Notitie. Betreft : Actuele situatie en, beheermaatregelen en beheerdoelen H2130C Voornes Duin
|
|
- Joachim van Wijk
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 A COMPANY OF Notitie Aan : Provincie Zuid-Holland t.a.v. Gerard de Jong en Charlotte Los Van : Karel-Henk Grootjans Datum : 24 oktober 2008 Kopie : Wouter van Steenis, Marten Annema (beiden Natuurmonumenten), Dick Kerkhof, Jan Alewijn Dijkhuizen (beiden St. Zuid-Hollands Landschap), Adrie van Heerden & Kees Mostert (beiden PZH) Onze referentie : 9T6401A0/N00001/901451/Rott HASKONING NEDERLAND B.V. RUIMTELIJKE ONTWIKKELING Betreft : Actuele situatie en, beheermaatregelen en beheerdoelen H2130C Voornes Duin Aanleiding en doel notitie Voor het subhabitattype H2130C (heischraal grijs duin) geldt in het Natura 2000-gebied Voornes Duin een verbeteropgave voor de kwantiteit en kwaliteit. De mate waarin uitbreiding van oppervlakte en verbetering van kwaliteit gewenst is, is niet gespecificeerd. In verband met lopende vergunningprocedures en de goedkeuring van het bestemmingsplan Maasvlakte 2, is het noodzakelijk om de verbeteropgave te concretiseren. Hiervoor moet afdoende zicht zijn op de actuele toestand van H2130C, de bedreigingen en de beheermaatregelen om deze tegen te gaan. In deze notitie worden deze kort besproken. De notitie wordt afgesloten met een concreet voorstel voor de te bereiken situatie en noemt nadere onderzoeken voor verder gaande herstelmogelijkheden. Deze notitie is mede gebaseerd op de notitie Bevindingen onderzoek aanwezigheid H2130C op Voornes Duin (Provincie Zuid-Holland; d.d. 22 oktober 2008) en opgesteld in samenwerking met lokale experts van Natuurmonumenten (Marten Annema), Stichting Het Zuid-Hollands Landschap (Dick Kerkhof) en Vertegaal, Ecologisch Advies en Onderzoek (Kees Vertegaal). Subhabitattype H2130C Het subhabitattype H2130C wordt gekenmerkt door het voorkomen van de in tabel 1 genoemde plantengemeenschappen. Het betreft één landelijk beschreven associatie (19Aa3) en twee rompgemeenschappen (19-RG1-[19] en SBB-19A-c). De laatstgenoemde rompgemeenschap (SBB-19A-c) is recentelijk (bij verschijnen van het nieuwe profielendocument in september 2008) toegevoegd. Bij elk vegetatietype staat een G of een M in de kolom Goed/Matig. Dit geeft aan of het vegetatietype een goede of matige kwaliteit van het subhabitattype vertegenwoordigt. Het betreft hier de vegetatiekwaliteit van het subhabitattype (Ministerie van LNV, 2008a). In de jaren 90 van de vorige eeuw kwam subtype C verspreid over Voornes Duin in goede kwaliteit voor. De Associatie van Maanvaren en Vleugeltjesbloem werd destijds op meerdere locaties in duinvalleien rond het Breede Water en Quackjeswater en in duingraslanden rondom het oude biologische station Weeversduin bij Oostvoorne aangetroffen (Kiwa & EGG, 2007). Ook in de Atlas van Plantengemeenschappen van Nederland is deze associatie in de duinen van Voorne aangegeven (Weeda et al., 2002). 24 oktober /7
2 Tabel 1: Kenmerkende plantengemeenschappen van H2130C (bron: Ministerie van LNV, 2008a). NB: de rompgemeenschap SBB-19A-c is bij verschijnen van het nieuwe profielendocument (september 2008) aan de kenmerkende plantengemeenschappen toegevoegd. Waarnemingen van deze gemeenschap, of van de rompgemeenschap SBB-19A-c die ook onder H2130C gerekend wordt, van na die tijd zijn niet bekend (NB: Borstelgras en daarmee 19-RG1- (19) komt niet voor op Voorne). Het was dan ook onduidelijk of H2130C nog in enige vorm in Voornes Duin voorkomt. Actuele situatie Op basis van vegetatieopnamen en doelsoortkarteringen uit 2004, 2007 en 2008 en lokale kennis van de beheerders is bepaald in hoeverre de actuele vegetaties in Voornes Duin overeenkomen met de plantengemeenschappen uit tabel 1. De resultaten zijn als volgt. Noordelijke deel Voornes Duin (eigendom Zuid-Hollands Landschap) Ten noordwesten van de Tenellaplas (deelgebied Kleine Heveringen; zie figuur 1A) is in 2008 over een oppervlak van ca. 600 m 2 de soortencombinatie Hondsviooltje, Gewone veldbies en Tandjesgras waargenomen (Notitie PZH 22 oktober 2008). Deze soortencombinatie is kenmerkend voor de door Staatsbosbeheer beschreven rompgemeenschap SBB-19A-c en wordt gezien als een matig ontwikkelde variant van het habitattype. In 2006 en 2007 is deze soortencombinatie in een ander deel van de Kleine Heveringen en in het grasland ten westen van Weeversduin (zie figuur 1A) door de terreinbeheerder(s) aangetroffen, samen met onder andere vroegbloeiende soorten als Voorjaarszegge en Bevertjes. Het gaat hier om fragmenten van SBB-19A-c dat in mozaïek aanwezig is met de Duin-Struisgrasassociatie, of met rompgemeenschappen uit de klasse der Droge graslanden op zandgrond. Deze fragmenten liggen vooral in kleine laagten en vlak langs poeltjes. Hooguit beslaan deze fragmenten 400 m 2. Op grond van deze waarnemingen wordt geconstateerd dat in het noordelijk deel van Voornes Duin ongeveer m 2 H2130C van matige kwaliteit (rompgemeenschap SBB-19A-c) voorkomt. Elders in het noordelijke deel van Voornes Duin is de zandgrond onder het (schaarse) duingrasland waarschijnlijk te kalkrijk voor heischraal grasland. 24 oktober /7
3 A B Figuur 1: Globale waarnemingslocaties (rood) en onderliggende opnamen van Rompgemeenschap SBB-19-A-c (blauw) en Associatie van Maanvaren en Vleugeltjesbloem (groen) in noordelijk (A; links) en zuidelijk deel (B; rechts). Bron: J. Cevat (ZHL), 2004, 2006 & 2007; A. van Heerden (Provincie Zuid-Holland), Zuidelijk deel van Voornes Duin (eigendom Natuurmonumenten) In het duingebied van Natuurmonumenten zijn in het gebied ten oosten van de Houten Paardjes (figuur 1B) over een oppervlakte van 800 m 2 vegetaties waargenomen, waarin kenmerkende soorten en vochtindicatoren van de Associatie van Maanvaren en Vleugeltjesbloem voorkomen. Na syntaxonomisch identificatie van de vegetatieopnamen met behulp van het standaardprogramma Associa werden drie opnamen toegewezen aan de Associatie van Maanvaren en Vleugeltjesbloem. De andere twee vegetatieopnamen in dit gebied behoren tot de rompgemeenschap SBB-19A-c (Notitie PZH 22 oktober 2008). Naast de soortensamenstelling komen ook de hydrologische omstandigheden overeen met kenmerkende omstandigheden waaronder de Associatie van Maanvaren en Vleugeltjesbloem dikwijls wordt aangetroffen (zie kader). Zo liggen de opnamen duidelijk boven het waterpeil (80 tot 120 cm), waardoor er geen winterinundatie kan plaatsvinden en is het merendeel van de aangetroffen kenmerkende vegetaties waargenomen op een flauwe helling, waar geen stagnant regenwater aanwezig is (Notitie PZH 22 oktober 2008). Vindplaatsen Associatie van Maanvaren en Vleugeltjesbloem De Associatie van Maanvaren en Vleugeltjesbloem (19Aa03) komt voor in een smalle gordel aan de randen van duinvalleien in de overgangszone tussen de hygroserie en de xeroserie (eenvoudig gezegd: tussen "aan hoog grondwater gebonden" tot "goed aan droogte aangepast"). De standplaatsen zijn dus vochtiger dan de droge duinen, maar minder nat dan de valleien. Dikwijls staat de gemeenschap onder (enige) invloed van grondwater, maar groeit alleen op plaatsen die in de regel niet geïnundeerd raken (Schaminée et al., 1996). Op landschapsschaal bezien is het voorkomen van de Associatie van Maanvaren en Vleugeltjesbloem in deze meer nabij de kust gelegen duinen verrassend. Veelal wordt deze plantengemeenschap (in goed ontwikkelde vorm) verder landinwaarts in oudere, (oppervlakkig) uitgeloogde duinen aangetroffen. Vooral de goed ontwikkelde vegetaties op de vroongronden van de West- en Middelduinen op Goeree zijn kenmerkend (Ministerie van LNV, 2008b). Welke factoren en processen tot ontwikkeling van de Associatie van Maanvaren en Vleugeltjesbloem op 24 oktober /7
4 deze atypische landschapsecologische locatie in Voornes Duin hebben geleid, is vooralsnog niet duidelijk. Kijkend naar tabel 1 betekent dit dus dat H2130C plaatselijk met een goede floristische kwaliteit aanwezig is. Hierbij moet wel worden opgemerkt dat de Associatie van Maanvaren en Vleugeltjesbloem in mozaïek met de rompgemeenschap SBB-19A-c aangetroffen is en dat dus niet het volledige oppervlak van 800 m 2 als goed ontwikkeld H2130C beschouwd kan worden. Op basis van de waarnemingen wordt geschat dat in de eigendommen van Natuurmonumenten ca 800 m 2 habitattype H2130C van matig tot goede (floristische) kwaliteit aanwezig is. De eindconclusie is dus dat H2130C met een areaal van ca m 2 met een matige kwaliteit en ca. 800 m 2 met een matig tot goede kwaliteit voorkomt. Abiotische randvoorwaarden Heischraal grasland komt voor op voedselarme, uitgeloogde zandgronden. Vaak ontstaat het op plekken waar de zuurgraad langdurig gebufferd wordt. In de duinen gaat het dan vooral om de randen van natte duinvalleien in kalkarme of oudere, oppervlakkig ontkalkte duinen. Capillaire opstijging met basenrijk grondwater en een hoge basenverzadiging van het adsorptiecomplex is essentieel om verdere verzuring tegen te gaan. Begrazing is noodzakelijk om vergrassing (al dan niet door de toename aan stikstofdepositie) tegen te gaan (Ministerie van LNV, 2008a). Bedreigingen Wanneer H2130C niet beheerd wordt, leidt natuurlijke successie (een opeenvolging van vegetatietypen) tot het verdwijnen ervan. Beheermaatregelen om deze natuurlijke successie te remmen, zijn dan ook essentieel. Het wegvallen van dit beheer, zijnde begrazing, heeft geleid tot de achteruitgang van H2130C. Ook de sterke achteruitgang van het konijn in de afgelopen decennia is hier debet aan. Parallel daaraan treedt de successie door diverse oorzaken (waaronder depositie van stikstof en verhoogde mineralisatie in opgehoopt organisch materiaal) versneld op. Als gevolg hiervan zijn verrijking van de bodem en vervilting van de vegetatie opgetreden. Maaien in plaats van het vroegere begrazen van de duingraslanden leidt wel tot de noodzakelijke verschraling, maar heeft niet de gewenste invloed op de vegetatiesamenstelling. Zo domineren in plaats van de kenmerkende laagblijvende soorten meer soorten van hooiland (Veldzuring, Smalle weegbree, Gestreepte witbol, Grote ratelaar). Ook komen er meer bomen en struiken (Berk, Eik en Meidoorn) als kruidlaag in de opnamen voor. Herstel- en instandhoudingsbeheer Begrazing van de vegetaties is dan ook de belangrijkste instandhoudingsmaatregel. Op Goeree heeft beweiding met runderen, vaak voorafgegaan door eenmalig maaien, in tien jaar geleid tot verregaand herstel van (onder andere) de Associatie van Maanvaren en Vleugeltjesbloem (Annema & Jansen, 1998). De effectiviteit van begrazing is wel sterk afhankelijk van de mate van verruiging. Bij veel verruiging moet deze eerst eenmalig verwijderd worden. Vooral op kleine oppervlakten is handwerk gewenst. Op plaatsen waar struweel verwijderd is, is vervolgbeheer noodzakelijk. Dit vervolgbeheer bestaat uit jaarlijks één- tot tweemaal maaien van de hernieuwde (wortel)opslag van struwelen en afvoeren van het maaisel. Zodra hergroei vanuit wortels onder controle is (ongeveer na vijf jaar), kan het maaibeheer gestaakt worden. De ontstane voedselrijke toplaag kan een belemmering in het gewenste herstel van H2130C vormen. Plaggen is een maatregel om de voedselrijke toplaag van de bodem te verwijderen, die 24 oktober /7
5 wordt toegepast voor herstel van H2130A (kalkrijk grijs duin). H2130C komt echter voor in oude duinen waar de kalk uit de wortelzone is uitgespoeld. Plaggen is daarmee meestal niet wenselijk. Hiermee wordt immers de kalkrijke ondergrond aan de oppervlakte gebracht. Wanneer de ontkalkte bovenlaag echter dik genoeg is (>20cm), is te overwegen om de voedselrijke toplaag te verwijderen waarmee de voedselarmere, maar nog steeds uitgeloogde ondergrond (dus niet het minerale zand) aan het oppervlak komt. Tevens zou dit ertoe kunnen leiden dat gebufferd grondwater dichter aan het oppervlak en daardoor (meer) in de wortelzone van de vegetatie terecht komt. Voordat tot plaggen overgegaan wordt, is onderzoek naar bodem en (geo)hydrologie echter essentieel. Voor de instandhouding moeten de duingraslanden vervolgens blijvend begraasd worden. Voorgestelde te bereiken situatie Op grond van de kennis over de actuele situatie en de mogelijkheden voor herstelbeheer, moet de te bereiken situatie voor H2130C worden geconcretiseerd. Kijkend naar de waargenomen plantengemeenschappen wordt geconcludeerd dat met een toegespitst beheer de kwantiteit en kwaliteit van de aanwezige 0,18 ha. als volgt kan worden verbeterd. Noordelijk deel van Voornes Duin (eigendom Zuid-Hollands Landschap) Ter plaatse van de huidige vindplaats van H2130C in de Kleine Heveringen liggen de meeste kansen voor uitbreiding van het areaal en voor kwaliteitsverbetering. Uitbreiding van areaal kan worden bereikt door verwijdering van omliggende struikopslag en uitvoeren van vervolgbeheer. Dit vervolgbeheer bestaat uit het jaarlijks één- tot tweemaal verwijderen van de hernieuwde (wortel)opslag van struwelen en afvoeren van het maaisel. Zodra hergroei vanuit wortels onder controle is (ongeveer na vijf jaar), kan het maaibeheer gestaakt worden en moeten de duingraslanden begraasd worden. Geschat wordt dat zo een verdubbeling van het huidige areaal mogelijk is. Bij kwaliteitsverbetering kan het gaan om kwaliteitsverbetering van de rompgemeenschap SBB- 19A-c zelf en/of om verbetering van SBB-19A-c naar Botrichyo-Polygaletum, dus naar een goede kwaliteit van het subhabitattype H2130C. Kwaliteitsverbetering van SBB-19A-c zelf is mogelijk door de duingraslanden eenmalig maaien gevolgd door permanente begrazing. Het huidige hooilandbeheer moet dus in begrazingsbeheer worden omgezet. Voor een verdergaande verbetering naar Botrichyo-Polygaletum lijken de Kleine Heveringen grotendeels thans te droog. De verwachting is dat het bufferende kalkhoudende grondwater de wortelzone hier in de winter niet bereikt. Mogelijk kan deze situatie worden verbeterd met aanvullende maatregelen, gericht op de (eco)hydrologische situatie. Hiertoe is wel nader (eco)hydrologisch onderzoek ter plaatse nodig. Zuidelijk deel van Voornes Duin (eigendom Natuurmonumenten) Kijkend naar de (landschapsecologische) ligging van deze locaties en de vermoedelijke bijbehorende bodemkenmerken, lijkt het hier te gaan om een te kalkrijke ondergrond voor een optimale ontwikkeling. Toch zijn hier voor H2130C kenmerkende soorten aangetroffen. Mogelijk heeft deze vegetatieontwikkeling zich door lokale, oppervlakkige verzuring voorgedaan. Om de potenties goed in beeld te krijgen, is bodemkundig en (eco)hydrologisch onderzoek nodig. 24 oktober /7
6 Vooralsnog wordt, gezien de atypische landschapsecologische ligging, aangenomen dat hier geen grootschalige potenties voor uitbreiding en/ of herstel zijn. Oppervlakkig ontloogde bodems zijn hier immers alleen in de zeer smalle overgangszone tussen natte duinvallei en droog duin aanwezig. Voor het hier aangetroffen H2130C wordt daarom voorgesteld om in te zetten op behoud van de actuele situatie. Tabel 2: Voorstel concretisering herstel en behoud H2130C in Voornes Duin. Locatie huidige situatie te behouden of bereiken situaties Noordelijke deel m 2 matige kwaliteit (rompgemeenschap SBB-19A-c) m 2 matig tot goede kwaliteit (van rompgemeenschap SBB-19A-c) Zuidelijk deel 800 m 2 matige en goede kwaliteit (mozaïek van SBB-19A-c en 19Aa3) 800 m 2 matige en goede kwaliteit (mozaïek van SBB-19A-c en 19Aa3) Nader te onderzoeken mogelijkheden Aanvullend op de te behouden of bereiken situaties in tabel 2, liggen wellicht elders kansen op uitbreiding van areaal en/ of verbetering van kwaliteit. Hiertoe is echter nader onderzoek nodig: 1. (Eco)hydrologisch onderzoek kan uitwijzen of in het in tabel 2 genoemde noordelijk deel de rompgemeenschap SBB-19A-c (deels) kan worden verbeterd naar Botrichyo-Polygaletum, dus naar een goede kwaliteit van het subhabitattype H2130C. Hiervoor is dit gebied thans te droog. 2. Bodemkundig en (eco)hydrologisch onderzoek kan uitwijzen of in het in tabel 2 genoemde Zuidelijk deel de kwaliteit van de rompgemeenschap SBB -19A-c en het daarin aangetroffen Botrichyo-Polygaletum verder kan worden verbeterd. 3. Van de Heveringen zijn uit het verleden (o.a. 1994) zeer lokaal waarnemingen van Hondsviooltje, Gewone veldbies en Tandjesgras bekend. Tijdens het vegetatiekundige onderzoek van 2008 is het (voor SBB-19A-c obligaat voorkomende) Hondsviooltje hier echter niet waargenomen (Notitie PZH 22 oktober 2008). Op grond daarvan is hier thans geen sprake van een volledige rompgemeenschap. Nader bodem en (eco)hydrologisch onderzoek moet uitwijzen of herstelmogelijkheden bestaan. 4. De Associatie van Maanvaren en Vleugeltjesbloem werd destijds op locaties in duinvalleien rond het Breede Water en Quackjeswater, in duingraslanden rondom het oude biologisch station Weeversduin bij Oostvoorne (Kiwa & EGG, 2007) en bij de Tweede Slag aangetroffen. Tijdens recente inventarisaties is deze associatie (of fragmenten hiervan) hier niet meer aangetroffen. Mogelijk zijn hier wel potenties voor (her)ontwikkeling van H2130C aanwezig. De afgelopen jaren zijn reeds herstelmaatregelen (struweel verwijderd, lokaal geplagd en nu beweid) ingezet bij het Breede Water. De resultaten wijzen op een gunstige vegetatieontwikkeling, maar het is volgens de terreinbeheerder nog te vroeg om te kunnen constateren of H2130C zich hier (weer) gaat ontwikkelen. Naar andere locaties, waar in het verleden (mogelijk) H2130C voorkwam, zoals bij de Tweede Slag, zal bodem en (eco)hydrologisch onderzoek moeten worden gedaan om te beoordelen of hier herstel van H2130C tot de mogelijkheden behoort. 24 oktober /7
7 Geraadpleegde bronnen Annema, M. & A.J.M. Jansen, Herstel van het vroongrondengebied Middel- en Oostduinen op Goeree. Stratiotes 17: Cevat, J., 2004, 2006 & Vegetatieopnamen Kleine Heveringen en Heveringen. Niet gepubliceerd. Kiwa Water Research & EGG, Knelpunten- en kansenanalyse Natura 2000-gebieden. Kiwa Water Research, Nieuwegein/ EGG, Groningen. Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit Directie Kennis, 2008a. Natura 2000 profielendocument en bijbehorende leeswijzer. Voorlopige versie 01 september Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, 2008b. Aanwijzingsbesluit Duinen van Goeree & Kwade Hoek Schaminée, J.H.J., A.H.F. Stortelder en E.J. Weeda, De vegetatie van Nederland. Deel 3: plantengemeenschappen van graslanden, zomen en droge heiden. Opulus Press, Uppsala/ Leiden. Weeda, E.J., J.H.J. Schaminée en L. van Duuren, Atlas van Plantengemeenschappen in Nederland. Deel 2: Graslanden, zomen en droge heiden. KNNV Uitgeverij, Utrecht. Provincie Zuid-Holland, Notitie "Bevindingen onderzoek aanwezigheid H2130C op Voornes Duin"" d.d. 22 oktober oktober /7
*Vastgelegde ontkalkte duinen met Empetrum nigrum (H2140) Verkorte naam: Duinheiden met kraaihei
Dit profiel dient gelezen, geïnterpreteerd en gebruikt te worden in combinatie met de leeswijzer, waarin de noodzakelijke uitleg van de verschillende paragrafen vermeld is. *Vastgelegde ontkalkte duinen
Nadere informatie1. Status. Groenknolorchis (Liparis loeselii) H Kenschets. 3. Ecologische vereisten. 4. Huidig voorkomen
Dit profiel dient gelezen, geïnterpreteerd en gebruikt te worden in combinatie met de leeswijzer, waarin de noodzakelijke uitleg van de verschillende paragrafen vermeld is. Groenknolorchis (Liparis loeselii)
Nadere informatieOntwikkeling en beheer van natuurgraslanden in Utrecht: Nat schraalland
Provincie Utrecht, afdeling FLO, team NEL, 5 februari 2015 Nat is zeer laagproductief hooiland op natte, onbemeste, basenrijke veen- en zandgrond dat gewoonlijk een keer per jaar worden gemaaid in de nazomer.
Nadere informatieAccumulatie van C en N gedurende successie in kalkrijke en kalkarme duinen
Veldwerkplaats, 16 juni2015 1 Accumulatie van C en N gedurende successie in kalkrijke en kalkarme duinen Yuki Fujita & Camiel Aggenbach 2 Overzicht Wat zijn Grijze duinen? Atmosferische N-depositie en
Nadere informatieMotivaties in het beheer van de duinen
Motivaties in het beheer van de duinen Ter gelegenheid van het Lymesymposium 1 november 2013 Marianne Snabilie Manager Onderhoud en Administratie PWN Waterleidingbedrijf Afdeling Natuur en Recreatie Inhoud
Nadere informatieDe geohydrologie van een eiland: en wat dat betekent voor het natuurbehoud
De geohydrologie van een eiland: en wat dat betekent voor het natuurbehoud Ab Grootjans 1,2 Evert Jan Lammerts 3 1 Universiteit Groningen 2 Radboud Universiteit Nijmegen 3 Staatsbosbeheer Korte inhoud
Nadere informatieNut en noodzaak fosfaatonderzoek natuurinrichting WaalenBurg
Nut en noodzaak fosfaatonderzoek natuurinrichting WaalenBurg HASKONINGDHV NEDERLAND B.V. RIVERS, DELTAS & COASTS Aan : Provincie Noord-Holland Van : Joost Rink en Tom van den Broek Datum : 9 januari 2015
Nadere informatieNu geen verstuivingen in de Noordwest Natuurkern NPZK!
Nu geen verstuivingen in de Noordwest Natuurkern NPZK! Verstuivingen in de duinen Verstuivingen in de kustduinen zijn een belangrijk proces waardoor weer nieuwe duinen en duinvalleien kunnen ontstaan en
Nadere informatieProgramma. Beheerplan Elperstroomgebied
Beheerplan Elperstroomgebied Alie Alserda Pietop t Hof Christina Schipper Rienko van der Schuur 1 Elperstroomgebied Natura 2000 14 mei 2013 Programma Inleiding Doelen Knelpunten Activiteiten Aanvullend
Nadere informatieProgrammatische Aanpak Stikstof TERSCHELLING
Programmatische Aanpak Stikstof TERSCHELLING Programma informatieavond Programma Aanpak Stikstof (PAS) 19.30-20.00 uur Inloop 20.00-20.05 uur Opening door voorzitter Piet Dijkstra - Programma en doel van
Nadere informatieGagel-en wilgenstruwelen
Gagel-en wilgenstruwelen Knelpunten en beheer Bobbink et al. (2013) Preadvies kleine ecotopen in de hydrologische gradiënt. H7. Vormen en voorkomen Gagelstruweel RG Klasse der hoogveenbulten en slenken
Nadere informatiePAS herstelmaatregelen en monitoring Wat kan en moet de kleine beheerder daarmee?
PAS herstelmaatregelen en monitoring Wat kan en moet de kleine beheerder daarmee? Beheerdersdag 2015 Jan Willem van der Vegte, BIJ12 - PAS-bureau Leon van den Berg, Bosgroepen Programmatische Aanpak Stikstof
Nadere informatieMemo. Aanleiding De Cie. m.e.r. heeft kritiek op de Passende Beoordeling voor de Structuurvisie Veere. Het gaat om het aspect stikstofdepositie.
Memo datum 15 mei 2012 aan Tim Artz Oranjewoud van Christel Schellingen Oranjewoud kopie project Passende beoordeling Structuurvisie Veere projectnummer 247734 betreft Resultaten berekeningen stikstofdepositie
Nadere informatieVegetatie van Nederland
Vegetatie van Nederland Vegetatie van Nederland Met Bosanemoon: Zomereik Gewone es Klimop Eenbes Daslook Bosvergeet-mij-nietje Slanke sleutelbloem Met scherpe boterbloem Grote vossenstaart Gestreepte witbol
Nadere informatie1. Status. 2. Kenschets. 3. Definitie. H91F0 versie 1 sept 2008.doc. Habitatrichtlijn Bijlage I (inwerkingtreding 1994).
Dit profiel dient gelezen, geïnterpreteerd en gebruikt te worden in combinatie met de leeswijzer, waarin de noodzakelijke uitleg van de verschillende paragrafen vermeld is. Gemengde oeverformaties met
Nadere informatieDuinen met Hippophaë rhamnoides (H2160) Verkorte naam: Duindoornstruwelen
Dit profiel dient gelezen, geïnterpreteerd en gebruikt te worden in combinatie met de leeswijzer, waarin de noodzakelijke uitleg van de verschillende paragrafen vermeld is. Duinen met Hippophaë rhamnoides
Nadere informatieNatura 2000 gebied 100 Voornes Duin
Natura 2000 gebied 100 Voornes Duin (Zie leeswijzer) Kenschets Natura 2000 Landschap: Duinen Status: Habitatrichtlijn + Vogelrichtlijn Site code: NL9803077 + NL2002017 Beschermd natuurmonument: - Beheerder:
Nadere informatieBermenplan Assen. Definitief
Definitief Opdrachtgever: Opdrachtgever: Gemeente Assen Gemeente Mevrouw Assen ing. M. van Lommel Mevrouw M. Postbus van Lommel 30018 Noordersingel 940033 RA Assen 9401 JW T Assen 0592-366911 F 0592-366595
Nadere informatieProgramma informatieavond Programma Aanpak Stikstof (PAS)
Programma informatieavond Programma Aanpak Stikstof (PAS) 19.30-20.00 uur Inloop 20.00-20.05 uur Opening door voorzitter Piet Dijkstra - Programma en doel van de avond 20.05-20.20 uur Het wat en waarom
Nadere informatieNatuurherstel: van standplaats naar landschap
Natuurherstel: van standplaats naar landschap Hans Esselink (St. Bargerveen/RU) Wilco Verberk (St. Bargerveen/RU) Ab Grootjans (RU Groningen/RU Nijmegen) André Jansen (Unie van Bosgroepen) Verberk WCEP,
Nadere informatieCompensatieplan Blankenburgverbinding. Compensatie effecten stikstofdepositie
Compensatieplan Blankenburgverbinding Compensatie effecten stikstofdepositie Rapport Projectnummer: 350327 Referentienummer: SWNL0213823 Datum: 20-09-2017 Compensatieplan Blankenburgverbinding Compensatie
Nadere informatieAndré Jansen NecoV N-symposium Antwerpen, 26 april 2016 Beheer op standplaatsniveau: een pas op de plaats.
André Jansen NecoV N-symposium Antwerpen, 26 april 2016 Beheer op standplaatsniveau: een pas op de plaats. Doel Rode Lijst met Groene Stip Bepalen effectiviteit van effectgerichte maatregelen tegen verdroging,
Nadere informatieNatuurherstel in Duinvalleien
Natuurherstel in Duinvalleien Kan het natuurlijker? A.P.Grootjans@rug.nl 1 Universiteit Groningen, IVEM 2 Radboud Universiteit Nijmegen Opbouw lezing Hydrologisch systeem van een duinvallei Relatie hydrologie,
Nadere informatieNatura 2000 gebied 116 Kop van Schouwen
Natura 2000 gebied 116 Kop van Schouwen (Zie leeswijzer) Kenschets 116_gebiedendocument_Kop van Schouwen_november 2006 Natura 2000 Landschap: Duinen Status: Habitatrichtlijn Site code: NL1000017 Beschermd
Nadere informatie1. Status Prioritair op Bijlage I Habitatrichtlijn (inwerkingtreding 1994)
Dit profiel dient gelezen, geïnterpreteerd en gebruikt te worden in combinatie met de leeswijzer, waarin de noodzakelijke uitleg van de verschillende paragrafen vermeld is. *Soortenrijke heischrale graslanden
Nadere informatieFauna in de PAS. Hoe kunnen we effecten van N-depositie op Diersoorten mitigeren? Marijn Nijssen Stichting Bargerveen
Fauna in de PAS Hoe kunnen we effecten van N-depositie op Diersoorten mitigeren? Marijn Nijssen Stichting Bargerveen De Programatische Aanpak Stikstof Natuurdoelen en economische ontwikkelingsruimte 1600
Nadere informatiePotenties voor vegetaties van Natte duinvalleien in het plangebied Hanenplas
reg.nr. 17.87199 17.100697 Potenties voor vegetaties van Natte duinvalleien in het plangebied Hanenplas 1. Hydrologie 1.1 Hydrologische voorwaarden voor Schoenetum : zomergrondwaterstanden die niet verder
Nadere informatieBevindingen onderzoek aanwezigheid H2130C op Voornes Duin
Bevindingen onderzoek aanwezigheid H2130C op Voornes Duin A. van Heerden 22 oktober 2008 Provincie Zuid-Holland Inleiding Aan de bedrijven E.on en Electrabel hebben wij ingevolge de Natuurbeschermingswet
Nadere informatieDrasland. Groot Wilnis-Vinkeveen
Groot Wilnis-Vinkeveen Drasland in de Zouweboezem, provincie Zuid-Holland Bron: provincie Utrecht Drasland Drasland is niet bemest kruidenrijk hooiland dat maximaal 30 cm boven het oppervlaktewaterpeil
Nadere informatieVegetatie duinen,
Indicator 11 december 2015 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In zowel droge als vochtige
Nadere informatieHeidebeheer in de 21 e eeuw
Heidebeheer in de 21 e eeuw Henk Siebel Met OBN-faunaonderzoek van Joost Vogels, Arnold van den Burg, Eva Remke, Henk Siepel Stichting Bargerveen, Radboud Universiteit Nijmegen Herstel en beheer van droge
Nadere informatieBronnen aan de basis van een goede natuurkwaliteit Over herstelbeheer in bronsystemen
Veldwerkplaats 16 mei 2012 Bronnen aan de basis van een goede natuurkwaliteit Over herstelbeheer in bronsystemen Rob van Dongen, Waterschap Regge en Dinkel & Marcel Horsthuis, Unie van Bosgroepen Bronnen
Nadere informatieNotitie. Inventarisatie Rapunzelklokje op locatie Platveld 4 te Meijel (gemeente Peel en Maas)
Notitie Inventarisatie Rapunzelklokje op locatie Platveld 4 te Meijel (gemeente Peel en Maas) Door: G.M.T. Peeters Notitienummer: 174 Datum: 16 september 2011 In opdracht van: Aelmans Ruimtelijk Ordening
Nadere informatieUITVOERINGSPLAN DUINHERSTEL SCHIERMONNIKOOG
UITVOERINGSPLAN DUINHERSTEL SCHIERMONNIKOOG RWE EN NUON 20 november 2009 074400452:0.2! B02032.100229.001 Inhoud 1 Inleiding 4 1.1 Aanleiding 4 1.2 Doel van deze notitie 4 1.3 De deelprojecten 4 1.4 Meerwaarde
Nadere informatieOntwikkeling en beheer van natuurgraslanden in Utrecht: Kruiden- en faunarijk grasland
Provincie Utrecht, afdeling FLO, team NEL, 5 februari 2015 is het basis-natuurgrasland. Het kan overal voorkomen op alle grondsoorten en bij alle grondwaterstanden, maar ziet er dan wel steeds anders uit.
Nadere informatiePAS periode 2015-2021. PAS Gebiedsanayse Voornes Duin
PAS periode 2015-2021 PAS Gebiedsanayse Voornes Duin 1 Document PAS-gebiedsanalyse Herstelstrategieën voor Voornes Duin AERIUS Monitor 15 Versie september 2015 De volgende habitattypen worden in dit document
Nadere informatieVan mais naar vochtig schraalland, de teletijdmachine van Blues in the marshes
Van mais naar vochtig schraalland, de teletijdmachine van Blues in the marshes Veldwerkplaats Herstel van vochtig schraalland 14 juli 2016 Fons Mandigers Natuurmonumenten Ecologische Hoofdstructuur (Natte
Nadere informatieNatura 2000 gebied Savelsbos
Natura 2000 gebied 160 - Savelsbos (Zie leeswijzer) Kenschets 160_gebiedendocument_Savelsbos_november 2006 Natura 2000 Landschap: Heuvelland Status: Habitatrichtlijn Site code: NL9801040 Beschermd natuurmonument:
Nadere informatieManteling van Walcheren
Gebiedsrapportage 2017 Natura 2000 gebied nr. 117 Manteling van Walcheren Binnen het Programma Aanpak Stikstof staat het uitvoeren van de geplande bron- en herstelmaatregelen en het blijvend dalen van
Nadere informatieKleinschalig heidebeheer maatregelen diverse terreinen
Resultaten Uitgangssituatie Algemeen Kleinschalig heidebeheer maatregelen diverse terreinen Projectnummer: 2010_009 Projectnaam: Kleinschalig heidebeheer maatregelen diverse terreinen PMJP: B2 Kwaliteitsverbetering
Nadere informatieBergvennen & Brecklenkampse Veld
Bergvennen & Brecklenkampse Veld Terugkoppeling resultaten onderzoek 15 november 2016 Programma 20:00 uur 20:10 uur 20:15 uur 20:45 uur 21.15 uur 21:20 uur 22:00 uur Opening door Aart van Cooten Proces
Nadere informatieEco-hydrologische aspecten van beheer op landschapsniveau; Duinvalleien op de Waddeneilanden
Eco-hydrologische aspecten van beheer op landschapsniveau; Duinvalleien op de Waddeneilanden Ab Grootjans, Rijksuniversiteit Groningen/ Radboud Universiteit Nijmegen E-mail; A.P.Grootjans@rug.nl Groenknolorchis
Nadere informatieSlenken in veengronden met vegetatie behorend tot het Rhynchosporion (H7150) Verkorte naam: Pioniervegetaties met snavelbiezen
Dit profiel dient gelezen, geïnterpreteerd en gebruikt te worden in combinatie met de leeswijzer, waarin de noodzakelijke uitleg van de verschillende paragrafen vermeld is. Slenken in veengronden met vegetatie
Nadere informatieNatura 2000-gebied 96 - Coepelduynen
Natura 2000-gebied 96 - Coepelduynen Toelichting en legenda Lees de Toelichting en legenda voor methode van de analyse en uitleg over de verschillende onderdelen. Wanneer u niet beschikt over de Toelichting
Nadere informatieVegetatie duinen,
Indicator 5 december 2017 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In zowel droge als vochtige
Nadere informatieUitvoering herstelmaatregelen voor kommavlinder en bruine eikenpage in Overijssel [Voer de ondertitel in]
Uitvoering herstelmaatregelen voor kommavlinder en bruine eikenpage in Overijssel [Voer de ondertitel in] Uitvoering herstelmaatregelen voor kommavlinder en bruine eikenpage in Overijssel Uitvoering herstelmaatregelen
Nadere informatieInrichting Straelensbroek/ Straelens Schuitwater
Uitgangssituatie Algemeen Inrichting Straelensbroek/ Straelens Schuitwater Projectnummer: 2008_009 Projectnaam: Inrichting Straelensbroek/Straelens Schuitwater PMJP: B1 Inrichting verworven EHS Natuurdoel:
Nadere informatieRealisatie Eckeltse vennen
Uitgangssituatie Algemeen Realisatie Eckeltse vennen Projectnummer: 2008_008 Projectnaam: Realisatie Eckeltse vennen PMJP: B1 Inrichting verworven EHS Natuurdoel: Inrichting van 5 voedselarme licht gebufferde
Nadere informatieKennemerland-Zuid. Gebiedsrapportage Natura 2000 gebied nr. 88. PAS-bureau
PAS-bureau Gebiedsrapportage 2016 Natura 2000 gebied nr. 88 Kennemerland-Zuid Binnen het Programma Aanpak Stikstof staat het uitvoeren van de geplande bron- en herstelmaatregelen en het blijvend dalen
Nadere informatiefoto inzet: Staf de Roover
foto inzet: Staf de Roover 1 2 3 4 Het woord grasland doet veronderstellen dat grassen het grootste aandeel van de vegetatie moeten vormen. Veelal is dit zo, maar er zijn graslanden waarin andere dan grassen
Nadere informatieKleine schorseneer aan het infuus voortgang herstelplan in Drenthe
Kleine schorseneer aan het infuus voortgang herstelplan in Drenthe WFD-dag, 28 februari 2015 Edwin Dijkhuis Dit project wordt uitgevoerd en mogelijk gemaakt door: Foto: Peter Meininger Portret: Kleine
Nadere informatieAddendum Natuurtoets Natuurbeschermingswet. Aanpassing fietspad Rozendijk; kruising Bakkenweg Westerslag
Addendum Natuurtoets Natuurbeschermingswet Aanpassing fietspad Rozendijk; kruising Bakkenweg Westerslag Addendum Natuurtoets Natuurbeschermingswet Aanpassing fietspad Rozendijk; kruising Bakkenweg - Westerslag
Nadere informatieDe inrichting en het beheer van de kwelders sluit aan bij het Kwelderherstelprogramma Groningen.
Beschrijving kwelderherstelmaatregelen 1 1.1 Inleiding Aan de noordkust van Groningen heeft Groningen Seaports, mede ten behoeve van RWE, circa 24 ha. kwelders aangekocht. Door aankoop van de kwelders
Nadere informatieAntwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PVDD) (d.d. 14 mei 2014) Nummer 2935
van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PVDD) (d.d. 14 mei 2014) Nummer 2935 Onderwerp Provinciaal maaibeleid en bermbeheer: bescherming broedvogels en andere dieren Aan de leden van Provinciale
Nadere informatieSchraal schraler schraalst
Schraal schraler schraalst Van landbouwgrond naar natuur. Maakt het uit hoe we dit aanpakken? Rudy van Diggelen Camiel Aggenbach Matty Berg Jan Frouz Tjisse Hiemstra Leo Norda Jan Roymans 2 Voorwaarden
Nadere informatieToekomst voor eeuwenoud bos Samenvatting van het beheerplan Norgerholt Concept
Toekomst voor eeuwenoud bos Samenvatting van het beheerplan Norgerholt Concept a Toekomst voor eeuwenoud bos Samenvatting van het beheerplan Norgerholt Colofon Deze samenvatting is een uitgave van de
Nadere informatiePlaggen ten behoeve van natuurontwikkeling. Fosfaatverzadiging als uitgangspunt
Plaggen ten behoeve van natuurontwikkeling Fosfaatverzadiging als uitgangspunt fosfaatverzadigingsindex (PSI) Plaggen en fosfaatverzadiging van de grond Plaggen is een veelgebruikte methode om de voedingstoestand
Nadere informatieAdvies stekende insecten Park Lingezegen: deelgebied Het Waterrijk
Advies stekende insecten Park Lingezegen: deelgebied Het Waterrijk Piet F.M. Verdonschot & Anna Besse-Lototskaya Alterra Wageningen UR, Zoetwaterecologie Wageningen piet.verdonschot@wur.nl, anna.besse@wur.nl
Nadere informatieSchraal schraler schraalst
Schraal schraler schraalst Van landbouwgrond naar natuur. Maakt het uit hoe we dit aanpakken? Rudy van Diggelen Camiel Aggenbach Matty Berg Jan Frouz Tjisse Hiemstra Leo Norda Jan Roymans Opmerking vooraf:
Nadere informatieActieplan redding heischrale graslanden
Actieplan redding heischrale graslanden Friso van der Zee m.m.v. Roland Bobbink, Roos Loeb, Maaike de Graaf, Maaike Weijters, Gerard Oostermeijer, Michiel Wallis de Vries, Sheila Luijten Op de foto s rust
Nadere informatieLIFE+ IN DE AMSTERDAMSE WATERLEIDINGDUINEN
LIFE+ IN DE AMSTERDAMSE WATERLEIDINGDUINEN De AWD maakt onderdeel uit van Natura 2000, een netwerk van beschermde Europese natuurgebieden. Dankzij een LIFE+ subsidie kan Waternet het duin de komende jaren
Nadere informatieDuinen Ameland. Gebiedsrapportage Natura 2000 gebied nr. 5
Gebiedsrapportage 2017 Natura 2000 gebied nr. 5 Duinen Ameland Binnen het Programma Aanpak Stikstof staat het uitvoeren van de geplande bron- en herstelmaatregelen en het blijvend dalen van het stikstofdepositie
Nadere informatieStikstofdepositie en Natura 2000: een PASsend antwoord. Dick Bal (ministerie EZ / Natura 2000)
Stikstofdepositie en Natura 2000: een PASsend antwoord Dick Bal (ministerie EZ / Natura 2000) Introductie Natura 2000 als kader voor de PAS (Programmatische Aanpak Stikstof) Europese wetgeving om soorten
Nadere informatieNatura 2000-gebied 68 - Uiterwaarden Waal
Natura 2000-gebied 68 - Uiterwaarden Waal Toelichting en legenda Lees de Toelichting en legenda voor methode van de analyse en uitleg over de verschillende onderdelen. Wanneer u niet beschikt over de Toelichting
Nadere informatieBermbeheerplan voor een ecologisch waardevolle berm langs te Elingen
Bermbeheerplan voor een ecologisch waardevolle berm langs te Elingen 1. Inleiding In het dichtbebouwde Vlaanderen zijn bermen overal te vinden. Meestal vervullen ze een vrij belangrijke ecologische rol,
Nadere informatieVoorbij natuurherstel volgens het doelenboekje. Rienk-Jan Bijlsma
Voorbij natuurherstel volgens het doelenboekje Rienk-Jan Bijlsma Natuurontwikkeling op vml ideaal weiland Vrijwel vlakke weidegebieden, vooral in vlakke dekzandlandschappen en brede beekdalen. Ideaal voor
Nadere informatieStroomdalgraslanden in Nederland
Stroomdalgraslanden in Nederland Ontwikkeling en beheer in de Vreugderijkerwaard Veldwerkplaats rivierenlandschap Vreugderijkerwaard, 16 mei 2008 Inleiders: Karlè Sýkora (Wageningen Universiteit, Leerstoelgroep
Nadere informatieGrasland op zinkhoudende bodem behorend tot de Violetalia calaminariae (H6130) Verkorte naam: Zinkweiden
Dit profiel dient gelezen, geïnterpreteerd en gebruikt te worden in combinatie met de leeswijzer, waarin de noodzakelijke uitleg van de verschillende paragrafen vermeld is. Grasland op zinkhoudende bodem
Nadere informatieHeidebeheer en fauna. Verslag veldwerkplaats Droog Zandlandschap Strabrechtse Heide, 4 juni 2009
Heidebeheer en fauna Verslag veldwerkplaats Droog Zandlandschap Strabrechtse Heide, 4 juni 2009 Inleiders: Jap Smits (Staatsbosbeheer) en prof. dr. Henk Siepel (Alterra-WUR) De Strabrechtse Heide is een
Nadere informatie4.2 Deelgebied 2: Ballumerduinen. 4.2.1 Verzwaring
4.2 Deelgebied 2: Ballumerduinen Ten noorden van Ballum, ter hoogte van paal 8 ligt deelgebied 2. In 1989 is het duin verzwaard met zand uit de naastliggende vallei. Over het hoogste deel van de verzwaringen
Nadere informatieDe Borkeld en het Junner Koeland 20 juni 2008 excursie Jeneverbes Gilde
De Borkeld en het Junner Koeland 20 juni 2008 excursie Jeneverbes Gilde Op 20 juni 2008 werd door het Jeneverbes Gilde een bezoek gebracht aan de Borkeld waar we werden rondgeleid door boswachter Rick
Nadere informatieProgrammatische Aanpak Stikstof. Rottige Meenthe en Brandemeer
Programmatische Aanpak Stikstof Rottige Meenthe en Brandemeer Programma informatieavond Programma Aanpak Stikstof (PAS) 19.30-20.00 uur Inloop 20.00-20.05 uur Opening door voorzitter Piet Dijkstra - Programma
Nadere informatieDuinen en Lage Land Texel
Gebiedsrapportage 2017 Natura 2000 gebied nr. 2 Duinen en Lage Land Texel innen het Programma Aanpak Stikstof staat het uitvoeren van de geplande bron- en herstelmaatregelen en het blijvend dalen van het
Nadere informatieAbiotiek en beheer: hoe werkt stikstof en hoe gaan we er mee om? BIOGEOCHEMICAL WATER-MANAGEMENT & APPLIED RESEARCH ON ECOSYSTEMS
Abiotiek en beheer: hoe werkt stikstof en hoe gaan we er mee om? BIOGEOCHEMICAL WATER-MANAGEMENT & APPLIED RESEARCH ON ECOSYSTEMS De atmosfeer bestaat voor 80% uit niet-reactief stikstofgas (N 2 ) 2 Wat
Nadere informatieDuinen Terschelling. Gebiedsrapportage Natura 2000 gebied nr. 4
Gebiedsrapportage 20 Natura 2000 gebied nr. 4 Duinen Terschelling Binnen het Programma Aanpak Stikstof staat het uitvoeren van de geplande bron- en herstelmaatregelen en het blijvend dalen van het stikstofdepositie
Nadere informatieEcologische meerwaarde gehoede schaapskuddes. Loek Kuiters en Pieter Slim
Ecologische meerwaarde gehoede schaapskuddes Loek Kuiters en Pieter Slim Gescheperde vs. standbeweiding Sturing begrazing Verspreiding diasporen Verschraling Functionele samenhang landschapschaal Gescheperde
Nadere informatieGebiedswijzer De Bruuk
Programmatische Aanpak Stikstof Gebiedswijzer De Bruuk Nederland heeft ruim 160 natuurgebieden aangewezen als Natura 2000-gebied. Samen met de andere landen van de Europese Unie werkt Nederland zo aan
Nadere informatieBijlage 1. Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek
Bijlage 1 Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek Bijlagel Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek Bodemopbouw en Geohydrologie Inleiding In deze bijlage wordt
Nadere informatieNatte en Vochtige bossen. Hydrologisch herstel van natte en vochtige bossen: welke kansen liggen er?
Natte en Vochtige bossen Hydrologisch herstel van natte en vochtige bossen: welke kansen liggen er? Indeling Landschappelijke positie natte en vochtige bossen Verdroging Waar liggen de kansen? Hoe te herkennen
Nadere informatieProgrammatische Aanpak Stikstof: PAS
Programmatische Aanpak Stikstof: PAS Toelichting voorlopig programma Presentatie technische briefing Vaste commissie voor LNV van de Tweede Kamer 30 september 2010 Waarom een Programmatische Aanpak Stikstof
Nadere informatiewetenschappelijke naam vegetatietype
Dit profiel dient gelezen, geïnterpreteerd en gebruikt te worden in combinatie met de leeswijzer, waarin de noodzakelijke uitleg van de verschillende paragrafen vermeld is. Schorren met slijkgrasvegetaties
Nadere informatieVegetatie duinen,
Indicator 13 december 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In zowel droge als vochtige
Nadere informatieNatura 2000-ontwerpbeheerplan Coepelduynen (96) Bijlagendocument
Natura 2000-ontwerpbeheerplan Coepelduynen (96) Bijlagendocument Datum Maart 2016 Status Ontwerpbeheerplan Bijlagen Bijlage 1 - Organisatie van de totstandkoming van het beheerplan Bijlage 2 - Beoordelingsschema
Nadere informatie15 jaar vegetatieontwikkeling van de Foeperpot
30 15 jaar vegetatieontwikkeling van de Foeperpot De Werkgroep Milieubeheer heeft de Foeperpot sinds 1988 in beheer. Het ca. 2 ha groot natuurterreintje tussen de Lievensweg, Mansberg en de Gavinstraat
Nadere informatieKavelpaspoort. Cluster 5: Son en Breugel - De Peel- Hooijdonk. Pilot Natuurlijk Ondernemen. 2,952 ha
Kavelpaspoort Cluster 5: Son en Breugel - De Peel- Hooijdonk Pilot Natuurlijk Ondernemen 2,952 ha Geografie en ligging Het gebied van Son en Breugel ligt in het stroomgebied van De Dommel. Tussen de
Nadere informatie: Landschappelijke inpassing Karissendijk 4 te Egchel
Onderwerp Projectnummer : 211x07059 Datum : 30 januari 2015 : Landschappelijke inpassing Karissendijk 4 te Egchel Van : Esther de Graaf & Ruud Tak BLAD 1 Bij het toestaan van een ruimtelijke ontwikkeling
Nadere informatieSamenwerking voor de gladde slang in Noord-Brabant, Jeroen van Delft & Arnold van Rijsewijk Vught, 1 december 2017
Samenwerking voor de gladde slang in Noord-Brabant, 1997-2017 Jeroen van Delft & Arnold van Rijsewijk Vught, 1 december 2017 2/35 Gladde slang Habitats Droge, reliëf- en structuurrijke heiden Drogere delen
Nadere informatieGrote grazers en behoud van biodiversiteit
foto s Hans van den Bos Grote grazers en behoud van biodiversiteit Na 30 jaar beheerpraktijk nog veel vragen onbeantwoord De laatste jaren is de oppervlakte aan natuurterreinen sterk toegenomen, maar de
Nadere informatieNatura 2000 gebied 10 Oudegaasterbrekken, Fluessen en omgeving
Natura 2000 gebied 10 Oudegaasterbrekken, Fluessen en omgeving (Zie leeswijzer) Kenschets Natura 2000 Landschap: Status: Site code: Beschermd natuurmonument: Beheerder: Provincie: Gemeente: Oppervlakte:
Nadere informatieSpiegelplas en Ankeveense plassen
Spiegelplas en Ankeveense plassen Stand van de natuur en herstelmaatregelen Gerard ter Heerdt Bart Specken Jasper Stroom Floor Speet Winnie Rip Een tienminuten gesprek. Hoe staan onze kinderen er voor?
Nadere informatieHandreiking bij de omvorming van voormalige landbouwgronden naar natuur
Handreiking bij de omvorming van voormalige landbouwgronden naar natuur Leo Norda Camiel Aggenbach Leo Norda Drs. C. Aggenbach Rudy van Diggelen, Tjisse Hiemstra, Ido Borkent, Matty Berg, Geert van Duinhoven,
Nadere informatieGrasland en Heide. Hoofdstuk 2.2 en 2.4
Grasland en Heide Hoofdstuk 2.2 en 2.4 Planning Grasland Voedselweb opdracht Heide Voedselweb opdracht Grasland Grasland is een gebied van enige omvang met een vegetatie die gedomineerd wordt door grassen
Nadere informatieNatura 2000-gebied Duinen Goeree & Kwade hoek
Natura 2000-gebied 101 - Duinen Goeree & Kwade hoek Toelichting en legenda Lees de Toelichting en legenda voor methode van de analyse en uitleg over de verschillende onderdelen. Wanneer u niet beschikt
Nadere informatieEffecten van verhoogde N- depositie op natuur: is herstel nog nodig? Roland Bobbink, Leon van den Berg, Hilde Tomassen, Maaike Weijters & Jan Roelofs
Effecten van verhoogde N- depositie op natuur: is herstel nog nodig? Roland Bobbink, Leon van den Berg, Hilde Tomassen, Maaike Weijters & Jan Roelofs Opbouw presentatie Inleiding - atmosferische depositie
Nadere informatiestedenbouwkundige / landschappelijke ontwikkeling met een gesaneerde vuilstort VERKEER PLANKAART WENSBEELD structuurschets d.d.
PLANKAART WENSBEELD diverse opties auto entrees fiets- en wandelnetwerk informele landelijke wegen (karrespoor van asfalt) eenvoudige smalle fietspaden (zoals parallel aan Zuidereinde) - nb omwille van
Nadere informatieFlora van naaldbossen,
Indicator 7 september 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In de naaldbossen in Nederland
Nadere informatieBestemmingsplan Ulvenhout, Hertespoor
Bestemmingsplan Ulvenhout, Hertespoor Voorlopig toetsingsadvies over het milieueffectrapport 24 april 2015 / rapportnummer 3014 13 1. Oordeel over het MER Het college van burgemeester en wethouders van
Nadere informatieMMC Scherpenberg Lieren. Programma van Eisen
MMC Scherpenberg Lieren Programma van Eisen Dienst Landelijk Gebied Zwolle, mei 2009 Uitgangspunten Scherpenberg Voor het ontwerp op de Scherpenberg zijn de volgende zaken als input gebruikt: Vigerende
Nadere informatie