Bestemmingsplan Lierop Herselseweg 14 gemeente Someren. HSRO Stedenbouw en Ruimtelijke Ontwikkeling i.o.v. familie Knoops

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Bestemmingsplan Lierop Herselseweg 14 gemeente Someren. HSRO Stedenbouw en Ruimtelijke Ontwikkeling i.o.v. familie Knoops"

Transcriptie

1 Bestemmingsplan Lierop Herselseweg 14 gemeente Someren HSRO Stedenbouw en Ruimtelijke Ontwikkeling i.o.v. familie Knoops

2 Plangebied Figuur 1 Topografische kaart Bestemmingsplan Lierop, Herselseweg 14, gemeente Someren NL.IMRO.0847.BP VO01 Versie: 13 juni 2011 Afdrukformaat: A4 Status: Voorontwerpbestemmingsplan HSRO Stedenbouw en Ruimtelijke Ontwikkeling In opdracht van: familie Knoops 2

3 Procedure Bestemmingsplan Lierop, Herselseweg 14 gemeente Someren NL.IMRO.0847.BP VO01 Principemedewerking gemeente d.d: 20 juli 2009 Goedkeuring welstand april 2011 Voorontwerpbestemmingsplan Ter inzagelegging voorontwerp 6 weken, d.d: Ontwerpbestemmingsplan Publicatie door B&W (o.a. in staatscourant), d.d.: Eerste ter inzagelegging 6 weken, d.d: Vastgesteld gemeenteraad binnen 12 weken, d.d.: Vastgesteld bestemmingsplan Publicatie raadsbesluit (o.a in staatscourant), d.d.: Binnen twee weken na vaststelling, d.d: Tweede ter inzagelegging, d.d: In werking, d.d.: Beroep Abr RvS 3

4 4

5 Inhoud toelichting 1 Inleiding Aanleiding Ligging en begrenzing plangebied Bij het bestemmingsplan behorende stukken Vigerend Bestemmingsplan Buitengebied Ontwerpbestemmingsplan Buitengebied Leeswijzer 11 2 Planbeschrijving Het voornemen Beeldkwaliteitsplan en landschapsplan Verkeer en parkeren 19 3 Beleidskader Europees en Rijksbeleid Provinciaal en regionaal beleid Gemeentelijk beleid 27 4 Milieuhygiënische aspecten Water Geluid Bodem Lucht Zonering omliggende bedrijven Externe veiligheid Ecologie Cultuur en Archeologie 47 5 Juridische planopzet Plansystematiek Motivatie 51 6 Economische uitvoerbaarheid 54 7 Maatschappelijke uitvoerbaarheid Inspraak en overleg Zienswijzen 54 Losse bijlagen Econsultancy, Archeologisch rapport: , 15 februari 2011 Econsultancy, Quickscan Flora en fauna: , 28 april 2010 Tritium verkennend bodemonderzoek rapport 1001/020/TZ-01, 9 maart 2010 Gelings advies, beeldkwaliteitsplan rapport 2971BS0109, oktober 2009 Paumen, landschapsplan PNR5715PJ d.d. oktober

6 Herselseweg Herselseweg Plangebied Figuur 2 Kadastrale kaart met ingekleurd plangebied 6

7 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Dit postzegelbestemmingsplan is gemaakt om een bestemmingswijziging aan de Herselseweg 14 in Lierop, gemeente Someren planologisch te regelen. De eigenaar, familie Knoops is van plan een paardenpension en op een deel van het perceel kerstdennenteelt te beginnen. Voor een optimale bedrijfsvoering zijn nieuwe bedrijfsgebouwen nodig. De huidige woning en bijgebouwen worden gesloopt. Omdat het voornemen strijdig is met het vigerende bestemmingsplan, kan het plan juridisch gezien geen doorgang vinden. Het is nodig het bestemmingsplan Buitengebied 1998 van de gemeente Someren te wijzigen. Volgens de nieuwe Wro kan dat via het opstellen van een zogenaamd postzegelbestemmingsplan. Deze toelichting maakt deel uit van het postzegelbestemmingsplan. Naast een beschrijving van het initiatief wordt in deze toelichting ingegaan op de relatie met de omgeving, overheidsbeleid en wetgeving. De gemeente Someren heeft d.d. 20 juli 2009 aangegeven medewerking te willen verlenen aan het voornemen op basis van de gemeentelijke structuurvisie BIO. Belangrijk is dat aangetoond wordt dat met het voornemen voldoende kwaliteitswinst wordt gerealiseerd. Figuur 3 Luchtfotos plangebied 1.2 Ligging en begrenzing plangebied Het plangebied ligt in het buitengebied van de gemeente Someren aan de Herselseweg 14. Het maakt deel uit van het buurtschap Hersel en ligt circa 2 km ten noorden van de kern Lierop (zie figuren 1 en 3). De gemeente is onderdeel van de provincie Noord-Brabant. Het plangebied is circa 2,7 hectare groot en is kadastraal bekend als kadastrale gemeente Someren, sectie P, perceelsnummers 213, 214 en 113 (zie figuur 2). Perceelnummer 213 is bebouwd met een burgerwoning, 100 m 2 groot en diverse bijgebouwen met een totale oppervlakte van 250 m 2. Het betreft een kapschuur en een houten schuur, beide in gebruik voor opslag; een vervallen voormalige ponystal en een vervallen houten schuurtje. Het plangebied ligt in een gemengde omgeving, met burgerwoningen (veelal voormalige agrarische bebouwing), agrarische percelen en bosgebied. Het buurtschap Hersel kenmerkt zich door de ligging in een gebied met specifiek benoemde landschappelijke waarden (zie ook paragraaf 3.3.2). Het plangebied is aan de noordzijde begrensd door bosgebied. De voorzijde van het perceel is voorzien van laanbeplanting. Aan de noordzijde tussen het bosperceel en het plangebied ligt een openbaar toegankelijk zandpad. De naastgelegen bebouwing betreft een vrijstaande woning aan Herselseweg 12 en twee woningen aaneen op de Herselseweg

8 Plangebied Figuur 4 Uitsnede vigerende plankaart bestemmingen Buitengebied 1998, gemeente Someren Plangebied Figuur 5 Uitsnede vigerende plankaart ontwikkelingen Buitengebied 1998, gemeente Someren 8

9 Plangebied Figuur 6 Uitsnede verbeelding Ontwerpbestemmingsplan buitengebied 2011, gemeente Someren 9

10 1.3 Bij het bestemmingsplan behorende stukken Dit bestemmingsplan bestaat uit een analoge en een digitale versie. Beide versies bevatten de voorliggende toelichting, met daarin een verwijzing naar de geldende regels (voorheen voorschriften genoemd) en de verbeelding (voorheen plankaart). De digitale regels en verbeelding vormen de juridisch bindende elementen van het bestemmingsplan. 1.4 Vigerend Bestemmingsplan Buitengebied 1998 Het plangebied valt onder het vigerende bestemmingsplan Buitengebied 1998 van de gemeente Someren zoals vastgesteld door de gemeenteraad van Someren op 25 maart 1998 en gedeeltelijk goedgekeurd door Gedeputeerde Staten op 9 november 1999 (zie figuur 4 en 5). Het bestemmingsplan is definitief sinds 1 juli Op de plankaart van het vigerende bestemmingsplan Buitengebied 1998 geldt voor het plangebied de volgende bestemmingen: Woningen Op de kaart Ontwikkelingen van het vigerende bestemmingsplan Buitengebied 1998 gelden voor het plangebied de volgende aanduidingen: behoud oude gehuchten recreatief ontwikkelingsgebied ligging in agrarische structuur AS. Door het ontbreken van de gewenste bestemmingen en aanduidingen is de uitvoering van het planvoornemen niet mogelijk binnen het vigerende bestemmingsplan Buitengebied Ontwerpbestemmingsplan Buitengebied 2011 Momenteel is de gemeente Someren bezig met een actualisatie van het bestemmingsplan Buitengebied Het ontwerpbestemmingsplan Buitengebied, Someren heeft vanaf 31 januari 2011 gedurende zes weken ter inzage gelegen. Het bestemmingsplan Buitengebied Someren zal wordt op 29 juni 2011 vastgesteld worden door de gemeenteraad. In het ontwerpbestemmingsplan Buitengebied 2011 zijn voor het plangebied de volgende bestemmingen opgenomen (zie figuur 6): Perceel 113 en 214 de bestemming Agrarisch met landschappelijke waarden zonder bedrijfswoning (AW-LW). Perceel 213 de bestemming Wonen en gedeeltelijk AW-LW, bij een burgerwoning is een maximum van 100 m 2 aan bijgebouwen toegestaan. De huidige aanwezige bebouwing bij de woning heeft een oppervlakte van 250 m 2. De gemeente heeft aangegeven dat deze bebouwing door de overschrijding van maximum aan toegestane bijgebouwen valt onder het overgangsrecht. In het ontwerpbestemmingsplan zijn voor het plangebied de bestemmingen Wonen en Agrarisch overgenomen. Dit houdt in dat het voornemen niet mogelijk is binnen het ontwerpbestemmingsplan Buitengebied Voor het voornemen is de bestemming Bedrijf met als functieaanduiding Sb-64 met 1 bedrijfswoning en bijbehorende bouwvlakken nodig. De functieomschrijving omschrijft de specifieke bedrijfsactiviteit, paardenpension voor maximaal 10 paarden. Op een deel van het plangebied blijft de uit het ontwerpbestemmingsplan aangegeven bestemming Agrarisch met waarden - Landschapswaarden (AW-LW) behouden. Dit deel kan gebruikt worden voor de dennenteelt.. Daarnaast is voor de landschappelijke inpassing de bestemming groen nodig op delen van het plangebied. 10

11 1.6 Leeswijzer De toelichting is opgebouwd uit 7 hoofdstukken. Het inleidende hoofdstuk 1 beschrijft de aanleiding en de bestaande situatie. Hoofdstuk 2 geeft de planbeschrijving weer, waarna in hoofdstuk 3 het beleidskader aan de orde komt. In hoofdstuk 4 wordt de haalbaarheid van het plan aangetoond voor wat betreft diverse (milieu-)aspecten, waaronder water, archeologie, flora en fauna. Hoofdstuk 5 geeft een toelichting op de juridische planopzet en hoofdstuk 6 gaat in op de economische uitvoerbaarheid. Hoofdstuk 7 tenslotte geeft informatie over de maatschappelijke uitvoerbaarheid. Per onderdeel wordt het planvoornemen getoetst aan het beleid en de milieu hygiënische aspecten. Deze toetsstukjes beginnen steeds met een en worden cursief weergegeven. 11

12 Zicht vanaf de Herselseweg op het te slopen woonhuis + schuren Zijgevel te slopen woonhuis Perceel + te slopen bebouwing Herselseweg 14 Zijgevel te slopen woning Herselseweg 14 Achterzijde perceel + te slopen bebouwing Herselseweg 14 Te slopen schuur Herselseweg 14 Overzijde plangebied, Herselseweg 17 Naastgelegen woonhuis, Herselseweg 12 Figuur 7 Fotoblad plangebied en omgeving 12

13 2 Planbeschrijving 2.1 Het voornemen Het plangebied betreft een voormalige agrarische bedrijfslocatie (zie figuur 7). De agrarische bedrijfsvoering op dit perceel is al sinds enige tijd gestaakt. Na het beëindigen van de bedrijfsvoering is het plangebied in eigendom gekomen van de familie Knoops. Alleen de voormalige bedrijfswoning, inmiddels bestemd tot burgerwoning en een tweetal loodsen zijn nog op het perceel aanwezig. De twee loodsen zijn in slechte staat van onderhoud en aan vervanging toe. De woning is een woning uit de jaren 70 van de vorige eeuw, een link tussen de bestaande woning en de omgeving ontbreekt. De familie Knoops is van plan om binnen het plangebied een paardenpension te beginnen. Het betreft een paardenstalling voor 10 paarden met uitloopweide en trainingsvoorzieningen. Er komt geen manegefunctie. Het plan is te typeren als een kleinschalige bezoekersextensieve recreatieve voorziening. Daarnaast wordt 0,5 hectare van het plangebied gebruikt voor de teelt van kerstdennen. Aan de stalling voor de paarden wordt een schuur gekoppeld voor de verwerking van de dennenkwekerijproducten en voor stalling van trekker, machines en klein gereedschap. Veel aandacht wordt gegeven aan de juiste inpassing van het voornemen. Er wordt groen aangelegd vóór aan de Herselseweg 14 en op een 10 m brede groensingel achter de bedrijfsgebouwen. Via deze groenstroken wordt een optimale landschappelijke inpassing gerealiseerd (zie voor de invuling paragraaf 2.2). Het te vestigen bedrijf is gezien de aard en de omvang van de activiteiten te beschouwen als een agrarisch verwant bedrijf en krijgt in het bestemmingsplan de bestemming Bedrijf met een specifieke aanduiding. Het overige deel van het plangebied blijft gras/hooiland en houdt daarom de huidige Agrarische bestemming met waarden. De landelijke ligging van het perceel is uitermate geschikt voor het paardenpension, nl. in bosrijk/ recreatiegebied, in de nabijheid van te gebruiken zandpaden. De bestaande (bedrijfs)bebouwing is onbruikbaar. Naast ongeschiktheid voor de vestiging van een paardenpension kan de bestaande bebouwing ook als niet passend in het gebied beschouwd worden. Teruggrijpend op de historie is vast te stellen dat oorspronkelijk, langgevelboerderijen beeldbepalend waren voor het gebied. Op historische kaarten (zie figuur 11) is te zien dat de brink al op de kaart uit zichtbaar is. De bebouwing rondom de Brink varieert samen met de verkaveling in de loop van de tijd en bestaat vaak uit de genoemde langgevelboerderijen. Een langgevelboerderij voegt zich ondanks het grotere bouwvolume natuurlijker in het landschap. Zie ook figuur 30 voor de kaart met bestaande langgevelboerderijen in de omgeving. Het is dan ook de bedoeling om alle bebouwing op het perceel te slopen en daarvoor in de plaats een langgevelboerderij met bijgebouw en bedrijfsbebouwing te bouwen (zie figuur 10 voor de geveltekening van de langgevelboerderij). Het ensemble van de nieuwe bebouwing (langgevelboerderij met bedrijfsbebouwing) is afgestemd op de omliggende boerderijen. Door het slopen van de bestaande bebouwing en het meer naar achteren plaatsen van de langgevelboerderij wordt meer openheid in het landschap rondom de Brink gecreëerd (zie figuur 8 voor de situatieschets). Te slopen bebouwing 350 m 2 Langevelboerderij wonen 1000 m 2 met bijgebouw 315 m 2 Bedrijfsbebouwing D/P 300 m 2 D/P D P D/P D Bedrijfsbebouwing dennenteelt 240 m 2 P Bedrijfsbebouwing paardenpension 160 m 2 Figuur 8 Situatietekening planvoornemen 13

14 Figuur 9 Referentie langgevelboerderijen en materiaaltoepassing (bron: beeldkwaliteitsplan Geling Advies) 14

15 De sloop en bouwactiviteiten bestaan uit sloop van 250 m 2 aan bedrijfsgebouwen en de woning, circa 100 m 2. De nieuwbouw bestaat uit totaal 400 m 2 aan bedrijfsbebouwing en 250 m 2 voor de bedrijfswoning + 65 m 2 voor een garage inclusief carport. De bedrijfsbebouwing bestaat uit twee schuren die via een goot aan elkaar zijn gekoppeld. Een schuur (oppervlakte 160 m 2, inhoud circa 720 m 3 ) wordt gebruikt voor de stalling van 10 paarden. De andere schuur (oppervlakte 240 m 2,inhoud circa 1080 m 3 ) wordt gebruikt voor de bedrijfsvoering van de dennenteelt. Vanwege de beeldkwaliteit is gekozen voor de bouw van een historiserende langgevelboerderij (zie figuur 9 voor referentiebeelden qua vorm en materiaalgebruik). Dit brengt een grotere inhoudsmaat met zich mee dan standaard voor bedrijfswoningen in het buitengebied wordt geboden (nl. 750 m 3 ). De grotere inhoudsmaat is onlosmakelijk verbonden met de keuze voor een langgevelboerderij en in dit geval verdedigbaar gezien de verbetering van de ruimtelijke kwaliteit die daardoor op deze specifieke locatie tot stand kan komen. De inhoud van de langgevelboerderij bedraagt totaal 1300 m 3, hiervan wordt 1000 m 3 voor het woongedeelte gebruikt. Het achterhuis met een inhoud van 300 m 3 wordt aanvullend voor de bedrijfsvoering gebruikt. De langgevelboerderij krijgt een nokhoogte van 7,7 m. De goothoogte wordt 3,3 m bij het woongedeelte en 2,75 m bij het achterhuis. Ter bescherming van mogelijke archeologische waarden in het plangebied vindt voor de bouw een lichte perceelsophoging plaats. Het betreft een ophoging van 60 cm ter hoogte van de woning en 50 cm bij het bedrijfsgebouw. Figuur 10 Voorgevel langgevelboerderij (april 2011, goedgekeurd door welstand) Om het voornemen te kunnen realiseren wordt voor delen van het plangebied een bestemmingswijziging gevraagd. Het betreft een wijziging naar een bedrijfsbestemming met de functieaanduiding Specifieke vorm bedrijf en een wijziging voor een deel een bestemmingswijziging naar de bestemming Groen. De huidige bestemming Woningen vervalt. De bestemming Agrarisch met waarden blijft voor delen van het plangebied gehandhaafd. 2.2 Beeldkwaliteitsplan en landschapsplan Vanwege de ligging in een als gebied met bijzondere landschappelijke waarden is door Geling Advies een beeldkwaliteitsplan voor het plangebied en omgeving opgesteld. De nieuwe bebouwing wordt landschappelijk op eigen terrein ingepast. Hiervoor is een landschapsplan opgesteld door Paumen, tuin en landschapsarchitect (zie figuur 13). Het beeldkwaliteitsplan (Geling advies, nr. 2971BS0109) en het landschapsplan (Paumen, nr.pnr5715pj ) maken als losse bijlage deel uit van dit bestemmingsplan. Onderstaand volgt kort de insteek van het landschapsplan en een samenvatting uit het beeldkwaliteitsplan Beeldkwaliteitsplan (Gelings advies 12 oktober 2009, rapportnr. 2971BSO109) Het beeldkwaliteitsplan beschrijft de stedenbouwkundige, landschappelijke en ruimtelijke kwaliteiten in de planomgeving. Het planvoornemen wordt vervolgens getoetst en gewogen aan deze kwaliteiten. Belangrijk is dat wordt aangetoond dat het planvoornemen ruimtelijke kwaliteitswinst oplevert. 15

16 Figuur 11 Historische kaarten omgeving Lierop Herselseweg 14 16

17 Gezien de samenhang tussen de nieuw te realiseren bebouwing en de omgeving zal de inrichting van het perceel aansluiten met de traditionele inrichting van een erf, met het woongebouw voor op het erf en de bedrijfsgebouwen verder naar achter op het terrein. Bovendien wordt met het verplaatsen van de bebouwing de voormalige brink beter zichtbaar in het landschap. De structuur van de bebouwingscluster Hersel wordt hiermee versterkt en sluit beter aan bij de historische situatie. Door gebruik te maken van (interpretaties van) kenmerkende elementen van de traditionele bebouwing (langgevelboerderijen) in de omgeving wordt het ruimtelijke beeld versterkt. Zie figuur 9 voor referenties en onderstaand figuur 12 voor het renvooi waarin de materiaal- en kleurkeuze van de te bouwen langgevelboerderij is af te lezen. Figuur 12 Renvooi met weergave materiaal en kleurgebruik langgevelboerderij De BIO-nota van de gemeente Someren, zie ook paragraaf 3.3.2) typeert de ligging van het plangebied als het stedelijke uitloopgebied van Helmond (zie ook figuur 18 en 20). Het gebied is uitermate geschikt voor de realisatie van functies die geen plaats kunnen krijgen binnen het stedelijke gebied (zij het door ruimtebeslag, zij het door andere aspecten). Door de aanwezigheid van ruiterpaden in de omgeving, is het een geschikte locatie voor de vestiging. Het omliggende landschap is door de bosgebieden en de kleinschaligheid van het landschap, zeer geschikt om door te rijden. De realisatie van een paardenpension is op deze locatie als passend te beschouwen. Het landschappelijke inpassingsplan dat is opgesteld zal de binding van het perceel met het omringende landschap versterken. De ontwikkelingen op het perceel, die voorzien in de realisatie van een karakteristiek bouwwerk en een inrichting van het perceel welke aansluit bij de historische situatie, leveren een bijdrage aan de versterking van de stedenbouwkundige samenhang van Hersel. Er wordt een relatie gelegd met de omliggende bosgebieden, het per deel en de stedenbouwkundige structuur van het gebied. Verder versterkt het inpassingsplan in samenhang met het onderhavige beeldkwaliteitsplan het herstel van de brink Landschapsplan (Paumen, nr..pnr5715pj ) Uitgangspunt bij de ontwikkeling van het landschapsplan is om de aanwezige bebouwing zodanig landschappelijk in te passen dat zij aansluit bij de sfeer van de aanwezige bebouwing van Hersel. Wat betreft de bebouwing zijn hierbij de volgende uitgangspunten belangrijk: een eenvoudig hoofdvolume een bescheiden vormgeving een landelijke uitstraling De voorgestelde beplanting uit het landschapsplan is gebaseerd op lokale groeiplaatsfactoren en uit de eisen die voortkomen met betrekking tot beeld en beheer. Op grond hiervan is gekozen voor de toepassing van snoei verdragende boomsoorten als de zilverlindes, haagbeuk en es in de nabijheid van de gebouwen en voor de toepassing van de eik op het voorterrein. Als haag is gekozen voor de toepassing van de als gebiedseigen te beschouwen beuk in verband met het bladhoudende winterbeeld. Bij de struwelen vormt de bodem het uitgangspunt. De verschillen met betrekking tot de bezonning voeren op termijn naar een differentiatie per zone; per zone zullen bepaalde soorten wijken of zich bij uitstek profileren. Zie figuur 13 voor het landschapsplan. 17

18 Figuur 13 Landschapsplan (Paumen, tuin- en landschapsarchitecten) 18

19 Het landschapsinpassingsplan en het beeldkwaliteitsplan versterken en onderbouwen de ruimtelijke kwaliteitswinst die door uitvoering van het planvoornemen behaald wordt. Zie figuur 9 t/m 13 voor de goed gekeurde welstandstekening, het landschapsplan, de nieuwe situatieschetsen en het renvooi waarop de materiaal- en kleurkeuze voor de langgevelboerderij is af te lezen Delen van het plangebied krijgen de bestemming Groen, Dit ondersteunt en garandeert ook in de toekomst een optimale landschapsinpassing en voorkomt bebouwing ervan. In de groenstrook voor aan de Herselseweg zijn hagen en boomgroepen, naast solitaire bomen opgenomen. Een deel bestaat uit extensief grasland waarin de toegangsweg ligt en een vijver waarin hemelwater wordt opgevangen (zie ook paragraaf 4.1.3). Achter de nieuwe bebouwing wordt in de langgerekte 10 m brede groensingel ondersteunende boombeplanting voor het kampen- en essenlandschap aangelegd. 2.3 Verkeer en parkeren Voor bewoners en bezoekers is voldoende parkeerruimte op eigen perceel. Binnen het plangebied zal hiervoor ruimte worden gereserveerd. Hierbij wordt rekening gehouden met artikel uit de bouwverordening 2010, van de gemeente Someren. Het plan voorziet in de aanleg van 10 parkeerplaatsen voor personenwagens en 2 parkeerplaatsen voor vrachtwagens. De ontsluiting van het plangebied vindt plaats via de Herselseweg naar de provinciale weg N266. De Herselseweg heeft een breed profiel en een vrijliggend fietspad met laanbeplanting. De weg is meer dan voldoende geprofileerd om de huidige verkeersstromen te verwerken. Er is voldoende ruimte om een ontsluiting te maken waar ook het vrachtverkeer gebruik van kan maken. De definitieve situatietekening van de ontsluiting en parkeervakken wordt in een later stadium bij de aanvraag voor de omgevingsvergunning voor het bouwen voorgelegd. Bij de inrichting van het plangebied wordt zorggedragen voor voldoende parkeerruimte en de aanleg van een voldoende ruime en passende uitrit. De verkeersaantrekkende werking van het voornemen is minimaal en is zonder hinder te veroorzaken te verwerken door het huidige profiel van de Herselseweg. Er is geen parkeeroverlast voor de omgeving. 19

20 3 Beleidskader 3.1 Europees en Rijksbeleid Nota Ruimte In de Nota ruimte wordt het nationaal ruimtelijk beleid vastgelegd tot De Nota is begin 2006 formeel in werking getreden. De Nota Ruimte geldt als deel vier van de PKB Nationaal Ruimtelijk Beleid, zoals aangegeven in de Wet op de Ruimtelijke Ordening. De Nota Ruimte is de visie op de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland. Het doel is een sterke economie, een veilige en leefbare samenleving en een aantrekkelijk land. Onder het motto decentraal wat kan, centraal wat moet verschuift het accent van het stellen van ruimtelijke beperkingen naar het stimuleren van gewenste ontwikkelingen. De Nota Ruimte ondersteunt gebiedsgerichte ontwikkeling waarin alle betrokken partijen kunnen participeren. Het Rijk richt zijn aandacht met name op de Nationale Ruimtelijke Hoofdstructuur. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om versterking van de dynamiek in de nationale stedelijke netwerken en om waarborging van de kwaliteit van de Ecologische Hoofdstructuur en de nationale landschappen, stedelijke netwerken en om waarborging van de kwaliteit van de Ecologische Hoofdstructuur en de nationale landschappen. Het nationaal ruimtelijk beleid voor steden en netwerken richt zich op voldoende ruimte voor wonen, werken en mobiliteit en de daarbij behorende voorzieningen, groen, recreatie, sport en water. Daarbij kiest het rijk voor versterking van de internationale concurrentiepositie van Nederland, bevordering van krachtige steden en een vitaal platteland, borging en ontwikkeling van belangrijke (inter)nationale ruimtelijke waarden en borging van de veiligheid. In de Nota Ruimte wordt ingezet op functieverandering van gebouwen in het buitengebied. Het betreft benutting van de bestaande, veelal leegstaande bebouwing in het buitengebied. Teneinde leegstand tegen te gaan wordt aangespoord om leegstaande bebouwing her te bestemmen als woonfunctie of vestigingsruimte voor kleinschalige bedrijvigheid. Door het benutten van leegstaande bebouwing wordt de groene ruimte niet aangetast door nieuwbouw en blijft de vitaliteit van het buitengebied behouden. Lierop, Herselseweg valt buiten de Nationale Ruimtelijke Hoofdstructuur. De Nota Ruimte is geen direct relevant beoordelingskader. Wél zijn in de nota regels opgenomen om te zorgen voor een generieke basiskwaliteit (o.a. luchtkwaliteit, externe veiligheid). De eisen die gesteld worden aan de generieke basiskwaliteit worden behandeld in de hoofdstukken 8 t/m 15. De Nota bevat ook teksten over ontwikkelingsplanologie en versterking van het draagvlak voor voorzieningen. De functieverandering van Herselseweg 14 doet recht aan de Nota Ruimte en zorgt voor waarborging en versterking van de kwaliteiten van het buitengebied Nota Belvedère In 1999 presenteerden de ministeries van OCW, LNV, VROM en V&W samen de nota Belvedère over cultuurhistorie in de ruimtelijke inrichting. Belvedère stimuleert ontwerpers, cultuurhistorici en beleidsmakers om op een nieuwe manier te denken over de waarde van cultuurhistorie in onze leefomgeving en over de mogelijkheden om cultuurhistorie te behouden door het offensief te gebruiken in ruimtelijke ontwikkelingen. Deze strategie heet behoud door ontwikkeling en biedt kansen voor een nieuw leven voor de cultuurhistorie en voor hoge kwaliteit van ontwerp en uitvoering. Behoud door ontwikkeling betekent dat cultuurhistorici, beleidsmakers en ontwerpers de cultuurhistorie bewust als inspiratiebron gebruiken voor meer kwaliteit en een sterkere identiteit in ruimtelijke ontwikkelingen. Op deze manier wordt niet alleen de cultuurhistorie behouden maar geeft het ook een kwaliteitsimpuls aan de ontwikkelingen. In de zogeheten Belvedère gebieden zijn de cultuurhistorische waarden - archeologie, historische geografie, stedenbouw en architectuur - van grote waarde. In de Nota Belvedère staan alle Belvedère gebieden beschreven en wordt aangegeven waaruit de hoge cultuurhistorische waarden bestaan en wat dit betekent voor de wenselijke en mogelijke ruimtelijke ontwikkelingen. 20

21 Het rijk verplichtte zich om de Belvedèregebieden mee te nemen in de aanwijzing van Nationale Landschappen. Inmiddels is dat gebeurd. Vanuit het Rijk gezien hebben de Belvedèregebieden geen status. Provincies en gemeenten zijn verantwoordelijk voor de uitwerking en uitvoering van het beleid voor de Nationale Landschappen. Het plangebied is niet aangewezen als Belvedèregebied Agenda voor een Vitaal Platteland De Agenda voor een Vitaal Platteland is een beleidsnota opgesteld in 2004 door het ministerie van LNV. De beleidsnota richt zich op de economische, ecologische en sociaal-culturele aspecten van het platteland. Uitgangspunt is een beleid dat gericht is op een leefbaar platteland met de functies leven, wonen en genieten en op een vitale en duurzame agrarische sector. Het plattelandsbeleid van de overheid richt zich op een brede plattelandseconomie, uitbreidende agrarische (neven)functies, blijvende grondgebondenheid, identiteit van het landschap, toeristische en recreatieve sector, meer vrouwelijke ondernemers en blijvende activiteiten in agrarische probleemgebieden. Het slopen van de bestaande bebouwing en herbouwen van een langgevelboerderij past binnen de toegestane activiteiten. Het levert een positieve bijdrage aan een leefbaar platteland en vormt geen belemmering voor omringende bedrijven. 3.2 Provinciaal en regionaal beleid Structuurvisie RO De Provincie Noord-Brabant geeft in de structuurvisie de hoofdlijnen van het ruimtelijk beleid tot 2025 (met een doorkijk naar 2040). De Structuurvisie geeft de ondermeer de visie weer over de natuurontwikkeling, kwaliteitsverbetering van het landschap en de recreatieve ontwikkeling binnen de provincie. De visie is bindend voor het ruimtelijk handelen van de provincie. De structuurvisie is sinds 1 januari 2011 in werking. Relatie met rijksbeleid en provinciale plannen De provinciale structuurvisie is een belangrijke schakel tussen de structuurvisies van Rijk en gemeenten op het vlak van ruimtelijke ordening. Deze structuurvisie vervangt de delen A en B van de Interimstructuurvisie Noord-Brabant. Deel C van de Interimsstructuurvisie Ontwikkelingsprojecten West-Brabant blijft in stand. Het gedachtegoed uit diverse provinciale plannen zijn op hoofdlijnen opgenomen in de structuurvisie. De uitwerkingsplannen van het Streekplan 2002 zijn ingetrokken. De volgende opmerkingen uit de structuurvisie zijn relevant voor het planvoornemen: Belangrijke doelstelling is het behoud en de versterking van de leefbaarheid van het platteland/ kleine kernen. Daarbij mag het behoud van het landelijk karakter en de ruimtelijke kwaliteit van het platteland niet uit het oog worden verloren. Ontwikkelingsruimte is onder andere mogelijk door rood voor groen constructies voor bebouwingsconcentraties in het buitengebied en kernrandzones, mits dit bijdraagt aan het behoud en waar mogelijk de versterking van de ruimtelijke kwaliteit van het landelijke gebied in zijn geheel en de bebouwingsconcentraties in het bijzonder. De uitgangspunten van dit beleid zijn neergelegd in de beleidsregel Buitengebied in Ontwikkeling (2004) (zie paragraaf 3.2.4) Structuren De ruimtelijke belangen zijn in 4 ruimtelijke structuren geordend. Samen vormen deze structuren de provinciale ruimtelijke structuur. De vier structuren zijn: de groenblauwe structuur; het landelijk gebied (agrarisch); de stedelijke structuur; de infrastructuur. 21

22 Plangebied Figuur 14 Structurenkaart (bron: Structuurvisie provincie Noord-Brabant) 22

23 Het plangebied valt binnen de groen/blauwe structuur en is onderdeel van de groen/blauwe mantel (zie figuur 14 voor de structurenkaart). De groenblauwe mantel vormt het gebied tussen enerzijds het kerngebied groenblauw en het agrarisch gebied, als ook het stedelijk gebied. Het kerngebied groenblauw wordt ommanteld met gebieden om de kernen te versterken én te verbinden. De groenblauwe mantel bestaat overwegend uit grondgebonden agrarisch gebied, met belangrijke nevenfuncties voor natuur, water en (niet-bezoekersintensieve) recreatie. Door in de groenblauwe mantel in te zetten op het behoud én ontwikkeling van natuur en water (-beheer) wordt bijgedragen aan de bescherming van de waarden in het aanliggende kerngebied groenblauw. De groenblauwe mantel ondersteunt het beleid van de groenblauwe kern, maar heeft óók eigenstandige betekenis voor biodiversiteit, water en landschap. Het voornemen past binnen de ontwikkelingsruimte die de structuurvisie RO biedt. De ligging in gebied dat is benoemd als groenblauwe mantel is niet belemmerd voor de voorgenomen kleinschalige niet- bezoekersintensieve recreatie. Het provinciaal beleid is na 2003 gewijzigd, Hierdoor zijn de ontwikkelingsmogelijkheden in het buitengebied verder vergroot. Een en ander is uitgewerkt in de provinciale nota Buitengebied In Ontwikkeling (BIO-nota) uit 2004 (zie 3.2.4) en in de inmiddels van kracht zijnde Provinciale ruimtelijke verordening fase 2 (zie 3.2.2). In de structuurvisie wordt aangegeven dat er verblijfs en dagrecreatieve voorzieningen mogelijk zijn in het kampen- en essenlandschap. In het gehele buitengebied is er behoefte aan wandel-, fiets en ruiterpaden. Het voornemen zal een positieve bijdrage leveren aan de vraag naar recreatieve mogelijkheden in het gebied Verordening ruimte fase 1 en 2, Provincie Noord- Brabant Algemeen Een van de nieuwe instrumenten waar de provincie binnen de Wro over kan beschikken is de provinciale ruimtelijke verordening. De provinciale verordening geldt sinds 8 maart De Paraplunota waarin het beleid uit de interimstructuurvisie was opgenomen is met de vaststelling van de provinciale verordening ruimte fase 1 van de structuurvisie per 1 juni 2010 vervallen. De Verordening ruimte 2011 Noord-Brabant bevat in hoofdzaak algemene regels die gemeenten in acht moeten nemen bij het opstellen van bestemmingsplannen en het verlenen van omgevingsvergunningen waarbij afgeweken wordt van bestemmingsplannen. Door het opstellen van een verordening kan de provincie gemeenten verplichten hun bestemmingsplannen binnen een bepaalde periode aan te passen. Kaartmateriaal uit de structuurvisie ondersteunt de visie van de provincie over de ruimtelijke ontwikkeling van Brabant en werkt zo door naar gemeentelijke besluitvorming. Ruimtelijke kwaliteit en kwaliteitsverbetering van het landschap De provincie wil de ruimtelijke kwaliteit van Brabant bevorderen. Dat betekent dat nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen een bijdrage dienen te leveren aan de kernkwaliteiten van Brabant en dat gemeenten bij ruimtelijke afwegingen het principe van zorgvuldig ruimtegebruik toepassen. Ook wil de provincie dat de initiatiefnemer zorgt voor een kwaliteitsverbetering van het landschap om daarmee het verlies aan omgevingskwaliteit te beperken. Groenblauwe structuur De groenblauwe structuur valt in twee gedeelten uiteen, de ecologische hoofdstructuur en de groenblauwe mantel. De groenblauwe mantel bestaat overwegend uit gemengd landelijk gebied met belangrijke nevenfuncties voor natuur en water. In de groenblauwe mantel is de agrarische sector een grote en belangrijke grondgebruiker. Ook recreatieve en toeristische bedrijven zijn binnen de groenblauwe mantel aanwezig. Het behoud en vooral de ontwikkeling van natuur, water, waterbeheer en landschap is in de groenblauwe mantel een belangrijke opgave. Nieuwe ontwikkelingen binnen de groenblauwe mantel zijn mogelijk als deze bestaande functies respecteren of bijdragen aan een kwaliteitsverbetering van die functies 23

24 Aardkunde en cultuurhistorie Met behulp van de Verordening ruimte wil de provincie aardkundig waardevolle gebieden en cultuurhistorische vlakken beschermen. De gemeenten hebben grote vrijheid om zelf vorm te geven aan de wijze van bescherming. Tevens zijn er specifieke beschermregels voor aangewezen cultuurhistorisch waardevolle complexen, zoals kloostercomplexen en oude landgoederen. Plangebied Kaart cultuurhistorie (bron; provinciale ruimtelijke verordening Legenda cultuurhistorie (bron, provinciale ruimtelijke verordening Figuur 15 Cultuurhistorie (bron: provinciale ruimtelijke verordening Noord-Brabant) Het planvoornemen past binnen de ontwikkelingsmogelijkheden in de groen/blauwe mantel. Nieuwe ontwikkelingen op agrarisch of recreatief gebied zijn onder voorwaarden mogelijk in deze structuur. Een kleinschalig bezoekersextensieve recreatieve voorziening wordt als passend gezien binnen groen/blauwe mantel. Vanwege de ligging in een cultuurhistorisch vlak (zie figuur 15) is extra aandacht gegaan naar de uitvoering van zowel de bebouwing als de landschappelijke inpassing. Er is veel aandacht gegeven aan de cultuurhistorische waarden van het gebied Het voornemen leidt via sloop en de historiserende bouw van een langgevelboerderij in combinatie met een groeninpassingsplan, tot verbetering van de ruimtelijke kwaliteit. Hierdoor draagt het voornemen bij aan bescherming van de landschappelijke en cultuurhistorische waarden in het gebied en de directe omgeving. Het paardenpension (zonder manegefunctie) kan als niet-bezoekersintensief (agrarisch verwant) bedrijf genoemd worden en kan vanuit die hoedanigheid als passend in het landschap gezien worden Reconstructie-wet Algemeen De varkenspestepidemie die in 1997 enkele honderden varkenshouderijen in Zuid- en Oost- Nederland heeft getroffen, is de aanleiding geweest tot de opstelling van de Reconstructie-wet concentratiegebieden. Meervoudige doelstelling van deze wet is om naast het verbeteren van de ruimtelijke structuur ten behoeve van de landbouw ook de kwaliteit van natuur, landschap en milieu in onderling verband te verbeteren. Aan deze kwaliteitseisen kan alleen worden voldaan als belangrijke economische dragers zoals de landbouw en de recreatie behouden blijven en, waar verantwoord, ook ruimte krijgen zich te ontwikkelen. Het is ook van belang dat het landelijk gebied leefbaar blijft en zijn aantrekkingskracht blijft behouden. Reconstructie beoogt al deze belangen in een proces bij elkaar te brengen zodat er uitvoering gegeven kan worden aan die projecten die deze maatschappelijke wensen realiseren. Op grond van de Reconstructie-wet concentratiegebieden zijn in 2005 binnen de provincie Noord- Brabant zeven reconstructieplannen vastgesteld. De plannen kennen meerdere doelstellingen, in het bijzonder het verbeteren van de ruimtelijke vestigingsmogelijkheden van de intensieve veehouderij, het verbeteren van de kwaliteit van natuur, landschap en milieu en het stimuleren van een duurzame, sociaal-economische ontwikkeling in het landelijk gebied. Een centraal element van de plannen is de zogenaamde integrale zonering. Deze houdt in dat het landelijk gebied is opgedeeld in drie zones, namelijk landbouwontwikkelingsgebied, verwevingsgebied en extensiveringsgebied. Landbouwontwikkelingsgebieden zijn gebieden waar de landbouw (intensieve veehouderij) zich verder kan ontwikkelen. In verwevingsgebieden wordt verweving van functies 24

25 voorgestaan. Zoals agrarische bedrijvigheid gemengd met wonen en natuur. In extensiveringsgebieden wordt voorrang gegeven aan de ontwikkeling van natuur en landschap. Reconstructieplan De Peel Het plangebied valt onder reconstructieplan De Peel, vastgesteld in Dit reconstructiegebied omvat de gemeenten Asten, Deurne, Geldrop-Mierlo, Gemert-Bakel, Helmond, Laarbeek, Nuenen en Someren. Een van de speerpunten van het reconstructieplan is het ontwikkelen van nieuwe sociale en economische mogelijkheden voor het platteland. Voor de gemeenten vallend onder het reconstructieplan is een ruimtelijke, sociale en economische visie ontwikkeld. Met het stimuleren van nieuwe economische sectoren op het platteland wil het reconstructieplan een halt toeroepen aan de vermindering van de werkgelegenheid en de achteruitgang van de leefbaarheid in kleine kernen. Mogelijkheden liggen in het verbreden van de landbouw, het verruimen van de planologische mogelijk-heden en het versterken van voorzieningen en de sociale cohesie in het gebied. Voor het plangebied is de volgende doelstelling uit het reconstructieplan van belang: Het kleinschalig landschap rond en ten noorden van Lierop wordt versterkt. Door de grote hoogte-verschillen op geringe afstanden is het gebied zeer belangrijk voor natuurontwikkeling. Voor de dorpen Someren-Heide, Someren-Eind en Lierop kunnen plannen van aanpak worden opgesteld voor de verbetering van de leefbaarheid. Er ligt hier een relatie met voldoende woningbouw en het overeind houden van een adequaat voorzieningenniveau Volgens de reconstructiewet is het plangebied aangewezen als extensiveringsgebied natuur (zie figuur 16). In extensiveringsgebieden hebben intensieve veehouderijen geen duurzaam perspectief. Bij de extensiveringsgebieden wordt onderscheid gemaakt tussen extensiveringsgebieden met primaat natuur en overige extensiveringsgebieden. Voor de overige extensiveringsgebieden blijft het huidige beschermingsniveau ten aanzien van stank gehandhaafd. In de extensiveringsgebieden met primaat natuur geldt, net als bij de verwevings- en de landbouwontwikkelingsgebieden een lager beschermingsniveau van stankgevoelige objecten. De gebieden in de integrale zonering werken door in het bestemmingsplan Plangebied Figuur 16 Kaart integrale zonering De Peel (bron: Reconstructieplan De Peel, provincie Noord-Brabant) In het reconstructieplan worden geen uitspraken gedaan die beperkend zijn voor het planvoornemen. Het planvoornemen is versterkend voor de doelstellingen uit het reconstructieplan. De sloop van de verpauperde bedrijfsbebouwing en de bouw van een landschappelijk optimaal ingepaste langgevelboerderij met schuren leveren een positieve bijdrage aan het in stand houden van de leefbaarheid van buurtschap Hersel en is daarmee ondersteunend voor het op peil kunnen houden van de voorzieningen in Lierop. De reconstructie- en gebiedsplannen zijn na een intensief proces met betrokken partijen in 2005 vastgesteld. Momenteel vindt in reactie op de structuurvisie een debat plaats over de begrenzing van de van integrale zonering en de ontwikkeling van de intensieve veehouderij. Totdat de reconstructieplannen zijn herzien, blijft de integrale zonering op basis van de reconstructiewet gehandhaafd Buitengebied in Ontwikkeling Dit is een beleidsnota van de provincie Noord-Brabant uit De nota is opgesteld om beleidsontwikkelingen in het buitengebied te stimuleren. Het beleid van de provincie is bedoeld om het buitengebied economisch en maatschappelijk vitaal te maken en te houden. Dit moet gepaard gaan met een ruimtelijke kwaliteitsverbetering. De provincie Noord-Brabant vindt het belangrijk dat het platteland en het overgangsgebied tussen het buitengebied en de bebouwde kom aantrek- 25

26 Plangebied Figuur 17 Duurzaam ruimtelijk structuurbeeld uit ruimtelijke woonvisie (gemeente Someren, 2005) 26

27 kelijk blijft. Grote veranderingen in de agrarische sector leiden er toe dat veel agrarische bedrijven hun functie hebben verloren of zullen verliezen. Het zoeken naar nieuwe bronnen van inkomsten is essentieel voor het behoud van het Brabantse platteland. Op basis van deze nota wordt in bebouwingsconcentraties, zoals kernrandzones en bebouwingslinten, hergebruik van voormalige agrarische bedrijfslocaties (VAB-s) voor diverse niet-agrarische functies mogelijk. In dat kader is ook een (beperkte) toevoeging van nieuw bouwvolume mogelijk. Belangrijke doelstelling van het beleid is dat de ruimtelijke kwaliteit wordt behouden en waar mogelijk versterkt. Dit kan door het stimuleren van economische functies op het platteland die tevens zorgen voor een duurzaam beheer en behoud van gebiedseigen kwaliteiten en passen bij de functies (landbouw, natuur, landschap en recreatie) van het landelijke gebied. Specifieke aandacht en verbeteringsingrepen zijn nodig voor de landschappelijke inpassing van de ontwikkeling en het saneren van bebouwing die niet ten dienste staat van de beoogde recreatieve ontwikkeling, behoudensvoor zover deze cultuurhistorische kwaliteiten bezit. Recreatie en toerisme worden beschouwd als nevengeschikte activiteiten in het buitengebied, die een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan de leefbaarheid van het platteland. Belangrijk uitgangspunt is dat de ontwikkeling recht doet aan een gezonde verhouding tussen toeristischrecreatieve voorzieningen en de draagkracht van het gebied. De ontwikkeling van recreatie in landbouwontwikkelingsgebied is niet mogelijk. In de landelijke regio zijn mogelijkheden voor voorzieningen die bezoekersextensief, kleinschalig en vermengbaar zijn met de overige functies. Met deze nota geven Gedeputeerde Staten de Brabantse gemeenten de mogelijkheid een ruimer ontwikkelingskader toe te passen voor bepaalde bebouwingsconcentraties in het buitengebied. Deze provinciale nota is door de gemeente Someren uitgewerkt in een structuurschets (zie 3.3.3) en een structuurvisie (zie 3.3.4). Het voornemen past binnen de provinciale BIOnota. Het betreft de aanleg van een kleinschalige extensieve recreatievoorziening, waarbij de ruimtelijke kwaliteit van het plangebied en directe omgeving verbetert. Het plangebied ligt in de AHS, hierbinnen zijn onder voorwaarden recreatieve ontwikkelingen mogelijk. De gemeente Someren heeft aangegeven dat het planvoornemen gerealiseerd kan worden binnen de ontwikkelingsruimte die op provinciaal niveau te vinden is in diverse beleidsstukken zoals ondermeer, de Structuurvisie en de provinciale verordening fase 1 en 2. De sloop van de bestaande niet in het gebied passende woning, de bouw van een langgevelboerderij en de landschappelijke inpassing ervan leiden tot ruimtelijkekwaliteitswinst. 3.3 Gemeentelijk beleid Ruimtelijke Woonvisie Het doel van deze Ruimtelijke Woonvisie uit 2005 is het aanreiken van een actuele visie op het gebied van ruimte en wonen voor de komende jaar, zowel voor de gemeente in totaliteit als voor de verschillende kernen. Deze visie is een actualisatie van de Ruimtelijke Beleidsvisie 1997, die destijds is opgesteld in het kader van het overbruggingsspoor. De visie borduurt voort op het Streekplan 2002, de partiële herziening van het Streekplan (2004) het Regionaal Structuurplan Eindhoven/Uitwerkingsplan ZO Brabant (2005) en het Reconstructieplan De Peel (2005). De status van een Ruimtelijke Woonvisie is beleidsmatig. De gemeente Someren spreekt in de woonvisie de ambitie uit een gemeente te willen zijn met een duidelijke lokale / subregionale functie voor landbouw (incl. glastuinbouw), wonen en bedrijvigheid. De gemeente wil hierbij de aanwezige ruimtelijke (landschappelijke en stedenbouwkundige) structuur zoveel mogelijk benutten. Duurzaam Ruimtelijk Structuurbeeld De gemeente heeft in de woonvisie een Duurzaam Ruimtelijk Structuurbeeld (DRS) opgesteld. Het DRS bestaat uit twee elkaar aanvullende kaartbeelden: een statische structuurkaart en een dynamische strategiekaart. Het DRS legt met de structuur- en strategiekaart de waarden vast (structuurkaart) en de manier waarop er in de toekomst met deze waarden moet worden omgegaan (strategiekaart). Het DRS is kaderstellend en daarmee sturend voor ruimtelijke ontwikkelingen binnen de gemeente Someren en vormt op deze manier het toekomstig speelveld voor ruimtelijke ordening in de gemeente. 27

28 Plangebied Figuur 18 Uitsnede kaart bebouwingsstructuur (bron: Structuurschets en Structuurvisie BIO Pouderoyen) 28

29 Het DRS kent een gebiedsgerichte uitwerking. Vanuit de aangetroffen structuren en elementen zijn vijf verschillende ruimtelijk-functionele deelgebieden onderscheiden: 1 beekdallandschap; 2 bos- en heidegebied; 3 halfgesloten agrarische landschap; 4 open agrarische landschap; 5 kernen en glastuinbouwgebieden. Het plangebied maakt in de Woonvisie deel uit van het Halfgesloten agrarisch landschap (zie figuur 17). Hiervoor geldt de onderstaande typering en strategie. Half gesloten agrarisch landschap Dit deelgebied wordt als volgt getypeerd in de woonvisie. Nabij de kernen op de overgang van de beekdalen en de hogere gronden zijn binnen de gemeente de oudere ontginningen te vinden. Deze ontginningsvorm kent een relatief kleinschalig organisch patroon en kenmerkt zich door een grote afwisseling van agrarische landerijen, bosschages, bospercelen en bebouwingsclusters en -linten. Het resultaat is een rijke schakering van landschapstypen met lange en korte zichtlijnen en een grote mate van functiemenging. Deze cultuurhistorische landschappen herbergen vaak hoge kwaliteiten. Op de overgang van nat naar droog vinden we bij de verschillende buurtschappen, linten en akker-complexen met hun bolle akkers, houtwallen en laanbeplanting. Goede voorbeelden hiervan zijn de oude akkercomplexen Moorsel, Hersel en Gebergte bij Lierop en de gebieden Vlas en Einderakkers bij Someren. Het half gesloten agrarische landschap heeft een belangrijke functie voor de landbouw. Verschillende type landbouwvormen komen hier voor, waaronder enkele duidelijke concentraties van glastuinbouwbedrijven Strategie Het half gesloten agrarische landschap kenmerkt zich door de jarenlange invloed van de mens. Deze invloed heeft zijn sporen achtergelaten in de vorm van historische bebouwingslinten en -clusters, oude akkercomplexen met een bolle ligging en agrarische gronden met een verfijnd verkavelingpatroon. Deze landschappelijke en cultuurhistorische waarden koestert de gemeente Someren, zonder de ontwikkeling in het gebied tot een stilstand te roepen. In tegendeel; het half gesloten agrarische landschap biedt zowel kansen voor verdere agrarische en stedelijke ontwikkeling. Waar deze precies plaatsvindt, hangt af van de specifieke waarden die per locatie aanwezig zijn. Binnen dit gebiedstype zijn de volgende deelstrategieën van toepassing: - verwevingsgebied landbouw (reconstructie); - glastuinbouwontwikkeling (zie kernen); - zoekgebied recreatieontwikkeling; - archeologische monumenten en verwachtingswaarden; - oude akkercomplexen. Het plangebied ligt in een halfgesloten agrarisch landschap. In de Ruimtelijke Woonvisie wordt benoemd dat hier kansen voor verdere agrarische of stedelijke ontwikkelingen. De beleidsdoelen uit de Ruimtelijke Woonvisie zijn niet belemmerend voor het planvoornemen Structuurschets Buitengebied in ontwikkeling Met de Structuurschets Buitengebied in ontwikkeling (BIO-nota juni 2009) geeft de gemeente Someren haar visie op de ontwikkeling van de bebouwingsconcentraties binnen de gemeentegrenzen. De notitie is een uitwerking van de provinciale nota Buitengebied in Ontwikkeling uit 2004 (zie ook 3.2.4). Het doel van deze structuurschets is een helder ruimtelijk en functioneel kader te creëren voor toekomstige ontwikkelingen. Naast het vraagstuk hoe om te gaan met vrijkomende agrarische bedrijven is het ook van belang om mogelijkheden te bieden voor nieuwe economische dragers voor het buitengebied. Belangrijk is dat ontwikkelingen moeten worden afgestemd op het karakter en het draagvlak van de desbetreffende delen van het buitengebied. Voor het planvoornemen zijn de volgende aandachtspunten uit de BIO-nota relevant: 29

30 Plangebied Bolle akker Figuur 19 Historische kaart uit met Bolle akker 30

31 Het plangebied valt onder de noordrand van het buitengebied. Dit gebied wordt in de structuurschets aangemerkt als Stedelijk uitloopgebied van de stad Helmond (zie figuur 18 en 20). Het gebied heeft een ruimtelijk zelfstandig karakter. Er bevinden zich geen woonkernen behorende tot de gemeente. Aan de noordkant van het gebied bevindt zich de stad Helmond. Het gehele gebied vervult de functie van stedelijk uitloopgebied. In dit gebied is een aantal linten aanwezig. Het plangebied is onderdeel van het lint Lierop Eindje Herselse weg Hersel Mierlose weg. De ruimtelijke en functionele kenmerken van het lint zijn in de BIO-nota als volgt beschreven: Het bebouwingscluster Hersel/Eindje is een overblijfsel van een oud akkercomplex ten noorden van de kern Lierop. De Hersel bestaat uit de vier wegen Eindje, Herselse weg, Hersel en Mierlose weg. Het is een cluster met een gesloten karakter door de bebouwing en bospercelen. Bebouwing en kavels zijn middelgrootschalig. De bebouwing varieert van historische langgevelboerderijen tot grootschalige moderne bedrijfshallen; Het profiel van de Herselseweg en Mierloseweg is zeer breed met op een aantal plekken een aanzet voor laanbeplanting. Deze wegen zijn te kwalificeren als erftoegangsweg type 1. Verkeersaantrekkende functies zijn hier goed mogelijk. Het profiel van de Hersel is smaller van opzet en gecategoriseerd als erftoegangsweg type 1. Kansen & knelpunten Uit de omschrijving in de structuurschets blijkt, dat het gehele gebied een relatief hoge landschappelijke kwaliteit heeft. Voorbeelden hiervan vormen de cultuurhistorisch waardevolle langgevelboerderijen, de bolle akkers ( zie figuur 19)en door bos omsloten velden. Deze kwaliteit dient behouden te worden. De storende invloeden rond vooral de bestaande niet-agrarische bedrijfsactiviteiten dient te worden teruggedrongen. Wensbeeld Het gebied Lungendonk staat onder druk van de stad Helmond. Bebouwing is in enkele concentraties aanwezig. Er bestaat een wens om dit gebied te ontwikkelen ten behoeve van woningbouw. Hierover is al lange tijd discussie. Voor de landbouw is het gebied minder geschikt, vanwege de ligging ten opzichte van de GHS. Voor recreatie is het gebied des te meer kansrijk; tevens vanwege de ligging ten opzichte van Helmond en het Eindhovens Kanaal. De hoofdlijnen van beleid ten aanzien van het stedelijk uitloopgebied zijn: De bewoners van Helmond moeten in de onmiddellijke omgeving van de woonwijk een fietstocht of wandeling kunnen maken. De aanwezige infrastructuur zal hierop worden afgestemd. De verkeersveiligheid voor de fietser, ruiter en voetganger staat centraal; De landschappelijke structuur dient centraal te staan. Dit betekent, dat naar behoud en waar noodzakelijk naar versterking van de landschappelijke basisstructuur voor het gebied wordt gestreefd. Het aanbrengen van een stevige laanbeplanting langs de brede wegen zal bijdragen aan een eigen identiteit. Plangebied Figuur 20 Uitsnede kaart landschappelijke structuur + afbeelding (bron: Structuurvisie BIO Pouderoyen) Vooralsnog is er niet concreet sprake van dat dit gebied zal worden benut voor woningbouw. Bestaande plannen voor woningbouw zijn in verband met de huidige economische ontwikkelingen afgeblazen. Met een gebruik dat past in een stedelijk randzone kan wel rekening gehouden worden met een eventuele ontwikkeling als woongebied in de toekomst. 31

32 Het planvoornemen past binnen het wensbeeld uit de BIO-nota. De realisatie van een paardenpension passend gezien de ligging van het perceel in het stedelijke uitloopgebied van Helmond. Het gebied is gezien deze ligging uitermate geschikt voor de realisatie van functies welke geen plaats kunnen krijgen binnen het stedelijke gebied (zij het door ruimtebeslag, zij het door andere aspecten). Voor de beleving van het landschap is de bouw en landschappelijke inpassing van een langgevelboerderij versterkend en bepalend Structuurvisie Op 23 juli 2010 heeft de gemeenteraad de Structuurvisie vastgesteld. De basis voor de Structuurvisie wordt gevormd door de Structuurschets BIO en het LOP. Deze Structuurvisie vormt het toetsingskader voor specifiek die initiatieven, die niet passen binnen de regels van het bestemmingsplan, maar waar de gemeente wel aan mee wil werken gezien de kwaliteit van het initiatief en de inpasbaarheid ervan binnen het gemeentelijke beleid. De gemeente vraagt in dat geval een zodanige invulling van het initiatief, dat er daadwerkelijk per saldo sprake is van een kwalitatieve verbetering. Indien deze verbetering niet kan worden bereikt op het eigen perceel, dan zal een tegenprestatie worden gevraagd in de vorm van een financiële bijdrage of kwalitatieve bijdrage elders. Uitgangspunt is dat gestreefd wordt naar een verbetering van de ruimtelijke kwaliteit in de gemeente Someren, een verbetering waar eenieder een bijdrage aan kan leveren, en dat zal leiden naar een mooi schoon en vitaal buitengebied! De gemeente heeft aangegeven dat de Structuurvisie ruimte biedt om medewerking te verlenen aan het initiatief. De ruimtelijke kwaliteitswinst kan behaald worden op de volgende 3 manieren: door sloop van bestaande ongewenste bebouwing; door ruimtelijke kwaliteitswinst ter plekke te realiseren (door bijvoorbeeld een monument te herstellen of natuur te ontwikkelen); door (nog te taxeren bestemmingsplanwinst af te dragen aan het BIO fonds, zodat de gemeente dit geld weer inzet voor ruimtelijke kwaliteitswinst elders in de gemeente. Onderdeel van het voornemen is sloop van alle bestaande bebouwing. Er is een landschapsplan gemaakt om aandacht te geven aan een optimale landschappelijke inpassing van zowel bebouwing als erfinvulling en beplanting. Bepaalde delen van het plangebied worden als Groen bestemd om ander gebruik tegen te gaan. Ruimtelijke structuur: Kampen en essen Essen en Kampen zijn bouwgronden welke behoren tot de oudste zandontginningen. Rond de kernen Lierop en Someren zijn deze akkers met name te vinden. De kampen zijn door individuele boeren (eenmansessen) ontstaan, terwijl essen vaak het resultaat zijn van de bewerking van het land door meerdere boeren samen. De essen zijn hierdoor grootschaliger van aard dan de kampen. De essen zijn daarbij eeuwen lang opgehoogd met plaggen, waardoor ze een verhoogde ligging in het landschap hebben. Vandaar de benaming bolle akkers. Bolle akkers zijn vanuit cultuurhistorisch, archeologisch en landschappelijk oogpunt zeer waardevol (zie figuur 19 voor de historische kaart en figuur 22 voor de hoogtekaart). Deze akkers zijn herkenbaar als open akkers of graslanden met een typisch hoogteverschil ten opzichte van de omgeving (lage heuvels, steilranden). Vaak zijn ze omzoomd met houtsingels of houtwallen. De akkers vormen samen met de kronkelige wegen en bomenrijen een grillig patroon. Het patroon van de kampen verschilt ten opzichte van de essen, door haar kleinschaligheid. De structuur van de kampen wordt eveneens versterkt door de laanbeplanting, houtwallen en singels, maar dan in grotere dichtheden dan rond de essen. Ontwikkelingsmogelijkheden algemeen In de structuurvisie worden de volgende ontwikkelingsmogelijkheden benoemd voor de Essen en Kampen. De essen en kampen lenen zich uitstekend voor de ontwikkeling van een recreatief landschap. Hiervoor is het nodig om het oorspronkelijke karakter van het landschap te behouden en te versterken. De aanleg van beplantingsstructuren en het toevoegen van landschapselementen kan hier een belangrijke bijdrage aan leveren. Door bij de aanleg van bijvoorbeeld singels en bosjes rekening te houden met de doorzichten op de open akkers, blijft het landschap beleefbaar voor bewoner en recreant. Toeristen die door het gebied wandelen, kunnen als het ware de historie van het gebied aflezen aan het landschap. De ontwikkeling van recreatieve routes maakt het landschap fysiek toegankelijker 32

33 Ontwikkelingsmogelijkheden Niet-Agrarische Bedrijvigheid In het buitengebied zijn naast agrarische bedrijven ook mogelijkheden voor andere bedrijven. In het gehele buitengebied, ook buiten de bebouwingsconcentraties, is ruimte voor kleinschalige en ambachtelijke bedrijven, huisgebonden beroepen en een bedrijf aan huis. Ontwikkelingsmogelijkheden Kampen en essenlandschap In met name het kampen- en essenlandschap is voor cultuurhistorie een belangrijke rol weggelegd. Hier geeft de historie vorm aan het huidige landschap. Daarom moeten langevelboerderijen, en akkercomplexen in hun samenhang behouden blijven. Het landschap en haar historie moet te beleven zijn. Het plangebied maakt deel uit van de als zodanig in de structuurvisie benoemde Kampen en Essen. Achterop het plangebied is een bolle akker aanwezig. Uiteraard blijft deze gehandhaafd. Bij het uitwerken van het landschapsplan wordt het kampenlandschap versterkt door de aanleg en bestemming Groen Welstandsnota Someren Binnen de gemeente Someren is de Welstandsnota Someren 2007 opgesteld. Het plangebied wordt binnen deze nota ingedeeld bij het buitengebeid en wordt aangeduid met welstandsniveau 2 en 3 (zie figuur 21). Hierbinnen heeft de bebouwing te voldoen aan de voor dit niveau in de welstandsnota gestelde criteria. Plangebied Figuur 21 Kaart Welstandsniveau plangebied (bron: gemeente Someren) De tekeningen voor Herselseweg 14 zijn in april 2011 goedgekeurd bij de welstandscommissie 33

34 4 Milieuhygiënische aspecten 4.1 Water Beleid algemeen Het waterbeleid is op Europees niveau vastgelegd in de Kaderrichtlijn Water en op nationaal niveau in de Waterwet. Op lokaal niveau is het beleid van het Waterschap Aa en Maas richtinggevend in de vorm van Keur en Watertoets. Dit beleid wordt geconcretiseerd in het verkavelingsplan en het bestemmingsplan van de betreffende gemeentes. De waterpartners in Someren: Rijkswaterstaat is als beheerder verantwoordelijk voor de Rijkswateren. Naast de grote rivieren vallen hieronder ook veel kanalen, waaronder de Zuid-Willemsvaart die door de gemeente loopt. RWS is vanuit deze rol vooral betrokken bij vragen over het nautisch beheer en de wateraan- en afvoerfunctie van het kanaal. De provincie Noord Brabant verzorgt de doorvertaling van het landelijk beleid en is operationeel beheerder van het grondwater. Waterschap Aa en Maas en Waterschap De Dommel verzorgen het operationele waterbeheer binnen de gemeente. Dit betekent het peilbeheer en onderhoud van het oppervlaktewater. Ook initiëren zij veelal de projecten gericht op verbetering van het watersysteem (waterkwaliteit, ecologie en veiligheid). Beide waterschappen verzorgen tevens de zuivering van afvalwater op de rioolwaterzuiveringsinstallaties (RWZI). Brabant Water produceert in Someren-Heide drinkwater door grondwater te onttrekken, te zuiveren en te transporteren naar de inwoners van de gemeente. Brabant Water is een zelfstandig bedrijf dat volledig in publieke handen is. Sinds oktober 2008 heeft de gemeente Someren de zorg voor de afvoer van het afvalwater en het hemelwater en het op peil houden van het grondwater. De gemeente draagt de zorg voor de efficiënte inzameling van regen- en afvalwater. Zij beheert het rioleringssysteem in de gemeente en is tevens beheerder van de openbare ruimte, waaronder ook bijvoorbeeld de vijvers in Pasakker vallen. De grondeigenaren verzorgen het onderhoud van de niet-leggerwaterlopen en de ontwatering van het eigen perceel. Kaderrichtlijn Water De Kaderrichtlijn water (KRW) is een Europese richtlijn gericht op de verbetering van de kwaliteit van het oppervlakte- en grondwater. De KRW is sinds december 2000 van kracht en maakt het mogelijk om waterverontreiniging van oppervlaktewater en grondwater internationaal aan te pakken. Nationaal Waterplan Het Nationaal Waterplan is de opvolger van de Vierde Nota Waterhuishouding uit 1998 en vervangt alle voorgaande nota s waterhuishouding. Het Nationaal Waterplan is in december 2009 vastgesteld. In het plan wordt op hoofdlijnen het beleid van het Rijk aangegeven voor de periode Hoofddoel is te komen tot een duurzaam waterbeheer. Het beleid richt zich op de bescherming tegen overstromingen, voldoende en schoon water en diverse vormen van gebruik van water. Het Nationaal Waterplan heeft voor de ruimtelijke aspecten de status van structuurvisie. Waterwet Op 22 december 2009 is de waterwet van kracht geworden. De Waterwet regelt het beheer van oppervlaktewater en grondwater, en verbetert ook de samenhang tussen bijvoorbeeld het waterbeheer en de ruimtelijke ordening. Daarnaast levert de Waterwet een flinke bijdrage aan kabinetsdoelstellingen zoals vermindering van regels, vergunningstelsels en administratieve lasten. De nieuwe Waterwet schept een kader voor de noodzakelijke modernisering van het Nederlandse waterbeheer voor de komende decennia. Door het samenvoegen van meerdere vergunningen nemen de bureaucratie en de regeldruk voor burgers en bedrijven af. De Waterwet sluit goed aan op de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro), waardoor de relatie met het ruimtelijke omgevingsbeleid wordt versterkt. 34

35 Provinciaal Waterplan en verordening Water Het provinciaal Waterplan Waar water werkt en leeft is sinds 22 december 2009 van kracht. Het Waterplan krijgt op basis van de nieuwe Waterwet de status van structuurvisie. In het waterplan is het strategische waterbeleid van de provincie beschreven. In de Provinciale verordening Water Noord-Brabant zijn de waterdoelen verder uitgewerkt in regels voor het waterbeheer door de waterschappen Waterschap Aa en Maas, In de regio is het Waterschap Aa en Maas de waterbeheerder. Het beleid uit het Waterbeheerplan van Waterschap Aa en Maas is er op gericht schoon hemelwater niet af te voeren naar de riolering. In het kader van duurzaam waterbeheer is het gewenst om bij alle nieuwbouw maximale afkoppeling van het hemelwater toe te passen. Hierbij hanteert het waterschap de drietrapsstrategie vasthouden, bergen en afvoeren. Het schone hemelwater dient geïnfiltreerd te worden in de bodem of anders via een bodempassage afgevoerd te worden naar het oppervlaktewater. Daarnaast dient afhankelijk van de keuze van de oplossing de versnelde afvoer van het verhard oppervlak te worden gecompenseerd. Waterplan Someren 2005 In het Reconstructieplan De Peel zijn binnen de gemeentegrenzen van Someren geen in te richten waterbergingsgebieden aangewezen. In de recent verschenen notitie Waterberging landelijk Gebied van waterschap Aa en Maas is een aantal zoekgebieden voor waterberging (2e fase) aangegeven langs de Kleine Aa. De gemeente Someren zal deze gebieden betrekken bij het opstellen van een visie voor het beekdal van de Kleine Aa (in samenwerking met het waterschap Aa en Maas en provincie Noord-Brabant). Het plangebied ligt in het buitengebied van de gemeente Someren. De gemeente ziet het benutten van afkoppelkansen als een belangrijke bijdrage om knelpunten in de waterhuishoudkundige situatie te verminderen Watertoets In het nieuwe Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is het overleg met de waterschappen, de provincie en het rijk bij de voorbereiding van een bestemmingsplan opnieuw voorgeschreven. Dit is te vergelijken met het vroegere artikel 10 BRO overleg. Bij de watertoets gaat het om het van meet af aan meenemen van water bij ruimtelijke plannen en besluiten. Daarvoor is in een zo vroeg mogelijk stadium overleg nodig met de waterbeheerder. Het gaat niet om een toets achteraf. Het doel is actieve inbreng van de waterbeheerder en maatwerk voor elk plan. Het resultaat is een beschrijving van het lokale watersysteem, advies van de waterbeheerder en de expliciete afweging van de maatregelen met betrekking tot waterbeheer in het plan. Deze dienen bij voorkeur in een waterparagraaf te worden beschreven. De Watertoets wordt toegepast op alle waterhuishoudkundig relevante ruimtelijke plannen en besluiten. De waterhuishoudkundige aspecten omvatten zowel oppervlakte- als grondwater, gevaar van overstroming vanuit meren, rivieren en de zee, wateroverlast door neerslag of grondwater, waterkwaliteit en verdroging. Water en ruimtelijke ontwikkelingen De gemeente Someren onderkent de meerwaarde en noodzaak van het betrekken van water in de ruimtelijke planvorming en geeft water dan ook een prominente plaats als mede-ordenend principe. In overleg met het waterschap wordt in het kader van de watertoets afgesproken welke normen van toepassing zijn. In principe dient voor alle uit- en inbreidingsprojecten (feitelijk alle Wet ruimtelijke ordening gerelateerde projecten) een natte paragraaf en een onderbouwend waterhuishoudkundig plan te worden opgesteld, waarin (de aanpassingen van) het watersysteem en de riolering zijn uitgewerkt. In het reguliere watertoetsoverleg wordt per geval bekeken welke omvang het onderzoek en de natte paragraaf dient te krijgen. Kleinschalige projecten kunnen op die wijze op efficiënte wijze het watertoetstraject doorlopen. Het gescheiden houden van vuilwater en schoon water is een belangrijk aandachtspunt in de watertoets bij ruimtelijke ontwikkelingen. De doelstelling is het afvoeren van het vuile water via de riolering en het lokaal verwerken van het schone hemelwater. Afhankelijk van de omstandigheden ter plaatse kan een compromis gesloten worden, waarbij de minimale inzet (in bestaand 35

36 Plangebied Figuur 22 Hoogtekaart (bron: Algemene Hoogtekaart Nederland) Vijver 160 m 2 Figuur 23 Inrichtingsvoorstel watercompensatie 36

37 bebouwd gebied) is om het vuile en het schone water gescheiden aan te bieden aan het al aanwezige gemengde rioolstelsel. Een compenserende berging/infiltratievoorziening kan vervolgens buiten het directe plangebied, maar binnen de rioleringseenheid/(deel)stroomgebied gevonden worden. De gemeente staat postzegel afkoppeling (elk perceel op zich afkoppelen) niet voor, vanwege de bijna onbeheersbare situatie die dat oplevert. In aansluiting op het landelijke beleid (NW4, WB21) hanteert de gemeente Someren het beleid dat bij nieuwe plannen altijd onderzocht dient te worden hoe omgegaan kan worden met het schone hemelwater. Hierbij worden de afwegingsstappen (hergebruik), infiltratie, buffering en afvoer doorlopen. Hergebruik van schoon hemelwater wordt alleen overwogen bij grootschalige voorzieningen als scholen, kantoorgebouwen ed. Voor particuliere woningen wordt dit niet toegepast. Binnen het grondwaterbeschermingsgebied kunnen door de grondwaterbeheerder (provincie) aanvullende eisen worden gesteld in de Provinciale Milieuverordening. Ook kan een vergunning nodig zijn van de grondwaterbeheerder. Hydrologisch neutraal bouwen. Nieuwe ontwikkelingen dienen te voldoen aan het principe van hydrologisch neutraal bouwen, waarbij de hydrologische situatie minimaal gelijk moet blijven aan de uitgangssituatie Bestaande en nieuwe situatie plangebied Verhard oppervlak bestaande en nieuwe situatie In de huidige situatie is in het plangebied 550 m 2 verhard oppervlak aanwezig. Het betreft 350 m 2 woonhuis en bijgebouwen en 200 m 2 verharding in de vorm van oprit en terassen. In de nieuwe situatie wordt extra verharding toegevoegd. Het betreft de volgende onderdelen: langgevelboerderij groot, circa 250 m 2 bijgebouw (garage) horend bij de langgevelboerderij groot, circa 65 m 2 bedrijfsbebouwing voor het paardenpension en opslagloods voor de dennenteelt, groot circa 400 m 2 oprijlaan, parkeerplekken, terassen en bestrating rondom de bedrijfsbebouwing. Een exact ontwerp van de verharding rondom de bebouwing is nog niet voorhanden. Ruw geschat wordt aangenomen dat het om circa 1000 m 2 verharding zal gaan. Dit betekent een netto toename van circa 1165 m 2 meter verharding in het plangebied wordt aangelegd, namelijk 1715 m 2 nieuwe bebouwing minus 550 m 2 sloop van bestaande bebouwing en verharding. Om neutraal te kunnen ontwikkelen is voor de 1165 m 2 extra verharding compensatie vereist. Door de aanleg van een vijver aan de voorzijde van het perceel kan de extra verharding gecompenseerd worden. Voor de berekening van de omvang van de compensatiecapaciteit en de wijze van realisatie wordt overleg gevoerd met de gemeente en het Waterschap AA en Maas. Als conceptvoorstel wil de initiatiefnemer een vrijver aanleggen binnen de bestemming Groen. Het hemelwater wordt hiernaar toe geleid via goten en leidingenstelsel Voorgesteld wordt om op het perceel een vijver aan te leggen voor de opvang van hemelwater met een totale oppervlakte van 160 m2 (zie figuur 23). Vuilwater Voor de afvoer van vuilwater wordt gebruik gemaakt het pand gebruik van de bestaande aansluitingen op het gemeentelijke gemengde rioleringsstelsel (persleiding). Hemelwater Volgens de bodemkaart van Nederland bestaat de bodem binnen het plangebied uit een matig doorlatende deklaag van circa 18 m dikte, die is samengesteld uit zwak tot sterk slibhoudend fijn zand met veenlaagjes. Met de gegevens uit het bodemonderzoek (1001/020/TZ-01) kan vastgesteld worden dat de gemiddelde maaiveldhoogte van het plangebied ligt op 20,8 m +NAP. (Zie ook de hoogtekaart in figuur 22). Aangenomen wordt dat de grondwaterstand gemiddeld op 180 cm mv ligt. Er is momenteel op het perceel geen hemelwateroverlast. Na uitvoering van het planvoornemen zal de afvoer van het hemel- en vuilwater gescheiden plaatsvinden. 37

38 Figuur 24 Boorpuntenkaart (bron: Tritium verkennend bodemonderzoek, rapport nr. 1001/020/TZ-01) 38

39 Geconcludeerd kan worden dat het project niet verstorend is voor de waterhuishouding in en rond het plangebied. De grond is voldoende doorlatend en de vijver is voldoende groot om het hemelwater op te vangen. De uitvoering en de uitvoerbaarheid van het plan zijn dan ook, wat het behoud van de waterhuishouding betreft, gewaarborgd. Het voornemen voldoet aan het afkoppelingsbeleid van de gemeente, zodat lozing van schoon water op het riool wordt voorkomen. 4.2 Geluid Wet Geluidhinder Algemeen De Wet geluidhinder (Wgh) vormt het juridische kader voor het Nederlandse geluidsbeleid. De Wgh noemt drie geluidsbronnen waarbij geluidsgevoelige bestemmingen in nieuwe situaties getoetst moeten worden op mogelijke overlast. Deze drie bronnen zijn wegverkeer, spoorwegen industrielawaai. Bij het berekenen van de geluidsbelasting op een gevoelige bestemming zijn afstand (tot de infrastructuur) en intensiteit (potentiële bron) bepalende factoren. Nieuwe situatie In het kader van de Wet geluidhinder is sprake van een nieuwe situatie indien een nieuwe weg wordt aangelegd en/of sprake is van nog niet geprojecteerde gebouwen. Nog niet geprojecteerd betekent in dit kader dat het vigerende bestemmingsplan niet in de geplande bestemming voorziet. Geluidsgevoelige bestemming Een (bedrijfs)woning wordt door de Wgh gezien als een geluidsgevoelige bestemming. Indien een bestemmingsplan nieuwe geluidsgevoelige functies toestaat, stelt de Wet geluidhinder (volgens artikel 77) de verplichting akoestisch onderzoek te verrichten naar de geluidsbelasting op de gevel van de woning Toetsing akoestische situatie Volgens artikel 77 uit de Wetgeluidhinder zullen er geen nieuwe geluidgevoelige bestemmingen worden ontwikkeld. De toets Wgh is overbodig, en heeft geen toegevoegde waarde omdat de woning ipv. 10 meter, nu maar liefst 50 meter van de weg komt te liggen. Ook betreft de nieuwe woning geen burgerwoning maar een bedrijfswoning. Dit betekent dat voor de nieuwe woning een veel lager beschermingsniveau (58 db) wordt toegekend dan aan de huidige burgerwoning (53 db). In deze situatie is de situering t.o.v. wegverkeer en de omliggende bedrijvigheid relevant. Spoorweglawaai is gezien de ligging van het plangebied niet van toepassing. Er wordt geen nieuwe geluidgevoelige bestemming ontwikkeld. Toetsing aan de Wet geluidhinder is overbodig. De cumulatieve gevelbelasting van de zoneplichtige wegen moet evenwel in een later stadium, bij aanvraag van de omgevingsvergunning bouwen in beeld gebracht worden. Deze belasting kan dan via een SRM-1 berekening aangetoond worden. 4.3 Bodem De Wet bodembescherming (Wbb) van 3 juli 1986 vormt de basis voor de regelgeving om bodemverontreiniging te voorkomen, beperken, onderzoeken en saneren. Daarnaast regelt de wet wie verantwoordelijk is voor de verontreiniging en de financiële gevolgen ervan. De Woningwet bepaalt dat de gemeente alleen nog voor bouwwerken die specifiek bedoeld zijn voor het verblijf van mensen, een bodemonderzoek (bodemtoets) moet uitvoeren Bodemonderzoek Een verkennend bodemonderzoek is nodig om aan te tonen dat de bodem geschikt is voor de geplande functies. Bureau TRITIUM heeft een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd Het onderzoek is uitgevoerd volgens protocol NEN 5740:2009. Het rapport (1001/020/TZ-01), maakt als losse bijlage deel uit van deze toelichting. Hieronder volgt de samenvatting (zie figuur 24 voor de kaart met boorpunten). 39

40 Samenvatting bodemonderzoek TRITIUM Op basis van het vooronderzoek is de te onderzoeken locatie als niet-verdacht beschouwd. Op grond hiervan is een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd conform de NEN 5740 (jan. 2009) Zintuigelijk zijn tijdens de uitvoering van het veldwerk in de bovengrond bijmengingen aangetroffen met puindeeltjes. Na vergelijking van de analyseresultaten met de geldende achtergrond-, streef- en interventiewaarden blijkt dat de grond licht verontreinigd is met cadmium en kobalt. In eerste instantie bleek het grondwater matig verontreinigd te zijn met koper en licht verontreinigd met barium. De analyseresultaten zijn in tegenspraak met de hypothese dat de onderzoekslocatie niet-verdacht is. De aangetroffen gehaltes zijn echter dermate laag, dat nader onderzoek niet noodzakelijk wordt geacht. Verder zijn de resultaten in overeenstemming met de vooraf gestelde hypothese dat de locatie niet-verdacht is. De onderzoeksresultaten leveren geen beperkingen op ten aanzien van het voorgenomen gebruik van de locatie en vormen ons inziens derhalve geen belemmering voor de bestemmingsplanwijziging en de afgifte van de bouwvergunning. Indien grond wordt afgegraven (bijvoorbeeld bij bouwwerkzaamheden) en van de locatie wordt afgevoerd, dient er rekening mee te worden gehouden dat deze grond elders niet zonder meer toepasbaar is. Met betrekking tot het elders hergebruiken van grond zijn de regels van het Besluit Bodemkwaliteit van toepassing, die over het algemeen een aanzienlijk grotere onderzoeksinspanning vereisen. De samenstelling van de bodem is niet belemmerend voor de voorgenomen bestemmingsplanwijziging 4.4 Lucht Wet Luchtkwaliteit Sinds 15 november 2007 is de regelgeving rondom luchtkwaliteitseisen beschreven in de Wet milieubeheer (hoofdstuk 5 Wm, nu ook wel Wet luchtkwaliteit genoemd). Hiermee is het Besluit luchtkwaliteit 2005 vervallen. De kern van de Wet luchtkwaliteit bestaat uit (Europese) luchtkwaliteitseisen. Het doel van de Wet luchtkwaliteit is het verbeteren van de luchtkwaliteit, zodat in 2015 aan de Europese eisen wordt voldaan en huidige belemmeringen voor gewenste ontwikkelingen zo veel mogelijk worden weggenomen. In deze Wet is opgenomen dat indien aan minimaal één van de volgende voorwaarden wordt voldaan, luchtkwaliteitseisen in beginsel geen belemmering kunnen vormen voor de realisatie van een ruimtelijk project: Er is geen sprake van een feitelijke of dreigende overschrijding van een grenswaarde; Een project leidt al dan niet per saldo niet tot een verslechtering van de luchtkwaliteit; Een project draagt niet in betekenende mate bij aan de luchtverontreiniging; Een project past binnen het NSL (Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit), of binnen een regionaal programma van maatregelen. Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) De wet regelt het zogenaamde Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit ( NSL). Het NSL is op 1 augustus 2009 in werking getreden. De EU heeft Nederland inmiddels derogatie (verlenging van de termijn om luchtkwaliteitseisen te realiseren) verleend. De verleende derogatie betekent dat: Nederland de voorgenomen ruimtelijke ontwikkelingen ( NIBM projecten ) uit het NSL kan uitvoeren; de grens voor projecten die niet in betekenende mate (NIBM) bijdragen wijzigt van 1% naar 3% van de jaargemiddelde grenswaarde; beide grenswaarden mogen jaarlijks maximaal 35 keer worden overschreden. Volgens de nieuwe Wet- en regelgeving leidt dit plan niet in betekenende mate tot verslechtering van de luchtkwaliteit. Volgens de Handreiking Niet in betekenende mate bijdrage (NIBM) hoeft er geen luchtkwaliteitsberekening gemaakt te worden indien een project geen gevolgen 40

41 voor de luchtkwaliteit heeft. Bijvoorbeeld als een project niet leidt tot (een toename van) verkeersbewegingen of (een toename van) relevante emissies. Voorliggend initiatief betreft het slopen van bestaande bebouwing en bouw van nieuwe (bedrijfs)bebouwing met een oppervlakte van circa 715 m 2. Het voornemen leidt niet tot een toename van relevante emissies. Verder luchtkwaliteitsonderzoek is niet noodzakelijk. Zie voor geurhinder paragraaf Omgekeerde werking De specifieke wetgeving over luchtkwaliteit is gericht op het voorkomen van overschrijdingen van de luchtkwaliteitsnormen. De mate van blootstelling van bestemmingen, die voor luchtkwaliteit gevoelig zijn, speelt hierbij een ondergeschikte rol. Uit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening zal echter ook afgewogen moeten worden of het aanvaardbaar is om een bepaald project op een bepaalde plaats te realiseren. Daarbij speelt de mate van blootstelling aan luchtverontreiniging uiteraard wel een doorslaggevende rol. Bij de beoordeling aan de hand van het vereiste van een goede ruimtelijke ordening gaat het vooral om de mate van blootstelling van toekomstige gebruikers van de projectlocatie in kwestie of van de omgeving daarvan, zoals bewoners. Een toetsing aan de grenswaarden is hierbij echter niet aan de orde. Tegen de achtergrond van de inhoud van het huidige concept-besluit gevoelige bestemmingen, lijkt de overheid met de bovenstaande passage vooral te doelen op het voorkomen van voor de volksgezondheid overduidelijk ongewenste knelpuntsituaties, zoals een zeer gevoelige bestemming (bijvoorbeeld een bejaardenhuis of school) binnen korte afstand van een rijks- of provinciale weg. Het niet opnemen van woningen als gevoelige bestemming wijst er op dat het rijksbeleid in principe uitgaat van een stand-still beginsel voor alle overige situaties. Immers alleen projecten die niet in betekenende mate bijdragen en specifieke projecten, waarvan middels onderzoek wordt aangetoond dat zij de luchtkwaliteit niet onevenredig belasten, voldoen aan het toetsingscriterium van de Wet luchtkwaliteit. Er zijn geen provinciale (N266) of rijkswegen (A67)in de directe nabijheid van het plangebied die knelpunten laten zien tav. de luchtkwaliteit. Ook is er geen sprake van dusdanige agrarische bedrijvigheid, die ten aanzien van luchtkwaliteit voor problemen zorgt. Geconstateerd wordt dat het project voldoet aan de eisen die worden gesteld aan een goede ruimtelijke ordening door zowel de gezondheidsraad als in het conceptbesluit gevoelige bestemmingen. Voor het plangebied kan een voldoende woon- en leefklimaat gegarandeerd worden. Zie voor de relatie met geurhinder paragraag Zonering omliggende bedrijven Algemeen Zowel de ruimtelijke ordening als het milieubeleid stellen zich ten doel een goede kwaliteit van het leefmilieu te handhaven en te bevorderen. Om te komen tot een verantwoorde, ruimtelijk relevante toetsing in milieuhygiënisch opzicht van bedrijfsvestigingen, wordt gebruik gemaakt van de zogenaamde milieu-zonering. Hieronder wordt verstaan het aanbrengen van een voldoende ruimtelijke scheiding tussen enerzijds milieubelastende bedrijven of inrichtingen anderzijds milieugevoelige functies als wonen en recreëren. Daarnaast is de milieuwetgeving van toepassing. Bij de milieuzonering wordt gebruik gemaakt van de door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) opgestelde Lijst van Bedrijven. Hierin wordt per bedrijfssoort aangegeven welke milieu-invloed (in de vorm van geur, stof, geluid en gevaar) hiervan kan uitgaan en welke afstand hierbij (minimaal) in acht genomen moet worden. Hierbij onderscheidt de VNG diverse omgevingstypen. Het achterliggende idee is dat de gevoeligheid van een gebied voor bepaalde hinder afhankelijk is van het omgevingstype. De door de VNG aangegeven afstanden betreffen een rustige woonwijk. Voor gemengde gebieden kunnen de richtafstanden worden verminderd. Gemengde gebieden betreffen gebieden die langs hoofdinfrastructuur liggen en/of gebieden met matige tot sterke functiemenging. In een rustige woonwijk en buitengebied komen vrijwel geen andere functies voor. De afstand wordt gemeten vanaf het op de verbeelding aangeduide deel voor de bedrijfsmatige activiteit tot aan de gevel van nieuwe of bestaande woningen gelegen buiten het betreffend perceel. 41

42 De mate van milieuhinder bepaalt in welke van de zes milieucategorieën een bedrijfssoort is ingedeeld. Daarbij omvat categorie 1 de lichtste en categorie 6 de zwaarste vormen van bedrijvigheid. In principe is bedrijvigheid behorende tot de categorie 1 goed te mengen met de functie wonen. Dit geldt in de meeste gevallen ook voor de categorie 2-bedrijven. Het is wenselijk om de bedrijvigheid in de categorie 3 te clusteren en een zonering in acht te nemen. Vanaf categorie 4 is menging met milieugevoelige functies niet mogelijk. Het voornemen omvat een kleinschalig paardenpension waarbij maximaal 10 paarden worden gehuisvest en 0,5 hectare dennenteelt in de volle grond. Wat betreft de dennenteelt is geen hinder te verwachten voor de omgeving wat betreft geur, stof, geluid of gevaar. Het paardenpension betreft een stalhouderij voor maximaal 10 paarden, het is geen productiegericht bedrijf Dit betekent dat het om een agrarisch verwant bedrijf gaat en zeker niet om een veehouderij. De activiteiten lijst uit de VNG uitgave geeft voor wat betreft het houden van paarden de volgende opties weer: activiteiten betreffende het fokken en houden van overige graasdieren, paardenfokkerijen, zie hiervoor SBI-1993, code 0122 of SBI-2008, code Voor deze activiteiten wordt milieucategorie 3.1 gehanteerd met een grootste hinderafstand van 50 m. Deze afstand is gebaseerd op de mogelijke waarneming van geur(hinder) binnen 50 m afstand van het paardenpension. activiteiten voor dierenasiels en -pensions, zie hiervoor SBI-1993, code 9305 of SBI-2008, code Hiervoor wordt milieucategorie 3.2 gehanteerd met een grootste hinderafstand van 100 m. Dit is gebaseerd op het ervaren van geluidsoverlast veroorzaakt door de kleine huisdieren binnen 100 m afstand van het dierenasiel/pension. Aannemelijk is om aan te sluiten bij de richtafstanden voor mogelijke hinder vermeld onder activiteiten betreffende het fokken en houden van overige graasdieren, paardenfokkerijen (SBI-1993, code 0122 of SBI-2008, code 0143). Hoewel de omvang van het paardenpension klein is en het geen paardenfokkerij betreft is er geen andere omschrijving in de activiteitenlijst die beter aansluit. De activiteiten genoemd voor dierenasiels en -pensions zijn niet van toepassing omdat deze voor het houden van kleine huisdieren zijn bestemd. Het plangebied ligt op een rustige locatie in het buitengebied. In de omgeving liggen een aantal voormalige en nog in bedrijf zijnde veehouderijen. Het dichtsbijliggende bedrijf betreft een veehouderij aan de Hersel. De grootste hinderafstand voor dit bedrijf is 100 m. Het bedrijf ligt op ruim 100 m afstand (nl. 150 m) van de locatie van de langgevelboerderij. Er is geen sprake van hinder voor het planvoornemen. In de omgeving liggen naast de genoemde agrarische bedrijvigheid nog diverse vrijstaande woningen waarin soms een beroep aan huis uitgeoefend wordt. Deze activiteiten vallen onder categorie 1 of 2 en veroorzaken geen hinder voor hun omgeving. Voor het oprichten van dit bedrijf, zal naar verwachting een melding op grond van het Besluit landbouw milieubeheer noodzakelijk zijn Geur Sinds januari 2007 is de nieuwe Wet geurhinder en veehouderij van kracht. Deze wet werkt niet langer met stankcirkels om het effect op leefniveau aan te geven maar geeft normen voor de geurbelasting die een veehouderij mag veroorzaken op een geurgevoelig project (bijvoorbeeld een woning). De geurbelasting (emissie van geur) wordt niet meer uitgedrukt in Mest Varken eenheden (MVE s ) maar in Odour units per seconde. De geurbelasting wordt nu berekend met een verspreidingsmodel (V-Stacks genoemd) en wordt uitgedrukt in geureenheden per m 3. Dit geldt alleen voor dieren waarvoor de geuremissiefactoren zijn opgenomen in de Regeling geurhinder en veehouderij (dec. 2006). De stankcirkels gelden alleen nog voor vergunningen verleend onder het oude geurbeleid, dus voor vergunningen beschikt voor 1 januari Zelfs dan geven ze slechts een vereenvoudigde benadering. Voor de vergunningen na januari 2007 zijn soms nog wel gewoon stankcirkels weergeven. Deze geven slechts een eerste indicatie van het geureffect en hebben geen juridische betekenis meer. In de directe omgeving van het plangebied zijn diverse agrarische bedrijven en woningen gevestigd. De stankcirkels (indicatief weergegeven sinds 2007) van deze bedrijven liggen ruim buiten het plangebied. 42

43 Omgekeerde werking Het plan voorziet in een nieuwe bestemming aan de Herselseweg 14 in Lierop. Het betreft de vestiging van een paardenpension en een boomkwekerij. Voor paarden zijn géén emissiefactoren opgenomen in de Regeling geurhinder en veehouderij. Bovendien betreft het een kleinschalig (haast hobbymatig) bedrijf waarbij het gaat om de opvang van 10 paarden. De VNG richtlijn op hinderafstanden geeft voor paardenfokkerijen een maximale hinderafstand van 50 m aan voor geur. Binnen een afstand van 50 m liggen geen gevoelige functies. Conclusie op basis van de Wet geurhinder en veehouderij: De beoogde plannen vormen een belemmering voor de omliggende andere veehouderijen in die zin dat omliggende veehouderijen voldoende afstand in acht moeten nemen voor mogelijke hinder voor het plangebied. Opgemerkt wordt dat de huidige bestemming, nl. Woningen een zwaardere bescherming kent voor de omringende veehouderijen dan de toekomstige bestemming Bedrijf met een bedrijfswoning. Ook komt de bedrijfswoning, verder naar achteren op het perceel te liggen en komt daardoor op grotere afstand van de bestaande veehouderijen in de omgeving te liggen. Het toekomstige bedrijf: paardenpension annex dennenteelt voldoet aan de afstandseisen vanuit de Wet geurhinder en veehouderij. Gesteld kan worden dat het bedrijf geen geurhinder veroorzaakt voor omliggende gevoelige functies. Ook is het planvoornemen niet belemmerend voor de bedrijfsvoering van omliggende bedrijven. 4.6 Externe veiligheid Het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) legt veiligheidsnormen op aan bedrijven die een risico vormen voor personen buiten het bedrijfsterrein. Deze bedrijven verrichten soms risicovolle activiteiten dichtbij kwetsbare objecten en beperkt kwetsbare objecten. Tijdens de productie, de opslag, gebruik en het transport kunnen zich calamiteiten voordoen waardoor de veiligheid van de omgeving in het geding is. Daardoor ontstaan risico s voor mensen die in de buurt ervan wonen of werken. Het besluit wil die risico s beperken. Het verplicht gemeenten en provincies wettelijk vanaf 1 april 2004 bij het verlenen van milieuvergunningen en het maken van bestemmingsplannen rekening te houden met externe veiligheid. Het besluit bevat eisen voor het plaatsgebonden risico en het groepsrisico. Het plaatsgebonden risico (PR) is het risico op een plaats buiten een inrichting, uitgedrukt als de kans per jaar dat een persoon die onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven, overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof, gevaarlijke afvalstof of bestrijdingsmiddel betrokken is. Het groepsrisico (GR) legt een relatie tussen de kans op een ramp en het aantal mogelijke slachtoffers. Het risico geeft aan hoe groot de kans is dat bij een ongeval bij een risicolocatie 10, 100 of 1000 slachtoffers tegelijk vallen. Dit risico is daardoor een maatstaf voor de verwachte omvang van een ramp. Voor het groepsrisico geldt een oriëntatiewaarde. Dit is geen norm, maar een ijkpunt. Overheden moeten iedere verandering boven of onder deze waarde verantwoorden. Op grond van deze risico s heeft VROM veiligheidsafstanden bepaald. Op de risicokaart is te zien dat de dichtstbijzijnde risicovolle bron op circa 700 m van het plangebied liggen (zie figuur 25). Het betreft een opslagpunten bij op de kaart aangegeven bedrijven. De opslagpunten kennen geen risicocontour. Buisleidingen en andere risicobronnen bevinden zich op een nog grotere afstand en hebben geen uitwerking op het plangebied. 4.7 Ecologie Bij ruimtelijke ingrepen zoals de bouw van nieuwe woningen of een bedrijf moet rekening gehouden worden met de aanwezige natuurwaarden van het plangebied en omgeving. Hierbij kan onderscheid gemaakt worden tussen gebiedsbescherming en soortenbescherming Quickscan Flora en Fauna Econsultancy heeft in opdracht van HSRO een quickscan flora en fauna uitgevoerd in het kader van een bestemmingsplanwijziging. Het volledige rapport (nr ) maakt als losse bijlage deel uit van de toelichting. Hieronder volgen kort de ligging ten opzichte van beschermde gebieden, de conclusies en aanbevelingen. 43

44 Plangebied Figuur 25 Risicokaart (bron: Provincie Brabant Figuur 26 EHS weergave plangebied (bron: Quickscan Flora en fauna, Econsultancy nr ) 44

45 Ligging ten opzichte van beschermde gebieden: De onderzoekslocatie is niet gelegen binnen de grenzen, of in de directe nabijheid van een gebied dataangewezen is als Natura 2000-gebied. Het meest nabijgelegen Natura 2000-gebied is gelegen op circa 3,2 kilometer ten zuidwesten van de onderzoekslocatie en betreft Strabrechtse Heide & Beuven. De onderzoekslocatie ligt in de nabijheid van gebieden, behorend tot de EHS (zie figuur 26). De aan de noordzijde van de locatie gelegen bospercelen en het zuidoostelijk bosperceel betreffen bestaand bos met als bijbehorend natuurdoeltype multifunctioneel bos. Het bosgebied ten oosten van de onderzoekslocatie is eveneens voorzien van de EHS status bestaand bos met als natuurdoeltype bos met verhoogde natuurwaarde. Conclusies en aanbevelingen Ten behoeve van de voorgenomen realisatie van een agrarisch verwant bedrijf zal de huidige burgerwoningen de overige aanwezige bebouwing worden gesloopt. Waarnemingen en te verwachten soorten: De burgerwoning biedt nestmogelijkheden aan spreeuw en hoogstens één of enkele broedparen huismus. De kapschuur, voormalige ponystal en aanwezige bomen en hagen bieden broedgelegenheid aan algemene vogelsoorten als heggenmus, merel, roodborst en witte kwikstaart. De onderzoekslocatie zal mogelijk gebruikt worden door in de omgeving verblijvende vleermuizen om te foerageren. De onderzoekslocatie vormt een geschikt habitat voor grondgebonden zoogdieren als mol, egel, rosse woelmuis, bosmuis en konijn en amfibieën als bruine kikker en gewone pad. Voor de overige soorten uit de verschillende soortgroepen vormt de onderzoekslocatie geen geschikt habitat of zijn deze op grond van bekende verspreidingsgegevens of het ontbreken van verblijfindicaties niet te verwachten. Maatregelen ter voorkoming van overtredingen van de Flora- en faunawet: Over het algemeen kan schade aan broedvogels worden voorkomen door de werkzaamheden buiten het broedseizoen te starten of geheel buiten het broedseizoen uit te voeren. Het (laten) uitvoeren van een controle op de aanwezigheid van een broedgeval voor aanvang van de werkzaamheden kan eveneens voorkomen dat er onnodige vertraging van de plannen en verstoring van broedvogels plaatsvindt. De functionaliteit van de bebouwing voor huismussen dient op basis van de huidige wetgeving behoudente blijven. Gezien de vermoedelijke minimale aantallen broedparen in de te slopen burgerwoning en de geschiktheid van de omgeving, is de functionaliteit te behouden en overtreding te voorkomen door de nieuwbouw weer toegankelijk te maken voor huismus. Econsultancy adviseert om de maatregelen te verwoorden en te onderbouwen in een activiteitenplan. Hoewel op de onderzoekslocatie zelf geen beschermde soorten te verwachten zijn (met uitzondering van broedvogels), neemt dat niet weg dat aan de algemene zorgplicht moet worden voldaan. In het kader van de zorgplicht dient er rekening met amfibieën en kleine zoogdieren moet worden gehouden wanneer materialen en vegetatie worden verwijderd. Dieren moeten de gelegenheid krijgen om weg te komen. Dergelijke activiteiten vinden bij voorkeur niet plaats tijdens de winterperiode. Gebiedsbescherming De EHS zal niet worden aangetast door de herbestemming van de onderzoekslocatie. Externe werking op overige beschermde natuurgebieden (Natura 2000) is niet aan de orde. Noodzaak tot nader onderzoek Nader onderzoek naar het voorkomen van verschillende soortgroepen wordt niet noodzakelijk geacht. Noodzaak aanvraag ontheffing Flora- en faunawet artikel 75c Ontheffingsaanvraag voor overtreding van verbodsbepalingen in de Flora-Ontheffingsaanvraag voor overtreding van verbodsbepalingen in de Flora- en faunawet ten aanzien van het verstoren van vaste rust- en verblijfplaatsen is niet aan de orde. Figuur 27 geeft een samenvatting van de te verwachten verstoring en de te nemen vervolgstappen. 45

46 Figuur 27 Uitsnede IKAW kaart (bron archeologisch onderzoek Econsultancy nr ) 46

47 Figuur 28 Verstoringstabel (bron: Quickscan Flora en fauna, Econsultancy nr ) Binnen het voornemen zijn geen ontheffingen nodig in het kader van de Flora- en faunawet en/of de Natuurbeschermingingswet Ook is het voornemen uitvoerbaar binnen het beleidskader van de Ecologische Hoofdstructuur. De nieuwbouw wordt geschikt gemaakt voor de huismus 4.8 Cultuur en Archeologie De bescherming van het archeologische erfgoed in de bodem en de inbedding ervan in de ruimtelijke ontwikkeling is het onderwerp van het Europese Verdrag van Valletta (Malta, 1992). Dit verdrag is uitgewerkt in een wijziging van de Monumentenwet. 1 september 2007 is de wet op de archeologische monumentenzorg in werking getreden. Hiermee worden de uitgangspunten van het Verdrag van Malta binnen de Nederlandse wetgeving geïmplementeerd. De wet regelt de bescherming van archeologisch erfgoed in de bodem, de inpassing ervan in de ruimtelijke ontwikkeling en de financiering van opgravingen. Op de archeologische verwachtingenkaart (zie figuur 28) is te zien dat het plangebied een middelhoge tot hoge archeologische verwachting heeft. In de directe nabijheid van het plangebied is een terrein van archeologische waarde gelegen Archeologisch onderzoek Herselseweg 14 Ter bescherming van mogelijke archeologische waarden is in het plangebied een archeologisch bureauonderzoek en een verkennend booronderzoek uitgevoerd. Het onderzoek is uitgevoerd door bureau Econsultancy. Het opgestelde rapport ( ) d.d. 15 februari 2011 maakt als losse bijlage deel uit van deze toelichting. Zie figuur 29 voor de boorpuntenkaart uit het onderzoek. Hieronder wordt alleen de omschrijving van het planvoornemen en het afsluitende advies uit het rapport weergegeven. 47

48 Figuur 29 Uitsnede boorpuntenkaart (bron archeologisch onderzoek Econsultancy nr ) Planvoornemen De bestaande woning met bijgebouw, Herselseweg 14, zal gesloopt worden. Dit betreft circa 100 m² woning en circa 250 m² bedrijfsgebouw op een terrein van circa m². Waarna dit deel van het plangebied een agrarische bestemming krijgt. In een nieuw te realiseren agrarisch bouwvlak (van circa 3600 m²) wordt een bedrijfswoning van circa 266 m², een garage van 64 m², een pension/stalling voor 10 paarden van circa 400 m² (tevens verwerkingsruimte voor boomkwekerijproducten) met uitloopweide en trainingsvoorzieningen en een hooiberg van 36 m² gerealiseerd. Daarnaast komt op 0,5 hectare de teelt van kerstdennen. Bij de gebouwen zal de noodzakelijke ondergrondse infra worden gerealiseerd. Gekozen wordt voor fundatie op staal. Hieraan vooraf wordt alle donkere grond afgegraven tot op het gele zand. Op dit gele zand wordt bouwzand gestort waarop de fundering wordt aangelegd. Er komen onder de gebouwen geen kelders en fundatiepalen. Er wordt voorafgaande aan de bouw van de bedrijfswoning en garage/berging een perceelsophoging gedaan van 60 cm. De onderzijde fundering komt bij de bedrijfswoning en garage/berging op 80 cm onder het nieuwe maaiveld. Er wordt voorafgaande aan de bouw van de schuur een perceelsophoging gedaan van 50 cm bij de schuur. De onderzijde fundering komt bij de schuur op 70 cm onder het nieuwe maaiveld. Het archeologisch onderzoek was noodzakelijk om te bepalen of bij de voorgenomen activiteiten de kans bestaat dat archeologische resten in de ondergrond worden aangetast. Advies Op grond van het bureauonderzoek en de boorresultaten is het mogelijk dat in het oostelijke deel van het plangebied archeologische waarden aanwezig zijn die door de nieuwbouwplannen bedreigd worden. Bij de gekozen bouwwijze is behoud in situ echter mogelijk mits men niet dieper graaft dan het esdek en het plangebied vervolgens wordt opgehoogd. Het is noodzakelijk dat dit goed wordt vastgelegd voorafgaande aan de bouw. Mocht er toch dieper ontgraven moeten worden als het esdek dan dient het westelijke deel van het plangebied verder onderzocht te worden. Econsultancy adviseert om dit te doen door middel van een archeologische begeleiding, protocol proefsleuven. Voor het westelijk deel van het plangebied, dat een agrarische bestemming krijgt, geldt het advies om hier een bestemming archeologische waarde aan te geven. Zodat bij werkzaamheden die dieper gaan dan 30 cm archeologisch vervolgonderzoek moet plaatsvinden maar indien deze werkzaamheden niet plaats vinden er geen archeologisch vervolgonderzoek hoeft te worden uitgevoerd. 48

49 Bovenstaand advies vormt een selectieadvies. Econsultancy wil de opdrachtgever erop wijzen dat dit selectieadvies nog niet betekent dat al bodemverstorende activiteiten of daarop voorbereidende activiteiten kunnen worden ondernomen in het westelijke deel van het plangebied. De resultaten van dit onderzoek zullen eerst moeten worden beoordeeld door het bevoegd gezag (gemeente Someren), die vervolgens een selectiebesluit neemt. Er is geprobeerd een zo gefundeerd mogelijk advies te geven op grond van de gebruikte onderzoeksmethoden. De aanwezigheid van archeologische sporen of resten in het westelijke deel van het plangebied kan nooit volledig worden uitgesloten. Econsultancy wil de opdrachtgever er daarom op wijzen, dat mochten tijdens de geplande werkzaamheden toch archeologische waarden worden aangetroffen er dan conform artikel 53 van de Wet op de Archeologische Monumentenzorg uit 2007 een meldingsplicht geldt bij de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (via de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed: ARCHISmeldpunt, telefoon ), bij de gemeente of bij de provincie. Op basis van de resultaten van het archeologisch onderzoek studie dient het bevoegd gezag (gemeente someren) een afgewogen beslissing te nemen ten aanzien van het vervolgtraject in het kader van een zorgvuldige archeologische monumentenzorg.. Op het moment van schrijven van rapport (15 februari 2011) was er nog sprake van een hooiberg. Dit is niet meer aan de orde. Ook was toen nog niet bekend dat er de bestemming Groen zou komen met een vijver. Dit wijzigt niet de conclusie en advies van Econsultancy 49

50 5 Juridische planopzet In dit hoofdstuk worden de regels van dit postzegelbestemmingsplan kort toegelicht. Het plangebied ligt in het buitengebied van de gemeente Someren. Op het plangebied is het bestemmingsplan Buitengebied 1998 van de gemeente Someren van toepassing. Om het voornemen te mogen realiseren is voor het plangebied een bestemmings- en functiewijziging nodig. De vigerende woonbestemming binnen het plangebied komt te vervallen. 5.1 Plansystematiek Regels Algemeen In deze paragraaf wordt een nadere toelichting gegeven op het juridisch bindende gedeelte van voorliggend bestemmingsplan. Het juridisch bindende gedeelte van een bestemmingsplan volgens de nieuwe Wro bestaat uit de verbeelding (voorheen plankaart) en de regels (voorheen voorschriften). De gekozen wijze van bestemmen komt overeen met bestemmingsregelingen zoals die in de gemeente Someren worden toegepast. Binnen het plangebied zijn er geen handhavingszaken die in voorliggend bestemmingsplan worden gelegaliseerd. De verbeelding Op de verbeelding hebben alle gronden binnen het plangebied een bestemming gekregen. Binnen een bestemming kunnen nadere aanduidingen zijn aangegeven. Deze aanduidingen hebben juridische betekenis, indien en voor zover deze daaraan in de regels wordt gegeven. Een aantal aanduidingen heeft juridisch gezien geen betekenis en is uitsluitend op de verbeelding aangegeven ten behoeve van de leesbaarheid van de kaart (bijvoorbeeld topografische gegevens). Deze toelichting betreft het bestemmingsplan Lierop, Herselseweg 14 van de gemeente Someren. De regels van dit bestemmingsplan zijn gebaseerd op de regels van het ontwerpbestemmingsplan Buitengebied 2011 van de gemeente Someren en de SVBP Bestemmingen Algemeen In combinatie met de planregels krijgen de bestemmingsvlakken en andere aanduidingen op de verbeelding de precieze juridische betekenis. Naast de bestemming bevat het plan een aantal algemene bepalingen, zoals begripsbepalingen, bepalingen omtrent de wijze van meten, algemene vrijstellingen en gebruiksbepalingen, strafbaarstelling en overgangsbepalingen. Deze min of meer standaardbepalingen worden hier verder niet toegelicht Ontwerpbestemmingsplan Buitengebied 2011, gemeente Someren In de regels van het ontwerpbestemmingsplan buitengebied 2011 van de gemeente Someren is opgenomen dat de bestemming Bedrijf geldt voor zowel niet-agrarische bedrijven als voor agrarisch verwante bedrijven. Voor alle locaties met de bestemming Bedrijf geldt dat bedrijven uit milieucategorie 1 en 2 direct zijn toegestaan. Op een aantal locaties is een bedrijfsvorm uit een hogere milieucategorie expliciet toegestaan. De toegestane bedrijfsvorm en oppervlakte wordt daarbij specifiek in de regels benoemd. In de toelichting van het ontwerpbestemmingsplan worden in paragraaf 2.2 de drie onderstaande mogelijkheden gegeven waarop paardenhouderijen in het bestemmingsplan geregeld kunnen worden: Publieksgerichte manege: Grote publieksgerichte manege, op grond van de SVBP valt een manege onder de bestemming Sport. Agrarische bedrijven: fokkerijen, paardenmelkerijen, worden hieronder geregeld. Het gaat hier om productiegerichte bedrijven, zij zullen onder grondgebonden agrarische bedrijven hun bestemming houden (en krijgen). Agrarisch verwante bedrijven: hieronder kunnen functies als stalhouderijen en paardenpensions worden geregeld. Voordeel is dat deze bedrijven in de staat van bedrijven worden opge- 50

51 nomen, waarmee het aantal vierkante meters bebouwing geregeld is. Hiermee kan per geval bekeken worden of de hoeveelheid bebouwing past bij de activiteiten die er plaatsvinden. De bestemming Agrarisch verwant bedrijf is gezien de aard en omvang van het paardenpension het meest passend. Het paardenpension uit voorliggend bestemmingsplan is geen productiegericht bedrijf, het fokken van dieren is niet aan de orde. Ook is het geen publieksgerichte manege. Het voornemen betreft slechts de stalling van 10 paarden. Met de bestemming bedrijf waar een agrarisch verwante bedrijf onder valt kan via de bijbehorende staat van bedrijven de toegestane bedrijfsvorm en het aantal toegestane vierkante meters bedrijfsbebouwing bepaald worden. Bestemming Agrarisch met Waarden-Landschappelijke Waarden Voorliggend bestemmingsplan Herselseweg 14 van de gemeente Someren kent aan het plangebied deels de bestemming Agrarisch met Waarden-Landschappelijke Waarden toe. Binnen deze bestemming kan de 0,5 hectare dennenteelt uitgevoerd worden. Daarnaast liggen binnen deze bestemming de volgende functieaanduidingen: Specifieke vorm van waarde-cultuurhistorisch waardevol (sw-cw) en Specifiek vorm van waarde-visueel waardevol; besloten (sw-vwb). Deze functieaanduidingen hebben te maken met de bijzondere ligging van het plangebied. In de regels worden de bouw- en gebruiksmogelijkheden van deze bestemming in combinatie met de functieaanduidingen nader omschreven. Bestemming Bedrijf Voorliggend bestemmingsplan Herselseweg 14 van de gemeente Someren kent aan het plangebied deels de bestemming Bedrijf met de functieaanduiding specifieke vorm van bedrijf -sb 64 toe. In de regels worden de bouw- en gebruiksmogelijkheden van deze bestemming omschreven. Het betreft de bedrijfsvoering van een paardenpension voor maximaal 10 paarden. Bestemming Groen Voorliggend bestemmingsplan Herselseweg 14 van de gemeente Someren kent aan het plangebied deels de bestemming Groen toe. Deze bestemming ondersteunt de landschappelijke inpassing van het voornemen en voorkomt bebouwing van de als Groen bestemde delen. In de regels worden de gebruiksmogelijkheden van deze bestemming omschreven. Dubbelbestemming Archeologische waarde Daarnaast ligt op het plangebied de dubbelbestemming Archeologische Waarde. Met deze dubbelbestemming wordt de bijzondere positie ligging in een gebied met hoge archeologische verwachting met bijbehorende regels beschreven. Gebiedsaanduiding bebouwingsconcentratie Deze aanduiding markeert de zone van het bebouwingscluster Hersel. Gebiedsaanduiding reconstructiewetzone- extensiveringsgebied Deze aanduiding markeert de zone extensiveringsgebied vastgelegd in het reconstructieplan. 5.2 Motivatie Familie Knoops heeft in buurtschap Hersel een burgerwoning met diverse bijgebouwen in eigendom, tegenover de Brink. De bijgebouwen zijn buiten gebruik en in verpauperde staat. De woning stamt uit de jaren 70 en past niet bij de langgevelboerderijen in de omgeving van de Brink. De landschappelijke waarde van de Brink verdient verbetering. In de directe en nabije omgeving van het plangebied komen langgevelboerderijen veelvuldig voor (zie figuur 30). Er ligt een eerste ring van nu 6 langgevelboerderijen rondom de Brink. De bestaande jaren 70 woning aan de Herselseweg 14 kan zondermeer als niet passend in het landschap bezien worden. Met de sloop van deze woning en herbouw van een langgevelboerderij verbetert de ruimtelijke kwaliteit van de directe en nabije omgeving. Extra verbetering wordt nog bereikt door de bouwlocatie van de boerderij verder naar achteren te schuiven. De Brink wordt daardoor beter zichtbaar in het landschap. Door op het voorste deel van het plangebied de bestemming Groen te leggen, wordt bebouwing ervan in de toekomst voorkomen. 51

52 Eerste ring van nu 6 straks 7 langgevelboerderijen rondom de Brink Tweede ring van langgevelboerderijen in directe omgeving plangebied Derde ring van totaal langgevelboerderijen in nabijheid plangebied Figuur 30 Situatiekaart met bestaande langgevelboerderijen in omgeving plangebied 52

53 De structuur van het bebouwingscluster Hersel wordt door het voornemen versterkt en sluit beter aan bij de historische situatie (zie figuur 30 en de historische kaarten van figuur 11). Er ontstaat met de bouw van de langgevelboerderij een samenhangend ensemble rondom de Brink. De keuze voor een langgevelboerderij brengt een bedrijfswoning met een ruimere inhoudsmaat dan volgens het bestemmingsplan is toegestaan met zich mee. Dit is verdedigbaar gezien de ruimtelijke kwaliteitswinst die de bouw van een historiserende langgevelboerderij met zich meebrengt. Ten behoeve van het paardenpension en de verwerking van de dennenteelt wordt 400 m 2 aan schuren gebouwd. Een deel van de langgevelboerderij, namelijk de 300 m 3 van het achterhuis wordt eveneens gebruikt ten behoeve van de bedrijfsvoering van het paardenpension. Extra meerwaarde voor het plangebied en nabije omgeving ontstaat door uitvoering van het landschapsplan. Het landschapsplan garandeert de aanleg van extra beplanting in de vorm van de groensingel, de aanleg van haagbeuken, essen, zilverlindes, beukenhagen en struweel wordt de binding van het perceel met het omringende landschap versterkt. De uitoefening van een paardenpension is gezien de ligging van het plangebied een voorstelbare keuze. Door de aanwezigheid van ruiterpaden in de omgeving en de ligging in het stedelijk uitloopgebied van Helmond kan het paardenpension als passend in de omgeving beschouwd worden. De dennenteelt is gangbaar agrarisch gebruik van de landbouwpercelen van Knoops. Het bedrijf zal hiervoor een melding volgens het activiteitenbesluit Landbouw doen. Het planvoornemen past binnen de structuurvisie Buitengebied In Ontwikkeling (BIO) van de gemeente Someren. Binnen de BIO worden op basis van het reconstructieplan, de structuurvisie provincie Brabant en de ruimtelijke woonvisie mogelijkheden geboden voor de vestiging van een paardenpension. Belangrijk is dat met het voornemen voldoende kwaliteitswinst wordt behaald. In deze toelichting is te lezen dat, dat met de invulling van de historiserende architectuur van de langgevelboerderij en de uitvoering van het landschapsplan het geval is. Daarnaast wordt mogelijk nog een afdracht aan het BIO fonds van de gemeente gedaan. Deze afdracht wordt gebruikt om elders in de gemeente ruimtelijke kwaliteitswinst mogelijk te maken. Ten behoeve van deze afdracht is een taxatierapport in het kader van de BIO-nota opgesteld. Dit rapport vormt de basis voor het overleg met de gemeente over de afdracht. Het voornemen past binnen het beleid van provincie en gemeente. Er is geen strijd met het Rijksbeleid. De gemeente Someren is voornemens medewerking te verlenen aan het uitvoeren van het planvoornemen en het hiervoor noodzakelijke aanpassen van de bestemmingen door het opstellen van dit postzegelbestemmingsplan. 53

54 6 Economische uitvoerbaarheid Het plan wordt door de initiatiefnemer ontwikkeld. Alle kosten in verband met de realisatie zijn voor rekening van de initiatiefnemer. Er zal door de gemeente geen financieel risico worden gelopen. De gemeente Someren is niet betrokken bij de exploitatie of investeringen van het project. Momenteel is er nog overleg gaande tussen de initiatiefnemer en de gemeente over de noodzaak om nog een bedrag te doneren aan het BIO-fonds. Bij deze afweging wordt de al behaalde ruimtelijke kwaliteitswinst op het plangebied meegenomen. Er wordt door de initiatiefnemer een planschade-overeenkomst gesloten met de gemeente Someren. 7 Maatschappelijke uitvoerbaarheid 7.1 Inspraak en overleg Voordat bestemmingsplan Herselseweg 14, van de gemeente Someren rechtskracht verkrijgt, dient de procedure te worden doorlopen, zoals deze is neergelegd in de Wet ruimtelijke ordening (Wro). De gemeente past daaraan voorafgaand haar eigen inspraakverordening toe. Kort weergegeven betreft het de volgende stappen: ter inzagelegging van het voorontwerpbestemmingsplan met de mogelijkheid van inspraak en overleg ter inzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan met de bekendmaking van onder meer de mogelijkheid om schriftelijke zienswijzen naar voren te brengen bij de gemeenteraad (artikel 3.8 Wro); vaststelling van het bestemmingsplan (inclusief de reacties op de naar voren gebrachte zienswijzen) door de gemeenteraad van Someren; ter inzagelegging van het bestemmingsplan met de mogelijkheid beroep in te stellen bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Daarnaast vindt gedurende de procedure overleg plaats met het betrokken waterschap en met die diensten van provincie en Rijk die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in geding zijn 7.2 Zienswijzen In deze paragraaf of in een separate bijlage worden te zijner tijd de zienswijzen op het voorontwerp bestemmingsplan en de gemeentelijke reactie hierop opgenomen. 54

55 Verbeelding Analoge verbeelding Bestemmingsplan Lierop, Herselseweg 14, gemeente Someren NL.IMRO.0847.BP VO01 De digitale verbeelding vormt samen met de digitale regels het juridische kader van het bestemmingsplan 55

56

57 G B (sb-64) Legenda Plangebied Herselseweg 14, Lierop Enkelbestemmingen AW B G Agrarisch met waarden - Landschappelijke waarden Bedrijf Groen Dubbelbestemmingen WR-A Waarde - Archeologie Gebiedsaanduidingen Other: bebouwingsconcentratie Reconstructiewetzone - extensiveringsgebied Functieaanduidingen (sb-64) Specifieke vorm van bedrijf - 64 (swr-cw) (swr-vwb) Specifieke vorm van waarde - cultuurhistorisch waardevol Specifieke vorm van waarde - visueel waardevol; besloten (swr-cw) AW (swr-vwb) Verklaring G AW (swr-cw) (swr-vwb) WR-A HOOGSTRAAT BA AFFERDEN TEL FAX INFO@HSRO.NL

58 Regels Analoge regels Bestemmingsplan Lierop, Herselseweg 14, gemeente Someren NL.IMRO.0847.BP VO01 De digitale verbeelding vormt samen met de digitale regels het juridische kader van het bestemmingsplan 1

59 2

60 Inhoud regels Voor de inhoud van de regels voor de bestemmingen die deel uitmaken van dit bestemmingsplan wordt in eerste instantie verwezen naar de ontwerppregels van het ontwerpbestemmingsplan Buitengebied 2011 van de gemeente Someren 3

61 4

62 HOOGSTRAAT BA AFFERDERN (GLD) INFO@HSRO.NL TEL FAX

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24 Pagina 1 van 5 Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24 Pagina 2 van 5 Inleiding Op donderdag 3 april 2014 is door Dierenrijk

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing. Wijziging gebruik van loods voor opslag op het perceel Rinkesfort 13 te Maasbree

Ruimtelijke onderbouwing. Wijziging gebruik van loods voor opslag op het perceel Rinkesfort 13 te Maasbree Ruimtelijke onderbouwing Wijziging gebruik van loods voor opslag op het perceel Rinkesfort 13 te Maasbree 16-08-2011 1. Inleiding Algemeen De heer Wijnen heeft het verzoek gedaan om een loods op het perceel

Nadere informatie

Etten-Leur. (Bron: www. nederland-in-beeld.nl)

Etten-Leur. (Bron: www. nederland-in-beeld.nl) Etten-Leur (Bron: www. nederland-in-beeld.nl) Introductie Etten-Leur is een middelgrote gemeente in Brabant, gelegen ten westen van Breda. De gemeente bestaat uit één kern van ruim 40.000 inwoners. Door

Nadere informatie

WIJZIGINGSPLAN NATUURONTWIKKELING BOSRAND 25 EN OMGEVING, LIESHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 30 augustus 2016 vastgesteld

WIJZIGINGSPLAN NATUURONTWIKKELING BOSRAND 25 EN OMGEVING, LIESHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 30 augustus 2016 vastgesteld WIJZIGINGSPLAN NATUURONTWIKKELING BOSRAND 25 EN OMGEVING, LIESHOUT 30 augustus 2016 vastgesteld 52-027 GEMEENTE LAARBEEK 2 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding... 5 1.1 Algemeen... 5 1.2 Aanleiding en doel... 5 1.3

Nadere informatie

15003 RO VERPLAATSEN VLAAMSE SCHUUR LANGEREIT 14

15003 RO VERPLAATSEN VLAAMSE SCHUUR LANGEREIT 14 15003 RO VERPLAATSEN VLAAMSE SCHUUR LANGEREIT 14 Ordito b.v. Postbus 94 5126 ZH Gilze E info@ordito.nl T 0161 801 022 I www.ordito.nl KVK 54 811 554 1. Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Ligging en begrenzing

Nadere informatie

Bijlage 1. Onderbouwing Zuidrand De Mortel, fase 1 volgens de Verordening Ruimte

Bijlage 1. Onderbouwing Zuidrand De Mortel, fase 1 volgens de Verordening Ruimte Bijlage 1 Onderbouwing Zuidrand De Mortel, fase 1 volgens de Verordening Ruimte Onderbouwing Zuidrand De Mortel, fase 1 volgens Verordening Ruimte, fase 2 In onderstaande tabel geeft de gemeente Gemert-Bakel

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel

Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel Inleiding en planbeschrijving In Netersel is in de huidige situatie een speelterrein gelegen (zie figuur 1). Dat speelterrein is deels binnen het plangebied

Nadere informatie

1. Streekplan Brabant in balans

1. Streekplan Brabant in balans 1. Streekplan Brabant in balans Het plangebied is gelegen in de AHS-landschap; subzone leefgebied dassen en voor een deel (duinrand) binnen de GHS-natuur. De Interimstructuurvisie Noord-Brabant Brabant

Nadere informatie

WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 2 februari 2016 vastgesteld

WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 2 februari 2016 vastgesteld WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT 2 februari 2016 vastgesteld 52-007 GEMEENTE LAARBEEK 2 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding... 5 1.1 Algemeen... 5 1.2 Aanleiding en doel... 5 1.3 Plangebied... 6 1.4

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Hollandseweg 19, Someren. Gemeente Someren

Ruimtelijke onderbouwing Hollandseweg 19, Someren. Gemeente Someren Ruimtelijke onderbouwing Hollandseweg 19, Someren Gemeente Someren Opdrachtgever: Projectlocatie: Dhr. N.H.L. Michiels Hollandseweg 19 5712RM Someren Hollandseweg 19, Someren Projectnummer: 16418-001 Datum:

Nadere informatie

Format Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE

Format Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE Format Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING 1.1. Algemeen 1.2. Aanleiding en doel 1.3. Plangebied 1.4. Leeswijzer 2. PLANBESCHRIJVING 2.1. Bestaande situatie 2.2. Gewenste

Nadere informatie

Relevante artikelen Verordening ruimte Noord-Brabant

Relevante artikelen Verordening ruimte Noord-Brabant Bijlage 3 Relevante artikelen Verordening ruimte Noord-Brabant Artikel 2.1 - Zorgplicht voor ruimtelijke kwaliteit 1. Een bestemmingsplan dat voorziet in een ruimtelijke ontwikkeling buiten bestaand stedelijk

Nadere informatie

Beeldkwaliteitsplan. Goorstraat 35 en Goorstraat. Te Soerendonk

Beeldkwaliteitsplan. Goorstraat 35 en Goorstraat. Te Soerendonk Beeldkwaliteitsplan Goorstraat 35 en Goorstraat ongenummerd (tussen 21 en 23) Te Soerendonk Oktober 2010 1 Inhoudsopgave 1) Inleiding.3 2) Provinciaal en gemeentelijk beleid m.b.t. buitengebied 4 3) Uitwerking

Nadere informatie

Begrenzing Primair agrarisch gebied (Primag)

Begrenzing Primair agrarisch gebied (Primag) Begrenzing Primair agrarisch gebied (Primag) 1.1 Inleiding Het buitengebied van de gemeente Deurne, dat behalve de kernen van Deurne, Vlierden, Liessel, Neerkant en Helenaveen, het gehele grondgebied van

Nadere informatie

Bestemmingsplan Buitengebied Zundert, vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing

Bestemmingsplan Buitengebied Zundert, vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing Opgesteld door: Provincie Noord-Brabant 19-05-2016 S.M.Verhaart- Menken Versie: 3_19-05-2016 Inhoud

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing. Plattelandswoning Eilandseweg 18 a, Nederhorst den Berg

Ruimtelijke onderbouwing. Plattelandswoning Eilandseweg 18 a, Nederhorst den Berg Ruimtelijke onderbouwing Plattelandswoning Eilandseweg 18 a, Nederhorst den Berg In opdracht van G.C. Nagel december 2013 Ruimtelijke onderbouwing Plattelandswoning Eilandseweg 18 a Nederhorst den Berg

Nadere informatie

HOOFDSTUK 3 Beleid. 3.2 Rijksbeleid. 3.3 Provinciaal beleid

HOOFDSTUK 3 Beleid. 3.2 Rijksbeleid. 3.3 Provinciaal beleid HOOFDSTUK 3 Beleid 3.1 Inleiding De beleidscontext voor het plangebied wordt gevormd door (Europese,) landelijke, provinciale, en gemeentelijke beleidsrapportages. In dit hoofdstuk is het relevante (Europees-,)

Nadere informatie

Presentatie dorpsraad Lith Bestemmingsplan Buitengebied. Bestemmingsplan Buitengebied. Lith 2013

Presentatie dorpsraad Lith Bestemmingsplan Buitengebied. Bestemmingsplan Buitengebied. Lith 2013 Presentatie dorpsraad Lith Bestemmingsplan Buitengebied Lith 2013 26 januari 2012 Inhoud presentatie 1. Voortraject 2. Wat is een bestemmingsplan? 3. Inhoud van het voorontwerp Bestemmingsplan Buitengebied

Nadere informatie

Gemeente Houten Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Cluster Ontwikkeling, Sectie Ruimtelijke Ordening

Gemeente Houten Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Cluster Ontwikkeling, Sectie Ruimtelijke Ordening ** Vastgesteld oktober 2014 Cluster Ontwikkeling, Sectie Ruimtelijke Ordening Visie verplaatsing nietagrarische bedrijven binnen het buitengebied Status: vastgesteld door de gemeenteraad van Houten d.d.

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing

Ruimtelijke onderbouwing Ruimtelijke onderbouwing De Kouwe Noord 3, Geffen Gemeente Oss Raadhuislaan 2 5341 GM Oss T: 14 0412 F: 0412 642605 www.oss.nl RUIMTELIJKE ONDERBOUWING De Kouwe Noord 3 te Geffen Februari maart 2016 1

Nadere informatie

College van Burgemeester en Wethouders Gemeente Leudal Postbus ZG Heythuysen. Geacht College,

College van Burgemeester en Wethouders Gemeente Leudal Postbus ZG Heythuysen. Geacht College, Bergs Advies B.V. Leveroyseweg 9a 6093 NE Heythuysen Telefoon (0475) 49 44 07 Fax (0475) 49 23 63 E-mail info@bergsadvies.nl Internet www.bergsadvies.nl BIC code: RABONL2U IBAN: NL76RABO0144217414 K.v.K.

Nadere informatie

Bestemmingsplan buitengebied

Bestemmingsplan buitengebied Bestemmingsplan buitengebied Voorontwerp Informatieavond dinsdag 26 juni 2012 Wat is een bestemmingsplan? Plan met regels over het gebruik van de ruimte Waar en hoe mag wat worden gebouwd? Welke functies

Nadere informatie

Gemeente Haaksbergen. Rood voor Rood beleid 2015

Gemeente Haaksbergen. Rood voor Rood beleid 2015 Gemeente Haaksbergen Rood voor Rood beleid 2015 Ruimtelijke ontwikkeling 20-8-2015 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2 2. Begrippen 3 3. Beleidskaders 4 3.1 Kaders 4 3.2 Voorwaarden 4 3.3 Bijzondere gevallen

Nadere informatie

Bijlage 1: kwaliteitsverbetering

Bijlage 1: kwaliteitsverbetering Bijlage 1: kwaliteitsverbetering Aanleiding De kwaliteit van het landelijk gebied is belangrijk voor een hoogwaardig leef- en vestigingsklimaat en draagt daardoor bij aan de economische ontwikkeling van

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1 Inleiding

HOOFDSTUK 1 Inleiding HOOFDSTUK 1 Inleiding 1.1 Aanleiding en doel In 2010 is het voormalige perceel Strijbeekseweg 23 te Ulvenhout gesplitst in twee percelen, te weten Strijbeekseweg 23 met daarop een boerderij (rijksmonument),

Nadere informatie

bestemmingsplan Ammerzoden herziening 2013, Hoge Heiligenweg 12 datum: 5 september 2013 projectnummer: R.2011 gemeente Maasdriel

bestemmingsplan Ammerzoden herziening 2013, Hoge Heiligenweg 12 datum: 5 september 2013 projectnummer: R.2011 gemeente Maasdriel bestemmingsplan Ammerzoden herziening 2013, Hoge Heiligenweg 12 status: vastgesteld datum: 5 september 2013 projectnummer: 202360R.2011 adviseurs: Jke / Wle gemeente Maasdriel Inhoudsopgave Hoofdstuk

Nadere informatie

Gemeente Achtkarspelen Projectbesluit Veranderen erf bij de woning Skieppedrifte 5 te Drogeham Ruimtelijke onderbouwing

Gemeente Achtkarspelen Projectbesluit Veranderen erf bij de woning Skieppedrifte 5 te Drogeham Ruimtelijke onderbouwing Gemeente Achtkarspelen Projectbesluit Veranderen erf bij de woning Skieppedrifte 5 te Drogeham Ruimtelijke onderbouwing 1. INLEIDING 1.1 Aanleiding voor het projectbesluit Op 15 januari 2010 is er een

Nadere informatie

Wijzigingsplan Wyldpaed West 3 te Twijzelerheide ONTWERP

Wijzigingsplan Wyldpaed West 3 te Twijzelerheide ONTWERP Wijzigingsplan Wyldpaed West 3 te Twijzelerheide ONTWERP 1 INHOUDSOPGAVE Toelichting 3 1. Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Begrenzing plangebied 3 1.3 Geldende bestemmingsplan / moederplan 4 1.4 Bestaande

Nadere informatie

GEMEENTE OUDE IJSSELSTREEK Plan van wijziging Buitengebied 2000, herziening 2002 Locatie Marmelhorstweg 2a

GEMEENTE OUDE IJSSELSTREEK Plan van wijziging Buitengebied 2000, herziening 2002 Locatie Marmelhorstweg 2a Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Oude IJsselstreek d.d. nr., G.H. Tamminga secretaris J.P.M. Alberse burgemeester GEMEENTE OUDE IJSSELSTREEK Plan van wijziging Buitengebied

Nadere informatie

Nota functieverandering buitengebied Oost Gelre

Nota functieverandering buitengebied Oost Gelre Nota functieverandering buitengebied Oost Gelre ROBGB-1100019 maart 2011 Nota functieverandering buitengebied Oost Gelre 1. Samenvatting Oost Gelre heeft beleid voor functieverandering van vrijkomende

Nadere informatie

N o t i t i e t. b. v. A r e n a d e b a t b e s t e m m i n g s p l a n b u i t e n g e b i e d M o e r d i j k

N o t i t i e t. b. v. A r e n a d e b a t b e s t e m m i n g s p l a n b u i t e n g e b i e d M o e r d i j k N o t i t i e t. b. v. A r e n a d e b a t b e s t e m m i n g s p l a n b u i t e n g e b i e d M o e r d i j k 31 augustus 2016 Op 8 september a.s. vindt om 19.30 u het vierde Arenadebat plaats over

Nadere informatie

Raadsvoorstel. 1. Samenvatting. Agenda nr. 9

Raadsvoorstel. 1. Samenvatting. Agenda nr. 9 Raadsvoorstel Agenda nr. 9 Onderwerp: Vaststellen bestemmingsplan Ruiter 10 Someren Soort: Kaderstellend en besluitvormend Opsteller: M. ter Avest Portefeuillehouder: W.L.G. Hanssen Zaaknummer: SOM/2015/019808

Nadere informatie

Hergebruik Vrijgekomen Agrarische Bedrijfsbebouwing Nieuwe Landgoederen & Landelijk wonen

Hergebruik Vrijgekomen Agrarische Bedrijfsbebouwing Nieuwe Landgoederen & Landelijk wonen Beleidskader Hergebruik Vrijgekomen Agrarische Bedrijfsbebouwing Nieuwe Landgoederen & Landelijk wonen In het buitengebied 1. Inleiding Het Streekplan Gelderland (2005) biedt nieuwe beleidsruimte voor

Nadere informatie

Bijlage 2 Uitwerking uitbreidingsmogelijkheden Rooye Hoefsedijk 38 in Gemert

Bijlage 2 Uitwerking uitbreidingsmogelijkheden Rooye Hoefsedijk 38 in Gemert Bijlage 2 Uitwerking uitbreidingsmogelijkheden Rooye Hoefsedijk 38 in Gemert Bestemmingsplan: Oud bestemmingsplan: Gemert-Bakel Buitengebied 2006 Bouwblok: Agrarisch bedrijf, met de aanduiding Intensieve

Nadere informatie

Beleidskader. Vrijkomende Agrarische Bebouwing

Beleidskader. Vrijkomende Agrarische Bebouwing Beleidskader Vrijkomende Agrarische Bebouwing Beleidskader December 2016 3 Beleid Vrijkomende Agrarische Bebouwing Inhoudsopgave 1. Inleiding 1.1 Aanleiding 1.2 Doelstellingen 1.3 Relatie met ander beleid

Nadere informatie

Projectbesluit Lierop, Eindje 4-4a gemeente Someren. HSRO Stedenbouw en Ruimtelijke Ontwikkeling i.o.v. M. van den Eijnden

Projectbesluit Lierop, Eindje 4-4a gemeente Someren. HSRO Stedenbouw en Ruimtelijke Ontwikkeling i.o.v. M. van den Eijnden Projectbesluit Lierop, Eindje 4-4a gemeente Someren HSRO Stedenbouw en Ruimtelijke Ontwikkeling i.o.v. M. van den Eijnden Topografische kaart Verklarende tekst Projectbesluit Lierop Eindje 4-4a, gemeente

Nadere informatie

Aanvraag om afgifte van een ontheffing op grond van artikel 2.5 (Ruimtelijke Verordening Gelderland)

Aanvraag om afgifte van een ontheffing op grond van artikel 2.5 (Ruimtelijke Verordening Gelderland) Aanvraag om afgifte van een ontheffing op grond van artikel 2.5 (Ruimtelijke Verordening Gelderland) De gemeente Berkelland vraagt voor het nieuwe bestemmingsplan Buitengebied, Kieftendijk Haaksbergseweg

Nadere informatie

TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN RANDWEG WEST

TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN RANDWEG WEST TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN RANDWEG WEST GEMEENTE BLADEL In opdracht van Opgesteld door Auteur STRI-nummer Projectnummer Datum Status Inhoudsopgave 1. Inleiding... 1 2. Beleidskader... 4 3. Huidige en

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing

Ruimtelijke onderbouwing Ruimtelijke onderbouwing Vijf onderkomens voor recreatieve overnachtingen bij camping aan Drachtster Heawei 38 De Veenhoop 1 2 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING VIJF RECREATIEVE ONDERKOMENS DRACHTSTER HEAWEI 38

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Verplaatsing pluimveebedrijf van De Haag 105 in Gemert naar De Kampen 12 in Gemert

Ruimtelijke onderbouwing Verplaatsing pluimveebedrijf van De Haag 105 in Gemert naar De Kampen 12 in Gemert Ruimtelijke onderbouwing Verplaatsing pluimveebedrijf van De Haag 105 in Gemert naar De Kampen 12 in Gemert 1. Inleiding Het plan betreft vormverandering van het agrarische bouwblok van de intensieve veehouderij(pluimveebedrijf)

Nadere informatie

Beleidskader Vrijkomende Agrarische Bebouwing

Beleidskader Vrijkomende Agrarische Bebouwing GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Haaren. Nr. 21696 15 februari 2017 Beleidskader Vrijkomende Agrarische Bebouwing 1. Inleiding 1.1 Aanleiding De afgelopen decennia is het aantal agrarische bedrijven

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Bûtewei 14A Ureterp (agrarische bedrijfswoning) Gemeente Opsterland

Ruimtelijke onderbouwing Bûtewei 14A Ureterp (agrarische bedrijfswoning) Gemeente Opsterland Ruimtelijke onderbouwing Bûtewei 14A Ureterp (agrarische bedrijfswoning) Gemeente Opsterland INHOUDSOPGAVE pagina HOOFDSTUK 1 INLEIDING 5 1.1 Aanleiding voor het plan 5 1.2 Plangebied 5 1.3 Leeswijzer

Nadere informatie

Toetsingskader. Ruimte voor ruimteregeling. Gemeente Heumen

Toetsingskader. Ruimte voor ruimteregeling. Gemeente Heumen Toetsingskader Ruimte voor ruimteregeling Gemeente Heumen Vastgesteld: 20 december 2011 Inleiding In de raadsvergadering van 21 april is toegezegd dat er vooruitlopend op de structuurvisie die de gehele

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Fort Imperial te Breskens

Ruimtelijke onderbouwing Fort Imperial te Breskens Ruimtelijke onderbouwing Fort Imperial te Breskens 1 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 4 1.1 Aanleiding 4 1.2 Ligging en begrenzing plangebied 4 1.3 Vigerende bestemmingsplan 5 2. Bestaande situatie 6 2.1 ruimtelijke

Nadere informatie

GEMEENTE HOOGEVEEN. BESTEMMINGSPLAN Buitengebied Zuid Herziening 2007, deelplan Trambaan 5 te Nieuweroord

GEMEENTE HOOGEVEEN. BESTEMMINGSPLAN Buitengebied Zuid Herziening 2007, deelplan Trambaan 5 te Nieuweroord GEMEENTE HOOGEVEEN BESTEMMINGSPLAN Buitengebied Zuid Herziening 2007, deelplan Trambaan 5 te Nieuweroord 15 Juni 2009 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 3 2. Bestaande situatie 3 2.1 Plangebied 3 2.2 Vigerende

Nadere informatie

Bestemmingsplan Haule, Dorpsstraat 56 te Haule V A S T G E S T E L D

Bestemmingsplan Haule, Dorpsstraat 56 te Haule V A S T G E S T E L D Bestemmingsplan Haule, Dorpsstraat 56 te Haule V A S T G E S T E L D Bestemmingsplan Haule, Dorpsstraat 56 te Haule V A S T G E S T E L D Inhoud Toelichting Regels Verbeelding 19 oktober 2010 Projectnummer

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Leveroyseweg 14, Heythuysen

Ruimtelijke onderbouwing Leveroyseweg 14, Heythuysen Ruimtelijke onderbouwing Leveroyseweg 14, Heythuysen Inleiding Initiatiefnemer heeft een agrarisch bouwvlak aan Leveroyseweg 14 te Heythuysen. Op deze locatie worden varkens gehouden op extensieve wijze.

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing voor de bouw van een woning aan Laurens Stommespad 2 te Middelburg

Ruimtelijke onderbouwing voor de bouw van een woning aan Laurens Stommespad 2 te Middelburg Ruimtelijke onderbouwing voor de bouw van een woning aan Laurens Stommespad 2 te Middelburg Middelburg, 8 januari 2014 Inhoud 1. Inleiding 2. Locatie en project 2.1 Ligging plangebied 2.2 Geldend bestemmingsplan

Nadere informatie

UITGEBREIDE OMGEVINGSVERGUNNING

UITGEBREIDE OMGEVINGSVERGUNNING Besluit Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Doetinchem besluit aan de heer W.J.H. Putman, Veenweg 8, 7031GJ in Wehl een omgevingsvergunning te verlenen. De vergunning geldt voor

Nadere informatie

Esperenweg / Langereyt De Maneschijn / Driehoek. Oostelbeers. Bestaande situatie en analyse LEGENDA. Ruimtelijke elementen.

Esperenweg / Langereyt De Maneschijn / Driehoek. Oostelbeers. Bestaande situatie en analyse LEGENDA. Ruimtelijke elementen. LEGENDA grens onderzoeksgebied agrarisch bedrijf Ruimtelijke elementen Esperenweg/ Langereyt bebouwing bebouwing - storend dorpsrand - hard lint De Maneschijn/ Driehoek bebouwingsconcentratie opgaande

Nadere informatie

Bijdrageregeling woningbouw en sloopvergoeding in het kader van Buitengebied in Ontwikkeling CONCEPT

Bijdrageregeling woningbouw en sloopvergoeding in het kader van Buitengebied in Ontwikkeling CONCEPT Bijdrageregeling woningbouw en sloopvergoeding in het kader van Buitengebied in Ontwikkeling CONCEPT Uden, juni 2009 Inhoudsopgave blz 1. Inleiding 3 2. Stimuleren ontwikkelingen in het landelijk gebied

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing

Ruimtelijke onderbouwing Ruimtelijke onderbouwing Burgemeester van Erpstraat 63a, Berghem 2017, pag. 1 van 12 Ruimtelijke onderbouwing Burgemeester van Erpstraat 63a, Berghem 2017 Gemeente Oss, oktober 2017 Ruimtelijke onderbouwing

Nadere informatie

Zienswijze ontwerp-bestemmingsplan Molenweg 5-5a Hoogeloon

Zienswijze ontwerp-bestemmingsplan Molenweg 5-5a Hoogeloon Van Provincie Noord-Brabant Aan Gemeente Bladel Onderwerp Zienswijze ontwerp-bestemmingsplan Molenweg 5-5a Hoogeloon Ter attentie van Zaak identificatie 07-11-2017

Nadere informatie

*Z04630B9E6E* Ruimtelijke onderbouwing. Bouwen van een loods op het perceel Westerweg 21 Ouddorp. Initiatiefnemer: Maatschap Aleman-Sperling

*Z04630B9E6E* Ruimtelijke onderbouwing. Bouwen van een loods op het perceel Westerweg 21 Ouddorp. Initiatiefnemer: Maatschap Aleman-Sperling *Z04630B9E6E* Registratienummer: Z -14-38204 / 39321 Ruimtelijke onderbouwing Bouwen van een loods op het perceel Westerweg 21 Ouddorp Initiatiefnemer: Maatschap Aleman-Sperling Opgemaakt: 16 april 2015

Nadere informatie

*Z073B5B20C6* Ruimtelijke onderbouwing. ten behoeve van het bouwen van het wijzigen van het bouwvlak op het perceel Oudelandsedijk 4b te Dirksland

*Z073B5B20C6* Ruimtelijke onderbouwing. ten behoeve van het bouwen van het wijzigen van het bouwvlak op het perceel Oudelandsedijk 4b te Dirksland *Z073B5B20C6* Ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van het bouwen van het wijzigen van het bouwvlak op het perceel Oudelandsedijk 4b te Dirksland Initiatiefnemer: Franzen Landbouw Oudelandsedijk 4b 3247

Nadere informatie

Bouwplan voor het realiseren van een werktuigenberging

Bouwplan voor het realiseren van een werktuigenberging Ruimtelijke Onderbouwing Bouwplan voor het realiseren van een werktuigenberging Gemeente Tynaarlo September 2012 NL.IMRO.1730.ABYdermade3depunt-0301 Inhoudsopgave 2.1 Beschrijving van het projectgebied,

Nadere informatie

Bijlage: beoordeling duurzame locatie

Bijlage: beoordeling duurzame locatie Bijlage: beoordeling duurzame locatie Het bedrijf is gelegen in een verwevingsgebied. In een verwevingsgebied is een bouwblokvergroting voor intensieve veehouderijen toegestaan indien het bedrijf is gelegen

Nadere informatie

wijzigingsplan Boerderijsplitsing Bemmerstraat 7, Beek en Donk gemeente Laarbeek

wijzigingsplan Boerderijsplitsing Bemmerstraat 7, Beek en Donk gemeente Laarbeek wijzigingsplan Boerderijsplitsing Bemmerstraat 7, Beek en Donk gemeente Laarbeek document: toelichting status: vastgesteld datum: 2 september 2014 projectnummer: 200770R.2020 adviseur: Jke toelichting

Nadere informatie

Beleidsnotitie nieuwe denkrichting Vrijkomende (Agrarische) Bebouwing (VAB) in het buitengebied

Beleidsnotitie nieuwe denkrichting Vrijkomende (Agrarische) Bebouwing (VAB) in het buitengebied Beleidsnotitie nieuwe denkrichting Vrijkomende (Agrarische) Bebouwing (VAB) in het buitengebied 1. Inleiding In het buitengebied is een groot aantal voormalige agrarische locaties en woningen waar veel

Nadere informatie

Bouw van een woning + bijgebouw Achterwei 31 Oudega

Bouw van een woning + bijgebouw Achterwei 31 Oudega Ruimtelijke onderbouwing Bouw van een woning + bijgebouw Achterwei 31 Oudega Ruimtelijke onderbouwing voor de bouw van een woning + bijgebouw Achterwei 31 te Oudega 1 Ruimtelijke onderbouwing voor de bouw

Nadere informatie

Ruimtelijke Onderbouwing verbinding Tramweg-Industrieweg, bedrijventerrein De Smaale (deelproject 2).

Ruimtelijke Onderbouwing verbinding Tramweg-Industrieweg, bedrijventerrein De Smaale (deelproject 2). Ruimtelijke Onderbouwing verbinding Tramweg-Industrieweg, bedrijventerrein De Smaale (deelproject 2). Doel en aanleiding Masterplan en Beeldkwaliteitplan Belangrijk brondocument van deze omgevingsvergunning

Nadere informatie

Namens cliënte, familie Van Kessel, woonachtig aan de Kwadestaartweg 10 te (5752 PV) Deurne, richt ik mij tot u met het volgende.

Namens cliënte, familie Van Kessel, woonachtig aan de Kwadestaartweg 10 te (5752 PV) Deurne, richt ik mij tot u met het volgende. Afz. Kerkstraat 2, 6095 BE Baexem College van Burgemeester en Wethouders van Deurne Postbus 3 5750 AA DEURNE Datum Betreft Ons kenmerk 4 februari 2014 Verzoek om omgevingsvergunning t.b.v. mantelzorg T19221.02.001/HAR

Nadere informatie

Toelichting behorende bij de binnenplanse wijziging van het. bestemmingsplan ex. Artikel 3.6 Wro. Weverwijk 7 rood te Meerkerk

Toelichting behorende bij de binnenplanse wijziging van het. bestemmingsplan ex. Artikel 3.6 Wro. Weverwijk 7 rood te Meerkerk Toelichting behorende bij de binnenplanse wijziging van het bestemmingsplan ex. Artikel 3.6 Wro Weverwijk 7 rood te Meerkerk Planstatus: Identificatienr: ontwerp NL.IMRO.0707.WPMKKWeverwijk7RD-ON01 Datum:

Nadere informatie

Gebiedvisie op het. buitengebied van de. gemeente Drimmelen

Gebiedvisie op het. buitengebied van de. gemeente Drimmelen Gebiedvisie op het buitengebied van de gemeente Drimmelen Door de ZLTO Afdeling Drimmelen Gebiedsvisie voor de gemeente Drimmelen Vanuit de ZLTO-afdeling Drimmelen is het idee gekomen om in navolging van

Nadere informatie

B&W-voorstel. Onderwerp: Ruimtelijke onderbouwing Brugstraat 73C Vinkel (uitbreiding visvijver Slothoeve) 1) Status

B&W-voorstel. Onderwerp: Ruimtelijke onderbouwing Brugstraat 73C Vinkel (uitbreiding visvijver Slothoeve) 1) Status B&W-voorstel Onderwerp: Ruimtelijke onderbouwing Brugstraat 73C Vinkel (uitbreiding visvijver Slothoeve) 1) Status De voorliggende ruimtelijke onderbouwing betreft een concept waarvoor een inspraakprocedure

Nadere informatie

Bestemmingsplan Kleine kernen Bergakker, tweede herziening

Bestemmingsplan Kleine kernen Bergakker, tweede herziening Bestemmingsplan Kleine kernen Bergakker, tweede herziening status: ontwerp idn: NL.IMRO.0281.BP00024-on01 gemeente Tiel datum: september 2015 Bestemmingsplan Kleine kernen Bergakker, tweede herziening

Nadere informatie

Uitbreiding Theater De Willem

Uitbreiding Theater De Willem Stedenbouwkundige verkenning Uitbreiding Theater De Willem Gemeente Papendrecht, november 2008 Stedenbouwkundige Verkenning Onderwerp: Theater De Willem 1. Inleiding De mogelijkheden voor uitbreiding van

Nadere informatie

GEMEENTE SOMEREN. Toelichting landschapsplan Hugterweg 10 Someren

GEMEENTE SOMEREN. Toelichting landschapsplan Hugterweg 10 Someren GEMEENTE SOMEREN Toelichting landschapsplan Hugterweg 10 Someren Toelichting landschapsplan Hugterweg 10 Someren Projectnr.119-009 / 5 oktober 2017 INHOUD 1. INLEIDING... 2 1.1. Aanleiding... 2 2. RUIMTELIJKE

Nadere informatie

Wijzigingsplan BUITENGEBIED MIDDEN 1 E WIJZIGING. toelichting. Juni 2016

Wijzigingsplan BUITENGEBIED MIDDEN 1 E WIJZIGING. toelichting. Juni 2016 Wijzigingsplan BUITENGEBIED MIDDEN 1 E WIJZIGING toelichting Juni 2016 Cluster Ruimtelijke Ontwikkeling 2016 Inhoudsopgave HOOFDSTUK 1: INLEIDING... 1 1.1. AANLEIDING... 1 1.2. DOEL EN PLANVORM... 1 1.3.

Nadere informatie

Oplegnotitie tot het gewijzigd vaststellen van het bestemmingsplan Buitengebied

Oplegnotitie tot het gewijzigd vaststellen van het bestemmingsplan Buitengebied Oplegnotitie tot het gewijzigd vaststellen van het bestemmingsplan Buitengebied 1. Voorstel Het gewijzigd vaststellen van het bestemmingsplan Buitengebied (NL.IMRO.0642.bp15buitengebied 3002), zoals weergegeven

Nadere informatie

WIJZIGINGSPLAN BUITENGEBIED

WIJZIGINGSPLAN BUITENGEBIED WIJZIGINGSPLAN BUITENGEBIED Bouwplan Rammekensweg 5 Gemeente Vlissingen Ontwerp: 18 april 2018 Vastgesteld: 4 juni 2108 INHOUD TOELICHTING 1. INLEIDING 1.1 Aanleiding 1.2 Ligging plangebied 2. PLANBESCHRIJVING

Nadere informatie

Ontwerp woning en kantoor aan de Lagenheuvelstraat te Volkel In opdracht van M. de Groot datum 03 februari 2014. Toelichting en onderbouwing

Ontwerp woning en kantoor aan de Lagenheuvelstraat te Volkel In opdracht van M. de Groot datum 03 februari 2014. Toelichting en onderbouwing Situatie plangebied, met omkaderd het boerderijvolume als hoofdgebouw en de kapschuur als bijgebouw Impressie bouwvolumes: boerderijvolume als hoofdgebouw en de kapschuur als bijgebouw TOELICHTING en ONDERBOUWING

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING T.B.V. HET BOUWEN VAN EEN LOODS AAN DE WESTHOFSEZANDWEG 9 TE S- HEER ARENDSKERKE

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING T.B.V. HET BOUWEN VAN EEN LOODS AAN DE WESTHOFSEZANDWEG 9 TE S- HEER ARENDSKERKE RUIMTELIJKE ONDERBOUWING T.B.V. HET BOUWEN VAN EEN LOODS AAN DE WESTHOFSEZANDWEG 9 TE S- HEER ARENDSKERKE Versie 2, d.d. 6 oktober 2011 Afdeling Stadsontwikkeling M. Jonker 1 Inhoud Hoofdstuk 1. Inleiding

Nadere informatie

(ontwerp) ruimtelijke onderbouwing afwijking BP Akenveenweg 1 Tynaarlo

(ontwerp) ruimtelijke onderbouwing afwijking BP Akenveenweg 1 Tynaarlo (ontwerp) ruimtelijke onderbouwing afwijking BP Akenveenweg 1 Tynaarlo Gemeente Tynaarlo Maart 2011 Projectgebied Inhoudsopgave 1. Inleiding... 5 2. Huidige en beoogde situatie... 6 2.1 Beschrijving van

Nadere informatie

Nota van Zienswijzen behorende bij het Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, De Leijkens

Nota van Zienswijzen behorende bij het Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, De Leijkens Nota van Zienswijzen behorende bij het Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, De Leijkens Rucphen, 7 november 2012 INHOUD; 1. Procedure 2. Ingediende zienswijzen 3. Inhoud zienswijzen en inhoudelijke

Nadere informatie

Bijlage B Provincie Fryslân 25-11-2014 Toepassing Bro, art. 3.1.1, onder 2 Gevallen waarin wel /geen vooroverleg is vereist.

Bijlage B Provincie Fryslân 25-11-2014 Toepassing Bro, art. 3.1.1, onder 2 Gevallen waarin wel /geen vooroverleg is vereist. Bijlage B Provincie Fryslân 25-11-2014 Toepassing Bro, art. 3.1.1, onder 2 Gevallen waarin wel /geen vooroverleg is vereist. Ten behoeve van de stroomlijning van het vooroverleg over: - voorontwerpbestemmingsplannen

Nadere informatie

Duinkampen 23 te Paterswolde

Duinkampen 23 te Paterswolde Duinkampen 23 te Paterswolde Projectgebied. Duinkampen 23 Paterswolde 1. Inleiding Deze ruimtelijke onderbouwing is opgesteld voor het bouwen van een bijgebouw, het plaatsen van een schutting en twee kunstwerken

Nadere informatie

In het kader van het wettelijk vooroverleg heeft u ons om een reactie gevraagd op de voorontwerp-omgevingsvergunning Oirschotsedijk 52, Wintelre.

In het kader van het wettelijk vooroverleg heeft u ons om een reactie gevraagd op de voorontwerp-omgevingsvergunning Oirschotsedijk 52, Wintelre. Brabantlaan 1 Postbus 90151 5200 MC s-hertogenbosch Telefoon (073) 681 28 12 Fax (073) 614 11 15 Gemeente Eersel Postbus 12 5520 AA EERSEL info@brabant.nl www.brabant.nl IBAN NL86INGB0674560043 3825558

Nadere informatie

BUITENGEBIED WIJZIGING 2017, VEERSTEEG 12A

BUITENGEBIED WIJZIGING 2017, VEERSTEEG 12A wijzigingsplan BUITENGEBIED WIJZIGING 2017, VEERSTEEG 12A vastgesteld 18 juli 2017 wijzigingsplan BUITENGEBIED WIJZIGING 2017, VEERSTEEG 12A documentstatus vastgesteld documentversie 1 IMRO-code NL.IMRO.0263.BP1165-

Nadere informatie

GEMEENTE OLDEBROEK PERMANENTE BEWONING VAN RECREATIEWONINGEN STRUCTUURVISIE CONCEPT, DECEMBER 2014 KENMERK

GEMEENTE OLDEBROEK PERMANENTE BEWONING VAN RECREATIEWONINGEN STRUCTUURVISIE CONCEPT, DECEMBER 2014 KENMERK GEMEENTE OLDEBROEK STRUCTUURVISIE PERMANENTE BEWONING VAN RECREATIEWONINGEN CONCEPT, DECEMBER 2014 KENMERK 188197 Inhoudsopgave 1 Beleidskader 5 1.1 Aanleiding 5 1.2 Beleidsmatige aspecten 5 2 Toetsingskader

Nadere informatie

Ruimtelijke Onderbouwing vestiging Adriaans Veeg- en Rioolbedrijf op een perceel aan de Tramweg (De Smaale Mierlo).

Ruimtelijke Onderbouwing vestiging Adriaans Veeg- en Rioolbedrijf op een perceel aan de Tramweg (De Smaale Mierlo). Ruimtelijke Onderbouwing vestiging Adriaans Veeg- en Rioolbedrijf op een perceel aan de Tramweg (De Smaale Mierlo). Doel en aanleiding Verzoek Adriaans voor vestiging Adriaans heeft gevraagd om zich op

Nadere informatie

Buitengebied e wijziging (Broekstraat 23 Wehl)

Buitengebied e wijziging (Broekstraat 23 Wehl) Buitengebied 2002 23e wijziging (Broekstraat 23 Wehl) Inhoudsopgave Toelichting 3 Hoofdstuk 1 Aanleiding en doel 3 Hoofdstuk 2 Plangebied 4 Hoofdstuk 3 Ruimtelijke - en milieuaspecten 5 Hoofdstuk 4 Landschappelijke

Nadere informatie

Definitief Programma van Eisen. Molengraafseweg ong. te Boxtel

Definitief Programma van Eisen. Molengraafseweg ong. te Boxtel Definitief Programma van Eisen bouw twee woningen Molengraafseweg ong. te Boxtel Gemeente Boxtel 10 april 2014 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 2. De locatie 3. De omgeving van de locatie 4. Beleid 5. Het Programma

Nadere informatie

Voorblad B&W-advies. Onderwerp: Principeverzoek Worsumseweg 14. Vergadergegevens. Vervolgbehandeling. Toetsing voorafgaand aan B&W-vergadering

Voorblad B&W-advies. Onderwerp: Principeverzoek Worsumseweg 14. Vergadergegevens. Vervolgbehandeling. Toetsing voorafgaand aan B&W-vergadering Advies B&WAdvies B&W Principeverzoek Wors umseweg 14voor de vergadering vanadvies B&W Principeverzoek Wors umseweg 14 voor de vergadering van 6 februari 2018 Voorblad B&Wadvies Vergadernummer: Boekingsnummer:

Nadere informatie

Agrarisch bedrijf. Agrarisch. bouw- en nokhoogten nokhoogten 5. De Bocht in Aanpassen

Agrarisch bedrijf. Agrarisch. bouw- en nokhoogten nokhoogten 5. De Bocht in Aanpassen 1. Gemert-Bakel Buitengebied herziening, april 2012; bestaande uit tien ontwikkelingen Adres Plan Oude bestemming Nieuwe bestemming 1. Milschot 36 in De Aanpassing bouwblok, Agrarisch bedrijf Agrarisch

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Schakerpad 5 in Twello

Ruimtelijke onderbouwing Schakerpad 5 in Twello Ruimtelijke onderbouwing Schakerpad 5 in Twello Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Op 2 november 2010 is door het college van burgemeester en wethouders het principebesluit genomen om medewerking te

Nadere informatie

Omgevingsvergunning Oude Broekstraat 12a, Klarenbeek Planfase vastgesteld

Omgevingsvergunning Oude Broekstraat 12a, Klarenbeek Planfase vastgesteld Behoort bij besluit van Burgemeester en Wethouders van de gemeente VOORST d.d. 27 december 2016 Nr. Z-HZ_WABO-2016-0976 Mij bekend, De Secretaris Omgevingsvergunning Oude Broekstraat 12a, Klarenbeek Planfase

Nadere informatie

1 Inleiding 2. 2 Ladder voor duurzame verstedelijking 3. 3 Uitgangspunten 5. 4 Marktanalyse Laddertoets 19. Bijlage A 25.

1 Inleiding 2. 2 Ladder voor duurzame verstedelijking 3. 3 Uitgangspunten 5. 4 Marktanalyse Laddertoets 19. Bijlage A 25. Laddertoets De Smaragd Waalre Laddertoets De Smaragd Waalre 1 Inleiding 2 2 Ladder voor duurzame verstedelijking 3 3 Uitgangspunten 5 4 Marktanalyse 11 5 Laddertoets 19 Bijlage A 25 Artikel 4.3 Nieuwbouw

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING REALISERING HONDENPENSION DEN DOGDREEF 13 BREDA

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING REALISERING HONDENPENSION DEN DOGDREEF 13 BREDA RUIMTELIJKE ONDERBOUWING REALISERING HONDENPENSION DEN DOGDREEF 13 BREDA november 2012 Inleiding. De heer M.P.M. van Beek, Den Dogdreef 13 te Breda heeft het plan om als nevenactiviteit naast zijn agrarisch

Nadere informatie

Aanvraag Ontheffing conform art. 3.2, lid 1. van de Verordening Ruimte 1. voor de realisatie van 2 burgerwoningen

Aanvraag Ontheffing conform art. 3.2, lid 1. van de Verordening Ruimte 1. voor de realisatie van 2 burgerwoningen Aanvraag Ontheffing conform art. 3.2, lid 1 van de Verordening Ruimte 1 voor de realisatie van 2 burgerwoningen Albert van t Hartweg 46, Nieuwerkerk a/d IJssel 1. Aanleiding Dhr. R. Reijm, wonende te Moordrecht,

Nadere informatie

B&W voorstel Nr. : Onderwerp: Ruimtelijke onderbouwing Vliertwijksestraat 61. 1) Status

B&W voorstel Nr. : Onderwerp: Ruimtelijke onderbouwing Vliertwijksestraat 61. 1) Status B&W voorstel Nr. : Reg.nr. : 5154753 B&W verg. : 20 januari 2016 Onderwerp: Ruimtelijke onderbouwing Vliertwijksestraat 61 1) Status De voorliggende ruimtelijke onderbouwing betreft een concept waarvoor

Nadere informatie

Bestemmingsplan Waterdael III, herziening Boerenkamplaan 5. Gemeente Someren

Bestemmingsplan Waterdael III, herziening Boerenkamplaan 5. Gemeente Someren Bestemmingsplan Waterdael III, herziening Boerenkamplaan 5 Bestemmingsplan Waterdael III, herziening Boerenkamplaan 5 Toelichting Bijlagen Regels Bijlage Verbeelding Schaal 1:1.000 Vastgesteld: 25 september

Nadere informatie

Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen

Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen NL.IMRO.1730.ABdorpsstr74zuidlv-0301 Projectgebied Situatie Dorpsstraat 74 Zuidlaarderveen 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Huidige en beoogde

Nadere informatie

GEMEENTE BUREN. Toelichting landschappelijke inpassing. Uiterdijk 33 Zoelen

GEMEENTE BUREN. Toelichting landschappelijke inpassing. Uiterdijk 33 Zoelen GEMEENTE BUREN Toelichting landschappelijke inpassing Uiterdijk 33 Zoelen Toelichting landschappelijke inpassing Projectnr.061-083 / november 2016 INHOUD 1. INLEIDING... 2 1.1. Aanleiding... 2 1.2. Planlocatie...

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing van Agrarisch naar Wonen Turfstraat 7 in Sprundel

Ruimtelijke onderbouwing van Agrarisch naar Wonen Turfstraat 7 in Sprundel Bijlage 1 Ruimtelijke onderbouwing van Agrarisch naar Wonen Turfstraat 7 in Sprundel Inleiding Na beëindiging van de Agrarische onderneming in 1995 aan de turfstraat 7 te Sprundel is de huidige bestemming,

Nadere informatie

INRICHTINGSVOORSTEL BEELDKWALITEITSPLAN AKKERWEG 6 TE RIEL

INRICHTINGSVOORSTEL BEELDKWALITEITSPLAN AKKERWEG 6 TE RIEL INRICHTINGSVOORSTEL BEELDKWALITEITSPLAN AKKERWEG 6 TE RIEL INLEIDING Dit inrichtingsvoorstel - beeldkwaliteitsplan heeft betrekking op de locatie aan de Akkerweg 6 te Riel. Deze locatie is gelegen ten

Nadere informatie

Structuurvisie Buitengebied in Ontwikkeling. Martijn Gerards Arjan van Dooren Arjan van der Hout

Structuurvisie Buitengebied in Ontwikkeling. Martijn Gerards Arjan van Dooren Arjan van der Hout Structuurvisie Buitengebied in Ontwikkeling Martijn Gerards Arjan van Dooren Arjan van der Hout Inhoud presentatie BIO Landerd Algemeen Wat is een Structuurvisie Provinciale beleidsnota buitengebied in

Nadere informatie

Raadsinformatiebrief. Onderwerp: Concept ruimtelijke onderbouwing Oranje Nassaustraat 1B-1H. 1) Status

Raadsinformatiebrief. Onderwerp: Concept ruimtelijke onderbouwing Oranje Nassaustraat 1B-1H. 1) Status Raadsinformatiebrief Reg.nr. : 8211456 B&W verg. : 20 november 2018 Onderwerp: Concept ruimtelijke onderbouwing Oranje Nassaustraat 1B-1H 1) Status Dit stuk wordt u ter informatie aangeboden in het kader

Nadere informatie

ACTUALISATIE STRUCTUURVISIE BLADEL

ACTUALISATIE STRUCTUURVISIE BLADEL ACTUALISATIE STRUCTUURVISIE BLADEL Gemeente Bladel Memo wijzigingen in Ruimtelijk Casco ten opzichte van DRS en Dorpenplan Medio 2004 heeft de gemeenteraad van Bladel de StructuurvisiePlus, bestaande uit

Nadere informatie

Wijzigingsplan Baarsdorpermeer 4, Zuidermeer Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning

Wijzigingsplan Baarsdorpermeer 4, Zuidermeer Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning Wijzigingsplan Baarsdorpermeer 4, Zuidermeer Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning *D14.001905* D14.001905 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding

Nadere informatie