Participatienotitie Start Jaarrondexploitatie Reg nr DSB/ /RIS Beschrijving participatie

Transcriptie

1 Participatienotitie Start Jaarrondexploitatie Reg nr DSB/ /RIS Beschrijving participatie Het college heeft op 3 juli 2012 besloten het concept-raadsbesluit Start Jaarrondexploitatie vrij te gegeven voor participatie, trede raadpleging (RIS250624). In verband met het zomerreces is besloten de partipcatieproces te starten op 16 augustus Het besluit is in week 33 gepubliceerd op het Publicatiekanaal. De reactietermijn van zes weken is gestart op 16 augustus 2012 en liep t/m 29 september Met het besluit om jaarrondexploitatie op het strand mogelijk te maken geeft de gemeente een vervolg aan het in de Nota Strandbeleid van 9 maart 2009 (RIS )genomen besluit de mogelijkheden van jaarrondexploitatie te verkennen met het Hoogheemraadschap van Delfland en de Provincie Zuid Holland na voltooiing van de kustversterkingsprojecten en de herinrichting van de boulevard (Plan Sola-Morales). In dit overleg heeft de gemeente overeenstemming bereikt om een start met jaarrondexploitatie in cluster 4 en 5 van Plan Morales op het Haagse Noorderstrand mogelijk te maken. Gelet op het feit dat er destijds op de inspraak-versie van de Nota Strandbeleid een groot aantal reacties zijn binnengekomen, waaronder ook op de mogelijkheid jaarrondexploitatie in de toekomst te onderzoeken, achtte het college het gepast om ook een vorm van participatie toe te passen bij het concept-raadsvoorstel Start Jaarrondexploitatie. De mogelijkheid tot participatie is voor iedereen opengesteld. In dit traject is aan belangstellenden gelegenheid gegeven om ideeën, wensen en meningen naar voren te brengen t.a.v. de uitgangspunten genoemd in bijgaand concept-raadsvoorstel Start Jaarrondexploitatie. Het college heeft zich met het openstellen van de trede raadpleging echter niet gebonden aan de uitkomst van het participatieproces. 2. Respondenten Er zijn in totaal 13 reacties ontvangen, die zijn onder te verdelen in strandexploitanten en belanghebbenden uit de omgeving, al dan niet vertegenwoordigd door belangenorganisaties. Strandexploitanten: 1. Bestuur Vereniging van Strandexploitanten van het Noorderstrand (VVS), voorzitter H. Walbroek, heino@walbroek.com; 2. Bestuur Zuiderstrandvereniging, voorzitter T. Das, Theo.Das@mailprofs.nl; 3. Strandpaviljoen de Waterreus, M.W.M. Groenenboom, Postbus 84012, 2508 AA, Den Haag; 4. Strandpaviljoen WIJ/Nakopy B.V., L. en J. de Jong, namens deze: J. Heintjes, Young Horeca, Postbus 84109, 2508 AC, Den Haag, jacco@younghoreca.nl; 5. Watersportpaviljoen Hart Beach, Hart Beach B.V./P. Schuitema, Vissershavenweg 55b, 2583 DL, Den Haag; 6. Strandpaviljoen Habana, J. Roos, Madepolderweg 51, 2553 EG, Den Haag, info@habana.nl; 1

2 Belanghebbenden omgeving/belangenorganisaties: 7. Gezamenlijke Scheveningse Bewonersorganisaties (GSBO), secretaris F. Oosterhuis, Gentsestraat 22a, 2587 HT, Scheveningen, 8. Bewonersorganisatie Havenkwartier (BOH), voorzitter T. van Dijk, Westduinweg 38d, 2583 EH, Scheveningen, 9. Cliëntenraad Het Uiterjoon/Prins Willemhof, secretaris W. Nanninga, Vissershavenstraat 277, 2583 DG, Scheveningen; 10. H. Knoester, lid cliëntenraad Uiterjoon, 11. Beach stadium B.V., Postbus 10221, 2501 HE, Den Haag, 12. Beheerplatform Westduinpark, H.G. van Rossum, Kwartellaan 55, 2566 DV Den Haag, 13. Platform rust aan de kust, Arno Schoondorp/Cees de Jager; 3. Beschrijving van de reacties en het antwoord van het college 1. Bestuur Vereniging van Strandexploitanten van het Noorderstrand (VVS) De belangenvereniging van de strandexploitanten op het Noorderstrand is voorstander van jaarrondexploitatie, maar is het vanuit economisch perspectief en geografische spreiding niet eens met slechts de mogelijkheid voor cluster 4&5 en de beargumentering daarvan. De VVS wil voorts graag weten wat de eventuele criteria in de toekomst zullen zijn en of meerdere exploitaties, o.b.v. de stepping-stone-gedachte een kans zullen krijgen om in de toekomst jaarrond te exploiteren. De gemeente kiest, gelet op de economische haalbaarheid, bewust voor een kleinschalige start geconcentreerd op één locatie. Een concentratiegebied van horeca en watersport kan de rendabiliteit van de individuele jaarrondexploitaties versterken. Daarnaast is bewust gekozen voor een startlocatie die niet ligt voor het gebied ter hoogte van de centrale boulevard van Scheveningen, gelet op de hoge horeca- en woondichtheid aldaar. Daarnaast vindt de gemeente het belangrijk dat de watersport ook in de wintermaanden een faciliteit heeft. Ten slotte is gekeken naar bereikbaarheid en parkeergelegenheid in de omgeving. Het clusteren van horeca en (water)sportvoorzieningen (met eventueel in de toekomst ook het Beachstadion) geeft Scheveningen en de sport het gehele jaar een herkenbare plek. Naar verwachting zullen de jaarrondclusters voldoende nieuwe bezoekersstromen kunnen aantrekken om rendabel te kunnen exploiteren en deze start van jaarrondexploitatie economisch te doen slagen. Zoals in het concept-raadsvoorstel is opgenomen, volgt na twee jaar (einde startfase) een evaluatie met aanbevelingen voor de toekomst van jaarrondexploitatie aan de Haagse kust. Afhankelijk van de uitkomst van deze evaluatie, zal duidelijk worden of en zo ja onder welke voorwaarden c.q. criteria jaarrondexploitatie in de toekomst eventueel verder kan worden uitgerold. 2

3 2. Bestuur Zuiderstrandvereniging De belangenvereniging van de strandexploitanten van het Zuiderstrand vindt het een gemiste kans dat de badplaats Kijkduin niet is betrokken bij deze Start Jaarrondexploitatie. De badplaats Kijkduin grenst immers ook aan stedelijk gebied. Daarnaast blijkt uit het economische haalbaarheidsonderzoek van Van Spronsen dat de badplaats Kijkduin, gelet op de goede bereikbaarheid en parkeergelegenheid zorgt voor een goede toevoeging op het strand en op deze locatie juist zorgt voor een versterking van de kleine horeca op de boulevard. De Zuiderstrandvereniging is van mening dat voor de badplaats Kijkduin ook niet kan worden gesproken van een zachte zeewering, gelet op de aanwezige infrastructuur (3 vaste strand op/afgangen en 5 trappen. Inspreker geeft aan dat door de aangebrachte infrastructuur (strandopgangen/trappen) er niet meer kan worden gesproken van een zachte zeewering, maar dat er hierdoor feitelijk sprake is geworden van een harde zeewering. Feit blijft echter dat hier sprake is van een duingebied en in die zin blijft dus zachte zeewering waar in beginsel dynamisch kustbeheer (natuurlijke aangroei van de duinen) plaatsvindt. Ook valt dit niet binnen het gebied waar het Hoogheemraadschap van Delfland expliciet toestemming voor heeft gegeven. Inspreker geeft voorts aan dat ten aanzien van dit stuk strand (direct voor de badplaats Kijkduin) wel degelijk sprake is van ook grenzend aan stedelijk gebied, omdat het stuk strand hier ook grenst aan de boulevard. In tegenstelling tot het in het concept-raadsvoorstel gekozen startlocatie-gebied, ligt er tussen het door inspreker bedoelde gebied en de boulevard van de badplaats Kijkduin, echter nog een flink stuk duin. In die zin grenst het dus niet direct aan stedelijk gebied. Daarbij komt nog dat er in Kijkduin, anders dan in cluster 4 &5, ontwikkelingen plaats zullen vinden die nog niet bepaald zijn. Ten slotte is in dit verband van belang dat het door inspreker genoemde gebied grenst aan een Natura-2000 gebied. Ten eerste is voor die locatie expliciete toestemming van de Provincie Zuid- Holland nodig, omdat deze op dit gebied bevoegd gezag is. Deze toestemming is er op dit moment niet. Voorts is een van de uitgangspunten van het concept-raadsvoorstel dat er geen extra negatieve effecten optreden in de aan het strand grenzende Natura 2000 gebieden. Bij een nieuwe ontwikkeling, waarbij sprake zal zijn van jaarrondexploitatie grenzend aan of in de nabijheid van een dergelijk gebied, zal er een balans gezocht moeten worden tussen natuur en gebruik. De gemeente houdt dan ook vast aan de startlocatie zoals deze is opgenomen in het conceptraadsvoorstel. De gemeente wil eerst de ervaringen op die locatie afwachten en in kaart brengen. Gelet op deze inspraakreactie zal de gemeente in de evaluatie van de Start Jaarrondexploitatie wel de vraag meenemen of jaarrondexploitatie voor de badplaats Kijduin, wellicht in de toekomst wel mogelijk zal zijn en zo ja, onder welke voorwaarden. Hiervoor zal ook eerst nog een ruimtelijke locatiestudie moeten plaatsvinden. 3. Strandpaviljoen de Waterreus Strandpaviljoen de Waterreus heeft aangegeven i.v.m. veiligheid en mogelijke waterschade een jaarrondpaviljoen op een vloerbouwhoogte van 6.25 meter boven NAP te willen bouwen. 3

4 Strandpaviljoen de Waterreus verzoekt voorts om in het definitieve raadsvoorstel duidelijk te formuleren dat er voor jaarrondexploitatie geen einddatum wordt bepaald. Gelet op de hoogte van de investering voor een jaarrondexploitatie kan het volgens de Waterreus niet zo zijn dat na de pilot van 2 jaar, jaarrondexploitatie wordt teruggedraaid. Tenslotte geeft de Waterreus aan dat een huurovereenkomst voor 10 jaar wenselijk zou zijn. De Nota strandbeleid en het bestemmingsplan strand gaan uit van een strandhoogte en dus een vloerbouwhoogte van 4.5 meter boven NAP. De nieuwe boulevard zal ook op deze hoogte worden opgeleverd. Strandpaviljoens voor de centrale boulevard mogen ingevolge het bestemmingsplan Strand bouwen tot een maximale bouwhoogte van paviljoens van 3.6 meter in verband met de zichtlijnen vanaf de boulevard. Voor de overige gebieden (waaronder ook het gebied waar de Waterreus staat) geldt een maximale bouwhoogte voor paviljoens van 4.5 meter. Dit betekent dat mag worden gebouwd tot een maximale hoogte van 9 meter boven NAP. Het Hoogheemraadschap van Delfland en Rijkswaterstaat (gezamenlijk verantwoordelijk voor de watervergunning verlening) hanteren voor jaarrondexploitatie een minimale vloerbouwhoogte van 4.0 meter + NAP. Noch het Hoogheemraadschap, noch Rijkswaterstaat stelt een maximale hoogte. De gemeente wil vanuit stedenbouwkundig perspectief echter vasthouden aan een vloerbouwhoogte van 4.5 meter boven NAP. De opzet van de nieuwe Morales-boulevard en clustering van de paviljoens is erop gericht om de ruimtelijke relatie tussen boulevard en strand te maximaliseren. Enerzijds wordt dit bereikt door clustering en anderzijds door het beperkt houden van de bouwhoogte in verband met zichtlijnen vanaf de nieuwe boulevard. Ten aanzien van het verzoek van de Waterreus om geen einddatum te bepalen voor jaarrondexploitatie het volgende. Er is bewust gekozen voor een Start Jaarrondexploitatie die na 2 jaar monitoring wordt afgesloten met een evaluatie. Een periode van 2 jaar (twee winterseizoenen) is minimaal nodig om de effecten van jaarrondexploitatie op de omgeving (o.a. geluid, verkeer) goed te kunnen beoordelen en (per jaar) te (kunnen) vergelijken. De insteek is uiteraard dat de Start Jaarrondexploitatie een succes wordt en dat na de evaluatie kan worden gekeken of eventuele verdere uitrol van jaarrondexploitatie op andere locaties ook mogelijk is. Gelet op de gemaakte afspraken met betrekking tot het concept-raadsvoorstel, kan geen garantie worden gegeven voor de toekomst. Om die reden wordt in het definitieve raadsvoorstel niet opgenomen dat voor jaarrondexploitatie geen einddatum wordt bepaald. Dit is immers afhankelijk van de uitkomst van de evaluatie. De strandexploitanten krijgen met ingang van 2013 een huurovereenkomst voor 5 jaar, welke huurovereenkomst daarna met 5 jaar kan worden verlengd. 4. Strandpaviljoen WIJ/Nakopy B.V. Strandpaviljoen Wij is positief ten aanzien van de Start Jaarrondexploitatie, maar wil graag flexibiliteit in zomer- en winteropstelling. Strandpaviljoen Wij geeft aan in de zomer 500 m2 te willen bebouwen 4

5 en wil deze bebouwing in de winter (met ingang van begin oktober tot begin maart) aanvullen met een winterserre van 150 m2 (breedte paviljoen 30 meter en serrediepte van 5 meter), naar in totaal 650 m2. In het concept-voorstel is uitgegaan van een totale bebouwing (winter en zomer) van 500 m2 bebouwing. Deze grootte is gebaseerd op stedenbouwkundige (bouwvolume in relatie tot de rest van de omgeving) en economische haalbaarheidsargumenten (minimaal 500 m2 nodig om jaarrond rendabel te kunnen exploiteren, ook met het oog op de voorwaarde alles inpandig te moeten opslaan). De opzet van de nieuwe Morales-boulevard en clustering van de paviljoens is erop gericht om de ruimtelijke relatie tussen boulevard en strand te maximaliseren. Enerzijds wordt dit bereikt door clustering en anderzijds door het beperkt houden van de bouwhoogte in verband met zichtlijnen. Een vergroting naar een bebouwingsoppervlakte van 650 m2, maakt de clusters aanzienlijk groter en robuuster. Dit is vanuit stedenbouwkundig perspectief niet wenselijk. Daarbij krijgen de paviljoens al meer bebouwingsmogelijkheden. Filosofie is dat serres/wintertuinen en dergelijke onderdeel uitmaken van het totale gebouw en dat er tijdens het winterseizoen geen annexen worden gerealiseerd. De gemeente houdt dan ook vast aan een maximaal toegestane bebouwing van 500 m2. 5. Watersportpaviljoen Hart Beach Watersportpaviljoen Hart Beach licht in zijn inspraakreactie de toekomstvisie voor zijn watersportpaviljoen Hart Beach uitgebreid toe, waarvan kennis wordt genomen. In deze Participatienotitie wordt ingegaan op de inspraakreactie voor zover deze specifiek is gericht op het concept-raadsvoorstel Start Jaarrondexploitatie. Het betreft de volgende punten. In het concept-raadsvoorstel is opgenomen bebouwing voor jaarrondhorecapaviljoens te maximeren op 500 m2. Watersportpaviljoen Hart Beach wil ook graag 500 m2 kunnen bebouwen, om zo in de wintermaanden voldoende binnenruimte, zoals verblijfsruimten, leslokalen, kleedruimte en opslagruimte etc., te kunnen bieden aan sporters, groepen, partijen en bedrijven en om sportevents te kunnen ondersteunen. In het concept-raadsvoorstel is opgenomen dat de hoofdbestemming van jaarrondwatersportlocaties sport is/blijft. Watersportpaviljoen Hart Beach wil om een volwaardige kwaliteitsslag te maken graag de huidige mogelijkheid van ondergeschikte horeca uitgebreid zien naar volwaardige horeca. Watersportpaviljoen Hart Beach geeft aan zich, ten aanzien van het uitgangspunt van de gemeente dat jaarrondpaviljoens in de winter overdag en s avonds overwegend open moeten zijn voor publiek, aan te sluiten bij het standpunt van Van Spronsen (5 dagen p/w, 8 uur p/d). Wel wordt verzocht hier ten aanzien van de watersportpaviljoens flexibel mee om te gaan, gelet op het aantal licht/daguren in de wintermaanden. d) Watersportpaviljoen Hart Beach geeft aan dat de investering van een jaarrondexploitatie een minimale huurperiode van 5 jaar + 5 optiejaren nodig heeft. 5

6 Het vergroten van het maximaal bebouwingsoppervlak naar 500 m2 is gebaseerd op de inschatting van onderzoeksbureau Van Spronsen, waarin staat dat 500m2 nodig is, voor een horeca-paviljoen om in de wintermaanden rendabel te kunnen exploiteren. Een horeca-paviljoen heeft evident een andere exploitatiewijze dan een watersportpaviljoen. De gemeente wil de bestemmingen watersport en horeca expliciet gescheiden houden, conform hetgeen is opgenomen in de Nota Strandbeleid en het bestemmingsplan Strand. Een van de uitgangspunten van het concept-raadsvoorstel is daarom dat de hoofdbestemming van jaarrondwatersportlocaties sport is en blijft. Voor die bestemming acht de gemeente 335 m2 bebouwing oppervlakte voldoende om ook jaarrond een watersportlocatie rendabel te kunnen exploiteren. Daarnaast betekent het instemmen met het verzoek van Hart Beach, dat ook de andere watersportpaviljoens in cluster 4 en 5 die jaarrond blijven staan, de mogelijkheid moeten krijgen tot een maximum bebouwd oppervlakte van 500 m2. Dit betekent dat er in cluster 4 en 5 er een behoorlijk aantal vierkante meters bebouwing bij komt, hetgeen de clusters aanzienlijk groter en robuuster maakt. Dit is vanuit stedenbouwkundig perspectief niet wenselijk. De gemeente houdt dan ook vast aan de maximaal toegestane bebouwing voor watersportpaviljoens van 335 m2. Dit punt (de maximale grootte van het bebouwingsoppervlak voor watersportpaviljoens) zal in de evaluatie worden meegenomen. In het concept-raadsvoorstel is opgenomen dat de hoofdbestemming van jaarrondwatersportlocaties is/blijft sport en dat er geen nieuwe strandpaviljoen-locaties worden uitgegeven. Dit vloeit voort uit de Nota strandbeleid 2008, waarin is beoogd vast te leggen geen nieuwe horeca op het strand toe te staan dan op dit moment het geval is. Dit beleidsuitgangspunt blijft ingeval van jaarrondexploitatie ongewijzigd. Daarnaast wil de gemeente de bestemmingen horeca en sport gescheiden houden. Uiteraard moet het mogelijk zijn voor de sporter om na het sporten iets kunnen drinken. Om die reden is, destijds bij de vaststelling van de Nota Strandbeleid, voor de locaties waar geen horecabestemming op rust, de mogelijkheid geboden tot ondergeschikte horeca. De sluitingstijden voor commerciële watersportpaviljoens zullen bij de nadere uitwerking van de voorwaarden in onderling overleg met de exploitanten van de commerciële watersportpaviljoens worden vastgesteld. Waarbij als uitgangspunt geldt dat exploitatie van een watersportpaviljoen wezenlijk anders is dan die van een horeca-paviljoen en dit ook tot uiting zal moeten komen in de verplichte openstelling dagen/uren. Er is echter wel sprake van een commerciële onderneming. Dit ligt weer anders voor de niet commerciële watersportvereniging. Een vereniging is in beginsel besloten (immers slechts toegankelijk voor leden) en draait voornamelijk op vrijwilligers. Het is in dat verband denkbaar dat voor de niet commerciële vereniging weer andere openingstijden zullen gelden. De gemeente gaat met de watersportpaviljoens (commercieel en niet commercieel) in overleg om te komen tot een realistische openingsverplichting. d) De strandexploitanten krijgen met ingang van 2013 een huurovereenkomst voor 5 jaar, welke huurovereenkomst daarna met 5 jaar kan worden verlengd. 6

7 6. Strandpaviljoen Habana Strandpaviljoen Habana verzoekt de Start Jaarrondexploitatie uit te breiden met Kijkduin Bad en geeft aan dat het concept-raadsvoorstel ook tot deze conclusie zou moeten leiden. Zo zou jaarrondexploitatie een versterking zijn van de aanstaande ontwikkeling van de Badplaats Kijkduin. Daarnaast grenst deze locatie ook aan stedelijk gebied en het allerbelangrijkste: het economische haalbaarheidsonderzoek van Van Spronsen geeft aan dat de badplaats Kijkduin, vanwege een goede bereikbaarheid en parkeergelegenheid en de versterking van de kleine horeca concentratie zorgt voor een toevoeging op het strand. Strandpaviljoen Habana geeft ten slotte aan dat op de locatie voor de badplaats Kijkduin er door de 3 vaste strand op/afgangen en 5 trappen geen sprake is van een zachte zeewering waar dynamisch kustbeheer op van toepassing is. Zie reactie onder inspreker Gezamenlijke Scheveningse Bewonersorganisaties (GSBO) Het GSBO heeft een uitgebreide inspraakreactie ingestuurd. In de beantwoording wordt specifiek ingegaan op de onderstaande punten t.a.v. het concept-raadsvoorstel Start Jaarrondexploitatie. Inspreker is van mening dat het strand in de winter óók aantrekkelijk moet blijven voor bezoekers die genieten van een leeg/rustig strand. Het GSBO geeft aan te twijfelen aan de economische haalbaarheid van jaarrondexploitatie en vreest dat slechts een grote feestomzet met bijbehorende extra (geluids)overlast voor financieel rendement kan zorgen. Dit wordt nog versterkt doordat in het concept-raadsvoorstel, zonder nadere motivatie, is afgeweken van de locaties zoals deze in het economische haalbaarheidsonderzoek van Van Spronsen zijn genoemd (cluster 2 en 5). Het GSBO vreest door deze locatiekeuze meer overlast te zullen ervaren en maakt zich zorgen dat de bescherming die de kustbewoners op grond van dit voorstel genieten, maar een houdbaarheidsdatum heeft van 2 jaar, namelijk de looptijd tot de evaluatie. d) Het GSBO geeft aan dat Van Spronsen adviseert om al na een jaar, in plaats van na twee jaar, te evalueren. e) Het GSBO geeft aan dat dit voorstel in strijd is met de Nota strandbeleid, omdat daarin staat dat ten behoeve van de uitbreiding van een feest geen extra tenten mogen worden geplaatst omdat feesten anders te grootschalig worden. f) Het GSBO vraagt om de verduidelijking van de monitoringscriteria. Het gaat dan met name om toelichting op het advies van Van Spronsen waarin wordt gesteld dat de bestaande bezoekersstroom fors moet toenemen alvorens een nieuw cluster voor jaarrondexploitatie kan worden aangewezen. 7

8 Daarnaast vraagt het GSBO concrete toelichting op de term tussentijds, voor zover deze ziet op de frequentie van de monitoringsmomenten en wat wordt bedoeld met het tegen het licht houden van de criteria. Een van de uitgangspunten in het concept-raadsvoorstel is dat het strand in de winter óók aantrekkelijk blijft voor bezoekers die genieten van een leeg/rustig strand. Om die reden is er voor gekozen om kleinschalig te starten en deze start na twee jaar te evalueren In het economische haalbaarheidsonderzoek van Van Spronsen is geadviseerd om in eerste instantie één cluster geheel jaarrond te maken, omdat daarmee een kleinschalig concentratiegebied gerealiseerd wordt. Daarbij is door Van Spronsen aangegeven dat een concentratiegebied meer bezoekers trekt, waardoor de financiële haalbaarheid van de individuele jaarrondexploitaties wordt vergroot. Van Spronsen acht cluster 2 of 5 dan het meest geschikt. Voorts is geadviseerd om ook de watersportpaviljoens de mogelijkheid te bieden om jaarrond te blijven staan. Nu de watersportpaviljoens zijn gelegen in cluster 4 en 5 en de gemeente zich kan vinden in het advies voor wat betreft een kleinschalig concentratiegebied, is de combinatie van cluster 4 en 5 een logische keuze. Mede gelet op het feit dat dit gebied verder af ligt van woningen dan cluster 2 en de bereikbaarheid en parkeergelegenheid op de locatie ter hoogte van cluster 4 en 5 goed is. Voor zover de inspraakreactie is gericht op de zorgen ten aanzien van de toename van overlast en de houdbaarheidsperiode van twee jaar van de bescherming die de kustbewoners aan dit voorstel zouden kunnen ontlenen, het volgende. Een van de uitgangspunten in het concept-raadsvoorstel is het voorkomen van toename van overlast voor bewoners in de omgeving van het strand in de winter. Dit geldt voor eventuele overlast van strandpaviljoens, maar ook van het beachstadion. De gemeente neemt kennis van de zorg van het GSBO op dit punt en licht hieronder een en ander toe. Alle strandpaviljoens inrichtingen in de zin van de Wet Milieubeheer. Dit betekent dat alle strandpaviljoens zich dienen te houden aan de geluidsnormen zoals die in de Wet milieubeheer zijn bepaald. Dit geldt uiteraard ook voor jaarrondpaviljoens. Overigens vallen de activiteiten binnen het stadion onder de Wet milieubeheer. De activiteiten die tijdelijk buiten het stadion worden geplaatst (evenementen) vallen niet onder de Wet milieubeheer, maar moeten zich houden aan de regelgeving op grond van de APV (evenementenvergunning). In de monitoringsperiode (2 winters) zal de gemeente het geluid afkomstig van de jaarrondpaviljoens actief monitoren. In de evaluatie zal dit meegenomen worden. Er wordt op dit moment bewust voor gekozen om het beachstadion nog niet mee te nemen in de Start Jaarrondexploitatie. Op dit moment is er voor jaarrondexploitatie van het beachstadion nog geen voldoende concreet plan, zowel voor de bebouwing, als voor de exploitatie /programmering van het beachstadion in de winter. In het definitieve plan van Beachstadium B.V. voor jaarrondexploitatie van het beachstadion, zal (geluid) overlast van het beachstadion (binnen en buiten het beachstadion i.v.m. (sportieve) evenementen) een belangrijk aandachtspunt moeten zijn. 8

9 Daarnaast zal bij eventuele jaarrondexploitatie van het beachstadion ook de mogelijke impact op de openbare orde en veiligheid nog nader moeten worden onderzocht. Dit hangt uiteraard ook af van de winterprogrammering van (sportieve) evenementen zoals het beachstadion dat in de toekomst voor ogen heeft. Dat is op dit moment echter nog niet bekend. Het beachstadion heeft afgelopen zomer (2012) naar eigen zeggen al veel aandacht besteed aan gesprekken met omwonenden over (geluids)overlast van het beachstadion en heeft in dat verband al maatregelen genomen. De gemeente juicht dit toe, omdat het belangrijk is dat eventuele nieuwe ontwikkelingen (zoals mogelijk in de toekomst jaarrondexploitatie van het beachstadion) een breed draagvlak heeft van de omgeving. d) In het concept-raadsvoorstel is bewust gekozen voor een evaluatie na twee jaar, omdat de gemeente 2 winters met elkaar wil kunnen vergelijken. Het is uiteraard wel de insteek om gedurende de gehele periode te monitoren en ook na 1 jaar al te kijken naar mogelijk verbeterpunten. e) Er is geen sprake van strijdigheid. De aangehaalde beleidsregel in de Nota Strandbeleid bepaald dat het niet is toegestaan om ten behoeve van uitbreiding van een feest op een strandpaviljoen, een extra feesttent buiten de exploitatie (op het strand) te plaatsen. Deze beleidsregel is er met name op gericht om te voorkomen dat daardoor de exploitatie illegaal wordt vergroot en de feesten te grootschalig worden. Dit levert bezwaar op in verband met de gebruiksmogelijkheden van het strand en vanuit openbare orde en veiligheid. Dit was al bestaand beleid en is bij vaststelling van de Nota Strandbeleid herbevestigd. f) In het concept-raadsvoorstel is opgenomen dat na twee jaar (einde startfase) een evaluatie met volgt met aanbevelingen voor de toekomst voor jaarrondexploitatie aan de Haagse kust. De ervaringen, die opgedaan worden tijdens de startfase, worden meegenomen bij het uiteindelijke gemeentelijke beleid voor jaarrondexploitatie. Op dit moment loopt er onder andere in Scheveningen een bezoekers/consumentenonderzoek, waarbij onder meer bezoekersaantallen op de boulevard worden geteld en de looproute van de bezoekers in kaart wordt gebracht. De uitkomst van dit onderzoek zal als nul-meting dienen bij het in kaart brengen van eventuele nieuwe bezoekersstromen die op gang komen door de Start Jaarrondexploitatie. Overigens met de kanttekening dat de opening van de nieuwe boulevard op zichzelf ook al tot verandering van de loopstromen zal leiden. Het is op voorhand echter niet exact te zeggen wat een forse toename in dit verband inhoudt. Overigens betrekt de gemeente in de monitoringsfase de diverse betrokken belangen en belanghebbenden. Dit betekent dat een toename van het aantal bezoekers slechts een van de facetten is, die zal worden meegewogen bij de evaluatie en het besluit om wel/niet over te gaan tot een uitbreiding van het aantal jaarrondexploitaties in de toekomst. 8. Bewonersorganisatie Havenkwartier (BOH) Het BOH heeft een uitgebreide inspraakreactie ingestuurd, met als conclusie dat het BOH niet akkoord gaat met enige vorm van jaarrondexploitatie op het strand. In de beantwoording wordt per punt specifiek ingegaan op hetgeen door het BOH naar voren is gebracht. 9

10 Het BOH is van mening dat het college met dit besluit het de bewoners van Scheveningen ontneemt om een deel van het jaar te genieten van een leeg strand. Het BOH stelt dat juist in cluster 4&5 de strandpaviljoens zitten die zich niet aan de regels houden en dat de gemeente tegen overtredingen van deze paviljoens niet durft c.q. wil handhaven. Dit zorgt voor wantrouwen bij de bewoners. Voorts merkt het BOH op dat er tijdens de winter in een beachstadion weinig zal worden gesport, hetgeen betekent dat er in de winter (ook) andere evenementen georganiseerd zullen moeten worden om een beachstadion rendabel te krijgen, hetgeen onvermijdelijk gepaard zal gaan met overlast voor de omgeving. Dit is in strijd met het uitgangspunt van de gemeente om door middel van plaatsing van een beachstadion sport op de kaart te zetten. d) Daarnaast vreest het BOH voor nog meer geluidsoverlast in de winter, gelet op het feit dat de wind meestal zuidwest is en de strandexploitanten en het beachstadion altijd de grenzen opzoeken. En er weinig vertrouwen is dat de gemeente daadwerkelijk handhavend optreedt tegen geluidsoverlast. Zie reactie onder inspreker 7, onder a. Ervan uitgaande dat het BOH doelt op geluidsoverlast van de strandpaviljoens in cluster 4 & 5, wordt opgemerkt dat in de afgelopen jaren geen sprake is geweest van een gegronde geluidsoverlastklacht van de paviljoens uit deze clusters. Dat wil zeggen dat op basis van de wettelijke normen, geen sprake is geweest van meer geluidproductie dan op grond van de wet Milieubeheer is toegestaan voor een inrichting, zoals een strandpaviljoen. De gemeente heeft afgelopen zomer (2012) bij aangekondigde feesten de betreffende ondernemers in dit gebied actief benaderd. Met de ondernemers is gesproken over de technische mogelijkheden om muziekgeluid zoveel mogelijk te beperken in verband met overlast voor de omgeving. Ook zijn de consequenties van een overschrijding van de geluidsnormen nogmaals onder de aandacht gebracht. Een ander belangrijk uitgangspunt van het concept-raadsvoorstel is het voorkomen van toename van overlast voor bewoners in de omgeving van het strand in de winter. Dit geldt voor eventuele overlast van strandpaviljoens, maar ook van het beachstadion. De gemeente neemt kennis van de zorg van het BOH dat het beachstadion in de winter niet alleen zal kunnen worden gevuld met sport en naar waarschijnlijkheid een andere exploitatie zal worden gezocht, met het risico van meer overlast. Er is ook bewust voor gekozen om het beachstadion nog niet mee te nemen in de Start Jaarrondexploitatie. Op dit moment is er voor jaarrondexploitatie van het beachstadion nog geen concreet plan, zowel voor de bebouwing, als voor de exploitatie /programmering van het beachstadion in de winter. In het definitieve plan van Beachstadium B.V. voor jaarrondexploitatie van het beachstadion, zal dit ook een belangrijk aandachtspunt moeten zijn. 10

11 De gemeente heeft overigens van het Beachstadium B.V., de exploitant van het beachstadion, vernomen dat er afgelopen zomer (2012) veel aandacht is besteed aan het beperken van de (geluids)overlast en in dat verband in overleg is getreden met de bewoners. Gelet op de zienswijze van het BOH heeft dit bij de bewoners kennelijk nog niet de angst voor met name geluidsoverlast weggenomen. d) Voor zover de zienswijze ziet op de handhaving van geluidsoverlast, het volgende. Alle strandpaviljoens zijn inrichtingen in de zin van de Wet milieubeheer en dienen zich dan ook te houden aan de geluidsvoorschriften zoals daarin bepaald. Dit geldt uiteraard ook voor jaarrondpaviljoens. Op dit moment is voor Scheveningen in de zomermaanden de Muziek Regeling Scheveningen (MRS) van toepassing die de handhaving van geluidsoverlast van strandpaviljoens regelt. De MRS is een systeem van handhaving zoals de gemeente Den Haag vanaf de jaren 90 al toepast ter voorkoming van onacceptabele geluidsoverlast van bedrijven. De geluidsnormen op het strand worden gedurende het strandseizoen directer gehandhaafd dan in de rest van de stad. Dit betekent dat omwonenden tijdens het strandseizoen 24 uur per dag de mogelijkheid geboden wordt om een klacht in te dienen omtrent geluidsoverlast. Andere veroorzakers van geluidsoverlast (radio's, auto's, bromfietsen enz.) kunnen niet op grond van de MRS worden aangepakt. Met het toepassen van de MRS is een balans gevonden tussen de economische bedrijvigheid en het leefklimaat. Handhaving van geluidoverlast gebeurt op grond van de Wet milieubeheer. Aan het begin van het seizoen worden alle ondernemers er door middel van een brief op gewezen de geluidnormen niet te overtreden. Met regelmaat worden, zonder dat er overlastmeldingen zijn ontvangen, toch controles uitgevoerd. Het aantal geconstateerde overtredingen van de geluidsoverlast is de laatste jaren redelijk stabiel en bedraagt per strandseizoen altijd minder dan 10. Om tegemoet te komen aan de zorgen van de bewoners zal de gemeente de komende winterperioden de overlast van de jaarrondstrandpaviljoens (conform de Wet milieubeheer) registreren en evalueren. Dat wil zeggen dat gedurende de monitoringsperiode (2 winters) de ervaren overlast (het aantal meldingen) en de overtredingen van de geluidnorm worden vastgelegd en geëvalueerd. Gedurende de winterperiode kunnen geluidsoverlastklachten over jaarrondstrandpaviljoens op dezelfde wijze worden gemeld als dit gebruikelijk is bij geluidsoverlast in de stad. Dit betekent dat geluidoverlast veroorzaakt door jaarrondstrandpaviljoens in de wintermaanden kan worden gemeld via het algemene telefoonnummer Cliëntenraad Het Uiterjoon/Prins Willemhof De cliëntenraad sluit zich aan bij de zienswijze van het Bewonersorganisatie Havenkwartier (BOH) en wil in deze zienswijze nogmaals het aspect van geluidsoverlast benadrukken. Hieraan voegt de cliëntenraad toe dat in het verleden de bewoners van het Uiterjoon (samen met de andere bewoners uit de wijk) vaak last gehad van teveel geluid van de strandtenten, alsook van het beachstadion. De cliëntenraad vreest dat die overlast alleen maar zal toenemen en doet een dringend beroep op de gemeente om die geluidsoverlast nu eens en voor goed aan te pakken. Zie antwoord inspreker 8 en in het bijzonder het antwoord onder 8d. 11

12 10. H. Knoester (lid van de cliëntenraad van het Uiterjoon) De heer Knoester geeft in zijn zienswijze aan dat: de strandtenten geluids-geïsoleerd moeten zijn. de strandtenten voor de omwonenden binnen de normen van de wettelijk toegestane decibels blijven en dat houseparty s c.q. housemuziek niet wordt toegestaan i.v.m. de enorme geluidsoverlast. Jaarondexploitaties moeten voldoen aan alle publiekrechtelijke regelgeving zoals de APV, Waterwet, Wet Milieubeheer. De gemeente kan de jaarrond-strandpaviljoens niet verbieden bepaalde soort feesten niet te mogen geven of bepaalde muziek niet te mogen draaien. De gemeente verplicht de strandexploitanten echter wel (namelijk in de strandhuurovereenkomst) om zich aan alle van toepassing zijnde publiekrechtelijke regels te houden. Ten aanzien van het produceren van geluid is dit de Wet Milieubeheer. Alle strandpaviljoens inrichtingen in de zin van de Wet Milieubeheer. Dit betekent dat alle strandpaviljoens zich dienen te houden aan de geluidsnormen zoals die in de Wet milieubeheer zijn bepaald. Dit geldt uiteraard ook voor jaarrondpaviljoens. Bij de start van de jaarrondexploitatie zullen deze ondernemers via het opmaken van een akoestisch rapport moeten aangeven op welke wijze aan de normstelling wordt voldaan. Zie voorts de beantwoording onder inspreker 8, onder d. 11. Beach stadium B.V. Het Beachstadium B.V. licht in de inspraakreactie de huidige situatie en de toekomstvisie voor het beachstadion toe. In deze Participatienotitie wordt ingegaan op de inspraakreactie voor zover deze specifiek is gericht op het concept-raadsvoorstel Start Jaarrondexploitatie. Het betreft onderstaande punten. Beach Stadium B.V. wil graag ook al in 2013 en 2014 in aanmerking komen voor jaarrondexploitatie, om zo sporters het hele jaar te kunnen faciliteren. Jaarrondexploitatie zal volgens het Beach Stadium B.V. naast de ambitie om van Den Haag een surfmekka te maken, ook bijdragen aan de ambitie om sport in een veel breder perspectief te plaats te bieden op het sportstrand en Den Haag nog meer te onderscheiden als strand- en watersportstad. Ook wil het Beach stadium B.V. bijdragen aan de ambities zoals geformuleerd in het Olympisch Plan In welke vorm het stadion dan jaarrond zal staan is in deze fase ook nog niet duidelijk. Het stadion zou in aangepast kunnen worden en in afgeslankte vorm in de wintermaanden faciliteiten kunnen blijven bieden aan sporters. 12

13 Het Beach Stadium onderzoekt op dit moment of aan het stadion een permanente horecavergunning kan worden gekoppeld, omdat de huidige horeca-apv te beperkt is om de gewenste activiteiten te kunnen ontplooien. Op dit moment is nog onduidelijk of een horeca-exploitatie in 2013 al tot de mogelijkheden behoort. Beach Stadium B.V. merkt op zich bewust te zijn van de geluidsoverlast die de omgeving/bewoners van het beachstadion ervaren. Beachstadium B.V. geeft aan dat in de zomer van 2012 veel tijd is gestoken in overlegstructuren met alle belanghebbenden om de geluidsoverlast tot een minimum te beperken. In het concept-raadsvoorstel is opgenomen dat het clusteren van horeca en (water)sportvoorzieningen (met eventueel in de toekomst ook het Beachstadion) Scheveningen en de sport het gehele jaar een herkenbare plek geeft. Belangrijk uitgangspunt van het conceptraadsvoorstel is het voorkomen van toename van overlast voor bewoners in de omgeving van het strand in de winter. Er wordt op dit moment bewust voor gekozen om het beachstadion nog niet mee te nemen in de Start Jaarrondexploitatie. Op dit moment is er voor jaarrondexploitatie van het beachstadion nog geen voldoende concreet plan, zowel voor de bebouwing, als voor de exploitatie /programmering van het beachstadion in de winter. In het definitieve plan van Beachstadium B.V. voor jaarrondexploitatie van het beachstadion, zal (geluid) overlast van het beachstadion (binnen en buiten het beachstadion i.v.m. (sportieve) evenementen) een belangrijk aandachtspunt moeten zijn. Daarnaast zal bij eventuele jaarrondexploitatie van het beachstadion ook de mogelijke impact op de openbare orde en veiligheid nog nader moeten worden onderzocht. Dit hangt uiteraard ook af van de winterprogrammering van (sportieve) evenementen zoals het beachstadion dat in de toekomst voor ogen heeft. Dat is op dit moment echter nog niet bekend. Het beachstadion heeft afgelopen zomer (2012) naar eigen zeggen al veel aandacht besteed aan gesprekken met omwonenden over (geluids)overlast van het beachstadion en heeft in dat verband al maatregelen genomen. De gemeente juicht dit toe, omdat het belangrijk is dat eventuele nieuwe ontwikkelingen (zoals mogelijk in de toekomst jaarrondexploitatie van het beachstadion) een breed draagvlak heeft van de omgeving. Een van de uitgangspunten van het concept-raadsvoorstel is dat er geen nieuwe strandpaviljoenlocaties worden uitgegeven. Hiermee is bedoeld om, in lijn met hetgeen hierover in de Nota Strandbeleid is opgenomen, geen nieuwe zelfstandige horeca-locaties op het strand toe te staan. Dit beleidsuitgangspunt blijft ingeval van jaarrondexploitatie ongewijzigd. De gemeente waardeert het dat Beachstadium B.V. afgelopen zomer (2012) veel aandacht heeft besteed aan het beperken van de (geluids)overlast en in dat verband in overleg is getreden met de bewoners. Dit heeft blijkens de ingekomen zienswijzen van bewoners, echter bij hen nog niet de angst voor met name geluidsoverlast weggenomen. Vanuit de bewoners(organisaties) is de angst voor toename van met name geluidsoverlast door jaarrondexploitatie van horecastrandpaviljoens, maar met name ook 13

14 jaarrondexploitatie van een beachstadion, een belangrijk argument om zich uitdrukkelijk uit te spreken tegen jaarondexploitatie op het strand. In het definitieve plan van Beachstadium B.V. voor jaarrondexploitatie van het beachstadion, zal het voorkomen van geluidsoverlast voor de omgeving, dan ook een belangrijk aandachtspunt moeten zijn. Daarnaast zal bij eventuele jaarrondexploitatie van het beachstadion ook de mogelijke impact op de openbare orde en veiligheid moeten worden onderzocht. Dit hangt uiteraard ook af van de programmering van (sportieve) evenementen zoals het beachstadion dat in de toekomst voor ogen heeft. Dat is op dit moment echter nog niet bekend. Ook in relatie tot de door het beachstadion georganiseerde (sportieve) evenementen is het aspect geluid een aandachtspunt. In de evaluatie na 2 jaar, zal de eventuele toekomstige jaarrondexploitatie van het beachstadion worden bezien, waarbij uiteraard aandacht zal worden besteed aan voornoemde punten. 11. Beheerplatform Westduinpark Het Beheerplatform Westduinpark heeft een uitgebreide inspraakreactie ingestuurd. De gemeente heeft kennisgenomen van deze uitgebreide inspraakreactie, waarin naast jaarrondexploitatie ook een visie wordt gegeven op de ontwikkelingen rondom het (Zuider)strand. Een vergelijkbare brief van inspreker is op 20 augustus 2012 aan de gemeenteraad gestuurd. In deze Participatienota en beantwoording wordt ingegaan op hetgeen specifiek is gericht op het concept-raadsvoorstel Start Jaarrondexploitatie. De overige punten, zoals die ook zijn verwoord in voornoemde brief aan de raad, zijn bij raadsadres met kenmerk DSB/ beantwoord. De deelnemers van het Beheerplatform Westduinpark achten het in het algemeen onwenselijk om ter hoogte van het Westduinpark ooit jaarrondexploitatie van strandpaviljoens toe te staan, omdat dit allerlei voor de natuur en de duinaangroei nadelige effecten heeft (licht- en geluidsoverlast, (verkeers)drukte et, en hier sprake is van Natura-2000 gebied. Het Beheerplatform Westduinpark vraagt hoe het zit met de rol van de Provincie Zuid-Holland ten aanzien van jaarrondexploitaties van strandpaviljoens. In de Beleidslijn voor de Kust is het voortouw voor jaarrondexploitatie bij de Provincie gelegd om een zoneringsvisie op dit punt op te stellen. Het Beheerplatform vraagt hoe deze zoneringsvisie luidt. Binnen de grenzen van het Zuiderstrand blijft het Westduinpark synoniem voor rust en ruimte. Dit wordt versterkt door de aanwijzing als Natura2000-gebied. Hiermee krijgt het Westduinpark extra bescherming waarbinnen nieuwe ontwikkelingen moeten worden getoetst op natuurwetgeving door de Provincie Zuid-Holland. Ook andere belangrijke ontwikkelingen zoals de plaatsing van de seizoensgebonden strandhuisjes worden door de Provincie Zuid-Holland getoetst op natuurwetgeving. In de Beleidslijn voor de kust is het voortouw bij de Provincie Zuid-Holland gelegd om samen met het Hoogheemraadschap en de betrokken kustgemeenten voor jaarrondexploitatie een 14

15 zoneringsvisie op te stellen. De Provincie Zuid-Holland heeft besloten om de vraag of jaarrondexploitatie mogelijk is op het strand en zo ja waar, in eerste instantie neer te leggen bij de beheerder van de waterkering, zijnde het Hoogheemraadschap en Rijkswaterstaat. Deze zijn immers samen verantwoordelijk voor verlening van de vergunningen op grond van de Waterwet. De Provincie heeft dit in de Verordening ruimte, die op 2 juli 2010 door Provinciale Staten is vastgesteld, ook als zodanig benoemd. Daarnaast is in de laatste Actualisering van de Verordening Ruimte, die op 26 februari 2012 door de Provincie Zuid-Holland is vastgesteld, voor bebouwing op het strand het volgende bepaald. Bij strandbebouwing moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan. De bebouwing ondersteunt het recreatieve karakter van de kust; De bebouwing is makkelijk verwijderbaar; De bebouwing vormt geen belemmering voor het onderhoud, de veiligheid of de versterking van de aanwezige waterkeringen. Hierbij is het advies nodig van de beheerder van de waterkering. Jaarrondexploitatie wordt niet uitgesloten, wel kunnen hiervoor beperkingen gelden vanwege de waterveiligheid en natuuraspecten. In verband met de waterveiligheid is een advies nodig van de beheerder van de waterkering. Bij strandopgangen die in of nabij Natura-2000 gebieden zijn gelegen dienen ontwikkelingen in overeenstemming te zijn met de Natuurbeschermingswet. 13. Platform rust aan de kust Het platform Rust aan de Kust heeft een uitgebreide inspraakreactie ingestuurd. De gemeente heeft kennisgenomen van deze uitgebreide inspraakreactie, waarin naast jaarrondexploitatie ook een visie wordt gegeven op de ontwikkelingen rond de badplaats Scheveningen. Slotsom van de inspraakreactie is dat het platform Rust aan de Kust niet wil dat jaarrondexploitatie op het strand mogelijk wordt gemaakt. In deze beantwoording wordt specifiek ingegaan op de onderstaande punten die t.a.v. het concept-raadsvoorstel Start Jaarrondexploitatie zijn aangevoerd. Insprekers zijn van mening dat: De bevoegdheid tot het toestaan van jaarrondexploitatie op het strand ligt bij het waterschap, te weten Hoogheemraadschap van Delfland. In het concept-raadsvoorstel is de rol en bevoegdheid van de provincie Zuid Holland t.a.v. van de ruimtelijk ordening van jaarrondbebouwing onvoldoende duidelijk. Starten met jaarrondexploitatie een ruimtelijk ordening kwestie is, waarbij gekeken moet worden naar of jaarrondbebouwing op het strand wordt toegestaan en onder welke voorwaarden, voordat de focus wordt gelegd op een beleidswijziging, die tot doel heeft exploitatie van deze jaarrondbebouwing toe te staan. Er in het concept-raadsvoorstel onvoldoende blijk wordt gegeven aan de belangen van burgers, eigenaren en maatschappelijke organisaties en met name het belang van de waterbeheerder en slechts aandacht is voor het belang van de strandexploitanten. d) Er geen economische en toeristische noodzaak bestaat om jaarrondexploitatie mogelijk te maken en de rentabiliteit van de omliggende horeca onder druk zal zetten. 15

16 e) Bij de locatiekeuze geen rekening mee gehouden is dat badplaats Scheveningen een zwakke schakel in de kustverdediging is. zie antwoord onder inspreker 11, onder b. De bevoegdheid voor het toestaan voor jaarrondexploitatie ligt in die zin dus inderdaad in eerste instantie bij de beheerder van de waterkering (Hoogheemraadschap en Rijkswaterstaat). Zonder deze toestemming is jaarrondexploitatie immers in het geheel niet mogelijk. Het Hoogheemraadschap heeft voor de locaties zoals opgenomen in het concept-raadsvoorstel uiteraard ook toestemming gegeven. Bij het opstellen van het concept-raadsvoorstel is de ruimtelijke ordening nadrukkelijk aan de orde gesteld en heeft mede bijgedragen aan de uiteindelijke locatiekeuze voor de start jaarrondxploitatie in cluster 4&5. Hierbij is ook rekening gehouden met de maximaal toegestane bebouwingsgrootte van jaarrondstrandpaviljoens. Aan het raadsbesluit Start Jaarrondexploitatie wordt een stedenbouwkundige onderbouwing voor jaarrondbebouwing op het strand toegevoegd. Hierin worden zodanige voorwaarden opgenomen zodat de bouwvergunning voor de jaarrondexploitaties conform het raadsbesluit getoetst kan worden. Omdat onderzocht is dat de economische oppervlakte van jaarrond-exploitatie groter is dan het huidige bestemmingsplan in de meeste gevallen toestaat, wordt de raad expliciet gevraagd om ondermeer een grootte van maximaal 500m2 voor horeca-jaarrondexploitatie mogelijk te maken middels een omgevingsvergunning om en zo -op dat punt af te wijken van het Bestemmingsplan Strand. In het concept-raadsvoorstel is uitdrukkelijk benoemd dat de kust divers van karakter is (enerzijds stedelijk/toeristisch en anderzijds aan natuurgebied -Natura 2000) en dat er diverse verschillende belangen betrokken zijn bij deze nieuwe ontwikkeling. Aangegeven is ook dat bij de nadere invulling van de startfase juist rekening is gehouden met de diverse betrokken belangen, waarbij is gekeken naar het belang van het uiterlijke aanzien, de economische belangen van de ondernemers op het strand en in de directe omgeving van het strand (boulevard, Haven etc.) en de belangen van de omwonenden en bezoekers. In april 2012 heeft de gemeente haar plannen hoe het wil starten met jaarrondexploitatie op het strand toegelicht op een informatiebijeenkomst, waarbij de verschillende belangengroepen zijn uitgenodigd. De reacties die tijdens deze bijeenkomst zijn gegeven op het voornemen, zijn geïnventariseerd en in de belangenafweging voorafgaand aan het collegebesluit om te starten met jaarrondexploitatie meegenomen. d) De kust is een belangrijke toeristische trekpleister voor de stad. Den Haag wil de stad, als badplaats, meer allure geven o.a. door de kust in alle seizoenen aantrekkelijk te maken voor bezoekers, waardoor het bezoekersaantal zal toenemen. Dat is ook goed voor de economische positie van de stad. Het is een maatschappelijke ontwikkeling dat strandpaviljoens in de winter geopend zijn. meerdere kustplaatsen hebben dat al mogelijk gemaakt. Ruimte bieden aan nieuwe ontwikkelingen en ondernemersinitiatieven houdt het Haagse strand onderscheidend en 16

17 concurrerend. Dit is mede bepalend voor de keuze van bezoekers om naar een strand in Den Haag te gaan of niet. e) Met de uitvoering van het Project Boulevard is Scheveningen geen zwakke schakel meer in de kustverdediging. 4. Conclusie Er is een beperkt aantal reacties (13) ingezonden. In hoofdlijnen komen de inspraakreacties neer op de volgende punten: - Verzoek om groter en hoger te mogen bouwen dan in het voorstel is opgenomen: de gemeente houdt vast aan hetgeen hierover in het raadsvoorstel is opgenomen (max. bebouwing: horeca 500 m2, watersport 335 m2; max. bouwhoogte 4.5 meter, uitgaande van een strandhoogte van 4.5 meter boven NAP). Groter en hoger bouwen is, mede gelet op de aansluiting op de nieuwe boulevard, vanuit stedenbouwkundigperspectief niet wenselijk. Er wordt in het definitieve raadsvoorstel een duidelijkere stedenbouwkundige onderbouwing opgenomen. - Verzoek om ook andere locaties (dan alleen cluster 4&5) en het beachstadion de mogelijkheid te bieden om deel te nemen aan de Start Jaarrondexploitatie: er is bewust gekozen voor een kleinschalige start die na 2 jaar monitoring wordt afgesloten met een evaluatie. De gemeente kijkt op basis van de opgedane ervaringen of verdere uitrol van jaarrondexploitatie mogelijk is en zo ja waar en onder welke voorwaarden. - Zorgen over mogelijke toename van (geluid)overlast voor de omgeving: de voorgestelde startlocatie is juist gekozen omdat deze, binnen de huidige mogelijkheden, het meest ver afligt van woningen. Daarnaast dienen de ondernemers bij de start van hun jaarrondexploitatie een akoestisch rapport aan te leveren, waarin moet worden aangeven op welke wijze aan de geluidnormstelling zal worden voldaan. - Verzoek om de rol van de betrokken overheden nader toe te lichten: de bevoegdheid en rol van de Provincie Zuid-Holland wordt in het definitieve raadsvoorstel duidelijker benoemd. De ingekomen reacties hebben geleid tot een beperkte aanpassing van het voorstel. 17