Vraagspecificatie Eisen

Transcriptie

1 Vraagspecificatie Eisen Het engineeren en uitvoeren van variabele maatregelen E/W/C aan de vaarweg Hansweert-Krammer, vaarweg Schelde-Rijn Verbinding en overige objecten binnen het district Zee en Delta Noord Zaaknummer: Versie 1.2 Datum 18 juli 2016 Status Definitief

2 Colofon 2.0 Uitgegeven door Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Rijkswaterstaat Programma s Projecten en Onderhoud Datum 18 juli 2016 Status Definitief Versienummer 1.2

3 Inhoud Inleiding 6 1 Uitgangspunten van de Overeenkomst Basisprincipes van de Overeenkomst De Overeenkomst Verantwoordelijkheden 7 2 Systeemdefinitie Aanvangssituatie Realisatiefase Gebruiksfase Contextbeschrijving Positionering in bovenliggend systeem Contexttabel met raakvlakken Systeemgrenzen Functiebeschrijvingen 11 3 Documenten waaraan wordt gerefereerd 12 4 Eisen aan het systeem Vaarwegen Zeeuwse Delta Bergsediepsluis Zoutwaterscheiding Bergsediepsluis Pompinstallatie Aflaatkelder Krammersluizencomplex Krammersluizen Voorhavens Duwvaartsluizen Geleidepalen wachtplaatsen jachten bij Duwvaartsluizen Wachtplaatsen / Steigers Dienstensteiger Politiesteiger Krammersluizen Uitzichttoren Leuningen Uitzichttoren Krammersluizen Bedieningsgebouw Duwvaartsluizen Brandblussysteem Krammersluizen overige Duwvaartsluizen leuningen Duwvaartsluizen en Jachtensluizen vloeren Kreekraksluizencomplex Kreekraksluizen Oostelijke sluis (Sluis 1) Heftoren Antwerpskanaal-, Zoommeerzijde en Tussenhoofd (oostsluis) Sluiskolk (oostsluis) Kreekraksluizen Westelijke sluis (Sluis 2) Heftoren Antwerpskanaal-, Zoommeerzijde en Tussenhoofd (westsluis) Sluiskolk (westsluis) Kreekraksluizen Uitlaatwerkgebouw Hijs- en transportinstallatie Uitlaatwerkgebouw Sluizencomplex Hansweert 55

4 Hansweertsluizen Terrein Afsluitboominstallatie toegangscontrole Zandkreeksluiscomplex Oosterscheldebrug (Zandkreeksluis in de N256) Laagspanningsverdeler Leidingenbrug over spuikanaal Leuningen Leidingenbrug Leidingenbrug Opleggingen Gemaal Kreekrak Noodstroominstallatie, roterend 64 5 Vast onderhoud 67 Bijlage A Contextdiagrammen 69 Bijlage B Systeemdecompositie 76

5

6 Inleiding Missie van Rijkswaterstaat Rijkswaterstaat is de uitvoeringsorganisatie die in opdracht van de Minister en Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu de nationale infrastructurele netwerken beheert en ontwikkelt opdat deze optimaal voldoen aan de maatschappelijke vraag. Rijkswaterstaat geeft hieraan invulling door te zorgen voor: Droge voeten Voldoende en schoon water Vlot en veilig verkeer over weg en water Betrouwbare en bruikbare informatie Doelstellingen voor het weginfrasysteem De Opdrachtgever streeft met de Overeenkomst en de in de Vraagspecificatie opgenomen eisen de onderstaande doelstellingen na. Doel 1: Handhaven functionaliteiten De bestaande functionaliteiten van het (vaar)weginfrasysteem dienen door de uitvoering van de Werkzaamheden minimaal te worden gehandhaafd. Doel 2: Bereiken en behouden goed werkende staat Het (vaar)weginfrasysteem dient goed te blijven functioneren. Doel 3: Minimale (scheepvaart)verkeershinder / maximale doorstroming De Werkzaamheden aan het (vaar)weginfrasysteem worden op zodanige wijze uitgevoerd dat zo min mogelijk verkeershinder ontstaat en de doorstroming van het verkeer zo min mogelijk wordt beperkt. Doel 4: Publieksgericht handelen Bij het uitvoeren van de Werkzaamheden aan het (vaar)weginfrasysteem wordt rekening gehouden met de wensen van het publiek en de (vaar)weggebruikers. Doel 5: Duurzaamheid Werkzaamheden aan het (vaar)weginfrasysteem vinden op een zodanige wijze plaats dat het milieu niet, of indien dit onontkoombaar is zo min mogelijk, wordt belast. Doel 6: Behoud ecologische waarden Onderhoudsmaatregelen aan het (vaar)weginfrasysteem dienen zodanig te worden uitgevoerd dat natuurwaarden in (weg)bermen, oevers, andere groene terreinen en waterpartijen worden behouden en waar mogelijk worden bevorderd. Verstoringen van flora en fauna door Werkzaamheden worden waar mogelijk vermeden. Van de Opdrachtnemer wordt verlangd dat hij te allen tijde kan aantonen dat de Werkzaamheden die hij uitvoert om te voldoen aan de verplichtingen volgens de Overeenkomst bijdragen aan de bovengenoemde doelstellingen en in alle gevallen daarmee niet strijdig zijn. Pagina 6 van 78

7 1 Uitgangspunten van de Overeenkomst De Opdrachtnemer verklaart dat hij zich bewust is van en zich committeert aan het bereiken van de doelen en resultaten zoals opgenomen in de Vraagspecificatie. De Opdrachtgever beoogt in de tot de scope behorende vaarwegen in het areaal van district Zee en Delta Noord efficiënt en effectief maatregelen te treffen, zodat het areaal veilig en betrouwbaar is. 1.1 Basisprincipes van de Overeenkomst De Overeenkomst De Opdrachtgever stelt zich tot doel om de (vaar)weginfrastructuur op een doelmatige, efficiënte en gebruikersvriendelijke manier te beheren. De Overeenkomst laat de Opdrachtnemer maximaal vrij in de wijze van organisatie en uitvoering van zijn Werkzaamheden. De Overeenkomst beschrijft de functies van het (vaar)weginfrasysteem, de RAMS-aspecteisen en verificatie- en validatiemethoden Verantwoordelijkheden De Overeenkomst beoogt als basis voor samenwerking een expliciete verdeling van verantwoordelijkheden tussen de Opdrachtgever en de Opdrachtnemer. De Opdrachtgever stelt vóór aanvang van de Overeenkomst de Opdrachtnemer zo goed mogelijk in kennis van het (vaar)weginfrasysteem. De Opdrachtnemer wordt geacht deze kennis te verifiëren en met de Opdrachtgever vóór aanvang van de uitvoering tot uitsluitsel te komen over de verantwoordelijkheid voor eventueel aangetroffen afwijkingen. Bij afronding van de Overeenkomst wordt van de Opdrachtnemer verwacht dat hij actief bijdraagt aan het overdragen van gestructureerde areaalgegevens aan de Opdrachtgever en aan de onderneming die het (vaar)weginfrasysteem onderhoudt. Pagina 7 van 78

8 2 Systeemdefinitie 2.1 Aanvangssituatie In hoofdstuk 4 is per object de Aanvangssituatie opgenomen: een beschrijving van het systeem zoals dat aanwezig is bij aanvang van de Werkzaamheden. Deze vormt het uitgangspunt voor de transformatie tijdens de Realisatiefase. De Werkzaamheden (scope) zijn beschreven in de Aanvangssituatie. De decompositie van het systeem, zoals dat aanwezig is bij aanvang van de Werkzaamheden, is weergegeven in Bijlage B Systeemdecompositie van deze Vraagspecificatie Eisen. 2.2 Realisatiefase In hoofdstuk 4 is per object bij de Aanvangssituatie aangegeven welke Werkzaamheden tot de scope van het Werk behoren. Indien er eisen zijn waaraan het systeem tijdens de realisatiefase moet blijven voldoen, zijn deze opgenomen als uitvoeringseisen. 2.3 Gebruiksfase In hoofdstuk 4 is per object de Gebruiksfase opgenomen: een beschrijving van het systeem tijdens de gebruiksfase vanaf oplevering van het Werk. Het beschrijft dus het gewenste nieuw gerealiseerde systeem bij (tussentijdse) oplevering conform het bepaalde in artikel 2 van de Basisovereenkomst, in termen van voorgeschreven oplossingen voor zover die al bepaald zijn. De decompositie van het systeem tijdens de gebruiksfase is weergegeven in Bijlage B Systeemdecompositie van dit document. 2.4 Contextbeschrijving Positionering in bovenliggend systeem Een manier om het systeem af te bakenen, is het positioneren van het beschouwde systeem in een groter geheel, het bovenliggende systeem. In onderstaande figuur is dit weergegeven door de bestaat ten minste uit -relaties aan te geven tussen het bovenliggende systeem en zijn onderliggende systemen. Systeemdecompositie (veelal objectenboom) van het bovenliggende systeem. Pagina 8 van 78

9 Rijkswateren Buitendijks gebied rivier / kanaal / meer / zee Infrastructuur rivier / kanaal / meer / zee Vaargeul Duin Overige waterbodem Dijk (Voor) oever Dam Uiterwaard Waterkerende grondconstructie Zomerkade Stormvloedkering Nevengeul Schutsluis Water Spuimiddel Overig Stuw Gemaal Haven Baggerspeciedepot Aquaduct Naviduct Ecopassage Terreinen Scheepvaart verkeerspost Krib Strekdam Strandhoofd Aanleginrichting Afmeervoorziening Bebording en bebakening Overige infrastructuur Contexttabel met raakvlakken Door het systeem in zijn omgeving te plaatsen en daarbij de raakvlakken met zijn omgeving te beschrijven, is het systeem duidelijk afgebakend en nader gedefinieerd. De grafische weergave hiervan is te vinden in Bijlage A Contextdiagrammen. Pagina 9 van 78

10 In onderstaande tabel zijn per fase de raakvlakken aangegeven die het systeem heeft met zijn gebruikers en de objecten in de omgeving van het systeem, de zogenaamde contextobjecten. Contexttabel Vaarweginfrasysteem Stakeholders: Doel Wie Gebruiker Wil naar bestemming beroepsvaart vaarwegen recreatievaart toezichthouders Hulpdienst Naar plaats incident; Brandweer zowel via water Politie (passeren objecten) als Ziekenvervoer de bereikbaarheid van Berger de objecten over het Pechhulp land Reddingsdiensten Omgeving Geen overlast Omwonenden Weggebruikers Overige (netwerk)- beheerders Eigen infrasysteem optimaal laten functioneren Wegbeheerders Provincie Gemeenten Waterschappen Kabels en Leidingbedrijven Natuurbeheer Contextobject Geboden functie Raakvlakbeschrijving Objecten / systemen: De vaarweg Vaarwegverkeer mogelijk maken In stand houden bestaand vaarwegsysteem Sluiscomplex Schutten waterstandsverschil Scheiden zoet en zout water Spuien / waterkeren In stand houden functies sluizen Vaste en beweegbare brug Informatiesystem en Handhaven verbindingen Managen (vaar)wegverkeer In stand houden mogelijkheden kruisen van andere infrasystemen: Wegen Registreren en informeren (vaar)wegverkeer nodig voor verkeersleiding Hemelwaterafvoer Afvoeren hemelwater Aansluiten op oppervlaktewater Stof en geluid beperkende constructies Beperken overlast voor omgeving Geen overlast omgeving / aanwezige machines Systeemgrenzen De grenzen van het systeem worden bepaald door de fysieke verschijningsvorm en fysieke raakvlakken met andere objecten. De systeemgrenzen vormen de ruimtelijke afbakening van het systeem en de Werkzaamheden. De grenzen zijn aangegeven in de eisen dan wel in de documenten die in de eisen worden benoemd. Pagina 10 van 78

11 2.5 Functiebeschrijvingen In de onderstaande figuur is de functieboom voor Rijkswateren (het hoofdvaarwegsysteem en het hoofdwatersysteem) opgenomen. Functies Rijkswateren Beschermen achterland tegen hoog water Leveren van voldoende water Leveren van schoon en gezond water Scheepvaart accommoderen Gebruiksfuncties Water keren Waterpeil bieden Water met basiskwaliteit bieden Uitwisseling met andere vaarwegen Faciliteren natuur, met uitzondering van KRW doelstellingen Water afvoeren Water leveren Vrij baan bieden aan fauna Varen mogelijk maken Plaats-bepaling bieden Drinkwater (kwaliteit) bieden aan bevolking Zwemwater bieden aan bevolking Water bergen (Hersteld) leefgebied bieden Navigatie mogelijk maken Water bieden aan schelpdierwinning Kruisen van vaarweg Koelwater leveren aan industrie Faciliteren / verzorgen vaarweg-verkeer Faciliteren energie-opwekking Managen vaarweg-verkeer Recreëren Water bieden aan beroeps- en sportvisserij Faciliteren delfstoffen-winning Bieden van archeologische, cultuurhistorische en landschappelijke waarde Faciliteren landbouw Bergen Baggerspecie Figuur Functieboom Rijkswateren De subsystemen dienen in de gebruiksfase dezelfde functies te blijven vervullen als de functies die ze bij aanvang van de Overeenkomst vervullen. Door het realiseren van de scopemaatregelen en door het voldoen aan de gestelde eisen blijven de functies van subsystemen in stand. Pagina 11 van 78

12 3 Documenten waaraan wordt gerefereerd In onderstaande tabel staan de (mappen met) documenten waar in de eisen aan wordt gerefereerd. Het betreft hier documenten die in hoofdstuk 4 en 5 genoemd zijn. De laatste kolom geeft aan in welke bijlage van deze specificatie het document is bijgevoegd. Indien het documenten betreft die vrij verkrijgbaar zijn, zijn deze niet opgenomen in het contract. Bij ongedateerde verwijzingen is de laatste versie van het document (met inbegrip van wijzigingen) waarnaar is verwezen van toepassing. Code Titel / Versie / Datum Uitgever Bijlage Leidraad SE, v. 3.0 Ja, [1] Kreekraksluizencomplex Sluiskolken Ja, [2] Krammersluizen Voorhavens Geleidepalen Ja, [4] Krammersluizencomplex Voorhavens Politiesteiger Ja, [5] Krammersluizencomplex Voorhavens Ja, [6] Dienstensteiger Leidingenbrug buispalen Ja, [7] Leidingenbrug leuningen Ja, [9] Veiligheidshandboek Zeeland, versie 1.0 concept RWS Ja, [10] Asbestrapportages Ja, [12] Sluizencomplex Hansweert Afsluitboominstallatie Ja, [13] Kreekraksluizencomplex Oostelijke sluis Ja, [14] laagspanningsverdelers Kreekraksluizencomplex Westelijke sluis Ja, [15] laagspanningsverdelers Krammersluizencomplex leuningen uitzichttoren Ja, [16] Bergsediepsluis pompinstallatie aflaatkelder Ja, [18] Zandkreeksluizencomplex Laagspanningsverdeler Ja, [19] NEN 3140 Veiligheidshandboek Rijkswaterstaat, RWS Ja, [20] v2.0, februari 2015 Tekenrichtlijn Elektrotechniek, versie 1.0, 1 juni RWS Ja, [23] 2009 Gemaal Kreekrak NSA Ja, [24] Kreekraksluizencomplex uitlaatwerk Ja, [25] bovenloopkraan Krammersluizencomplex Bedieningsgebouw Ja, [28] Duwvaarssluizen Brandblussysteem Krammersluizencomplex Duwvaartsluizen Ja, [29] Leuningen Krammersluizencomplex Duwvaartsluizen en Ja, [30] Jachtensluizen vloeren Huidig Onderhoudsregime Ja, [31] Specificatie voor het installeren van detectielussen Ja, [32] Normen NEN 1010:2015 Elektrische installaties voor laagspanning NNI Nee NPR 5310:2007 Nederlandse Praktijkrichtlijn bij NEN 1010 NNI Nee Pagina 12 van 78

13 Code Titel / Versie / Datum Uitgever Bijlage +A6:2015 NEN Bedrijfsvoering van elektrische installaties A1:2015 Laagspanning NEN-EN-IEC Veiligheid van machines - Elektrische uitrusting :2006 van machines - Deel 1: Algemene eisen NPR C1 Gevarenzone-indeling met betrekking tot explosiegevaar - Deel 1: Gasexplosiegevaar, gebaseerd op NEN-EN-IEC :2009 CUR 118 Specialistische instandhoudingstechnieken repareren van beton. NEN-EN 1504 Producten en systemen voor de bescherming en reparatie van betonconstructies NEN-EN-ISO Door thermisch verzinken aangebrachte deklagen 1461:2009 op ijzeren en stalen voorwerpen - Specificaties en beproevingsmethoden NEN-EN-ISO 10684:2004/ C2:2009 NEN-EN-ISO NEN-EN-ISO 4624 NEN-EN-ISO 4628 SCON TCE NEN-EN :2013 NEN-EN 12845:2004+A2: NEN1073:2010 nl NEN 7909:2015 Bevestigingsartikelen Door thermisch verzinken aangebrachte deklagen NNI NNI NNI CUR NNI NNI NNI Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Verven en vernissen - Bescherming van staalconstructies tegen corrosie door middel van verfsystemen NNI Nee Verven en vernissen - Lostrekproef voor de NNI Nee bepaling van de hechting Verven en vernissen - Beoordeling van de NNI Nee kwaliteitsafbraak van verflagen Code of Practice Metaalconservering, PSIBouw PSIBouw Nee Metalen industriële leidingsystemen NNI Nee Vaste brandblusinstallaties - Automatische sprinklerinstallaties - Ontwerp, installatie en onderhoud Slipweerstand van beloopbare oppervlakken - Eis NNI Nee en bepalingsmethode ROK versie 1.3 RWS Nee NBD Standaarddetails voor betonnen bruggen RWS Nee NNI Nee Pagina 13 van 78

14 4 Eisen aan het systeem Dit hoofdstuk bevat de eisen die aan het systeem worden gesteld. Per eis wordt de bijbehorende informatie gegeven conform onderstaande tabel: <Eis-ID> <Eistekst> <De te hanteren verificatiemethode en de daarmee samenhangen voorwaarden> < als achtergrondinformatie> (en) <EIS-ID van bovenliggende eis(en) In deze Vraagspecificatie Eisen zijn de eisen onderverdeeld in de volgende soorten: Functie-eisen zie hoofdstuk 2.5 Aspecteisen eisen die worden gesteld aan specifieke eigenschappen van een (sub)systeem ten aanzien van de aspecten betrouwbaarheid, beschikbaarheid, onderhoudbaarheid, veiligheid, gezondheid, ergonomie, omgevingshinder, vormgeving, duurzaamheid, toekomstvastheid en sloopbaarheid Randvoorwaarden eisen voortkomend uit beperkingen in de oplossingsruimte die volgen uit bepaalde (ontwerp)keuzes die door de Opdrachtgever zijn gemaakt vooruitlopend op het ontwerp Uitvoeringseisen eisen die worden gesteld aan de manier waarop bepaalde werkzaamheden uitgevoerd dienen te worden De structuur van de eisen is opgebouwd volgens de Systeemdecompositie zoals opgenomen in Bijlage B. N.B. De Systeemdecompositie bevat ook lege objecten, d.w.z. objecten zonder beschrijving van Aanvangssituatie, Gebruiksfase en eisen. Deze objecten dienen als kapstok voor het plaatsen van onderliggende objecten in de juiste boomstructuur. Verificatie en validatie Zoals verwoord in de Leidraad Systems Engineering 3 (map [1]) worden de activiteiten ten aanzien van validatie en verificatie (V&V) in alle fasen van een project uitgevoerd. Dit betekent dat de Opdrachtgever in de planvorming en in de contractvoorbereiding invulling heeft gegeven aan V&V en dat de Opdrachtnemer het proces overneemt in de uitvoeringsfase. De Opdrachtnemer richt zich in de fasen na gunning op de validatie en verificatie van (afgeleide) eisen, verificatiemethoden, ontwerpoplossingen en gerealiseerde en geteste systemen. De Opdrachtgever vervult een rol in de beoordeling van deze validaties (risicogestuurd). De Opdrachtgever verlangt dat de validatie door de Opdrachtnemer in lijn met die diepgang verloopt. Voor een beheerste systeemintegratie en het succesvol realiseren van het project is voor V&V een expliciet en helder proces benodigd. De eisen aan dit V&V-proces in de Vraagspecificatie zijn gesteld in de vorm van: Pagina 14 van 78

15 te hanteren verificatiemethoden (Vraagspecificatie Eisen). Indien geen verificatiemethode is voorgeschreven dient de Opdrachtnemer een geldige (valide) verificatiemethode te bepalen en deze methode ter acceptatie in te dienen bij de Opdrachtgever (Annex III).; proceseisen ten aanzien van het verificatie- en validatie proces voor het gehele Werk (Vraagspecificatie Proces). De systeemeisen gelden voor het object waaraan deze zijn gekoppeld en voor alle onderliggende objecten. Dit betekent dat de eisen aan het topobject Vaarwegen Zeeuwse Delta gelden voor alle onderliggende objecten, indien de aard van de werkzaamheden aansluit bij de eis. Voorbeeld: eisen over conserveringswerkzaamheden gekoppeld aan het topobject, zijn geldig voor alle objecten waar conserveringswerkzaamheden benodigd zijn. De Opdrachtnemer is zelf verantwoordelijk voor het volledig alloceren van systeemeisen aan onderliggende objecten Vaarwegen Zeeuwse Delta Situatiebeschrijving Aanvangssituatie De situatiebeschrijvingen zijn benoemd bij de onderliggende objecten. Gebruiksfase De situatiebeschrijvingen zijn benoemd bij de onderliggende objecten. Aspecteisen Betrouwbaarheid Eis SE-0001 De betrouwbaarheid van een beheerobject, element, bouwdeel of onderdeel daarvan mag niet worden verminderd door Werkzaamheden van de Opdrachtnemer of het nalaten van Werkzaamheden door de Opdrachtnemer. Beschikbaarheid Eis SE-0006 De beschikbaarheid van een beheerobject, element, bouwdeel of onderdeel daarvan mag niet worden verminderd door Werkzaamheden van de Opdrachtnemer of het nalaten van Werkzaamheden door de Opdrachtnemer. Onderhoudbaarheid Eis SE-0808 Indien onderdelen worden vervangen voor een nieuw type, dienen ook de (kritische) reserve onderdelen vervangen te worden voor ditzelfde nieuwe type. Pagina 15 van 78

16 Eis SE-0651 De objecten dienen zo eenvoudig en goedkoop als mogelijk te kunnen worden beheerd en onderhouden. Eis SE-0652 De onderhoudsfrequentie van nieuwe of aangepaste installaties dient gelijk of lager te zijn dan de onderhoudsfrequentie in de aanvangssituatie. Analyse SE-0651 Eis SE-0653 Gelijksoortige onderdelen dienen uniform te worden uitgevoerd op de verschillende objecten. SE-0651 Eis SE-0654 Nieuw te leveren onderdelen dienen gestandaardiseerde componenten en gangbare handelsartikelen te betreffen. SE-0651 Eis SE-0655 Het inspecteren en onderhouden van onderdelen van objecten dient zoveel als mogelijk plaats te kunnen vinden zonder hulpmiddelen of het verwijderen van beschermingsmiddelen. SE-0651 Eis SE-0656 Alle nieuwe onderdelen en nieuwe apparatuur dienen te kunnen worden vervangen zonder schade toe te brengen aan de permanente constructie. SE-0651 Eis SE-0657 Onderdelen die dienen te worden opgeslagen, dienen te zijn schoongemaakt en zodanig te zijn opgeslagen dat vervormingen, corrosie en beschadigingen zijn uitgesloten. Inspectie Dit betekent o.a. dat materiaal moet worden schoongemaakt met zoet water en houten palen en Pagina 16 van 78

17 buispalen op stoppingen moeten worden opgeslagen. SE-0651 Veiligheid Eis SE-0658 De objecten dienen veilig te zijn voor gebruikers. Gebruikers zijn onder andere: personeel beheerder, onderhoudspersoneel, opvarenden van schepen en bezoekers. Eis SE-0660 Alle nieuw te maken en aan te passen constructies, installaties en onderdelen daarvan dienen veilig toegankelijk te zijn voor inspectie, onderhoud, reparatie of demontage. SE-0658 Eis SE-0661 Keuringsplichtige onderdelen van aangepaste objecten dienen te zijn voorzien van een geldig certificaat. SE-0658 Eis SE-0697 De Werkzaamheden dienen te zijn verricht conform de regels, afspraken en processen uit het Veiligheidshandboek Zeeland [10]. Eis SE-0698 De Werkzaamheden aan elektrische installaties dienen te zijn verricht conform het NEN3140 Veiligheidshandboek Rijkswaterstaat [20]. Gezondheid Eis SE-0662 Bij het uitvoeren van Werkzaamheden aan onderdelen die asbest bevatten, dient de asbest te worden verwijderd. Asbestrapportages zijn toegevoegd in map: [12] Asbestrapportages. Eis SE-0663 Asbest mag uitsluitend worden verwijderd door een asbestverwijderingsbedrijf dat gecertificeerd is conform de SC-530. Pagina 17 van 78

18 SE-0662 Duurzaamheid Eis SE-0689 Op het Werk zijn de minimumeisen en de contractbepalingen van toepassing zoals opgenomen in de criteria voor duurzaam inkopen van Agentschap NL (Pianoo.nl). Dit geldt voor alle GWW-productgroepen die van toepassing kunnen zijn op dit Werk. Website: In de Vraagspecificatie Proces is aanvullend de Richtlijn duurzaam veilig van Rijkswaterstaat voorgeschreven. Toekomstvastheid Eis SE-0020 De levensduur van onderdelen die nieuw worden aangebracht, worden vervangen of worden gereviseerd dient minimaal 15 jaar te zijn, tenzij in de specificatie anders is benoemd. Eis SE-0669 Onderdelen die nieuw worden aangebracht, worden vervangen of worden gereviseerd, dienen gedurende de levensduur vrij te blijven van elektrochemische en/of galvanische corrosie. Raakvlakeisen Eis SE-0692 Objecten dienen vloeiend en zonder verlies van functionaliteit op elkaar aan te sluiten. Dit geldt ook voor het raakvlak object met de externe omgeving (externe objecten). Randvoorwaarden Eis SE-0041 Alle te leveren onderdelen moeten nieuw en ongebruikt zijn. Pagina 18 van 78

19 Eis SE-0644 Werkzaamheden aan betonconstructies dienen te voldoen aan de NEN-EN-1504 en de CUR 118. Ten aanzien van classificatie volgens CUR 118 dient van de uitvoeringsklasse 'Technische Betonreparatie' uitgegaan te worden (zie 2.17 in CUR 118). Eis SE-0774 Conserveringssystemen dienen gedurende 20 jaar de constructie te beschermen tegen omgevingsinvloeden, uitgangspunt is klimaatklasse C5-I/C5M volgens NEN-EN- ISO Het systeem dient te voldoen aan de eisen die vermeld zijn in de ROK. Eis SE-0775 De corrosie van conserveringssystemen dient bij oplevering klasse RI = 0 te zijn conform de NEN-EN-ISO Eis SE-0776 De hechtsterkte van conserveringssystemen dient bij oplevering > 5 MPa te zijn conform de NEN-EN-ISO Meetprotocol Hechtsterkte conserveringen (SCON TCE) waarbij de eerste alinea niet van toepassing is en waarbij het aantal metingen, in tegenstelling tot dit document, 1x/1000 m2 dient te zijn. Eis SE-0777 De blaarvorming van conserveringssystemen dient bij oplevering 0 te zijn conform NEN-EN-ISO Eis SE-0778 De scheurvorming van conserveringssystemen dient bij oplevering 0 te zijn conform NEN-EN-ISO Eis SE-0779 De onthechting/afbladdering dient bij oplevering 0 te zijn conform NEN-EN-ISO Pagina 19 van 78

20 Eis SE-0780 De glansgraad van de toplaag van conserveringssystemen dient bij oplevering tussen de waarden 50 en 80 te zijn conform ISO 2813 volgens de 60graden/60gradensymmetrie. Eis SE-0781 De waarde van de corrosie aan conserveringssystemen dient aan het einde van de levensduur < RI 2 te zijn conform NEN-EN-ISO Eis SE-0782 Het conserveringssysteem dient aan het einde van de levensduur overschilderbaar te zijn. Eis SE-0044 Thermische verzinking dient te voldoen aan de NEN-EN-ISO Eis SE-0037 In het werk aangebrachte beschadigingen aan de conservering dienen te zijn hersteld conform de volgende uitgangspunten. Het herstelde werk: - dient conform het ter plaatse toegepaste conserveringssysteem te zijn uitgevoerd; - dient aan te sluiten op de bestaande kleurstelling; - dient uitgevoerd te worden als recht werk conform de definitie van de code of practice metaalconservering, SCON TCE. Eis SE-0035 Bevestigingsmiddelen die ten gevolge van werkzaamheden worden geroerd dienen te zijn vervangen en thermisch te zijn verzinkt conform NEN-EN-ISO 10684:2004/C2:2009 en dienen ISO-passend te zijn. Pagina 20 van 78

21 Eis SE-0039 Laswerk dient te voldoen aan de ROK. Van de nieuw gelegde lassen moet 50 % door de Opdrachtnemer steekproefsgewijs worden onderzocht; ultrasoon en magnetisch. Eis SE-0685 Alle elektrotechnische werkzaamheden dienen te voldoen aan de NEN 1010:2015. Eis SE-0700 Alle elektrotechnische werkzaamheden dienen te voldoen aan de NPR5310 (Nederlandse Praktijkrichtlijn bij NEN1010:2015). Eis SE-0686 Alle elektrotechnische werkzaamheden dienen te voldoen aan de NEN 3140+A1:2015. Eis SE-0693 Alle elektrotechnische werkzaamheden dienen te voldoen aan de NEN-EN-IEC :2006 Eis SE-0688 Alle elektrotechnische tekenwerkzaamheden van alle nieuwe en aan te passen installaties dienen te voldoen aan de Tekenrichtlijn Elektrotechniek [23]. Eis SE-0678 De isolatieweerstand van alle nieuwe voedings- en besturingskabels dient gemeten te zijn en deze meetresultaten dienen opgenomen te zijn in het EOD. Pagina 21 van 78

22 Eis SE-0694 Alle software wijzigingen dienen getoetst te worden middels een FAT en een SAT. Test Hierbij dient de Opdrachtgever aanwezig te zijn (bijwoonpunt). Eis SE-0701 Eis GEEI-EIA-01 Opbouw elektrotechnische installatie De elektrotechnische installatie dient modulair te zijn opgebouwd. Er dient een decompositie gemaakt te worden van systeemniveau tot en met componentniveau. Ontwikkelingsfase: Ontwerpreview Criterium: Voldoen aan de decompositie conform 3.2 en 3.4 "Tekenvoorschriften Object- en Lijninfrastructuur gebonden installaties. Realisatiefase: Documentbeoordeling T(C)D De elektrotechnische installatie of delen daarvan dienen zo veel mogelijk onafhankelijk van andere installaties kunnen worden gebouwd, onderhouden, aangepast en uitgebreid. Eis SE-0702 Eis GEEI-EIA-02 Toekomstvastheid Ten behoeve van de toekomstvastheid dient de installatie bij ingebruikname voorzien te zijn van minimaal 20% fysieke reserve ruimte. Ontwikkelingsfase: Ontwerpreview Criterium: Minimaal 20% reserve ruimte Realisatiefase: Visuele inspectie/ Documentbeoordeling T(C)D Criterium: Minimaal 20% reserve ruimte Deze eis betreft ruimte beslag in apparatenkasten en energieverdelers, rangeerverdelers, kanalisatie en aders in multicorekabels en glasvezelkabels. Eis SE-0703 Eis GEEI-EIA-03 Technische levensduur De technische levensduur van onderdelen in de elektrotechnische installatie dient minimaal 15 jaar te zijn, tenzij anders vermeld in de tabel hieronder. - Transformatoren: 40 jaar - Bijbehorende schakel- en beveiligingsapparatuur: 40 jaar - Laagspanningsverdeelinrichting, MCC: 25 jaar - Vaste bekabeling bovengronds: 25 jaar - Vaste bekabeling ondergronds: 40 jaar - Ondersteunende of beschermende (staal-)constructies: 25 jaar - In het veld opgestelde meetinstrumenten: 10 jaar Ontwikkelingsfase: Ontwerpreview, aantonen in de RAMSanalyse Pagina 22 van 78

23 Realisatiefase: Documentbeoordeling T(C)D, actualiteit RAMS analyse in relatie tot de ontwikkelingsfase Eis SE-0704 Eis GEEI-EIA-04 Klimatologische invloeden Alle apparatuur, kabels, leidingen en toebehoren dienen geschikt te zijn voor toepassing in de omgevingsomstandigheden waar het zich bevindt. Ontwikkelingsfase: Ontwerpreview Criteria: alle toegepaste apparatuur dient volledig te kunnen functioneren binnen de klimatologische omstandigheden conform NEN 1010, bijlage 51B; - binnen gebouwen AB5, - buiten gebouwen AB3 en AB4 en maximaal voorkomende windbelasting AS3. Realisatiefase: Eis SE-0705 Eis GEEI-EIA-05 Moeilijk brandbaar en halogeen vrije materialen De gebruikte materialen dienen moeilijk brandbaar en vrij van halogenen te zijn. Ontwikkelingsfase: Ontwerpreview met criteria; Moeilijk brandbaar: Materialen voldoen indien deze indien beproeft zijn volgens de eisen uit de IEC en/of IEC serie (alleen voor leidingen) Halogeen vrij; voldoet indien beproeft volgens de eisen uit de IEC en/of voorzien van KEMA keur Realisatiefase: Documentbeoordeling T(C)D Eis SE-0706 Eis GEEI-EIA-06 Sleutels conform sleutelplan Van alle sleutelschakelaars en kastdeursloten dienen minimaal 2 sleutels te worden bijgeleverd, gecodeerd volgens het sleutelplan. Ontwikkelingsfase: n.v.t. Realisatiefase: SAT/SIT, check aanwezigheid sleutels en codering Minimaal twee, het sleutelplan is leidend ten aanzien van de benodigde aantallen. Eis SE-0707 Eis GEEI-EMC/EMV-01 Het systeem moet EMC (Elektromagnetische Compatibiliteit) bereiken Het systeem dient dusdanig ontworpen te zijn en in stand gehouden te kunnen worden zodat het in zijn Pagina 23 van 78

24 elektromagnetisch milieu bevredigend kan functioneren, zonder zelf ontoelaatbare stoorsignalen voor raakvlaksystemen in dat milieu toe te voegen. Ontwikkelingsfase: Documentcontrole: - Het ontwerp dient te voldoen aan: 1. EMC richtlijn 2004/108/EG 2. Guide for the EMC Directive 2004/108/EC 3. R&TTE richtlijn 1999/5/EC 4. NEN-EN-IEC serie* (* de van toepassing zijnde normen) -Het ontwerp dient een EMC Management Plan (EMC-MP) te bevatten. -Het EMC-MP dient minimaal aan de volgende voorwaarden te voldoen: 1. Bevat een risicobeoordeling van het niet bereiken van EMC. 2. Beheersmaatregelen voor de risico s vermeld onder punt 1 en een overzicht van de restrisico s. 3. Moet ingaan op de verschillende elektromagnetische risico s welke onder EMC vallen zoals EMI, ESD(Elektrische ontladingen), lage power kwaliteit, retourpad stromen. 4. In de risicobeoordeling dient de omgeving betrokken te worden: a. Gebruikers (o.a. weg- en vaarwegverkeer) b. Bedienaars. c. Onderhoudsmedewerkers d. Naburige infrastructuur (o.a. tram en spoor) e. Andere mogelijke naburige systemen (o.a. fabrieken en energie bedrijven). 5. Bevat overzicht van de EM-zone indeling volgens NEN- EN-IEC Het dient een overzicht te bevatten van de gebruikte technieken volgens NEN-EN-IEC waardoor EMC bereikt wordt. 7. Het bevat een overzicht van de emissie en immuniteit niveaus van alle subsystemen in het object en de verwachte niveaus van de in punt 3 genoemde systemen in de omgeving. 8. Bevat overzicht van certificaten en testrapporten van alle in het object gebruikte subsystemen. Testen moeten worden uitgevoerd conform de NEN-EN-IEC serie. 9. Voldoet aan de Guide for the EMC Directive 2004/108/EC 10. Overzicht van EMC aansluitinstructies van alle subsystemen. Realisatiefase: -- Brondocumenten: EMC richtlijn 2004/108/EG, Guide for the EMC Directive 2004/108/EC, R&TTE richtlijn 1999/5/EC, NEN-EN-IEC serie Eis SE-0710 Eis GEEI-EMC/EMV-02 Veilig systeem op EMV (Elektromagnetische Velden) Het systeem dient dusdanig ontworpen te zijn en in stand gehouden te kunnen worden zodat het geen gevaar vormt voor de gezondheid en veiligheid van werknemers en de gebruikers van het systeem met betrekking tot de Pagina 24 van 78

25 blootstelling aan de risico s van elektromagnetische velden. Ontwikkelingsfase: Documentcontrole: -Het ontwerp dient te voldoen aan EMV richtlijn 2004/40/EG -Het EMC Management Plan (EMC-MP) bevat de EMV aspecten waaronder minimaal: 1. Bevat een risicobeoordeling van onveiligheden door EMV. 2. Bevat beheersmaatregelen voor de risico s vermeld onder punt 2 en een overzicht van de restrisico s. Realisatiefase: -- De eis heeft alleen betrekking op de scope. Eis SE-0711 Eis GEEI-EMC/EMV-03 De subsystemen van het object dienen adequate emissie en immuniteit niveaus te bezitten voor het beoogde gebruik. De subsystemen van het object dienen adequate emissie en immuniteit niveaus te bezitten voor het beoogde gebruik en omgeving en dienen minimaal de Immuniteit en Emissie niveaus te bezitten voor Industriële omgevingen conform NEN-EN-IEC en NEN-EN-IEC Ontwikkelingsfase: Documentcontrole: Het ontwerp dient minimaal te voldoen aan NEN-EN-IEC en NEN-EN-IEC Realisatiefase: -- Eis SE-0712 Eis GEEI-AS-01 Aardingssysteem Het systeem energievoorziening dient voorzien te zijn van een aardingssysteem dat ervoor zorgt dat; 1. de nul van een voedingssysteem aardpotentiaal heeft; 2. bij een fout in de elektrische installatie geen gevaarlijke aanraakspanningen optreden of dat deze snel genoeg worden afgeschakeld (defenitie aanraakspanning zie NEN3140 hfst 3.6.1) 3. de mogelijk optredende bliksemstromen worden afgeleid 4. de mogelijk optredende overspanningen (door bliksem of sluitingen in het net) worden beperkt tot een aanvaardbaar niveau 5. er geen ongewenste beïnvloeding plaatsvindt ten gevolge van hoogfrequente verschijnselen Ontwikkelingsfase: Ontwerpreview, aantonen dat het aardingssysteem is ontworpen aan de hand van de randvoorwaarden uit; - NEN 1010 tbv installatiedelen onderdeel van de utiliteitsinstallatie. - NEN tbv installatiedelen als onderdeel van een machine; - NEN-EN-IEC delen 1t/m 4; - GEEI H2.2 eisen tav EMC. - NEN-EN-IEC indien een hoogspanningsinstallatie onderdeel is van het systeem. Pagina 25 van 78

26 Realisatiefase: SAT, minimaal meting aardverspreidingsweerstand, metingen Eis SE-0713 Eis GEEI-VNSA-01 Noodstroomaggregaat Een vast opgesteld noodstroomaggregaat dient in het systeem energievoorziening geïntegreerd te zijn. Ontwikkelingsfase: Ontwerpreview Realisatiefase: SAT/SIT Het vast opgesteld noodstroomaggregaat wordt in navolgende eisen afgekort door middel van VNSA. Eis SE-0714 Eis GEEI-VNSA-02 Brandstofinstallatie Het VNSA dient voorzien te zijn van een brandstofinstallatie. Deze dient voorzien te zijn van bewakings/veiligheidsarmaturen zoals: snelafsluiter(s), filters, overvulbeviliging etc. Ontwikkelingsfase: Ontwerpreview Realisatiefase: SAT/SIT Ten aanzien van brandstofopslag geldt dat deze voorzien dient te zijn van een KIWA-keur. Eis SE-0716 Eis GEEI-VNSA-03 Brandstofvoorraad De brandstofinstallatie dient zodanig te zijn uitgelegd dat voldoende brandstof voor minimaal 24 uur ononderbroken VNSA-bedrijf kan worden opgeslagen, uitgaande van vollast bedrijf Ontwikkelingsfase: Ontwerpreview op de berekening brandstofverbruik in relatie tot het benodigde vermogen. Realisatiefase: SAT/SIT Let op: GEEI-VNSA-03 zoals hier opgenomen wijkt af t.o.v. de GEEI. De afwijking in tijd is van 72u naar 24u gegaan. Eis SE-0715 Eis GEEI-VNSA-04 Brandstofvoorraad bij oplevering De brandstofinstallatie dient bij oplevering/ingebruikname volledig afgevuld te zijn. Ontwikkelingsfase: -- Realisatiefase: Toets op het volledig afgevuld zijn Eis SE-0718 Eis GEEI-VNSA-06 Signaal brandstofvoorraad uitgeput Het VNSA dient een signaal af te geven als de Pagina 26 van 78

27 brandstofvoorraad uitgeput raakt. Hiermee dient het VNSA en op het VNSA aangesloten apparatuur gecontroleerd uitgeschakeld te worden. Ontwikkelingsfase: Ontwerpreview Realisatiefase: SAT/SIT Het percentage dient gelijk te zijn aan de huidige installatie Eis SE-0723 Eis GEEI-VNSA-11 Geluidsniveau maximaal Alle onderdelen van de installatie dienen zodanig geluidsgedempt uitgevoerd te worden dat het geluidsniveau als gevolg van het in bedrijf zijn van het NSA voldoende laag is. Ontwikkelingsfase: Ontwerpreview Criterium: Tenzij anders aangegeven geldt voor ruimtes waar regelmatig personen in verblijven een geluidsniveau van 55 db(a) en buiten 50 db(a). Realisatiefase: SAT/SIT, geluidsmeting(en) Eis SE-0724 Eis GEEI-AK-01 Minimale bescherming tegen stof, vocht en aanrakingsgevaar Apparatenkasten dienen componenten te beschermen tegen stof, vocht en gebruikers tegen aanrakingsgevaar. Ontwikkelingsfase: Ontwerpreview Minimale criteria: - Kast: minimaal IP 55; - Bodemplaat bij opstelling op vloer met kabelinvoer van onder: minimaal IP 50; - Compartimenten onderling: minimaal IP 20; - Ingebouwde rail- en kabelcompartimenten: minimaal IP 40; Uittrekbare delen, in de teststand: minimaal IP 20. Realisatiefase: SAT/SIT, visuele inspectie Begrip apparatenkast: besturings- en schakelkasten schakel- en verdeelinrichtingen Eis SE-0725 Eis GEEI-AK-05 Voorzien van kastdeuren Apparatenkasten dienen voorzien te zijn van kastdeuren. Ontwikkelingsfase: Ontwerpreview Realisatiefase: SAT/SIT, visuele inspectie Minimale criteria: - Kasten breder dan 600 mm dienen voorzien te zijn van twee uitneembare draaideuren. - Deuren moeten ten minste 110 geopend kunnen worden en moeten kunnen worden verwijderd zonder hulpmiddelen. - De constructie van twee in samenwerking draaiende deuren moet zodanig zijn, dat in gesloten stand de deuren Pagina 27 van 78

28 elkaar borgen. Kastdeuren moeten worden voorzien van een uitzethaak, tenzij dit om Arbo-technische redenen niet mag (vluchtweg). Eis SE-0726 Eis GEEI-AK-07 Schoprand/sokkel Op de vloer opgestelde apparatenkasten, lessenaars of bedieningspanelen dienen te zijn voorzien van een afneembare terugliggende schoprand (sokkel). Ontwikkelingsfase: -- Realisatiefase: SAT/SIT, visuele inspectie Eis SE-0727 Eis GEEI-AK-08 Trekontlasting bij onder invoer Apparatenkasten met onder invoer dienen voorzien te zijn van montageprofielen voor het bevestigen van de afgaande kabels en voor het aanbrengen van eventuele trekontlastingen. Ontwikkelingsfase: -- Realisatiefase: SAT/SIT Visuele inspectie Eis SE-0728 Eis GEEI-FBO-01 Faciliteiten in apparatenkasten Een apparatenkast dient voorzien te zijn van verlichting en een onderhoudswandcontactdoos ten behoeve van beheer, onderhoud. Ontwikkelingsfase: Ontwerpreview Minimale criteria; - Aan-/uit-schakelaar kastverlichting dmv een deurschakelaar - Minimaal één ongeschakelde wandcontactdoos. - Voldoen aan hoofdstuk 15 NEN-EN Realisatiefase: SAT/SIT, visuele inspectie Zorg ervoor dat de werkzaamheden niet in de schaduw moeten worden uitgevoerd. Overweeg in een dergelijk geval het toepassen van twee tl-armaturen, bijvoorbeeld aan de twee zijden van de apparatenkast. Eis SE-0729 Eis GEEI-MEI-01 Markeringen conform decompositie Onderdelen van de elektrotechnische installaties dienen ten behoeve van doelmatig beheer en onderhoud gemarkeerd te worden conform de decompositie van de installaties. Ontwikkelingsfase: -- Realisatiefase: SAT/SIT, visuele inspectie Pagina 28 van 78

29 Eis SE-0730 Eis GEEI-MEI-02 Markeren algemeen Kabels, aders, bedieningselementen, contactdozen, meters, signaalverlichting en displays dienen systematisch, eenduidig en onuitwisbaar gemarkeerd te worden. Ontwikkelingsfase: -- Realisatiefase: SAT/SIT, visuele inspectie Eis SE-0731 Eis GEEI-MEI-03 Markeren door middel van naamplaten Alle apparatuur, toestellen, kasten en andere relevante onderdelen van de elektrische installatie dienen te worden voorzien van een naamplaat. Op deze naamplaat dient ook eventuele nadere informatie te worden aangebracht. Ontwikkelingsfase: -- Realisatiefase: SAT/SIT Eis SE-0732 Eis GEEI-MEI-04 Duurzaamheid Markeringen en naamplaten dienen duurzaam bevestigd te zijn en leesbaar te blijven gedurende de technische levensduur, waarbij uitgegaan dient te worden van normaal gebruik. Ontwikkelingsfase: -- Realisatiefase: SAT/SIT Eis SE-0733 Eis GEEI-MEI-05 Naamplaten niet verwisselbaar van locatie Naamplaten mogen niet aangebracht worden op delen die bij normaal onderhoud en/of storing zoeken moeten worden verwijderd dan wel kunnen worden verwisseld na herplaatsing. Ontwikkelingsfase:-- Realisatiefase: SAT/SIT Eis SE-0734 Eis GEEI-MEI-06 Functie vermelding Ontwikkelingsfase: -- Bij werkschakelaars, sleutelschakelaars en noodschakelaars dient op de eerste regel van de naamplaat de functie te worden vermeld. Pagina 29 van 78

30 Realisatiefase: SAT/SIT Eis SE-0735 Eis GEEI-MEI-07 Waarschuwing bijzondere functies In elke verdeelinrichting dient bij de hoofdschakelaars van de voedingen voor de brandpreventieve installaties een naamplaat te worden aangebracht met een waarschuwende tekst Ontwikkelingsfase: -- Realisatiefase: SAT/SIT Voorbeelden brandpreventieve installaties; brandweerlift, brandpomp, sprinklerinstallatie e.d. Voorbeeld waarschuwende tekst: NIET SCHAKELEN: BRANDPOMP. Eis SE-0736 Eis GEEI-MEI-08 Toe te passen lettertype Er dient een schreefloos lettertype toegepast te worden, met als minimale lettergrootte: - Componenten in panelen: 4 mm - Instrumenten op panelen: 6 mm - Aanduiding van panelen: 10 mm Ontwikkelingsfase: -- Realisatiefase: SAT/SIT Eis SE-0737 Eis GEEI-MEI-09 Kleur lettertype Markeringen dienen een zwarte tekst op een witte achtergrond te hebben. Voor speciale aanduidingen met betrekking tot gevaar / brandinstallaties dient een witte tekst op een rode achtergrond te worden gebruikt. Ontwikkelingsfase: -- Realisatiefase: SAT/SIT Eis SE-0738 Eis GEEI-KAN-01 Kabelondersteunend materiaal Kabels dienen te worden aangebracht op kabelondersteunend materiaal (goten, kokers, ladderbanen, mantelbuizen) Ontwikkelingsfase: Ontwerpreview Realisatiefase: SAT/SIT Eis SE-0739 Eis GEEI-KAN-02 Kwaliteit hulpmaterialen Pagina 30 van 78

31 Scheidingsschotten, deksels, scheidingsgoten en bevestigingsmaterialen dienen kwalitatief ten minste van gelijkwaardig materiaal te zijn vervaardigd als waar zij worden toegepast. Ontwikkelingsfase: -- Realisatiefase: SAT/SIT Eis SE-0740 Eis GEEI-KAN-03 Afdekplaten Goten en kokers dienen van dekplaten (deksels) te worden voorzien. Ontwikkelingsfase: -- Realisatiefase: SAT/SIT Eis SE-0741 Eis GEEI-KAN-06 Brandwerende eigenschap doorvoeren Doorvoeringen ten behoeve van de kanalisatie dienen minimaal dezelfde brandwerende eigenschappen te hebben als de vloeren en/of wanden waar zij doorheen voeren. Ontwikkelingsfase: -- Realisatiefase: SAT/SIT Uitvoeringseisen Op dit objectniveau zijn geen specifieke uitvoeringseisen gesteld Bergsediepsluis Geen situatiebeschrijving en geen eisen gesteld op dit niveau Zoutwaterscheiding Bergsediepsluis Geen situatiebeschrijving en geen eisen gesteld op dit niveau Pompinstallatie Aflaatkelder Situatiebeschrijving Aanvangssituatie De Bergsediepsluis is een onderdeel van de zout/zoet regeling in de Oosterschelde. De Bergsediepsluis bevindt zich op de Oesterdam. De pompinstallatie verplaatst zout water uit de aflaatkelder naar de Oosterscheldekant. De twee pompen bevinden zich in de aflaatkelder. De documenten behorende bij dit object zijn opgenomen in de map: [18] Bergsediepsluis pompinstallatie aflaatkelder Pagina 31 van 78

32 De volgende werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd aan de pompinstallatie: - Vervangen twee elektrisch aangedreven pompen, inclusief bekabeling - Vervangen persleidingen en afsluiters - Vervangen pompframes - Vervangen glijconstructies incl. bevestigingsconstructie (gelaste grijze H-balken) Gebruiksfase De functionaliteit en prestatie van de pompinstallatie is gegarandeerd gedurende de vereiste levensduur. Aspecteisen Onderhoudbaarheid Eis SE-0760 Het hijssysteem dient geschikt te zijn om de nieuwe pompen te kunnen in- en uithijsen. Demonstratie De hijsogen op de beide pompen zijn onderdeel van het hijssysteem. Toekomstvastheid Eis SE-0626 De levensduur van de pompinstallatie dient minimaal 25 jaar te zijn. Eis SE-0627 De nieuwe persleidingen, afsluiters, pompframes en bevestigingsconstructie van de glijconstructies (H-balken) dienen thermisch verzinkt te zijn. Eis SE-0815 De nieuwe glijconstructies dienen van RVS te zijn, geschikt voor toepassing in zout milieu. Raakvlakeisen Eis SE-0766 Het bordes dat in de aanvangssituatie is bevestigd aan de te vervangen onderdelen dient in de gebruiksfase te zijn bevestigd aan de nieuwe constructie met behoud van de huidige positie. Pagina 32 van 78

33 Randvoorwaarden Eis SE-0625 De pompinstallatie dient minimaal dezelfde functionaliteit en prestatie te leveren als de huidige pompinstallatie ten tijde van ingebruikname. Analyse De prestaties van de huidige pompen ten tijde van ingebruikname, volgen uit de bijgevoegde testresultaten. Eis SE-0765 Het niveau waarop water door de pompen wordt aangezogen, dient gelijk te zijn aan het niveau waarop de huidige pompen het water aanzuigen. Meting Eis SE-0289 De elektrische aansluitkabels van beide pompen tot en met de klemmen in de "klemmenkast" in de aflaatkelder dienen te zijn vervangen. SCOPE : Klemmen kast : =15+N90-A1 : kabel pomp =15+N31-M17 Klemmen kast : =15+N90-A2 : kabel pomp =15+N31-M27 Eis SE-0288 Het leidingwerk dient berekend te zijn conform NEN-EN Eis SE-0742 Het leidingwerk dient afgeperst te zijn op 1,4 x werkdruk en lekvrij. Test Eis SE-0296 De pompinstallatie dient bij oplevering te zijn voorzien van een CE-Markering. Uitvoeringseisen Pagina 33 van 78

34 Op dit objectniveau zijn geen specifieke uitvoeringseisen gesteld Krammersluizencomplex Geen situatiebeschrijving en geen eisen gesteld op dit niveau Krammersluizen Voorhavens Duwvaartsluizen Geen situatiebeschrijving en geen eisen gesteld op dit niveau Geleidepalen wachtplaatsen jachten bij Duwvaartsluizen Situatiebeschrijving Aanvangssituatie Er zijn vier geleidepalen aanwezig in de Voorhavens van de Duwvaartsluizen, twee aan elke zijde van de sluis. Deze waren in gebruik door jachten die van genoemde sluis gebruik maakten. De steiger is in het verleden al geamoveerd, alleen de te amoveren geleidepalen zijn nog aanwezig. Inmiddels hebben de geleidepalen geen functie meer en zijn einde levensduur. De documenten behorende bij dit object zijn opgenomen in de map: [4] Krammersluizen Voorhavens Geleidepalen De volgende werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd: - Amoveren geleidepalen Gebruiksfase De geleidepalen zijn volledig geamoveerd. Aspecteisen Raakvlakeisen Op dit objectniveau zijn geen specifieke raakvlakeisen gesteld. Randvoorwaarden Eis SE-0630 Er mag niets van de geleidepalen in de bodem achterblijven. Eis SE-0632 De zonnepanelen en bijhorende verlichting aan de geleidepalen dienen te zijn opgeslagen in de defensieloods Kreekraksluizen. Uitvoeringseisen Pagina 34 van 78

35 Eis SE-0205 De zonnepanelen en bijbehorende verlichting op de geleidepalen dienen te zijn afgekoppeld en verwijderd voordat met het trekken van de palen wordt begonnen. Eis SE-0206 De geleidepalen mogen niet worden weggenomen door middel van waterstralen. Dit vanwege mogelijke ontgronding Wachtplaatsen / Steigers Geen situatiebeschrijving en geen eisen gesteld op dit niveau Dienstensteiger Situatiebeschrijving Aanvangssituatie Aan de oostzijde van de Krammersluizen is een wachtplaats aanwezig. Dit is de zogenaamde dienstensteiger (RWS 88). De dienstensteiger is niet meer in gebruik en verkeert in slechte staat. De documenten behorende bij dit object zijn opgenomen in de map: [6] Krammersluizencomplex Voorhavens Dienstensteiger De volgende werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd: - Amoveren dienstensteiger (RWS 88) inclusief loopbrug, landhoofd en elektrische installatie Gebruiksfase De dienstensteiger (RWS 88) is volledig geamoveerd. Aspecteisen Vormgeving Eis SE-0550 De glooiing ter plaatse van het te amoveren landhoofd is hersteld conform de naastliggende glooiing. Inspectie Het dijklichaam dient één doorlopend geheel te vormen. De vroegere aanwezigheid van het landhoofd dient niet meer zichtbaar te zijn. Raakvlakeisen Pagina 35 van 78

36 Op dit objectniveau zijn geen specifieke raakvlakeisen gesteld. Randvoorwaarden Eis SE-0634 Alle elektrische bekabeling van de steiger dient te zijn verwijderd tot in de voedingskast (=19+R02-A2). Eis SE-0670 De waterleiding van de steiger dient te zijn verwijderd tot aan het verdeelpunt. Eis SE-0638 De houten palen en stalen buispalen dienen intact te zijn en te zijn opgeslagen op het Rijksopslagterrein van het Krammersluizencomplex. Uitvoeringseisen Eis SE-0758 De houten palen en stalen buispalen mogen niet worden weggenomen door middel van waterstralen. Dit vanwege mogelijke ontgronding. Eis SE-0787 Het gebruik van spudpalen is niet toegestaan. Dit in verband met het voorkomen van schade aan de bestaande bodembescherming Politiesteiger Situatiebeschrijving Aanvangssituatie Aan de westzijde van de Krammersluizen is een wachtplaats aanwezig. Dit is de zogenaamde politiesteiger. De politiesteiger is niet meer in gebruik en verkeert in slechte staat. De documenten behorende bij dit object zijn opgenomen in de map: [5] Krammersluizencomplex Voorhavens Politiesteiger Pagina 36 van 78

37 De volgende werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd: - Amoveren politiesteiger inclusief loopbrug, landhoofd en elektrische installatie Gebruiksfase De politiesteiger is volledig geamoveerd. Aspecteisen Vormgeving Eis SE-0551 De glooiing ter plaatse van het te amoveren landhoofd is hersteld conform de naastliggende glooiing. Inspectie Het dijklichaam dient één doorlopend geheel te vormen. De vroegere aanwezigheid van het landhoofd dient niet meer zichtbaar te zijn. Raakvlakeisen Op dit objectniveau zijn geen specifieke raakvlakeisen gesteld. Randvoorwaarden Eis SE-0672 De communicatiekabel(s) van de steiger dienen te zijn teruggehaald naar de wal en te zijn afgewerkt op klemmen in een bovengrondse lasdoos/laskast. De overlengte dient hierbij onder de taludbekleding te zijn gelegd. Eis SE-0671 De voedingskabel(s) van de steiger dienen te zijn teruggehaald naar de wal en te zijn afgewerkt in een bovengrondse lasdoos/laskast. De overlengte dient hierbij onder de bestrating te zijn gelegd. Eis SE-0695 De stalen buispalen dienen intact te zijn en te zijn opgeslagen op het Rijksopslagterrein van het Krammersluizencomplex. De stalen buisligger (rond 1320) vervalt aan Opdrachtnemer. Uitvoeringseisen Eis SE-0759 De stalen buispalen mogen niet worden weggenomen door middel van waterstralen. Pagina 37 van 78

38 Dit vanwege mogelijke ontgronding. Eis SE-0788 Het gebruik van spudpalen is niet toegestaan. Dit in verband met het voorkomen van schade aan de bestaande bodembescherming Krammersluizen Uitzichttoren Geen situatiebeschrijving en geen eisen gesteld op dit niveau Leuningen Uitzichttoren Situatiebeschrijving Aanvangssituatie De uitzichttoren van de Krammersluizen is gelegen ten zuiden van de Krammersluizen, naast de parallelweg van de N257. De uitzichttoren is met een toeleidingsvoetpad verbonden met het naastgelegen parkeerterrein. De leuningen (bestaande uit stalen frames inclusief voetplaten en afdichtingsplaten) bevinden zich zowel op de uitzichttoren als langs het toeleidingsvoetpad. De conservering van de leuningen is einde levensduur. De leuningen en ondersabelingen, inclusief bevestigingsmiddelen, vertonen schades. De documenten behorende bij dit object zijn opgenomen in de map: [16] Krammersluizencomplex leuningen uitzichttoren De volgende werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd: - Conserveren frames (compleet oppervlak) - Vervangen afdichtingsplaten inclusief bevestiging - Repareren frames en ondersabelingen, inclusief bevestigingsmiddelen Gebruiksfase De functionaliteit van de leuningen van de uitzichttoren van het Krammersluizencomplex is gegarandeerd gedurende de vereiste levensduur. Aspecteisen Vormgeving Eis SE-0272 De frames dienen te zijn geconserveerd in de kleur RAL Eis SE-0806 De afdichtingsplaten dienen HPL-platen (Trespaplaten) te Pagina 38 van 78

39 zijn met een dikte van 8 mm. Dimensies nieuwe afdichtingsplaten gelijk aan bestaande afdichtingsplaten. Eis SE-0785 De afdichtingsplaten dienen kleur RAL 5011 te zijn. Raakvlakeisen Op dit objectniveau zijn geen specifieke raakvlakeisen gesteld. Randvoorwaarden Op dit objectniveau zijn geen specifieke randvoorwaarden gesteld. Uitvoeringseisen Eis SE-0761 De afdichtingsplaten dienen tijdens het conserveren te zijn weggenomen ten behoeve van het conserveren van het complete frame. Eis SE-0791 Er mogen geen werkzaamheden plaatsvinden tussen 1 mei en 1 september. Gedurende de afsluiting van de uitzichttoren dient de afsluiting deugdelijk kenbaar te zijn gemaakt middels bebording waarop duidelijk is aangegeven in welke periode en waarom de toren niet toegankelijk is. Eis SE-0792 Vier weken voor afsluiting van de uitzichttoren (uitzichttoren is ontoegankelijk voor het publiek) dient de periode en wijze van afsluiting: - kenbaar te zijn gemaakt middels vooraankondigingsbebording ter plaatse; - afgestemd te zijn met Beleef de Deltaroute (via info@beleefdedeltaroute.nl); - afgestemd te zijn met Rijkswaterstaat Krammersluizen Bedieningsgebouw Duwvaartsluizen Pagina 39 van 78

40 Geen situatiebeschrijving en geen eisen gesteld op dit niveau Brandblussysteem Situatiebeschrijving Aanvangssituatie Het brandblussysteem betreft een gevelsproei-installatie die bescherming biedt aan de buitenzijde van het bedieningsgebouw bij brand in de sluiskolk. De pomp van de gevelsproei-installatie staat in de technische ruimte (kelder) van het bedieningsgebouw. De gevelsproei-installatie bestaat uit: - Aanzuigleiding vanuit het omringende water - Aanzuigleiding vanuit drinkwaterreservoir - Drinkwaterreservoir inclusief vulvat en vulinstallatie tot en met afsluiter waterleiding - Diverse appendages zoals: aanzuigfilters/slikkast, afsluiters, (balg)compensatoren, terugslagkleppen en persfilters - Pomp inclusief motor (Huidig type SIHI TKHY 12304) - Elektrisch systeem tot aan voedingverdeler, inclusief start- en stopschakelaars, signalering in bedieningskast en werkschakelaars bij pomp, niveaumeters en vulklep drinkwaterreservoir - Persleiding inclusief sprinklers/nozzles - Ophanging leidingen Onderdelen van de gevelsproei-installatie zijn einde levensduur. De documenten behorende bij dit object zijn opgenomen in de map: [28] Krammersluizencomplex Bedieningsgebouw Duwvaartsluizen Brandblussysteem De volgende werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd: - Vervangen pomp inclusief elektromotor - Vervangen aansturing elektromotor inclusief de bedieningskast, relais, etc. - Vervangen werkschakelaar van de pomp - Vervangen van de vulinstallatie van het drinkwaterreservoir: vulklep, drukcompensator, afsluiter in het waterleidingnet en de niveaumeters in het vulvat (breekvat) - Reviseren of vervangen appendages - Vervangen alle afdichtingen en compensatoren - Vervangen alle bevestigingsmaterialen - Reviseren of vervangen ophanging leidingsysteem - Vervangen nummering nozzles - Vervangen niet-werkende nozzles - Inspecteren drinkwaterreservoir inclusief opstellen rapportage Gebruiksfase De functionaliteit en prestatie van de gevelsproei-installatie is gegarandeerd gedurende de vereiste levensduur. Aspecteisen Pagina 40 van 78

41 Vormgeving Eis SE-0801 De nummering van de nozzles dient gelijkwaardig vormgegeven te zijn als de huidige nummering. Toekomstvastheid Eis SE-0749 De levensduur van de gevelsproei-installatie dient minimaal 25 jaar te zijn. Raakvlakeisen Op dit objectniveau zijn geen specifieke raakvlakeisen gesteld. Randvoorwaarden Eis SE-0798 Indien onderdelen worden vervangen, dienen de nieuwe onderdelen van eenzelfde type of minimaal gelijkwaardig te zijn. Eis SE-0639 De nieuwe pomp inclusief elektromotor dient van een minimaal gelijkwaardig type te zijn met ten minste dezelfde opbrengst en opvoerhoogte. Analyse Voor de opbrengst en opvoerhoogte dient te worden uitgegaan van de prestaties ten tijde van ingebruikname. Eis SE-0799 De start- en stopschakelaars en de signalering, inclusief de signalering van de vulinstallatie van het drinkwaterreservoir, dient te zijn aangebracht in de nieuwe bedieningskast. Eis SE-0800 De werkschakelaar van de pomp dient middels een hangslot vergrendeld te kunnen worden. Eis SE-0790 De gevelsproei-installatie dient het zicht vanuit de bedienruimte niet te beperken. Pagina 41 van 78

42 Eis SE-0802 Het gevelsproei-installatiesysteem dient te zijn getest middels een SAT, waarbij de functionele werking van het gehele systeem inclusief naspoelen met drinkwater is aangetoond. Test Hierbij dient de Opdrachtgever aanwezig te zijn (bijwoonpunt). Eis SE-0532 De vervangen onderdelen dienen bij oplevering te zijn voorzien van een CE-Markering. Uitvoeringseisen Eis SE-0677 Tijdens uitvoering aan de gevelsproei-installatie dienen maatregelen te worden getroffen zodat het voorzieningsniveau te allen tijde gelijk is aan de aanvangssituatie. Eis SE-0789 De werkzaamheden aan de gevelsproei-installatie mogen geen belemmering vormen voor het benodigd zicht van de bedienaars. De werkzaamheden dienen te worden afgestemd met de dagelijkse bediening Krammersluizen overige Geen situatiebeschrijving en geen eisen gesteld op dit niveau Duwvaartsluizen leuningen Situatiebeschrijving Aanvangssituatie In de nabijheid van de gebouwen van de Duwvaartsluizen zijn blauwe leuningen aanwezig. De functie van de leuningen is het voorkomen van het te water raken van personen. Pagina 42 van 78

43 De conservering van de leuningen is einde levensduur. De leuningen en ondersabelingen, inclusief bevestigingsmiddelen vertonen schades. De documenten behorende bij dit object zijn opgenomen in de map: [29] Krammersluizencomplex Duwvaartsluizen Leuningen De volgende werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd: - Conserveren leuningen (het aantal strekkende meter is op tekening aangegeven) - Repareren leuningen en ondersabelingen, inclusief bevestigingsmiddelen Gebruiksfase De functionaliteit van de blauwe leuningen in de nabijheid van de gebouwen van de Duwvaartsluizen is gegarandeerd gedurende de vereist levensduur. Aspecteisen Raakvlakeisen Op dit objectniveau zijn geen specifieke raakvlakeisen gesteld. Randvoorwaarden Op dit objectniveau zijn geen specifieke randvoorwaarden gesteld. Uitvoeringseisen Eis SE-0533 De leuningen dienen te zijn geconserveerd in de kleur RAL Duwvaartsluizen en Jachtensluizen vloeren Situatiebeschrijving Aanvangssituatie De vloeren van de gebouwen van de Duwvaartsluizen en Jachtensluizen zijn voorzien van een conservering. In de vloeren bevinden zich roosters met de toegang tot bewegingswerken. Op de vloeren bevinden zich vaste en losstaande objecten. De conservering van de vloeren is einde levensduur. Door gebruik zijn de vloeren gedeeltelijk verontreinigd. De documenten behorende bij dit object zijn opgenomen in de map: [30] Krammersluizencomplex Duwvaartsluizen en Jachtensluizen vloeren De volgende werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd: - Conserveren vloeren (het betreft de geel gearceerde vloeren op bijgevoegde tekeningen, op deze tekeningen zijn de aanwezige objecten en roosters niet uitputtend weergegeven) Gebruiksfase Pagina 43 van 78

44 De functionaliteit van de vloeren van de Duwvaartsluizen en Jachtensluizen is gegarandeerd gedurende de vereiste levensduur. Aspecteisen Onderhoudbaarheid Eis SE-0510 De conservering dient vloeistofdicht en resistent tegen oliën, vetten en brandstoffen te zijn. Veiligheid Eis SE-0754 De stroefheid van de conservering van de vloeren dient te voldoen aan NEN Testen op basis van hoofdstuk 6 van de NEN 7909: - de gebuiksfase, en - de situatie met de voorgeschreven vervuiling olie en benzine Eis slipweerstand beloopbaar oppervlak dient geschikt te zijn voor natte toepassing: de maatgevende dynamische wrijvingscoëfficiënt μ is minimaal 0,40. Vormgeving Eis SE-0508 De vloeren dienen te zijn geconserveerd in de kleur RAL Eis SE-0813 Aanwezige markeringen op de vloeren dienen in de nieuwe situatie opnieuw te zijn aangebracht in dezelfde vorm, dezelfde kleur en op dezelfde locatie. Raakvlakeisen Eis SE-0756 Tijdens de gebruiksfase mogen er geen deeltjes van de conservering loslaten. Toets Dit ter voorkoming van vallende deeltjes door de roosters in de vloer die schade aan machines en mechanismes kunnen veroorzaken. Randvoorwaarden Op dit objectniveau zijn geen specifieke randvoorwaarden gesteld. Pagina 44 van 78

45 Uitvoeringseisen Eis SE-0764 Vervuiling dient voorafgaand aan het conserveren verwijderd te zijn. Eis SE-0757 Ten behoeve van de werkzaamheden dienen losstaande objecten tijdelijk te worden verplaatst binnen het gebouw. Uitgezonderd zijn de aanwezige schuiven. Eis SE-0506 Storingswerkzaamheden door derden dienen te allen tijde te kunnen worden uitgevoerd. Eis SE-0755 Vervuiling van het water ten gevolge van de werkzaamheden dient voorkomen te worden. De roosters staan in een directe verbinding met water in het rioolstelsel. Eis SE-0513 Aanwezige installaties dienen geen schade te ondervinden ten gevolge van de werkzaamheden Kreekraksluizencomplex Geen situatiebeschrijving en geen eisen gesteld op dit niveau Kreekraksluizen Oostelijke sluis (Sluis 1) Geen situatiebeschrijving en geen eisen gesteld op dit niveau Heftoren Antwerpskanaal-, Zoommeerzijde en Tussenhoofd (oostsluis) Situatiebeschrijving Aanvangssituatie Op sluis 1 (oostzijde) van de Kreekraksluizen bevinden zich 6 heftorens. In deze 6 heftorens bevinden zich de laagspanningsruimtes en in 2 heftorens ook de "Aruimtes". Pagina 45 van 78

46 De laagspanningsverdelers (L1 laagspanningsverdelers) van de 6 heftorens en de 2 "A-ruimtes" zijn einde levensduur. De documenten behorende bij dit object zijn opgenomen in de map: [14] Kreekraksluizencomplex Oostelijke sluis laagspanningsverdelers De volgende werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd: - Vervangen laagspanningsverdelers (H1L1, H2L1, H3L1, H4L1, H5L1, H6L1, A1L1 en A2L1) Gebruiksfase De functionaliteit en prestatie van de laagspanningsverdelers van sluis 1 is gegarandeerd gedurende de vereiste levensduur. Aspecteisen Veiligheid Eis SE-0434 De eindgroepen dienen te zijn voorzien van een aardlekautomaat (gecombineerde overbelastingbeveiliging en aardlek). Gezondheid Eis SE-0679 Tijdens de werkzaamheden dient rekening gehouden te worden met asbest. De asbestrapportage is opgenomen in map: [12] Asbestrapportages. Toekomstvastheid Eis SE-0593 De levensduur van de vervangen onderdelen dient 40 jaar te zijn. Raakvlakeisen Op dit objectniveau zijn geen specifieke raakvlakeisen gesteld. Randvoorwaarden Eis SE-0234 De laagspanningsverdelers dienen dezelfde functionaliteit en prestatie te leveren als de huidige laagspanningsverdelers. Analyse Pagina 46 van 78

47 Eis SE-0435 Indien inpasbaar in de nieuwe situatie mogen de huidige kasten worden hergebruikt. Uitvoeringseisen Eis SE-0838 Tijdens werkzaamheden dient de noodverlichting in de heftorens functioneel gehouden te worden, dit geldt ook voor verlichting in ruimten waar deze ten behoeve van veiligheid en veilige werkomstandigheden werkend dient te zijn Sluiskolk (oostsluis) Situatiebeschrijving Aanvangssituatie Aan beide zijden van de kolk van sluis 1 (oostsluis) bevinden zich schorten, welke bestaan uit verticale en horizontale houten bekleding. De bekleding bestaat verticaal uit vulklossen en horizontaal uit balken. In de kolk liggen de schepen tegen deze schorten. Er ontstaat geregeld schade aan de vulklossen door aanvaring van een schip. De documenten behorende bij dit object zijn opgenomen in de map: [2] Kreekraksluizencomplex Sluiskolken De volgende werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd: - Vervangen bovenste rij verticale vulklossen voor één regel horizontale balken aan beide zijden van de kolk Gebruiksfase De houten schorten zijn aangepast zodat de kans op aanvaarschade is verkleind. De nieuwe horizontale balk biedt voldoende bescherming aan de kolkwand bij aanvaring. Aspecteisen Veiligheid Eis SE-0675 De constructie dient constructief veilig te zijn. Analyse De aanpassingen zorgen voor een verandering in krachten op de constructie (schorten en ophangpunten). Pagina 47 van 78

48 Eis SE-0773 De bevestiging middels bouten van de nieuwe horizontale balken dient gedimensioneerd te zijn, zodanig dat de stabiliteit van de constructie is gewaarborgd. Analyse Omdat de nieuwe horizontale balken niet worden ondersteund door vulklossen is mogelijk een zwaardere bevestiging noodzakelijk. Duurzaamheid Eis SE-0605 De nieuwe horizontale balken dienen van duurzaam geproduceerd azobé te zijn. Raakvlakeisen Op dit objectniveau zijn geen specifieke raakvlakeisen gesteld. Randvoorwaarden Eis SE-0803 Alle bolders en stalen dwarsregels ter hoogte van de te vervangen vulklossen dienen te zijn verwijderd. Eis SE-0811 De breedte van de nieuwe horizontale balken dient zodanig te zijn, dat na bevestiging de voorzijde gelijk is ten opzichte van de bestaande bovenliggende/onderliggende horizontale balken. Eis SE-0598 De lengte en de hoogte van de nieuwe horizontale balken dienen gelijk te zijn aan de lengte en de hoogte van de bestaande bovenliggende/onderliggende horizontale balken. Eis SE-0768 De nieuwe horizontale balken dienen te zijn bevestigd te midden van de bovenliggende en onderliggende horizontale balken. Pagina 48 van 78

49 Eis SE-0771 Het type bevestiging van de nieuwe horizontale balken dient gelijkwaardig te zijn aan het type bevestiging van de bestaande horizontale onderliggende balken. Uitvoeringseisen Op dit objectniveau zijn geen specifieke uitvoeringseisen gesteld Kreekraksluizen Westelijke sluis (Sluis 2) Geen situatiebeschrijving en geen eisen gesteld op dit niveau Heftoren Antwerpskanaal-, Zoommeerzijde en Tussenhoofd (westsluis) Situatiebeschrijving Aanvangssituatie Op sluis 2 (westzijde) van de Kreekraksluizen bevinden zich 6 heftorens. In deze 6 heftorens bevinden zich de laagspanningsruimtes en in 2 heftorens ook de "Aruimtes". De laagspanningsverdelers (L1 laagspanningsverdelers) van de 6 heftorens en de 2 "A-ruimtes" zijn einde levensduur. De documenten behorende bij dit object zijn opgenomen in de map: [15] Kreekraksluizencomplex Westelijke sluis laagspanningsverdelers De volgende werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd: - Vervangen laagspanningsverdelers (H7L1, H8L1, H9L1, HAL1, HBL1, HCL1, A3L1 en A4L1) Gebruiksfase De functionaliteit en prestatie van de laagspanningsverdelers van sluis 2 is gegarandeerd gedurende de vereiste levensduur. Aspecteisen Veiligheid Eis SE-0484 De eindgroepen dienen te zijn voorzien van een aardlekautomaat (gecombineerde overbelastingbeveiliging en aardlek). Gezondheid Eis SE-0680 Tijdens de werkzaamheden dient rekening gehouden te worden met asbest. De asbestrapportage is opgenomen in Pagina 49 van 78

50 map: [12] Asbestrapportages. Toekomstvastheid Eis SE-0483 De levensduur van de vervangen onderdelen dient 40 jaar te zijn. Raakvlakeisen Op dit objectniveau zijn geen specifieke raakvlakeisen gesteld. Randvoorwaarden Eis SE-0480 De laagspanningsverdelers dienen dezelfde functionaliteit en prestatie te leveren als de huidige laagspanningsverdelers. Analyse Eis SE-0485 Indien inpasbaar in de nieuwe situatie mogen de huidige kasten worden hergebruikt. Uitvoeringseisen Eis SE-0837 Tijdens werkzaamheden dient de noodverlichting in de heftorens functioneel gehouden te worden, dit geldt ook voor verlichting in ruimten waar deze ten behoeve van veiligheid en veilige werkomstandigheden werkend dient te zijn Sluiskolk (westsluis) Situatiebeschrijving Aanvangssituatie Aan beide zijden van de kolk van sluis 2 (westsluis) bevinden zich schorten, welke bestaan uit verticale en horizontale houten bekleding. De bekleding bestaat verticaal uit vulklossen en horizontaal uit balken. In de kolk liggen de schepen tegen deze schorten. Er ontstaat geregeld schade aan Pagina 50 van 78

51 de vulklossen door aanvaring van een schip. De documenten behorende bij dit object zijn opgenomen in de map: [2] Kreekraksluizencomplex Sluiskolken De volgende werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd: - Vervangen bovenste rij verticale vulklossen voor één regel horizontale balken aan beide zijden van de kolk. Gebruiksfase De houten schorten zijn aangepast zodat de kans op aanvaarschade is verkleind. De nieuwe horizontale balk biedt voldoende bescherming aan de kolkwand bij aanvaring. Aspecteisen Veiligheid Eis SE-0681 De constructie dient constructief veilig te zijn. Analyse De aanpassingen zorgen voor een verandering in krachten op de constructie (schorten en ophangpunten). Eis SE-0783 De bevestiging middels bouten van de nieuwe horizontale balken dient gedimensioneerd te zijn, zodanig dat de stabiliteit van de constructie is gewaarborgd. Analyse Omdat de nieuwe horizontale balken niet worden ondersteund door vulklossen is mogelijk een zwaardere bevestiging noodzakelijk. Duurzaamheid Eis SE-0682 De nieuwe horizontale balken dienen van duurzaam geproduceerd azobé te zijn. Raakvlakeisen Op dit objectniveau zijn geen specifieke raakvlakeisen gesteld. Randvoorwaarden Eis SE-0804 Alle bolders en stalen dwarsregels ter hoogte van de te vervangen vulklossen dienen te zijn verwijderd. Pagina 51 van 78

52 Eis SE-0810 De breedte van de nieuwe horizontale balken dient zodanig te zijn, dat na bevestiging de voorzijde gelijk is ten opzichte van de bestaande bovenliggende/onderliggende horizontale balken. Eis SE-0683 De lengte en de hoogte van de nieuwe horizontale balken dienen gelijk te zijn aan de lengte en de hoogte van de bestaande bovenliggende/onderliggende horizontale balken. Eis SE-0767 De nieuwe horizontale balken dienen te zijn bevestigd te midden van de bovenliggende en onderliggende horizontale balken. Eis SE-0772 Het type bevestiging van de nieuwe horizontale balken dient gelijkwaardig te zijn aan het type bevestiging van de bestaande horizontale onderliggende balken. Uitvoeringseisen Op dit objectniveau zijn geen specifieke uitvoeringseisen gesteld Kreekraksluizen Uitlaatwerkgebouw Geen situatiebeschrijving en geen eisen gesteld op dit niveau Hijs- en transportinstallatie Uitlaatwerkgebouw Situatiebeschrijving Aanvangssituatie In het uitlaatwerkgebouw van de Kreekraksluizen bevindt zich een bovenloopkraan. De elektrotechnische installatie en gedeelten van de mechanische installatie van de bovenloopkraan is einde levensduur. Daarnaast is de toegankelijkheid van de bovenloopkraan onvoldoende veilig. De documenten behorende bij dit object zijn opgenomen in de map: [25] Kreekraksluizencomplex uitlaatwerk bovenloopkraan De volgende werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd: Pagina 52 van 78

53 - Vervangen van de gehele elektrotechnische installatie (inclusief alle componenten: E-kasten, E-kabels, hoofdschakelaar, E-motoren, kabelhaspel, niet-draadloze afstandsbediening en kabelgeleiding en alle bekabeling) van de bovenloopkraan vanaf de vaste aansluiting in het uitlaatwerkgebouw, zie ook document "ZLWD incl. opmerking bekabeling" - Reviseren of vervangen reductiekasten - Uitvoeren RI&E betreffende veiligheid in de gebruiksfase - Opstellen Plan van Aanpak (bevat minimaal de beheersmaatregelen ten aanzien van de risico's volgend uit de RI&E) - Uitvoeren maatregelen conform Plan van Aanpak Gebruiksfase De functionaliteit en prestatie van de hijs- en transportinstallatie is gegarandeerd gedurende de vereiste levensduur. De toegankelijkheid van de bovenloopkraan is veilig. Aspecteisen Veiligheid Eis SE-0809 De uit te voeren RI&E dient een uitbreiding te zijn van de bij het contract gevoegde RI&E (Rapportage RI&E Kreekrak in Bijlage C van Vraagspecificatie Proces). Eis SE-0805 Voor het nemen van beheersmaatregelen in de RI&E en het Plan van Aanpak dienen de volgende vier niveaus te worden gehanteerd: 1. Bronmaatregel 2. Afscherming 3. Organisatie 4. Persoonlijke beschermingsmiddelen Het beheersen van risico's moet altijd bij de bron plaatsvinden. Wanneer deze bronmaatregel niet haalbaar is mag worden afgedaald naar een lager niveau 1. Bronmaatregel: De risicobron wordt in het geheel weggenomen. Het risico is geëlimineerd. 2. Afscherming: Door het afschermen van de bron blijft de risicobron wel bestaan, maar overdracht van het risico wordt tegengegaan door een fysieke barrière. 3. Organisatie: De afstand naar de risicobron wordt vergroot, of de tijdsduur dat blootstelling plaatsvindt wordt verkort. 4. Persoonlijke beschermingsmiddelen: Dit is een niveau waar wel overdracht van het risico plaatsvindt, maar de gevolgen voor de gezondheid worden beperkt. Eis SE-0786 De RI&E en het Plan van Aanpak dienen getoetst en akkoord Pagina 53 van 78

54 bevonden te zijn door een gecertificeerde arbodienst of zelfstandig gecertificeerde externe deskundige. Eis SE-0607 De situering (locatie) van de elektrokasten dient zodanig te zijn dat er veilig aan gewerkt kan worden gedurende de gehele levenscyclus van de bovenloopkraan (conform NEN- EN-IEC :2006 Hoofdstuk 11). Toekomstvastheid Eis SE-0608 De levensduur van de elektrotechnische installatie dient minimaal 20 jaar te zijn. Eis SE-0613 De levensduur van de reductiekasten dient minimaal 40 jaar te zijn. Raakvlakeisen Op dit objectniveau zijn geen specifieke raakvlakeisen gesteld. Randvoorwaarden Eis SE-0610 Kraanbewegingen dienen te voldoen aan de ontwerpeisen uit tekening ZLWD Eis SE-0246 De bovenloopkraan dient bij oplevering "boven de haak" te zijn gekeurd door een EKH certificeerd bedrijf. De keuring dient minimaal de volgende punten te omvatten: - Gebruikscontrole (Arbowet: Art. 11) - Periodieke keuring hijskraan (Warenwetbesluit: Art 6D) - Periodieke keuring hijswerk (Arbobesluit: Art 7.4A) - Keuring elektrotechnische installatie (Arbobesluit: Art 3.4 & 3.5 (NEN3140)) Pagina 54 van 78

55 Eis SE-0745 Bij oplevering dient een IIA verklaring te zijn afgegeven. Eis SE-0478 De bovenloopkraan dient opgeleverd te zijn met een volledig ingevuld kraanboek. Een en ander dient vergezeld te gaan van alle relevante en van toepassing zijnde certificaten. De aanpassingen dienen in het kraanboek vermeld te zijn en afgetekend te zijn door een certificerende instantie. Het kraanboek is op te vragen bij de Opdrachtnemer van het Prestatiecontract. Uitvoeringseisen Op dit objectniveau zijn geen specifieke uitvoeringseisen gesteld Sluizencomplex Hansweert Geen situatiebeschrijving en geen eisen gesteld op dit niveau Hansweertsluizen Terrein Geen situatiebeschrijving en geen eisen gesteld op dit niveau Afsluitboominstallatie toegangscontrole Situatiebeschrijving Aanvangssituatie De vier toegangswegen van het Sluizencomplex Hansweert zijn voorzien van een afsluitboominstallatie voor fietsverkeer en (motor)voertuigen. De afsluitbomen voor het fietsverkeer staan altijd open, zodat fietsers een vrije doorgang hebben over het terrein. Het terrein is vrij toegankelijk voor fietsers en wandelaars, zij gebruiken dit als doorgaande route. Voor (motor)voertuigen is het complex alleen toegankelijk middels het toegangscontrolesysteem. Toegang vindt plaats na autorisatie door de operator/beheerder of door het gebruik van een sleepsleutel. De afsluitboominstallaties voor het fietsverkeer zijn einde levensduur en overbodig. De afsluitboominstallaties voor (motor)voertuigen zijn einde levensduur. De documenten behorende bij deze maatregel zijn opgenomen in de map: [13] Sluizencomplex Hansweert Afsluitboominstallatie. De opstelling in tekening ZLWD ("elektrische installatie Oostsluis - Opstelling ASB en communicatie toegang terrein noordzijde") geldt voor alle vier de toegangslocaties. De volgende werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd: - Amoveren vier afsluitboominstallaties fietsverkeer, inclusief detectiesysteem, rubberen mat met detectie (opnemer), straatwerk en bekabeling tot in de kast; - Vervangen vier afsluitboominstallaties (motor)voertuigen, bestaande uit: Pagina 55 van 78

56 afsluitbomen, detectielussen, identificatiepunten (zuilen), landverkeersseinen, bebording en terreininrichting; - Het aanpassen van het toegangscontrolesysteem. Gebruiksfase De functionaliteit van de toegang tot het complex voor (motor)voertuigen is gegarandeerd gedurende de vereiste levensduur. De fietsers hebben vrije doorgang over het terrein. Aspecteisen Veiligheid Eis SE-0818 Het toegangscontrolesysteem dient gecertificeerd te zijn conform het certificatieschema "Keurmerk Elektronisch Toegangsbeheer". Certificering Het toegangscontrolegebied (zonering) betreft observatiegebied. Eis SE-0820 Er dienen borden 'slagbomen dalen automatisch' geplaatst te zijn bij de afsluitboominstallaties. Eis SE-0830 De waarschuwingsborden voor de afsluitboominstallaties dienen te voldoen aan de daarvoor geldende afmetingen, tekst, kleur en materiaal ten aanzien van verkeersborden. Hierop van toepassing zijn de Wegenverkeerswet (WVW 1994) en de Reglement Verkeers Regels en Verkeerstekens 1990 (RVV 1990). Eis SE-0332 Het auto- en fietsverkeer dient door middel van duidelijke markering te worden geleid en gescheiden. In de huidige situatie is de huidige markering correct. Bij aanpassingen aan de situatie dient ook de markering te worden aangepast. Eis SE-0622 Voor fietsverkeer dient een veilige open route te zijn gecreëerd naast de toegang voor het autoverkeer. Pagina 56 van 78

57 Duurzaamheid Eis SE-0819 De landverkeersseinen bij de afsluitboominstallaties dienen voorzien te zijn van een energiezuinig verlichtingssysteem op basis van LED2-technologie. Vormgeving Eis SE-0828 Een aangevraagd gesprek dat door de bewaker nog niet is aangenomen, dient op de intercompost kenbaar gemaakt te worden middels een geruststellamp. Eis SE-0829 Indien er vanaf een bedieningsplaats beveiliging een actieve verbinding is met een intercompost dient dit op de betreffende intercompost kenbaar gemaakt te worden. Bijvoorbeeld door het continue laten branden van de geruststellamp. Toekomstvastheid Eis SE-0720 De levensduur van de afsluitboominstallaties voor (motor)voertuigen dient 30 jaar te zijn. Eis SE-0721 Bij aanpassingen aan de belijning dient de levensduur van de belijning minimaal 5 jaar te zijn. Eis SE-0832 Het dient mogelijk te zijn om in de toekomst asfalt te frezen zonder functieverlies van de detectielussen. Frezen ten behoeve van overlagen. Raakvlakeisen Op dit objectniveau zijn geen specifieke raakvlakeisen gesteld. Randvoorwaarden Eis SE-0109 De afsluitboominstallaties voor het (motor)voertuigen Pagina 57 van 78

58 dienen minimaal dezelfde functionaliteit te hebben als in de aanvangssituatie. Eis SE-0821 De afsluitboominstallaties dienen op de huidige locaties te zijn gesitueerd. Eis SE-0831 Het dient voor (motor)voertuigen niet mogelijk te zijn de afsluitbomen in gesloten toestand te passeren, dit dient gerealiseerd te zijn middels het plaatsen van palen in de wegberm. Te plaatsen palen dienen gelijk te zijn aan de in de nabijheid aanwezige palen. Palen dienen in één rechte lijn te zijn geplaatst. Eis SE-0833 De afsluitbomen dienen te voldoen aan de Regeling verkeerslichten punten 97 t/m 99 en de NEN 6787 par Zichtbaarheid. Eis SE-0827 De afsluitbomen dienen automatisch te sluiten na passeren (motor)voertuig. Eis SE-0834 De afsluitboominstallaties dienen bedienbaar te zijn vanuit één centraal punt, te weten de bedieningsruimte in het bedieningsgebouw Hansweert. Eis SE-0691 De afsluitboominstallaties voor (motor)voertuigen dienen te voldoen aan de Machinerichtlijn en dienen bij oplevering te zijn voorzien van een CE-Markering. Pagina 58 van 78

59 Eis SE-0816 Vanuit het bedieningsgebouw Hansweert dient toegangscontrole door bedienaar/operator uitgevoerd te kunnen worden. Eis SE-0825 Het toegangscontrolesysteem dient hetzelfde systeem te zijn als het toegangscontrolesysteem op het Kreekraksluizencomplex (toegangspunten Oost en West; afsluitbomen). Leverancier Tyco. Eis SE-0823 Het toegangscontrolesysteem dient programmeerbaar te zijn vanuit één centraal punt, te weten de elektroruimte beneden in het bedieningsgebouw Hansweert. Eis SE-0824 Geautoriseerde gebruikers van het toegangscontrolesysteem dienen de volgende mogelijkheden ten aanzien van het programmeren te hebben: - Toegangsrechten regelen; - Status van het systeem bekijken; - Opgeslagen data bekijken. Eis SE-0822 Het toegangscontrolesysteem dient per toegangspunt volledig autonoom te kunnen functioneren. Autonoom wil zeggen: onafhankelijk van de status van het centrale netwerk. Eis SE-0826 Het toegangscontrolesysteem dient te zijn geleverd met 100 blanco passen. Eis SE-0817 De nieuwe identificatiepunten dienen te bestaan uit een intercom, kaartlezer en gereserveerde ruimte voor een camera. Pagina 59 van 78

60 Camera's worden mogelijk in de toekomst nog geplaatst. Eis SE-0835 De detectiemeetpunten dienen te zijn aangebracht conform hoofdstuk 5 van [32] Specificatie voor het installeren van detectielussen. Eis SE-0836 De detectieluskabels en lustoevoerkabels dienen te zijn conform Bijlage A en B van [32] Specificatie voor het installeren van detectielussen. Eis SE-0770 Daar waar asfalt verwijderd wordt of beschadigt t.g.v. de werkzaamheden dient de asfaltconstructie te zijn hersteld met asfalt. Uitvoeringseisen Eis SE-0624 Fietsers en voetgangers dienen te allen tijde de sluis te kunnen passeren. Eis SE-0793 (Motor)voertuigen dienen te allen tijde aan zowel de oostzijde als de westzijde via toegangswegen het Sluizencomplex op te kunnen rijden. Eis SE-0797 Het dient niet mogelijk te zijn om met een (motor)voertuig zonder toegangscontrole het Sluizencomplex op te rijden Zandkreeksluiscomplex Geen situatiebeschrijving en geen eisen gesteld op dit niveau. Pagina 60 van 78

61 Oosterscheldebrug (Zandkreeksluis in de N256) Geen situatiebeschrijving en geen eisen gesteld op dit niveau Laagspanningsverdeler Situatiebeschrijving Aanvangssituatie In het peilhuis (buitenhoofd) van de Zandkreeksluis bevindt zich een laagspanningsverdeler. De laagspanningsverdeler voorziet de voeding voor diverse installatiedelen. De laagspanningsverdeler is einde levensduur en voldoet niet aan de huidige richtlijnen. De documenten behorende bij dit object zijn opgenomen in de map: [19] Zandkreeksluizencomplex Laagspanningsverdeler De volgende werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd: - Vervangen laagspanningsverdeler Gebruiksfase De functionaliteit en prestatie van de laagspanningsverdeler in het peilhuis (buitenhoofd) van de Zandkreeksluis is gegarandeerd gedurende de vereiste levensduur. Aspecteisen Veiligheid Eis SE-0648 De laagspanningsverdeler dient voorzien te zijn van aardlekautomaten. Raakvlakeisen Op dit objectniveau zijn geen specifieke raakvlakeisen gesteld. Randvoorwaarden Eis SE-0649 De waarde van de reservegroepen dient 16A te zijn. Eis SE-0673 Indien inpasbaar in de nieuwe situatie mag de transformator worden hergebruikt. Pagina 61 van 78

62 Uitvoeringseisen Eis SE-0650 De werkzaamheden dienen afgestemd te worden met het Hydro Meteo centrum (meetdienst) Leidingenbrug over spuikanaal Geen situatiebeschrijving en geen eisen gesteld op dit niveau Leuningen Leidingenbrug Situatiebeschrijving Aanvangssituatie De Leidingenbrug over het spuikanaal van de Schelde-Rijnverbinding heeft als primaire functie het overbrengen van leidingen tussen twee oevers. Secundair loopt er een openbare weg over deze brug. De leuningen hebben de volgende gebreken: - Leuning noordzijde (hoge leuning op de koker): voldoet niet aan huidige veiligheidseisen. - Leuning zuidzijde (lage leuning): beschadigingen aan conservering, schuifconstructies en ondersabelingen, inclusief bevestigingsmiddelen en de leuning is gedeeltelijk niet geaard. De documenten behorende bij dit object zijn opgenomen in de map: [9] Leidingenbrug leuningen De volgende werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd: - Leuning noordzijde (hoge leuning op de koker): Vervangen leuning en ondersabelingen - Leuning zuidzijde (lage leuning): Repareren leuning op bovenstaande gebreken Gebruiksfase De functionaliteit van beide leuningen van de Leidingenbrug is gegarandeerd gedurende de vereiste levensduur. De leuning noordzijde is vervangen en voldoet aan de wet- en regelgeving. De leuning zuidzijde is vrij van genoemde gebreken. Aspecteisen Veiligheid Eis SE-0304 De leuning noordzijde dient te voldoen aan de eisen, aanvullende informatie/toelichting en tekening van type SD- LEUN-03 (Spijltjesleuning langs fiets- en/of voetpad) uit de Standaard details voor betonnen bruggen (NBD 00730). Pagina 62 van 78

63 De NBD is opgenomen in bijlagedocument A van de ROK. Eis SE-0308 De leuning noordzijde en de leuning zuidzijde dienen te zijn geaard. SE-0304 Vormgeving Eis SE-0305 De leuning zuidzijde dient te zijn geconserveerd met de kleur RAL Toekomstvastheid Eis SE-0603 De leuning noordzijde dient thermisch verzinkt te zijn. SE-0304 Raakvlakeisen Op dit objectniveau zijn geen specifieke raakvlakeisen gesteld. Randvoorwaarden Op dit objectniveau zijn geen specifieke randvoorwaarden gesteld. Uitvoeringseisen Op dit objectniveau zijn geen specifieke uitvoeringseisen gesteld Leidingenbrug Opleggingen Situatiebeschrijving Aanvangssituatie De Leidingenbrug over het Spuikanaal van de Schelde-Rijnverbinding heeft als primaire functie het overbrengen van leidingen tussen twee oevers. Secundair loopt er een openbare weg over deze brug. De conservering van de stalen steunpunten (buispalen) is einde levensduur. De documenten behorende bij dit object zijn opgenomen in de map: [7] Leidingenbrug buispalen De volgende werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd: - Conserven stalen buispalen Gebruiksfase Pagina 63 van 78

64 De functionaliteit van de buispalen van de Leidingenbrug is gegarandeerd gedurende de vereist levensduur. Aspecteisen Vormgeving Eis SE-0600 De stalen steunpunten dienen te zijn geconserveerd in de kleur RAL SE-0132 Toekomstvastheid Eis SE-0132 De conservering van de stalen steunpunten is aangebracht boven het niveau NAP -1,00 meter. Meting Dit geldt voor alle 8 stalen steunpunten. Indien nodig dient voorafgaand aan het conserveren van de buispalen omringende grond tijdelijk te worden verwijderd. Raakvlakeisen Op dit objectniveau zijn geen specifieke raakvlakeisen gesteld. Randvoorwaarden Op dit objectniveau zijn geen specifieke randvoorwaarden gesteld. Uitvoeringseisen Op dit objectniveau zijn geen specifieke uitvoeringseisen gesteld Gemaal Kreekrak Geen situatiebeschrijving en geen eisen gesteld op dit niveau Noodstroominstallatie, roterend Situatiebeschrijving Aanvangssituatie De noodstroominstallatie staat in het gebouw van het Gemaal Kreekrak, nabij de Kreekraksluizen. De vast opgestelde noodstroominstallatie dient bij spanningsuitval ervoor te zorgen dat de schuiven in een gesloten toestand kunnen worden gezet. De noodstroominstallatie is einde levensduur. De documenten behorende bij dit object zijn opgenomen in de map: [24] Gemaal Kreekrak NSA De volgende werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd: - Vervangen noodstroominstallatie, inclusief startaccu (diesel). Zie ook ZLWD Pagina 64 van 78

65 10703 gemarkeerd gedeelte Gebruiksfase De functionaliteit en prestatie van de NSA is gegarandeerd gedurende de vereiste levensduur. Aspecteisen Gezondheid Eis SE-0769 Tijdens de werkzaamheden dient rekening gehouden te worden met asbest. De asbestrapportage is opgenomen in map: [12] Asbestrapportages. Toekomstvastheid Eis SE-0753 De levensduur van het VNSA dient 30 jaar te zijn. Raakvlakeisen Op dit objectniveau zijn geen specifieke raakvlakeisen gesteld. Randvoorwaarden Eis SE-0471 De functionaliteit van de nieuwe noodstroominstallatie dient minimaal gelijk te zijn aan de huidige noodstroominstallatie. Test Het aggregaat dient 5 schuiven naar beneden te kunnen sturen met ingeschakelde verlichting. SE-0107 Eis SE-0807 De noodstroominstallatie dient voorzien te zijn van alle noodzakelijk beveiligingen en besturingsonderdelen. Eis SE-0743 Het VNSA dient minimaal 24 uur te kunnen draaien op de inhoud van de brandstoftank. Echter dient dit zonder aanpassingen van het brandstofsysteem te voldoen aan de NPR Eis SE-0604 Het VNSA dient een nominaal continu vermogen van 40kVA Pagina 65 van 78

66 te kunnen leveren (cos phi 0,8 of beter). Eis SE-0107 Indien mogelijk mag de uitlaat gasleiding worden hergebruikt. Eis SE-0591 De noodstroominstallatie dient te voldoen aan de Machinerichtlijn en dient bij oplevering te zijn voorzien van een CE-Markering. SE-0107 Uitvoeringseisen Eis SE-0814 Tijdens uitvoering van de werkzaamheden dient gewaarborgd te zijn dat in het geval dit nodig is, de 5 schuiven naar beneden gestuurd kunnen worden met inschakeling van de verlichting. Eis SE-0474 Het gemaal dient te allen tijde functioneel te zijn. Het gemaal is een milieu beschermingsobject en dient operationeel te blijven. Om te voldoen aan het tractaat met België moet het gemaal beschikbaar zijn. SE-0107 Pagina 66 van 78

67 5 Vast onderhoud In dit Contract zijn zowel het uitvoeren van maatregelen, zoals beschreven in hoofdstuk 4, als onderhoud (het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden) samengevoegd. De wijze van het huidige onderhoud is vastgelegd in [31]. Als de Opdrachtnemer constateert dat het onderhoud wijzigt als gevolg van het uitvoeren van maatregelen dient de wijze van onderhoud aangepast te worden. De interval van het onderhoud dient te worden vastgelegd in een onderhoudsplanning. De Opdrachtnemer dient de gewijzigde onderhoud, na acceptatie door Opdrachtgever, direct toe te passen. Eis OH.01 De betrouwbaarheid van een beheerobject, element, bouwdeel of onderdeel daarvan mag niet worden verminderd door Werkzaamheden van de Opdrachtnemer of het nalaten van Werkzaamheden door de Opdrachtnemer. Zie onderliggende eisen. Geen (en) Topeis Eis OH.02 De beschikbaarheid van een beheerobject, element, bouwdeel of onderdeel daarvan mag niet worden verminderd door Werkzaamheden van de Opdrachtnemer of het nalaten van Werkzaamheden door de Opdrachtnemer. (en) Topeis Eis OH.03 De inspecteerbaarheid en de onderhoudbaarheid van een beheerobject mag niet verslechteren ten opzichte van de situatie bij aanvang. Geen (en) Topeis Pagina 67 van 78