Cervicale fusie. Brochure voor patient en familie. Dr. Duyvendak W. Dr. Donkersloot P. Dr. Put E. Dr. Wissels M. Jessa Ziekenhuis vzw.

Transcriptie

1 Cervicale fusie Heeft u opmerkingen of suggesties i.v.m. deze brochure? Geef ons gerust een seintje! Dienst kwaliteit info@jessazh.be Tel: Brochure voor patient en familie Dr. Duyvendak W. Dr. Donkersloot P. Dr. Put E. Dr. Wissels M. Jessa Ziekenhuis vzw Campus Virga Jesse Stadsomvaart 11, 3500 Hasselt Tel Maatschappelijke zetel: Salvatorstraat 20, 3500 Hasselt versie januari 2012 (Object-ID )

2 Welkom Het team van de afdeling neurochirurgie heet u van harte welkom. In deze brochure overlopen we stap voor stap de aspecten van uw opname. Zowel de fase voor uw verblijf in het ziekenhuis, het ziekenhuisverblijf zelf als de periode na het ontslag komen aan bod. Tijdens uw verblijf krijgt u nog bijkomende informatie, met een aantal praktische raadgevingen voor de toekomst. Indien u na het lezen van deze brochure over de cervicale discus hernia nog vragen heeft of bijkomende informatie wenst, kan u steeds terecht bij de arts of de verpleegkundigen. We wensen u een aangenaam verblijf in ons ziekenhuis, en een spoedig herstel. 1

3 Bent u diabetespatiënt? Signaleer dit tijdig aan uw arts! Vraag duidelijke instructies met betrekking tot de orale inname van uw medicatie of uw insuline-inspuiting. Deze brochure geeft het standaardverloop van de ingreep en de daaropvolgende dagen weer. Afwijkingen hiervan zijn in de praktijk echter altijd mogelijk. 2

4 Inhoud 1. Wat is een cervicale discus hernia? p Wat zijn de gevolgen van een cervicale discus hernia? p Wanneer kan een cervicale discus hernia optreden? p Hoe kan een cervicale discus hernia aangetoond worden? p Hoe wordt een cervicale discus hernia behandeld? p Wat als een cervicale discus hernia geopereerd moet worden? p Hoe verloopt de opname bij een operatie? p De operatie p De dagen na de operatie p Instructies voor de patiënt p Tips voor thuis p Contactgegevens p. 12 3

5 1. Wat is een cervicale discus hernia? De tussenwervelschijven zijn de schokdempers van de wervelkolom. Zij vormen als het ware kussentjes tussen de wervels. Normale tussenwervelschijven bestaan uit een zachte gelei-achtige kern, met daaromheen een rand van stevig bindweefsel. Als de rand scheurt, kan de zachte kern erdoorheen glippen en uit de tussenwervelschijf puilen. Dit noemen we een breuk of hernia van de tussenwervelschijf (= discus). Een hernia kan ontstaan in het onderste gedeelte van de rug. In dat geval spreken we van een lumbale discus hernia. Een hernia kan ook voorkomen ter hoogte van de nek, dit noemen we dan een cervicale discus hernia. 2. Wat zijn de gevolgen van een cervicale discus hernia? Bij een cervicale discus hernia (nekhernia) is er een uitpuiling van de tussenwervelschijf ter hoogte van de cervicale (nek) wervelzuil. Meestal geeft dit aanleiding tot druk op een zenuw die de arm verzorgt. U merkt dit door pijn in de arm die al dan niet gecombineerd is met uitval van gevoel en/of kracht. In meer zeldzamere gevallen is de uitpuiling zo groot dat ook het ruggemerg gecomprimeerd wordt. Dan zijn er tevens verschijnselen in de benen, zoals tintelingen, eventueel stijfheid en verlammingen. Indien de tussenwervelschijf zo zacht is dat er een instabiliteit (abnormale beweeglijkheid) van de wervels optreedt, kan dit gepaard gaan met hevige nek- en hoofdpijn die meestal belastingsafhankelijk is. 3. Wanneer kan een cervicale discus hernia optreden? Meestal ontstaat een hernia geleidelijk bij mensen tussen de 20 en 50 jaar. Een hernia kan echter ook plotseling optreden door een ongewone, krachtige beweging, soms ook zonder duidelijke aanleiding. 4

6 4. Hoe kan een cervicale discus hernia aangetoond worden? Om de diagnose van een cervicale discus hernia te kunnen stellen en de juiste plaats van de hernia te kunnen bepalen, worden de volgende onderzoeken gebruikt: RX van de halsstreek: dit zijn gewone röntgenfoto s. CT-scan van de halswervels: in dit geval worden foto s genomen onder de scanner. NMR of MRI van de halswervels: hier worden foto s genomen door middel van een magneetscanner. EMG (electromyografie): bij dit onderzoek worden de spieren en zenuwen getest. Het onderzoek van de spieren gebeurt door middel van naaldelectroden. De arts plaatst die in de verschillende spiergroepen van de bovenste ledematen. De geleidingstijd van de zenuwen wordt onderzocht door middel van electrostimulatie (schokjes). Zo kan de arts een eventuele pathologie aan het licht stellen. De duur van het onderzoek neemt een 20tal minuten in beslag. Het onderzoek wordt uitgevoerd door een fysisch arts of neuroloog. 5. Hoe wordt een cervicale hernia behandeld? Neurochirurgische behandeling is aangewezen indien de pijn lang bestaat en indien deze niet reageert op behandeling met medicatie, kinesitherapie, infiltraties,... Een dringende reden om tot operatie over te gaan, is de aanwezigheid van neurologische uitvalsverschijnselen (verlies van kracht en/ of gevoel). 5

7 6. Wat als een discus hernia geopereerd moet worden? De standaardbehandeling bestaat uit het uitvoeren van een zogenaamde microchirurgische anterieure (langs de hals) discectomie met verwijderen van de hernia. Hiervoor wordt een kleine incisie gemaakt in de halsregio. Via de bestaande ruimte tussen enerzijds de slokdarm en de luchtpijp en anderzijds de vaatzenuwbundel wordt de zieke tussenwervelschijf vrijgelegd en van voor naar achter verwijderd, waardoor tenslotte ook de uitpuiling in het wervelkanaal weggenomen wordt. Aansluitend wordt een fusie verricht. Hierbij wordt in de lege tussenwervelruimte een kunststof blokje ( kooitje ) geplaatst dat gevuld is met kunstbot (BCP). Tevens wordt een klein plaatje met schroefjes gebruikt om extra stabiliteit te brengen en ervoor te zorgen dat de wervels snel aan elkaar groeien. In sommige gevallen is het mogelijk om een discusprothese te implanteren. De herstelperiode voor een anterieure discectomie bedraagt 4 tot 12 weken Hoe verloopt de opname bij een operatie? Vanaf middernacht voor de operatie moet u nuchter blijven, dit wil zeggen niet eten noch drinken (zelfs geen water). Bepaalde thuismedicatie mag wel ingenomen worden in samenspraak met de behandelende neurochirurg. De dag van de operatie komt u nuchter binnen op het afgesproken uur, in het bezit van SiSkaart, ziekenboekje, identiteitskaart, bloedgroepkaart, thuismedicatie (in orginele verpakking) en uitslagen van medische onderzoeken zoals labo, EKG, RX thorax, RX CWZ, NMR, CT, EMG,... Vermeld bij opname eventuele allergie voor penicilline of andere medicatie. 6

8 6.2. De operatie Voor de operatie U blijft nuchter. U krijgt een operatiehemd aan. De verpleegkundige komt de bloeddruk en temperatuur meten en overloopt samen met u een pre-operatieve vragenlijst (bv. Heeft u al de juwelen uitgedaan?, Heeft u een gebitsprothese?,...). U krijgt nog een spuitje in de buikplooi om trombose (flebitis) te voorkomen. Dit spuitje krijgt u dagelijks gedurende uw verblijf. U krijgt een pilletje vlak voor uw vertrek naar het operatiekwartier. Dit dient om rustig te worden. De antibiotica wordt meegegeven naar het operatiekwartier, deze wordt pas gegeven tijdens de operatie. Vervolgens wordt u naar het operatiekwartier gebracht. De operatie In het operatiekwartier kan het zijn dat u nog even moet wachten in de voorbereidingsruimte. Daarna wordt u naar de operatiekamer gebracht. Daar wordt u onder narcose (volledige verdoving) gebracht. Na de operatie zal u in de ontwaakruimte (recovery) verblijven tot u goed wakker bent, de pijn onder controle is en de bloeddruk stabiel is. 7

9 Na de operatie U komt terug op de kamer (ongeveer 3 tot 4 uur na vertrek). U heeft nog bedrust tot de volgende ochtend, maar mag wat rechter zitten in bed in samenspraak met de verpleegkundigen. De verpleegkundigen komen regelmatig de bloeddruk en temperatuur controleren, ook wordt het gevoel en de beweeglijkheid in de armen en handen vaak gecontroleerd. Soms wordt bij de operatie een redondrain geplaatst. Dit slangetje dient om wondvocht uit de wonde te verwijderen. Er werd tijdens de operatie een infuus geplaatst om antibiotica en pijnstillers toe te dienen. Er is voldoende pijnstilling ter beschikking! Vraag er tijdig naar. U voelt de pijn, wij niet! Na 6 uur (aankomst op kamer) mag er water gedronken worden. Indien u niet misselijk bent, wordt een ijslolly aangeboden. Dit geeft een ontzwellend effect en gaat de sliklast verminderen. Indien u moet plassen gebeurt dit in het urinaal of op de bedpan De dagen na de operatie Er zijn enkele regels die u moeten naleven. DAG 1 = eerste dag na de operatie infuus verwijderen wondverband vervangen en eventueel redondrain verwijderen opstaan onder begeleiding van een verpleegkundige (u kan namelijk duizelig zijn) ochtendtoilet in samenspraak met de verpleegkundige (volledig bedbad of hulp aan de lavabo) de maaltijden mogen zittend aan tafel of rechtzittend in bed genuttigd worden 8

10 DAG 2 = tweede dag na de operatie zelfstandig opstaan ochtendtoilet aan de lavabo (eventueel met hulp van de verpleegkundige) of douche (mits douchepleister op de wonde!) wondverzorging; bij loslating verband of bij eventuele wondlekkage controle RX CWZ (cervicale wervelzuil) Vanaf de tweede of derde dag na de operatie volgt ontslag in samenspraak met de behandelende arts. Rond de tiende dag na de operatie moet het draadje door de huisarts verwijderd worden. Opmerkingen Normaal is de pijn in nek, schouders, armen en handen na de ingreep duidelijk minder of verdwenen. De pijn kan echter na enkele dagen weer toenemen door zwelling in het operatiegebied. Ook kan u na de operatie nog enkele dagen sliklast hebben. Dit alles is een normaal en tijdelijk fenomeen dat kan verholpen worden met aangepaste medicatie. Meld deze pijn steeds aan de arts en aan de verpleegkundigen. U mag geen bruuske bewegingen met de hals uitvoeren. U mag wel rustig het hoofd draaien en bewegen. Soms is het noodzakelijk om medicatie na de operatie te nemen om de gekwetste zenuw tot rust te brengen of om de spieren te ontspannen. 9

11 6.4. Draaien en opstaan na de operatie Hoe draaien? Strek het been aan de lichaamszijde waarop u wil liggen. Het andere been trekt u op. Breng de armen kruislings op het lichaam en draai u vervolgens op de gewenste zijde. Let er wel op dat de schouders en heupen recht blijven ten opzichte van elkaar (= draaien in blok). Dit alles wordt u aangeleerd door de verpleegkundige. Hoe opstaan? Draai u in blok op de zijde ( zie hierboven). Trek de benen op en maak in de heupen en knieën een hoek van 90. Breng de benen langs het bed en druk tegelijkertijd met de arm het verst van het bed verwijderd, in een vloeiende beweging, het bovenlichaam in de verticale positie. Probeer dit eventueel al eens voordat u geopereerd wordt. Laat u de eerste malen na de operatie helpen. 10

12 6.5. Tips voor thuis De gouden regel is: forceer niets! Maak geen bruuske bewegingen. Til geen zware voorwerpen. Doe alles rustig aan. U kan langzamerhand meer actief worden. De eerste 2 weken kan u best zelf geen auto rijden (meerijden als passagier mag wel). Een viertal weken na de operatie heeft u een controleafspraak bij de behandelende arts. 11

13 7. Contactgegegevens afdeling neurochirurgie campus Virga Jesse Artsen dr. Peter Donkersloot dr. Wim Duyvendak dr. Eric Put dr. Maarten Wissels Verpleegeenheid Tel: Afspraken raadpleging neurochirurgie Tel: Secretariaat neurochirurgie (inlichtingen) Tel: Website 12