparantie zal het relatief weinig verschil maken; ook met een vermogenstoets is het recht op aanvullende beurs relatief makkelijk te balen Beleidsmatige doelstelling Voorkeur voor het meewegen van vermogen is afhankelijk van mate waarin vermogen als onderdeel van draagkracht wordt gezien. Vermogen wordt door deze maatregel zeer zwaar en binair (niet/volledig) meegeteld in de draagkracht. In de huidige systematiek weeg vermogen niet extra mee. De aanpassing zal daardoor afhankelijk van de voorkeur voor meetellen van vermogen leiden tot een vermindering/verbetering van de beleidsmatige doelmatigheid. Budgettair NB het betreft indicatieve uitkomsten, deze zijn met grote onzekerheid omgeven structureel Aanvullende beurs stufi In mln euro s, min is saldo verslechterend, plus is saldo verbeterend Aannames bij de aanvullende beurs (studiefinanciering): Invoering per studiejaar 2020/2021 voor nieuwe studenten. De opbrengst is de eerste jaren beperkt en pas na 10 jaar maximaal vanwege de prestatiebeurs-systematiek. Het gedragseffect is geschat op 25%, omdat huishoudens kunnen schuiven met vermogen om alsnog in aanmerking te komen. Daarnaast is er besparingsverlies omdat studenten extra gaan lenen. Inkomensverdeling Wanneer ouders een box-3-saldo van boven het heffingsvrije vermogen hebben, zou het recht op aanvullende beurs vervallen. o Deze maatregel raakt huishoudens die minder dan 2 keer het modale inkomen hebben (maar wel vermogen), want boven 2x-modaal bestaat doorgaans geen recht op aanvullende beurs. o Circa studenten zouden geen aanvullende beurs krijgen (op een totaal van circa is dat 5%). Gemiddeld neemt de beurs af met circa netto per studiejaar per persoon. Budgetneutrale variant: o Wanneer de besparingen worden teruggesluisd naar de resterende ontvangers van aanvullende beurs, dan wordt er per persoon gemiddeld 84 per jaar extra verstrekt aan aanvullende beurs (+2,1%). Economie Implementatie en uitvoering Een vermogenstoets zal leiden tot een stijging van het aantal bezwaren, beroepen en klachten van burgers. De toename van interactie met burgers levert een uitvoeringslast op. Bij invoering dient communicatie naar burger (student en ouders) te worden aangepast. Zo moet de website worden aangepast en moeten er rekenhulpen komen, etc. 29

30 Fiches vermogensinkomensbijtelling 6. Vermogensinkomensbijtelling in alle toeslagen, uitgezonderd kinderopvangtoeslag; budgettair neutraal Omschrijving van de maatregel De huidige vermogenstoetsen komen te vervallen en in plaats daarvan wordt het verzamelinkomen opgehoogd met een extra bijtelling van 14% van de grondslag in box 3 (=het vermogen boven het heffingvrije vermogen). De vermogensinkomensbijtelling gaat niet gelden voor de kinderopvangtoeslag (daar geldt nu ook geen vermogenstoets). Effecten Burger De geleidelijke doorwerking van vermogen via een vermogensinkomensbijtelling is lastiger te begrijpen voor de burger/gebruiker. Het is de verwachting dat het hierdoor lastiger wordt om een juiste inschatting te maken van het recht op toeslag op basis van vermogen. De geleidelijke doorwerking van vermogen wordt door de burger mogelijk wel als een meer evenwichtige doorwerking van vermogen beschouwd dan een knock-out criterium. Beleidsmatige doelstelling Voorkeur voor het meewegen van vermogen is afhankelijk van mate waarin vermogen als onderdeel van draagkracht wordt gezien. Vermogen wordt door deze maatregel zwaarder meegewogen in de zorgtoeslag dan in de huidige situatie, terwijl vermogen minder zwaar wordt meegewogen in de huurtoeslag en het kindgebonden budget. Afhankelijk van de voorkeur voor het mee laten wegen van vermogen in de draagkracht zorgt dit voor meer of minder beleidsmatige doelmatigheid. Budgettair structureel Huurtoeslag Zorgtoeslag Kindgebonden budget Kinderopvangtoeslag Totaal In mln euro s, min is saldo verslechterend, plus is saldo verbeterend Het bijtellingspercentage is gelijk gezet aan 14% zodat het fiche budgettair neutraal is over alle toeslagen. Dit betekent dat er voor de huurtoeslag en het kindgebonden budget extra geld wordt uitgegeven en dit wordt gedekt door een bezuiniging op de zorgtoeslag. Inkomensverdeling Het zijn vooral huishoudens met zorgtoeslag die nadeel hebben van de vermogensinkomensbijtelling. Dit hangt mede samen met de sterke afbouw van de zorgtoeslag (in ,49%), waardoor de zorgtoeslag al bij een box 3 grondslag lager dan volledig is afgebouwd: ca voor een alleenstaande en voor een paar (uitgaande van maximale zorgtoeslag op basis van het verzamelinkomen exclusief box 3). De afbouw in het kindgebonden budget is veel lager dan in de zorgtoeslag: 6,75%. Bij 2 kinderen is het kindgebonden budget volledig afgebouwd bij een grondslag in box 3 van ca voor een paar en voor een alleenstaande (uitgaande van maximaal kindgebonden budget op basis van verzamelinkomen exclusief box 3). Huishoudens met een grondslag in box 3 groter dan 0 maar kleiner dan (grens van de vermogenstoets in 2018) gaan er qua kindgebonden budget op achteruit, omdat zij door de vermogensinkomensbijtelling gekort worden op hun toeslag (14%*6,75% = 0,95% van de grondslag in box 3). Huishoudens met een grondslag boven kunnen erop vooruit gaan, omdat zij bij de huidige vermogenstoets geen kindgebonden budget ontvangen, terwijl bij een vermogensinkomensbijtelling ze tot een hogere box 3 grondslag kindgebonden budget kunnen ontvangen. 30

31 Tabel: inkomenseffecten 2018 (%) Inkomenshoogte <- 5% -5 tot - 2% -2 tot 0% geen effect 0 tot 2% 2 tot 5% >5 % Totaal Medi aan Aan deel (%) Minimum Minimum-modaal 1x-1,5x modaal 1,5x-2x modaal >2x modaal Inkomensbron , , , , ,0 24 Werkenden ,0 Uitkeringsgerechtig den ,0 Gepensioneerden , Grondslag box 3 geen , , , , ,0 3 > ,0 9 Alle huishoudens ,0 100 Figuur: puntenwolk, spreiding inkomenseffecten

32 Tabel: Verandering in verlies aan toeslagen als gevolg van vermogen (in % totaal vermogen) tov huidige situatie voor huishoudens met een positieve grondslag in box 3. Verandering in gemiddelde verlies (%-punt) Stijging aantal huishoudens met verlies > 1% vermogen (%-punt) Aandeel alle huishoudens (%) Inkomenshoogte Minimum -1,9-20,0 0 Minimum-modaal -0,3 3,0 7 1x-1,5x modaal 0,0 1,0 5 1,5x-2x modaal 0,0 0,0 4 >2x modaal 0,0 0,1 9 Grondslag box ,9-9, ,0 3, ,2 8, ,1-2,2 3 > ,0-0,3 9 Alle huishoudens met grondslag box 3 >0-0,1 0,7 26 Het gemiddelde verlies aan toeslagen daalt voor de laagste inkomens. Door de overgang op de vermogensinkomensbijtelling krijgen zij recht op huurtoeslag. Huishoudens met een positieve box3 grondslag tot krijgen minder zorgtoeslag en kindgebonden budget, waarbij het verschil toeneemt naarmate het vermogen hoger is. Boven krijgen huishoudens in de huidige situatie geen toeslagen meer, maar bij een vermogensinkomensbijtelling van 14% kunnen zij nog wel recht op kindgebonden budget hebben en paren kunnen daarnaast nog recht op zorgtoeslag hebben. Dit verklaart de afname in zowel gemiddeld verlies als stijging van huishoudens met een hoog verlies (>1% vermogen) bij de groepen met een grondslag vanaf Economie Tabel: structurele effecten op werkgelegenheid en productiviteit (%) Werkgelegen heid (in uren) Productiviteit (per uur) Productie 0,0 0,0 0,0 De vermogenstoets in de huurtoeslag, de zorgtoeslag en het kindgebonden budget, waarbij het recht op toeslag van de ene op de andere euro vervalt, wordt vervangen door een vermogensinkomensbijtelling, die een meer geleidelijke afbouw kent. Per saldo is deze variant budgettair neutraal, met beperkte verschuivingen tussen de verschillende toeslagen. Sommige huishoudens ontvangen nu meer toeslag, andere groepen ontvangen minder toeslag. De variant heeft daarmee tegengestelde effecten op werkgelegenheid, productiviteit en productie van verschillende groepen. Per saldo heeft de variant echter naar verwachting een nihil effect op werkgelegenheid, productiviteit en productie. Implementatie en uitvoering Deze maatregel betekent een toename van de populatie en een overgang naar een andere berekeningswijze voor de burger. Dit werkt door in de dienstverlening en communicatie. Hierdoor zal er sprake zijn van een structurele toename van de dienstverleningskosten tussen de 1,5 en 32

33 2,5 mln.. Tegelijkertijd betekent de invoering van een bijtellingsystematiek naar verwachting tot meer nabetalingen en terugvorderingen. De omvang hiervan is afhankelijk van de grenzen en de ontwikkeling van de vermogens en is lastig in te schatten. Niettemin is een voordeel van deze varianten voor de burger is dat de financiële gevolgen van een foute schatting beperkter zijn dan bij de harde vermogensgrens waarvan momenteel sprake is. De ICT aanpassingen die nodig zijn voor deze maatregel zijn van geringe omvang. 33

34 7. Vermogensinkomensbijtelling in alle regelingen (gevolgen toeslagen) Omschrijving van de maatregel De huidige vermogenstoetsen komen te vervallen en in plaats daarvan wordt het verzamelinkomen opgehoogd met een extra bijtelling van 11% van de grondslag in box 3 (=het vermogen boven het heffingvrije vermogen). In tegenstelling tot fiche 6 gaat deze bijtelling ook gelden in de kinderopvangtoeslag. Doordat het voor de kinderopvangtoeslag een ombuiging betreft komt het bijtellingspercentage van de budgettair neutrale variant lager uit dan in fiche 6. De gevolgen voor de Wmo/Wlz en aanvullende beurs staan beschreven in respectievelijk fiche 7a en 7b. Effecten Burger De geleidelijke doorwerking van vermogen via een vermogensinkomensbijtelling is lastiger te begrijpen voor de burger/gebruiker. Het is de verwachting dat het hierdoor lastiger wordt om een juiste inschatting te maken van het recht op toeslag op basis van vermogen. De geleidelijke doorwerking van vermogen wordt door de burger mogelijk wel als een meer evenwichtige doorwerking van vermogen beschouwd dan een knock-out criterium zoals in de vermogenstoets geldt. Beleidsmatige doelstelling Budgettair Voorkeur voor het meewegen van vermogen is afhankelijk van mate waarin vermogen als onderdeel van draagkracht wordt gezien. Vermogen wordt door deze maatregel zwaarder meegewogen in de zorgtoeslag dan in de huidige situatie, terwijl vermogen minder zwaar wordt meegewogen in de huurtoeslag en het kindgebonden budget. Afhankelijk voor de voorkeur voor het mee laten wegen van vermogen in de draagkracht zorgt dit voor een meer of minder beleidsmatige doelmatigheid. De kinderopvangtoeslag heeft als doel het stimuleren van de arbeidsparticipatie van ouders met jonge kinderen. De doorwerking van vermogen vermindert de beleidsmatige doelmatigheid van de kinderopvangtoeslag structureel Huurtoeslag Zorgtoeslag Kindgebonden budget Kinderopvangtoeslag Totaal In mln euro s, min is saldo verslechterend, plus is saldo verbeterend Het bijtellingpercentage is gelijk gezet aan 11% zodat het fiche budgettair neutraal is over alle toeslagen. Dit betekent dat er voor de huurtoeslag en het kindgebonden budget extra geld wordt uitgegeven en dit wordt gedekt door een ombuiging op de zorgtoeslag en de kinderopvangtoeslag. Bij de kinderopvangtoeslag is rekening gehouden met een gedragseffect als gevolg van minder gebruik. Zonder dit gedragseffect zou de opbrengst bij kinderopvangtoeslag in 2018 niet 40 mln maar 22 mln zijn. Inkomensverdeling De huishoudens die erop vooruit gaan zijn veelal huishoudens die door de vervanging van de strenge vermogenstoets in de huurtoeslag door de vermogensinkomensbijtelling recht krijgen op huurtoeslag. Qua zorgtoeslag en kinderopvangtoeslag zijn er vooral huishoudens die erop achteruit gaan. Dit komt doordat er bij de kinderopvangtoeslag nu geen vermogenstoets geldt. Bij de zorgtoeslag is de afbouw (13,49%) dusdanig hoog dat de maximale zorgtoeslag voor alleenstaanden bij een vermogen van volledig is afgebouwd, terwijl de huidige vermogensgrens (2018) is. Voor paren is de afbouw volledig bij , dat ligt wel boven de huidige vermogensgrens van , maar veelal zal volledige afbouw al bij een lagere grondslag bereikt worden, wanneer een deel van de zorgtoeslag al is afgebouwd op basis van het verzamelinkomen exclusief box 3. 34

35 Tabel: inkomenseffecten 2018 (%) Inkomenshoogte <- 5% -5 tot - 2% -2 tot 0% geen effect 0 tot 2% 2 tot 5% >5 % Totaal Medi aan Aan deel (%) Minimum ,0 6 Minimum-modaal ,0 33 1x-1,5x modaal ,0 21 1,5x-2x modaal ,0 16 >2x modaal ,0 24 Inkomensbron Werkenden ,0 63 Uitkeringsgerechtig den ,0 9 Gepensioneerden ,0 25 Grondslag box 3 geen , , , , ,0 3 > ,0 9 Alle huishoudens ,0 100 Figuur: puntenwolk, spreiding inkomenseffecten

36 Tabel: Verandering in verlies aan toeslagen als gevolg van vermogen (in % totaal vermogen) tov huidige situatie voor huishoudens met een positieve grondslag in box 3. Verandering in gemiddelde verlies (%-punt) Stijging aantal huishoudens met verlies > 1% vermogen (%-punt) Aandeel alle huishoudens (%) Inkomenshoogte Minimum -1,9-22,5 0 Minimum-modaal -0,3-0,7 7 1x-1,5x modaal 0,0 0,0 5 1,5x-2x modaal 0,0-0,1 4 >2x modaal 0,0 0,2 9 Grondslag box ,9-9, ,0 1, ,1 5, ,1-2,5 3 > ,0-0,6 9 Alle huishoudens met grondslag box 3 >0-0,1-0,5 26 Het gemiddelde verlies aan toeslagen daalt voor de laagste inkomens. Door de overgang op de vermogensinkomensbijtelling krijgen zij recht op huurtoeslag. Huishoudens met een positieve box3 grondslag tot krijgen minder zorgtoeslag en kindgebonden budget, waarbij het verschil toeneemt naarmate het vermogen hoger is. Boven krijgen huishoudens in de huidige situatie geen toeslagen meer, maar bij een vermogensinkomensbijtelling van 11% kunnen zij nog wel recht op kindgebonden budget hebben. Omdat de kinderopvangtoeslag voor de hoogste inkomens begrensd is op een minimale toeslag van 33,3% (vaste voet) is het effect van de vermogensinkomensbijtelling voor de hoogste inkomens beperkt. Wanneer zij al het minimale toeslagpercentage van 33,3% ontvangen zonder de vermogensinkomensbijtelling heeft de extra vermogensinkomensbijtelling geen effect voor hen. Economie Tabel: structurele effecten op werkgelegenheid en productiviteit (%) Werkgelegen heid (in uren) Productiviteit (per uur) Productie 0,0 0,0 0,0 Per saldo is deze variant budgettair neutraal, met beperkte verschuivingen tussen de toeslagen. De variant heeft naar verwachting een nihil effect op werkgelegenheid, productiviteit en productie. Weliswaar wordt er bezuinigd op de kinderopvangtoeslag, maar het budgettair beslag daarvan is beperkt (een kleine 50 mln euro). Implementatie en uitvoering Deze maatregel betekent een toename van de populatie en een overgang naar een andere berekeningswijze voor de burger. Dit werkt door in de dienstverlening en communicatie. Hierdoor zal er sprake zijn van een structurele toename van de dienstverleningskosten tussen de 1,5 en 2,5 mln. Tegelijkertijd betekent de invoering van een bijtellingsystematiek naar verwachting tot meer 36

37 nabetalingen en terugvorderingen. De omvang hiervan is afhankelijk van de grenzen en de ontwikkeling van de vermogens en is lastig in te schatten. Niettemin is een voordeel van deze varianten voor de burger is dat de financiële gevolgen van een foute schatting beperkter zijn dan bij de harde vermogensgrens waarvan momenteel sprake is. De ICT aanpassingen die nodig zijn voor deze maatregel zijn van geringe omvang. 37

38 7a. Vermogensinkomensbijtelling in alle regelingen (gevolgen Wmo/Wlz) Omschrijving van de maatregel De huidige VIB van 8% wordt opgehoogd naar 11%. Effecten Burger Voor de burger verandert er niets in de systematiek ten opzicht van de huidige situatie in de Wmo/Wlz. Het percentage van de vib gaat omhoog, waardoor de eigen bijdrages toenemen. Beleidsmatige doelstelling Doel van de eigen bijdrage systematiek in de Wmo/Wlz is om mensen met een hoog inkomen en/of vermogen zelf een deel van de kosten te laten betalen. Voorkeur voor het meewegen van vermogen is afhankelijk van mate waarin vermogen als onderdeel van draagkracht wordt gezien. Vermogen wordt door deze maatregel zwaarder meegeteld in de draagkracht dan nu het geval is. Budgettair 11% VIB 2018 Wlz 35 Wmo 5 Totaal Wlz en Wmo 45 In mln euro s, min is saldo verslechterend, plus is saldo verbeterend Inkomensverdeling Het zijn de huishoudens die een hoog vermogen en een inkomen rond minimum hebben die er qua inkomenseffecten het hardst op achteruitgaan. Tabel inkomenseffecten voor huishoudens met hoge eigen bijdrage Wlz Verzamelinkomen Gemiddelde inkomenseffect aandeel populatie HEB Wlz (%) Minimum -1% 78% Minimum - modaal -3% 18% Modaal - 1,5x modaal -1% 3% 1,5x modaal - 2x modaal 0% 1% >2x modaal 0% 0% Totaal -1% 100% Grondslag box 3 Gemiddelde inkomenseffect aandeel populatie HEB Wlz (%) geen 0% 70,8% % 5,5% % 13,7% % 3,3% % 1,8% > % 4,9% 38

39 Figuur: spreiding inkomenseffect voor huishoudens met hoge eigen bijdrage Wlz (%) Figuur: spreiding inkomenseffect voor huishoudens met lage eigen bijdrage Wlz (euro s per jaar, + betekent voordeel voor client) 39

40 Figuur: spreiding inkomenseffect voor huishoudens met eigen bijdrage Wmo (euro s per jaar, + betekent voordeel voor client) Economie Implementatie en uitvoering Geen veranderingen ten opzichte van de huidige systematiek. De verhoging van het bijtellingspercentage heeft naar verwachting geen tot geringe gevolgen voor de uitvoering. 40

41 7b. Vermogensinkomensbijtelling in alle regelingen (gevolgen aanvullende beurs stufi) Omschrijving van de maatregel De huidige vermogenstoetsen komen te vervallen en in plaats daarvan wordt het verzamelinkomen opgehoogd met een extra bijtelling van 11% van de grondslag in box 3 (=het vermogen boven het heffingvrije vermogen). In tegenstelling tot fiche [6] gaat deze bijtelling ook gelden in de studiefinanciering en de kinderopvangtoeslag. Doordat het voor de kinderopvangtoeslag een ombuiging betreft komt het bijtellingspercentage van de budgettair neutrale variant lager uit. Effecten Burger Voor (ouders van) gebruikers van de aanvullende beurs geldt op dit moment geen vermogensdoorwerking bovenop de doorwerking via het verzamelinkomen. Er is vanuit het opzicht van de burger dus een aanvullende eis om recht te hebben op aanvullende beurs. De transparantie en begrijpelijkheid voor de burger zal hierdoor iets afnemen. Het recht op aanvullende beurs wordt lastiger te berekenen. Beleidsmatige doelstelling Voorkeur voor het meewegen van vermogen is afhankelijk van mate waarin vermogen als onderdeel van draagkracht wordt gezien. Vermogen wordt door deze maatregel relatief zwaar meegeteld in de draagkracht. In de huidige systematiek weegt vermogen niet extra mee. De aanpassing zal daardoor afhankelijk van de voorkeur voor meetellen van vermogen leiden tot een vermindering/verbetering van de beleidsmatige doelmatigheid. Budgettair NB het betreft indicatieve uitkomsten, deze zijn met grote onzekerheid omgeven structureel Aanvullende beurs stufi In mln euro s, min is saldo verslechterend, plus is saldo verbeterend Aannames bij de aanvullende beurs (studiefinanciering): Invoering per studiejaar 2020/2021 voor nieuwe studenten. De opbrengst is de eerste jaren beperkt en pas na 10 jaar maximaal vanwege de prestatiebeurs-systematiek. Er is aangenomen dat er geen gedragseffecten zijn. Er is wel een besparingsverlies opgenomen omdat studenten extra gaan lenen.. Inkomensverdeling Wanneer het verzamelinkomen wordt opgehoogd met een extra bijtelling van 11% van de grondslag in box 3, wordt de aanvullende beurs lager. o Deze maatregel raakt huishoudens die minder dan 2 keer het modale inkomen hebben (maar wel vermogen), want boven 2x-modaal bestaat doorgaans geen recht op aanvullende beurs. o Circa studenten zouden minder of geen aanvullende beurs krijgen (op een totaal van circa is dat 13%). Gemiddeld neemt de beurs af met circa netto per studiejaar per persoon. Budgetneutrale variant: o Wanneer de besparingen worden teruggesluisd naar de resterende ontvangers van aanvullende beurs, dan wordt er per persoon gemiddeld 145 per jaar extra verstrekt aan aanvullende beurs (+3,5%). Economie Implementatie en uitvoering Ten opzichte van geen aanvullende doorwerking van vermogen, zoals in de huidige situatie, zorgt de maatregel voor een toename van de interactie met burgers. Dit levert extra uitvoeringslast op. Bij invoering dient communicatie naar burger (student en ouders) te worden aangepast. Zo moet de website worden aangepast en moeten er rekenhulpen komen, etc. 41

42 Fiches geleidelijke vermogenstoets 8. Geleidelijke vermogenstoets in alle toeslagen, uitgezonderd kinderopvangtoeslag Omschrijving van de maatregel De huidige vermogenstoetsen komen te vervallen en in plaats daarvan wordt het recht op een toeslag in twee stappen bepaald: eerst wordt het recht vastgesteld op basis van het huidige ongewijzigde verzamelinkomen. Vervolgens wordt het recht op toeslag afgebouwd met 4% van de grondslag in box 3 (=het vermogen boven het heffingvrije vermogen) boven Effecten Burger De geleidelijke vermogenstoets is lastiger te begrijpen voor de burger/gebruiker dan de harde vermogenstoets. Het is de verwachting dat het hierdoor lastiger wordt om een juiste inschatting te maken van het recht op toeslag op basis van vermogen. Doordat het recht op een toeslag directer kan worden gerelateerd aan het vermogen is de verwachting dat deze geleidelijke doorwerking van vermogen voor de burger transparanter is dan een vermogensinkomensbijtelling. De geleidelijke doorwerking van vermogen wordt door de burger mogelijk als een meer evenwichtige doorwerking van vermogen beschouwd dan een knock-out criterium. Beleidsmatige doelstelling Budgettair Voorkeur voor het meewegen van vermogen is afhankelijk van mate waarin vermogen als onderdeel van draagkracht wordt gezien. Vermogen wordt door deze maatregel zwaarder meegewogen in de zorgtoeslag en het kindgebonden budget dan in de huidige situatie, terwijl vermogen minder zwaar wordt meegewogen in de huurtoeslag. Afhankelijk voor de voorkeur voor het mee laten wegen van vermogen in de draagkracht zorgt dit voor een meer of minder beleidsmatige doelmatigheid structureel Huurtoeslag Zorgtoeslag Kindgebonden budget Kinderopvangtoeslag Totaal In mln euro s, min is saldo verslechterend, plus is saldo verbeterend Het afbouwpercentage is gelijk gezet aan 4% zodat het fiche budgettair neutraal is over alle toeslagen. Dit betekent dat er voor de huurtoeslag extra geld wordt uitgegeven en dit wordt gedekt door een ombuiging op de zorgtoeslag en het kindgebonden budget. Inkomensverdeling Door de overgang op de geleidelijke vermogenstoets krijgen huishoudens met een laag inkomen en een positieve grondslag in box 3 veelal recht op huurtoeslag. Dit geeft positieve inkomenseffecten. Huishoudens met een positieve box 3grondslag tot hebben voordeel: zij kunnen recht krijgen op huurtoeslag en het recht op kindgebonden budget en zorgtoeslag is ongewijzigd. Voor box 3 grondslagen tussen en is het recht op zorgtoeslag en kindgebonden budget lager. Op beide regelingen verliezen ze 4% van de grondslag boven (bijv. bij grondslag van wordt op basis van deze geleidelijke vermogenstoets in iedere regeling 800 afgebouwd). De huishoudens met een box 3 grondslag boven en een positief inkomenseffect zijn veelal alleenstaande ouders. Vanwege de kop voor alleenstaande ouders op het kindgebonden budget is hun maximale bedrag aan kindgebonden budget hoog, waardoor de afbouw tot hoge box 3-grondslagen doorloopt. 42

43 Tabel: inkomenseffecten 2018(%) Inkomenshoogte <- 5% -5 tot - 2% -2 tot 0% geen effect 0 tot 2% 2 tot 5% >5 % Totaal Medi aan Aan deel (%) Minimum Minimum-modaal 1x-1,5x modaal 1,5x-2x modaal >2x modaal Inkomensbron ,0 24 Werkenden ,0 Uitkeringsgerechtig den ,0 Gepensioneerden , Grondslag box 3 geen , , , , ,0 3 > ,0 9 Alle huishoudens ,0 100 Figuur: puntenwolk, spreiding inkomenseffecten

44 Tabel: Verandering in verlies aan toeslagen als gevolg van vermogen (in % totaal vermogen) tov huidige situatie voor huishoudens met een positieve grondslag in box 3. Verandering in gemiddelde verlies (%-punt) Stijging aantal huishoudens met verlies > 1% vermogen (%-punt) Aandeel alle huishoudens (%) Inkomenshoogte Minimum -1,9-15,2 0 Minimum-modaal -0,4-0,4 7 1x-1,5x modaal 0,0 1,6 5 1,5x-2x modaal 0,0 1,2 4 >2x modaal 0,0 0,2 9 Grondslag box ,0-10, ,1-1, ,2 12, ,0 0,0 3 > ,0 0,0 9 Alle huishoudens met grondslag box 3 >0-0,1 0,2 26 Het gemiddelde verlies aan toeslagen daalt voor de laagste inkomens. Door de overgang op de geleidelijke vermogenstoets krijgen zij recht op huurtoeslag. Huishoudens met een box3 grondslag tussen en krijgen minder zorgtoeslag en kindgebonden budget, waarbij het verschil toeneemt naarmate het vermogen hoger is. Bij een box 3 grondslag van ca is de zorgtoeslag voor een paar volledig afgebouwd. Economie Tabel: structurele effecten op werkgelegenheid en productiviteit (%) Werkgelegen heid (in uren) Productiviteit (per uur) Productie 0,0 0,0 0,0 De vermogenstoets in de huurtoeslag, de zorgtoeslag en het kindgebonden budget, waarbij het recht op toeslag van de ene op de andere euro vervalt, wordt vervangen door een geleidelijke vermogenstoets, die een geleidelijke afbouw kent vanaf een belastbaar vermogen van Per saldo is deze variant budgettair neutraal, met een intensivering van de huurtoeslag en een bezuiniging op de zorgtoeslag. Sommige huishoudens ontvangen nu meer toeslag, andere groepen ontvangen minder toeslag. De variant heeft daarmee tegengestelde effecten op werkgelegenheid, productiviteit en productie van verschillende groepen. Per saldo heeft de variant echter naar verwachting een nihil effect op werkgelegenheid, productiviteit en productie. Implementatie en uitvoering Deze maatregel betekent een toename van de populatie en een overgang naar een andere berekeningswijze voor de burger. Dit werkt door in de dienstverlening en communicatie. Hierdoor zal er sprake zijn van een structurele toename van de dienstverleningskosten tussen de 1,5 en 2,5 mln. Specifiek betekent de invoering van een bijtellingsystematiek naar verwachting tot meer nabetalingen en terugvorderingen. De omvang hiervan is afhankelijk van de grenzen en de ontwikkeling van de vermogens en is lastig in te schatten. Niettemin is een voordeel van deze 44

45 varianten voor de burger is dat de financiële gevolgen van een foute schatting beperkter zijn dan bij de harde vermogensgrens waarvan momenteel sprake is. De ICT aanpassingen die nodig zijn voor deze maatregel zijn van geringe omvang. 45

46 9. Geleidelijke vermogenstoets in alle regelingen (gevolgen toeslagen) Omschrijving van de maatregel De huidige vermogenstoetsen komen te vervallen en in plaats daarvan wordt het recht op een toeslag in twee stappen bepaald: eerst wordt het recht vastgesteld op basis van het huidige ongewijzigde verzamelinkomen. Vervolgens wordt het recht op toeslag afgebouwd met 1,25% van de grondslag in box 3 (=het vermogen boven het heffingvrije vermogen) boven Effecten Burger De geleidelijke vermogenstoets is lastiger te begrijpen voor de burger/gebruiker dan de harde vermogenstoets. Het is de verwachting dat het hierdoor lastiger wordt om een juiste inschatting te maken van het recht op toeslag op basis van vermogen. Doordat het recht op een toeslag directer kan worden gerelateerd aan het vermogen is de verwachting dat deze geleidelijke doorwerking van vermogen voor de burger transparanter is dan een vermogensinkomensbijtelling. De geleidelijke doorwerking van vermogen wordt door de burger mogelijk als een meer evenwichtige doorwerking van vermogen beschouwd dan een knock-out criterium. Beleidsmatige doelstelling Budgettair Voorkeur voor het meewegen van vermogen is afhankelijk van mate waarin vermogen als onderdeel van draagkracht wordt gezien. Vermogen wordt door deze maatregel zwaarder meegewogen in de zorgtoeslag dan in de huidige situatie, terwijl vermogen minder zwaar wordt meegewogen in de huurtoeslag en het kindgebonden budget. Afhankelijk voor de voorkeur voor het mee laten wegen van vermogen in de draagkracht zorgt dit voor een meer of minder beleidsmatige doelmatigheid. De kinderopvangtoeslag heeft als doel het stimuleren van de arbeidsparticipatie van ouders met jonge kinderen. De doorwerking van vermogen vermindert de beleidsmatige doelmatigheid van de kinderopvangtoeslag structureel Huurtoeslag Zorgtoeslag Kindgebonden budget Kinderopvangtoeslag Totaal In mln euro s, min is saldo verslechterend, plus is saldo verbeterend Het afbouwpercentage is gelijk gezet aan 1,25%. Dit betekent dat er voor de huurtoeslag en kindgebonden budget extra geld wordt uitgegeven en dit wordt gedekt door een ombuiging op kinderopvangtoeslag en zorgtoeslag. In de kinderopvangtoeslag is rekening gehouden met een gedragseffect vanwege minder gebruik. Zonder dit gedragseffect daalt de opbrengst binnen de kinderopvangtoeslag van 158 mln naar 87 mln Inkomensverdeling Door de overgang op de geleidelijke vermogenstoets krijgen huishoudens met een laag inkomen en een positieve grondslag in box 3 veelal recht op huurtoeslag. Dit geeft positieve inkomenseffecten. Huishoudens met een positieve box 3grondslag tot kunnen voordeel hebben: zij kunnen recht krijgen op huurtoeslag en het recht op kindgebonden budget en zorgtoeslag is ongewijzigd. Voor box 3 grondslagen tussen en is het recht op zorgtoeslag en kindgebonden budget lager. Op beide regelingen verliezen ze 1,25% van de grondslag boven (bijv. bij grondslag van wordt op basis van deze geleidelijke vermogenstoets in iedere regeling 187,50 afgebouwd). De huishoudens met een box 3 grondslag boven en een positief inkomenseffect zijn veelal alleenstaande ouders. Vanwege de kop voor alleenstaande ouders op het kindgebonden budget is hun maximale bedrag aan kindgebonden budget hoog, waardoor de afbouw tot hoge grondslagen doorloopt. De huishoudens met een box 3 grondslag boven en een negatief inkomenseffect zijn veelal huishoudens met kinderopvangtoeslag. Waar de 46

47 kinderopvangtoeslag op basis van verzamelinkomen aan de onderkant begrensd is op minimaal 33,3% toeslag (de vaste voet), is verondersteld dat deze niet geldt voor de geleidelijke vermogenstoets, waardoor de toeslag volledig tot 0 kan worden afgebouwd voor de hoogste vermogens (waarbij voor iedere boven box 3-grondslag een afbouw van toeslag hoort). Tabel: inkomenseffecten2018 (%) Inkomenshoogte <- 5% -5 tot - 2% -2 tot 0% geen effect 0 tot 2% 2 tot 5% >5 % Totaal Medi aan Aan deel (%) Minimum ,0 6 Minimum-modaal ,0 33 1x-1,5x modaal ,0 21 1,5x-2x modaal ,0 16 >2x modaal ,0 24 Inkomensbron Werkenden ,0 63 Uitkeringsgerechtig ,0 den Gepensioneerden ,0 25 Grondslag box 3 geen , , , , ,0 3 > ,0 9 Alle huishoudens ,

48 Tabel: Verandering in verlies aan toeslagen als gevolg van vermogen (in % totaal vermogen) tov huidige situatie voor huishoudens met een positieve grondslag in box 3. Verandering in gemiddelde verlies (%-punt) Stijging aantal huishoudens met verlies > 1% vermogen (%-punt) Aandeel alle huishoudens (%) Inkomenshoogte Minimum -2,1-27,8 0 Minimum-modaal -0,5-7,9 7 1x-1,5x modaal 0,0-0,2 5 1,5x-2x modaal 0,0-0,1 4 >2x modaal 0,0 0,3 9 Grondslag box ,0-10, ,1-2, ,1 0, ,1-3,6 3 > ,0 0,1 9 Alle huishoudens met grondslag box 3 >0-0,2-2,5 26 Het gemiddelde verlies aan toeslagen daalt voor de laagste inkomens. Door de overgang op de geleidelijke vermogenstoets krijgen zij recht op huurtoeslag. Huishoudens met een box3 grondslag tussen en krijgen minder zorgtoeslag, kindgebonden budget en kinderopvangtoeslag, waarbij het verschil toeneemt naarmate het vermogen hoger is.. Voor iedere grondslag boven de grens van verliezen huishoudens 125 toeslag per toeslag. De zorgtoeslag loopt dan voor een paar door tot een box 3 grondslag van ca Voor huishoudens met kinderopvangtoeslag is de toeslag niet meer begrensd aan de onderkant. Deze kan volledig tot nul worden afgebouwd. Dit verklaart de toename van de stijging van huishoudens met een hoog verlies (>1% vermogen). Economie Tabel: structurele effecten op werkgelegenheid en productiviteit (%) Werkgelegen heid (in uren) Productiviteit (per uur) Productie -0,1 0,0-0,1 De vermogenstoets in de huurtoeslag, de zorgtoeslag en het kindgebonden budget, waarbij het recht op toeslag van de ene op de andere euro vervalt, wordt vervangen door een geleidelijke vermogenstoets, die een geleidelijke afbouw kent vanaf een belastbaar vermogen van Daarnaast wordt een geleidelijke vermogenstoets geïntroduceerd in de kinderopvangtoeslag, die ook een geleidelijke afbouw kent vanaf een belastbaar vermogen van Per saldo is deze variant budgettair neutraal, met een intensivering van de huurtoeslag en een bezuiniging op de kinderopvangtoeslag. Door de intensivering van de huurtoeslag en de bezuiniging op de kinderopvangtoeslag daalt per saldo naar verwachting de werkgelegenheid met -0,1%, het effect op de productiviteit is nihil en de productie daalt met -0,1%. 48

49 Implementatie en uitvoering Deze maatregel betekent een toename van de populatie en een overgang naar een andere berekeningswijze voor de burger. Dit werkt door in de dienstverlening en communicatie. Hierdoor zal er sprake zijn van een structurele toename van de dienstverleningskosten tussen de 1,5 en 2,5 mln.. Tegelijkertijd betekent de invoering van een bijtellingsystematiek naar verwachting tot meer nabetalingen en terugvorderingen. De omvang hiervan is afhankelijk van de grenzen en de ontwikkeling van de vermogens en is lastig in te schatten. Niettemin is een voordeel van deze varianten voor de burger is dat de financiële gevolgen van een foute schatting beperkter zijn dan bij de harde vermogensgrens waarvan momenteel sprake is. De ICT aanpassingen die nodig zijn voor deze maatregel zijn van geringe omvang. 49

50 9a. Geleidelijke vermogenstoets in alle regelingen (gevolgen Wmo/Wlz) Omschrijving van de maatregel In Wmo/Wlz wordt een geleidelijke vermogenstoets van 1,25% vanaf grondslag box 3 ingevoerd. Effecten Burger Ten opzichte van de huidige vermogensinkomensbijtelling wordt de berekening van de eigen bijdrage transparanter. Het gevolg daarvan is dat de klant exact ziet hoe het vermogen meetelt voor de hoogte van de eigen bijdrage. Beleidsmatige doelstelling Doel van de eigen bijdrage systematiek in de Wmo/Wlz is om mensen met een hoog inkomen en/of vermogen zelf een deel van de kosten te laten betalen. Voorkeur voor het meewegen van vermogen is afhankelijk van mate waarin vermogen als onderdeel van draagkracht wordt gezien. Vermogen wordt door deze maatregel minder zwaar meegeteld in de draagkracht dan nu het geval is. Hierdoor komt deze variant neer op een aanzienlijke intensivering van met name de Wlz. Budgettair Inkomensverdeling 1,25% boven de Wlz -130 Wmo -20 Totaal Wlz en Wmo -150 In mln euro s, min is saldo verslechterend, plus is saldo verbeterend Te zien valt dat er alleen positieve inkomenseffecten zijn, doordat de genomen maatregel gunstiger voor de burger uitwerkt dan de huidige VIB van 8%. De inkomenseffecten zijn het meest positief voor cliënten met een laag inkomen en een hoog vermogen. Tabel inkomenseffecten voor huishoudens met hoge eigen bijdrage Verzamelinkomen Gemiddelde inkomenseffect aandeel populatie HEB Wlz (%) Minimum 3% 75% Minimum - modaal 12% 21% Modaal - 1,5x modaal 9% 3% 1,5x modaal - 2x modaal 0% 1% >2x modaal 0% 0% Totaal 5% 100% Grondslag box 3 Gemiddelde inkomenseffect aandeel populatie HEB Wlz (%) geen 0% 71% % 6% % 14% % 3% % 2% > % 5% 50

51 Figuur: spreiding inkomenseffect voor huishoudens met hoge eigen bijdrage Wlz (%) Figuur: spreiding inkomenseffect voor huishoudens met lage eigen bijdrage Wlz (euro s per jaar, + betekent voordeel voor client) 51

52 Figuur: spreiding inkomenseffect voor huishoudens met eigen bijdrage Wmo (euro s per jaar, + betekent voordeel voor client) Economie Implementatie en uitvoering Bij implementatie van deze systematiek is er sprake van (initieel) aanpassingen in de ICT systemen en (structureel in de) werkprocessen van de uitvoerder. Door de transparantie is de verwachting dat het aantal peiljaarverleggingen gaat toenemen. 52

Harmonisatie doorwerking vermogens

Harmonisatie doorwerking vermogens Harmonisatie doorwerking vermogens Quickscan Quickscan Aan: Werkgroep harmonisatie doorwerking vermogens Van: CAK Onderwerp: Quickscan Harmonisatie doorwerking vermogens Datum: Januari 2017 Versie: 1.2

Nadere informatie

betaald eigen risico zorgkosten

betaald eigen risico zorgkosten Bijlage toelichting inkomenseffecten Inkomenseffecten nader bekeken De inkomenseffecten van het pakket aan maatregelen om de stapeling van eigen bijdragen te verminderen, zijn in onderstaande tabellen

Nadere informatie

De opbouw van de notitie is als volgt. Sectie 2 beschrijft de varianten. Sectie 3 beschrijft de effecten op de werkgelegenheid.

De opbouw van de notitie is als volgt. Sectie 2 beschrijft de varianten. Sectie 3 beschrijft de effecten op de werkgelegenheid. CPB Notitie Aan: Werkgroep IBO sociale huur Centraal Planbureau Van Stolkweg 14 Postbus 80510 2508 GM Den Haag T (070)3383 380 I www.cpb.nl Contactpersoon Henk-Wim de Boer Datum: 18 november 2016 Betreft:

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 024 Wijziging van de Wet op de zorgtoeslag, in verband met de introductie van een vermogenstoets Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING I. ALGEMEEN 1.

Nadere informatie

Quick Scan Harmonisatie doorwerking Vermogens

Quick Scan Harmonisatie doorwerking Vermogens Dienst Uitvoering Onderwijs Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Quick Scan Harmonisatie doorwerking Vermogens Aan Werkgroep Harmonisatie doorwerking vermogens Van DUO Onderwerp Datum Uitvoeringsconsequenties

Nadere informatie

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van. 2014;

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van. 2014; Besluit van houdende wijziging van het Besluit percentages drempel- en toetsingsinkomen zorgtoeslag in verband met gewijzigde percentages met ingang van het berekeningsjaar 2015 Op de voordracht van Onze

Nadere informatie

Harmonisatie doorwerking vermogen in inkomensafhankelijke regelingen. Werkgroeprapport

Harmonisatie doorwerking vermogen in inkomensafhankelijke regelingen. Werkgroeprapport Harmonisatie doorwerking vermogen in inkomensafhankelijke regelingen Werkgroeprapport 1 Inhoud Samenvatting... 3 1. Inleiding... 9 2. Huidig stelsel... 11 2.1 Doorwerking vermogen via verzamelinkomen...

Nadere informatie

Inkomenseffecten Wet Uniformering Loonbegrip

Inkomenseffecten Wet Uniformering Loonbegrip Opdrachtgever SZW Inkomenseffecten Wet Uniformering Loonbegrip Opdrachtnemer CPB / D. van Vuuren, M. Gielen Onderzoek Inkomenseffecten Wet Uniformering Loonbegrip Categorie Wets- en beleidsevaluatie Conclusie

Nadere informatie

Inkomenseffecten Wet Uniformering Loonbegrip

Inkomenseffecten Wet Uniformering Loonbegrip CPB Notitie 1 juni 13 Inkomenseffecten Wet Uniformering Loonbegrip Uitgevoerd op verzoek van het ministerie van Financiën en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. CPB Notitie Aan: Ministerie

Nadere informatie

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 11 juni 2010 Betreft kinderopvangtoeslag vanaf 2011

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 11 juni 2010 Betreft kinderopvangtoeslag vanaf 2011 a 1 > Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus 20017 2500 EA DEN HAAG Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 798 Wijziging van de Wet op het kindgebonden budget in verband met bezuiniging op het kindgebonden budget Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING I. ALGEMEEN

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2014 488 Besluit van 1 december 2014, houdende wijziging van het Besluit percentages drempelen toetsingsinkomen zorgtoeslag in verband met gewijzigde

Nadere informatie

AWBZ-premie over vier schijven Uitgevoerd op verzoek van de Socialistische Partij

AWBZ-premie over vier schijven Uitgevoerd op verzoek van de Socialistische Partij CPB Notitie 17 juni 2014 AWBZ-premie over vier schijven Uitgevoerd op verzoek van de Socialistische Partij. CPB Notitie Aan: SP, Henk van Gerven Datum: 17-6-2014 Betreft: AWBZ-premie over vier schijven

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2015 2016 34 360 Wijziging van het Belastingplan 2016 D NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG Ontvangen 21 december 2015 Inhoudsopgave 1. Algemeen 1 2. Inkomensbeleid

Nadere informatie

Koopkrachtverandering van ouderen 2014-2015

Koopkrachtverandering van ouderen 2014-2015 Koopkrachtverandering van ouderen 2014-2015 Berekeningen Prinsjesdag 2014 Nibud, september 2014 Koopkrachtverandering van ouderen 2014-2015 Berekeningen Prinsjesdag 2013 Nibud, september 2014 In opdracht

Nadere informatie

Op de voordracht van van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 6 juli 2015, nr.2015-0000164377, gedaan mede namens de Staatssecretaris van Financiën;

Op de voordracht van van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 6 juli 2015, nr.2015-0000164377, gedaan mede namens de Staatssecretaris van Financiën; Ontwerpbesluit van tot wijziging van het Besluit kinderopvangtoeslag in verband met het verhogen van de vaste voet in de eerste kindtabel, het verhogen van de toeslagpercentages in de eerste en tweede

Nadere informatie

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van.., kenmerk -;

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van.., kenmerk -; Ontwerpbesluit houdende een wijziging van het Besluit langdurige zorg en het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 met betrekking tot het aanpassen van de aftrek van vermogensbestanddelen voor het bepalen van het

Nadere informatie

Inkomenseffecten van het basisinkomen 2.0

Inkomenseffecten van het basisinkomen 2.0 Inkomenseffecten van het basisinkomen 2.0 Effect van de invoering van het basisinkomen op het inkomen van een aantal voorbeeldhuishoudens Jasja Bos, Marjan Verberk-De Kruik Inkomenseffecten van het basisinkomen

Nadere informatie

Koopkrachtverandering van ouderen 2014-2015

Koopkrachtverandering van ouderen 2014-2015 Koopkrachtverandering van ouderen 2014-2015 Berekeningen Prinsjesdag 2014 Nibud, september 2014 Koopkrachtverandering van ouderen 2014-2015 Berekeningen Prinsjesdag 2014 Nibud, september 2014 In opdracht

Nadere informatie

Memo beperken inkomenseffecten

Memo beperken inkomenseffecten Memo beperken inkomenseffecten Aanleiding De ongerustheid in de samenleving over de effecten van de nieuwe zorgpremie op het koopkrachtbeeld, de arbeidsmarkt en de werking van het zorgstelsel. Kernpunten

Nadere informatie

Gelet op de artikelen 1.8, eerste lid en 1.9, eerste lid, van de Wet kinderopvang 1 ;

Gelet op de artikelen 1.8, eerste lid en 1.9, eerste lid, van de Wet kinderopvang 1 ; Ontwerpbesluit van [[ ]] tot wijziging van het Besluit kinderopvangtoeslag in verband met de indexatie van de maximum uurprijzen en de toetsingsinkomens en de aanpassing van de maximum uurprijzen voor

Nadere informatie

NOTA VAN TOELICHTING. I. Algemeen. 1. Inleiding

NOTA VAN TOELICHTING. I. Algemeen. 1. Inleiding NOTA VAN TOELICHTING I. Algemeen 1. Inleiding Via de zorgtoeslag wordt een inkomensafhankelijke tegemoetkoming verstrekt die het voor huishoudens met lage en midden inkomens mogelijk moet maken de nominale

Nadere informatie

Koopkrachtverandering van ouderen 2015-2016

Koopkrachtverandering van ouderen 2015-2016 Koopkrachtverandering van ouderen 2015-2016 Berekeningen Prinsjesdag 2015 Nibud, september 2015 Koopkrachtverandering van ouderen 2015-2016 Berekeningen Prinsjesdag 2015 Nibud, september 2015 In opdracht

Nadere informatie

Koopkrachtverandering van chronisch zieken en gehandicapten 2014-2015. Prinsjesdag 2014 Nibud, september 2014

Koopkrachtverandering van chronisch zieken en gehandicapten 2014-2015. Prinsjesdag 2014 Nibud, september 2014 Koopkrachtverandering van chronisch zieken en gehandicapten 2014-2015 Prinsjesdag 2014 Nibud, september 2014 Koopkrachtverandering van chronisch zieken en gehandicapten 2014-2015 Prinsjesdag 2014 Nibud,

Nadere informatie

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van,

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van, Besluit van houdende wijziging van het Bijdragebesluit zorg en het Besluit maatschappelijke ondersteuning in verband met verzachting van de vermogensinkomensbijtelling voor de eigen bijdrage AWBZ en Wmo

Nadere informatie

Koopkrachteffecten en de nieuwe compensatieregeling chronisch zieken en gehandicapten. Nibud, juni 2008

Koopkrachteffecten en de nieuwe compensatieregeling chronisch zieken en gehandicapten. Nibud, juni 2008 Koopkrachteffecten en de nieuwe compensatieregeling chronisch zieken en gehandicapten Nibud, juni 2008 Koopkrachteffecten en de nieuwe compensatieregeling chronisch zieken en gehandicapten Nibud, juni

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 31 322 Kinderopvang Nr. 137 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2015 355 Besluit van 8 oktober 2015 tot wijziging van het Besluit kinderopvangtoeslag in verband met het verhogen van de vaste voet in de eerste kindtabel,

Nadere informatie

Koopkracht van 65-plussers met aanvullend pensioen in 2009

Koopkracht van 65-plussers met aanvullend pensioen in 2009 Koopkracht van 65-plussers met aanvullend pensioen in 2009 Nibud, februari 2009 In opdracht van de NVOG Koopkracht van 65-plussers met aanvullend pensioen in 2009 Nibud, februari 2009 In opdracht van de

Nadere informatie

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van. 2012, Z-.;

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van. 2012, Z-.; Besluit van houdende wijziging van het Besluit percentages drempel- en toetsingsinkomen zorgtoeslag in verband met gewijzigde percentages met ingang van het berekeningsjaar 2013 Op de voordracht van Onze

Nadere informatie

Koopkracht van 65-plussers 2012-2013

Koopkracht van 65-plussers 2012-2013 Koopkracht van 65-plussers 2012-2013 Berekeningen Prinsjesdag 2012 In opdracht van de ouderenbonden Unie KBO, PCOB en NVOG Nibud, september 2012 Koopkracht van 65-plussers in 2013 / 1 Koopkracht van 65-plussers

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2013 386 Besluit van 15 oktober 2013 tot wijziging van het Besluit kinderopvangtoeslag in verband met aanpassing van de kinderopvangtoeslagtabel voor

Nadere informatie

Koopkrachtveranderingen voor mensen met een beperking 2015-2016. Prinsjesdag 2015 Nibud, september 2015

Koopkrachtveranderingen voor mensen met een beperking 2015-2016. Prinsjesdag 2015 Nibud, september 2015 Koopkrachtveranderingen voor mensen met een beperking 2015-2016 Prinsjesdag 2015 Nibud, september 2015 Koopkrachtveranderingen voor mensen met een beperking 2015-2016 Prinsjesdag 2015 Nibud, september

Nadere informatie

Koopkracht van ouderen 2013-2014. Berekeningen Prinsjesdag 2013 Nibud, september 2013

Koopkracht van ouderen 2013-2014. Berekeningen Prinsjesdag 2013 Nibud, september 2013 Koopkracht van ouderen 2013-2014 Berekeningen Prinsjesdag 2013 Nibud, september 2013 Koopkracht van ouderen 2013-2014 Berekeningen Prinsjesdag 2013 Nibud, september 2013 In opdracht van de CSO, koepel

Nadere informatie

Tabel 1. Bijdrage voor extramurale zorg bij een zorg van 3 uur per week gedurende een jaar, geen vermogensinkomensbijtelling.

Tabel 1. Bijdrage voor extramurale zorg bij een zorg van 3 uur per week gedurende een jaar, geen vermogensinkomensbijtelling. Bijlage Voorbeelden waarin voor een aantal huishoudens is aangegeven wat de eigen bijdrage per jaar is bij drie uur zorg per week (A) en wat bij tien uur zorg per week (B). A. Voorbeelden met drie uur

Nadere informatie

27926 Huurbeleid. Lijst van vragen en antwoorden Vastgesteld 11 oktober 2016

27926 Huurbeleid. Lijst van vragen en antwoorden Vastgesteld 11 oktober 2016 27926 Huurbeleid Nr. 269 Lijst van vragen en antwoorden Vastgesteld 11 oktober 2016 De algemene commissie voor Wonen en Rijksdienst heeft een aantal vragen voorgelegd aan de minister voor Wonen en Rijksdienst

Nadere informatie

Koopkracht van 65-plussers

Koopkracht van 65-plussers Koopkracht van 65-plussers 2009-2010 Berekeningen Prinsjesdag 2009 In opdracht van de ouderenbonden UnieKBO en PCOB Nibud, september 2009 Koopkracht van 65-plussers 2009-2010 Berekeningen Prinsjesdag 2009

Nadere informatie

Verandering van de koopkracht van chronisch zieken en gehandicapten in 2014. Nibud, september 2013

Verandering van de koopkracht van chronisch zieken en gehandicapten in 2014. Nibud, september 2013 Verandering van de koopkracht van chronisch zieken en gehandicapten in 2014 Nibud, september 2013 Verandering van de koopkracht van chronisch zieken en gehandicapten in 2014 Nibud, september 2013 In opdracht

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 716 Wijziging van de Algemene Kinderbijslagwet, de Wet op het kindgebonden budget, de Wet werk en bijstand, de Wet inkomstenbelasting 2001,

Nadere informatie

CPB Notitie. Henk van Gerven (SP) Datum: 24 augustus 2015 Betreft: SP-alternatief voor de financiering van de zorg

CPB Notitie. Henk van Gerven (SP) Datum: 24 augustus 2015 Betreft: SP-alternatief voor de financiering van de zorg CPB Notitie Aan: Henk van Gerven (SP) Centraal Planbureau Van Stolkweg 14 Postbus 80510 2508 GM Den Haag T (070)3383 380 I www.cpb.nl Contactpersoon Rob Euwals Sjoerd Ottens Datum: 24 augustus 2015 Betreft:

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 30 597 Toekomst AWBZ Nr. 32 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

CPB Notitie. 1 Inleiding. Aan: Ewout Irrgang (SP) Datum: 4 november 2011 Betreft: SP alternatief voor de premiestelling ZVW

CPB Notitie. 1 Inleiding. Aan: Ewout Irrgang (SP) Datum: 4 november 2011 Betreft: SP alternatief voor de premiestelling ZVW CPB Notitie Aan: Ewout Irrgang (SP) Centraal Planbureau Van Stolkweg 14 Postbus 80510 2508 GM Den Haag T (070) 3383 380 I www.cpb.nl Contactpersoon Paul Besseling Daniel van Vuuren Datum: 4 november 2011

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 33 682 Evaluatie Wet uniformering loonbegrip Nr. 13 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

SP-voorstel fiscale behandeling eigen woning

SP-voorstel fiscale behandeling eigen woning CPB Notitie Datum : 27 augustus 2004 Aan : de SP, de heer E. Irrgang SP-voorstel fiscale behandeling eigen woning 1 Inleiding De SP-fractie heeft het CPB gevraagd de budgettaire en koopkrachteffecten te

Nadere informatie

Introductie vermogenstoets zorgtoeslag

Introductie vermogenstoets zorgtoeslag Regelingen en voorzieningen CODE 1.4.2.671 Introductie vermogenstoets zorgtoeslag tekst + toelichting bronnen Tweede Kamer, vergaderjaar 2011-2012, 33024 nr. 3 (Wijziging van de Wet op de zorgtoeslag,

Nadere informatie

NOTA VAN TOELICHTING. I. Algemeen. 1. Inleiding

NOTA VAN TOELICHTING. I. Algemeen. 1. Inleiding NOTA VAN TOELICHTING I. Algemeen 1. Inleiding Via de zorgtoeslag wordt een inkomensafhankelijke tegemoetkoming verstrekt die het voor huishoudens met lage inkomens en middeninkomens mogelijk moet maken

Nadere informatie

RAMINGSTOELICHTINGEN. Toelichting op de ramingen van de budgettaire effecten van de maatregelen in de nota van wijziging bij het Belastingplan 2018.

RAMINGSTOELICHTINGEN. Toelichting op de ramingen van de budgettaire effecten van de maatregelen in de nota van wijziging bij het Belastingplan 2018. RAMINGSTOELICHTINGEN Toelichting op de ramingen van de budgettaire effecten van de maatregelen in de nota van wijziging bij het Belastingplan 2018. Inhoud Inhoud... 2 1. Inleiding... 3 2. Ramingstoelichtingen...

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 31 322 Kinderopvang Nr. 309 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 8 september 2016 Binnen de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Voorstel van wet tot wijziging van de Wet op het kindgebonden budget in verband met bezuiniging op het kindgebonden budget

Voorstel van wet tot wijziging van de Wet op het kindgebonden budget in verband met bezuiniging op het kindgebonden budget Voorstel van wet tot wijziging van de Wet op het kindgebonden budget in verband met bezuiniging op het kindgebonden budget Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2015-2016 34 302 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2016) T BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIEN Aan de Voorzitter

Nadere informatie

NOTA VAN TOELICHTING. I. Algemeen. 1. Inleiding

NOTA VAN TOELICHTING. I. Algemeen. 1. Inleiding NOTA VAN TOELICHTING I. Algemeen 1. Inleiding Via de zorgtoeslag wordt een inkomensafhankelijke tegemoetkoming verstrekt die het voor huishoudens met lage inkomens en middeninkomens mogelijk moet maken

Nadere informatie

1. Inleiding Met deze brief kom ik tegemoet aan de toezeggingen die ik uw Kamer in een eerder stadium heb gedaan:

1. Inleiding Met deze brief kom ik tegemoet aan de toezeggingen die ik uw Kamer in een eerder stadium heb gedaan: De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Ons kenmerk Inlichtingen bij Doorkiesnummer Den Haag 31 oktober 2008 Onderwerp Bijlage(n) Uw brief Cumulatieve inkomenseffecten

Nadere informatie

special MILJOENENNOTA 2014 uitgaven 267,0 miljard inkomsten 249,1 miljard De miljoenennota en uw portemonnee.

special MILJOENENNOTA 2014 uitgaven 267,0 miljard inkomsten 249,1 miljard De miljoenennota en uw portemonnee. MILJOENENNOTA 2014 special De miljoenennota en uw portemonnee. inkomsten 249,1 miljard uitgaven 267,0 miljard Het kabinet heeft op Prinsjesdag bekend gemaakt hoe de begroting, met daarin het bezuinigingspakket

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING. Algemeen. 1. Inleiding

MEMORIE VAN TOELICHTING. Algemeen. 1. Inleiding Wijziging van de Wet op de huurtoeslag in verband met het laten vervallen van de bepaling dat de eigen bijdrage in de huurtoeslag wordt geïndexeerd met het percentage van de netto-bijstandsontwikkeling

Nadere informatie

Het rapport van de commissie van Dijkhuizen "Naar een activerender belastingstelsel".

Het rapport van de commissie van Dijkhuizen Naar een activerender belastingstelsel. Het rapport van de commissie van Dijkhuizen "Naar een activerender belastingstelsel". Conclusies na analyse en doorrekenen van de adviezen: -- De adviezen van de Commissie van Dijkhuizen leiden tot een

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2017 351 Besluit van 15 september 2017, houdende een wijziging van het Besluit langdurige zorg en het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 met betrekking tot

Nadere informatie

1. Alle belastingplichtigen

1. Alle belastingplichtigen 1. Alle belastingplichtigen Aanpassing box 3-heffing en lastenverlichting Inkomstenbelastingtarieven middeninkomens omlaag De inkomstenbelastingtarieven in de tweede en derde schijf gaan omlaag. In de

Nadere informatie

Besluit van (datum) tot wijziging van het Besluit kinderopvangtoeslag en tegemoetkomingen in kosten kinderopvang

Besluit van (datum) tot wijziging van het Besluit kinderopvangtoeslag en tegemoetkomingen in kosten kinderopvang Besluit van (datum) tot wijziging van het Besluit kinderopvangtoeslag en tegemoetkomingen in kosten kinderopvang Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van (datum), Directie

Nadere informatie

Verdieping: Bezuinigingen en koopkrachteffecten

Verdieping: Bezuinigingen en koopkrachteffecten Verdieping: Bezuinigingen en koopkrachteffecten Korte omschrijving werkvorm: Het Kabinet Rutte II gaat in de periode 2013-2017 per saldo 15,1 miljard euro bezuinigen op de overheidsuitgaven 1. Leerlingen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2017 431 Besluit van 14 november 2017, houdende verhoging met ingang van het berekeningsjaar 2018 van enige bedragen, genoemd in artikel 2, tweede

Nadere informatie

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 011 01 33 04 Wijziging van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten en de Wet maatschappelijke ondersteuning in verband met invoering van een vermogensinkomensbijtelling

Nadere informatie

Vragen kinderopvang bij begroting en jaarverslag OCW en begroting SZW

Vragen kinderopvang bij begroting en jaarverslag OCW en begroting SZW Vragen kinderopvang bij begroting en jaarverslag OCW en begroting SZW Begroting OCW Vraag 20 Kunt u uiteenzetten wat de bezuinigingen op de kinderopvangtoeslag voor gevolgen hebben voor alle inkomensgroepen?

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Datum Betreft Kinderopvangtoeslag vanaf 2012

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Datum Betreft Kinderopvangtoeslag vanaf 2012 > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 33 682 Evaluatie Wet uniformering loonbegrip Nr. 15 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Secretaris-generaal Macro-Economische Vraagstukken en Arbeidsmarkt Algemeen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 32 140 Herziening Belastingstelsel Nr. 27 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2015 472 Besluit van 1 december 2015, houdende wijziging van het Besluit percentages drempelen toetsingsinkomen zorgtoeslag in verband met gewijzigde

Nadere informatie

Koopkracht in perspectief. In opdracht van de gezamenlijke ouderenbonden, ANBO, PCOB, Unie KBO Nibud, 2008

Koopkracht in perspectief. In opdracht van de gezamenlijke ouderenbonden, ANBO, PCOB, Unie KBO Nibud, 2008 Koopkracht in perspectief In opdracht van de gezamenlijke ouderenbonden, ANBO, PCOB, Unie KBO Nibud, 2008 Koopkrachtberekeningen 2007-2008/ 2 Koopkracht in perspectief In opdracht van de gezamenlijke ouderenbonden,

Nadere informatie

Inkomenseffecten aanpassing zorgtoeslag in 2012 Uitgevoerd op verzoek van de Algemene Rekenkamer

Inkomenseffecten aanpassing zorgtoeslag in 2012 Uitgevoerd op verzoek van de Algemene Rekenkamer CPB Notitie 1 november 213 Inkomenseffecten aanpassing zorgtoeslag in 212 Uitgevoerd op verzoek van de Algemene Rekenkamer. CPB Notitie Aan: Algemene Rekenkamer Centraal Planbureau Van Stolkweg 14 Postbus

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 287 Interdepartementaal Beleidsonderzoek: Uitvoering Inkomensafhankelijke Regelingen Nr. 2 BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 627 Besluit van 30 november 2012, houdende wijziging van het Besluit percentages drempelen toetsingsinkomen zorgtoeslag in verband met gewijzigde

Nadere informatie

Financiële gevolgen van het afschaffen van de buitengewone uitgavenregeling

Financiële gevolgen van het afschaffen van de buitengewone uitgavenregeling Financiële gevolgen van het afschaffen van de buitengewone uitgavenregeling Toelichting bij de uitkomsten van de rekenvoorbeelden I Toelichting bij de Buitengewone uitgaven Het bepalen van de aftrek buitengewone

Nadere informatie

van invoering (beoogd)

van invoering (beoogd) Overzicht van de maatregelen: de stapeling In de tabel worden de maatregelen opgesomd, die tezamen de stapeling vormen. In de tabel worden alleen de maatregelen genoemd, die een financiële impact hebben.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 1134 Vragen van het lid

Nadere informatie

TOESLAGEN. Door: Jacques Raaijmakers & Erik de Vries voor Stichting FB-Studiekring Utrecht 13-12-2011

TOESLAGEN. Door: Jacques Raaijmakers & Erik de Vries voor Stichting FB-Studiekring Utrecht 13-12-2011 TOESLAGEN Door: Jacques Raaijmakers & Erik de Vries voor Stichting FB-Studiekring Utrecht 13-12-2011 Inhoud Awir Huurtoeslag Zorgtoeslag Kinderopvangtoeslag Kindgebonden budget Betalingsregeling/verrekenen

Nadere informatie

2. Onder vernummering van het achtste tot en met twaalfde lid tot negende tot en met dertiende lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

2. Onder vernummering van het achtste tot en met twaalfde lid tot negende tot en met dertiende lid wordt een lid ingevoegd, luidende: Voorstel van wet [[ ]] tot wijziging van de Wet op het kindgebonden budget in verband met het verhogen van de inkomensgrens van het kindgebonden budget voor paren Allen die deze zullen zien of horen lezen,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2016 469 Besluit van 26 november 2016 houdende wijziging van het Besluit percentages drempelen toetsingsinkomen zorgtoeslag in verband met gewijzigde

Nadere informatie

SP alternatief voor de premiestelling ZVW Op verzoek van de SP

SP alternatief voor de premiestelling ZVW Op verzoek van de SP CPB Notitie 4 november 2011 SP alternatief voor de premiestelling ZVW Op verzoek van de SP. CPB Notitie Aan: Ewout Irrgang (SP) Centraal Planbureau Van Stolkweg 14 Postbus 80510 2508 GM Den Haag T (070)

Nadere informatie

Een analyse van maatregelen gericht op de arbeidsparticipatie van vrouwen

Een analyse van maatregelen gericht op de arbeidsparticipatie van vrouwen CPB Notitie Datum : 17 januari 2007 Aan : SZW Een analyse van maatregelen gericht op de arbeidsparticipatie van vrouwen 1 Inleiding Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft het CPB verzocht

Nadere informatie

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van (datum invullen), (nummer invullen);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van (datum invullen), (nummer invullen); Besluit van houdende wijziging van de percentages van het drempel- en het toetsingsinkomen voor de berekening van de zorgtoeslag (Besluit percentages drempel- en toetsingsinkomen zorgtoeslag) Op de voordracht

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 01 013 31 3 Kinderopvang Nr. 19 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Maarten Maas, Voorzitter commissie Koopkracht, Inkomen en AOW

Maarten Maas, Voorzitter commissie Koopkracht, Inkomen en AOW Maarten Maas, Voorzitter commissie Koopkracht, Inkomen en AOW Bronbeek, 28 november 2018 Agenda Rapporten Regioplan Prinsjesdag 2017 en 2018 Aanpassingen Inkomstenbelasting Prinsjesdag 2018 (Miljoenennota

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 399 Wijziging van de Wet op het kindgebonden budget in verband met de vaststelling van de hoogte van het kindgebonden budget met ingang van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 33 716 Wijziging van de Algemene Kinderbijslagwet, de Wet op het kindgebonden budget, de Wet werk en bijstand, de Wet inkomstenbelasting 2001,

Nadere informatie

Sociaal akkoord aow en Witteveenkader Op verzoek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Sociaal akkoord aow en Witteveenkader Op verzoek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid CPB Notitie 10 juni 2011 Sociaal akkoord aow en Witteveenkader Op verzoek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. CPB Notitie Aan: Ministerie van SZW Centraal Planbureau Van Stolkweg

Nadere informatie

Datum 29 januari 2013 Betreft Kamervragen mevr. Leijten (SP) - gevolgen vermogensinkomensbijtelling

Datum 29 januari 2013 Betreft Kamervragen mevr. Leijten (SP) - gevolgen vermogensinkomensbijtelling > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX DEN HAAG T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

2513AA22. De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA S GRAVENHAGE

2513AA22. De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 22 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22 Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 T

Nadere informatie

- Eenduidige inkomensondersteuning voor alleenstaande ouders

- Eenduidige inkomensondersteuning voor alleenstaande ouders Uitvoeringstoets Alleenstaande ouder kop op KGB per 01-01-2015 Inleiding De uitvoeringstoets is gebaseerd op de concept wetsteksten en toelichting zoals verwoord in versie wetsvoorstel hervorming kindregelingen

Nadere informatie

1 Kamerstukken II, , 33682, nr. 11. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA

1 Kamerstukken II, , 33682, nr. 11. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 67886 28 november 2017 Advies Raad van State inzake het ontwerp van een algemene maatregel van bestuur houdende verhoging

Nadere informatie

De belangrijkste veranderingen in 2015 voor senioren op een rij INKOMEN

De belangrijkste veranderingen in 2015 voor senioren op een rij INKOMEN De belangrijkste veranderingen in 2015 voor senioren op een rij INKOMEN AOW De AOW-leeftijd stijgt verder. Wordt u vóór 1 oktober 2015 65 jaar, dan gaat uw AOW drie maanden na uw 65 e verjaardag in. 65

Nadere informatie

Effecten van het Regeerakkoord voor de marginale druk Uitgevoerd op verzoek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Effecten van het Regeerakkoord voor de marginale druk Uitgevoerd op verzoek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid CPB Notitie 10 december 2012 Effecten van het Regeerakkoord voor de marginale druk Uitgevoerd op verzoek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid CPB Notitie Aan: SZW Centraal Planbureau

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Datum: 26 oktober 2016 Betreft: Doorrekening standaardkoopkracht voorbeeldhuishoudens (actualisatie 2017)

Datum: 26 oktober 2016 Betreft: Doorrekening standaardkoopkracht voorbeeldhuishoudens (actualisatie 2017) CPB Notitie Aan: Ministerie van Financien Datum: 26 oktober 2016 Betreft: Doorrekening standaardkoopkracht voorbeeldhuishoudens (actualisatie 2017) Centraal Planbureau Van Stolkweg 14 Postbus 80510 2508

Nadere informatie

Het Besluit kinderopvangtoeslag en tegemoetkomingen in kosten kinderopvang wordt als volgt gewijzigd:

Het Besluit kinderopvangtoeslag en tegemoetkomingen in kosten kinderopvang wordt als volgt gewijzigd: Besluit van houdende wijziging van het Besluit kinderopvangtoeslag en tegemoetkomingen in kosten kinderopvang in verband met aanpassingen van de maximumuurprijs en de inkomenstabellen Op de voordracht

Nadere informatie