NHL Hogeschool, Thorbecke Academie

Transcriptie

1 NHL Hogeschool, Thorbecke Academie Integrale Veiligheid Uitgebreide opleidingsbeoordeling Netherlands Quality Agency (NQA) September 2013

2 2/71 NQA NHL Hogeschool: Integrale Veiligheid - UOB

3 Inleiding Dit visitatierapport bevat de beoordeling van de bestaande hbo-bacheloropleiding Integrale Veiligheid van NHL Hogeschool. De beoordeling is uitgevoerd door een visitatiepanel dat door NQA in opdracht van NHL Hogeschool is samengesteld. Het panel is in overleg met de opleiding samengesteld en is voorafgaand aan de visitatie goedgekeurd door de NVAO. Het rapport beschrijft de bevindingen, overwegingen en conclusies van het panel. Het is opgesteld conform het Beoordelingskader voor de uitgebreide opleidingsbeoordeling van de NVAO (22 november 2011) en het NQA Protocol 2013 voor de uitgebreide opleidingsbeoordeling. De visitatie heeft plaatsgevonden op 22 en 23 mei Het visitatiepanel bestond uit: De heer mr. D.F. Greive (voorzitter, domeindeskundige) De heer prof.dr. A.B. Hoogenboom (domeindeskundige) De heer prof.dr. E.W. Kolthoff (domeindeskundige) De heer M.W.R. van der Hoeven (studentlid) De heer drs.ing. A.G.M. Horrevorts, senior auditor van NQA, trad op als secretaris van het panel. Bij de aanvraag werd door de instelling een kritische reflectie aangeboden die naar vorm en inhoud voldeed aan de eisen van het desbetreffende beoordelingskader van de NVAO en aan de eisen van het NQA Protocol Het panel heeft de kritische reflectie bestudeerd en een bezoek aan de opleiding gebracht. De kritische reflectie en alle overige (mondeling en schriftelijk) verstrekte informatie hebben het visitatiepanel in staat gesteld om tot een weloverwogen oordeel te komen. Het visitatiepanel verklaart dat de beoordeling van de opleiding in onafhankelijkheid heeft plaatsgevonden. De opleiding Integrale Veiligheid wordt aangeboden in een voltijd en deeltijdvariant. De bevindingen en oordelen gelden voor beide varianten. Daar waar de deeltijd afwijkt van de voltijd is dat expliciet benoemd. Utrecht, 23 september 2013 Panelvoorzitter Panelsecretaris mr. D.F. Greive drs. ing. A.G.M. Horrevorts NQA NHL Hogeschool: Integrale Veiligheid - UOB 3/71

4 4/71 NQA NHL Hogeschool: Integrale Veiligheid - UOB

5 Samenvatting Het visitatiepanel beoordeelt de kwaliteit van de bestaande hbo-bacheloropleiding Integrale Veiligheid van NHL Hogeschool als voldoende voor de voltijd- en de deeltijdvariant. Het panel vat hier zijn bevindingen en oordelen samen en volgt daarbij de zes onderdelen van het NVAO accreditatiekader van de uitgebreide opleidingsbeoordeling: beoogde eindkwalificaties, programma, personeel, voorzieningen, kwaliteitszorg en toetsing en gerealiseerde resultaten. De opleiding Integrale Veiligheid maakt onderdeel uit van de Thorbecke Academie (TA) van NHL Hogeschool. De TA maakt deel uit van het Instituut Economie en Management van NHL Hogeschool. Beoogde eindkwalificaties Standaard 1 Beoogde eindkwalificaties Het panel stelt vast dat de eindkwalificaties van de opleiding Integrale Veiligheid (IV) van NHL Hogeschool in voldoende mate aansluiten bij de beroepspraktijk en dat deze relevant zijn voor het domein Integrale Veiligheid. Ze beschrijven in zeer algemene termen wat de Integraal Veligheidskundige (IVK er) moet kunnen en kennen. De IVK competentieset is weinig uitgewerkt voor het domein van IVK. Daardoor is de set weinig richtinggevend voor het inrichten van het programma van IV. Het panel ziet wel dat de opleiding impliciet keuzes maakt in het programma. Deze hadden in de beschrijving van de eindkwalificaties expliciet benoemd en onderbouwd kunnen worden. Als het panel de eindkwalificaties in samenhang met het programma beziet (literatuurlijst, inhoud van de programmaonderdelen) dan is er zeer zeker sprake van een beroepsgerichte en op veiligheidsvraagstukken gerichte opleiding. De eindkwalificaties zijn voorzien van niveau-indicaties die aansluiten bij de internationale definitie van het bachelor niveau (Dublin descriptoren). Onderzoek is expliciet genoemd in de competentieset van de opleiding. Het panel vindt dat de eindkwalificaties duidelijker (=concreter) beschreven zouden kunnen worden. Zo zou meer tot zijn recht mogen komen wat de integrale aanpak van de opleiding IV is, welke motivatie ten grondslag ligt aan de keuzes voor de uitstroomprofielen Human factor en Cyber Safety. Ook de internationale aspecten van veiligheid en de keuzes die de opleiding maakt voor de inrichting van internationalisering in het programma kunnen, aldus het panel, concreter beschreven worden in de eindkwalificaties. Het panel komt voor standaard 1 tot het oordeel voldoende voor de voltijd- en de deeltijdvariant. NQA NHL Hogeschool: Integrale Veiligheid - UOB 5/71

6 Programma Standaard 2 Oriëntatie van het programma Het panel vindt de oriëntatie op de beroepspraktijk van IV in voldoende mate naar voren komen in het programma. De aangeboden kennis is actueel en van een goed niveau. Het panel vindt de oriëntatie op het praktijkgericht onderzoek nog een aandachtspunt. De kwalitatieve onderzoeksvaardigheden en daarbij behorende (sociale) vaardigheden zouden meer aandacht mogen krijgen. Het programma is nu nog te veel gericht op kwantitatief onderzoek. Een betere balans tussen kwalitatief en kwantitatief onderzoek is gewenst. Het panel komt voor standaard 2 tot het oordeel voldoende voor de voltijd- en de deeltijdvariant. Standaard 3 Inhoud van het programma Het panel is in algemene zin positief over het programma. De eindkwalificaties komen in het programma in voldoende mate aanbod. Het panel vraagt zich wel af of het programma niet te breed wordt door ook de specifieke veiligheidsvraagstukken rond fysieke veiligheid als opdracht voor afstuderen te accepteren. Het panel geeft de opleiding als advies mee zich te concentreren op het integrale van de veiligheid (zie ook standaard 1) en op de niches Cyber Safety en Human factor. De opleiding zou, aldus het panel, meer de nadruk kunnen leggen op de dynamiek tussen de publieke en de private sector. Het panel komt voor standaard 3 tot het oordeel voldoende voor de voltijd- en deeltijdvariant. Standaard 4 Vormgeving van het programma Het panel stelt vast dat de opleiding een mix aan werkvormen inzet, die past bij de verschillende doelen van het onderwijsprogramma. Het werkplekleren in de deeltijdvariant is, aldus het panel een mooie werkvorm voor studenten die werken en leren combineren. De studenten tonen zich zeer tevreden over de verschillende werkvormen. Zij zijn enthousiast over de mate waarin de praktijk terugkomt in de het onderwijs. Zij vinden dat de opleiding hoge eisen stelt aan studenten. De student die actief meedoet in werkgroepen, zelf op zoek gaat naar informatie en vakliteratuur en bewust teruggrijpt naar wat eerder in de opleiding is aangeboden (in eerste en tweede jaar) kan in de opleiding tot een voldoende of goed niveau komen. Het panel komt voor de standaard 4 tot het oordeel goed voor de voltijd- en de deeltijdvariant. Standaard 5 Instroom Het programma sluit grotendeels aan bij de kwalificaties van de instromende studenten. Bij de mbo-instroom is nog winst te behalen door de aansluiting van het mbo op het hbo soepeler te laten verlopen. In het eerste jaar wordt daar aan gewerkt door de studieloopbaanbegeleiding (SLB) te vernieuwen en de SLB-docenten nader te trainen in coaching en begeleiden. 6/71 NQA NHL Hogeschool: Integrale Veiligheid - UOB

7 Ook voor de poort zijn initiatieven gestart om in het voortgezet onderwijs en mbo aankomende studenten beter voor te bereiden op het hbo en beter te informeren over wat IV inhoudt. Het panel komt voor standaard 5 tot het oordeel voldoende voor de voltijd- en deeltijdvariant. Standaard 6 Studeerbaarheid Het panel is positief over de wijze waarop de opleiding zorgt dat het onderwijsprogramma studeerbaar is. In de programmering zorgt de opleiding er bijvoorbeeld voor dat de studielast zo gelijk mogelijk over het jaar is verdeeld. Er zijn mogelijkheden om programmaonderdelen in te halen (gespiegeld onderwijs in jaar 3 en 4). Met ingang van collegejaar is de norm van het bindend studieadvies verhoogd naar 45 EC, waarbij voor de voltijdvariant de modules Bedrijf en Veiligheid en Lokale Overheid en Veiligheid als kwalitatieve eisen zijn opgenomen. Binnen twee jaar na inschrijving dient de student zijn propedeuse te hebben behaald. De opleiding voorkomt daarmee dat studenten te lang doen over de propedeuse en/of het afleggen van toetsen en tentamens uitstellen. De opleiding biedt voldoende mogelijkheden voor begeleiding. In de propedeuse is er expliciet aandacht voor het leren studeren in een hbo-omgeving. Er is een studieaanbod voor studenten die een extra uitdaging aankunnen (excellentieprogramma) en studenten met een studiebeperking kunnen een beroep doen op extra ondersteuning. Voorts zijn er mogelijkheden voor flexibele programmering in het derde en vierde jaar. Het panel vindt dat de opleiding de studeerbaarheid van het programma goed bewaakt en daarvoor verschillende instrumenten inzet. Het panel komt voor standaard 6 tot het oordeel goed voor de voltijd- en deeltijdvariant. Standaard 7 Duur De opleiding Integrale Veiligheid voldoet hiermee aan de wettelijke eisen van de studieduur van een hbo-bacheloropleiding. Het panel beoordeelt deze standaard met het oordeel voldoende voor de voltijd- en deeltijdvariant. Personeel Standaard 8 Personeelsbeleid De Thorbecke Academie heeft in het Strategisch Plan enkele doelen geformuleerd voor het personeelsbeleid. Belangrijke aspecten hierin zijn: competentieontwikkeling van personeel, versterken van het niveau en ontwikkelen van een inspirerend werkklimaat. Professionalisering van personeel heeft de afgelopen jaren in het teken gestaan van onder andere cursussen SLB-coaching, vergroten toetsdeskundigheid en faciliteren van opleidingstrajecten voor docenten (master, PhD). NQA NHL Hogeschool: Integrale Veiligheid - UOB 7/71

8 Het panel stelt vast dat het huidige docententeam in voldoende mate voldoet aan de criteria die de hogeschool stelt aan het personeel en docenten. Er is een mooie mix tussen theoretische kennis en praktische expertise in het docententeam. De opleiding besteedt aandacht aan de didactische bekwaamheden van het personeel (cursus Pedagogisch Didactische Bekwaamheid). Het werkklimaat (werkdruk van het docententeam) behoeft nog aandacht. Het panel komt voor standaard 8 tot het oordeel voldoende voor de voltijd- en deeltijdvariant. Standaard 9 Kwaliteit van het personeel Het docententeam heeft relevante vakinhoudelijke kennis en combineert dit met kennis van en ervaring met onderzoek. Ruim driekwart van de docenten heeft een mastergraad en eentiende heeft een mastergraad en is gepromoveerd. In het docententeam heeft een groot deel voldoende werkervaring opgedaan in het domein van de Integrale Veiligheid. Er is een goede wisselwerking tussen het lectoraat Cyber Safety en het onderwijsteam. Dit komt tot uitdrukking in de onderzoekers van het lectoraat, die ook als docent optreden bij enkele onderwijsmodules en studenten begeleiden bij hun afstuderen. Het panel heeft een zeer goed indruk van de kwaliteiten van de docenten. Het team is deskundig, enthousiast en zeer betrokken. Docenten hebben werkervaring in de beroepspraktijk en hebben goede relaties met het werkveld van IV. Studenten zijn positief over de kwaliteiten van de docenten. Het panel komt voor standaard 9 tot het oordeel goed voor de voltijd- en de deeltijdvariant. Standaard 10 Kwantiteit van het personeel De afgelopen jaren is de opleiding gegroeid van 264 (voltijd en deeltijd) ingeschreven studenten in 2008 naar 403 studenten in Daarmee is IV de grootste opleiding van de Thorbecke Academie (707 ingeschreven studenten op peildatum 1 februari 2013; voltijd en deeltijd). De groei van de opleiding IV heeft er mede toe geleid dat de werkdruk van docenten is verhoogd. De norm voor de docent : student ratio van het Instituut Economie en Management ligt tussen de 25 en 30. De huidige ratio voor de opleiding is 1:31. Daarnaast zorgen de veranderingen in het curriculum voor veel extra (ontwikkel)werk. Docenten vinden de werkdruk hoog. De docenten waarderen de inhoud van hun werk en zijn, aldus het panel, gemotiveerd. Het panel stelt vast dat de docent : student ratio zich boven de eigen norm van 30 bevindt en dat de werkdruk als hoog ervaren wordt. De genomen en voorgenomen maatregelen die de werkdruk moeten verlichten, hebben nog niet tot daadwerkelijke verlichting geleid. Het panel komt voor standaard 10 tot het oordeel onvoldoende voor de voltijd- en deeltijdvariant. 8/71 NQA NHL Hogeschool: Integrale Veiligheid - UOB

9 Voorzieningen Standaard 11 Materiële voorzieningen NHL Hogeschool is sinds 1 januari 2010 gevestigd in een nieuw gebouw in Leeuwarden. In de nieuwbouw zijn de modern faciliteiten beschikbaar. Zo zijn er werk- en projectruimtes, voorzien van diverse audiovisuele en ICT - en multimedia-apparatuur, waar studenten individueel of in groepsverband kunnen werken. De Thorbecke Academie heeft een herkenbare plaats in het gebouw. In de centrale hal zijn een mediatheek, een copyshop, internetcafé, boekhandel, uitzendbureau, huisartsenpraktijk en restaurant gevestigd. De mediatheek levert studenten en docenten voorzieningen op het gebied van de informatieverstrekking en verwerking en ondersteuning bij het vinden van informatie. Studenten met wie het panel sprak zijn hier zeer over te spreken. De Mediatheek biedt studenten bovendien aanvullend ruimte voor lezen en studeren en 100 werkplekken met draadloze internetaansluiting. Studenten zijn tevreden over de voorzieningen. De beschikbaarheid van werkplekken en ICT scoren echter laag in studentenevaluaties. Genoemde ergernissen zijn: kapotte PC s, trage PC s en te weinig werkplekken. Maar studenten met wie het panel sprak, relativeren dit: als je bereid bent even in het gebouw te gaan zoeken vind je, aldus deze studenten, altijd een werkplek en een werkende PC. De klachten over de kwaliteit van ICT-faciliteiten zijn NHL breed. In een nieuw ICT-beleidsplan gaat NHL Hogeschool uit van het principe Bring Your Own Device. Studenten kunnen dan overal met hun eigen laptop inloggen. Het panel komt voor standaard 11 tot het oordeel voldoende voor de voltijd- en deeltijdvariant. Standaard 12 Studiebegeleiding Het panel heeft een goede indruk van de begeleiding van de studenten. Vooral de kleinschaligheid van de opleiding en toegankelijkheid van de docenten waarderen de studenten zeer. Dit is echter, aldus het panel ook een valkuil voor docenten. Klaarstaan voor studenten, betekent soms ook werkdruk voor de docent op andere dan begeleidings- en onderwijstaken (zie standaard 10). Dit neemt niet weg dat het panel de begeleiding (het directe contact docent-student) een sterk punt van de opleiding vindt. Over de informatievoorziening zijn de studenten tevreden. Een uitzondering is het kenmerk bekendmaking van resultaten; dat kan, naar het oordeel van de studenten, wel sneller. De opleiding heeft maatregelen genomen om de waardering door studenten op dit punt te verbeteren (vanaf monitort het Onderwijs Service Bureau van NHL Hogeschool de naleving van afspraken over de cijferinvoer strikt). Het panel komt voor standaard 12 tot het oordeel goed voor de voltijd- en deeltijdvariant. NQA NHL Hogeschool: Integrale Veiligheid - UOB 9/71

10 Kwaliteitszorg Standaard 13 Evaluatie resultaten Het panel stelt vast dat de opleiding systematisch nagaat wat de kwaliteit van het onderwijs is. De opleiding heeft meetinstrumenten voor het evalueren van doelstellingen, programma, personeel, voorzieningen, kwaliteitszorg en resultaten. Voor elk instrument is vastgelegd met welke frequentie het wordt ingezet en op welke doelgroep die gericht is (werkveld, studenten, alumni, personeel). De opleiding heeft streefnormen bepaald voor de verschillende kwaliteitskenmerken: een 3 of hoger op een vijfpuntsschaal of een 7 of hoger op een tienpuntsschaal. Aan de kwaliteitskenmerken begeleiding en toetsen en beoordelen worden extra eisen (=hogere streefnormen) gesteld. Het panel komt voor standaard 13 tot het oordeel goed voor de voltijd- en deeltijdvariant. Standaard 14 Verbetermaatregelen Het panel stelt vast dat de opleiding regelmatig de onderwijskwaliteit evalueert en verbetermaatregelen doorvoert naar aanleiding van evaluaties. De opleiding heeft belangrijke verbeteracties zoals geformuleerd na de vorige visitatie 2007 (studielast, toetssysteem en beoordeling eindniveau) doorgevoerd. Het panel merkt wel op dat de opleiding een lange aanlooptijd nodig heeft gehad om die verbeteracties ook daadwerkelijk uit te gaan voeren. De sturing op de uitvoering van verbeteracties is recent aangescherpt. Deze aanscherping van het systeem zal naar de verwachting van het panel bijdragen aan de traceerbaarheid van verbeteracties. Het panel concludeert dat de opleiding de onderdelen plan, do en check van de PDCA cyclus uitvoert. De controle op het onderdeel act behoeft nog verbetering. Het panel komt voor standaard 14 tot het oordeel voldoende voor de voltijd- en deeltijdvariant. Standaard 15 Betrokkenheid bij kwaliteitszorg Het panel stelt vast dat de opleiding voldoende formele en informele informatiekanalen tot haar beschikking heeft om (gestructureerd) informatie te verzamelen over de kwaliteit van de opleiding bij de belanghebbenden, zoals studenten, docenten, alumni en het werkveld. De betrokkenheid van studenten bij het wel en wee van de opleiding is gemeten naar de respons op module-evaluaties en de score in de NSE van 2012 nog beperkt. De opleiding heeft maatregelen genomen om de studentenrespons (en daarmee de kwaliteit van de feedback op de opleiding) te verhogen. Het panel komt voor standaard 15 tot het oordeel voldoende voor de voltijd- en deeltijdvariant. 10/71 NQA NHL Hogeschool: Integrale Veiligheid - UOB

11 Toetsing en gerealiseerde eindkwalificaties Standaard 16 Toetsing en gerealiseerde eindkwalificaties De opleiding heeft een goede toetssystematiek ontwikkeld. Zij is bezig met het invoeren van de toets- en beoordelingssystematiek en past op basis van ervaringen van docenten en studenten de beoordelingsystematiek aan (verbeteren en inregelen van het gebruik van beoordelingscriteria en niveau-indicaties). De beoordelingssystematiek van de eindwerkstukken is na grondig onderling overleg tot stand gekomen. Studenten zijn tevreden over de wijze van toetsen. Zij vinden dat de toetsing en beoordeling aansluit bij de inhoud van de opleiding en dat docenten voldoende kwalitatieve feedback geven. De opleiding toont in voldoende mate aan dat de studenten het hbo-bachelor-niveau behalen. Het panel heeft wel enkele observaties bij de eindwerkstukken zowel procedureel als inhoudelijk van aard. De beoordelingsformulieren waren niet altijd conform de voorgeschreven procedure ingevuld en het was niet altijd duidelijk wat de motivatie was voor het eindcijfer. Inhoudelijk valt het panel op dat de studenten weinig gebruik maken van literatuur. De theoretische bagage is er wel (deze komt terug in de opleiding), maar in het eindwerkstuk komt de theorie beperkt aan bod. Bij enkele eindwerkstukken had het panel de indruk dat de begeleider kritischer had kunnen zijn bij de goedkeuring van het plan van aanpak en/of in de begeleiding daarna. Zo zou het plan van aanpak meer informatie kunnen bevatten over te raadplegen materiaal en de verschillende invalshoeken waarmee het vraagstuk wordt benaderd (aanpak integrale benadering). De student had met een kritische begeleiding meer kunnen presteren. De studenten zijn bijzonder tevreden over de eindresultaten van de opleiding. De items die betrekking hebben op de eindkwalificaties van de opleiding scoren tussen de 3,5 en 4,0 (op een vijfpuntsschaal). Studenten zijn onder andere zeer tevreden over het probleemoplossend vermogen en samenwerken. Vertegenwoordigers uit het werkveld tonen zich tevreden over het niveau van de afgestudeerden. Het panel komt voor standaard 16 tot het oordeel voldoende voor de voltijd- en deeltijdvariant. NQA NHL Hogeschool: Integrale Veiligheid - UOB 11/71

12 12/71 NQA NHL Hogeschool: Integrale Veiligheid - UOB

13 Inhoudsopgave 1 Basisgegevens van de opleiding 15 2 Beoordeling 17 Beoogde eindkwalificaties 17 Standaard 1 Beoogde eindkwalificaties 17 Programma 20 Standaard 2 Oriëntatie van het programma 20 Standaard 3 Inhoud van het programma 22 Standaard 4 Vormgeving van het programma 24 Standaard 5 Instroom 26 Standaard 6 Studeerbaarheid 28 Standaard 7 Duur 29 Personeel 30 Standaard 8 Personeelsbeleid 30 Standaard 9 Kwaliteit van het personeel 31 Standaard 10 Kwantiteit van het personeel 32 Voorzieningen 34 Standaard 11 Materiële voorzieningen 34 Standaard 12 Studiebegeleiding 35 Kwaliteitszorg 38 Standaard 13 Evaluatie resultaten 38 Standaard 14 Verbetermaatregelen 39 Standaard 15 Betrokkenheid bij kwaliteitszorg 41 Toetsing en gerealiseerde eindkwalificaties 42 Standaard 16 Toetsing en gerealiseerde eindkwalificaties 42 3 Eindoordeel over de opleiding 47 4 Aanbevelingen 49 5 Bijlagen 51 Bijlage 1: Eindkwalificaties van de opleiding 53 Bijlage 2: Overzicht opleidingsprogramma 57 Bijlage 3: Deskundigheden leden visitatiepanel en secretaris 59 Bijlage 4: Bezoekprogramma 65 Bijlage 5: Bestudeerde documenten 67 Bijlage 6: Overzicht bestudeerde afstudeerwerken 69 Bijlage 7: Verklaring van volledigheid en correctheid 71 NQA NHL Hogeschool: Integrale Veiligheid - UOB 13/71

14 14/71 NQA NHL Hogeschool: Integrale Veiligheid - UOB

15 1 Basisgegevens van de opleiding Administratieve gegevens van de opleiding 1. Naam opleiding in CROHO Integrale Veiligheid 2. Registratienummer opleiding in CROHO Oriëntatie en niveau Hbo bachelor 4. Aantal studiepunten 240 EC 5. Afstudeerrichting(en) Cybersafety Human Factors in Safety and Security 6. Variant(en) Voltijd en deeltijd 7. Locatie(s) Leeuwarden 8. AD-programma* N.v.t. 9. Registratienummer AD in CROHO N.v.t. 10. Jaar vorige visitatie en datum besluit NVAO 11. Code of conduct Getekend Vorige visitatie: 26 en 27 september 2007 Besluit NVAO: 27 mei 2009 Administratieve gegevens van de instelling 12. Naam instelling NHL Hogeschool 13. Status instelling Bekostigd 14. Resultaat instellingstoets kwaliteitszorg N.v.t. Kwantitatieve gegevens over de opleiding Deze gegevens zijn gebaseerd op de definities zoals de NVAO die heeft geformuleerd (indicatoren en definities basisgegevens accreditatie, d.d. 13 september 2012). Tabel 1: Uitval uit het eerste jaar Cohort Uitval 35,6% 48,7% 46,9% 34,9% 25,5% 13,2% 31,0% Tabel 2: Uitval uit de bachelor Cohort Uitval 13,8% 25,0% 23,1% Tabel 3: Rendement Cohort Rendement 62,1% 60,0% 65,4% Tabel 4: Docentkwaliteit Graad MA PhD Percentage 87,0% (incl. PhD) 10,0% NQA NHL Hogeschool: Integrale Veiligheid - UOB 15/71

16 Tabel 5: Student-docentratio Docent-Student ratio (peildatum 1 februari 2013) Ratio bruto (exclusief lectoraten, inzet elders binnen NHL) 1:31 Tabel 6: Contacturen Studiejaar Contacturen * 3* *In jaar 3 en 4 van de studie volgen de studenten een (afstudeer-)stage bij een externe organisatie Deeltijdvariant Kwantitatieve gegevens over de opleiding Integrale Veiligheid (bron: Bureau Inschrijving NHL) Tabel 1: Uitval uit het eerste jaar Cohort Uitval 40,0% 28,6% 26,9% 23,5% 0,0% 8,0% 16,7% Tabel 2: Uitval uit de bachelor Cohort Uitval 50,0% 20,0% 26,3% Tabel 3: Rendement Cohort Rendement 33,0% 80,0% 73,7% Tabel 4: Docentkwaliteit Graad MA PhD Percentage 87,0% (incl. PhD) 10,0% Tabel 5: Student-docentratio Docent-Student ratio (peildatum 1 februari 2013) Ratio bruto (exclusief lectoraten, inzet elders binnen NHL) 1:31 Tabel 6: Contacturen Studiejaar Contacturen 4,2 4,2 1,8* 2,1* *Stage en afstuderen vinden plaats op de werkplek, waardoor contacturen lager zijn 16/71 NQA NHL Hogeschool: Integrale Veiligheid - UOB

17 2 Beoordeling Het visitatiepanel beschrijft hieronder per standaard van het NVAO beoordelingskader de bevindingen, overwegingen en conclusies. Het eindoordeel over de opleiding volgt in hoofdstuk 3. Beoogde eindkwalificaties Standaard 1 Beoogde eindkwalificaties De beoogde eindkwalificaties van de opleiding zijn wat betreft inhoud, niveau en oriëntatie geconcretiseerd en voldoen aan internationale eisen. Bevindingen Saxion Hogescholen, AVANS Hogeschool, De Haagse Hogeschool, Hogeschool Utrecht, Hogeschool Inholland en NHL Hogeschool hebben samen een Landelijk beroepsprofiel Integraal Veiligheidskundige (juli 2012) opgesteld. Daarin is beschreven dat een integraal veiligheidskundige moet kunnen omgaan met verschillende perspectieven op een veiligheidsprobleem en dat hij in staat moet zijn om samenwerking tussen verschillende partijen te bevorderen: De Integraal Veiligheidskundige is een professional die samenwerkt met meerdere actoren in het werkveld bij het analyseren en oplossen van veiligheidsproblemen door welbewust gekozen interventies in situaties waarin die problemen zich voordoen. Een eerdere versie van het opleidingsprofiel is besproken met een aantal werkvelddeskundigen. Met hun commentaar en advies is rekening gehouden in de definitieve versie. (Zie bijlage 1, Eindkwalificaties IVK). De Thorbecke Academie (TA) van de NHL Hogeschool heeft in 2012 een gemeenschappelijke competentieset 1 ontwikkeld (Thorbecke Academie Competenties en Indicatoren, ). Daarin zijn alle competenties van de onderliggende opleidingen opgenomen. De academie benadrukt hiermee het gemeenschappelijk karakter van de drie opleidingen van de Thorbecke Academie. De TA competentieset kent zeven generieke competenties voor de drie opleidingen en één of meer opleidingsspecifieke competenties (voor IVK is dat de competentie Veiligheidsvraagstukken). Aan alle competenties zijn niveauindicaties gekoppeld die inzicht geven in de moeilijkheidsgraad van de kennis en kunde. Tijdens de propedeuse werkt de student aan de competenties op beheersingsniveau 1, tijdens de hoofdfase op niveau 2 en tijdens de afstudeerfase op niveau 3 (bachelorniveau). 1 De opleiding Integrale Veiligheid maakt naast de opleidingen Bestuurskunde en European Studies onderdeel uit van de Thorbecke Academie. De Thorbecke Academie is één van de vijf afdelingen van het Instituut Economie en Management (ECMA) van NHL Hogeschool en richt zich met haar opleidingen met name op het publieke domein. NQA NHL Hogeschool: Integrale Veiligheid - UOB 17/71

18 De beheersingsniveaus worden bepaald aan de hand van de volgende criteria: Complexiteit van de omgeving; Complexiteit van de opdracht; Vrijheid in uitvoering; Mate van zelfstandigheid; Mate van beheersing. Het panel stelt vast dat in de TA competentieset en de niveau-indicaties het bachelorniveau (Dublin-descriptoren) herkenbaar aanwezig zijn. Het panel heeft de gemeenschappelijke competentieset van de TA bestudeerd en stelt vast dat deze in zeer algemene termen beschrijft wat de IVK er moet kunnen en kennen. Het panel concludeert dat de relatie tussen de TA competentieset en de IVK competentieset (zie bijlage 1 van dit rapport) wel te leggen is. Echter de TA competentieset is weinig uitgewerkt voor het domein van IVK. Daardoor is de set weinig richtinggevend voor het inrichten van het programma van IV. Het panel ziet wel dat in het IV-programma impliciet keuzes zijn gemaakt. Deze hadden in de beschrijving van de eindkwalificaties expliciet benoemd en onderbouwd kunnen worden. Als het panel de eindkwalificaties in samenhang met het programma beziet (literatuurlijst, inhoud van de programmaonderdelen) dan is er zeer zeker sprake van een beroepsgerichte en op veiligheidsvraagstukken gerichte opleiding. Overgangssituatie Vanaf collegejaar geldt voor de opleiding Integrale Veiligheid de graad Bachelor of Business Administration (BBA). De in de HBO-raad (thans Vereniging Hogescholen) verenigde hogescholen met opleidingen binnen het Hoger Economisch Domein hebben in 2012 besloten om voor het merendeel van die opleidingen een nieuwe, internationaal (h)erkende graad Bachelor of Business Administration (BBA) af te geven. Vanaf september 2013 zal de huidige door NHL Hogeschool gevoerde graad Bachelor of Safety and Security worden vervangen door de graad Bachelor of Business Administration. Dit heeft consequenties voor het programma. Er is voor het domein BBA een gemeenschappelijke kennisbasis ontwikkeld die gebaseerd is op de tien kennisgebieden die zijn benoemd binnen de nieuwe BBA-standaard. Deze kennisbasis maakt onderdeel uit van de conceptuele leerlijn van de opleiding. De opleiding is bezig met het uitwerken van de BoKS voor IV. Als de BoKS is vastgesteld worden de onderwijseenheden van de conceptuele leerlijn van IV gescreend op de mate van afdekking van deze tien kennisgebieden. Waar nodig worden onderdelen van de conceptuele leerlijn aangepast. Profilering De opleiding IV wordt bij zeven hogescholen in Nederland aangeboden. De opleiding Integrale Veiligheid van de NHL Hogeschool kenmerkt zich, aldus de opleiding, door haar focus op het publieke domein en richt zich met de inhoud sterk op de sociale veiligheid. Studenten hebben de mogelijkheid af te studeren via twee specialisaties Cybersafety en Human Factors in Safety and Security (sinds 2011). Studenten die niet kiezen voor een specialisatie studeren af in de algemene variant Integrale Veiligheid. 18/71 NQA NHL Hogeschool: Integrale Veiligheid - UOB

19 Met de afstudeerrichtingen Cybersafety en Human Factors in Safety and Security biedt de opleiding studenten de mogelijkheid zich te specialiseren in twee voor het werkveld actuele veiligheidsvraagstukken. Het panel heeft de volgende observaties bij de profilering Het valt op dat de doorwerking van de twee afstudeerrichtingen in eindscripties nog niet groot is. Voorts valt op dat in de eindscripties vaak sprake is van safety vraagstukken binnen het bedrijfsleven zonder link met het sociale belang te leggen. De focus van de opleiding op het publieke domein komt niet in alle eindwerkstukken naar voren. De profilering is op papier wel beschreven, maar komt in de beroepsproducten van de studenten beperkt tot uiting. Overwegingen en conclusie Het panel stelt vast dat de eindkwalificaties van de opleiding IV relevant zijn. De eindkwalificaties zijn voorzien van niveau-indicaties die aansluiten bij de internationale definitie van het bachelor niveau (Dublin descriptoren) en sluiten in voldoende mate aan bij de beroepspraktijk. Onderzoek is expliciet genoemd in de competentieset van de Thorbecke Academie. Het panel stelt vast dat de eindkwalificaties in algemene termen zijn geformuleerd. De opleiding zou de competenties meer kunnen concretiseren. Dat geldt met name voor het begrip integraal. De vele aspecten van veiligheid zijn in de onderliggende documenten van IV benoemd, maar wat de integrale aanpak van de NHL Hogeschool is en welke keuzes de opleiding daarin maakt, zou meer geconcretiseerd kunnen worden (bijvoorbeeld de keuze voor de Human factor en Cybersafety). Ook de internationale aspecten van veiligheid en de keuzes die de opleiding maakt voor de inrichting van internationalisering in het programma kunnen, aldus het panel, concreter beschreven worden in de eindkwalificaties. Het panel komt op basis van bovenstaande overwegingen tot het oordeel voldoende voor de voltijd- en de deeltijdvariant. NQA NHL Hogeschool: Integrale Veiligheid - UOB 19/71

20 Programma Standaard 2 Oriëntatie van het programma De oriëntatie van het programma waarborgt de ontwikkeling van vaardigheden op het gebied van wetenschappelijk onderzoek en/of de beroepspraktijk. Bevindingen Het panel heeft het onderwijsmateriaal, zoals literatuur, stageverslagen, opdrachten en verslagen daarvan ingezien en stelt vast dat de opleiding gebruik maakt van actuele vakliteratuur. Het niveau van de aangeboden stof (zowel vakkennis als generieke kennis) past bij wat van een hbo-opleiding verwacht mag worden. De opleiding is, aldus het panel sterk op de beroepspraktijk gericht en de aandacht voor beroepsvaardigheden is in de opleiding herkenbaar aanwezig. Studenten verwerven de competenties door middel van beroepsgerichte projecten. In jaar 1 krijgen zij zicht op wat het beroep inhoudt en wat de praktijk van hen vraagt (module Beroepenoriëntatie). De beroepsvaardigheden zoals schriftelijk rapporteren, presentatievaardigheden, onderzoeksvaardigheden, Engels en projectmatig werken komen in het leerplan van de voltijd- en deeltijdvariant in voldoende mate aan bod. Met het werken aan beroepsproducten en het uitvoeren van praktijkgericht onderzoek komt de praktijk in de opleiding op een realistische wijze naar voren. Voorbeelden daarvan zijn de projecten Community Safety en Bedrijf en Veiligheid en de minoren Veiligheidsregie en Netwerken, Cybersafety en Human Factors. Tevens dragen gastsprekers, excursies en studiereizen naar Europese instanties (Europareis) bij aan het actueel houden van de inhoud en aansluiting van het curriculum op de beroepspraktijk. In de deeltijdopleiding is de relatie met de beroepspraktijk via het werkplekleren zeer direct aanwezig. De student oefent de vereiste competenties op de eigen werkplek. Verder maakt de student een deel van de beroepsproducten op basis van ervaringen en situaties op de eigen werkplek. De opleiding vindt praktijkgericht onderzoek van belang voor de IVK er. Studenten leren vanaf het begin van de studie om de goede praktijkvragen te stellen, een praktisch onderzoeksdesign te maken en daarbij passende onderzoeksmethoden te kiezen en een analyse te geven van de bevindingen. Tot slot is, aldus de opleiding, van belang dat studenten juiste conclusies kunnen trekken uit het onderzoek en deze kunnen verdedigen. De onderzoekscyclus (ECMA Projectplan Vervolg op Onderzoek 2012) komt herkenbaar terug in het leerplan van de voltijd- en deeltijdvariant. De onderzoeksvaardigheden komen aan bod in de doorlopende leerlijn onderzoekstechnieken en methoden. De opleiding werkt daarbij samen met de mediatheek. Er is aandacht voor onderzoekstechnieken en het op juiste wijze opstellen van verslagen en eindwerken. 20/71 NQA NHL Hogeschool: Integrale Veiligheid - UOB

21 Naast de onderzoekslijn zijn ook enkele onderwijsmodules en de minoren van de opleiding georganiseerd rondom praktijkgericht onderzoek; vaak in opdracht van externe partijen. De opleiding werkt in de minor Human Factors in Safety and Security nauw samen met grote partijen op het gebied van safety en security. Voorbeelden zijn Chubb Varell Security, Leaf international, Tata Steel, Gasunie Groningen, Koninklijke Luchtmacht, Provincie Friesland. De stage krijgt in jaar 3 het karakter van een voorbereiding op het afstudeeronderzoek in jaar 4. Naast het opdoen van praktijkervaring verwacht de opleiding van de student dat hij een onderzoek verricht op intermediate-niveau (niveau 2) ter voorbereiding op het onderzoek op advanced-niveau (niveau 3) in jaar 4. Studenten vinden dat aangeboden kennis en vaardigheden aansluiten bij de actuele beroepspraktijk. Zij zijn daar (zeer) tevreden over. Het panel heeft de onderzoekslijn bestudeerd en beroepsproducten van studenten ingezien en concludeert dat de onderzoekslijn in ontwikkeling is. Het panel stelt vast dat er veel aandacht is voor kwantitatief onderzoek (onder andere kunnen werken met SPSS). Meer aandacht voor kwalitatief onderzoek is, aldus het panel, gewenst. In de door het panel bestudeerde eindscripties speelt kwantitatief onderzoek slechts een kleine rol en niet op een niveau waar SPSS voor vereist is. Het is van belang meer aandacht te besteden aan methoden en technieken als interviews met half gestructureerde vragenlijsten, open bronnen onderzoek, het voeren van groepsgesprekken, het gebruik van participerende observatie als methodiek, en in het algemeen aandacht voor sociale vaardigheden in het leggen van contacten met instellingen en bedrijven, de introductie en (kwalitatieve) uitvoering van onderzoek, de verslaglegging en schrijfvaardigheden. In onderzoeksverslagen en de eindwerkstukken is de relatie tussen theorie en praktijk beperkt aanwezig (zie ook standaard 16). De theorie wordt wel aangeboden, maar in opdrachten en eindwerkstukken is er sprake van een zeker ondergebruik van theoretische noties, concepten en theorieën. De onderzoeksleerlijn voor jaar 1 en 2 is ontwikkeld. Voor de jaren 3 en 4 waarin de nadruk ligt op uitvoeren van onderzoek (minoren, stage en afstuderen) is van belang dat de opleiding de integratie van theorie en praktijk in de onderzoeksverslagen bewaakt. Overwegingen en conclusie Het panel vindt de oriëntatie op de beroepspraktijk en beroepsvaardigheden in voldoende mate naar voren komen in het programma. De aangeboden kennis is actueel en van een goed niveau. Het panel vindt de oriëntatie op het praktijkgericht onderzoek nog een aandachtspunt. De kwalitatieve onderzoeksvaardigheden en daarbij behorende (sociale) vaardigheden zouden meer aandacht mogen krijgen (balans tussen kwalitatief en kwantitatief onderzoek). Ook de integratie van theorie en praktijk in onderzoeksverslagen behoeft nog aandacht. Het panel merkt op dat het hier gaat om verschuiving van accenten in het programma, die bij realisatie kunnen leiden tot het oordeel goed. Het panel komt op basis van bovenstaande overwegingen tot het oordeel voldoende voor de voltijd- en de deeltijdvariant. NQA NHL Hogeschool: Integrale Veiligheid - UOB 21/71

22 Standaard 3 Inhoud van het programma De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheid om de beoogde eindkwalificaties te bereiken. Bevindingen Het programma is opgebouwd volgens het Amsterdams leerlijnenmodel van De Bie, waarin vier leerlijnen worden onderscheiden: Integrale lijn, Conceptuele lijn, Vaardighedenlijn en Studieloopbaanbegeleiding. Elke leerlijn heeft een eigen inhoudelijke gerichtheid. In onderstaande tabel uit de kritische reflectie van de opleiding wordt per leerlijn aangegeven welk type kwalificatie centraal staat en welk type onderwijseenheid wordt ingezet. De relatie tussen de eindkwalificaties en het programma toont de opleiding aan aan de hand van het overzicht van de projecten die worden uitgevoerd. In elk project komen verschillende competenties aan bod. Elk project is gericht op een gering aantal competenties op één competentieniveau (niveau 1, 2 of 3). In de beschrijving van de onderwijseenheden van de voltijd- en deeltijdopleiding is vermeld aan welke leerdoelen het programmaonderdeel bijdraagt. In de TA competentiematrix IV voltijd en deeltijd, is inzichtelijk gemaakt aan welke competenties de programmaonderdelen bijdragen. Met de beschrijving van de niveaubeelden (niveau 1 tot en met 3) heeft de opleiding een norm voor het niveau en de beoordeling gezet. In de praktijk zal deze norm nog zijn uiteindelijke betekenis moeten krijgen. Uit de gesprekken met het docententeam blijkt dat het team de normen toepast bij het toetsen en beoordelen. Ook blijkt dat het team over de interpretatie van de normen nog stevig met elkaar in discussie is. In de afgelopen jaren zijn beoordelingsformulieren en normen herhaaldelijk aangepast. 22/71 NQA NHL Hogeschool: Integrale Veiligheid - UOB

23 Het panel beoordeelt dat positief. Dit is een normale en wenselijke gang van zaken in de fase waarin de opleiding zich nu bevindt. Het leerlijnenmodel is, aldus het panel, een handig instrument voor het aanbrengen van horizontale samenhang in het curriculum. In de conceptuele en vaardigheden leerlijnen biedt de opleiding een reeks cursussen en trainingen aan die ondersteunend zijn voor de integrale leerlijn en de stage. De studieloopbaanbegeleider monitort de competentieontwikkeling van de student en geeft ondersteuning bij studiecompetenties en reflectievaardigheden. Verticale samenhang (de opbouw in moeilijkheidsgraad) is duidelijk waarneembaar in de toename in het beheersingsniveau van de eindkwalificaties. Dit is zichtbaar in de mate waarin de opleiding eisen stelt in toetsen en opdrachten. De drie hierboven genoemde niveaubeelden zijn daarvoor maatgevend. Voor de deeltijdvariant geldt dat het werkplekleren vanaf 2013 meer door de opleiding zal worden gestuurd. Tot nu toe diende de deeltijdstudent zelf mogelijke opdrachten voor te stellen. In het vernieuwde concept van de deeltijd zal het werkplekleren vooral gestuurd worden met behulp van opdrachten vanuit de opleiding. Daarmee wordt de samenhang tussen de integrale leerlijn en de competenties in de deeltijd versterkt, aldus het panel. Studenten van de opleiding zijn tevreden over de samenhang in het onderwijsprogramma en over de aansluiting van de lesstof bij de vereisten van de beroepspraktijk. Overwegingen en conclusie Het panel is in algemene zin positief over het programma. De relatie met de eindkwalificaties is voldoende aanwezig. Het panel vraagt zich wel af of het programma niet te breed wordt door ook de specifieke veiligheidsvraagstukken rond fysieke veiligheid als opdracht voor afstuderen te accepteren. Het panel geeft de opleiding als advies mee zich te concentreren op het integrale van de veiligheid (zie ook standaard 1) en op de niches Cyber Safety en Human factor. Het panel licht dit hieronder toe. In het publieke domein worden veiligheidsvraagstukken gekenmerkt door afhankelijkheid tussen (ketens en netwerken van) betrokken publieke en private partijen. Deze verwevenheid van het publieke en private domein zou in onderzoek en onderwijs benadrukt moeten worden. Dan wordt integraliteit bereikt bij de beantwoording van vraagstukken en de oplossing van problemen. Door interne, soms technische veiligheidsvraagstukken van opdrachtgevers als startpunt te kiezen voor werkstukken en onderzoeksopdrachten komt de integraliteit van en wisselwerking tussen de vraagstukken minder aan bod. Publieke en private veiligheid zijn sterk met elkaar verbonden. Zo draagt de publieke sector een verantwoordelijkheid voor controle, toezicht, handhaving en opsporing van sociaaleconomische wetgeving en/of anderszins strafbaar gestelde handelingen. De opleiding zou, aldus het panel, meer de nadruk kunnen leggen op de dynamiek tussen de publieke en de private sector waarbij naast integraliteit (samenwerking) ook aandacht kan worden gegeven aan de verticale verantwoordelijkheid van de publieke sector voor handhaving. NQA NHL Hogeschool: Integrale Veiligheid - UOB 23/71

24 Onderdeel van een dergelijke nadere invulling kan ook zijn om meer aandacht te besteden aan onderhandelings-, netwerk- en bureaupolitieke modellen uit de bestuurskunde of leerstukken over maatschappelijk verantwoord ondernemen en corporate governance. Het panel komt op basis van bovenstaande overwegingen tot het oordeel voldoende voor de voltijd- en deeltijdvariant. Standaard 4 Vormgeving van het programma De vormgeving van het programma zet aan tot studeren en biedt studenten de mogelijkheid om de beoogde eindkwalificaties te bereiken. Bevindingen De opleiding werkt volgens het concept van competentiegericht onderwijs. De sturing van het leerproces ontwikkelt zich van docentgestuurd tijdens de propedeuse naar gedeelde sturing in de hoofdfase en meer studentsturing in de afstudeerfase. De opleiding heeft een gevarieerd aanbod van werkvormen. In een schema in de kritische reflectie geeft de opleiding een overzicht van de werkvormen die zij gebruikt in de verschillende leerlijnen. Het panel stelt vast dat de opleiding een mix aan werkvormen inzet, die past bij de verschillende doelen van het onderwijsprogramma. Het panel heeft de werkvormen besproken met de studenten. Zij tonen zich zeer tevreden over de verschillende werkvormen. Zij zijn enthousiast over de mate waarin de praktijk terugkomt in de het onderwijs. Zij vinden dat er hoge eisen gesteld worden aan de studenten. De student die actief meedoet in werkgroepen, zelf op zoek gaat naar informatie en vakliteratuur en bewust teruggrijpt naar wat eerder in de opleiding is aangeboden (in eerste en tweede jaar) kan in de opleiding tot een voldoende of goed niveau komen. Voor de proactieve student biedt de opleiding een mooi vormgegeven programma. De werkvorm SLB wordt wisselend beoordeeld: de één vindt SLB geen meerwaarde hebben, de ander vindt het een nuttige werkvorm. De behoefte aan SLB is, aldus studenten met wie het panel sprak, het grootst in het eerste jaar. 24/71 NQA NHL Hogeschool: Integrale Veiligheid - UOB

25 De integrale leerlijn bij deeltijdopleiding wordt voor een groot deel ingevuld door het werkplekleren. De opleiding streeft naar een optimale samenhang tussen werkplekleren en binnenschools leren door aan te sluiten bij de professionaliseringstaken in de integrale leerlijn. Dit lukt niet altijd, aldus de opleiding, omdat de werkplek een eigen dynamiek kent die niet geheel door de opleiding gestuurd kan worden. Om de kwaliteit van het werkplekleren te volgen werkt de opleiding met een werkdossier, waarin de student werkervaring en werkproducten opneemt als bewijs van verworven competenties. Het panel heeft portfolio s van deeltijdstudenten ingezien en stelt vast dat deze in orde zijn. Dat wil zeggen dat er een duidelijk beeld wordt gegeven van de activiteiten en de vorderingen van studenten. In de toekomst wil de opleiding het werkplekleren niet alleen volgen maar ook meer sturen (zie standaard 3). Hiertoe zou aan de portfolio s een samenvatting kunnen worden toegevoegd, waarbij per onderdeel ook de link met relevante competenties wordt gelegd. Overwegingen en conclusie Het panel stelt vast dat de opleiding een goede mix aan werkvormen inzet om de eindkwalificaties te kunnen realiseren. Het werkplekleren in de deeltijdvariant is, aldus het panel een mooie werkvorm voor studenten die werken en leren combineren. De opmerking over de sturing van het werkplekleren heeft het panel laten meewegen in het oordeel van standaard 3. Het panel komt op basis van bovenstaande overwegingen tot het oordeel goed voor de voltijd- en de deeltijdvariant. NQA NHL Hogeschool: Integrale Veiligheid - UOB 25/71

26 Standaard 5 Instroom Het programma sluit aan bij de kwalificaties van de instromende studenten. Bevindingen Studenten die voldoen aan de wettelijke vooropleidingseis (diploma vwo, havo, of mbo kwalificatieniveau 4) worden toegelaten. Voor de deeltijdvariant geldt dat de student naast de reguliere toegangseisen ook over een relevante werkplek van ten minste 20 uur per week moet beschikken. De werkplek moet de mogelijkheid bieden projecten uit de integrale lijn en het werkplekleren uit te kunnen voeren. Elke werkplek wordt op deze eisen gecontroleerd (werkplekscan). In de werkplekscan gaat de opleiding na of de werkplek van de student voldoende garanties biedt om te functioneren op hbo-niveau. De eis geldt als toelatingseis. Als de student 21 jaar of ouder is en niet beschikt over het diploma van een verplichte vooropleiding (vwo, havo, mbo-4, of een daaraan gelijkwaardige opleiding), kan deze worden toegelaten op grond van de 21+-regeling. Als een student met goed gevolg een toelatingsonderzoek aflegt in de vakken Nederlands, Engels en Maatschappijleer is de student toelaatbaar op grond van artikel 7.29 van de WHW. Toelaatbaar zijn ook studenten met een getuigschrift van een propedeutisch of afsluitend examen aan een instelling voor hoger beroepsonderwijs of een daaraan gelijkwaardig (buitenlands) diploma; dit ter beoordeling van de examencommissie. De examencommissie bepaalt ook of een student vrijstelling krijgt van het afleggen van een toets. De student dient daarvoor bewijzen te overleggen. Dit kunnen zijn cijferlijsten, certificaten of getuigschriften of een bewijs dat de student met goed gevolg een assessment heeft afgelegd op basis van een portfolio. Twee assessoren nemen de toets af. Beroepsopdrachten kunnen deeltijdstudenten in de eigen werksetting uitvoeren. Mede daardoor krijgen zij vaak vrijstelling van de stage in het derde jaar. Als blijkt dat de student onderdelen van het eerstejaarsprogramma onvoldoende beheerst, bijvoorbeeld Nederlands of Engels, kan de student terecht bij het Learning Centre van de NHL Hogeschool. Deficiënties worden in het eerste jaar vastgesteld aan de hand van niveautoetsen voor Nederlands en Engels. Studenten die een extra studielast aankunnen, kunnen deelnemen aan het Excellentieprogramma van de NHL Hogeschool: een extra minor van 30 EC. Twee studenten van de opleiding Integrale Veiligheid nemen hieraan deel. Ook kunnen studenten kiezen voor deelname aan onderzoeken binnen lectoraten. In hebben achttien studenten van Integrale Veiligheid via de minor Cybersafety en twee studenten bij hun afstudeerstage onderzoek verricht in het lectoraat Cybersafety. In doen zes studenten via de minor mee in het lectoraat Cybersafety, studeert één student af in het lectoraat en hebben twee studenten in het lectoraat i-thorbecke onderzoek verricht en bijgedragen aan de oplevering van een digitale samenwerkingskaart van Noord-Nederland. 26/71 NQA NHL Hogeschool: Integrale Veiligheid - UOB

27 Het panel heeft met de studenten besproken of de opleiding aansluit bij de vooropleiding. Studenten met wie het panel heeft gesproken melden dat de opleiding te doen is, mits je bij blijft met de stof en regelmatig studeert. Toch laten de cijfers zien dat in het eerste jaar veel studenten afvallen. Ook scoort de aansluiting op de vooropleiding in evaluaties matig. Dit komt, aldus studenten, merendeels door een gebrek aan motivatie en een verkeerd beeld van het beroep van de IVK er. Het panel heeft bovenstaande ook besproken met het management. De instromende studenten bij de opleiding IV komen voor een groot deel van het mbo. Weer een deel daarvan is afkomstig van de 3-jarige mbo-opleiding Geüniformeerde beroepen aangevuld met een vierde jaar (meestal Sociaal Juridisch Werk). Die overstap is vaak niet makkelijk en/of de opleiding sluit niet aan bij wat de student verwachtte. Met aanleverende scholen vinden hierover gesprekken plaats. Ook heeft de opleiding maatregelen genomen om in de SLB-leerlijn meer te letten op de aansluiting op de vooropleiding en motivatie. Naast de inhoudelijke aansluiting is de afgelopen jaren veel aandacht geweest voor een goede voorlichting over de beroepsmogelijkheden van de Integraal Veiligheidskundige. Het bleek dat veel aankomende studenten een onjuiste voorstelling van de studie hadden: zij zagen de opleiding als een vervanging voor de Politieacademie. In alle uitingen van de opleiding is veel aandacht besteed aan de beroepsmogelijkheden en de studie-inhoud. Dit zal in de komende jaren worden voortgezet. In de deeltijdvariant ervaart de opleiding geen aansluitingsproblemen. Dit heeft te maken met de intakegesprekken die de studieadviseur deeltijd met aankomende studenten voert. Als deeltijdstudenten in de hoofdfase uitvallen is dit meestal het gevolg van de combinatie werk, privé en studie. Ondanks hun prima motivatie kunnen niet alle studenten deze combinatie in tijd vormgeven. Overwegingen en conclusie Het programma sluit grotendeels aan bij de kwalificaties van de instromende studenten. Bij de mbo-instroom is nog winst te behalen door de aansluiting met het hbo soepeler te laten verlopen. In het eerste jaar wordt daar aan gewerkt (vernieuwen SLB en trainen van SLBdocenten). Ook voor de poort zijn initiatieven gestart om in het vo en mbo aankomende studenten beter voor te bereiden op het hbo en beter te informeren over wat IV inhoudt. Ondanks de stimulerende werkvormen (zie standaard 4) en docenten die inspireren (zo blijkt uit de NSE) vallen er veel studenten af. Het panel komt op basis van bovenstaande overwegingen tot het oordeel voldoende voor de voltijd- en deeltijdvariant. NQA NHL Hogeschool: Integrale Veiligheid - UOB 27/71