Verklarende woordenlijst

Transcriptie

1 Verklarende woordenlijst Locatienaam: Onder dit nummer zijn de onderzoeksrapporten opgeslagen bij de gemeente Eindhoven. Indien aanvullende informatie wordt opgevraagd bij de gemeente, dat dient dit nummer vermeld te worden. Vervolgactie o.b.v. de Wet bodembescherming: Op basis van de uitgevoerde onderzoeken op een locatie heeft de gemeente bepaald of er op de locatie nog maatregelen genomen moeten worden in de vorm van extra onderzoek of bijvoorbeeld een sanering. De vervolgactie geeft alleen de noodzakelijke maatregelen op basis van de Wet Bodembescherming aan. Dat betekent dat deze vervolgactie niet één op één overgenomen kan worden voor bijvoorbeeld de aanvraag van een bouwvergunning. Saneren Op deze locaties is een dermate omvangrijke verontreiniging aanwezig dat deze op termijn moet worden gesaneerd. Saneren houdt in dat risico s (bodemverontreiniging) voor mens, ecologie en verspreiding worden weggenomen, zodat de bodem geschikt is voor gebruik (bv wonen of industrie Monitoren/nazorg Op deze locatie wordt na sanering van de verontreiniging (of een deel daarvan) de achtergebleven verontreiniging periodiek wordt onderzocht om te bepalen of de verontreiniging zich niet verplaatst of verspreidt. Registratie restverontreiniging Op deze locaties is een groot deel van de verontreiniging gesaneerd. Veelal is een klein deel verontreiniging niet bereikbaar (bijvoorbeeld onder een gebouw). De verontreiniging is dermate gering dat geen risico s op verspreiding aanwezig zijn. Nader bodemonderzoek Op deze locaties is een verontreiniging aangetroffen, maar de exacte omvang hiervan is niet bekend. Historisch of verkennend bodemonderzoek Op deze locaties hebben activiteiten plaatsgevonden die de bodem mogelijk verontreinigd kunnen hebben. Uit onderzoek moet blijken of de bodem daadwerkelijk verontreinigd is. Geen vervolg Op deze locaties is uit onderzoek gebleken dat er geen of een geringe verontreiniging aanwezig is of dat de verontreiniging voldoende is gesaneerd. Let op: Het is mogelijk dat ten behoeve van een aanvraag voor een bouwvergunning of een Wet milieubeheer vergunning toch een bodemonderzoek noodzakelijk is. Dit is mede afhankelijk van de ouderdom van de uitgevoerde onderzoeken.

2 Onbekend Deze locaties zijn begin jaren 90 onderzocht, maar destijds is de vervolgactie niet geregistreerd. Besluiten: Het bevoegd gezag Wet bodembescherming (Wbb) neemt op basis van bodemrapporten besluiten, ook wel beschikkingen genoemd. Deze besluiten worden alleen genomen als het grotere verontreinigingen betreft. Het besluit bepaalt de juridische status van de locatie. Er zijn verschillende soorten besluiten. Beschikking ernst en urgentie Op basis van een bodemonderzoek wordt de omvang van de verontreiniging bepaald. De omvang in samenhang met het gebruik en de omgeving van de locatie waar de verontreiniging zich bevind, bepaald de ernst van een verontreiniging en de urgentie om de verontreiniging te saneren. Op basis hiervan kan een uiterste saneringstijdstip vastgesteld worden. In deze categorie beschikkingen onderscheiden we een drietal beschikkingen te weten beschikking ernstig niet urgent, beschikking ernstig urgentie niet bepaald en beschikking ernstig urgent Dit type beschikking wordt sinds februari 2006 niet meer verleend. Ze zijn vervangen door de beschikking ernst en spoed. Beschikking ernst en spoed Op basis van een bodemonderzoek wordt de omvang van de verontreiniging bepaald. De omvang, in samenhang met het gebruik en de omgeving van de locatie waar de verontreiniging zich bevind, bepaald de ernst van een verontreiniging en of er risico s zijn voor de mens, de ecologie of voor verspreiding. Zijn er geen risico s spreekt men van een Beschikking ernstig geen spoed Zijn er wel risico s spreekt men van een Beschikking ernstig wel spoed Instemmen met saneringsplan Deze beschikking wordt afgegeven zodra het bevoegd gezag Wet Bodembescherming (Wbb) instemt met de in het saneringsplan geformuleerde saneringsdoelstelling. In de doelstelling wordt weergegeven of de verontreiniging volledig wordt verwijderd of dat er een restverontreiniging achterblijft en hoe groot deze maximaal mag zijn. Tevens wordt in het saneringsplan aangegeven hoe gecontroleerd wordt of het doel wordt behaalt en hoe wordt bepaalt of de sanering is afgerond. Instemmen uitgevoerde sanering Deze beschikking wordt afgegeven zodra het bevoegd gezag Wet Bodembescherming (Wbb) instemt met het behaalde saneringsresultaat aan de hand van de vooraf opgestelde saneringsdoelstelling. Beschikking BUS saneringsevaluatie BUS staat voor Besluit Uniforme Saneringen. Het BUS is een landelijke uniforme regeling voor eenvoudige, gelijksoortige saneringen die in korte tijd afgerond kunnen worden. De saneerder heeft meestal minder onderzoekskosten en hoeft geen saneringsplan te schrijven. Om via deze procedure te mogen saneren dient voor sanering een melding via een standaard meldingsformulier gedaan te worden. Na afronding van de sanering dient de saneerder een eveneens standaard evaluatie formulier in. Het bevoegd gezag beoordeeld op basis van dit evaluatie formulier of de sanering goed is uitgevoerd. Is dat het geval dan geeft het bevoegd gezag een beschikking BUS saneringsevaluatie af, waarmee zij instemt met de uitgevoerde sanering.

3 Tijdelijke beveiliging In enkele gevallen blijkt een verontreiniging een risico voor mens en milieu te vormen, maar kan de verontreiniging niet op korte termijn gesaneerd worden. In deze gevallen worden tijdelijke beveiligingsmaatregelen genomen om de risico s voor mens en milieu weg te nemen. Een voorbeeld hiervan is het beperken van contactrisico, door het plaatsen van hekken. Zorgmaatregel: Sanering betekent meestal niet dat de verontreinigingen volledig verwijderd worden. Hierdoor is het in sommige gevallen noodzakelijk om na afronding van de sanering één van de onderstaande zorgmaatregelen op te leggen: b Verbod op grazen vee b Verbod op gewasteelt b Verbod op graafactiviteiten b Verbod op onttrekking grondwater b Aandacht voor drinkwaterleidingen b Gesloten verharding handhaven b Open verharding handhaven b Leeflaag instant houden b GRW onttrekkingssysteem b Luchtverversingssysteem b Monitoring grondwater b Monitoring lucht Type onderzoek: Bijzonder inventariserend onderzoek Een inventariserend onderzoek in een speciaal kader. Vaak is één type bedrijfsactiviteit onderzocht. Historisch onderzoek Ook wel vooronderzoek genoemd. Een archiefonderzoek naar activiteiten die op de locatie hebben plaatsgevonden. Met een historisch onderzoek kan voorspeld worden of er een risico is op bodemverontreiniging en kan de strategie voor veldonderzoek bepaald worden. Pre-HO Het Pre-historisch onderzoek is een summier archief onderzoek. Veelal betreft het een Hinderwet inventarisatie waaruit blijkt dat er op de locatie een bedrijf heeft gezeten. Indicatief onderzoek Een beperkt bodemonderzoek met als doel te bepalen of er sprake is van bodemverontreiniging. Bodemsanering bedrijven (BSB) Onderzoek of sanering van in gebruik zijnde Bedrijfsterreinen

4 Verkennend onderzoek NEN 5740 / NVN 5740 Een eerste bodemonderzoek (veldonderzoek), met de bedoeling een representatieve indruk te krijgen van de kwaliteit van bodem en grondwater op een terrein. Op basis hiervan wordt bepaald of de bodemkwaliteit op het terrein geschikt is voor beoogd gebruik en/of er sprake is van een bodemverontreiniging. Oriënterend bodemonderzoek Een eerste onderzoek, met de bedoeling na te gaan of een vermoeden van bodemverontreiniging juist is. Tevens wordt beoogd een eerste indruk te verkrijgen van de oorzaken, aard, mate, plaats van voorkomen van de aanwezige bodemverontreiniging. Nader onderzoek Een vervolgonderzoek op een verkennend bodemonderzoek of oriënterend onderzoek met als doel de aard, mate (concentratie) en omvang van de eerder aangetroffen verontreiniging vast te stellen. De gegevens van het nader onderzoek zijn de basis voor de beoordeling van de ernst van de bodemverontreiniging en de noodzaak voor een spoedige sanering. Saneringsonderzoek Inventarisatie van de mogelijke saneringsmethoden. Het betreft een beschrijving van milieu-hygiënische, technische en financiële aspecten. Tevens wordt de kwaliteit van de bodem beschreven die met de beschreven saneringen wordt bereikt. Op basis hiervan wordt een keuze voor de wijze van sanering gemaakt. Saneringsplan Een plan waarin de uit te voeren saneringswerkzaamheden worden beschreven, het beoogde saneringsresultaat en de te nemen maatregelen als de resultaten niet gehaald worden. Saneringsevaluatie Eindrapport van de uitgevoerde bodemsanering, dat instemming behoeft van het bevoegd gezag. Het rapport beschrijft onder andere de getroffen maatregelen, de hoeveelheden af- en aangevoerde (verontreinigde) grond, eventuele afwijkingen op het saneringsplan en het bereikte saneringsresultaat respectievelijk de kwaliteit van de bodem na het uitvoeren van de sanering. Monitoringsrapportage Dit is een rapportage van een periodiek onderzoek op een lokatie. Een dergelijk onderzoek kan twee doelen dienen: 1. Op plaatsen waar bodembedreigende activiteiten plaatsvinden wordt met behulp van monitoring in de gaten gehouden of de bodem niet verontreinigd raakt. Een voorbeeld hiervan zijn benzine service stations. 2. Bij niet alle saneringen wordt de verontreiniging volledig verwijderd. Er wordt dan een monitoring uitgevoerd om het gedrag van de verontreiniging te volgen. Het streven is dat de verontreiniging vermindert of zich stabiliseert. Blijken er sterke veranderingen op te treden dan kan worden besloten opnieuw sanerende handelingen uit te voeren.

5 (Na)zorgrapportage Een plan dat activiteiten beschrijft die na een uitgevoerde bodemsanering uitgevoerd moeten worden, indien als gevolg van de gekozen saneringsvariant een (rest)verontreiniging is achtergebleven. De nazorgmaatregel(en) dien(en) ervoor te zorgen dat de verontreiniging die na de sanering is achtergebleven niet zal leiden tot een vermindering van de kwaliteit van de bodem zoals beschreven in de beschikking op het evaluatieverslag. brf (briefrapport) Een verkorte rapportage in briefvorm. avr (aanvullend rapport) Een aanvullende rapportage. Nul-situatie onderzoek Een onderzoek om de kwaliteit van de bodem vast te stellen op plaatsen waar activiteiten gepland zijn die de bodem mogelijk kunnen verontreinigingen. Met de uitkomsten van dit onderzoek kan in de toekomst, met een vervolg- of eindonderzoek, bekeken worden of door activiteiten op deze locatie de bodemkwaliteit is veranderd. Bouwstoffenbesluit Met dit type bodemonderzoek wordt bepaald of en onder welke voorwaarden elders kan worden hergebruikt. BOOT Dit is een onderzoek op de plaats van een ondergrondse brandstof tank. ASB - asbestonderzoek NEN 5707: Bodeminspectie, monsterneming en analyse van asbest in bodem en partijen grond. Partijkeuring grond Een partijkeuring grond betreft een onderzoek naar de milieuhygiënische kwaliteit en toepassingsmogelijkheden van een partij grond. Meldingsformulier BUS saneringsplan Met dit formulier kan een saneerder toestemming vragen aan het bevoegd gezag (gemeente Eindhoven) om een eenvoudige standaard sanering uit te mogen voeren. In het formulier staat beschreven hoe de sanering wordt uitgevoerd. Meldingsformulier BUS evaluatieverslag Met dit formulier vraagt een saneerder goedkeuring aan het bevoegd gezag (gemeente Eindhoven) van een uitgevoerde sanering. In het formulier staat beschreven hoe de sanering wordt uitgevoerd. Dit formulier kan alleen gebruikt worden bij eenvoudige standaard saneringen die ook voorafgaand aan de sanering gemeld zijn met een Meldingformulier BUS.

6 Nazorgplan zie Nazorgrapportage. Monitoringsplan zie Monitoringsrapportage Ondergrondse tanks: KIWA-certificaat Sinds 1993 dienen bedrijven, die ondergrondse tanks verwijderen of buiten gebruik stellen, gecertificeerd te zijn. Voor alle tanks die zij verwijderen of buiten gebruik stellen wordt een KIWA-certificaat afgegeven. Dit dient als bewijs dat de tank conform de geldende regels is verwijderd of buiten gebruik is gesteld. Saneringsdatum Dit is de datum dat de ondergrondse tank verwijderd is of buiten gebruik is gesteld. Vervolgactie (bij ondergrondse tank) Indien er een vervolgactie noodzakelijk is betekent dit dat de tank niet of niet conform de geldende regels is verwijderd of buitengebruik is gesteld. Hierdoor bestaat er een risico dat de bodem verontreinigd is of raakt door de inhoud van de tank. Indien de tank verwijderd is, moet de bodem ter plaatste onderzocht worden of deze al dan niet verontreinigd is geraakt. Het onderzoek dient uitgevoerd te worden volgens de richtlijnen van de NEN 5740 door een bureau dat gecertificeerd is voor de BRL Indien de tank niet is verwijderd, dient deze alsnog conform de geldende regels verwijderd te worden. Mocht de tank onder een gebouw liggen waardoor het niet mogelijk is de tank te verwijderen, dan dient de tank conform de geldende regels buiten gebruik gesteld te worden. Dit dient uitgevoerd te worden door een bedrijf dat KIWA-gecertificeerd is voor het verwijderen en buiten gebruikstellen van ondergrondse tanks.