Beleidskader bodem Zeist Verantwoord benutten van de bodem

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Beleidskader bodem Zeist Verantwoord benutten van de bodem"

Transcriptie

1 Zeist Verantwoord benutten van de bodem Omgevingsdienst Regio Utrecht juli 2012 ZEI1207.S008/ 454 opgesteld door beoordeeld door M. de Jong P. Out 12int01618 Akkoord:

2 INHOUDSOPGAVE SAMENVATTING 1. Inleiding Waarom een Beleidskader bodem voor Zeist? Invulling beleidsruimte Uitvoering beleidskader bodem Status en proces van het Beleidskader bodem Leeswijzer Wettelijk kader Europees, nationaal en provinciaal bodembeleid Europese Unie Nationale wetgeving Ruimte voor gemeentelijk beleid? Doelstellingen en speerpunten gemeentelijk beleid Beheren van de bodem Beheer van bodeminformatie Beheer van bodeminformatie door de gemeente Beheer van bodeminformatie door de provincie Grondverzet Nota Bodembeheer Handhaving toepassen van grond, baggerspecie en bouwstoffen Gemeente als initiatiefnemer van projecten Bodemenergie Transitie bodembeleid Voorkomen van nieuwe bodemverontreiniging Vergunningverlening en handhaving Wet milieubeheer Ondergrondse brandstoftanks Ongewone voorvallen Melden bodemverontreiniging, onderzoeksplicht en zorgplicht Asbestverwijdering Bescherming van het grondwater Risico s beperken en saneren van aanwezige bodemverontreiniging Inventarisatie verontreinigde locaties en milieuhygiënische risico s Voorkómen van risico s bij veranderend terreingebruik Werkwijze bij gevallen van ernstige bodemverontreiniging Saneren van niet-ernstige bodemverontreiniging Saneren en archeologie De gemeente Zeist als opdrachtgever en uitvoerder...30 Milieudienst Zuidoost-Utrecht, kenmerk: ZEI1207.S008/ 397 pagina 1

3 7. Communicatie Externe communicatie Verstrekking bodeminformatie Informatie op de website Publicaties in lokale media Afstemming met provincie Utrecht Interne communicatie Uitvoeringsprogramma en vervolg BIJLAGE 1. Acties Beleidskader bodem Zeist...34 BIJLAGE 2. Toelichting beleidsdocumenten en wetgeving...37 BIJLAGE 3. Hoe zien de bodem en het bodemgebruik van Zeist eruit?...51 BIJLAGE 4. Trefwoordenregister...57 Milieudienst Zuidoost-Utrecht, kenmerk: ZEI1207.S008/ 397 pagina 2

4 SAMENVATTING Het huidige bodembeleid van de gemeente Zeist staat beschreven in Beleidskader Bodem Zeist, gemeentelijk Beleidskader voor Preventie en Aanpak van Bodemverontreiniging, d.d. juli Sinds het opstellen van dat bodembeleid is er veel veranderd. In dit document, het Beleidskader bodem Zeist 2012, wordt het beleid beschreven voor alle zaken die met bodem te maken hebben voor de gehele gemeente Zeist. De gemeente geeft, met het opstellen van dit beleidskader, inzicht in de wijze waarop de bodem binnen de gemeente verantwoord kan worden benut. Dit Beleidskader bodem is de vertaling van het landelijke en provinciale bodembeleid naar de gemeentelijke situatie. Het geeft een overzicht van: relevante wet- en regelgeving die van toepassing is op bodem; relevante ontwikkelingen binnen het vakgebied bodem: transitie bodembeleid, van saneren van de bodem naar beheren van de ondergrond; specifieke speerpunten van het gemeentelijk bodembeleid. Het beleid is vervolgens uitgewerkt in een overzichtelijke beschrijving van de regels waar inwoners, bedrijven, de gemeente en de Omgevingsdienst rekening mee moeten houden. Tegelijkertijd met de vaststelling van dit beleidskader wordt de Nota bodembeheer vastgesteld waarin de regels met betrekking tot grondverzet zijn bepaald. De praktische vertaling naar taken en verantwoordelijkheden van de regels van zowel het Beleidskader bodem als de Nota bodembeheer, wordt in een, nog op te stellen, Handboek bodemtaken beschreven. Inhoud van het Beleidskader bodem Na de inleiding (hoofdstuk 1) en een korte uiteenzetting van landelijke en provinciale wet- en regelgeving (hoofdstuk 2), volgt een hoofdstuk over de speerpunten van het gemeentelijk bodembeleid (hoofdstuk 3). De speerpunten van het gemeentelijk bodembeleid sluiten aan op het gemeentelijk milieubeleid Milieu op kaart ( ) en de transitie van het bodembeleid. De speerpunten staan beschreven in onderstaand kader. Bodembeheer: Het regionale grondstromen beleid staat beschreven in de nota bodembeheer. Met het vaststellen van deze nota is het Besluit bodemkwaliteit geïmplementeerd in het gemeentelijke beleid. De gemeente stimuleert hiermee hergebruik van grond binnen de regio. De focus verschuift de komende jaren naar het handhaven van de regels. (Bodem)informatiebeheer: Binnen de gemeente Zeist zijn de locaties onderzocht waar mogelijk sprake is van spoedeisende sanering. Op Geoloket (toegankelijk via zijn alle locaties waar mogelijk een verontreiniging is digitaal weergegeven. De omgevingsdienst onderhoudt proactief contact met de provincie in verband met de voortgang van de aanpak van deze locaties in het landelijke gebied. De gemeente biedt de bodemdata gratis en toegankelijk aan. (Niet) ernstige bodemverontreiniging: De gemeente adviseert (niet) ernstige bodemverontreiniging te saneren. De gemeente bevordert hiermee het verbeteren van een prettige leefomgeving in Zeist. Milieudienst Zuidoost-Utrecht, kenmerk: ZEI1207.S008/ 397 pagina 3

5 Initiatiefnemer bodemprojecten: Indien de gemeente grond aan- of verkoopt dient er altijd een bodemrapport aanwezig te zijn. De gemeente voorkomt hiermee dat het onbewust ernstige verontreinigde grond aan- of verkoopt. Communicatie: De gemeente stelt bodeminformatie gratis en laagdrempelig beschikbaar aan derden. Bodemenergie: De gemeente onderzoekt nut en noodzaak voor het maken van bodemenergie beleid. Transitie bodembeleid: De gemeente houdt de ontwikkeling van de transitie actief bij en maakt een plan op welke wijze de gemeente deze transitie zelf realiseert. In hoofdstukken 4 tot en met 7 wordt het bodembeleid voor de gemeente Zeist toegelicht aan de hand van de volgende thema s: Hoofdstuk 4. Beheren van de bodem en bodeminformatie Het belangrijkste doel van het beheer van de bodem is dat er verantwoord met de bodem wordt omgegaan. We willen grip hebben en houden op de bodem(kwaliteit). Aandachtspunten hierbij zijn: kennis van de bodem en toegankelijkheid van deze kennis: Dit is de basisvoorwaarde voor goed bodembeheer en bodembeleid in het algemeen. grondverzet: Grondverzet wordt mogelijk gemaakt door een goede balans te zoeken tussen het beschermen van de bodem en zijn gebruikers en het nuttig hergebruiken van grond en baggerspecie. bodemenergie: Per 1 januari 2013 treedt het besluit Bodemenergie in werking. De gemeente heeft de keuze om beleid op te stellen rondom het thema. transitie bodembeleid: Het beheren van de bodem staat centraal in het toekomstig bodembeleid. Hoofdstuk 5. Bescherming van de bodem De huidige milieuhygiënische bodemkwaliteit van Zeist is voornamelijk bepaald door menselijk handelen in het verleden. Het is volgens de Wet bodembescherming niet toegestaan nieuwe verontreiniging te veroorzaken. Er zijn diverse regels die dit moeten bewerkstelligen, en de gemeente heeft een belangrijke rol op het gebied van toezicht op de naleving van de regels, zoals het verplichten van bodemonderzoek, het laten treffen van maatregelen en het handhaven van (standaard)voorschriften bij bedrijfsactiviteiten. Hoofdstuk 6. Bodemonderzoek en -sanering Binnen de gemeente komen lokaal sterk verontreinigde locaties voor. Op sommige plekken is vastgesteld dat er sprake is van een sterk verontreinigde locatie, op andere plekken bestaat het vermoeden dat er sprake is van een (sterk) verontreinigde locatie. Soms komt een bodemverontreiniging als een verrassing. In hoeverre deze verontreinigingen milieuhygiënische risico s leveren voor mens, plant en dier, is niet alleen afhankelijk van de aard van de verontreinigende stoffen, maar ook van het gebruik van de verontreinigde locatie. Het gebruik van een moestuin, natuurgebied of een kinderspeelplaats is bijvoorbeeld kwetsbaarder dan het gebruik van een bedrijventerrein. Dit betekent ook dat grond niet per definitie schoon hoeft te zijn voor een bepaalde functie. Wanneer er sprake is van risico s, moet de bodem veilig worden gemaakt voor het beoogde gebruik door het nemen van passende sanerende maatregelen. Dit heet functiegericht saneren. Voorbeelden hiervan zijn het aanbrengen van een leeflaag en het voorkomen van verspreiding door gecontroleerde grondwateronttrekking. Milieudienst Zuidoost-Utrecht, kenmerk: ZEI1207.S008/ 397 pagina 4

6 Hoofdstuk 7. Communicatie Om gemeentelijk beleid te realiseren is inzet nodig van de gemeente en omgevingsdienst, bewoners, bedrijven en andere organisaties. Uitwisseling van informatie tussen gemeente, omgevingsdienst, bewoners, bedrijven en organisaties is hierbij van groot belang. Daarnaast moeten de verschillende relevante afdelingen van de gemeente en omgevingsdienst op de hoogte zijn van het Beleidskader bodem en het (nog op te stellen) bijbehorende Handboek Bodem. Milieudienst Zuidoost-Utrecht, kenmerk: ZEI1207.S008/ 397 pagina 5

7 1. Inleiding 1.1 Waarom een Beleidskader bodem voor Zeist? Het huidige bodembeleid van de gemeente Zeist staat beschreven in het Beleidskader Bodem Zeist, gemeentelijk Beleidskader voor Preventie en Aanpak van Bodemverontreiniging, d.d. juli Sinds het opstellen van dat bodembeleid is er veel veranderd. In dit document, het Beleidskader bodem Zeist 2012, is het beleid beschreven voor alle zaken die met bodem te maken hebben voor de gehele gemeente Zeist. Vanaf Europees niveau wordt via het nationale en het provinciale bodembeleid ingezoomd op de specifieke speerpunten van de gemeente Zeist. Deze speerpunten sluiten aan op de doelstellingen uit het gemeentelijk Milieubeleidsplan Milieubeleidsplan , Gemeente Zeist, Milieu op de kaart en de veranderingen binnen het bodembeleid. De gemeente geeft, met opstellen van dit beleidskader, inzicht in de wijze waarop de bodem binnen de gemeente verantwoord kan worden benut. 1.2 Invulling beleidsruimte Het Bodembeleid is grotendeels vastgelegd in landelijke wet- en regelgeving. In bijlage 2 is hiervan een overzicht opgenomen. In hoofdstuk 2 wordt een korte samenvatting gegeven. In dit beleidskader wordt regelmatig naar deze bijlage verwezen. Een belangrijk onderdeel van het gemeentelijke beleid is de Nota Bodembeheer waarin geregeld wordt hoe omgegaan moet worden met grondverzet. De Nota Bodembeheer en bijbehorende kaarten worden gelijktijdig met dit beleidskader vastgesteld. In dit beleidskader zijn de belangrijkste onderdelen genoemd van deze nota. 1.3 Uitvoering beleidskader bodem Dit Beleidskader bodem is bestemd voor iedereen die te maken krijgt met grond, grondwater, waterbodem, grondverzet of bodemverontreiniging binnen de gemeente Zeist (hierna genoemd de gemeente). Dit zijn inwoners, bedrijven, milieukundig adviesbureaus, saneerders en medewerkers van de gemeente en de Omgevingsdienst Regio Utrecht (hierna genoemd de omgevingsdienst). Voornamelijk de teams Strategie & Beleid, Leefomgeving & Welzijn en het Projectbureau van de gemeente en het team Bodem & Water van de omgevingsdienst maken gebruik van het Beleidskader bodem. De gemeente heeft de uitvoering van de gemeentelijke bodemtaken hoofdzakelijk in handen gegeven van de omgevingsdienst. De omgevingsdienst maakt samen met de medewerkers van de gemeente een Handboek Bodem (planning 2012). In dit handboek zijn de regels uit dit beleidskader vertaald naar de praktijk. Na het opstellen van het handboek, is het beschikbaar via de website van de gemeente Zeist ( en de website van de Omgevingsdienst Regio Utrecht ( Het handboek is bestemd voor iedereen die te maken krijgt met bodem. Daar waar in dit document over gemeentelijke taken wordt gesproken, wordt gedoeld op de taken zoals die door de omgevingsdienst worden uitgevoerd. Voor de medewerkers van de omgevingsdienst is dit Beleidskader bodem de leidraad in de uitvoering van de gemeentelijke taken voor Zeist. Milieudienst Zuidoost-Utrecht, kenmerk: ZEI1207.S008/ 397 pagina 6

8 De digitale versie van dit Beleidskader bodem is beschikbaar via de website van de gemeente ( en de website van de omgevingsdienst ( Figuur 1.1: Schematisch overzicht Beleidskader bodem (Bron: Omgevingsdienst Regio Utrecht) Figuur 1.1 geeft een schematisch overzicht van de inhoud van het Beleidskader bodem. De figuur geeft aan welke onderdelen voortkomen vanuit een wettelijke grondslag, en welke onderdelen nog in ontwikkeling zijn. In het beleidskader worden voor enkele nog niet verankerde thema s acties geformuleerd. Ook is een verbinding gemaakt naar het vakgebied archeologie. Archeologie bevindt zich namelijk in de bodem, en soms in de verontreinigde bodem. 1.4 Status en proces van het Beleidskader bodem Dit Beleidskader bodem is een vertaling van het landelijke en provinciale bodembeleid naar de gemeentelijke situatie in Zeist. De betreffende wet- en regelgeving achter het landelijke en provinciale bodembeleid vormen de juridische basis. Het Beleidskader bodem is opgesteld door de Omgevingsdienst Regio Utrecht in opdracht van de gemeente Zeist. Het Beleidskader bodem is op xx vastgesteld door de gemeenteraad. Wij hebben getracht de informatie zo volledig mogelijk weer te geven. Het huidige bodembeleid is echter sterk aan verandering onderhevig. Jaarlijks wordt beoordeeld of het Beleidskader bodem en het Handboek Bodem nog actueel zijn. Milieudienst Zuidoost-Utrecht, kenmerk: ZEI1207.S008/ 397 pagina 7

9 1.5 Leeswijzer Om het Beleidskader bodem Zeist te positioneren staat in Hoofdstuk 2 een samenvatting van de wettelijke regels en beleidskaders die van toepassing zijn voor de bodem. Aangegeven wordt hoe Europese, landelijk en provinciale wet- en regelgeving zich tot elkaar verhouden. Ook gaat het hoofdstuk in op al ingezette beleidsvernieuwing en ontwikkelingen. Een uitgebreide toelichting staat in bijlage 2. Hoofdstuk 3 gaat in op de specifieke beleidsruimte die voor de gemeente overblijft, hoe deze ruimte wordt ingevuld en hoe de doelstellingen en speerpunten zich verhouden ten opzichte van de centrale thema s uit het gemeentelijke milieubeleidsplan en het collegeprogramma. In hoofdstuk 4 is uitgewerkt met welke regels inwoners, bedrijven en medewerkers van de gemeente en de omgevingsdienst rekening moeten houden op het gebied van: beheer van de bodem en bodeminformatie; bescherming van de bodem; risico s beperken en saneren van aanwezige bodemverontreiniging; de gemeente als initiatiefnemer van bodemprojecten; communicatie. Milieudienst Zuidoost-Utrecht, kenmerk: ZEI1207.S008/ 397 pagina 8

10 2. Wettelijk kader De gemeente heeft verschillende bodemtaken en -verplichtingen die voortkomen uit wettelijke regels en/of beleidskaders. Het gaat hierbij om taken en verplichtingen waarbij de gemeente op basis van de wet het bevoegd gezag is, maar ook om taken en verplichtingen die de gemeente moet uitvoeren ter ondersteuning van een hoger bevoegd gezag. Daarnaast kan de gemeente ook als private partij met deze wettelijke regels en beleidskaders te maken krijgen. Het Rijk hanteert het principe van decentraal wat kan, centraal wat moet. Hiermee wordt bedoeld dat in principe lokaal en regionaal het beleid tot stand komt en dat het Rijk zich concentreert op de zaken die van nationaal belang zijn. Een voorbeeld van een thema dat het Rijk ziet als nationaal belang is de opslag van CO 2. De provincies kunnen vanuit bovenstaand principe regels en beleid opstellen voor thema s die gemeentegrens overschrijdend zijn of een regionaal publiek belang dienen, zoals drinkwatervoorziening en diepe grondwateronttrekkingen. De provincie Utrecht is momenteel ook bevoegd gezag voor de taken vanuit de Wet bodembescherming (Wbb). In dit hoofdstuk worden de wettelijke regels en beleidskaders op het gebied van bodembeheer kort toegelicht. De wettelijke regels en beleidskaders die van toepassing zijn voor de gemeente komen voort uit Europees, nationaal en provinciaal beleid en regelgeving. In paragraaf 2.1 zijn de belangrijkste ontwikkelingen in het bodembeleid weergegeven. Paragraaf 2.2 gaat in op de belangrijkste nationale bodemwetgeving. Uitgebreide achtergrondinformatie staat in bijlage Europees, nationaal en provinciaal bodembeleid Europese Unie Bodembeleid is op Europees niveau geformuleerd in al bestaande wetten en richtlijnen, zoals: de richtlijn over het storten van afvalstoffen; wetgeving over het lozen van stoffen; het Verdrag van Valletta (Malta); de richtlijn Milieuaansprakelijkheid. Deze richtlijnen zijn geïmplementeerd in de Nederlandse wetgeving. Het onderdeel over bodem in de richtlijn Milieuaansprakelijkheid wordt gewijzigd als de nieuwe Kaderrichtlijn Bodem (KRB) wordt aangenomen. De KRB is met name gericht op bescherming van de bodem en bodemfuncties. De KRB gaat verder dan alleen het opstellen van richtlijnen voor de bescherming van de milieuhygiënische kwaliteit. Ook thema s zoals erosie en biodiversiteit worden behandeld. Vooralsnog is het echter niet gelukt om tot een voor alle lidstaten aanvaardbare tekst te komen. Het is momenteel niet duidelijk of, en wanneer, de KRB weer op de Europese agenda wordt gezet. Ook de Kaderrichtlijn Water (KRW) uit 2000, die gericht is op de bescherming van het watersysteem (grondwater, oppervlaktewater en kustwater), heeft zijn doorwerking in het Nederlandse bodembeleid. Grondwater maakt immers deel uit van de bodem en de bodem kan fungeren als transportmiddel van verontreiniging naar het watersysteem. Nederland Het nationale bodembeleid is sinds de start, aan het begin van de jaren 80 van de twintigste eeuw, door voortschrijdend inzicht steeds in ontwikkeling geweest. Was het uitgangspunt destijds dat alle bodemverontreiniging in Nederland volledig moest worden verwijderd, in de loop van de tijd werd duidelijk dat dit doel economisch en technisch onhaalbaar is. Momenteel wordt Milieudienst Zuidoost-Utrecht, kenmerk: ZEI1207.S008/ 397 pagina 9

11 het volledige bodembeleid herzien; dit wordt transitie bodembeleid genoemd. Huidig bodembeleid De doelstelling van het nationale bodembeleid is in de loop van de jaren bijgesteld van saneren naar beheren: preventie door middel van voorschriften in de vergunningverlening; nieuw ontstane verontreiniging (na 1987) moet worden verwijderd (zorgplichtbepaling); bestaande verontreiniging die risico s oplevert voor mens, plant en dier of verspreiding moet worden gesaneerd tot een concentratieniveau waarbij deze risico s niet meer aanwezig zijn (functiegericht saneren). Hiermee wordt voldaan aan het algemene uitgangspunt in het Nederlandse milieubeleid, namelijk dat de milieukwaliteit als gevolg van menselijk handelen niet mag verslechteren (stand-still beginsel). Transitie bodembeleid Naast het stand-still beginsel wordt sinds de publicatie van de Beleidsbrief Bodem van 2003 (inhoudelijke verbreding: van bodem naar ondergrond) ingezet op een verbreding van het thema bodem. Behalve de chemische kwaliteit wordt ook gekeken naar de fysische en biologische eigenschappen van de bodem en naar aspecten als archeologie, aardkundige waarden, verdroging, energieopslag in de bodem etc. Ook wordt steeds meer aansluiting gezocht met het beleidsveld van Ruimtelijke Ordening en duurzaam gebruik van de ondergrond. Dit uit zich onder meer in de verdere decentralisatie van taken en bevoegdheden: gemeenten hebben meer mogelijkheden om lokaal (gebiedsgericht) bodembeleid te ontwikkelen (zoals vastgelegd in het Besluit bodemkwaliteit). De verbreding en herziening van het bodembeleid wordt transitie bodembeleid genoemd. Het Nederlands bodembeleid ontwikkelt zich van een beleid dat zich richt op het saneren van de bodem tot een beleid dat zich richt op het beheren van de ondergrond. Om draagvlak te creëren voor de transitie is een convenant opgesteld: Convenant bodemontwikkelingsbeleid en aanpak spoedlocaties. Dit convenant is op 10 juli 2009 ondertekend door het Rijk (VROM 1, LNV 2 en VenW 3 ), provincies (IPO 4 ), gemeenten (VNG 5 ) en de waterschappen (UvW 6 ). Het doel van het convenant is om in 2015 het bodembeleid dusdanig te hebben verbreed, dat het beleid met betrekking tot de ondergrond, het gebiedsgerichte grondwaterbeheer en bodemsanering is geïntegreerd. 1 Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer 2 Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit 5 Vereniging van Nederlandse Gemeenten 6 Unie van Waterschappen 3 Ministerie van Verkeer en Waterstaat 4 Interprovinciaal Overleg, koepelorganisatie van de 12 provincies Milieudienst Zuidoost-Utrecht, kenmerk: ZEI1207.S008/ 397 pagina 10

12 Provincie Utrecht De provincie Utrecht (hierna genoemd de provincie) heeft het landelijke bodembeleid vertaald in het Provinciaal milieubeleidsplan (PMP, , in december 2011 met twee jaar verlengd). De beleidsuitvoerende aspecten zijn uitgewerkt in de Nota uitvoeringsbeleid bodem (NUB). De provinciale invulling van de transitie staat beschreven in het Provinciaal uitvoeringsprogramma Convenant (PUC). Nota uitvoeringsbeleid bodem (2009) In de nota geeft de provincie zowel een generiek bodemkwaliteitsbeleid (beheren, beschermen en saneren), als een bodemkwaliteitsbeleid voor enkele specifieke gebieden in de provincie Utrecht. Dit gebiedsgerichte bodembeleid is opgesteld vanwege de specifieke bodemproblematiek in dat gebied, of vanwege een benodigd extra beheer- of beschermingsregime. Een voorbeeld van een gebied met een extra beschermingsregime is het heuvelrug gebied (zie ook bijlage 3). Provinciaal Uitvoeringsprogramma Convenant ( ) Het Provinciaal Uitvoeringsprogramma Convenant (PUC) is een uitwerking van het convenant Bodemontwikkelingsbeleid en aanpak spoedlocaties en geeft invulling aan het transitie bodembeleid. In het PUC zijn de activiteiten voor bodem en ondergrond in de periode 2010 tot en met 2014 beschreven. De provincie streeft naar een duurzame benutting van de bodem en ondergrond. Dat wil zeggen dat er samenhang is tussen het gebruik, de bescherming en de verbetering van de bodem en ondergrond. Speerpunten uit het PUC zijn: afronding van de bodemsaneringsoperatie; opstellen van een integrale gebiedsgerichte benadering van het grondwater; uitwerking van een strategische visie op het gebruik van de bodem en de ondergrond in samenwerking met regionale partners. Beleid met betrekking tot bodem en ondergrond is in ontwikkeling. Actie: Actief bijhouden landelijke en provinciale ontwikkelingen met betrekking tot de thema s bodemvisie en ondergrond (door de omgevingsdienst). Planning: continu 2.2 Nationale wetgeving Deze paragraaf geeft een korte samenvatting van de belangrijkste nationale wetgeving voor bodem en grondwater. Bijlage 2 bevat een nadere toelichting op de genoemde wetgeving. De belangrijkste wetten waarin regels met betrekking tot bodemkwaliteit zijn opgenomen zijn: Wet bodembescherming (Wbb): De Wet bodembescherming is gericht op de bescherming en sanering van de bodem. In de bijbehorende besluiten en circulaires staat beschreven wanneer en hoe de bodem gesaneerd (circulaire bodemsanering, besluit uniforme saneringen) dient te worden en op welke wijze de bodem wordt beschermd (Besluit bodemkwaliteit). Wet milieubeheer (Wm): De Wet milieubeheer (en daarbij behorende besluiten) bevat regels over bescherming van de bodemkwaliteit. Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo): Volgens de Wabo mag een omgevingsvergunning alleen worden verleend als de bodemkwaliteit van de locatie geschikt is voor het beoogde doel. Wet ruimtelijke ordening (Wro): Bij het bestemmen van een gebied maakt kennis van de bodem onderdeel uit van het plan. Beoordeeld moet worden of de bodem geschikt is, en zo nee wat er moet gebeuren om de bodem wel geschikt te maken, en wat de financiële gevolgen daarvan zijn. Milieudienst Zuidoost-Utrecht, kenmerk: ZEI1207.S008/ 397 pagina 11

13 Figuur 2.1: Samenvatting bodemwetten (Bron: Omgevingsdienst Regio Utrecht) Figuur 2.1 geeft aan hoe de Wet bodembescherming zich verhoudt ten opzichte van de andere drie wetten. Het Rijk werkt momenteel aan een Wet omgevingsrecht. In deze wet integreert het Rijk alle wet- en regelgeving op het gebied van de fysieke leefomgeving, zoals Wm, Wro, Wabo, Wbb en de Wtw. De planning is dat deze wet in 2014 van kracht wordt. 2.3 Ruimte voor gemeentelijk beleid? Het door de gemeente Zeist te volgen bodembeleid is voor het grootste deel vastgelegd in landelijke en provinciale beleidsregels en wet- en regelgeving. Toch blijft er nog een, zij het beperkte, ruimte over voor het formuleren van specifieke doelstellingen en speerpunten voor gemeentelijk bodembeleid. Deze ruimte is vooral beschikbaar op het gebied van: bodembeheer (grondverzet); (bodem)informatiebeheer; omgaan met (niet) ernstig bodemverontreiniging; de gemeente als initiatiefnemer bij bodemprojecten; dienstverlening en communicatie naar inwoners en bedrijven. De uitwerking van het convenant bodemontwikkelingsbeleid en aanpak spoedlocaties (zie paragraaf 2.1 en bijlage 2) heeft tot gevolg dat de gemeente in de toekomst meer mogelijkheden heeft om beleid te formuleren, bijvoorbeeld op de thema s bodemenergie, bewust bodemgebruik en visie op de ondergrond. De invulling van het gemeentelijk beleid staan in de hoofdstukken 4 tot en met 7. Milieudienst Zuidoost-Utrecht, kenmerk: ZEI1207.S008/ 397 pagina 12

14 3. Doelstellingen en speerpunten gemeentelijk beleid De gemeente Zeist heeft in 2008 het milieubeleidsplan 7 : Milieu op de kaart vastgesteld. De doelstelling van het milieubeleid is: Het behouden dan wel verbeteren van een gezonde, duurzame en prettige leefomgeving in Zeist. In het milieubeleidsplan is voor het thema bodem de volgende lange termijn doelstelling benoemd: Het doel van het bodembeleid is om schone bodems te beschermen en dus een verslechtering in de bodemkwaliteit te voorkomen (stand still-principe). Het saneringsdoel is dat in 2030 alle ernstige bodemverontreinigingen middels sanering beheerst of verwijderd zijn. Deze hoofddoelstelling is verwoord in de volgende subdoelstellingen: 1) Het Besluit bodemkwaliteit is volledig geïmplementeerd in Dat betekent dat er bij alle ontwikkelingen in Zeist eisen worden gesteld conform de gebruiksfunctie van het gebied (landbouw, wonen of industrie). 2) Ter sanering van spoedeisende gevallen vanuit stedelijke vernieuwing en/of milieuhygiënische overwegingen zijn in 2011 de bodemsaneringen die in ISV 1 zijn opgenomen helemaal uitgevoerd en zijn de saneringen uit het programma ISV 2 grotendeels afgerond. 3) De kwaliteit van de waterbodem betrekken bij toekomstige plannen en daarvoor gegevens opvragen bij het Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden die dit inzichtelijk moet maken. De doelstellingen zijn bijna allen gehaald of lopen nog: - In 2008 is de bodemfunctieklassenkaart vastgesteld ten behoeve van de implementatie van het Besluit bodemkwaliteit. In aanvulling daarop wordt een regionale nota bodembeheer opgesteld en een regionale bodemkwaliteitskaart gemaakt. Deze worden gelijktijdig met dit beleidskader vastgesteld. - Zowel het budget van ISV 1 als 2 is volledig besteed aan bodemsaneringen. Momenteel worden de laatste locaties onderzocht en indien nodig gesaneerd met ISV 3-subsidie. - Ten tijde van het opstellen van het milieubeleidsplan werd verondersteld dat de waterbodem verontreinigd was. Na het opvragen van informatie bij het Hoogheemraadschap Stichtse Rijnlanden bleken er geen problemen te zijn met de waterbodem. De waterbodem wordt daarom niet betrokken bij toekomstige plannen. Het Nederlandse bodembeleid maakt ondertussen een transitie door. Het ontwikkelt zich van een beleid dat zich richt op het saneren van de bodem tot een beleid dat zich richt op het beheren van de ondergrond. De transitie moet in 2015 gerealiseerd zijn. De doelstellingen van de transitie staan beschreven in paragraaf 2.1 en in bijlage 2. De speerpunten die zijn geformuleerd voor dit beleidskader bodem sluiten aan op de doelstellingen uit het milieubeleidsplan en bij de transitie van het bodembeleid. De speerpunten staan beschreven in het kader op de volgende bladzijde. 7 Ten tijde van het opstellen van het beleidskader bodem evalueert de gemeente samen met de Omgevingsdienst Regio Utrecht het Milieubeleidsplan. Milieudienst Zuidoost-Utrecht, kenmerk: ZEI1207.S008/ 397 pagina 13

15 Bodembeheer: Het regionale grondstromen beleid staat beschreven in de nota bodembeheer. Met het vaststellen van deze nota is het Besluit bodemkwaliteit geïmplementeerd in het gemeentelijke beleid. De gemeente stimuleert hiermee hergebruik van grond binnen de regio. De focus verschuift de komende jaren naar het handhaven van de regels. (Bodem)informatiebeheer: Binnen de gemeente Zeist zijn de locaties onderzocht waar mogelijk sprake is van spoedeisende sanering. Op het Geoloket zijn alle locaties waar mogelijk een verontreiniging is digitaal weergegeven. De omgevingsdienst onderhoudt proactief contact met de provincie in verband met de voortgang van de aanpak van deze locaties in het landelijke gebied. De gemeente biedt de bodemdata gratis en toegankelijk aan. (Niet) ernstige bodemverontreiniging: De gemeente adviseert (niet) ernstige bodemverontreiniging te saneren. De gemeente bevordert hiermee het verbeteren van een prettige leefomgeving in Zeist. Initiatiefnemer bodemprojecten: Indien de gemeente grond aan- of verkoopt dient er altijd een bodemrapport aanwezig te zijn. De gemeente voorkomt hiermee dat het onbewust ernstige verontreinigde grond aan- of verkoopt. Communicatie: De gemeente stelt bodeminformatie gratis en laagdrempelig beschikbaar aan derden. Bodemenergie: De gemeente onderzoekt nut en noodzaak voor het maken van bodemenergie beleid. Transitie bodembeleid: De gemeente houdt de ontwikkeling van de transitie actief bij en maakt een plan op welke wijze de gemeente deze transitie zelf realiseert. In de volgende hoofdstukken wordt het bodembeleid voor Zeist toegelicht: Hoofdstuk 4: Beheren van de bodem; Hoofdstuk 5: Voorkómen van nieuwe bodemverontreiniging; Hoofdstuk 6: Risico s beperken en saneren van aanwezige bodemverontreiniging; Hoofdstuk 7: Communicatie. Milieudienst Zuidoost-Utrecht, kenmerk: ZEI1207.S008/ 397 pagina 14

16 4. Beheren van de bodem Het belangrijkste doel van het beheer van de bodem is dat er verantwoord met de bodem wordt omgegaan. We willen grip hebben en houden op de bodem(kwaliteit). Aandachtspunten hierbij zijn: kennis van de bodem en toegankelijkheid van deze kennis: dit is de basisvoorwaarde voor goed bodembeheer en bodembeleid in zijn algemeenheid. grondverzet: Grondverzet wordt mogelijk gemaakt door een goede balans te zoeken tussen beschermen van de bodem en zijn gebruikers en het nuttig hergebruiken van grond en baggerspecie. bodemenergie: Per 1 januari 2013 treedt het besluit Bodemenergie in werking. De gemeente heeft de keuze om beleid op te stellen rondom het thema. transitie bodembeleid: Het beheren van de bodem staat centraal in het toekomstig bodembeleid. Dit hoofdstuk beschrijft op welke wijze de bodem wordt beheerd. Bijlage 3 bevat meer informatie over de bodemkwaliteit en het bodemgebruik in de gemeente Zeist. 4.1 Beheer van bodeminformatie Soms is de bodem op een bepaalde plek verontreinigd geraakt door een duidelijk aan te wijzen bron. Een dergelijke verontreiniging kan een ernstige belemmering vormen bij onroerend zaak transacties of bij ontwikkelingsplannen. Dit komt door mogelijke gebruiksbeperkingen voor een perceel en de financiële risico s die aan de koop of het ontwikkelen van een verontreinigd perceel vastzitten. Beheer van bodeminformatie is daarom erg belangrijk. Daarnaast is het belangrijk dat de aanwezige bodeminformatie makkelijk toegankelijk is voor een ieder die deze informatie nodig heeft, zoals adviesbureaus, projectontwikkelaar, makelaars en inwoners. Het beheer van de informatie over de milieuhygiënische bodemkwaliteit binnen de gemeente Zeist is verdeeld tussen de gemeente Zeist en de provincie Utrecht 8 : De gemeente is verantwoordelijk voor het beheer van de bodeminformatie, met uitzondering van de (vermoedelijke) gevallen van ernstige bodemverontreiniging 9. De provincie is als bevoegd gezag Wet bodembescherming verantwoordelijk voor het beheer van de informatie over (vermoedelijke) gevallen van ernstige bodemverontreiniging. 8 De Rijksoverheid streeft ernaar om op 1 januari 2013 binnen de provincie Utrecht één regionale uitvoeringsdiensten (RUD) opgericht te hebben. Hiermee zal een deel van de bodemtaken van de provincie naar de RUD verschuiven. 9 Er is sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging bij meer dan 25 m 3 sterk verontreinigde grond en/of 100 m 3 sterk verontreinigd grondwater. Bij een sterke verontreiniging ligt de concentratie van de verontreinigende stof boven de Interventiewaarde. Dit is een wettelijk vastgelegde toetsingswaarde. Wanneer uit bodemonderzoek blijkt dat sprake is van een overschrijding van de Tussenwaarde of de Interventiewaarde én de omvang van de verontreiniging is (nog) niet vastgesteld, dan wordt gesproken van een vermoedelijk geval van ernstige bodemverontreiniging. Milieudienst Zuidoost-Utrecht, kenmerk: ZEI1207.S008/ 397 pagina 15

17 4.1.1 Beheer van bodeminformatie door de gemeente De gemeente is verantwoordelijk voor het beheer van alle bodeminformatie die zij ontvangt, met uitzondering van gevallen van ernstige bodemverontreiniging 10. De omgevingsdienst voert deze taak uit namens de gemeente. Bodeminformatiesysteem (BIS) en het Geoloket De omgevingsdienst registreert alle aanwezige en binnenkomende bodeminformatie digitaal in het Bodeminformatiesysteem (BIS). Deze informatie betreft: onderzoeksgegevens van niet-verontreinigde of niet-ernstig verontreinigde locaties; plannen van aanpak voor sanering van niet-ernstig verontreinigde locaties; gegevens over tanks en tanksaneringen; gegevens uit het Historisch Bodembestand (HBB). Dit is een landelijk opgesteld uittreksel uit archiefbestanden met historische activiteiten; gegevens over mogelijke (sloot)dempingen op basis van een landelijk luchtfoto onderzoek; adreslocaties van (vermoedelijke) gevallen van ernstige bodemverontreiniging (Wbbgevallen). Deze informatie wordt halfjaarlijks aangeleverd door de provincie Utrecht. De informatie uit het BIS is voor derden te raadplegen via het Geoloket op de website van de omgevingsdienst ( Het Geoloket is niet raadpleegbaar via de website van de gemeente. De gemeente heeft het voornemen de toegankelijkheid te verbeteren (zie verder paragraaf 7.1.2). Naast de informatie uit het BIS is op het Geoloket ook andere bodemgerelateerde ruimtelijke informatie te raadplegen. Voorbeelden hiervan zijn onder andere: de bodemkwaliteitskaart; gegevens over huidige bedrijven; informatie over grondwaterbeschermingsgebieden; aardkundige waarden; bomkraters; de bodemkundige kaart. Figuur 4.1:Startscherm Geoloket (Bron: De informatie over bedrijfslocaties is afkomstig van de omgevingsdienst. Een groot deel van de overige ruimtelijke informatie op het Geoloket is afkomstig van andere bronhouders zoals de provincie Utrecht. De omgevingsdienst ontwikkelt het Geoloket continu. Hierdoor zijn steeds meer kaarten en thema s te raadplegen. Archief Wanneer gedetailleerdere bodeminformatie over een locatie gewenst is, kan contact worden opgenomen met de omgevingsdienst. De omgevingsdienst bewaart in het archief van de omgevingsdienst in Zeist de recente bodemonderzoeksrapporten en bedrijfsgegevens. Oudere bedrijfsgegevens en het bouwarchief bevinden zich in het archief van de gemeente Zeist. Meer 10 In het bodeminformatiesysteem is wel zichtbaar waar de gevallen van ernstige bodemverontreiniging zich bevinden. De achterliggende documenten worden beheerd door de provincie Utrecht. Milieudienst Zuidoost-Utrecht, kenmerk: ZEI1207.S008/ 397 pagina 16

18 informatie over het raadplegen van bodeminformatie staat in het (nog op te stellen) Handboek Bodem en op de website van de omgevingsdienst. Uitwisselen van met andere bronhouders De omgevingsdienst wisselt regelmatig gegevens uit met andere bronhouders zoals de provincie Utrecht. Daardoor kunnen gegevens met betrekking tot de gemeente Zeist onder andere ook worden gepresenteerd op het provinciale en landelijke bodemloket ( Bodeminformatie wordt digitaal beheerd. Actie: geen, voortzetting van bestaande werkwijze Beheer van bodeminformatie door de provincie De provincie registreert de bodeminformatie van (vermoedelijke) gevallen van ernstige bodemverontreiniging in haar bodeminformatiesysteem (BIS). Deze bodeminformatie is te raadplegen op de website van de provincie Utrecht ( via de interactieve kaart van het Bodemloket. Op deze kaart is zichtbaar welke status een verontreinigingslocatie heeft (bijvoorbeeld nog niet voldoende onderzocht of juist al gesaneerd) en welke vervolgactie noodzakelijk is (bijvoorbeeld het opstellen van een saneringsplan). Voor nadere informatie over de verontreinigingslocatie kan vervolgens contact worden opgenomen met het Bodemloket. De gegevens uit het BIS van de provincie Utrecht zijn daarnaast ook te raadplegen via het landelijke bodemloket ( De achterliggende informatie (onderzoeksrapporten, beschikkingen en dergelijke) bevinden zich in het archief van de provincie Utrecht. Deze informatie is op afspraak in te zien. Kadastrale registratie Sinds 1 januari 1995 wordt op grond van artikel 55 lid 1 van de Wet bodembescherming een afschrift van bodembeschikkingen die door de provincie zijn afgegeven, opgenomen in het Kadaster. Het gaat hierbij om percelen die geheel of gedeeltelijk binnen de Interventiewaardecontour 11 van een geval van ernstige grondverontreiniging vallen. De registratie geldt niet voor: gevallen van ernstige verontreiniging van het grondwater; niet-ernstige gevallen van bodemverontreiniging. 4.2 Grondverzet De bodem wordt al eeuwen gebruikt door de mens voor verschillende doeleinden. Hierdoor is de bodemkwaliteit in bewoonde gebieden anders dan in natuurgebieden. Activiteiten zoals verkeer, industrie en bewoning zorgen ervoor dat de bodem over grotere oppervlakten licht verontreinigd is. Op sommige plekken is de bodem zelfs sterk verontreinigd. We willen voorkomen dat door ongecontroleerd grondverzet verontreinigingen zich verspreiden en de kwaliteit van de bodem verslechtert. Tegelijkertijd willen we het hergebruik van grond stimuleren en het gebruik van primaire grondstoffen beperken. De grond Figuur 4.2:Grondverzet (bron: Omgevingsdienst Regio Utrecht) 11 De Interventiewaardecontour geeft de begrenzing van de sterk grond of het sterk verontreinigde grondwater aan. Milieudienst Zuidoost-Utrecht, kenmerk: ZEI1207.S008/ 397 pagina 17

19 die vrijkomt binnen de gemeente Zeist kan onder voorwaarden worden hergebruikt binnen de regio. De spelregels voor hergebruik van grond staan beschreven in de Nota bodembeheer Nota Bodembeheer In het Besluit bodemkwaliteit zijn de landelijke regels voor het toepassen van grond, baggerspecie en bouwstoffen vastgelegd. Bijlage 2 bevat een toelichting op het Besluit bodemkwaliteit. De gemeente heeft samen met de gemeenten Bunnik, Rhenen, Utrechtse Heuvelrug, Vianen, Veenendaal, Wijk bij Duurstede en Zeist regionaal Grondstromenbeleid opgesteld (beschreven in de Nota bodembeheer). De samenwerking draagt bij aan: meer hergebruiksmogelijkheden voor grondverzet in de regio, zonder hoge onderzoekskosten; meer uniformiteit in regels, duidelijkheid voor aannemers; verbetering in de kwaliteit bij opdrachtverlening, toezicht en handhaving en uitvoering. De uitgangspunten van het regionale beleid zijn: heldere, eenduidige en praktische regels in de regio; vermindering (administratieve en vooral onderzoeks-)lasten bij grond- en baggerverzet; goede balans tussen beschermen van de bodem en zijn gebruikers en het nuttig hergebruiken van grond en baggerspecie; stand-still in de regio. Het regionale beleid staat beschreven in de Nota bodembeheer. Naast de Nota is een regionale bodemkwaliteitskaart ontwikkeld. In het Handboek Bodem wordt beschreven wat het regionale beleid betekent voor de praktijk. Het grondstromen beleid staat beschreven in de Nota bodembeheer Actie: vaststellen Nota bodembeheer door de gemeenteraad Planning: gelijktijdig met dit beleidskader Handhaving toepassen van grond, baggerspecie en bouwstoffen Naast het opstellen van regels voor grondverzet in de regio is handhaving op deze regels ook van belang. De omgevingsdienst is namens de gemeente belast met de handhaving van het Besluit bodemkwaliteit. De omgevingsdienst en de betrokken gemeenten stellen een werkplan handhaving Besluit bodemkwaliteit op. In het werkplan worden de volgende onderwerpen uitgewerkt: interpretatie van het op-en-nabij principe, richtlijnen en protocollen; op welke wijze administratieve controle van meldingen plaatsvindt; op welke wijze handhaving in het veld plaatsvindt. Dit werkplan is een praktische uitwerking van de bestaande handhavingsnota s. De omgevingsdienst is namens de gemeente belast met de handhaving van het Besluit bodemkwaliteit. Handhaving van het Besluit is een wettelijke taak. Actie: omgevingsdienst stelt een werkplan handhaving Besluit bodemkwaliteit op en houdt toezicht op het Besluit bodemkwaliteit. Planning: Gemeente als initiatiefnemer van projecten Bij de ontwikkeling van gebieden streeft de gemeente ernaar om te werken met een gesloten grondbalans. Als grond niet kan worden hergebruikt op de herkomstlocatie en afgevoerd wordt, is dit een afvalstof. Milieudienst Zuidoost-Utrecht, kenmerk: ZEI1207.S008/ 397 pagina 18

20 In eerste instantie wordt een toepassingslocatie gezocht binnen de gemeente en regio. Indien geen geschikte toepassingslocatie wordt gevonden, wordt de grond afgevoerd naar een geschikte locatie buiten de regio of erkende verwerker. Indien nodig coördineert de omgevingsdienst in opdracht van de gemeente de partijkeuring. 4.3 Bodemenergie Naar verwachting zal op 1 januari 2013 het besluit bodemenergiesystemen in werking treden. Dit besluit heeft als doel om enerzijds het gebruik van bodemenergiesystemen te bevorderen en anderzijds aantasting van de bodemkwaliteit te voorkomen. Het besluit stimuleert het gebruik van bodemenergiesystemen door procedures waar mogelijk te verkorten. Om ongebreidelde groei van bodemenergiesystemen te voorkomen, krijgen gemeenten de mogelijkheid om interferentiegebieden aan te wijzen en hiervoor beleidsregels op te stellen. De omgevingsdienst maakt samen met de gemeenten uit de regio, waaronder de gemeente Zeist een afwegingskader. Het afwegingskader is een onderbouwing om wel of geen interferentiegebieden aan te wijzen en om wel of geen beleidsregels op te stellen. Vanaf 1 januari 2013 treedt het besluit bodemenergiesystemen in werking. Hiermee krijgen de gemeenten de mogelijkheid om interferentiegebieden aan te wijzen en beleidsregels op te stellen. Actie: de gemeente Zeist maakt samen met andere gemeenten in de regio een afwegingskader. Planning: start Transitie bodembeleid Het Nederlands bodembeleid ontwikkelt zich van een beleid dat zich richt op het saneren van de bodem tot een beleid dat zich richt op het duurzaam gebruik van de ondergrond. Het toekomstige bodembeleid is altijd gekoppeld aan andere milieucompartimenten en aan andere beleidsvelden (zoals RO, water, lucht en licht). De beleidsvragen van de toekomst zijn: - Hoe draagt bodem bij aan de biodiversiteit van de gemeente? - Hoe draagt bodem bij aan de klimaatambities binnen de gemeente? Structuurvisie op de ondergrond Een structuurvisie op de ondergrond ondersteunt het beantwoorden van de vragen en het zoeken naar ruimte om ambities te realiseren. Zowel het Rijk als de provincie ontwikkelen momenteel een structuurvisie voor de ondergrond. De gemeente Zeist wacht de rijks en provinciale ontwikkelingen af. Indien nodig zal de gemeente op termijn zelf een visie opstellen.. Het Rijk en de provincie maken een structuurvisie op de ondergrond Actie: gemeentelijk inbreng op beide structuurvisies realiseren Planning: heden vaststellen structuurvisies Verandering bodembeleid Het bodembeleid zal de komende jaren veranderen. De gemeente maakt een plan waarin zij beschrijft op welke wijze zij aansluiting zoekt bij deze veranderingen. Het bodembeleid verandert. Actie: opstellen plan transitie bodem binnen de gemeente Zeist Planning: 2013 Milieudienst Zuidoost-Utrecht, kenmerk: ZEI1207.S008/ 397 pagina 19

21 5. Voorkomen van nieuwe bodemverontreiniging De huidige milieuhygiënische bodemkwaliteit van de Zeist is voornamelijk bepaald door menselijk handelen in het verleden. Het is volgens de Wet bodembescherming niet toegestaan nieuwe verontreiniging te veroorzaken. Er zijn diverse regels die dit moeten bewerkstelligen, en de gemeente heeft een belangrijke rol op gebied van toezicht op naleving van de regels, zoals het verplichten van bodemonderzoek, het laten treffen van maatregelen en het handhaven van (standaard)voorschriften bij bedrijfsactiviteiten. In dit hoofdstuk wordt beschreven wat deze regels zijn en hoe de gemeente deze taak uitvoert. 5.1 Vergunningverlening en handhaving Wet milieubeheer De Wet milieubeheer legt voorschriften op aan bedrijven met potentieel bodembedreigende activiteiten met als doel de kans op het ontstaan van bodemverontreiniging te minimaliseren. In de meeste gevallen is de gemeente het bevoegd gezag. Dit geldt zowel voor bedrijven waar een omgevingsvergunning voor moet worden aangevraagd, als voor bedrijven die kunnen volstaan met een melding in het kader van een algemene maatregel van bestuur (AmvB). Deze voorschriften betreffen kwaliteitseisen aan opslag- en productiemiddelen, het aanbrengen van bodembeschermende voorzieningen en het monitoren van de kwaliteit van grond en grondwater. De kwaliteitseisen volgen uit de Nederlandse Richtlijn Bodembescherming (NRB). De omgevingsdienst controleert inrichtingen op het naleven van de voorschriften uit de Wet milieubeheer met betrekking tot bescherming van de bodemkwaliteit en voert de handhaving uit. Wanneer blijkt dat de bedrijfsactiviteiten hebben geleid tot bodemverontreiniging, moet deze op grond van de voorschriften uit de omgevingsvergunning, danwel van de zorgplicht (artikel 13, Wet bodembescherming) ongedaan worden gemaakt. Deze verplichting geldt ongeacht de ernst van de verontreiniging. Concreet betekent dit: in de omgevingsvergunningen worden adequate voorschriften opgenomen; regelmatig worden controles uitgevoerd op de naleving van de voorschriften; er wordt handhavend opgetreden wanneer voorschriften niet worden nageleefd; toezien dat een bedrijf geen bodemverontreiniging achterlaat na bedrijfsbeëindiging. Vergunningverlening en handhaving Wet milieubeheer is een wettelijke taak Actie: geen, voortzetting van bestaande werkwijze 5.2 Ondergrondse brandstoftanks Het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (het Activiteitenbesluit) omvat regels voor ondergrondse brandstoftanks en is onder andere in plaats gekomen van het Besluit opslaan in ondergrondse tanks (BOOT). Deze regels uit het Besluit dienen onder andere te voorkomen dat bodemverontreinigingen ontstaan door lekkende tanks. Eind jaren 90 is door middel van een inventarisatie onderzocht hoeveel ondergrondse tanks binnen de gemeente Zeist aanwezig waren. Vervolgens zijn bewoners gestimuleerd om de tanks die niet Milieudienst Zuidoost-Utrecht, kenmerk: ZEI1207.S008/ 397 pagina 20

22 meer in werking zijn te saneren. Informatie over de bij de gemeente bekende tanks is opgenomen op Geoloket en het archief van de omgevingsdienst. Tanks die niet meer worden gebruikt moeten worden verwijderd. De initiatiefnemer meldt bij de omgevingsdienst het voornemen om de tank te verwijderen. Bij deze melding stuurt hij een recent bodemonderzoek mee dat voldoet aan de dan geldende kwaliteitseisen. De omgevingsdienst ziet toe op een correcte uitvoering van de sanering. Indien de initiatiefnemer of aannemer tijdens de tanksanering (onverhoopt) een bodemverontreiniging ontdekt, legt hij het werk stil en neemt contact op met de Omgevingsdienst. Zie verder de paragrafen 5.3, 6.3 en 6.4. Figuur 5.2: Voorbeeld verwijdering tank (bron: Omgevingsdienst Regio Utrecht) Handhaving van het activiteitenbesluit is een wettelijke taak Actie: geen, voortzetting van bestaande werkwijze 5.3 Ongewone voorvallen Verontreinigingen die zijn veroorzaakt als gevolg van onverwachte, onvoorziene gebeurtenissen worden ongewone voorvallen genoemd. Het gaat hierbij vaak om calamiteiten zoals een lekkende vrachtwagen, brand etc. Ook voor bodemverontreiniging veroorzaakt door ongewone voorvallen geldt dat deze op grond van de zorgplicht (artikel 13, Wet bodembescherming) ongedaan moet worden gemaakt. Deze verplichting geldt ongeacht de ernst van de verontreiniging. De veroorzaker en/of de eigenaar van de locatie is verplicht het voorval te melden bij de gemeente of de provincie en is verantwoordelijk voor het nemen van passende maatregelen. Afhankelijk van de locatie waar het ongewone voorval heeft plaatsgevonden, is de gemeente, de provincie of het waterschap het bevoegde gezag. Voor ongewone voorvallen binnen inrichtingen geldt dat de vergunningverlener Wet milieubeheer (dit kan zowel de gemeente als de provincie zijn) het bevoegde gezag is. Voor ongewone voorvallen buiten inrichtingen geldt dat zowel de gemeente als de provincie het bevoegde gezag is. Voor ongewone voorvallen in oppervlaktewater (of waterbodem) is het waterschap het bevoegd gezag. Van belang is dat bij deze voorvallen een goede afstemming plaatsvindt tussen de gezagsdragers. Zie voor een overzicht van het bevoegde gezag bij bodemsanering ook tabel B2.2 in bijlage 2. Wanneer bij een calamiteit een zodanig gevaar voor het milieu optreedt, dat direct handelen noodzakelijk is, moet de betrokken veroorzaker / eigenaar de benodigde maatregelen nemen. Voor een adequate aanpak van bodemverontreiniging als gevolg van een calamiteit en om verspreiding te voorkomen zijn snelle acties gewenst. De eerstverantwoordelijke instantie voor aanpak direct na de calamiteit is doorgaans de brandweer of de politie (regionaal milieuteam) 12. Deze hulpdienst informeert vervolgens de gemeente (of omgevingsdienst) zo snel mogelijk, zodat zij 12 De politie beschikt over algemeen opsporingsambtenaren die gespecialiseerd zijn in milieuwetgeving. Zij werken samen met de buitengewoon opsporingsambtenaren van onder andere gemeenten en omgevingsdienst op het gebied van milieutoezicht. Milieudienst Zuidoost-Utrecht, kenmerk: ZEI1207.S008/ 397 pagina 21

23 handhavend en/of coördinerend kan optreden. De omgevingsdienst beoordeelt vervolgens of tijdens de calamiteit het risico aanwezig was dat de bodem verontreinigd is geraakt. Indien dit het geval is schrijft de omgevingsdienst de veroorzaker aan en verplicht hem een bodemonderzoek uit te laten voeren. Indien de veroorzaker niet bekend is voert de gemeente zelf een bodemonderzoek uit. Indien daadwerkelijk de bodem verontreinigd is, dient de veroorzaker de verontreiniging te saneren. De omgevingsdienst stemt de aanpak indien nodig af met de provincie Utrecht. Bovenstaande procedure treedt zelden in werking. De procedure is echter nog nooit geëvalueerd. Bij de evaluatie worden de volgende onderwerpen behandeld: - Verbetering 24-uurs bereikbaarheid; - Werkafspraken gemeente en omgevingsdienst. Handhavend optreden na een ongewoon voorval is een wettelijke taak. De huidige procedure dient geëvalueerd (inclusief verbetering 24-uurs bereikbaarheid) te worden en indien nodig geactualiseerd. Actie: evaluatie procedure (specifiek bodem) Planning: Melden bodemverontreiniging, onderzoeksplicht en zorgplicht De bewoners van de gemeente spelen een belangrijke rol bij de bescherming van de bodemkwaliteit. Indien een bewoner een bodemverontreiniging aantreft, is het belangrijk dat zij dit melden bij de gemeente of de omgevingsdienst, zodat zij passende maatregelen kunnen nemen. Daarnaast geldt de zorgplicht uit de Wet Bodembescherming uiteraard ook voor particulieren. Nieuwe bodemverontreinigingen dienen te worden voorkomen. Indien een particulier een nieuw geval van bodemverontreiniging veroorzaakt, zal de omgevingsdienst de particulier aanschrijven en eisen dat de particulier de verontreiniging opruimt. Het opleggen van een onderzoeksplicht en/of saneringsplicht bij een particulier is een wettelijke taak die in overleg met de provincie wordt uitgevoerd. De Omgevingsdienst wijst de inwoners van de gemeente op hun meldplicht Actie: Informeren inwoners op hun meldplicht Planning: Asbestverwijdering Om te voorkomen dat er bij sloopwerkzaamheden asbest vrijkomt, dat vervolgens mogelijk op of in de bodem terechtkomt, moet voorafgaand aan de sloop een inventarisatie worden uitgevoerd van al het in het gebouw aanwezige asbest 13. Deze inventarisatie dient uitgevoerd te worden door een gecertificeerd bureau (conform de SC-540). De verwijdering van het asbest moet vervolgens door een gecertificeerd asbestverwijderingsbedrijf worden uitgevoerd (conform de SC-530). Voor asbesthoudende materialen die onder risicoklasse 1 geldt een uitzondering. Hiervoor is geen asbestcertificaat verplicht, maar het bedrijf moet wel over aantoonbare asbestdeskundigheid beschikken. Figuur 5.3: Voorbeeld asbest (bron: Omgevingsdienst Regio Utrecht) 13 Voor het verwijderen van asbest in gebouwen moet een vergunning worden aangevraagd, zie artikel 2.2 van het Asbestverwijderingsbesluit. Hierin staat ook wanneer geen asbestinventarisatierapport is vereist. Milieudienst Zuidoost-Utrecht, kenmerk: ZEI1207.S008/ 397 pagina 22

24 Op grond van het bouwbesluit 2012 mogen particulieren zelf asbesthoudend materiaal verwijderen. Afhankelijk van de hoeveelheid (maximaal 35m 2 ) te verwijderen asbesthoudend materiaal, de staat waarin de materialen zich bevinden en de wijze van bevestiging, kan bij wijze van uitzondering worden volstaan met het verrichten van een sloopmelding bij de Omgevingsdienst. Het formulier voor de sloopmelding kan worden gedownload van de website van de omgevingsdienst of worden ingevuld bij de Omgevingsdienst Regio Utrecht in Zeist. De omgevingsdienst handelt vervolgens de sloopmelding af. Voor bedrijven geldt dat voor het slopen altijd een omgevingsvergunning noodzakelijk is. Het is particulieren en bedrijven niet toegestaan zonder melding/vergunning asbesthoudende materialen te verwijderen. De gemeente Zeist stelt in 2012 beleid vast waarin de taken en verantwoordelijkheden zijn beschreven rondom het thema asbest. De aanvraag van een omgevingsvergunning voor de activiteit slopen, het uitvoeren van een asbestinventarisatierapport en de uitzonderingsregel met betrekking tot particulieren zijn vastgelegd in de bouwverordening. De gemeente heeft geen beleid waarin de taken en verantwoordelijkheden zijn beschreven. Actie: Beschrijven asbestbeleid en protocollen gemeente en omgevingsdienst. Planning: Bescherming van het grondwater Afkoppelplan De gemeente Zeist heeft de ambitie om geleidelijk te groeien naar tenminste de landelijk gestelde doelstelling van 20% afkoppeling van het verhard oppervlak. Het afkoppelplan Zeist, duurzaam omgaan met hemelwater (2011), beschrijft de (on)mogelijkheden, methoden en technieken, effecten en randvoorwaarden voor de omgang met regenwater in de gemeente. Voor de periode tot en met 2020 worden concrete afkoppelprojecten/kansen aangegeven. De gemeente Zeist is medeondertekenaar van het Convenant afkoppelbeleid Utrechtse Heuvelrug. In dit convenant zijn afspraken gemaakt over de oppervlakken die in beginsel afgekoppeld kunnen worden, waarbij rekening wordt gehouden met effecten van verontreinigingen die met het hemelwater afstromen. Daarnaast is rekening gehouden met de aanwezige grondwaterwin- en grondwaterbeschermingsgebieden. Gebiedsdossiers In juni 2010 is landelijk afgesproken dat de provincies in de komende jaren gebiedsdossiers opstellen voor de (grond)waterwinningen voor drinkwater. De gebiedsdossiers worden opgesteld in samenwerking met andere belanghebbende partijen zoals gemeenten, drinkwaterbedrijven en waterschappen. In de gebiedsdossiers wordt alle relevante informatie voor een waterwinning voor drinkwater opgeslagen. Daarnaast wordt een analyse gemaakt van de mogelijke (toekomstige) bedreigingen voor de drinkwatervoorraad en wordt een lijst met maatregelen opgesteld om huidige en toekomstige bedreigingen tegen te gaan. De provincie heeft de regierol bij het opstellen en actualiseren van de gebiedsdossiers. Per vastgestelde maatregel wordt aangegeven welke partij (gemeente, provincie, waterschap, drinkwaterbedrijf) verantwoordelijk is voor de uitvoering. De dossiers moeten in 2012 gereed zijn. De gemeente Zeist is betrokken bij de gebiedsdossiers: Zeist, Bilthoven en Beerschoten. Milieudienst Zuidoost-Utrecht, kenmerk: ZEI1207.S008/ 397 pagina 23

25 6. Risico s beperken en saneren van aanwezige bodemverontreiniging Binnen de gemeente komen lokaal sterk verontreinigde locaties voor. Op sommige plekken is vastgesteld dat er sprake is van een sterk verontreinigde locatie, op andere plekken bestaat het vermoeden dat er sprake is van een (sterk) verontreinigde locatie. Soms komt een bodemverontreiniging als een verrassing. In hoeverre deze verontreinigingen milieuhygiënische risico s leveren voor mens, plant en dier, is niet alleen afhankelijk van de aard van de verontreinigende stoffen, maar ook van het gebruik van de verontreinigde locatie. Het gebruik van een moestuin, natuurgebied of een kinderspeelplaats is bijvoorbeeld kwetsbaarder dan het gebruik van een bedrijventerrein. Dit betekent ook dat grond niet per definitie schoon hoeft te zijn voor een bepaalde functie. Wanneer er sprake is van risico s, moet de bodem veilig worden gemaakt voor het beoogde gebruik door het nemen van passende sanerende maatregelen. Dit heet functiegericht saneren. Voorbeelden hiervan zijn het aanbrengen van een leeflaag en het voorkomen van verspreiding door gecontroleerde grondwateronttrekking. In onderstaande paragrafen staat beschreven op welke wijze de inventarisatie van verontreinigde locaties plaatsvindt en hoe wordt omgegaan met niet-ernstige gevallen. 6.1 Inventarisatie verontreinigde locaties en milieuhygiënische risico s Om een overzicht te krijgen van verontreinigde locaties en de mogelijke risico s bij het gebruik van deze locaties, zijn in het verleden diverse acties ondernomen op provinciale en gemeentelijke schaal en door het bedrijfsleven. De omgevingsdienst heeft met ISV-subsidie voor de gemeente Zeist een inventarisatie uitgevoerd van potentieel verdacht locaties (de zogenaamde HBB-lijst). Vervolgens zijn op de locaties die het meest verdacht waren bodemonderzoeken uitgevoerd (gesubsidieerd met ISV2 gelden). Binnen de gemeente Zeist waren dit 76 locaties. Voor de periode heeft de gemeente ISV3- subsidie (beschikking 2010INT258884, d.d. 21 mei 2010) ontvangen om die locaties te onderzoeken waar naar aanleiding van de eerdere bodemonderzoeken het vermoeden bestaat dat er sprake is van onaanvaardbare risico s voor de gezondheid, ecologie of verspreiding, zogenaamde potentiële spoedlocaties. Deze beschikking is verlengd tot 2014.De provincie Utrecht onderzoekt de potentiële spoedlocaties binnen het landelijk gebied. Op het moment van het opstellen van het Beleidskader bodem zijn de onderzoeken in een afrondende fase. Indien op basis van de onderzoeken vastgesteld wordt dat er sprake is van een onaanvaardbaar milieuhygiënisch risico, moeten minimaal maatregelen worden getroffen om dit risico te beheersen. Deze maatregelen moeten uiterlijk vóór 31 december 2015 worden gerealiseerd. De provincie Utrecht ziet toe op de uitvoering van deze maatregelen. Figuur 6.1: Mechanische booropstelling voor bodemonderzoek (Bron:Omgevingsdienst Regio Utrecht) Op het moment van het opstellen van het Beleidskader bodem is van zes verontreinigingslocaties door de provincie vastgesteld dat inderdaad sprake is van een spoedlocatie. Daarnaast moet één Milieudienst Zuidoost-Utrecht, kenmerk: ZEI1207.S008/ 397 pagina 24

26 verontreinigingslocatie nog nader worden onderzocht om dit te kunnen vaststellen. Een overzicht met de betreffende verontreinigingslocaties is weergegeven in tabel B3.2 in bijlage 3. Alle overige locaties worden niet met overheidssubsidie onderzocht en zullen te zijner tijd door de markt worden onderzocht en indien nodig gesaneerd. De gemeente onderzoekt de locaties binnen het stedelijk gebied waar mogelijk sprake is van een milieuhygiënisch onaanvaardbaar risico. Actie: Onderzoeken spoedlocaties (project wordt uitgevoerd met ISV3 subsidie) Periode: Voorkómen van risico s bij veranderend terreingebruik Bodem- en archeologietoets bij bestemmingsplannen De omgevingsdienst voert namens de gemeente bij elke wijziging van een bestemmingsplan een bodem- en archeologietoets uit. Tijdens de bodemtoets wordt gecontroleerd of de bodemkwaliteit van het plangebied geschikt is voor het voorgenomen gebruik. In het bestemmingsplan wordt gemotiveerd dat de bestemmings(functie) die in het bestemmingsplan wordt toegelaten past bij de aanwezige bodemkwaliteit. Bij de archeologietoets controleert de Omgevingsdienst of het aspect archeologie goed is beschreven in het bestemmingsplan. Het uitvoeren van de bodem- en archeologietoets bij bestemmingsplannen is een wettelijke taak Actie: geen, voortzetting van bestaande werkwijze Bodemtoets bij omgevingsvergunning voor het bouwen De gemeente is bevoegd gezag voor de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Om te voorkomen dat bouwwerken op verontreinigde grond worden gebouwd, bevat de Wabo in voorkomende gevallen de verplichting om een bodemonderzoek in te dienen bij een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen (voor sommige situaties (afhankelijk van omvang en type) bestaat er een vrijstelling. Het onderzoek is bedoeld om vast te stellen of de bodem geschikt is voor het beoogde gebruik. De omgevingsdienst controleert het bodemonderzoek in opdracht van de gemeente. In het nog op te stellen Handboek Bodem wordt een stroomschema opgenomen waarin is aangegeven wanneer een bodemonderzoek moet worden overlegd bij de aanvraag van een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen. Voor bouwwerken met een bouwoppervlak kleiner dan 50 m 2 op een niet voor bodemverontreiniging verdachte locatie hanteert de gemeente een vrijstelling voor het indienen van een bodemonderzoek. Wanneer sprake is van een (vermoeden van) ernstige bodemverontreiniging, dan treedt de afstemmingsregeling in werking. Dat wil zeggen de indiener wordt gevraagd aanvullend onderzoek te doen. Indien er sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging, dan moet de aanvrager een saneringsplan of een BUS-melding indienen bij de provincie Utrecht. Wanneer gebouwd wordt ter plaatse van een geval van niet-ernstige bodemverontreiniging in de grond (< 25 m 3 ), maar waar wel sprake is van een sterk verhoogd gehalte (> Interventiewaarde) voor één of meer onderzochte stoffen, adviseert de gemeente deze verontreiniging te verwijderen (zie ook paragraaf 6.3). Daarnaast neemt de gemeente in de omgevingsvergunning voor het bouwen voorwaarden op met betrekking tot de graafwerkzaamheden ter plaatse van sterk verontreinigde Milieudienst Zuidoost-Utrecht, kenmerk: ZEI1207.S008/ 397 pagina 25

27 grond (> Interventiewaarde). Denk daarbij aan de aanleg van de fundering, een kelder of een zwembad. Voorafgaand aan de graafwerkzaamheden moet de aanvrager een plan van aanpak indienen bij de omgevingsdienst. Grond met gehalten boven de interventiewaarden die wordt ontgraven mag niet worden herschikt/hergebruikt (zorgplicht artikel 13 Wbb), maar moet worden afgevoerd naar een erkende verwerker. De gemeente hanteert een vrijstelling voor het indienen van een bodemonderzoek bij bouwwerken met een bouwoppervlak < 50m 2 op een niet voor bodemverontreiniging verdachte locatie. Actie: vaststellen met Beleidskader bodem en bekendmaken van de regels ten aanzien van bouwen en bodemonderzoek bij de aanvragers. Planning: 2012 Archeologietoets bij omgevingsvergunning voor het bouwen De omgevingsdienst controleert of bij voorgenomen bouwwerkzaamheden bodemingrepen voorzien zijn, waardoor mogelijk aanwezige archeologische waarden aangetast kunnen worden. De omgevingsdienst controleert of bij de vergunningaanvraag de archeologische waarde van het plangebied in voldoende mate is vastgesteld, zodat B&W over voldoende informatie beschikken om een selectiebesluit te kunnen nemen. Verder toetst de omgevingsdienst de rapportages en Programma s van Eisen van de archeologische vooronderzoeken conform de bepalingen in de Monumentenwet 1988 (herzien in 2007), het gemeentelijk beleid en de vigerende versie van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA) zijn uitgevoerd. Bij de uitvoering van archeologisch onderzoek wordt in de regel de Archeologische Monumenten Zorg (AMZ) cyclus doorlopen. De AMZ-cyclus bestaat grofweg uit de volgende stappen: - Vooronderzoek, verkennende fase: bureauonderzoek. Doel hiervan is het opstellen van een gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel. Op basis van de resultaten van dit onderzoek beslist de bevoegde overheid of vervolgonderzoek noodzakelijk is (selectiebesluit). Indien de resultaten onvoldoende zijn voor een afgewogen selectiebesluit (c.q. de mogelijkheid bestaat dat archeologische resten aanwezig zijn op basis van archeologische, historische en geologische gegevens) volgt vervolgonderzoek. - Vooronderzoek, inventariserende fase: Inventariserend Veldonderzoek (IVO) door middel van boringen (verkennend, karterend en waarderend booronderzoek) of proefsleuven. Doel van het IVO is het toetsen en aanvullen van het eerder opgestelde specifieke verwachtingsmodel. Van eventuele aangetroffen archeologische resten wordt een waardestelling conform de normen van de KNA verricht. Op basis van de resultaten van het IVO beslist de bevoegde overheid over de te nemen vervolgstappen (selectiebesluit): behoud (vervolgonderzoek) vrijgave (geen vervolgonderzoek), of een combinatie van het voorgenoemde. - Definitief onderzoek: Indien besloten wordt tot vervolgonderzoek, vindt een archeologische opgraving of archeologische begeleiding plaats, waarna het archeologische onderzoek is afgerond. Indien besloten wordt tot behoud ter plaatse worden beschermende maatregelen genomen en/of een beheersplan opgesteld en vindt periodiek monitoring plaats. Bij een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen (maar ook aanleggen, en ondergronds slopen) moet een rapport worden aangeleverd waarin de archeologische waarde van een gebied in voldoende mate wordt vastgesteld. Om dit te realiseren dient de AMZ-cyclus te worden doorlopen tot aan het Milieudienst Zuidoost-Utrecht, kenmerk: ZEI1207.S008/ 397 pagina 26

28 moment waarop door het bevoegd gezag besloten kan worden of archeologische resten behouden dienen te worden of dat het behoud niet noodzakelijk is (selectiebesluit). Indien wordt besloten tot het behoud van archeologische resten worden voorschriften met betrekking tot behoud, zoals het voorschrift tot het uitvoeren een archeologische opgravingg of een archeologische begeleiding) opgenomen in de omgevingsvergunning. De rapporten van deze definitieve onderzoeken worden niet geleverd bij de vergunningaanvraag. Figuur 6.2: Schematisch overzicht AMZ-cycles Het uitvoeren van de archeologietoets bij omgevingsvergunning voor het bouwen is een wettelijke taak Actie: geen, voortzetting van bestaande werkwijze 6.3 Werkwijze bij gevallen van ernstige bodemverontreiniging De sanering van een geval van ernstige bodemverontreiniging 14 moet worden afgestemd met de provincie Utrecht door het indienen van een saneringsplan of een BUS-melding. Meer informatie hierover staat op de website van de provincie ( Beschikkingen van de provincie De provincie Utrechtt neemt als bevoegd gezag in het kader van de Wet bodembescherming beschikkingen op bodemonderzoek, saneringsplannen en saneringsevaluaties. De provincie meldt de publicatie van alle beschikkingenn in een huis-aan-huis-blad, Daarnaast ontvangt de gemeente Zeist een kopie van deze en legt de stukken voor de beschikking ter inzage op het Provinciehuis in Utrecht. stukken ter inzage legging op het gemeentehuis. 14 Er is sprake van een geval van ernstigee bodemverontreiniging bij meer dan 25 m 3 sterk verontreinigde grond en/of 100 m 3 sterk verontreinigd grondwater. Bij een sterke verontreiniging ligt de concentratie van de verontreinigende stof boven de Interventiewaarde. Dit is een wettelijk vastgelegde toetsingswaarde. Milieudienst Zuidoost-Utrecht, kenmerk: ZEI1207.S008/ 397 pagina 27

29 De omgevingsdienst ontvangt een afschrift van alle beschikkingen, controleert de beschikkingen en ziet toe op de belangen van de gemeente en haar inwoners. Indien nodig wordt een zienswijze of bezwaarschrift ingediend. Beschikkingen van de provincie Utrecht, waarbij gemeentelijke belangen een rol spelen, worden gecontroleerd door de omgevingsdienst. Actie: geen, voortzetting van bestaande werkwijze Om het veilig gebruik van de verontreinigde locatie te borgen, geeft de provincie in de beschikking aan welke gebruiksbeperkingen van toepassing zijn. Informatie over de ingeschreven beperkingenbesluiten is verkrijgbaar bij de provincie, bij één van de kadasterkantoren in Nederland of on-line via Melding (vermoedelijke) gevallen van ernstige bodemverontreiniging De gemeente is volgens de Wet bodembescherming (Wbb; artikel 41) verplicht om gevallen van (vermoedelijke) ernstige bodem- en grondwaterverontreiniging te melden bij het bevoegd gezag Wbb, de provincie Utrecht. Indien noodzakelijk, neemt de provincie vervolgmaatregelen door het aanschrijven van de eigenaar van het verontreinigde perceel tot het uitvoeren van nader bodemonderzoek en/of sanerende maatregelen. De omgevingsdienst meldt namens de gemeente (vermoedelijke) gevallen van ernstige bodemverontreiniging. De omgevingsdienst meldt namens de gemeente alle gevallen van (vermoedelijke) ernstige bodemverontreiniging bij de provincie Utrecht. Actie: geen, voortzetting van bestaande werkwijze 6.4 Saneren van niet-ernstige bodemverontreiniging De provincie Utrecht is bevoegd gezag voor het saneren van verontreinigde bodem. Een uitzondering is gemaakt voor het saneren van niet-ernstige gevallen van bodemverontreiniging 15. De sanering van een niet-ernstig geval van bodemverontreiniging valt vaak samen met het bouwrijp maken of herinrichten van terreinen. Vrijkomende grond die niet toepasbaar 16 is op de locatie moet worden afgevoerd naar een andere toepassingslocatie in de regio of naar een vergunde inrichting of erkende verwerker. De regels die de gemeente hierbij hanteert zijn nog niet vastgelegd. De omgevingsdienst stelt voor om onderstaande werkwijze en regels vast te stellen. De gemeente adviseert de initiatiefnemer de niet-ernstig verontreinigde grond met concentraties boven de interventiewaarde altijd, ook wanneer geen sprake is van samenloop met graafwerkzaamheden, te verwijderen en af te voeren naar een vergunde inrichting of erkende verwerker. Eventuele contactmogelijkheden met de sterk verontreinigde grond in de toekomst wordt hiermee voorkomen. Dit advies neemt de gemeente op in de omgevingsvergunning. 15 Er is sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging bij meer dan 25 m 3 sterk verontreinigde grond en/of 100 m 3 sterk verontreinigd grondwater. Bij een sterke verontreiniging ligt de concentratie van de verontreinigende stof boven de Interventiewaarde. Alle overige gevallen zijn niet-ernstige bodemverontreinigingen. 16 In de Nota bodembeheer en het Besluit bodemkwaliteit zijn regels opgenomen voor het toepassen van grond op een locatie. Milieudienst Zuidoost-Utrecht, kenmerk: ZEI1207.S008/ 397 pagina 28

30 De sanering van een niet-ernstig geval van bodemverontreiniging moet minimaal vijf werkdagen vóór de start van de werkzaamheden bij de omgevingsdienst worden gemeld. De melding dient voorzien te zijn van een beknopt plan van aanpak. Na afronding van de werkzaamheden moet een beknopt evaluatieverslag worden opgesteld. Dit verslag moet binnen vier weken toegestuurd worden aan de omgevingsdienst. In het nog op te stellen Handboek Bodem wordt opgenomen aan welke eisen het plan van aanpak en de saneringsevaluatie moeten voldoen. De aanwezigheid van een milieukundig begeleider en/of een voor bodemsanering erkende aannemer is niet verplicht, maar wordt door de gemeente wel geadviseerd. Voor het afvoeren van niet-ernstig verontreinigde grond naar een vergunde inrichting of erkend verwerker dient een plan van aanpak ingediend te worden bij de omgevingsdienst. Na afloop van de sanering dient een evaluatieverslag te worden ingediend bij de omgevingsdienst. Actie: vaststellen met Beleidskader bodem Planning: Saneren en archeologie De verantwoordelijkheid voor het beheer van archeologie ligt op basis van de Wet op de archeologische monumentenzorg (WAMZ) en de Wro voornamelijk bij de gemeenten. De gemeente Zeist heeft in 2008 een archeologische verwachtings- en beleidsadvieskaart opgesteld en in 2009 de nota Archeologische Monumentenzorg. In deze regels is vastgelegd wanneer archeologisch onderzoek noodzakelijk is. Ruim voorafgaand aan het starten van een sanering dient te worden getoetst of de sanering gelegen is in een archeologisch waardevol gebied. Indien dit het geval is, moet een vergunning worden aangevraagd. Het voorafgaand aan de sanering, of tijdens de sanering uit te voeren archeologisch onderzoek dient te worden uitgevoerd door een archeologisch bureau dat in bezit is van een opgravingsvergunning. Ook voorafgaand aan een archeologische opgraving moet worden getoetst of de opgravingslocatie in een (mogelijk) ernstig verontreinigd gebied ligt. Het is niet zonder meer toegestaan graafwerkzaamheden uit te voeren in (mogelijk) ernstig verontreinigde grond. Dergelijke graafwerkzaamheden moeten door middel van een saneringsplan worden afgestemd met de provincie Utrecht, het bevoegd gezag Wet bodembescherming. Voor bovenstaande processen zijn werkafspraken gemaakt tussen de gemeente en de omgevingsdienst. Figuur 6.3: Opgraving voor kinderen georganiseerd door de gemeente Zeist en Omgevingsdienst Regio Utrecht. Bron: Omgevingsdienst). Er moeten werkafspraken komen om te borgen dat bij saneringen archeologische waarden in acht worden genomen en om te borgen dat bij archeologische opgravingen in sterk verontreinigde grond afdoende maatregelen worden genomen. Actie: werk afspraken maken Planning 2012 Milieudienst Zuidoost-Utrecht, kenmerk: ZEI1207.S008/ 397 pagina 29

31 6.6 De gemeente Zeist als opdrachtgever en uitvoerder De gemeente is naast beleidsmaker en toezichthouder ook opdrachtgever van projecten. Gronden worden aan- en verkocht, projecten worden ontwikkeld en rioleringen worden aangelegd. In deze paragraaf worden regels beschreven die de gemeente Zeist voor zichzelf hanteert wanneer de gemeente de rol heeft van opdrachtgever of uitvoerder. Grondtransacties Indien de gemeente als (ver)koper betrokken is bij een grondtransactie op basis waarvan er bebouwing op het terrein kan worden gerealiseerd, dient er van het betreffende terrein een verkennend bodemonderzoek (conform de NEN5740) beschikbaar te zijn. De omgevingsdienst controleert het onderzoek namens de gemeente. Wanneer geen geschikt bodemonderzoek aanwezig is, laat de omgevingsdienst namens de gemeente een bodemonderzoek uitvoeren. Door het uitvoeren van een onderzoek wordt de kans verkleind dat de gemeente ongewenst een perceel aankoopt met daarop een (onbekende) bodemverontreiniging of een terrein verkoopt met bodemverontreiniging. Beleidslijnen De gemeente Zeist hanteert bij de aan- en verkoop van onroerende zaken de volgende beleidslijnen: 1. Er vindt geen transactie plaats zonder voldoende kennis van de kwaliteit van de bodem ter plaatse. Dit wordt vastgesteld met een historisch onderzoek (voor percelen < 100 m 2 ), een verkennend bodemonderzoek volgens de norm NEN 5740 (voor verdachte percelen en voor onverdachte percelen > 100 m 2 ) en indien nodig een nader bodemonderzoek. 2. Partijen dienen, voordat de overdracht plaatsvindt, met de omgevingsdienst af te stemmen op welke wijze het bodemonderzoek wordt uitgevoerd en (indien nodig) welke saneringsdoelstelling wordt gehanteerd. 3. Bodemonderzoek voor de overdracht vindt in principe door c.q. in opdracht van de verkoper plaats. 4. De onroerende zaak wordt zodanig geleverd dat de bodem ter plaatse geschikt is voor het beoogde gebruik (functie) en geen risico oplevert voor de volksgezondheid en/of het milieu. 5. Saneringen van ernstige gevallen worden - met medeweten / goedkeuring van de provincie - in principe voor het moment van overdracht tot tevredenheid van betrokken partijen door de verkoper uitgevoerd. 6. Saneringen van niet-ernstige gevallen worden met medeweten / goedkeuring van de omgevingsdienst in principe voor het moment van overdracht tot tevredenheid van betrokken partijen door de verkoper uitgevoerd. 7. Alle relevante onderzoeks- en saneringsrapporten worden aan het (ver)koopcontract gehecht. Hierbij wordt een verjaringstermijn aangehouden van 2 tot maximaal 5 jaar. Deze termijn is afhankelijk van de verontreinigingssituatie en het gebruik van het terrein na uitvoering van het bodemonderzoek 17. Bij aankoop en verkoop van onroerende goederen laat de gemeente altijd een bodemtoets uitvoeren door de omgevingsdienst. Hiermee stelt de omgevingsdienst vast of sprake is van een onverdachte locatie of een verdachte locatie, of er voldoende onderzoek is uitgevoerd en wat de milieuhygiënische bodemkwaliteit van het perceel is.. De gemeente laat bodemonderzoeken uitvoeren bij grondtransacties (> 100 m 2 ). Bij kleine transacties wordt volstaan met een historisch onderzoek. Saneringsdoelstellingen worden afgestemd met de omgevingsdienst. Actie: geen, voortzetting bestaande werkwijze. 17 Voorbeelden: voor een onverdacht terrein kan een verjaringstermijn van 5 jaar worden aangehouden, voor een bedrijfsterrein met voor bodemverontreiniging verdachte activiteiten geldt een verjaringstermijn van 2 jaar. Milieudienst Zuidoost-Utrecht, kenmerk: ZEI1207.S008/ 397 pagina 30

32 7. Communicatie Om gemeentelijk beleid te realiseren is inzet nodig van de gemeente en de omgevingsdienst, bewoners, bedrijven en andere organisaties. Uitwisseling van informatie tussen gemeente, omgevingsdienst, bewoners, bedrijven en organisaties is hierbij van groot belang. Daarnaast moeten de verschillende relevante afdelingen van de gemeente en omgevingsdienst op de hoogte zijn van het Beleidskader bodem en het Handboek Bodem. Deze paragraaf beschrijft op welke wijze de communicatie extern en intern plaatsvindt. 7.1 Externe communicatie Verstrekking bodeminformatie Zoals eerder beschreven in paragraaf is bij makelaars, adviesbureaus en inwoners behoefte aan bodeminformatie. Het Geoloket op de website van de omgevingsdienst ( voorziet in deze eerste behoefte. Indien gewenst, kunnen aanvullende gegevens worden opgevraagd en/of kan het archief worden geraadpleegd bij de omgevingsdienst in Zeist. Van sommige locaties kunnen zich ook gegevens bevinden in het archief van de gemeente Zeist. Het (nog op te stellen) Handboek bodemtaken en de website van de omgevingsdienst bevatten meer informatie over het opvragen en raadplegen van bodeminformatie. Op de website van de gemeente Zeist ontbreekt een verwijzing naar het Geoloket. Alle bij de omgevingsdienst aanwezige bodeminformatie is in principe openbaar. In uitzonderlijke gevallen kan het zijn dat de informatie vertrouwelijk wordt behandeld omdat de verstrekker daar om heeft gevraagd (zie hoofdstuk V, artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur). De informatie voor de aanvrager wordt kosteloos verstrekt zodat de drempel om de informatie op te vragen zo laag mogelijk is en zoveel mogelijk voortgebouwd wordt op de beschikbare bodeminformatie. Daarnaast is bodeminformatie met betrekking tot de gemeente Zeist beschikbaar via het landelijke ( en provinciale bodemloket ( De gemeente zorgt voor een goed te raadplegen en actuele informatievoorziening op het gebied van bodem voor inwoners, bedrijven en medewerkers van de gemeente en de omgevingsdienst. De omgevingsdienst voert deze taak uit namens de gemeente. Het leveren van bodeminformatie is een wettelijke taak en wordt kosteloos verstrekt. Via de website van de gemeente en omgevingsdienst wordt duidelijk gemaakt waar de informatie zich bevindt. Actie: Op de website van de gemeente verwijzen naar het Geoloket Planning: Informatie op de website Op de website van de omgevingsdienst ( staat informatie over verschillende bodemthema s, zoals: risico s van asbest en de regelgeving over de verwijdering van asbesthoudende materialen; toepassen van grond in de gemeente; bodemonderzoek en bodemsanering; ondergrondse tanks en de regelgeving met over de sanering daarvan; grondwaterbescherming; archeologie. Milieudienst Zuidoost-Utrecht, kenmerk: ZEI1207.S008/ 397 pagina 31

33 De website van de gemeente moet een duidelijke link hebben naar de website van de omgevingsdienst en het bodeminformatiesysteem. De informatie op de website van de omgevingsdienst wordt jaarlijks geëvalueerd en indien nodig aangepast. Bewoners en bedrijven uit de gemeente Zeist kunnen voor meer informatie over bodemgerelateerde onderwerpen ook rechtstreeks contact opnemen met de omgevingsdienst. De omgevingsdienst verstrekt informatie over bodemthema s aan de gemeente en derden en controleert de teksten op de website(s). Op de website van de gemeente Zeist wordt duidelijk doorverwezen naar de informatie op de website van de omgevingsdienst en het bodeminformatiesysteem. Actie: aanpassen huidige website (gemeente) en jaarlijks controle teksten op website omgevingsdienst Planning: continu Publicaties in lokale media De gemeente Zeist publiceert relevante artikelen over bodemonderwerpen op de gemeentepagina in De Nieuwsbode Zeist. Het doel hiervan is om mensen attent te maken op de informatie die beschikbaar is, en waarvoor deze gebruikt kan of moet worden. Relevante bodemthema s worden gepubliceerd op de gemeentepagina in De Nieuwsbode Zeist. Actie: publicatie bodemthema. Planning: jaarlijks Afstemming met provincie Utrecht De provincie Utrecht is bevoegd gezag Wet bodembescherming en bij activiteiten in grondwaterbeschermingsgebieden. Alhoewel de bevoegdheden duidelijk zijn, is afstemming met de provincie noodzakelijk. Deze afstemming vindt plaats op beleidsniveau (ontwikkeling nieuw provinciaal beleid en PMV) en uitvoeringsniveau (aanpak spoedlocaties). Er vindt regelmatig afstemming plaats met de provincie over bodemgerelateerde onderwerpen. Actie: geen, voortzetting van bestaande werkwijze 7.2 Interne communicatie Het is belangrijk dat het Beleidskader bodem en het Handboek bodemtaken bekend zijn bij de relevante afdelingen binnen de gemeente en de omgevingsdienst. Om dit te realiseren worden na vaststelling van het beleid een handboek Bodem opgesteld (in samenwerking met de afdelingen Strategie & Beleid, Leefomgeving & Welzijn en het Projectbureau). Jaarlijks wordt dit beleidskader (en handboek) geëvalueerd. Tijdens de evaluatie worden de volgende vragen beantwoord: Zijn de teksten in het beleidskader actueel? Zijn de acties uitgevoerd? Is het handboek helder en werkbaar? De omgevingsdienst stelt voor de medewerkers van de front office een lijst samen, waarop vragen en antwoorden staan, die veelvuldig gesteld worden door derden. Het handboek en het beleidskader worden gepresenteerd aan de relevante medewerkers van de gemeente. Milieudienst Zuidoost-Utrecht, kenmerk: ZEI1207.S008/ 397 pagina 32

34 Communicatie over het Beleidskader bodem en het Handboek bodemtaken is een belangrijke voorwaarde voor het behalen van de doelstellingen en speerpunten van het gemeentelijk bodembeleid. Actie: organiseren presentaties voor relevante afdelingen binnen de gemeente en de omgevingsdienst Planning: na vaststellen Beleidskader bodem 8. Uitvoeringsprogramma en vervolg In voorgaande hoofdstukken is het bodembeleid van de gemeente Zeist beschreven. De uitwerking van het beleid staat beschreven in het (nog op te stellen) Handboek Bodemtaken Gemeente Zeist. De acties die voortkomen uit het beleidskader zijn opgenomen in bijlage 1. De kosten voor de uitvoering worden gedekt uit het meerjarenprogramma. Milieudienst Zuidoost-Utrecht, kenmerk: ZEI1207.S008/ 397 pagina 33

35 BIJLAGE 1. Acties Beleidskader bodem Zeist Paragraaf Samenvatting Actie Planning Financiering 2.1 Beleid met betrekking tot bodem en Actief bijhouden landelijke en Continu MJP ondergrond is in ontwikkeling. provinciale ontwikkelingen met betrekking tot de thema s bodemvisie en ondergrond (door de omgevingsdienst) Het grondstromen beleid staat Vaststellen Nota gelijktijdig met MJP beschreven in de Nota bodembeheer bodembeheer door de gemeenteraad dit beleidskader De omgevingsdienst is namens de De omgevingsdienst stelt een 2012 MJP gemeente belast met de handhaving van het Besluit bodemkwaliteit. Handhaving van het Besluit is een wettelijke taak. werkplan handhaving Besluit bodemkwaliteit op en houdt toezicht op het Besluit bodemkwaliteit. 4.3 Vanaf 1 januari 2013 treedt het besluit Onderzoeken of het opstellen MJP bodemenergiesystemen in werking. Hiermee krijgen de gemeenten de mogelijkheid om interferentiegebieden aan te wijzen en beleidsregels op te stellen. van beleidsregels voor bodemenergie nodig is. 4.4 Het Rijk en de provincie maken een Gemeentelijk inbreng op beide heden MJP structuurvisie op de ondergrond structuurvisies realiseren vaststellen structuurvisies Het bodembeleid verandert Opstellen plan transitie 2013 MJP bodem binnen de gemeente Zeist 5.3 Handhavend optreden na een Evaluatie procedure (specifiek MJP ongewoon voorval is een wettelijke taak. De huidige procedure dient geëvalueerd te worden en indien nodig geactualiseerd bodem) Het opleggen van een Informeren inwoners op hun 2012 MJP onderzoeksplicht en/of saneringsplicht bij een particulier is een wettelijke taak die in overleg met de provincie wordt uitgevoerd. De Omgevingsdienst wijst de inwoners van de gemeente op hun meldplicht meldplicht 5.4 De aanvraag van een omgevingsvergunning voor de activiteit slopen, het uitvoeren van een asbestinventarisatierapport en de uitzonderingsregel met betrekking tot particulieren zijn vastgelegd in de bouwverordening. De gemeente heeft Beschrijven asbestbeleid en protocollen gemeente en omgevingsdienst 2012 MJP Milieudienst Zuidoost-Utrecht, kenmerk: ZEI1207.S008/ 397 pagina 34

36 Paragraaf Samenvatting Actie Planning Financiering geen beleid waarin de taken en verantwoordelijkheden zijn beschreven. 6.1 De gemeente onderzoekt de locaties binnen het stedelijk gebied waar mogelijk sprake is van een milieuhygiënisch onaanvaardbaar risico. 6.2 De gemeente hanteert een vrijstelling voor het indienen van een bodemonderzoek bij bouwwerken met een bouwoppervlak < 50m 2 op een niet voor bodemverontreiniging verdachte locatie. 6.4 Voor het afvoeren van niet-ernstig verontreinigde grond naar een vergunde inrichting of erkend verwerker dient een plan van aanpak ingediend te worden bij de omgevingsdienst. Na afloop van de sanering dient een evaluatieverslag te worden ingediend bij de omgevingsdienst. 6.5 Er moeten werkafspraken gemaakt hoe geborgd wat dat saneringen niet plaatsvinden in archeologisch waardevolle gebieden en archeologische opgravingen niet plaatsvinden in sterk verontreinigde grond De gemeente zorgt voor een goed te raadplegen en actuele informatievoorziening op het gebied van bodem voor inwoners, bedrijven en medewerkers van de gemeente en de omgevingsdienst. De omgevingsdienst voert deze taak uit namens de gemeente. Het leveren van bodeminformatie is een wettelijke taak en wordt kosteloos verstrekt. Via de website van de gemeente en omgevingsdienst wordt duidelijk gemaakt waar de informatie bevindt De omgevingsdienst verstrekt informatie over bodemthema s aan de gemeente en derden en controleert de teksten op de website(s). Op de Onderzoeken spoedlocaties (project wordt uitgevoerd met ISV3 subsidie) ISV3, MJP Vaststellen met Beleidskader 2012 MJP bodem en bekendmaken van de regels ten aanzien van bouwen en bodemonderzoek bij de aanvragers. Vaststellen met Beleidskader 2012 MJP bodem Werkafspraken maken 2012 MJP Op de website van de 2012 MJP gemeente verwijzen naar Geoloket Aanpassen huidige website (gemeente) en jaarlijks controle teksten op website Omgevingsdienst Continu MJP Milieudienst Zuidoost-Utrecht, kenmerk: ZEI1207.S008/ 397 pagina 35

37 Paragraaf Samenvatting Actie Planning Financiering website van de gemeente Zeist wordt duidelijk doorverwezen naar de informatie op de website van de Omgevingsdienst en het bodeminformatiesysteem Relevante bodemthema s worden Publicatie bodemthema Jaarlijks MJP gepubliceerd op de gemeentepagina in De Nieuwsbode Zeist. 7.2 Communicatie over het Beleidskader bodem en het Handboek bodemtaken is een belangrijke voorwaarde voor het behalen van de doelstellingen en speerpunten van het gemeentelijk bodembeleid. Organiseren presentaties voor relevante afdelingen binnen de gemeente en de omgevingsdienst Na vaststellen Beleidskader bodem MJP Milieudienst Zuidoost-Utrecht, kenmerk: ZEI1207.S008/ 397 pagina 36

38 BIJLAGE 2. Toelichting beleidsdocumenten en wetgeving In bijlage 2 is een toelichting opgenomen van de belangrijkste beleidsdocumenten en wetgeving. Tabel 2.1 fungeert als leeswijzer voor deze bijlage. Onderwerp pagina Beleid 2 Convenant bodemontwikkelingsbeleid en aanpak spoedlocaties 2 Nota uitvoeringsbeleid bodem Provinciaal uitvoeringsprogramma Convenant 4 Wet- en regelgeving 5-1. Saneren 5 Wet bodembescherming 5 Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen bij onroerende zaken (Wkpb) 8-2. Beschermen 8 Wet milieubeheer 8 Asbestverwijderingsbesluit Wabo: wet algemene bepalingen omgevingsrecht 9 Wet ruimtelijke ordening (Wro) 9 Wet op de archeologische monumentenzorg (Wamz) 9-3. Beheren 10 Besluit bodemkwaliteit 10 Provinciale regels 12 Provinciale milieuverordening (PMV) jaarszone 12 Grondwatervisie Utrechtse Heuvelrug 13 Bijzondere zorgplicht 13 Milieudienst Zuidoost-Utrecht, kenmerk: ZEI1207.S008/ 397 pagina 37

39 Beleid Convenant bodemontwikkelingsbeleid en aanpak spoedlocaties. Het convenant is ingedeeld in drie hoofdonderwerpen: ondergrond, gebiedsgericht grondwaterbeheer en bodemsanering. 1. Ondergrond In het kader van het convenant heeft het Rijk een visie op duurzaam gebruik van de ondergrond opgesteld. Deze visie gaat uit van een functiegerichte benadering. Dit betekent dat het gebruik van de ondergrond moet worden afgezet tegen de functies die de ondergrond voor de samenleving vervult, en de kwaliteiten en waarden die de bodem bezit en die ook behouden dienen te blijven voor toekomstige generaties. Om duurzaam gebruik van de ondergrond te stimuleren is het de rol van het Rijk om ondersteunend te zijn aan de andere overheden, zodat op dat schaalniveau de ruimtelijke afweging wordt gemaakt. 2. Gebiedsgericht grondwaterbeheer Gebiedsgericht grondwaterbeheer is een beleidskader waarin het integraal en duurzaam inrichten van het beheer van het grondwater binnen een begrensd gebied wordt uitgevoerd. En wel zodanig dat activiteiten met grondwater en ingrepen op het grondwater gekoppeld aan milieudoelstellingen, (herstel)natuur en de ruimtelijke en economische ontwikkelingen, geïntegreerd en systeemgericht worden uitgevoerd voor de lange termijn. 3. Bodemsanering. Een belangrijke afspraak uit het bodemconvenant is dat de bevoegde overheden ervoor zorgen dat de humane spoedlocaties 18 uiterlijk in 2015 zijn gesaneerd, dan wel tenminste dat (tijdelijke) maatregelen zijn genomen om de risico s die de verontreinigingen veroorzaken te beheersen. Daarnaast moeten de bevoegde overheden er voor zorgen dat uiterlijk in 2015 alle overige spoedlocaties (met ecologische of verspreidingsrisico s) in kaart zijn gebracht. Hierbij moet per locatie worden aangegeven welke maatregelen zijn genomen, of zijn voorzien, om deze risico s te beheersen. Meer informatie over het convenant is te vinden op de bodempagina van de website van Agentschap NL ( 18 Een spoedlocatie is een locatie met een bodemverontreiniging die bij het huidige gebruik van de locatie onaanvaardbare risico s oplevert, of dreigt op te leveren, ten aanzien van mens (humane risico s), plant of dier (ecologische risico s) of verspreiding via het grondwater. Milieudienst Zuidoost-Utrecht, kenmerk: ZEI1207.S008/ 397 pagina 38

40 Nota uitvoeringsbeleid bodem 2009 De provinciale invulling van het bodemsaneringsbeleid staat beschreven in de Nota uitvoeringsbeleid bodem Het provinciaal beleid is gericht op het bereiken en gebruiken van een bodem die geen risico s oplevert voor mens, plant en dier en een bodem- en grondwaterkwaliteit die geschikt is voor het realiseren van de maatschappelijke en ruimtelijke opgaven. Onderstaande punten zijn provinciaal beleid: De provincie eist voor het verkrijgen van een beschikking op een saneringsplan een risicobeoordeling op basis van Sanscrit. De provincie stelt nadere eisen aan het toepassen van een leeflaag op immobiele verontreinigingen. Hergebruik van ernstig verontreinigde grond als bodem is niet tegenstaan, behalve als het gaat om het verplaatsen van deze grond binnen één geval van bodemverontreiniging. De provincie wil voorkomen dat verontreinigingen zich naar en via het grondwater verspreiden. Hiervoor heeft de provincie aanvullende beleidsregels geformuleerd. In geval van een stabiele eindsituatie worden expliciet de te bereiken eind concentraties van de restverontreinigingen benoemd. Onder bepaalde voorwaarden hoeft geen beschikking te worden aangevraagd indien het terugvalscenario tijdens een sanering in werking treedt. Het bepalen van saneringsdoelstelling voor bestaande grondwaterverontreinigingen in beschermingsgebieden is maatwerk. In het algemeen worden strengere doelstellingen geëist. De geldigheidsduur van bodemonderzoekrapportages die deel uitmaken van een beschikt saneringsplan is beperkt wanneer het mobiele stoffen betreft. De provincie hanteert in principe de door de gemeenteraad op grond van het Besluit bodemkwaliteit vastgelegde Lokale Maximale Waarden voor de toepassing van grond en bagger als terugsaneerwaarden bij saneringen. Betreffende het toepassen van verontreinigde grond en bagger in waterwingebieden en kwetsbare en zeer kwetsbare - grondwaterbeschermingsgebieden worden aanvullende provinciale regels vastgelegd in de provinciale milieu verordening (PMV). De provincie Utrecht heeft de beleidsnotitie Mobiel reinigen van asbest in de provincie Utrecht opgesteld die als toetsingskader wordt gebruikt bij het afgeven van vergunningen voor het reinigen van asbesthoudend materiaal. De Nota uitvoeringsbeleid bodem 2009 is te downloaden via de website van de provincie Utrecht, zoekterm Nota uitvoeringsbeleid bodem. Milieudienst Zuidoost-Utrecht, kenmerk: ZEI1207.S008/ 397 pagina 39

41 Provinciaal uitvoeringsprogramma Convenant De provincie Utrecht heeft naar aanleiding van het Convenant bodemontwikkelingsbeleid en aanpak spoedlocaties het Provinciaal uitvoeringsprogramma Convenant opgesteld. In dit uitvoeringsprogramma beschrijft de provincie de provinciale invulling ten aanzien van: De afronding van de bodemsaneringsoperatie. De provincie voert als budgethouder Wet bodembescherming (Wbb) hierover de regie. De komende jaren worden de bodemverontreinigingen die een ontoelaatbaar risico vormen voor mens en milieu (de zogenaamde spoedlocaties) onderzocht. Bovendien worden noodzakelijke maatregelen getroffen of voorbereid om deze risico s weg te nemen dan wel te beheersen. De gemeenten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van het bodemsaneringsprogramma in het stedelijk gebied. De integrale gebiedsgerichte benadering van het grondwater. In een aantal gebieden binnen de provincie zal de provincie Europese, nationale en provinciale doelstellingen omzetten naar een gebiedsaanpak. De provincie is bevoegd om beleid en regels op te stellen in grondwaterbeschermingsgebieden. De provinciale uitwerking van de strategische visie op bodem en ondergrond door het opstellen van gebiedsagenda s, samen met partners in de verschillende regio s van de provincie. In 2009 heeft de provincie een strategische visie op de bodem (een provinciale Bodemvisie) opgesteld, waarbij de drie pijlers van het provinciale bodembeleid (bodembeheer, bodembescherming en bodemsanering) worden uitgewerkt in relatie tot de kwaliteit en de gewenste functie van de bodem. Het doel van de Bodemvisie is het bevorderen van een duurzaam bodemgebruik dat is gebaseerd op evenwicht tussen het beschermen en benutten van de eigenschappen en kwaliteiten van de bodem. De provincie formuleert in de Bodemvisie haar ambities voor de volgende thema s: o bodem en ontwikkeling van de ruimte; o bestaand bodemgebruik aansluiten bij eigenschappen en kwaliteitseisen van het bodemen watersysteem; o bodem in balans in het veenweidegebied; o energie uit de bodem. De tijdshorizon van de Bodemvisie is gesteld op het jaar Het provinciaal uitvoeringsprogramma convenant is te downloaden via de website van de provincie Utrecht, zoekterm uitvoeringsprogramma convenant. Milieudienst Zuidoost-Utrecht, kenmerk: ZEI1207.S008/ 397 pagina 40

42 Wet- en regelgeving De bodem gerelateerde Nederlandse wet- en regelgeving kan worden onderverdeeld in: 1. saneren: het wegnemen van risico s naar aanleiding van een bodemverontreiniging; 2. beschermen: het nemen van maatregelen om de bodem te beschermen; 3. beheren: afspreken om de bodem te beheren. In onderstaande paragrafen wordt een toelichting gegeven op de verschillende wet- en regelgeving. 1. Saneren Wet bodembescherming De Wet bodembescherming (Wbb) bevat vrijwel de gehele regelgeving met betrekking tot bodemverontreiniging. De regelgeving over waterbodemverontreiniging is per 22 december 2009 in de Waterwet ondergebracht. De Wbb maakt onderscheid in bestaande en nieuwe gevallen van bodemverontreiniging. De scheidslijn tussen bestaande en nieuwe verontreiniging ligt op de datum van inwerkingtreding van de Wbb op 1 januari 1987: Het laten ontstaan van nieuwe verontreiniging is niet toegestaan. Volgens het zorgplichtartikel van de Wbb (artikel 13) moet de veroorzaker alle nieuwe verontreiniging zo spoedig mogelijk verwijderen. Voor bestaande gevallen van bodemverontreiniging geldt dat in ieder geval sanerende maatregelen moeten worden getroffen om onaanvaardbare milieuhygiënische risico s weg te nemen. Hierbij wordt gedoeld op het risico van verspreiding via het grondwater en de risico s voor de volksgezondheid en de ecologie. In het geval van onaanvaardbare milieuhygiënische risico s is een spoedeisende sanering vereist. Deze moet uiterlijk binnen 4 jaar zijn gestart. Voor gevallen van bestaande bodemverontreiniging waar geen sprake is van onaanvaardbare milieuhygiënische risico s wordt geen uiterlijk saneringstijdstip vastgesteld. Tabel B2.1 geeft in het kort weer in welke gevallen de sanering van een verontreiniging verplicht is. Milieudienst Zuidoost-Utrecht, kenmerk: ZEI1207.S008/ 397 pagina 41

43 Tabel B2.1 Saneringsplicht Nieuwe/ bestaande Milieuhygiënische Saneringsplicht Wijze van saneren verontreiniging risico s Nieuw Niet van toepassing Ja, direct Volledig verwijderen van de verontreiniging Bestaand Uit risico-evaluatie blijken geen onaanvaardbare risico s aanwezig Nee Ondanks dat er geen verplichting tot saneren bestaat, dient bij het voornemen tot saneren de insteek: minimaal functiegericht 1 te zijn. Uit risico-evaluatie blijken wel onaanvaardbare risico s aanwezig Ja, binnen 4 jaar (spoedeisende sanering) Minimaal functiegericht 1 1. De verontreiniging hoeft niet volledig te worden verwijderd. De sanerende maatregelen mogen sober worden uitgevoerd (bijvoorbeeld het afdekken van verontreiniging), zolang er geen sprake is van milieuhygiënische risico s voor de functie van het te saneren terrein. Het bevoegde gezag toetst de wijze van saneren aan de regels van de Wbb en is verantwoordelijk voor de handhaving van deze regels. Afhankelijk van de ernst van de verontreiniging en of de verontreiniging in een inrichting in het kader van de Wet milieubeheer is gelegen, is de provincie of de gemeente het bevoegde gezag Wbb. In tabel B2.2 is weergegeven wie het bevoegde gezag is voor welke situatie. Voor bestaande gevallen van ernstige bodemverontreiniging geldt dat de sanering moet worden uitgevoerd volgens de regels van de Wbb. Voorafgaand aan de sanering moet het Saneringsplan ter goedkeuring aan het bevoegde gezag worden voorgelegd. Hierbij is de inspraakprocedure volgens de Algemene Wet Bestuursrecht van toepassing. Voor kleinschalige saneringen kan gebruik worden gemaakt van het Besluit Uniforme Saneringen (BUS). Het BUS is een landelijke uniforme regeling voor eenvoudige, gelijksoortige saneringen die in korte tijd afgerond kunnen worden. Voor de saneerder betekent BUS een vereenvoudiging en kortere termijnen voor de procedures. BUS vergt minder onderzoekskosten en verlangt geen saneringsplan. Een melding via een standaard meldingsformulier volstaat. Vijf weken na de melding kan worden gestart met saneren. Het bevoegd gezag voor een BUS-sanering is het bevoegd gezag Wbb. Wel is de saneerder verplicht na afloop een evaluatierapport in te dienen, waarop het bevoegd gezag een beschikking neemt. Figuur B2.1: Sanering in uitvoering (Bron:Omgevingsdienst Regio Utrecht). Milieudienst Zuidoost-Utrecht, kenmerk: ZEI1207.S008/ 397 pagina 42

44 Tabel B2.2. Overzicht bevoegd gezag Wbb Omschrijving Gemeente Provincie 1 Nieuwe gevallen van bodemverontreiniging binnen inrichting - gemeentelijke Wm-vergunning X - provinciale Wm-vergunning X buiten inrichting 2 - binnen een bodem- of grondwaterbeschermingsgebied X - niet in een beschermingsgebied X X Ongewoon voorval 3 binnen inrichting - gemeentelijke Wm-vergunning X - provinciale Wm-vergunning X buiten inrichting 4 X X Bestaande gevallen van bodemverontreiniging 5 - ernstig X - niet-ernstig o omvang van minder dan 50 m 3 verontreinigde grond en/of 100 m 3 verontreinigd grondwater X o omvang van meer dan 50 m 3 verontreinigde grond en/of 100 m 3 verontreinigd grondwater X 1. Hier moet worden gelezen provincie of rechtstreekse gemeente. Deze voornamelijk grotere gemeenten hebben dezelfde bevoegdheden in het kader van de Wet bodembescherming als de provincies. Zeist is een niet-rechtstreekse gemeente. 2. De gemeente is het eerste aanspreekpunt bij de aanpak van nieuwe bodemverontreiniging buiten inrichtingen. De gemeente neemt hierbij de formele besluiten aangaande instemming met de voorgenomen sanering van deze gevallen. Hierbij is wel afstemming vereist met de provincie. De provincie kan aanvullende eisen stellen. Bij een nieuw geval van bodemverontreiniging in een beschermingsgebied is het de bedoeling dat gemeente en provincie gezamenlijk tot een oplossing komen. 3. Met het begrip ongewoon voorval wordt bedoeld elke gebeurtenis die afwijkt van de normale bedrijfsactiviteit. Daaronder vallen zowel ongelukken en calamiteiten (zoals bijvoorbeeld brand, leidingbreuken, een lekkende vrachtwagen of gedumpte vaten) als het falen van voorzieningen. 4. Bij ongewone voorvallen buiten inrichtingen kan in onderling overleg zowel de provincie als de gemeente optreden als bevoegd gezag. 5. Binnen de bestaande bodemverontreinigingen wordt onderscheid gemaakt in ernstige en niet-ernstige gevallen van bodemverontreiniging. Er is sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging bij meer dan 25 m 3 grond en/of 100 m 3 grondwater met een verontreinigende stof in een gemiddelde concentratie boven de Interventiewaarde. Milieudienst Zuidoost-Utrecht, kenmerk: ZEI1207.S008/ 397 pagina 43

45 Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen bij onroerende zaken (Wkpb) Sinds 1 juli 2007 valt de registratie van bodemverontreiniging onder de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen bij onroerende zaken (Wkpb). Deze wet is opgesteld om ervoor te zorgen dat het eenvoudiger wordt voor particulieren en andere partijen om volledige informatie te krijgen over de rechtstoestand en de beperkingen die op een bepaald perceel rusten. Informatie over de ingeschreven beperkingenbesluiten kunnen worden verkregen bij de gemeente, bij één van de kadasterkantoren in Nederland of on-line via De registratie van de Wet Bodembescherming wordt verzorgd door het bevoegd gezag Wbb (provincie Utrecht) en betreft: melding voornemen uniforme sanering (art. 28 en 39b); beschikking betreffende ernst verontreiniging en spoedeisendheid (voorheen urgentie) sanering (art. 29 en 37) bevel (art. 30, 43 en 49); instemming met verslag uniforme sanering (art. 39b); instemming met nazorgplan (art. 39d). 2. Beschermen Wet milieubeheer Bedrijfsactiviteiten kunnen een bedreiging vormen voor de kwaliteit van de bodem. De gemeente 19 verleent aan bedrijven omgevingsvergunningen, waarbij de zorg voor de bodemkwaliteit een onderdeel is van de vergunning Wet milieubeheer (Wm). In de omgevingsvergunning kunnen voorschriften over bodembeschermende maatregelen worden opgenomen. Voor bedrijven die onder een algemene maatregel van bestuur (AMvB) vallen, zijn in de AMvB voorschriften met betrekking tot bodembescherming opgenomen. Naast bodembeschermende voorschriften kunnen ook onderzoeks- en/of saneringsverplichtingen worden voorgeschreven. Figuur B2.2: Opslag vaten op een lekbak (Bron: Omgevingsdienst Regio Utrecht). Uitgangspunt van zowel de Wet bodembescherming (Wbb) als de Wet milieubeheer (Wm) is dat een bedrijf verplicht is eventuele bodemverontreiniging veroorzaakt door de bedrijfsactiviteit(en) op te ruimen. Voor potentieel bodembedreigende bedrijfsactiviteiten geldt daarom een onderzoeksplicht naar de bodemkwaliteit aan het begin (nulsituatie) en het einde (eindsituatie) van de uitvoering van deze activiteiten. Uit de resultaten van beide onderzoeken moet blijken of verslechtering van de bodemkwaliteit is opgetreden als gevolg van de bedrijfsactiviteit(en). In sommige gevallen, bijvoorbeeld bij bedrijfsactiviteiten waarvoor grondwater wordt onttrokken, of voor bedrijfslocaties binnen een grondwaterbeschermingsgebied, kan ook een tussentijds bodemonderzoek worden voorgeschreven. Asbestverwijderingsbesluit 2005 In het Asbestverwijderingsbesluit zijn voorschriften opgenomen over de verwijdering van asbesthoudende materialen. Dit besluit moet onder andere voorkomen dat vrijkomende asbesthoudende materialen op of in de bodem terechtkomen. 19 In sommige gevallen is de provincie het bevoegde gezag Wm en verleent de provincie dus de vergunning. Milieudienst Zuidoost-Utrecht, kenmerk: ZEI1207.S008/ 397 pagina 44

46 Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Op 1 oktober 2010 is de Wabo van kracht geworden. De Wabo regelt de omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning is een geïntegreerde vergunning voor bouwen, wonen, monumenten, ruimte, natuur en milieu. De Wabo regelt de procedures voor onder andere de oude Wm-vergunningen en bouwvergunningen. Volgens de Wabo mag een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen alleen worden verleend als de bodemkwaliteit van de locatie geschikt is voor het beoogde doel. Er geldt een verplichting om bij de aanvraag van de omgevingsvergunning, voor zover van toepassing, een bodemonderzoek te overleggen. Ten aanzien van de verplichting van een bodemonderzoek wordt in een aantal gevallen een vrijstelling gehanteerd. De mogelijkheden tot vrijstelling zijn vastgelegd in de Gemeentelijke bouwverordening en het Beleidskader bodem. In het (nog op te stellen) Handboek bodemtaken staat een stroomschema waarin is aangegeven wanneer een bodemonderzoek moet worden overlegd bij de aanvraag van een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen. Wet ruimtelijke ordening (Wro) Volgens de Wet ruimtelijke ordening moet voor alle grond in Nederland een bestemmingsplan gelden. Gemeenten zijn verplicht om voor hun gehele grondgebied bestemmingsplannen vast te stellen. Een bestemmingsplan wordt vastgesteld door de gemeenteraad. In het bestemmingsplan is een bestemming aangewezen voor het gebruik van de grond, zoals regels over het gebruik van de grond en hetgeen daarop is gebouwd. Omgevingsvergunningen voor de activiteit bouwen moeten bijvoorbeeld ook worden getoetst aan een bestemmingsplan. In het Besluit ruimtelijke ordening zijn een aantal inhoudelijke vereisten voor bestemmingsplannen opgenomen. Een voorbeeld is het moment dat ontwikkeling of herziening van een bestemmingsplan aan de orde is: hier moet rekening worden gehouden met de bodemkwaliteit ter plaatse van het plangebied. De bodemkwaliteit kan van invloed zijn op de beoogde functie of de financiële haalbaarheid van het bestemmingsplan. Wet op de archeologische monumentenzorg (Wamz) Met de ondertekening van het Verdrag van Valletta (Malta) in een verdrag over behoud en beheer van het archeologische erfgoed - is de beleidsmatige zorg voor het archeologisch bodemarchief aanzienlijk toegenomen. In het verdrag staat: Archeologische waarden dienen als onvervangbaar onderdeel van het culturele erfgoed te worden meegenomen en te worden ontzien bij de ontwikkeling en besluitvorming van ruimtelijke plannen (artikel 1). Mocht bescherming onvoldoende mogelijk zijn dan dient, volgens dit verdrag, de informatie te worden onttrokken aan de bodem via archeologisch onderzoek, dat wil zeggen een opgraving (artikel 5). Uitgangspunt hierbij is dat de initiatiefnemer van de verstoring van het bodemarchief de kosten van het onderzoek dient te dragen (artikel 6). Met ingang van 1 september 2007 is het Verdrag van Valletta geïmplementeerd in de Nederlandse wetgeving middels de Wet op de Archeologische Monumentenzorg (Wamz), waardoor het een juridisch fundament kreeg. Met de inwerkingtreding van de Wamz is de overheid overgegaan tot decentralisatie van de bevoegd gezagtaken met betrekking tot het archeologiebeleid. Archeologie is primair een gemeentelijke taak geworden. Vanaf de inwerkingtreding van de Wamz moet elke gemeente in het ruimtelijk ordeningsbeleid rekening houden met bekende en te verwachten archeologische waarden (artikel 38a, van de Monumentenwet 1998). Ook bij het voeren van ontheffingsprocedures dient het archeologisch belang expliciet te worden meegewogen (artikel 41). Het impliceert de plicht om kennis te vergaren over het bodemarchief ter plaatse. Het vervaardigen van een archeologische beleidskaart is in dit verband een nuttig hulpmiddel. De gemeente Zeist heeft in 2010 een archeologische verwachtingen- en beleidskaart laten opstellen (zie ook paragraaf 4.3.4). Milieudienst Zuidoost-Utrecht, kenmerk: ZEI1207.S008/ 397 pagina 45

47 Het behoort tot de beleidsvrijheid van de gemeenteraad om te bepalen waar welke bestemming moet worden toegekend. De gemeenteraad kan andere belangen laten prevaleren boven het belang van behoud van archeologische waarden in situ (op de plaats zelf). Dit kan door te differentiëren in de toekenning van het archeologisch belang aan terreinen en de bijbehorende voorschriften waarin de verplichtingen zijn opgenomen. Door in het bestemmingsplan de verplichtingen juridisch te verankeren wordt de rekening hiervoor bij de aanvrager gelegd. Besluit bodemenergiesystemen Momenteel wordt gewerkt aan een nieuwe regeling voor bodemenergiesystemen. Het besluit bodemenergiesystemen is geen zelfstandig besluit, maar omvat wijzigingen in 5 bestaande besluiten. Dit besluit heeft als doel om enerzijds het gebruik van bodemenergie te bevorderen en anderzijds aantasting van de bodemkwaliteit te voorkomen. Als meerdere bodemenergiesystemen te dicht op elkaar zijn geplaatst kan interferentie ontstaan. Dit betekent dat de thermische beïnvloedingsgebieden van de individuele systemen overlappen, waardoor rendementsverlies optreedt. Met de komst van het besluit geldt wie het eerste het systeem aanlegt (vergunning aanvraagt, melding indient) wettelijke bescherming ontvangt. Nieuw aan te leggen systemen moeten rekening houden met systemen in hun directe omgeving. De verwachte inwerkingtreding van het besluit is 1 januari Beheren Besluit bodemkwaliteit Het Besluit bodemkwaliteit is op 1 juli 2008 van kracht geworden en vervangt het Bouwstoffenbesluit. Het besluit streeft naar een duurzaam beheer van de bestaande bodem. Duurzaam beheer van de bodem is een balans tussen het beschermen van de bodem (risico s voor de mens en milieu voorkomen) en het gebruiken van de bodem (maatschappelijke ontwikkelingen bevorderen). Het Besluit bodemkwaliteit heeft drie onderdelen: 1. Kwalibo: de kwaliteitsborging van het bodembeheer; 2. Bouwstoffen: de regels over het toepassen en melden van toepassingen van bouwstoffen; 3. Grond en baggerspecie: de regels over het toepassen en melden van toepassingen van grond en baggerspecie. Ad 1. Kwalibo Bodemonderzoek voor het verkrijgen van een beschikking (bijvoorbeeld een omgevingsvergunning) of om te voldoen aan een wettelijk voorschrift (bijvoorbeeld het doen van een melding in het kader van het Besluit bodemkwaliteit), moet voldoen aan Kwalibo. De gemeente controleert of het bodemonderzoek inderdaad voldoet aan deze eisen. Ad 2 en 3. Bouwstoffen, grond en baggerspecie De onderdelen bouwstoffen, grond en baggerspecie vervangen het voormalige Bouwstoffenbesluit en de Ministeriële Vrijstellingsregeling Grondverzet (MVG). In het Besluit bodemkwaliteit staat beschreven: wanneer het toepassen van grond, baggerspecie en bouwstoffen in of op de bodem dient te worden gemeld. De gemeente is bevoegd gezag voor het toepassen van bouwstoffen en van grond en baggerspecie op of in de bodem binnen het eigen beheergebied; welke kwaliteit de grond, baggerspecie of bouwstof dient te hebben. Milieudienst Zuidoost-Utrecht, kenmerk: ZEI1207.S008/ 397 pagina 46

48 Figuur B2.3: Bodemfunctieklassenkaart van de gemeente Zeist (Bron: Omgevingsdienst Regio Utrecht). Voor het onderdeel grond en baggerspecie is een nieuw toetsingskader ontwikkeld. De kwaliteit van de toe te passen grond en baggerspecie dient minimaal te passen bij de functie van het gebied. Het besluit kent drie functies: wonen, industrie en overig (landbouw en natuur). Grond met bijvoorbeeld de kwaliteit industrie mag niet worden toegepast in een gebied met de functie wonen. Om te bepalen welke functie een gebied heeft, dient een gemeente een kaart te maken waarop de functie van een gebied is aangegeven. Een dergelijke kaart heet een bodemfunctieklassenkaart. In 2008 is een bodemfunctieklassenkaart opgesteld voor de gemeente Zeist (zie Figuur B3). Deze kaart kan worden geraadpleegd via de website van de omgevingsdienst ( Een gemeente heeft ook de mogelijkheid om, binnen bepaalde voorwaarden, af te wijken van de landelijke regels ten aanzien van het toepassen van grond en baggerspecie. Indien een gemeente hier gebruik van wil maken, dient zij een geldende bodemkwaliteitskaart te hebben en dient zij haar gebiedsspecifieke beleid vast te leggen in een Nota bodembeheer. De gemeente Zeist heeft in 2011 samen met de gemeenten Zeist, Bunnik, Rhenen, Vianen, Veenendaal, Wijk bij Duurstede en Zeist een regionale bodemkwaliteitskaart opgesteld (zie ook paragraaf 4.1.2). In tabel B2.3 is een overzicht opgenomen van de gemeentelijke taken in het kader van het Besluit bodemkwaliteit Milieudienst Zuidoost-Utrecht, kenmerk: ZEI1207.S008/ 397 pagina 47

49 Tabel B2.3 Overzicht taken Besluit bodemkwaliteit Taken Uitvoeren Kwalibo-toets Controleren meldingen (bouwstoffen, grond en baggerspecie) Handhaving Besluit Bodemkwaliteit Opstellen van een Bodemfunctieklassenkaart Optie: maken van een bodemkwaliteitskaart Optie: opstellen van een Nota bodembeheer Gemeente X X X X X X Milieudienst Zuidoost-Utrecht, kenmerk: ZEI1207.S008/ 397 pagina 48

50 Provinciale regels Provinciale milieuverordening (PMV) Op 1 maart 1993 is de Wet milieubeheer in werking getreden. De Wet milieubeheer vormt de basis voor provinciale milieuverordeningen, artikel 2.1 van deze wet bevat de verplichting een verordening ter bescherming van het milieu vast te stellen. Elke provincie heeft een provinciale milieuverordening. De Provinciale milieuverordening Utrecht is een verzameling van provinciale regels om het milieu in Utrecht te beschermen. Belangrijke onderdelen van die milieuverordening zijn de paragrafen over inspraak, afvalstoffen, bodemsanering en milieubeschermingsgebieden. De milieubeschermingsgebieden zijn de grondwaterwaterbeschermingsgebieden en de stiltegebieden. Voor dit beleidskader zijn enkel de grondwaterbeschermingsgebieden van belang. De begrenzing van de grondwaterbeschermingszones is vastgelegd in de Provinciale Milieu Verordening (PMV) van de provincie Utrecht. Binnen deze zones gelden aanvullende regels ter bescherming van het drinkwater. Voor de gemeente Zeist zijn de regels voor waterwingebieden, grondwaterbeschermingsgebieden en 100-jaarsaandachtsgebieden van toepassing: De strengste regelgeving is van toepassing binnen het waterwingebied. Hier zijn alleen activiteiten en ontwikkelingen zonder enig risico voor de grondwaterkwaliteit toegestaan. In grondwaterbeschermingsgebieden zijn activiteiten en ontwikkelingen aan regels gebonden. De 100-jaarsaandachtsgebieden zijn ingesteld op plaatsen waar het algemene beschermingsniveau onvoldoende is voor de drinkwaterwinning. Een overzicht van de ligging van de drinkwaterwinningen en de bijbehorende beschermingszones is weergegeven in figuur 3.2 in paragraaf 3.3. De PMV wordt momenteel herzien. Een planning is niet bekend. 50-jaarszone Om de drinkwatervoorraad te beschermen tegen schade als gevolg van de toepassing van bodemenergie zijn aanvullende regels opgesteld en is een nieuwe beschermingszone ingericht, de 50-jaarszone. Initiatiefnemers van Koude-Warmte Opslag (KWO) moeten aantonen dat water van het koude/warmteopslagsysteem er tenminste 50 jaar over doet om winputten voor de drinkwatervoorziening te bereiken Grondwatervisie Utrechtse Heuvelrug De Utrechtse Heuvelrug is een belangrijk infiltratiegebied voor zowel de drinkwaterwinning als de natuur. Het gebied is echter ook kwetsbaar voor verontreiniging. In het Streekplan provincie Utrecht is gesteld dat op de Utrechtse Heuvelrug in beginsel geen ruimtelijke ontwikkelingen mogen plaatsvinden die een bedreiging vormen voor de grondwaterkwaliteit. In de Grondwatervisie Utrechtse Heuvelrug (2003) geeft de provincie aan welke functies op welke locaties het minst bezwaarlijk zijn. Als op basis van een integrale afweging toch wordt gekozen hiervan af te wijken, dan moeten initiatiefnemers maatregelen nemen om emissie naar het grondwater te voorkomen. Milieudienst Zuidoost-Utrecht, kenmerk: ZEI1207.S008/ 397 pagina 49

51 Figuur B2.4: Ligging beschermingszones Grondwatervisie Zeist (Bron: Grondwaterplan provincie Utrecht). Milieudienst Zuidoost-Utrecht, kenmerk: ZEI1207.S008/ 397 pagina 50

52 BIJLAGE 3. Hoe zien de bodem en het bodemgebruik van Zeist eruit? Bodemopbouw De gemeente Zeist ligt op de grens waar tijdens de een na laatste IJstijd Nederland met landijs bedekt is geweest. Doordat in deze IJstijd (ca jaar geleden) de bodem door het landijs is opgestuwd, is de Utrechtse Heuvelrug ontstaan. In de laatste IJstijd (ca jaar geleden) lag er geen landijs in Nederland maar kon de wind de zandige afzettingen verwaaien tot dekzandruggen. In het lager gelegen rivierengebied ten zuidwesten van de Heuvelrug stroomden rivieren die bij overstromingen klei hebben afgezet. De bodemopbouw in de gemeente Zeist is globaal weergegeven in Figuur B3.1 en B3.2. De bodemopbouw op de stuwwal wordt gekenmerkt door arme zandgronden. Deze zijn in Figuur 3.1 aangegeven met roze, oranje en geel. In het zuidwesten gaat de Utrechtse Heuvelrug over in het rivierkleigebied van de Kromme Rijn. De lichte tot zware kleigrondenn zijn in Figuur 3.1 aangegeven met groentinten. Figuur 3.2 geeft een doorsnede van de ondergrond van het systeem van de Utrechtse Heuvelrug. Het noordelijk en oostelijk deel van de gemeente bevindt zich op de zuidflank van de stuwwal. Hier lopen het eerste en tweede Watervoerendee Pakket in elkaar over. Figuur B3..1: Bodemkaart Zeist. (Bron: van Alterra en Wageningen UR). Aan de rand van de stuwwal, richting het rivieren- en plassengebied, worden de zandpakketten van het eerste en tweede Watervoerende Pakket gescheiden door een laag met klei en leem, de eerste Scheidendee Laag. Deze bevindt zich ter hoogte van de kern Zeist op een diepte van circa 30 m-mv, en heeft een dikte van circa 10 meter. Figuur B3.2: Doorsnede ondergrond Utrechtse Heuvelrugsysteem. (Bron: Grondwaterkaart van Nederland (1978) Dienst grondwaterverkenning TNO). De onderzijde van het tweede Watervoerende Pakket bevindt zich op ongeveer 90 m-mv. De hoogte van het maaiveld varieert van circa 2 m + NAP in Zeist-West tot maximaal circa 23 m + NAP aan de zuidoostelijke gemeentegrens nabij Austerlitz. Milieudienst Zuidoost-Utrecht, kenmerk: ZEI1207.S008/ 397 pagina 51

53 Geohydrologie Het noordelijk en oostelijk deel van de gemeente ligt op de zuidelijke flank van de Utrechtse Heuvelrug. Hier is nauwelijks oppervlaktewater aanwezig omdat het hemelwater infiltreert in de zandige stuwwal. Aan de rand van de stuwwal kwelt het water vervolgens weer op. Het zuidwesten van de gemeente ligt aan de voet van de Utrechtse Heuvelrug. Hier bevindt zich vrijwel al het oppervlaktewater in de gemeente Zeist. Het grondwater stroomt vanaf de Utrechtse Heuvelrug overwegend in westelijke richting. Lokaal wordt de stromingsrichting sterk beïnvloed door de waterwinningen. De grondwaterstand varieert van circa 1,0 m + NAP (Zeist-West) tot 4,5 m + NAP (zuidoostelijke gemeentegrens nabij Austerlitz. Beschermingsgebieden In de gemeente Zeist is sprake van beschermingsgebieden voor de drinkwaterwinning, archeologie en ecologie. Drinkwaterwinning In de kern Zeist wordt grondwater gewonnen voor de bereiding van drinkwater. Het waterwingebied ligt aan de Bergweg in Zeist. Als gevolg van bedrijfsactiviteiten en het ontbreken van een slecht doorlatende deklaag in Zeist zijn op enkele plaatsen verontreinigende stoffen in het diepere grondwater terechtgekomen. De drinkwaterwinning trekt het verontreinigde grondwater aan en zorgt daarmee dat de verontreinigingspluim op zijn plaats blijft. Opgepompt grondwater wordt aanvullend gereinigd. Figuur B3.3: Ligging waterwingebieden en boringsvrije zones winningen Zeist en omgeving (Bron: Grondwaterplan provincie Utrecht). In figuur B3.3 is de ligging van de winning in Zeist en de bijbehorende beschermingsgebieden weergegeven. Uit deze figuur blijkt ook dat er overlap is van de beschermingsgebieden van waterwinningen Beerschoten, Bilthoven en Doorn met het grondgebied van de gemeente Zeist. Naast de onttrekkingen voor de openbare drinkwatervoorziening wordt door de Remia in Den Dolder ook grondwater onttrokken voor bedrijfsmatige consumptieve doeleinden. Voor dergelijke winningen zijn geen beschermingszones ingesteld. De ligging van de onttrekking van Remia is aangegeven in figuur B3.3. Milieudienst Zuidoost-Utrecht, kenmerk: ZEI1207.S008/ 397 pagina 52

54 Gebieden met archeologische waarden en verwachtingswaarden De gemeente heeft een archeologische verwachtingen- en beleidskaart laten opstellen. De kaart is gebaseerd op bureau- en veldonderzoek. Er is een inventarisatie gemaakt van informatie over archeologische vondsten en vindplaatsen in relatie tot de ondergrond. Op deze kaart (zie figuur 3.4) staan de bekende archeologische waarden en monumenten (rood omkaderd) en de zones waarvoor bepaalde verwachtingswaarden zijn bepaald. Deze zones zijn ingedeeld van een lage verwachtingswaarde (lichtgeel en geel), naar middelhoog (lichtgroen) en hoge (groen) verwachtingswaarden. De zones waar de ondergrond verstoord is heeft een grijze kleur. Aan de verwachtingswaarden worden doelstellingen en voorwaarden voor behoud gegeven. Indien niet aan deze voorwaarden kan worden voldaan, wordt een vervolgscenario gegeven. Figuur B3.4: De archeologische beleidskaart van Zeist (bron: Botman & Benjamins 2008) Ecologische hoofdstructuur De Ecologische hoofdstructuur (EHS) vormt een netwerk van natuurgebieden die met elkaar in verbinding staan door middel van Ecologische Verbindingszones (EVZ). De provincie Utrecht heeft de EHS als onderdeel van de groene contour vastgesteld in het Streekplan In het streekplan zijn alle ruimtelijke mogelijkheden en beperkingen die samenhangen met de EHS geregeld. Binnen de gemeente Zeist zijn meerdere gebieden aangewezen met de functie bestaande natuur. Deze gebieden zijn in groentinten aangegeven in de overzichtskaart van figuur B3.4. In het Natuurbeheerplan provincie Utrecht 2009 zijn daarnaast ook geplande natuurgebieden aangegeven. Deze zijn in figuur B3.5 in het geel aangegeven. Figuur B3.5: Overzicht bestaande en geplande natuur in de gemeente Zeist (Bron: website provincie Utrecht). Milieudienst Zuidoost-Utrecht, kenmerk: ZEI1207.S008/ 397 pagina 53

55 Geografische beschrijving en gebruik van de bodem De gemeente Zeist bestaat uit de kernen Zeist, Bosch en Duin, Den Dolder, Huis ter Heide en Austerlitz. De gemeente is hectare groot en telt op 1 januari inwoners. Het merendeel van de inwoners, circa 87%, woont in de kern Zeist. Op 1 januari 2009 telt de gemeente vestigingen van bedrijven en instellingen (bron: In tabel B3.1 is een overzicht gegeven van de verdeling van de oppervlakte van de gemeente naar het grondgebruik. Het grondgebied van de gemeente Zeist ligt merendeels op de zuidflank van de beboste Utrechtse Heuvelrug. Deze heeft voornamelijk een recreatieve bestemming en een bestemming voor natuur. De kern Zeist ligt op het overgang van de stuwwal naar het rivierkleigebied. Agrarische percelen bevinden zich vooral in dit rivierkleigebied ten zuidwesten van de kern Zeist. De gemeente wordt ontsloten door spoorwegen (Utrecht-Amersfoort en Utrecht-Arnhem) en de Rijkswegen A28 en A12. Op de bedrijventerreinen in Zeist zijn vooral bedrijven gevestigd die actief zijn in handel, zakelijke dienstverlening en productie. In het bijzonder op bedrijventerrein Fornhese vinden zwaardere activiteiten plaats, zoals autosloperijen en afvalverwerkingsbedrijven. Tabel B3.1 Verdeling oppervlakte binnen de gemeente Zeist in 2006 (bron: Verdeling oppervlakte Percentage Bos en natuur 43,0 % Agrarisch gebruik 12,7 % Bebouwd (woningen, bedrijven, voorzieningen) 30,9 % Recreatie (sportterreinen, volkstuinen etc.) 9,7 % Verkeer (spoor en wegen) 3,5 % Water 0,3 % Diffuse grondverontreiniging Voor de gemeente Zeist is de diffuse verontreiniging van de grond onderzocht en weergegeven in de Bodemkwaliteitskaart. Diffuse verontreinigingen zijn meestal lichte verontreinigingen die zich uitstrekken over een relatief groot gebied en vaak worden veroorzaakt door menselijke activiteiten, die niet aan een lokale bron zijn toe te wijzen zoals verkeer (lood en PAK), industrie (diverse stoffen), maar ook bewoning (koper, lood, zink, PAK). In Figuur 3.6 is de Bodemkwaliteitskaart van Zeist weergegeven. Met uitzondering van het gebied ten zuidwesten van de kern Zeist is de bovenste grond binnen de gehele gemeente licht verontreinigd met PAK. Ter plaatse van een deel van de kernen Zeist, Den Dolder en Austerlitz wordt daarnaast ook een lichte verontreiniging met lood aangetroffen. Deze gebieden zijn al van voor 1940 bebouwd en door bewoning en bedrijvigheid in gebruik. Milieudienst Zuidoost-Utrecht, kenmerk: ZEI1207.S008/ 397 pagina 54

56 Figuur 3.6: Bodemkwaliteitskaart regio Zuidoost Utrecht (Bron:Bodemkwaliteitskaart regio Zuidoost Utrecht 2011). In het grondwater zijn eventuele diffuse verontreinigingen niet onderzocht. Puntbronnen Binnen de gemeente Zeist zijn diverse verontreinigingen als gevolg van puntbronnen aanwezig. Met een puntbron wordt bedoeld dat de verontreiniging, in tegenstelling tot een diffuse verontreiniging, op een bepaalde bronlocatie is ontstaan. Puntbronnen kunnen door verspreiding echter wel in elkaar overlopen. De verontreinigingen zijn veroorzaakt door diverse menselijke activiteiten en variëren van niet-ernstige bodemverontreiniging tot verontreinigingen die met spoed moeten worden gesaneerd vanwege risico s voor de volksgezondheid, ecologie of verspreiding. Deze zogenaamde spoedlocaties worden momenteel met voorrang onderzocht. De spoedlocaties met humane risico s moeten uiterlijk vóór 2015 zijn gesaneerd of beheerst. Voor meer informatie over de aanpak van spoedlocaties zie paragraaf Een voorbeeld van puntverontreinigingen die (deels) in elkaar overlopen is de verontreiniging met vluchtige organochloorverbindingen (VOCl; oplosmiddelen) en zware metalen in het centrum van Zeist (Actief grondwaterbeheer Zeist UT ). Door voormalige bedrijfsactiviteiten, van vooral chemische wasserijen en metaalverwerkende industrie, zijn deze stoffen in de grond en het grondwater terechtgekomen. Door de geohydrologische omstandigheden in Zeist zijn de verontreinigingen op enkele plaatsen tot in het diepere grondwater doorgedrongen waar ze zeer Milieudienst Zuidoost-Utrecht, kenmerk: ZEI1207.S008/ 397 pagina 55

Beleidskader Bodem. Gemeente Utrechtse Heuvelrug. 20 oktober 2011 Afdeling. Milieudienst Zuidoost-Utrecht Auteur. M. de Jong / G.

Beleidskader Bodem. Gemeente Utrechtse Heuvelrug. 20 oktober 2011 Afdeling. Milieudienst Zuidoost-Utrecht Auteur. M. de Jong / G. Kerkplein 2 T (0343) 56 56 00 Postbus 200 F (0343) 41 57 60 3940 AE Doorn E info@heuvelrug.nl Beleidskader Bodem Gemeente Utrechtse Heuvelrug Datum 20 oktober 2011 Afdeling Milieudienst Zuidoost-Utrecht

Nadere informatie

NOTITIE. 1. Inleiding. 2. Beleidsruimte. Gemeente Bunnik. J. Neyssen

NOTITIE. 1. Inleiding. 2. Beleidsruimte. Gemeente Bunnik. J. Neyssen NOTITIE aan Gemeente Bunnik t.a.v. J. Neyssen kopie aan -- opsteller M. de Jong telefoon 088 02 25 111 datum 27 maart 2015 kenmerk Z-2014-07555/9131 doc.ref NOTITIE werkafspraken bodem onderwerp Werkafspraken

Nadere informatie

Rapport bodeminformatie

Rapport bodeminformatie Rapport bodeminformatie Rapport bodeminformatie Percelen Perceelnummers Geselecteerd gebied Locatiegegevens Locatienaam Coördinaten volgens RDM (Rijksdriehoeksmeting) middelpunt: x 258014.8 y 492124.2

Nadere informatie

Gemeente ř Bergen op Zoom

Gemeente ř Bergen op Zoom Gemeente ř Bergen op Zoom Voorlegger Onderwerp Nummer voorstel Datum voorstel Portefeuillehouder(s) Contactpersoon Afdeling Contactpersoon Email Contactpersoon Telefoon Programmanummeren -naam : Nota Bodembeheer

Nadere informatie

omgevingsrapportage Thorbeckestraat 84 Omgevingsrapportage

omgevingsrapportage Thorbeckestraat 84 Omgevingsrapportage omgevingsrapportage Thorbeckestraat 84 Omgevingsrapportage Pagina 1 van 11-19-04-2017 Inhoudsopgave Voorblad Inhoudsopgave Inleiding Thorbeckestraat 88 Thorbeckestraat 80-82 Thorbeckestraat 84 Thorbeckestraat

Nadere informatie

Bodeminformatie. Vreijenpolderstraat 4 te Oostdijk. Legenda. Overzicht aanwezige ondergrondse tanks. Onderzoeken

Bodeminformatie. Vreijenpolderstraat 4 te Oostdijk. Legenda. Overzicht aanwezige ondergrondse tanks. Onderzoeken Vreijenpolderstraat 4 te Oostdijk Bodeminformatie Legenda Geselecteerde locatie 25-meter straal Perceelgrenzen Locaties Verontreinigingscontouren Saneringscontouren Historisch Bodembestand (HBB) Overzicht

Nadere informatie

Bodemrapportage. Dynamisch Rapport - 27-08-2014. Legenda. Bodemlocaties

Bodemrapportage. Dynamisch Rapport - 27-08-2014. Legenda. Bodemlocaties Bodemrapportage Dynamisch Rapport - 27-08-2014 Legenda Geselecteerd gebied 25-meter buffer Bodemonderzoeken Historisch Bodembestand (HBB) Bodemlocaties Coördinaten volgens RDM (Rijksdriehoeksmeting) Middelpunt:

Nadere informatie

Verklarende woordenlijst

Verklarende woordenlijst Verklarende woordenlijst Locatienaam: Onder dit nummer zijn de onderzoeksrapporten opgeslagen bij de gemeente Eindhoven. Indien aanvullende informatie wordt opgevraagd bij de gemeente, dat dient dit nummer

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Aan de gemeenteraad. categorie/agendanr. B. en W RA A 6 10/1028. Raad. Onderwerp: Vaststellen Visie op bodemkwaliteit 2012

Raadsvoorstel. Aan de gemeenteraad. categorie/agendanr. B. en W RA A 6 10/1028. Raad. Onderwerp: Vaststellen Visie op bodemkwaliteit 2012 svoorstel jaar 2012 RA12.0123 A 6 10/1028 Onderwerp: Vaststellen Visie op bodemkwaliteit 2012 Portefeuillehouder: T. Houwing-Haisma Afdeling BNR Team Ruimtelijk beleid W. Bijsterbosch, telefoon (14 05

Nadere informatie

MILIEUBELEIDSPLAN. ONDERDEEL BODEM visiedocument. Terneuzen gaat een schone toekomst tegemoet Koning Willem III

MILIEUBELEIDSPLAN. ONDERDEEL BODEM visiedocument. Terneuzen gaat een schone toekomst tegemoet Koning Willem III MILIEUBELEIDSPLAN ONDERDEEL BODEM visiedocument Terneuzen gaat een schone toekomst tegemoet Koning Willem III Visie* De bodem van de gemeente Terneuzen is in 2030 van zodanige kwaliteit dat maximale mogelijkheden

Nadere informatie

Vragen & Antwoorden over bodemverontreiniging

Vragen & Antwoorden over bodemverontreiniging Vragen & Antwoorden over bodemverontreiniging Hieronder staan veel gestelde vragen en antwoorden over bodemverontreiniging en spoedlocaties. Het gaat om algemene vragen en vragen over de specifieke Rotterdamse

Nadere informatie

Speerpunten Doel Actie/uitwerking Wanneer Wie Dekking kosten /financiering Vanuit zowel het provinciale (landelijke) als lokale bodembeleid

Speerpunten Doel Actie/uitwerking Wanneer Wie Dekking kosten /financiering Vanuit zowel het provinciale (landelijke) als lokale bodembeleid Vanuit zowel het provinciale (landelijke) als lokale bodembeleid Actieve Inventarisatie Afronden asbestinventarisatie 2010 ISV-2 aanpak spoedlocaties spoedlocaties afronden Volledig overzicht van locaties

Nadere informatie

Notitie Bodemfunctieklassenkaart gemeente Noordwijk

Notitie Bodemfunctieklassenkaart gemeente Noordwijk Notitie Bodemfunctieklassenkaart gemeente Noordwijk 1. Inleiding Voor u ligt de bodemfunctieklassenkaart van de gemeente Noordwijk. Het opstellen van deze kaart is een verplichting op grond van het Besluit

Nadere informatie

De waterbodems in de Waterwet

De waterbodems in de Waterwet De waterbodems in de Waterwet Platform Toezicht Bodembeheer Ede, 13 oktober 2009 Peter de Putter Sterk Consulting, projectleider Invoering Waterwet i.o.v. V&W/DGW Inhoud presentatie 1. Ontwikkelingen en

Nadere informatie

Bodem in de Omgevingswet

Bodem in de Omgevingswet Bodem in de Omgevingswet Martin van Gelderen november 2017 Herziening bodembeleid: Veranderen Minder sectoraal, meer in verbinding met andere domeinen Na voltooien spoedopgave geen zelfstandige saneringsplicht

Nadere informatie

MILIEUJAARVERSLAG 2014-2015

MILIEUJAARVERSLAG 2014-2015 MILIEUJAARVERSLAG 2014-2015 GEMEENTE HAARLEMMERLIEDE & SPAARNWOUDE Vastgesteld: april 2016 Inhoudsopgave Inleiding... - 3 - Procedure vaststelling Milieuverslag en programma... - 3 - Uitbesteding aan ODIJmond

Nadere informatie

Bodemrapportage. Bodemrapportage_Burg._Willemstraat_te_Hoensbroek. Geselecteerde locatie. Bodemlocaties

Bodemrapportage. Bodemrapportage_Burg._Willemstraat_te_Hoensbroek. Geselecteerde locatie. Bodemlocaties Bodemrapportage Bodemrapportage_Burg._Willemstraat_te_Hoensbroek Geselecteerde locatie 25-meter contour Bodemlocaties Onderzoek Adreslocaties Tanks Gemeente Heerlen - Pagina 1 van 10-01-06-2016 Welke informatie

Nadere informatie

P.A.J.M. Wilbers raad april 2014

P.A.J.M. Wilbers raad april 2014 steller telefoonnummer Email Agendapunt commissie: P.A.J.M. Wilbers 040-2038649 pwi@valkenswaard.nl agendapunt kenmerk datum raadsvergadering Onderwerp Nota bodembeheer. 14raad00073 24 april 2014 aan de

Nadere informatie

Commissie Milieu, Verkeer en Vervoer. 29 januari 2002 Nr , RMA Nummer 3/2002

Commissie Milieu, Verkeer en Vervoer. 29 januari 2002 Nr , RMA Nummer 3/2002 Commissie Milieu, Verkeer en Vervoer 29 januari 2002 Nr. 2002-00786, RMA Nummer 3/2002 Voordracht van Gedeputeerde Staten aan Provinciale Staten van Groningen tot instemming met de Bodemvisie en het MeerjarenProgramma

Nadere informatie

Convenant bodem en ondergrond

Convenant bodem en ondergrond Convenant bodem en ondergrond 2016-2020 Na 35 jaar komt een historische mijlpaal in zicht: rond 2020 zijn er geen locaties meer waar bodemverontreiniging voor onaanvaardbare risico s zorgt. Ons land begint

Nadere informatie

Verbreed bodembeleid

Verbreed bodembeleid Verbreed bodembeleid Ondergrondkwaliteiten in beeld Structuurvisie Rijk Beleidsvisie Bodem provincie Atlas van de ondergrond Besluit bodemenergiesystemen Hij had tekeningen gezien van de gangen waar zulke

Nadere informatie

MELDINGENFORMULIER NADER ONDERZOEK EN/OF SANERINGSPLAN

MELDINGENFORMULIER NADER ONDERZOEK EN/OF SANERINGSPLAN MELDINGENFORMULIER NADER ONDERZOEK EN/OF SANERINGSPLAN Algemeen 1. Gegevens locatie Locatienaam 2. Melding betreft Nader onderzoek (art. 29 in samenhang met art. 37) Saneringsplan (art. 28/39) Deelsaneringsplan

Nadere informatie

Bijlage 1. Kader inventarisatie spoedlocaties (verspreidingsrisico s) Wet bodembescherming.

Bijlage 1. Kader inventarisatie spoedlocaties (verspreidingsrisico s) Wet bodembescherming. Bijlage 1 Kader inventarisatie spoedlocaties (verspreidingsrisico s) Wet bodembescherming. Datum: 3 maart 2015 0. Leeswijzer en inleiding document Met het Rijk zijn afspraken gemaakt om bodemverontreiniging

Nadere informatie

MILIEUJAARVERSLAG 2016

MILIEUJAARVERSLAG 2016 MILIEUJAARVERSLAG 2016 GEMEENTE HAARLEMMERLIEDE & SPAARNWOUDE Vastgesteld: 04 april 2017 Inhoudsopgave Inleiding... - 3 - Procedure vaststelling Milieuverslag en programma... - 3 - Dienstverleningsovereenkomst

Nadere informatie

Atlas Rapportage. Adres: Fazantstraat 40 Alphen aan den Rijn. Kaartlagen

Atlas Rapportage. Adres: Fazantstraat 40 Alphen aan den Rijn. Kaartlagen Atlas Rapportage Adres: Fazantstraat 40 Alphen aan den Rijn Kaartlagen 1. Bodemonderzoeksrapport 2. Ondergrondse brandstoftanks 3. Meldingen Besluit bodemkwaliteit Afdrukdatum: 28-6-2017 Bodemonderzoeksrapport

Nadere informatie

de bodemkwaliteitskaart delen Leidschenveen, kenmerk , 17 juli 2003, vast te stellen en bekend te maken.

de bodemkwaliteitskaart delen Leidschenveen, kenmerk , 17 juli 2003, vast te stellen en bekend te maken. RIS123701_10-JAN-2005 Gemeente Den Haag Ons kenmerk DSB/2003.909 I HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS, gelet op: artikel 5 van de Vrijstellingsregeling grondverzet; Besluit: de bodemkwaliteitskaart

Nadere informatie

Bodeminformatie. SOE00 (Soest) K HBB Bedrijven

Bodeminformatie. SOE00 (Soest) K HBB Bedrijven Bodeminformatie SOE00 (Soest) K 2383 Geselecteerde locatie 25-meter contour percelen gebouwen overig HBB Tankenbestand HBB Overig Onderzoeken Locaties Tanks HBB Bedrijven Gemeente Soest - Pagina 1 van

Nadere informatie

Betreft: Advies over de concept-beleidsnota Grond grondig bekeken

Betreft: Advies over de concept-beleidsnota Grond grondig bekeken Aan de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer Postbus 30945 2500 GX Den Haag TCB S37(1998) Den Haag, 21 oktober 1998 Betreft: Advies over de concept-beleidsnota Grond grondig

Nadere informatie

Fazantenlaan!39!! Heemstede!

Fazantenlaan!39!! Heemstede! Fazantenlaan39 Heemstede Vraagprijs 375.000,=kostenkoper GedempteOudeGracht124 Haarlem [T]+31235420244 www.mooijekindvleut.nl info@mooijekindvleut.nl Dezeroyale,UITGEBOUWDEHOEKWONINGmetoprit,ruimeGARAGEenzonnigeVOORIenACHTERTUIN

Nadere informatie

Omgevingsrapport. Elisdonk_135. Locatiecontouren

Omgevingsrapport. Elisdonk_135. Locatiecontouren Omgevingsrapport Elisdonk_135 Geselecteerd perceel 25-meter buffer Perceelgrenzen Rapportcontouren Hbb locaties Ondergrondse tanks Locatiecontouren Coördinaten volgens RDM (Rijksdriehoeksmeting) Middelpunt:

Nadere informatie

Meldingsformulier BODEMVERONTREINIGING / -SANERING

Meldingsformulier BODEMVERONTREINIGING / -SANERING Meldingsformulier BODEMVERONTREINIGING / -SANERING Dit formulier met bijbehorende stukken moet in viervoud worden ingediend bij het college van de gemeente Tilburg. In te vullen door melder 1 Melding volgens

Nadere informatie

POKB Thema 1: Omgevingswet: integratie van bodem in omgevingsgericht werken, integraal werken

POKB Thema 1: Omgevingswet: integratie van bodem in omgevingsgericht werken, integraal werken POKB Thema 1: Omgevingswet: integratie van bodem in omgevingsgericht werken, integraal werken POKB 12 oktober 2017 Marcel Cassee Rijkswaterstaat, Bodem+ Inhoud presentatie Inleidende presentatie (in sneltreinvaart)

Nadere informatie

Meldingsformulier afronding bodemsanering

Meldingsformulier afronding bodemsanering Meldingsformulier afronding bodemsanering Van dit formulier maakt u gebruik als u een sanering wilt afronden. U vult dit formulier in en stuurt het samen met het evaluatieverslag van de sanering op aan

Nadere informatie

GEMEENTE OLDEBROEK. Gebruik bodemkwaliteitskaart bij grondverzet. 1 Generiek beleid Besluit bodemkwaliteit

GEMEENTE OLDEBROEK. Gebruik bodemkwaliteitskaart bij grondverzet. 1 Generiek beleid Besluit bodemkwaliteit GEMEENTE OLDEBROEK Gebruik bodemkwaliteitskaart bij grondverzet 1 Generiek beleid Besluit bodemkwaliteit 1.1 Algemeen Sinds 1 juli 2008 is het Besluit bodemkwaliteit van kracht gegaan. Dit besluit geeft

Nadere informatie

Uittreksel bodeminformatie

Uittreksel bodeminformatie Uittreksel bodeminformatie Hyacinthenlaan 62 te Bennebroek Geselecteerd perceel 25-meter buffer Perceelgrenzen Locatiecontouren Hbb locaties Ondergrondse tanks Saneringscontour Verontreinigingscontour

Nadere informatie

BROCHURE REGELS TOEPASSEN GROND

BROCHURE REGELS TOEPASSEN GROND BROCHURE REGELS TOEPASSEN GROND 1 2 VOOR WIE IS DEZE BROCHURE? Deze brochure is bestemd voor aannemers, loonbedrijven, adviesbureaus en andere partijen die te maken hebben met grondverzet. Alle toepassingen

Nadere informatie

Toelichting bij het Meldingsformulier Bodemverontreiniging

Toelichting bij het Meldingsformulier Bodemverontreiniging Toelichting bij het Meldingsformulier Bodemverontreiniging De gemeente Leiden is sinds 1 januari 2002 bevoegd gezag Wet bodembescherming (Wbb) voor haar eigen grondgebied. Deze taken zijn overgenomen van

Nadere informatie

Convenant Bodem en Bedrijfsleven 2015

Convenant Bodem en Bedrijfsleven 2015 Convenant Bodem en Bedrijfsleven 2015 PARTIJEN 1. De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, mevrouw W.J. Mansveld, handelend als bestuursorgaan, mede namens de Minister van Infrastructuur en Milieu

Nadere informatie

1.2 Economische gevolgen Op hoofdlijnen geldt voor de drie primaire onderdelen uit het plan het volgende:

1.2 Economische gevolgen Op hoofdlijnen geldt voor de drie primaire onderdelen uit het plan het volgende: Uitvoeringsprogramma Bodemmasterplan 2016-2020 Dit uitvoeringsprogramma is een bijlage bij het Bodemmasterplan Breda2030. Achtereenvolgens worden de primaire economische gevolgen, de programmatische financiële

Nadere informatie

Bodeminformatie. Elzenlaan 8 te Hilversum. Legenda. Wet milieubeheer bedrijven

Bodeminformatie. Elzenlaan 8 te Hilversum. Legenda. Wet milieubeheer bedrijven Elzenlaan 8 te Hilversum Bodeminformatie Legenda Geselecteerde locatie 50-meter straal Percelen Verontreinigingscontouren Saneringscontouren Gebouwen (c) 2013 Gemeente Hilversum - Pagina 1 van 7-14-04-2017

Nadere informatie

Oranjelaan 7 te Hilversum. Bodeminformatie. Legenda Geselecteerde locatie

Oranjelaan 7 te Hilversum. Bodeminformatie. Legenda Geselecteerde locatie Oranjelaan 7 te Hilversum Bodeminformatie Legenda Geselecteerde locatie 50-meter contour Verontreinigingscontouren Saneringscontouren Gebouwen Percelen (c) 2010 Gemeente Hilversum - Pagina 1 van 7-13-12-2012

Nadere informatie

Bodemmedewerk(st)ers zijn vanaf 2013 actief bij provincie, gemeenten, waterschappen en omgevingsdiensten

Bodemmedewerk(st)ers zijn vanaf 2013 actief bij provincie, gemeenten, waterschappen en omgevingsdiensten Onderwerp: Toekomst 2013 Opgemaakt door: Esther Raats / Martin Veul Datum: 13 november 2012 Aan: leden Kerngroep PBB Kopie: agendaleden Kerngroep PBB Inleiding Nieuwe situatie per 1-1-2013 Vanaf 1 januari

Nadere informatie

Uittreksel bodeminformatie

Uittreksel bodeminformatie Uittreksel bodeminformatie perceel WMR00 (Wormer), sectie G, nummer 1867 Geselecteerd perceel 25-meter buffer Perceelgrenzen Rapportcontouren Hbb locaties Ondergrondse tanks Locatiecontouren Coördinaten

Nadere informatie

Wijzigingsblad bij de nota bodembeheer gemeente Den Helder versie mei 2012

Wijzigingsblad bij de nota bodembeheer gemeente Den Helder versie mei 2012 Wijzigingsblad bij de nota bodembeheer gemeente Den Helder versie mei 2012 Bestuurlijk vastgesteld d.d. 13 januari 2015 (Gemeentelijk adviesnummer a14.01130). Bijlagen 1 Bijlage 5 Grondstromenmatrix 2

Nadere informatie

Meldingsformulier Algemeen Wet bodembescherming

Meldingsformulier Algemeen Wet bodembescherming Meldingsformulier Algemeen Wet bodembescherming Dit formulier volledig* ingevuld, ondertekend en met de gevraagde formulieren en in tweevoud toezenden aan: RUD NHN Postbus 2095 1620 EB HOORN (* Indien

Nadere informatie

Basisinformatie Onroerend Goed

Basisinformatie Onroerend Goed Basisinformatie Onroerend Goed SdeB Aanmaakdatum: 27-12-2016 Pagina: 01 Informatie onroerend goed Algemeen Adres: Waachshaven 1 Postcode: 9001AC Plaats: Grou Gebruiksdoel (BAG): winkelfunctie Status: Verblijfsobject

Nadere informatie

advies- en ingenieursbureau RPS 11 april 2013, Den Bosch Peter Moerman Peter Broers rps.nl

advies- en ingenieursbureau RPS 11 april 2013, Den Bosch Peter Moerman Peter Broers rps.nl advies- en ingenieursbureau RPS Peter Moerman Peter Broers 11 april 2013, Den Bosch Kabels, Leidingen en Bodem Introductie Peter Moerman, Peter Broers en RPS Doel van de presentatie Globaal inzicht geven

Nadere informatie

Omgevingswet Aanvullingspoor Bodem. Michiel Gadella Noordelijke netwerkdag Assen, 4 oktober 2018

Omgevingswet Aanvullingspoor Bodem. Michiel Gadella Noordelijke netwerkdag Assen, 4 oktober 2018 Omgevingswet Aanvullingspoor Bodem Michiel Gadella Noordelijke netwerkdag Assen, 4 oktober 2018 11 oktober 2018 Programma Stelselherziening Omgevingswet Aanvullingsspoor bodem Hoe staan we er voor? Inspraak

Nadere informatie

Normen en decentraal maatwerk. Kansen voor bodem in de omgevingswet. Michiel Gadella Ordenen en faciliteren gebruik bodem

Normen en decentraal maatwerk. Kansen voor bodem in de omgevingswet. Michiel Gadella Ordenen en faciliteren gebruik bodem Normen en decentraal maatwerk Kansen voor bodem in de omgevingswet Michiel Gadella Ordenen en faciliteren gebruik bodem STRONG? Bouwen verblijfsfuncties. Onderzoek Toets Saneren Voorkomen verontreinigingen

Nadere informatie

Notitie. wonen; industrie; landbouw, natuur (Achtergrondwaarde).

Notitie. wonen; industrie; landbouw, natuur (Achtergrondwaarde). Notitie Referentienummer Datum Kenmerk GM-0171709 20 oktober 2015 344545 Betreft Notitie Bodemfunctieklassenkaart gemeente Noordwijk 1 Inleiding Voor u ligt de bodemfunctieklassenkaart van de gemeente

Nadere informatie

ECFD/U201402411 Lbr. 15/001

ECFD/U201402411 Lbr. 15/001 Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad informatiecentrum tel. (070) 373 8393 betreft Ledenraadpleging onderhandelingsakkoord convenant Bodem en Ondergrond uw kenmerk ons kenmerk ECFD/U201402411

Nadere informatie

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN Zaaknummer Ons Kenmerk Datum 00470985 ODH-2017-00008862 0 1 FEB. 2017 omgevingsdienst Beschikking Wet bodembescherming - deelsaneringsplan Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus

Nadere informatie

Door te klikken op bovenstaande link komt u direct op de betreffende pagina.

Door te klikken op bovenstaande link komt u direct op de betreffende pagina. Bodem en bodemverontreiniging Een voormalige stortplaats heeft een bodemprobleem maar dit betekent niet dat automatisch de bodemregelgeving van toepassing is. Dit ligt toch wat genuanceerder. Er zijn drie

Nadere informatie

Deze toelichting op de meldingenprocedure bestaat uit twee delen:

Deze toelichting op de meldingenprocedure bestaat uit twee delen: Toelichting op meldingsprocedure en meldingsformulier Wbb Deze toelichting op de meldingenprocedure bestaat uit twee delen: A B Algemene informatie over de Meldingprocedure bodemsanering; Een toelichting

Nadere informatie

Bodeminformatie. Otto'slaan 2 te Hilversum. Legenda. Wet milieubeheer bedrijven

Bodeminformatie. Otto'slaan 2 te Hilversum. Legenda. Wet milieubeheer bedrijven Otto'slaan 2 te Hilversum Bodeminformatie Legenda Geselecteerde locatie 50-meter straal Percelen Verontreinigingscontouren Saneringscontouren Gebouwen Brandstoftanks (c) 2013 Gemeente Hilversum - Pagina

Nadere informatie

1 Inleiding. 2 Beschikking. Gemeente Montfoort t.a.v. de heer J. Dronkert Postbus ZG MONTFOORT. Geachte heer Dronkert,

1 Inleiding. 2 Beschikking. Gemeente Montfoort t.a.v. de heer J. Dronkert Postbus ZG MONTFOORT. Geachte heer Dronkert, Dienst Water en Milieu Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht Gemeente Montfoort t.a.v. de heer J. Dronkert Postbus 41 3417 ZG MONTFOORT Tel. 030-2589111 Fax 030-2583140 http://www.provincie-utrecht.nl

Nadere informatie

Brederodestraat!26!B!! Zandvoort!

Brederodestraat!26!B!! Zandvoort! Brederodestraat26B Zandvoort Vraagprijs 700.000,=kostenkoper GedempteOudeGracht124 Haarlem [T]+31235420244 www.mooijekindvleut.nl info@mooijekindvleut.nl Brederodestraat26BIZandvoort DezeVRIJSTAANDEwoningmetOPRITenGARAGEisin1974ontworpendoorarchitectGiesSterrenburg

Nadere informatie

Via deze website kunnen onder meer de meldingsformulieren worden gedownload.

Via deze website kunnen onder meer de meldingsformulieren worden gedownload. Algemeen deel Dit meldingsformulier is niet van toepassing voor meldingen in het kader van het Besluit en de Regeling uniforme saneringen (BUS-meldingen). Voor een melding in het kader van BUS wordt verwezen

Nadere informatie

Bodemkwaliteitsverklaring

Bodemkwaliteitsverklaring Bodemkwaliteitsverklaring Gemeente Hoogezand-Sappemeer Datum : 23 februari 2016 Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Beh. Ambtenaar : K. Bouwknecht Paraaf : Gegevens aanvrager Afdeling en naam Aanleiding

Nadere informatie

Indien sprake is van een andere gemachtigde, machtigingsformulier ingevuld en ondertekend als bijlage toevoegen.

Indien sprake is van een andere gemachtigde, machtigingsformulier ingevuld en ondertekend als bijlage toevoegen. FORMULIER EVALUATIE NAZORG BODEMSANERING IN TE VULLEN DOOR OPDRACHTGEVER SANERING OF DIENS GEMACHTIGDE 01 Type evaluatie (aankruisen wat van toepassing is) Tussenevaluatie van fase Eindevaluatie volledige

Nadere informatie

Bodem in de Omgevingswet

Bodem in de Omgevingswet Bodem in de Omgevingswet Martin van Gelderen Ministerie Infrastructuur en Milieu 1 Verbeterdoelen Ow het vergroten van de inzichtelijkheid, de voorspelbaarheid en het gebruiksgemak; het bewerkstelligen

Nadere informatie

Handreiking voor het herinrichten van diepe plassen

Handreiking voor het herinrichten van diepe plassen Handreiking voor het herinrichten van diepe plassen Werknaam Puttenwijzer Tommy Bolleboom Bodem+ Inhoud presentatie Gebruikssfeer Inhoud handreiking Effect tot nu toe en een leermoment Uitreiken handreiking

Nadere informatie

Meldingsformulier A Wet bodembescherming

Meldingsformulier A Wet bodembescherming Meldingsformulier A Wet bodembescherming Onderzoeks- en verontreinigingsgegevens Dit formulier volledig ingevuld, ondertekend en met de gevraagde formulieren en bijlagen toevoegen aan uw zaak. 1a. Ligging

Nadere informatie

Melding bodemverontreiniging/bodemsanering

Melding bodemverontreiniging/bodemsanering Kantooradres: Oldehoofsterkerkhof 2 8911 DH Leeuwarden Postadres: Postbus 21000 8900 JA Leeuwarden 14 058 gemeente@leeuwarden.nl Melding bodemverontreiniging/bodemsanering Doel van de melding Meerdere

Nadere informatie

Meldingsformulier Wet bodembescherming

Meldingsformulier Wet bodembescherming Meldingsformulier Wet bodembescherming Wanneer dit formulier invullen? Als u een uitspraak wenst inzake de ernst en de noodzaak voor het het uitvoeren van een spoedige sanering Als u instemming behoeft

Nadere informatie

Bodeminformatie. Boomberglaan 63 te Hilversum. Legenda. Wet milieubeheer bedrijven

Bodeminformatie. Boomberglaan 63 te Hilversum. Legenda. Wet milieubeheer bedrijven Boomberglaan 63 te Hilversum Bodeminformatie Legenda Geselecteerde locatie 50-meter straal Percelen Onderzoeken Verontreinigingscontouren Saneringscontouren Gebouwen Wet milieubeheer bedrijven Brandstoftanks

Nadere informatie

PTB - Omgevingswet en aanvullingswet Bodem. Michiel Gadella Rijkswaterstaat/Bodem+

PTB - Omgevingswet en aanvullingswet Bodem. Michiel Gadella Rijkswaterstaat/Bodem+ PTB - Omgevingswet en aanvullingswet Bodem Michiel Gadella /Bodem+ 8-3-2017 Onderwerpen Vormgeving Verhouding Aanvullingswet en Besluit tot Ow Materieel/inhoud Het bodemperspectief Historische verontreinigingen

Nadere informatie

c) de belangen die mogelijk invloed kunnen ondervinden van de installatie van bodemenergiesystemen

c) de belangen die mogelijk invloed kunnen ondervinden van de installatie van bodemenergiesystemen 1 juli 2014 zaaknummer 2013-018143 Beleidsregels masterplannen bodemenergie Gelderland 2014 GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 6.4, eerste

Nadere informatie

Bodemverontreiniging bij aankoop en bouw

Bodemverontreiniging bij aankoop en bouw 1 Sprekende Gemeente kopregel Den Haag Dienst Stadsbeheer September 2006 Bodemverontreiniging bij In deze folder leest u meer over bodemverontreiniging en met name over de gevolgen die dat kan hebben voor

Nadere informatie

Niet. Bevoegd Gezag. Bodem-loket Bodem-loket Algemene locatiegegevens. X X X /bodeminformatie/locatie/@sikb_id

Niet. Bevoegd Gezag. Bodem-loket Bodem-loket Algemene locatiegegevens. X X X /bodeminformatie/locatie/@sikb_id veldnaam volgens protocol SIKB 0101 locatiecode_bevoegd_gezag bis_loccode rapporteur_monitoring gegevensbeheerder naam straat huisnummer huisletter lettertoevoeging postcode omschrijving volgens protocol

Nadere informatie

Bodeminformatie. Lindenheuvel 12A te Hilversum. Legenda. Wet milieubeheer bedrijven

Bodeminformatie. Lindenheuvel 12A te Hilversum. Legenda. Wet milieubeheer bedrijven Lindenheuvel 12A te Hilversum Bodeminformatie Legenda Geselecteerde locatie 50-meter straal Percelen Onderzoeken Verontreinigingscontouren Saneringscontouren Gebouwen Wet milieubeheer bedrijven Brandstoftanks

Nadere informatie

Ter plaatse van de hierboven genoemde percelen is sprake van een geval van ernstige verontreiniging als bedoeld in artikel 29 lid 1, van de Wbb.

Ter plaatse van de hierboven genoemde percelen is sprake van een geval van ernstige verontreiniging als bedoeld in artikel 29 lid 1, van de Wbb. 1 Afdeling Vergunningverlening Aan: Slender You Woudenberg t.a.v. mevr. J.H. van Voskuilen Stationsweg West 54 3931 ET Woudenberg Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht Tel. 030-2583306 Fax 030-2582990

Nadere informatie

Bodemfunctieklassenkaart Gemeente Horst aan de Maas. - Toelichting -

Bodemfunctieklassenkaart Gemeente Horst aan de Maas. - Toelichting - Bodemfunctieklassenkaart Gemeente Horst aan de Maas - Toelichting - Versie 1: 25 november 2010 VOORWOORD Voor u ligt de bodemfunctieklassenkaart van de gemeente Horst aan de Maas. Op grond van het Besluit

Nadere informatie

Omgevingswet en de raad

Omgevingswet en de raad Omgevingswet en de raad Inhoud Waarom de Omgevingswet? Wat is de omgevingswet? Wat verandert er door de omgevingswet Wat vraagt dit van u als raad. Samen met de samenleving Budget reserveren Vrije (beleids)ruimte

Nadere informatie

Omgevingswet en aanvullingswet Bodem

Omgevingswet en aanvullingswet Bodem Omgevingswet en aanvullingswet Bodem Marcel Cassee /Bodem+ Platform Informatiebeheer 21 maart 2017 Onderwerpen Vormgeving Verhouding Aanvullingswet en Besluit tot Ow Materieel/inhoud Het bodemperspectief

Nadere informatie

Vraag 1 Bent u bekend met de berichtgeving dat vervuilde grond illegaal is gebruikt onder Barneveldse nieuwbouwwijken? 1 2

Vraag 1 Bent u bekend met de berichtgeving dat vervuilde grond illegaal is gebruikt onder Barneveldse nieuwbouwwijken? 1 2 > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Rijnstraat 8 2515 XP Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456 0000

Nadere informatie

THEMA VISITATIES POKB 2018

THEMA VISITATIES POKB 2018 Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer THEMA VISITATIES POKB 2018 Platform Overheid en Kwaliteit Bodembeheer www.pokb.nl Datum : 4 oktober 2017 Kenmerk : POKB-thema2018-20171004 Van : Werkgroep

Nadere informatie

Meldingsformulier A Wet bodembescherming

Meldingsformulier A Wet bodembescherming Meldingsformulier A Wet bodembescherming Onderzoeks- en verontreinigingsgegevens Dit formulier volledig* ingevuld, ondertekend en met de gevraagde formulieren en bijlagen in tweevoud toezenden aan: Gedeputeerde

Nadere informatie

Aanvullingsbesluit Bodem

Aanvullingsbesluit Bodem Aanvullingsbesluit Bodem Milieubelastende activiteiten Michiel Gadella RWS/Bodem+ Programma Bodem inbouwen in stelsel Nieuwe beleidsfase bodem Rijksregels voor milieubelastende activiteiten Stelselherziening

Nadere informatie

Omgevingswet en de raad

Omgevingswet en de raad Omgevingswet en de raad Inhoud Waarom de Omgevingswet? Wat is de omgevingswet? Wat verandert er door de omgevingswet Wat vraagt dit van u als raad. Samen met de samenleving Budget reserveren Vrije (beleids)ruimte

Nadere informatie

Indien sprake is van een andere gemachtigde, machtigingsformulier ingevuld en ondertekend als bijlage toevoegen.

Indien sprake is van een andere gemachtigde, machtigingsformulier ingevuld en ondertekend als bijlage toevoegen. FORMULIER EVALUATIE NAZORG BODEMSANERING IN TE VULLEN DOOR OPDRACHTGEVER SANERING OF DIENS GEMACHTIGDE 01 Type evaluatie (aankruisen wat van toepassing is) Tussenevaluatie van fase Eindevaluatie volledige

Nadere informatie

Handreiking waterbodemkwaliteitskaart Delfland

Handreiking waterbodemkwaliteitskaart Delfland Handreiking waterbodemkwaliteitskaart Delfland Inleiding Het Hoogheemraadschap van Delfland heeft op 19 februari 2015 een waterbodemkwaliteitskaart (WBKK) vastgesteld. De WBKK van Delfland is een belangrijk

Nadere informatie

Nota van beantwoording. overlegreacties. voorontwerpbestemmingsplan. Besselsesteeg 2 Maarssen

Nota van beantwoording. overlegreacties. voorontwerpbestemmingsplan. Besselsesteeg 2 Maarssen Nota van beantwoording overlegreacties voorontwerpbestemmingsplan Besselsesteeg 2 Maarssen 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding. p. 3 2. Beantwoording overlegreacties..... p. 4 5. Conclusie.. p. 5 2 1.1 Inleiding

Nadere informatie

Bodemprogramma 2015 2018

Bodemprogramma 2015 2018 Bodemprogramma 2015 2018 Inhoudsopgave 1. Inleiding:... 3 1.1 Aanleiding... 3 1.2 Doelstellingen... 3 1.3 Wetgeving & Beleid... 3 2. Afweging en selectie van doelen gemeente... 6 2.1 Vertrekpunt... 6 2.2

Nadere informatie

Melding Wet bodembescherming

Melding Wet bodembescherming Melding Wet bodembescherming Dit formulier opsturen naar: Gemeente Heerlen Afdeling Stadsplanning t.a.v. bureau milieu en duurzaamheid 36040 Postbus 1 6400 AA Heerlen 14 045 +31(0)45 560 50 40 www.heerlen.nl

Nadere informatie

Wilhelminapark!23!! Haarlem!

Wilhelminapark!23!! Haarlem! Wilhelminapark23 Haarlem Vraagprijs 1.195.000,=kostenkoper GedempteOudeGracht124 Haarlem [T]+31235420244 www.mooijekindvleut.nl info@mooijekindvleut.nl Wilhelminapark23FHaarlem DezeKARAKTERISTIEKEVRIJSTAANDEVILLA(ca.1900)staatindestijlvolleengeliefdeKoninginnebuurten

Nadere informatie

M E L D I N G S F O R M U L I E R W E T B O D E M B E S C H E R M I N G

M E L D I N G S F O R M U L I E R W E T B O D E M B E S C H E R M I N G Gemeente Maastricht SEB-RMT-Mobiliteit en Milieu Postbus 1992 6201 BZ Maastricht tel. (043) 350 5050 M E L D I N G S F O R M U L I E R W E T B O D E M B E S C H E R M I N G Let op: Alle gevraagde gegevens

Nadere informatie

UP bijeenkomst Aanpassing Wbb. Peter Kiela

UP bijeenkomst Aanpassing Wbb. Peter Kiela UP bijeenkomst Aanpassing Wbb Peter Kiela Wijziging wet- en regelgeving bodemsaneringsbeleid Convenant: Bodemontwikkelingsbeleid en aanpak spoedlocaties Essenties: Decentralisatie Beleid met de ondergrond

Nadere informatie

beschikking vaststelling ernst en spoed bodemverontreiniging Breudijk 42 Harmelen (gemeente Woerden) UT0632/ Inleiding

beschikking vaststelling ernst en spoed bodemverontreiniging Breudijk 42 Harmelen (gemeente Woerden) UT0632/ Inleiding beschikking vaststelling ernst en spoed bodemverontreiniging Breudijk 42 Harmelen (gemeente Woerden) datum 7 februari 2006 nummer 2006WEM000563i bijlagen kadastrale kaart sector referentie locatiecode

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 september 2017;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 september 2017; Verordening bodemenergiesystemen gemeente Papendrecht De raad van de gemeente Papendrecht; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 september 2017; gelet op de artikelen

Nadere informatie

Meldingsformulier onderzoek en aanpak bodemverontreiniging

Meldingsformulier onderzoek en aanpak bodemverontreiniging Meldingsformulier onderzoek en aanpak bodemverontreiniging De gemeente Hengelo is bevoegd gezag in het kader van de Wet bodembescherming. Zodoende heeft u in verschillende omstandigheden instemming van

Nadere informatie

Gemeente Den Haag. de gemeenteraad

Gemeente Den Haag. de gemeenteraad RIS105230_06-05-2003 Gemeente Den Haag Retouradres: Postbus 12 600, 2500 DJ Den Haag de gemeenteraad Onderwerp Bodemkwaliteitskaart en bodembeheerplan gemeente Den Haag en VINEX-locatie Ypenburg (gedeelte

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Rijnstraat 8 2515 XP Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456 0000

Nadere informatie

Grondwater en Omgevingswet. 31 januari 2019 Utrecht

Grondwater en Omgevingswet. 31 januari 2019 Utrecht Grondwater en Omgevingswet 31 januari 2019 Utrecht Inhoud Taken irt grondwaterkwaliteit Bevoegdheden irt grondwaterkwaliteit Samenwerken aan grondwaterkwaliteit Kaderrichtlijn water Doelen Relatie met

Nadere informatie

Project Besluit bodemkwaliteit en Nota bodembeheer

Project Besluit bodemkwaliteit en Nota bodembeheer Project Besluit bodemkwaliteit en Nota bodembeheer Gemeenten Alkmaar, Bergen, Castricum, Heerhugowaard en Heiloo 2 december 2015 1 Te behandelen onderwerpen Besluit bodemkwaliteit Bodemfunctieklassenkaart

Nadere informatie

Ter plaatse van het hierboven genoemde perceel is sprake van een geval van ernstige verontreiniging als bedoeld in artikel 29 lid 1, van de Wbb.

Ter plaatse van het hierboven genoemde perceel is sprake van een geval van ernstige verontreiniging als bedoeld in artikel 29 lid 1, van de Wbb. 1 Afdeling Vergunningverlening Aan: De Elf Provinciën BV T.a.v. de heer G. Haverkamp Bisonspoor 4005 3605 LV MAARSSEN Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht Tel. 030-2583306 Fax 030-2582990 http://www.provincie-utrecht.nl

Nadere informatie

BESCHIKKING. Globiscode DR

BESCHIKKING. Globiscode DR BESCHIKKING Globiscode DR 010601763 Aanvrager Onderwerp Gemeente Assen Bodemsanering; beschikking evaluatieverslag voor locatie Dammen in Het Kanaal ter hoogte van de Nobellaan en de Groningerstraat te

Nadere informatie

Verzenddatum Bijlagen Kenmerk /BHZ_BDM_BS-88906

Verzenddatum Bijlagen Kenmerk /BHZ_BDM_BS-88906 Provincie Noord-Holland Mevrouw P. Nijmeijer Postbus 3007 2001 DA HAARLEM Verzenddatum Bijlagen Kenmerk 28-11-2018 - Onderwerp: Beschikking Wet bodembescherming, instemming raamsaneringsplan, locatie HOV

Nadere informatie

Tijdelijke opslag van 1 partij grond op 1 locatie

Tijdelijke opslag van 1 partij grond op 1 locatie Tijdelijke opslag van 1 partij grond op 1 locatie onderdeel van tijdelijke uitname BBK? Zorgplicht Opslaan > 6 maanden? Is de kwaliteit Kwaliteit grond/bagger > Interventiewaarde én > LMW nota bodembeheer?

Nadere informatie