Herstelstrategie Zwakgebufferde sloot (leefgebied 3)
|
|
- Adriana van der Laan
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Herstelstrategie Zwakgebufferde sloot (leefgebied 3) Bouwman, J.H., M.E. Nijssen, H.M. Beije, D. Groenendijk & N.A.C. Smits Het leefgebied is afgeleid van het natuurdoeltype 3.21 (Zwakgebufferde sloot; Bal et al. 2001). Deze herstelstrategie gaat over het stikstofgevoelige leefgebied van drie soorten van de Habitatrichtlijn. Om voor de afzonderlijke soorten het volledige leefgebied in beeld te brengen, staat in Bijlage 1 en 2 van Deel II een compleet overzicht van de leefgebieden van de genoemde soorten. Leeswijzer Dit document start met de kenschets (paragraaf 1) en geeft daarna een overzicht van de ecologische randvoorwaarden en regulier beheer van het leefgebied (paragraaf 2). Vervolgens wordt ingegaan op de effecten van atmosferische stikstofdepositie op het leefgebied (paragraaf 3) en op andere processen die de kwaliteit beïnvloeden (paragraaf 4). Vervolgens komen in paragraaf 5 en 6 maatregelen aan bod om de achteruitgang te stoppen, dan wel de kwaliteit te verbeteren. Deze maatregelen dienen in aanvulling op het reguliere beheer (paragraaf 2) te worden uitgevoerd. In paragraaf 7 worden maatregelen voor uitbreiding besproken en in paragraaf 8 komt de effectiviteit en duurzaamheid van de maatregelen aan bod. In paragraaf 9 worden de maatregelen in een overzichtstabel samengevat en het document wordt afgesloten met literatuurreferenties in paragraaf Kenschets Deze herstelstrategie omvat Zwak gebufferde sloot als leefgebied voor Drijvende waterweegbree, Platte schijfhoren en Bittervoorn, zoals omschreven als Natuurdoeltype Zwak gebufferde sloot (3.21). Een Zwak gebufferde sloot is een relatief smal lijnvormig water, dat niet geïsoleerd is maar onderdeel is van een groter hydrologisch systeem, gevoed door regen- en gebufferd grondwater waarin (wisselende hoeveelheden) water worden aan- en/of afgevoerd, waardoor in een deel van het jaar enige stroming ontstaat. Soms is sprake van de inlaat van gebufferd oppervlaktewater in een van nature zure omgeving, zoals in sommige vloeiweidesystemen, wat hetzelfde resultaat geeft. Zwakgebufferde sloten komen in beperkte mate (als gevolg van de hoge eisen die gesteld worden aan de watersamenstelling) voor op de Hogere zandgronden en op de overgang naar het Laagveengebied, waar het zand ondiep onder het veen aanwezig is. Kenmerkend is het optreden van ijzerrijke kwel van lokale of regionale oorsprong dat zich mengt met regenwater. Sloten zijn niet breder dan 8 meter (in dit type meestal zelfs smaller dan 3 meter) en gewoonlijk niet dieper dan 1,5 meter. Het type komt het best tot ontwikkeling wanneer er weinig of geen beschaduwing is. In Zwakgebufferde sloten komen drie soorten voor van de Habitatrichtlijn waarvoor de stikstofgevoeligheid van het type een probleem kan vormen voor de kwaliteit van het leefgebied. Deel II - 973
2 De specifieke effecten voor fauna worden beschreven in Deel I (paragraaf 2.4). Afhankelijk van het belang en de functie van dit habitattype voor de soorten, kunnen ook andere habitats noodzakelijke onderdelen van het leefgebied vormen. Voor een volledig overzicht van de deelhabitats, zie bijlage 1 en 2 van Deel II. De nummers in de kolom Effecten van stikstofdepositie verwijzen naar de betreffende factoren zoals deze zijn beschreven in Deel I.2 (figuur 2.17). Soortgroep VHR-soort Belang en functie Vaatplanten Drijvende waterweegbree Weekdieren Platte Klein: voortplantings-, schijfhoren foerageer- en overwinteringsgebied Vissen Bittervoorn Klein: voortplantings-, en foerageergebied KDW N-gevoeligheid van leefgebied Effecten van stikstofdepositie 1800 Ja (door schoning hogere Concurrentie door KDW) andere waterplanten en algenbloei 1800 Ja Afname voortplantingsgelegenheid (2) + fysiologische problemen (5) 1800 Ja (bij lage N-belasting door andere bronnen of bij hoge P-belasting) Afname beschikbaarheid gastheer (zoetwatermosselen) (6) Afbakening leefgebied voor HR-soorten: Voor de genoemde HR-soorten is het gehele leefgebied Zwakgebufferde sloot van belang. Drijvende waterweegbree komt vooral voor in pionierbegroeiingen. Voor de beide diersoorten zijn de vegetatieloze tot vegetatiearme pionierstadia juist van minder belang en moeten ten minste deels dichter begroeide vegetaties van drijvende maar vooral ondergedoken planten voorkomen (bescherming en foerageerplek). Voor de Bittervoorn is het van belang dat er voldoende grote zoetwatermossels van het geslacht Anodonta en Unio voorkomen die worden gebruikt als voortplantingsplek. De platte schijfhoorn komt in allerlei stilstaande zoete wateren voor, veelal met een gevarieerde vegetaties (De Bruyne et al. 2007). De structuur van de vegetatie is belangrijker dan aanwezige plantensoorten (Willing & Killeen 1999). De Platte schijfhoren en Bittervoorn leven ook in de winter in het beschreven leefgebied en verdragen geen tijdelijke droogval. Drijvende waterweegbree tolereert dit wel. 2. Ecologische randvoorwaarden 2.1 Zuurgraad Het bereik van de zuurgraad is zwak zuur met neutraal als aanvullend bereik (Bal et al. 2001). 2.2 Vochttoestand Het bereik van de vochttoestand is open water, met droogvallend als aanvullend bereik (Bal et al. 2001) Waterherkomst Regen- en grondwater. Deel II - 974
3 2.2.2 Waterkwaliteit en kwantiteit Variabele Waarde EGV S/cm < 250 Breedte m 0,5 3 ( 8) Diepte m 0,2 1,5 2.3 Voedselrijkdom Het kernbereik van de voedselrijkdom is oligotroof tot mesotroof (Bal et al. 2001). 2.4 Landschapsecologische inbedding De genoemde HR-soorten zijn niet strikt gebonden aan het leefgebied Zwakgebufferde sloten, maar het leefgebied vormt naast Geïsoleerde meanders en petgaten - voor deze soorten wel een belangrijke leefomgeving, met name door het grote oppervlakte potentieel geschikt gebied. Hierdoor is het belangrijk dat eventueel opschoningsbeheer gefaseerd wordt uitgevoerd zodat (relict)populaties niet verloren gaan. Dit geldt in verhoogde mate voor ligging op hogere zandgronden, waar de zwakgebufferde sloten sterk geïsoleerd liggen ten opzichte van alternatieve leefgebieden waardoor uitwisseling of herkolonisatie er problematisch is. Het is belangrijk dat hydrologische isolatie ontbreekt, zodat vissen en macrofauna kunnen migreren. Zie ook de informatie uit de landschapsdoorsneden (Deel III). 2.5 Regulier beheer Peilbeheer met een natuurlijke dynamiek: 's winters hoog en 's zomers laag. Schonen is nauwelijks nodig, doordat er een lage productie is van levend en dood organisch materiaal, maar indien het moet worden uitgevoerd, dan bij voorkeur door middel van nat baggeren en gefaseerd in ruimte en tijd. Dus niet alle sloten in een gebied in één keer baggeren en, met name bij grote sloottrajecten, niet het gehele sloottraject in één keer. Zowel Bittervoorn (specifiek de mosselen) als de Platte schijfhoorn zijn erg gevoelig voor grootschalige baggerwerkzaamheden (De Lange & Emmerik 2006, Boesveld et al. 2009). Variatie in schoningsfrequentie van sloten binnen een gebied is belangrijk, omdat de soorten die er kunnen voorkomen verschillende eisen stellen aan de vegetatieontwikkeling. Een soort zoals Drijvende waterweegbree is gebaat bij handhaving van een pioniersituatie. Ontoereikend regulier beheer wordt niet apart onder paragraaf 4, 5 of 6 behandeld. 3. Effecten van stikstofdepositie De kritische depositiewaarde voor het leefgebied Zwakgebufferde sloot is afgeleid van het natuurdoeltype 3.21 (Zwakgebufferde sloot; Bal et al. 2001). De kritische depositiewaarde voor dit leefgebied is door Van Dobben et al. (2012) vastgesteld op 25 kg N/ha/jaar (1786 mol N/ha/jaar) en is gebaseerd op expert-oordeel overgenomen uit Bal et al. (2007). Het gaat om zwakgebufferde systemen (vergelijk habitattype 3130), maar wel met enige aanvoer van bufferstoffen uit voedingsgebied en tegelijk enige afvoer van N bij doorstroming (daarom niet zeer gevoelig ). De beeldbepalende vegetatietypen waarop de berekening van de KDW is gebaseerd, zijn: Deel II - 975
4 6Ab1 6Ac1 6Ac2 Associatie van Ongelijkbladig fonteinkruid Pilvaren-associatie Associatie van Vlottende bies Het water van zwakgebufferde sloten is voedselarm tot matig voedselrijk (oligotroof tot mesotroof) en zwakzuur tot neutraal. Deze condities maken dat dit leefgebied gevoeliger is voor vermestende en verzurende effecten van stikstofdepositie dan de van nature iets voedselrijkere en beter gebufferde geïsoleerde meanders en petgaten die ook leefgebied zijn voor de drie HRsoorten. Het meest gevoelig is Drijvende waterweegbree vanwege zijn geringe concurrentiekracht. In zwakgebufferde sloten kan de soort alleen standhouden onder omstandigheden die het dichtgroeien door andere waterplanten tegengaan. Het gaat daarbij vooral om een lage beschikbaarheid van fosfaat. De plant verdwijnt zodra te veel concurrentie met andere planten optreedt (Janssen & Schaminée 2004, Decleer 2007). Het doorgaans hoge ijzergehalte in zwakgebufferde sloten zorgt ervoor dat fosfaat wordt vastgelegd waardoor dit nauwelijks beschikbaar is voor planten. Pas wanneer sprake is van een verhoogd fosfaataanbod, bijvoorbeeld door uitspoeling vanuit naastgelegen landbouwgrond, dan wel bij afnemende ijzertoevoer via het grondwater, heeft stikstofdepositie invloed op de successie naar vegetaties met meer competitieve soorten (Loeb 2008). Aangezien fosfaat en stikstof co-limiterende factoren zijn, kan ook een sterk verhoogd aanbod van alleen stikstof (dus zonder dat het P-aanbod is verhoogd) leiden tot meer plantengroei. Dit betekent dat stikstofdepositie ook bijdraagt aan vermesting van het leefgebied, als daardoor tezamen met de stikstofbelasting uit andere bronnen een kritische grens wordt bereikt (Deel I, Intermezzo I). Platte schijfhoren en Bittervoorn leven in meer eutroof water met een rijke ondergedoken vegetatie (Gaumert 1986, Willing & Killeen 1999). De omstandigheden waaronder Drijvende waterweegbree gevoelig zijn voor stikstofdepositie, gelden in nog sterkere mate voor deze twee diersoorten. Daarom is voor deze soorten een hogere KDW geformuleerd. Beide diersoorten ondervinden pas hinder van stikstofdepositie als daardoor de ondergedoken watervegetatie wordt verdrongen door een dichte drijvende waterplantenvegetatie zoals een laag kroos (Decleer 2007). In warmere perioden kan vooral na algenbloei ook zuurstoftekort ontstaan wat vooral nadelig is voor de platte schijfhoorn (Boesveld et al. 2009). Een verlaging van de ph is pas op langere termijn te verwachten, als de capaciteit van het actuele buffermechanisme is uitgeput. Omdat mosselen geen zuur water verdragen zal dit een negatief effect hebben op het voorkomen van Bittervoorn (De Lange & Emmerik 2006). 4. Andere omstandigheden die de effecten van stikstof- depositie beïnvloeden In de vorige paragraaf is reeds beschreven dat andere omstandigheden medebepalend zijn voor het al dan niet optreden van effecten door stikstofdepositie. Hierbij gaat het met name om andere bronnen die bijdragen aan een hoog stikstofgehalte in het water en om omstandigheden die leiden tot een verhoogd fosfaatgehalte. Wanneer de Zwakgebufferde sloot geïsoleerd ligt ten opzichte van (andere) verontreinigingsbronnen van N of P in de omgeving en bovendien wordt Deel II - 976
5 gevoed door ijzerrijk grondwater in winter en voorjaar, is de kans op effecten van verhoogde N- depositie waarschijnlijk gering. 4.1 Voormalige zwaveldepositie en andere sulfaatbelasting De effecten van voormalige zwaveldepositie en andere sulfaatbelasting in dit habitattype worden verder toegelicht in Intermezzo II van Deel I. 5. Maatregelen tegen de effecten van stikstofdepositie 5.1 Baggeren en schonen Als eenmalige maatregel om een erfenis van eutrofiëring op te ruimen kan het nodig zijn om organisch materiaal (door baggeren) en vegetatie te verwijderen. Als de waterkwaliteit onvoldoende kan worden verbeterd, kan het zelfs nodig zijn om periodiek waterplantenvegetaties te verwijderen (schonen). Voor het behoud van de diersoorten is het dan belangrijk dat het verwijderen over meerdere jaren wordt gefaseerd, wat met name mogelijk is bij relatief grote slootlengte. Zowel Bittervoorn (specifiek de mosselen) als de Platte schijfhoorn zijn erg gevoelig voor grootschalige baggerwerkzaamheden (De Lange & Emmerik 2006, Boesveld et al. 2009). 6. Maatregelen gericht op functioneel herstel 6.1 Herstel aanvoer van ijzerrijk grondwater In verdroogde situaties is de toevoer van grondwater en daarmee vaak ook van ijzer naar zwakgebufferde sloten verminderd. Daardoor vindt minder fixatie plaats van fosfaat, waardoor de hoeveelheid fosfaat die beschikbaar is voor planten toeneemt. Om de beschikbaarheid van fosfaat te verminderen, is het zinvol om de toevoer van ijzerrijk grondwater weer te herstellen. Hoe voedselrijker het slootwater is, hoe urgenter het in principe is om het leefgebied te voorzien van ijzerrijk kwelwater. Hiervoor zijn maatregelen nodig die het grondwaterniveau in het inzijggebied van zwakgebufferde sloten doen stijgen. Zodra het ijzergehalte in de sloten weer toeneemt, neemt ook de fixatie van fosfaat toe en ontstaat een voedselarmere situatie met minder concurrentie van waterplanten die de gewenste vegetatie verdringen. Ook het feit dat meer stroming optreedt in de sloot, is gunstig voor de waterkwaliteit en de fysieke omgeving van de drie genoemde HR-soorten. Voor de twee diersoorten is essentieel dat droogval wordt voorkomen. 6.2 Stoppen inspoeling van voedselrijk water Een te hoog fosfaat- maar ook stikstofgehalte in het slootwater kan tevens worden veroorzaakt door uiteenlopende bronnen zoals uit- en afspoeling vanuit landbouwgronden en riooloverstorten. Voor een goede waterkwaliteit is het in desbetreffende gevallen nodig om maatregelen te nemen die verontreiniging voorkomen of verminderen. Bijvoorbeeld door middel van het beperken of stoppen van de bemesting van aanliggende percelen, of door het isoleren van het watersysteem van intensief gebruikte landbouwpercelen. Dit leidt tot de volgende verbeteringen: helder worden van het water; Deel II - 977
6 afname van drijflaagvormende plantensoorten; herstel van de vegetatiestructuur (inclusief ondergedoken waterplanten) en daarmee van de levensgemeenschappen in het water. 7. Maatregelen voor uitbreiding De maatregelen die hierboven zijn beschreven, zijn ook relevant om het leefgebied te doen uitbreiden op plaatsen waar het niet (mede) is verdwenen door stikstofdepositie. Daarnaast is het uiteraard mogelijk om zwakgebufferde sloten nieuw te graven op plaatsen waar deze eerder niet aanwezig waren, mits daarbij voldaan wordt aan de randvoorwaarden die eerder zijn beschreven. Hierbij zijn dichte boom- en struikbegroeiingen op de oever ongewenst vanwege de schaduwwerking (Decleer 2007). Ontwikkelingsduur: enkele jaren. 8. Effectiviteit en duurzaamheid De mate waarin de genoemde maatregelen effectief en duurzaam zijn tegen de invloed van stikstofdepositie is sterk afhankelijk van de overige omstandigheden (met name om andere bronnen die bijdragen aan een hoog stikstofgehalte in het water en om omstandigheden die leiden tot een verhoogd fosfaatgehalte). Of en wanneer de maatregelen herhaald moeten worden is afhankelijk van de lokale situatie. Deel II - 978
7 9. Overzichtstabel Deze overzichtstabel is bedoeld als ondersteuning bij de te nemen maatregelen uit paragraaf 5 en 6 en dient slechts samen met de tekst te worden toegepast. Maatregel Type Doel Potentiële Randvoorwaarden Vooronderzoek Herhaal erhaal- Responstijd Mate van effectiviteit / succesfactoren baarheid bewijs Grondwater in omgeving verhogen H/U Aanvoer ijzer t.b.v. fixatie van fosfaat Groot LESA Eenmalig H Bemesting stoppen; puntbronnen afkoppelen H/U Belasting met N en P verminderen Groot Zo nodig combineren met schonen Op standplaats Zo lang als nodig H Baggeren/ schonen H/U Terugzetten successie door verwijderen biomassa Matig-groot Intacte hydrologie. Nat baggeren en gefaseerd uitvoeren in ruimte en tijd Op standplaats Beperkte duur Even geduld H N.B.: Status is overal H in afwachting van nadere onderbouwing Verklaring kolommen: Maatregel: soort maatregel, corresponderend met informatie uit paragraaf 5 en 6 Type: H = herstelmaatregel, U = uitbreidingsmaatregel Doel: beoogde effect van de maatregel (ten behoeve van behoud, herstel en/of uitbreiding) Potentiële effectiviteit: klein/matig/groot. Effectiviteit van de maatregel (als regime) ten opzichte van andere maatregelen en gerelateerd aan het beoogde effect Randvoorwaarden / succesfactoren: de belangrijkste randvoorwaarden en succesfactoren van de maatregel Vooronderzoek: niet noodzakelijk, op standplaats (in het HT zelf of in de directe omgeving), LESA (LandschapsEcologische SysteemAnalyse: Van der Molen 2010). Deel II - 979
8 Herhaalbaarheid: eenmalig (kan maar eenmalig worden uitgevoegd, bijv. dempen sloten); beperkte duur (bij intensivering gaan nadelen opwegen tegen voordelen) of zo lang als nodig (geen negatieve trade-off tussen intensiteit en effectiviteit. Kun je altijd mee doorgaan, geen negatieve gevolgen). Responstijd: dit betreft het effect van de maatregel (regime): Direct (< 1 jr); Even geduld (1 tot 5 jr); Vertraagd (5 tot 10 jr); Lang (meer dan 10 jr). Mate van bewijs: B - Bewezen: de maatregel heeft onder de in de tekst gegeven voorwaarden (gebiedssituatie + manier van uitvoeren) met zekerheid het in de tekst beschreven positieve effect als hij in de praktijk wordt uitgevoerd. In de regel zal dat onderbouwd moeten zijn met (OBN-)literatuur, maar het kan eventueel ook met (nog niet eerder gepubliceerde) goed gedocumenteerde waarnemingen en o.a. OBN handleidingen. V - Vuistregel: de maatregel kan onder de in de tekst gegeven voorwaarden (gebiedssituatie + manier van uitvoeren) in veel gevallen het in de tekst beschreven positieve effect hebben als hij in de praktijk wordt uitgevoerd, maar dat is niet zeker. Redenen voor de onzekerheid kunnen zijn dat uit monitoring is gebleken dat er ook (onverklaarde) mislukkingen zijn of dat de voorwaarden voor succesvol herstel nog niet goed bekend zijn. H - Hypothese: door logisch nadenken is een maatregel geformuleerd die in de praktijk nog niet of nauwelijks is uitgeprobeerd, maar die in theorie effectief zou kunnen zijn. De aanleiding van de hypothese kan gelegen zijn in analogieën (de maatregel is een vuistregel of bewezen maatregel in een sterk verwant habitattype) of in processen waarvan we denken dat we ze goed begrijpen, maar die echter nog niet op praktijkschaal zijn getoetst. Op basis van ervaringen bij de habitattypen wordt een gunstig effect verwacht voor de geselecteerde diersoorten, maar dit is nog niet getoetst in het veld. Wanneer deze toetsing wel heeft plaatsgevonden, heeft een maatregel de status 'bewezen'. Kennislacunes Voor dit leefgebied zijn er geen specifieke kennislacunes benoemd. Deel II - 980
9 10. Literatuur Bal, D., H.M. Beije, H.F. van Dobben & A. van Hinsberg Overzicht van kritische stikstofdeposities voor natuurdoeltypen Ministerie van LNV, Directie Kennis. Bal, D., H.M. Beije, M. Felliger, R. Haveman, A.J.F.M. van Opstal en F.J. van Zadelhoff Handboek natuurdoeltypen. Rapport Expertisecentrum LNV 2001/020, Wageningen. Boesveld, A., A.W. Gmelig Meyling & I. van Lente Inhaalslag Verspreidingsonderzoek Mollusken van de Europese Habitatrichtlijn. Resultaten van het inventarisatiejaar Platte schijfhoorn Anisus vorticulus. Stichting Anemoon, Bennebroek. De Bruyne, R.H., A.W. Gmelig Meyling & A. Boesveld Mollusken. In Kalkman, V.J. De soorten van het leefgebiedenbeleid.-eis-nederland, Leiden. De Lange, M.C. & W.A.M. Emmerik Kennisdocument Bittervoorn, Rhodeus amarus (Bloch, 1782). Kennisdocument 15, Sportvisserij Nederland, Bilthoven. Decleer, K. (red.) Europees beschermde natuur in Vlaanderen en het Belgisch deel van de Noordzee. Habitattypen / dier- en plantensoorten. Mededelingen van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek INBO.M , Brussel, 584p. Gaumert, D Kleinfische in Niedersachsen. Hinweise zu, Artenschutz. Mitteilungen aus dem Niedersächsisches Landesamt für Wasserwirtschaft. Heft 4 Hildesheim. Janssen, J.A.M. & J.H.J. Schaminée Europese natuur in Nederland; soorten van de habitatrichtlijn. KNNV, Utrecht. 112p. Loeb, R On biogeochemical processes influencing eutrophication and toxicity in riverine wetlands. Dissertatie Radboud Universtiteit Nijmegen. Van Dobben, H.F., R. Bobbink, A. van Hinsberg & D. Bal Overzicht van kritische depositiewaarden voor stikstof, toegepast op habitattypen en leefgebieden van Natura Alterra-rapport, Wageningen. Willing, M.J. & I.J. Killeen Anisus vorticulus a rare and threatened water snail. British Wildlife, august: Deel II - 981
10 Deel II - 982
Herstelstrategie Grote-zeggenmoeras (leefgebied 5)
Herstelstrategie Grote-zeggenmoeras (leefgebied 5) Bouwman, J.H., M.E. Nijssen, H.M. Beije, D. Groenendijk,, D. Bal & N.A.C. Smits Het leefgebied is afgeleid van subtype e van het natuurdoeltype 3.24 (Moeras;
Nadere informatieHerstelstrategie Zuur ven (leefgebied 4)
Herstelstrategie Zuur ven (leefgebied 4) Bouwman, J.H., M.E. Nijssen, sen, H.M. Beije, D. Groenendijk,, D. Bal & N.A.C. Smits Dit leefgebied is afgeleid van het natuurdoeltype 3.23 (Zuur ven; Bal et al.
Nadere informatieHerstelstrategie Geïsoleerde meander en petgat (leefgebied 2)
Herstelstrategie Geïsoleerde meander en petgat (leefgebied 2) Bouwman, J.H., M.E. Nijssen, A.S. Adams, H.M. Beije, D. Groenendijk,, D. Bal & N.A.C. Smits Het leefgebied is afgeleid van de subtypen a en
Nadere informatieStikstofdepositie en Natura 2000: een PASsend antwoord. Dick Bal (ministerie EZ / Natura 2000)
Stikstofdepositie en Natura 2000: een PASsend antwoord Dick Bal (ministerie EZ / Natura 2000) Introductie Natura 2000 als kader voor de PAS (Programmatische Aanpak Stikstof) Europese wetgeving om soorten
Nadere informatieOverschrijding kritische stikstofdepositie op natuur, 2009
Indicator 8 april 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Circa 60 procent van het areaal
Nadere informatieSpiegelplas en Ankeveense plassen
Spiegelplas en Ankeveense plassen Stand van de natuur en herstelmaatregelen Gerard ter Heerdt Bart Specken Jasper Stroom Floor Speet Winnie Rip Een tienminuten gesprek. Hoe staan onze kinderen er voor?
Nadere informatieFauna in de PAS. Hoe kunnen we effecten van N-depositie op Diersoorten mitigeren? Marijn Nijssen Stichting Bargerveen
Fauna in de PAS Hoe kunnen we effecten van N-depositie op Diersoorten mitigeren? Marijn Nijssen Stichting Bargerveen De Programatische Aanpak Stikstof Natuurdoelen en economische ontwikkelingsruimte 1600
Nadere informatieHerstelstrategie H6110: Pionierbegroeiingen op rotsbodem
Herstelstrategie H6110: Pionierbegroeiingen op rotsbodem Smits, N.A.C. Leeswijzer Dit document start met de kenschets uit het profieldocument (paragraaf 1) en geeft daarna een overzicht van de ecologische
Nadere informatiePlatte schijfhoren (Anisus vorticulus) H4056. 1. Status: 2. Kenschets. 3. Ecologische vereisten. Habitatrichtlijn Bijlage II (sinds 2004)
Dit profiel dient gelezen, geïnterpreteerd en gebruikt te worden in combinatie met de leeswijzer, waarin de noodzakelijke uitleg van de verschillende paragrafen vermeld is. Platte schijfhoren (Anisus vorticulus)
Nadere informatieNatte en Vochtige bossen. Hydrologisch herstel van natte en vochtige bossen: welke kansen liggen er?
Natte en Vochtige bossen Hydrologisch herstel van natte en vochtige bossen: welke kansen liggen er? Indeling Landschappelijke positie natte en vochtige bossen Verdroging Waar liggen de kansen? Hoe te herkennen
Nadere informatieNatuurvriendelijke oevers: mogelijkheden per standplaats. Emiel Brouwer en Pim de Kwaadsteniet
Natuurvriendelijke oevers: mogelijkheden per standplaats Emiel Brouwer en Pim de Kwaadsteniet Aanleiding Aanleg natuurvriendelijke oevers belangrijk in waterbeheer Bij aanleg mist vaak de relatie met de
Nadere informatieGagel-en wilgenstruwelen
Gagel-en wilgenstruwelen Knelpunten en beheer Bobbink et al. (2013) Preadvies kleine ecotopen in de hydrologische gradiënt. H7. Vormen en voorkomen Gagelstruweel RG Klasse der hoogveenbulten en slenken
Nadere informatieBestuurlijke samenvatting. Laatste onderzoeksresultaten De Groote Meer op de Brabantse Wal
Bestuurlijke samenvatting Laatste onderzoeksresultaten De Groote Meer op de Brabantse Wal De Groote Meer, deels gevuld met water De Brabantse Wal: een afwisselend natuurgebied met een grote variatie aan
Nadere informatieHerstelstrategie Zoom, mantel en droog struweel van de duinen (leefgebied 12)
Herstelstrategie Zoom, mantel en droog struweel van de duinen (leefgebied 12) Nijssen, M.E, A.S. Adams, H.M. Beije, J.H. Bouwman, D. Groenendijk & N.A.C. Smits Het leefgebied is afgeleid van subtype a
Nadere informatieWetland. Groot Wilnis-Vinkeveen
Groot Wilnis-Vinkeveen Moeras met Lisdodde in de Krimpenerwaard Wetland Wetland is een mozaïek van open water, drijvende waterplanten, planten die met hun voeten in het water staan, riet dat in het water
Nadere informatieKRW en N2000. KRW: Doelen voor water en oever; Basisconditie: ecologisch gezond water:
fonteinkruiden KRW en N2000 KRW: Doelen voor water en oever; Basisconditie: ecologisch gezond water: Natura2000: Volledige verlandingsreeks van helder water, trilveen, veenmosrietland tot hoogveenbossen;
Nadere informatieIII.1. Algemeen Deze bijlage is een detaillering van de beschrijving van de actuele waterkwaliteit die in paragraaf 2.10.
III.1. Algemeen Deze bijlage is een detaillering van de beschrijving van de actuele waterkwaliteit die in paragraaf 2.10. is opgenomen III.2. Waterkwaliteit De meetpunten van het chemische meetnet liggen
Nadere informatieHerstelstrategie Droog struisgrasland (leefgebied 9)
Herstelstrategie Droog struisgrasland (leefgebied 9) Nijssen, sen, M.E,, H.M. Beije, J.H. Bouwman, D. Groenendijk & N.A.C. Smits Het leefgebied is afgeleid van subtype a van het natuurdoeltype 3.33 (Droog
Nadere informatiealgemeen Deze bijlage is een detaillering van de beschrijving actuele waterkwaliteit die in paragraaf 2.9. is opgenomen
algemeen Deze bijlage is een detaillering van de beschrijving actuele waterkwaliteit die in paragraaf 2.9. is opgenomen 2. Waterkwaliteit De zomergemiddelden voor 2008 van drie waterkwaliteitsparameters
Nadere informatieProgrammatische Aanpak Stikstof: PAS
Programmatische Aanpak Stikstof: PAS Toelichting voorlopig programma Presentatie technische briefing Vaste commissie voor LNV van de Tweede Kamer 30 september 2010 Waarom een Programmatische Aanpak Stikstof
Nadere informatieKwaliteit van de natuur. Hoe spoor je aantastingen op?
Kwaliteit van de natuur Hoe spoor je aantastingen op? Ecosystemen en levensgemeenschappen Zoek vergelijkende gebieden (oerbossen, intacte riviersystemen, ongerepte berggebieden, hoogveenmoerassen, etc)
Nadere informatieONDERZOEK NAAR DE WATERKWALITEIT
ONDERZOEK NAAR DE WATERKWALITEIT Naam: Klas: Datum: 1 Situering van het biotoop Plaats: Type water: vijver / meer / ven / moeras/ rivier / kanaal / poel / beek / sloot / bron Omgeving: woonkern / landbouwgebied
Nadere informatieGebiedswijzer De Bruuk
Programmatische Aanpak Stikstof Gebiedswijzer De Bruuk Nederland heeft ruim 160 natuurgebieden aangewezen als Natura 2000-gebied. Samen met de andere landen van de Europese Unie werkt Nederland zo aan
Nadere informatiePAS herstelmaatregelen en monitoring Wat kan en moet de kleine beheerder daarmee?
PAS herstelmaatregelen en monitoring Wat kan en moet de kleine beheerder daarmee? Beheerdersdag 2015 Jan Willem van der Vegte, BIJ12 - PAS-bureau Leon van den Berg, Bosgroepen Programmatische Aanpak Stikstof
Nadere informatieHet hydro-ecologisch functioneren van Teut en Tenhaagdoornheide
Het hydro-ecologisch functioneren van Teut en Tenhaagdoornheide Limburgse contactdag natuuronderzoek 3 maart 2018 André Jansen i.s.m. Geert de Blust Joost Vogels en Piet de Becker www.bosgroepen.nl Ligging
Nadere informatieAndré Jansen NecoV N-symposium Antwerpen, 26 april 2016 Beheer op standplaatsniveau: een pas op de plaats.
André Jansen NecoV N-symposium Antwerpen, 26 april 2016 Beheer op standplaatsniveau: een pas op de plaats. Doel Rode Lijst met Groene Stip Bepalen effectiviteit van effectgerichte maatregelen tegen verdroging,
Nadere informatieHerstelstrategie Nat, matig voedselrijk grasland (leefgebied 8)
Herstelstrategie Nat, matig voedselrijk grasland (leefgebied 8) Nijssen, M.E. E.,, H.M. Beije, J.H. Bouwman, D. Groenendijk & N.A.C. Smits Het leefgebied is afgeleid van het natuurdoeltype 3.32 (Nat, matig
Nadere informatieSpiegelplas en Ankeveense plassen
Spiegelplas en Ankeveense plassen Klankbordgroep Vechtplassen 9 dec 2016 tussenresultaten ecologische systeemanalyse Gerard ter Heerdt en anderen Spiegelplas Toestand: matig Spiegelplas Toestand Biologie
Nadere informatieOntwikkeling en beheer van natuurgraslanden in Utrecht: Nat schraalland
Provincie Utrecht, afdeling FLO, team NEL, 5 februari 2015 Nat is zeer laagproductief hooiland op natte, onbemeste, basenrijke veen- en zandgrond dat gewoonlijk een keer per jaar worden gemaaid in de nazomer.
Nadere informatieHerstelstrategie H2140B: Duinheiden met kraaihei (droog)
Herstelstrategie H2140B: Duinheiden met kraaihei (droog) Beije, H.M. & N.A.C. Smits Leeswijzer Dit document start met de kenschets uit het profieldocument (paragraaf 1) en geeft daarna een overzicht van
Nadere informatieZwart Water_Inrichting Schaapsen Diepbroek incl. sanering stortlocaties
Uitgangssituatie Algemeen Zwart Water_Inrichting Schaapsen Diepbroek incl. sanering stortlocaties Projectnummer: 2009_015 Projectnaam: Zwart Water_Inrichting Schaaps- en diepbroek incl sanering stort 1
Nadere informatieWaterlobelia in het Heuvelsven Terug van weggeweest. Packet Jo Likona-contactdag, Diepenbeek 18/01/2014
Waterlobelia in het Heuvelsven Terug van weggeweest Packet Jo Likona-contactdag, Diepenbeek 18/01/2014 Heuvelsven 2 Jeugdvakantiecentrum vzw OCS Heuvelsven ven of parkvijver? 3 Limburgse Plantenwerkgroep
Nadere informatienatuurbeheer Jens Verwaerde Natuurpunt CVN
natuurbeheer Jens Verwaerde Natuurpunt CVN indeling inleiding: voorstelling a geschiedenis van het natuurbeheer b - biotopen en soorten en hun beheer pauze c - beheer richt zich op de omgeving d - natuurbeheer
Nadere informatieAlle dieren zijn gelijk maar sommige dieren zijn meer gelijk dan andere De Nauwe korfslak in de Nederlandse duinen. Jaap de Boer Stichting ANEMOON
Alle dieren zijn gelijk maar sommige dieren zijn meer gelijk dan andere De Nauwe korfslak in de Nederlandse duinen Jaap de Boer Stichting ANEMOON Inhoud Stichting ANEMOON De Nauwe korfslak Oorzaken achteruitgang
Nadere informatie1 INLEIDING. 1.1 Het begrip EHS
Memo Aan: Memo Nr.: 10016541-ECM 16-0359 Ron Hoogsteen - Essent Power B.V. Van: R&S/ECM Datum: 2 maart 2016 Kopie: Birgitta van der Sande Essent Power B.V. Opgesteld. door: Jan Rienk Bloembergen Beïnvloeding
Nadere informatieKalkhoudende oligo-mesotrofe wateren met benthische Chara spp. vegetaties (H3140) Verkorte naam: kranswierwateren
Dit profiel dient gelezen, geïnterpreteerd en gebruikt te worden in combinatie met de leeswijzer, waarin de noodzakelijke uitleg van de verschillende paragrafen vermeld is. Kalkhoudende oligo-mesotrofe
Nadere informatieVlinders van de Habitatrichtlijn,
Indicator 20 september 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Van de vijf Habitatrichtlijnsoorten
Nadere informatiePolder Kortenhoef: landschap met geschiedenis. Korremof. Oost Indië. Wijde gat Oost zijde. Achter de Kerk
Stand van de natuur en herstelmaatregelen Gerard ter Heerdt Bart Specken : landschap met geschiedenis Vecht t Hemeltje Horstermeerpolder Oost Indië Korremof Vreeland Kleine Wijhe Kortenhoef Wijde gat Oost
Nadere informatieHoogveenherstel in de Groote Peel
Hoogveenherstel in de Groote Peel Verslag veldwerkplaats Nat Zandlandschap 9 oktober 2009, De Groote Peel Inleiders: Gert-Jan van Duinen (Stichting Bargerveen/Afd. Dierecologie, Radboud Universiteit Nijmegen)
Nadere informatieBermenplan Assen. Definitief
Definitief Opdrachtgever: Opdrachtgever: Gemeente Assen Gemeente Mevrouw Assen ing. M. van Lommel Mevrouw M. Postbus van Lommel 30018 Noordersingel 940033 RA Assen 9401 JW T Assen 0592-366911 F 0592-366595
Nadere informatieDe Peelvenen. Hoogveenherstel op het randje. Gert-Jan van Duinen en vele anderen
De Peelvenen Hoogveenherstel op het randje Gert-Jan van Duinen en vele anderen 1. Op de grens van Brabant en Limburg 2. Ontstaan rondom de Peelrandbreuk De Verheven Peel op de Peelhorst: hoog en nat De
Nadere informatieGrondwater beïnvloedt kwaliteit Limburgse beken
Grondwater beïnvloedt kwaliteit Limburgse beken Resultaten WAHYD Hoe zit het in elkaar: afkijken bij Noord-Brabant In het onderzoeksproject WAHYD (Waterkwaliteit op basis van Afkomst en HYDrologische systeemanalyse)
Nadere informatieHerstelstrategie H2170: Kruipwilgstruwelen. 1. Kenschets. Leeswijzer. Huiskes, H.P.J., H.M. Beije, A.M.M. van Haperen, N. Schotsman & N.A.C.
Herstelstrategie H2170: Kruipwilgstruwelen Huiskes, H.P.J., H.M. Beije, A.M.M. van Haperen, N. Schotsman & N.A.C. Smits Leeswijzer Dit document start met de kenschets uit het profieldocument (paragraaf
Nadere informatieHerstelstrategie H7140B: Overgangs- en trilvenen (Veenmosrietlanden. en) 1. Kenschets. Leeswijzer. & H.H de Vries
Herstelstrategie H7140B: Overgangs- en trilvenen (Veenmosrietlanden en) Van Dobben, H.F., A. Barendregt, N.A.C. Smits, R. van t t Veer, G. van Wirdum, L.P.M. Lamers L & H.H de Vries Leeswijzer Dit document
Nadere informatieMemo *12UT015727* Aanleiding. Zaaknr. : 12IT Kenmerk : 12UT Barcode : : Waterschap Brabantse Delta
Zaaknr. : 12IT003639 Kenmerk : 12UT015727 Barcode : *12UT015727* Memo Van : Waterschap Brabantse Delta Via : Aan : Projectplanning en Realisatie Onderwerp: Belang omzetting bestemming bedrijf fam. van
Nadere informatieResultaten onderzoek relatieve bronnen. B-ware en Royal Haskoning (proefsloten) HH Stichtse Rijnlanden en Aequator (polderanalyse)
Resultaten onderzoek relatieve bronnen B-ware en Royal Haskoning (proefsloten) HH Stichtse Rijnlanden en Aequator (polderanalyse) Overzicht Aanleiding Aanpak Vervolg Waterkwaliteit Lopikerwaard Welke bronnen
Nadere informatieTypische diersoorten van de Habitatrichtlijn,
Indicator 5 juli 2013 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De laatste 10 jaar is de toestand
Nadere informatieOnderzoek-natuur. natuurdoeltypen
Onderzoek-natuur natuurdoeltypen Inhoud Algemeen Opbouw handboek Opdracht SynBioSys Wat handige links Een natuurdoeltype is een in het natuurbeleid nagestreefd type ecosysteem dat een bepaalde biodiversiteit
Nadere informatieOOST NUTRIENTEN EN KRW FRISIA ZOUT B.V.
NUTRIENTEN EN KRW FRISIA ZOUT B.V. 29 september 2010 Inhoud 1 Tekstdelen uit van 5 varianten naar 2 alternatieven 3 1.1 Referentiesituatie 3 1.2 Effecten waterkwaliteit KRW 5 2 Nieuw tekstdeel 7 ARCADIS
Nadere informatieHerstelstrategie Kamgrasweide & Bloemrijk weidevogelgrasland van het zand- en veengebied (leefgebied 10)
Herstelstrategie Kamgrasweide & Bloemrijk weidevogelgrasland van het zand- en veengebied (leefgebied 10) Nijssen, M.E, H.M. Beije, J.H. Bouwman, D. Groenendijk & N.A.C. Smits Het leefgebied is afgeleid
Nadere informatieBergvennen & Brecklenkampse Veld
Bergvennen & Brecklenkampse Veld Terugkoppeling resultaten onderzoek 15 november 2016 Programma 20:00 uur 20:10 uur 20:15 uur 20:45 uur 21.15 uur 21:20 uur 22:00 uur Opening door Aart van Cooten Proces
Nadere informatieBestemmingsplan buitengebied Wageningen
Bestemmingsplan buitengebied Wageningen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 12 augustus 2013 / rapportnummer 2755 40 1. Oordeel over het MER De gemeente Wageningen wil haar bestemmingsplan voor
Nadere informatieDe tekst in onderstaand kader betreft de kenschets van het profielendocument van het habitattype.
Herstelstrategie H2160: Duindoornstruwelen Huiskes, H.P.J., H.M. Beije, R. Haveman, A.M.M. van Haperen, N. Schotsman & N.A.C. Smits Leeswijzer Dit document start met de kenschets uit het profieldocument
Nadere informatieAbiotische randvoorwaarden en effecten van beheers en beleidsmaatregelen voor de realisatie van natuurdoelen. Wim de Vries en Han van Dobben
Abiotische randvoorwaarden en effecten van beheers en beleidsmaatregelen voor de realisatie van natuurdoelen Wim de Vries en Han van Dobben Thema abiotische randvoorwaarden in cluster EHS Centrale vraagstelling
Nadere informatieafbakening van het leefgebied voor de voorkomende soorten van de Vogel- en Habitatrichtlijn, die hier ook worden genoemd.
Leeswijzer Deel II Smits, N.A.C. & D. Bal Deel II bestaat uit herstelstrategieën voor de stikstofgevoelige habitats. Deze habitats omvatten zowel stikstofgevoelige habitattypen (uit Bijlage I van de Habitatrichtlijn)
Nadere informatieDe tekst in onderstaand kader betreft de kenschets van het profielendocument van het habitattype.
Herstelstrategie H3150: Meren met krabbenscheer en fonteinkruiden Arts, G.H.P., E. Brouwer & N.A.C. Smits Leeswijzer Dit document start met de kenschets uit het profieldocument (paragraaf 1) en geeft daarna
Nadere informatieNaar een duurzaam beheer van het veenweidegebied. Piet-Jan Westendorp Aquatisch ecoloog Witteveen+Bos
Naar een duurzaam beheer van het veenweidegebied Piet-Jan Westendorp Aquatisch ecoloog Witteveen+Bos Inleiding Is een duurzaam beheer mogelijk? Nederland veenland Huidige toestand veenweidegebied Streefbeeld
Nadere informatieBrabantse Wal. Gebiedsrapportage Natura 2000 gebied nr PAS-bureau
PAS-bureau Gebiedsrapportage 2016 Natura 2000 gebied nr. 128 Brabantse Wal Binnen het Programma Aanpak Stikstof staat het uitvoeren van de geplande bron- en herstelmaatregelen en het blijvend dalen van
Nadere informatieDossiernummer: 23-10-2013 Projectnummer:
Bijlagen bij verordening subsidies natuurvriendelijke oevers en vispaaiplaatsen 2014: 1. Inrichtingseisen natuurvriendelijke oevers en vispaaiplaatsen; 2. Richtlijnen voor natuurvriendelijk onderhoud.
Nadere informatieNatura 2000 Zouweboezem Presentatie gemeenteraad Zederik 2 sept Laurens van Ruijven Miriam de Boer Afdeling Water en Groen
Natura 2000 Zouweboezem Presentatie gemeenteraad Zederik 2 sept 2014 Laurens van Ruijven Miriam de Boer Afdeling Water en Groen Onderwerpen -Natura 2000 -Programmatische Aanpak Stikstof -Aanwijzing Zouweboezem
Nadere informatieHelp mee om achterstallig onderhoud te signaleren!
www.poelen.nu Help mee om achterstallig onderhoud te signaleren! Frank Spikmans Rheden 31 mei 2018 Inhoud Poelen als leefgebied voor amfibieën Amfibieën (in Rheden) Poelen aanleg & beheren www.poelen.nu
Nadere informatieKampina & Oisterwijkse Vennen
Gebiedsrapportage Natura 2000 gebied nr. 133 Kampina & Oisterwijkse Vennen Binnen het Programma Aanpak Stikstof staat het uitvoeren van de geplande bron- en herstelmaatregelen en het blijvend dalen van
Nadere informatiewetenschappelijke naam vegetatietype
Dit profiel dient gelezen, geïnterpreteerd en gebruikt te worden in combinatie met de leeswijzer, waarin de noodzakelijke uitleg van de verschillende paragrafen vermeld is. Schorren met slijkgrasvegetaties
Nadere informatieHerstelstrategie H2190A: Vochtige duinvalleien (open water)
Herstelstrategie H2190A: Vochtige duinvalleien (open water) Adams, A.S.,, E. Brouwer & N.A.C. Smits Leeswijzer Dit document start met de kenschets uit het profieldocument (paragraaf 1) en geeft daarna
Nadere informatieVerlanding een handje helpen gaat het dan vlotter?
Verlanding een handje helpen gaat het dan vlotter? Jeroen Geurts, Roos Loeb, Liesbeth Bakker, Jasper van Belle, José van Diggelen, Gijs van Dijk, Johan Loermans, Winnie Rip en vele anderen BIOGEOCHEMICAL
Nadere informatieGeschiedenis van de Drentsche Aa
Geschiedenis van de Drentsche Aa Ontwikkeling van een beeksysteem gedurende de laatste 500 jaar Marije Langstraat Ronald Leeraar Methodiek Afbakening Gebiedsbeschrijving Ontwikkeling Systeem Stroming Structuur
Nadere informatieEco-hydrologische aspecten van beheer op landschapsniveau; Duinvalleien op de Waddeneilanden
Eco-hydrologische aspecten van beheer op landschapsniveau; Duinvalleien op de Waddeneilanden Ab Grootjans, Rijksuniversiteit Groningen/ Radboud Universiteit Nijmegen E-mail; A.P.Grootjans@rug.nl Groenknolorchis
Nadere informatieWeerribben. Gebiedsrapportage Natura 2000 gebied nr. 34
Gebiedsrapportage 2017 Natura 2000 gebied nr. 34 Weerribben Binnen het Programma Aanpak Stikstof staat het uitvoeren van de geplande bron- en herstelmaatregelen en het blijvend dalen van het stikstofdepositie
Nadere informatieVHR-soorten met N-gevoelig leefgebied
VHR-soorten met N-gevoelig leefgebied 26-11-2012, aangevuld op 22042013 1. INLEIDING Deze notitie 1 geeft een analysemethode voor de VHR-soorten met N-gevoelig leefgebied in het kader van de gebiedsanalyse
Nadere informatieOBN-onderzoek: Verlanding in laagveenpetgaten Speerpunt voor herstel in laagvenen
OBN-onderzoek: Verlanding in laagveenpetgaten Speerpunt voor herstel in laagvenen Roos Loeb, Jeroen Geurts, Liesbeth Bakker, Rob van Leeuwen, Jasper van Belle, José van Diggelen, Ann-Hélène Faber, Annemieke
Nadere informatieDiepte-/profielschouw Kromme Rijngebied 2014
Diepte-/profielschouw Kromme Rijngebied 2014 1 Diepte-/profielschouw, wat en waarom? EEN SLOOT MOET EEN SLOOT BLIJVEN. Het is om meerdere redenen belangrijk dat de diepte en breedte van een sloot door
Nadere informatieNotitie. Voortoets Spoorallee Zevenaar
Notitie Contactpersoon Marike Aalbers en Elles van Drunen Datum 12 juni 2014 Kenmerk N005-1222424XMA-baw-V02-NL Aanleiding Voor het terrein aan de Spoorallee te Zevenaar wordt een nieuw bestemmingsplan
Nadere informatieHerstelstrategie H2150: Duinheiden met struikhei
Herstelstrategie H2150: Duinheiden met struikhei Beije, H.M. & N.A.C. Smits Leeswijzer Dit document start met de kenschets uit het profieldocument (paragraaf 1) en geeft daarna een overzicht van de ecologische
Nadere informatieFosfaat en natuurontwikkeling
Fosfaat en natuurontwikkeling Verslag veldwerkplaats Laagveen- en zeekleilandschap Arcen, 28 augustus 2008 Inleiders: Fons Smolders, B-Ware Nijmegen en Michael van Roosmalen van Stichting Het Limburgs
Nadere informatieProgramma. Beheerplan Elperstroomgebied
Beheerplan Elperstroomgebied Alie Alserda Pietop t Hof Christina Schipper Rienko van der Schuur 1 Elperstroomgebied Natura 2000 14 mei 2013 Programma Inleiding Doelen Knelpunten Activiteiten Aanvullend
Nadere informatieVegetatie en grote modderkruiper in de verlandingsbiotoop. Jeroen van Zuidam
Vegetatie en grote modderkruiper in de verlandingsbiotoop Jeroen van Zuidam zuidam@floron.nl Grote modderkruiper Moeras en verlandingswateren Proces van verlanding belangrijk Isolatie Zuurstoftolerant
Nadere informatieVerklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant
Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Op het op 30 december 2015 door ons ontvangen verzoek om een verklaring van geen bedenkingen in het kader van de Natuurbeschermingswet
Nadere informatieHeidebeheer in de 21 e eeuw
Heidebeheer in de 21 e eeuw Henk Siebel Met OBN-faunaonderzoek van Joost Vogels, Arnold van den Burg, Eva Remke, Henk Siepel Stichting Bargerveen, Radboud Universiteit Nijmegen Herstel en beheer van droge
Nadere informatieWat kunnen we leren van de droogte van 1976 in relatie tot gevolgen van klimaatverandering? Casus Loenderveense plas
Wat kunnen we leren van de droogte van 1976 in relatie tot gevolgen van klimaatverandering? Casus Loenderveense plas Sebastiaan Schep sebastiaan.schep@witteveenbos.com Aanleiding voor mijn verhaal Ik maak
Nadere informatieHierdense Beek: building with nature in een Veluws beeksysteem. Peter van Beers Waterschap Vallei en Veluwe 3 maart 2016
Hierdense Beek: building with nature in een Veluws beeksysteem Peter van Beers Waterschap Vallei en Veluwe 3 maart 2016 Overzicht presentatie Overzicht presentatie: 1. Systeem & gebied 2. Wat speelt er
Nadere informatieLibellen van de Habitatrichtlijn,
Indicator 19 september 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Er staan negen soorten Nederlandse
Nadere informatieEnquête waterplanten en sportvisserij
Sportvisserij Nederland Leijenseweg 115, 37 AD Bilthoven T. -584 www.sportvisserijnederland.nl Rapport (exclusief bijlagen) Enquête waterplanten en sportvisserij Omvang van het probleem en probleemlocaties
Nadere informatie*Kalktufbronnen met tufsteenformatie Cratoneurion (H7220) Verkorte naam: Kalktufbronnen
Dit profiel dient gelezen, geïnterpreteerd en gebruikt te worden in combinatie met de leeswijzer, waarin de noodzakelijke uitleg van de verschillende paragrafen vermeld is. *Kalktufbronnen met tufsteenformatie
Nadere informatieGrasland op zinkhoudende bodem behorend tot de Violetalia calaminariae (H6130) Verkorte naam: Zinkweiden
Dit profiel dient gelezen, geïnterpreteerd en gebruikt te worden in combinatie met de leeswijzer, waarin de noodzakelijke uitleg van de verschillende paragrafen vermeld is. Grasland op zinkhoudende bodem
Nadere informatieProgrammatische Aanpak Stikstof TERSCHELLING
Programmatische Aanpak Stikstof TERSCHELLING Programma informatieavond Programma Aanpak Stikstof (PAS) 19.30-20.00 uur Inloop 20.00-20.05 uur Opening door voorzitter Piet Dijkstra - Programma en doel van
Nadere informatieAbiotiek en beheer: hoe werkt stikstof en hoe gaan we er mee om? BIOGEOCHEMICAL WATER-MANAGEMENT & APPLIED RESEARCH ON ECOSYSTEMS
Abiotiek en beheer: hoe werkt stikstof en hoe gaan we er mee om? BIOGEOCHEMICAL WATER-MANAGEMENT & APPLIED RESEARCH ON ECOSYSTEMS De atmosfeer bestaat voor 80% uit niet-reactief stikstofgas (N 2 ) 2 Wat
Nadere informatieDe Wieden. Gebiedsrapportage Natura 2000 gebied nr. 35
Gebiedsrapportage 2017 Natura 2000 gebied nr. 35 De Wieden Binnen het Programma Aanpak Stikstof staat het uitvoeren van de geplande bron- en herstelmaatregelen en het blijvend dalen van het stikstofdepositie
Nadere informatieDe tekst in onderstaand kader betreft de kenschets van het profielendocument van het habitattype.
Herstelstrategie H3140: Kranswierwateren Arts, G.H.P., E. Brouwer & N.A.C. Smits Leeswijzer Dit document start met de kenschets uit het profieldocument (paragraaf 1) en geeft daarna een overzicht van de
Nadere informatieHerstelstrategie H2110: Embryonale duinen. 1. Kenschets. Leeswijzer. Smits, N.A.C., D. Melman & S.M. Arens
Herstelstrategie H2110: Embryonale duinen Smits, N.A.C., D. Melman & S.M. Arens Leeswijzer Dit document start met de kenschets uit het profieldocument (paragraaf 1) en geeft daarna een overzicht van de
Nadere informatieEcologische Quick-scan
Ecologische Quick-scan Concept Nieuwe Hoven 41, Gorinchem Eco-line Ecologisch Onderzoek en Advies Frambozengaarde 1 3992 KC Houten Inhoud Locatie...3 Methode...4 Resultaat...5 Conclusie...7 Aanbeveling...7
Nadere informatieBijlage 3: Notitie Aanvullend onderzoek vissen wijzigingsplannen N359, knooppunten Winsum, Húns-Leons en Hilaard
Bijlage 3: Notitie Aanvullend onderzoek vissen wijzigingsplannen N359, knooppunten Winsum, Húns-Leons en Hilaard Notitie aanvullend onderzoek vissen - aanpassingen kruisingen N359 De provincie Fryslân
Nadere informatieomgevingsdienst HAAGLANDEN
Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus 14060 2501 GB Den Haag T (070) 21 899 02 E vergunningen(@odh.nl I www.odh.nl Zaaknummer Ons Kenmerk Datum 00519040 ODH-2018-00091953 2
Nadere informatieVoortoets Natura Melkveebedrijf De Bieshorst Dwarsdijk 2 te Halle
Voortoets Natura 2000 Melkveebedrijf De Bieshorst Dwarsdijk 2 te Halle Aanleiding Voor het perceel gelegen aan de Dwarsdijk 2 te Halle is een vergroting van de rundveestalling voorzien, evenals een vergroting
Nadere informatieSchraal schraler schraalst
Schraal schraler schraalst Van landbouwgrond naar natuur. Maakt het uit hoe we dit aanpakken? Rudy van Diggelen Camiel Aggenbach Matty Berg Jan Frouz Tjisse Hiemstra Leo Norda Jan Roymans 2 Voorwaarden
Nadere informatieGebiedswijzer Wierdense Veld
Programmatische Aanpak Stikstof Gebiedswijzer Wierdense Veld Nederland heeft ruim 160 natuurgebieden aangewezen als Natura 2000-gebied. Samen met de andere landen van de Europese Unie werkt Nederland zo
Nadere informatieSchraal schraler schraalst
Schraal schraler schraalst Van landbouwgrond naar natuur. Maakt het uit hoe we dit aanpakken? Rudy van Diggelen Camiel Aggenbach Matty Berg Jan Frouz Tjisse Hiemstra Leo Norda Jan Roymans Opmerking vooraf:
Nadere informatieONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND
ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum : 8 oktober 2014 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2010-005930- gemeente Harderwijk Activiteit : Uitbreiding
Nadere informatieIs herstel hoogvenen succesvol? Bart van Tooren. Bjørn van den Boom, Senior beleidsmedewerker Natuurbeheer
Is herstel hoogvenen succesvol? Bart van Tooren Bjørn van den Boom, Senior beleidsmedewerker Natuurbeheer Agenda Inleiding Wat is hoogveen Degradatie van hoogveen in Nederland Herstel van hoogveen Resultaten
Nadere informatieVan nature eutrofe meren met vegetatie van het type Magnopotamion of Hydrocharition (H3150) Verkorte naam: meren met krabbenscheer en fonteinkruiden
Dit profiel dient gelezen, geïnterpreteerd en gebruikt te worden in combinatie met de leeswijzer, waarin de noodzakelijke uitleg van de verschillende paragrafen vermeld is. Van nature eutrofe meren met
Nadere informatieMethaan uitstoot uit ondiepe wateren
Methaan uitstoot uit ondiepe wateren Hoe werkt het en wat is er aan te doen? Tim Pelsma Adviseur ecologie en bodemdaling Indeling Methaan uit waterbodems, waarom en hoe? Wat is het mechanisme? Wat weten
Nadere informatie