Ar<^l!ft'fe;'**rr;0l3.3.r BESCHIKKING GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

Transcriptie

1 Ar<^l!ft'fe;'**rr;0l3.3.r Provincie Zeeland BESCHIKKING Plaats: Datum: Kenmerk: Afdeling: Globiscode: Middelburg 13augustus Milieuhygiene ZL GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND MELDING Wij hebben een melding en een nader onderzoeksrapport ontvangen inzake bodemverontreiniging op de locatie Westdam 42 te Sas van Gent, kadastraal bekend gemeente sas van Gent sectie C perceel De melding omvat de volgende stukken, die deel uitmaken van deze beschikking: een meldingsformulier; een rapport van een nader bodemonderzoek van Wareco ingenieurs van 12 maart 2008 met nummer As56b.004hg.rap. Verzocht is om de volgende beschikking: vaststelling of er sprake is van een geval van ernstige verontreiniging (artikel 29, lid 1 Wet bodembescherming). PROCEDURE De Provinciale Milieuverordening Zeeland bepaalt dat op bovengenoemde besluiten (vaststelling ernst en spoedeisendheid en instemming saneringsplan) de uniforme openbare voorbereidingsprocedure, zoals opgenomen in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht, van toepassing is. Dit betekent dat er eerst een ontwerpbeschikking wordt opgesteld. Deze ontwerpbeschikking en bijbehorende stukken worden voor een periode van zes weken ter inzage gelegd. Tijdens deze periode bestaat er voor belanghebbenden de mogelijkheid hun zienswijze mondeling of schriftelijk over de ontwerpbeschikking en bijbehorende stukken aan ons kenbaar te maken. De ontwerpbeschikking en bijbehorende stukken hebben van 24 juni 2009 tot en met 4 augustus 2009 ter inzage gelegen bij de Directie Ruimte, Milieu en Water en bij de gemeente Terneuzen. Er zijn geen zienswijzen ingediend. Het voornemen om deze beschikking te nemen is bekend gemaakt in de lokale editie van een huisaan-huisblad. De melding bevat voldoende gegevens om deze te kunnen beoordelen en een besluit te kunnen nemen. WIJZE VAN BEOORDELEN AANVRAAG De melding is getoetst aan: - de Wet bodembescherming (Staatsblad 1986, nummer 374); - de circulaire bodemsanering 2006 (Staatscourant 2006, nummer 83, en zoals gewijzigd per oktober 2008). Beschrijving locatie Het perceel Westdam 42 is historisch gezien gesitueerd in het buitengebied juist ten westen van de vroegere vesting Sas van Gent. Thans maakt het onderdeel uit van de westelijke uitbreiding van de woonbebouwing.

2 Het perceel grenst in het zuiden aan de Westdam. Ten westen van het perceel ligt de spoorlijn naar Terneuzen. Ten oosten van het perceel ligt de Canadalaan. Aan de noordzijde ligt woonbebouwing. Het perceel heeft een oppervlakte van 1045 m 2. Op het perceel staat een vrijstaande woning met een schuur. De woning is gefundeerd op houten palen. De woning dateert van 1914 en heeft dienst gedaan als stationsgebouw van de Zeeuwsch Vlaamse Tramweg Maatschappij. Vanaf ongeveer 1949 is het gebouw gebruikt voor de vestiging van een schildersbedrijf, glaszetbedrijf, verfwinkel en een autospuiterij. Vanaf ongeveer 1970 tot 1987 wordt er in het gebouw een stomerij, chemische wasserij geexploiteerd. Vanaf 1987 is op de locatie aannemingsbedrijf W. de Kraker gevestigd. Wanneer laatstgenoemde activiteiten zijn beeindigd, is niet duidelijk. Het maaiveld bevindt zich op een hoogte van ongeveer 1,6 m+nap. Het ondiepe grondwater wordt aangetroffen op een diepte van circa 1,5 m-mv. De stromingsrichting van het ondiepe grondwater is overwegend westelijk gericht. De bodem maakt onderdeel uit van de deklaag van de zogenoemde Westlandformatie die overwegend uit kiei bestaat. Op 10 m-mv gaat de klei over in matig fijn tot matig grof zand van de formaties van onder andere Breda en Oosterhout. Dit zandpakket is het eerste watervoerende pakket dat begrensd wordt door een kleipakket vanaf 30 m-mv. Verontreinigingssituatie Op de locatie is in 2001 in opdracht van de provincie Zeeland, cluster bodemsanering een orienterend bodemonderzoek uitgevoerd door adviesbureau UDM (kenmerk: UDM , d.d. 21 november 2001). Het onderzoek was gericht op de, vanuit historisch oogpunt gezien, van bodemverontreiniging verdachte plaatsen. In onderhavig geval is vooral aandacht gegeven aan de vroegere chemische wasserij, omdat door het gebruik van het oplosmiddel perchloorethyleen (per) ook wel tetrachlooretheen genoemd, behorende tot de groep van vluchtige gechloreerde koolwaterstoffen, potentieel sprake kan zijn van een zogenoemd ernstig geval van bodemverontreiniging. Door uitdamping van deze stof en de afbraakproducten daarvan, waaronder vinylchloride, kan in de kruipruimte en uiteindelijk in de woonruimte, een gezondheidsrisico ontstaan voor de bewoners. Uit ervaring met eerder onderzochte chemische wasserijen is inmiddels vast komen te staan dat een (groot) deel van de bodemverontreiniging is ontstaan door lekkende rioleringen. Vaak was het wettelijk toegestaan dat chemische wasserijen hun perchloorethyleenhoudend waswater of residuen daarvan loosden op het riool. Maar door allerlei oorzaken is het vaak sterk verouderderde en meestal uit gres (gebakken aardewerk) bestaande riool vaak gebroken of gebarsten waardoor deze stoffen in de bodem konden weglekken. Daarom is het onderzoek mede geconcentreerd rond het (voormalige) rioolstelsel. Daarnaast hebben de vluchtige gechloreerde koolwaterstoffen de eigenschap- omdat zij zwaarder zijn dan water- naar beneden toe uit te zakken tot op een minder doorlatende bodemlaag als klei. Naast onderzoek naar de vluchtige gechloreerde koolwaterstoffen is tevens met de analyses op zogenoemde NEN-pakketten de algemene bodemkwaliteit vastgelegd. Bij de uitvoering van het orienterend bodemonderzoek, dat bestond uit het plaatsen van 4 peilbuizen, is vastgesteld dat de eerste meter van de bodem bestaat uit humeus zand. Daaronder is tot de onderzochte diepte zwak tot sterk ziltig fijn zand aangetroffen. Zintuiglijk is in de bovenste meter puin en kolengruis waargenomen. Uit het rapport blijkt voorts dat de bovenste halve meter van de bodem licht is verontreinigd met lood, zink en polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK). Daarnaast is voor de EOX (extraheerbare organohalogeenverbindingen) de zogenoemde triggerwaarde van 0,3 mg/kg ruimschoots overschreden. Deze waarde is ook in de ondergrond overschreden. De overige onderzochte parameters in de ondergrond zijn niet verhoogd aangetroffen. Het (ondiepe) grondwater is licht tot sterk verontreinigd met tetrachlooretheen of perchloorethyleen (per). Het is tevens licht verontreinigd met cis 1,2- dichlooretheen en xylenen. Het maximaal aangetroffen gehalte aan tetrachlooretheen is 41 ug/l (interventiewaarde tetrachlooretheen: 40 ug/l). In 2007 en begin 2008 is in fasen op de locatie een nader bodemonderzoek uitgevoerd. Het doel van het nader onderzoek was het bepalen van de aard, concentratie en omvang van de in het orienterende bodemonderzoek aangetroffen bodemverontreiniging. Het onderzoek is uitgevoerd door Wareco ingenieurs in opdracht van de provincie Zeeland. Voor het nader bodemonderzoek zijn peilbuizen geplaatst en zogenaamde slagfilters aangebracht. Bij het plaatsen van de peilbuizen wordt de grond opgeboord en wordt in het ontstane gat een peilbuis aangebracht. Hierdoor kan van de bodem tevens de opbouw worden beschreven. Daaruit blijkt dat tot ongeveer 3,5 m-mv de bodem bestaat uit zwak tot matig siltig zand. Op 3,5 m-mv wordt klei aangetroffen waarin laagjes veen zitten. De dikte van de kleilaag is ongeveer 1,5 m. Onder deze laag bestaat

3 de bodem uit matig siltig zand. Bij de slagfilters worden de peilbuizen door een machine naar beneden gedrukt. Daar komt geen grond bij vrij waardoor er geen beschrijving van de bodem kan worden gemaakt. Bij het nader onderzoek is tevens geconstateerd dat een peilbuis (nr. 2) uit het eerdere onderzoek van 2001 was verdwenen. Deze is daarom herplaatst. Het ondiepe grondwater is ten tijde van het nader bodemonderzoek aangetroffen op een diepte van 1,5 m-mv. In het nader onderzoek zijn zowel de grond als het grondwater bemonsterd. Om na te gaan wat de reden van de verhoogde EOX-gehalten in de grond is, zijn van een aantal boringen de monsters van de ondergrond gemengd tot een mengmonster en onderzocht op een breed pakket aan chloorhoudende bestrijdingsmiddelen en polychloorbifenylen (PCB's). Voorts is onderzocht of de vluchtige gechloreerde koolwaterstoffen, die zoals hiervoor al is aangegeven uitzakken tot op een minder goed doorlatende bodemlaag als klei, in de top van de kleibodem op circa 3,5 m-mv aanwezig zijn. Uit het rapport (kenmerk: As56b.004hg.rap, d.d. 12 maart 2008) blijkt dat er geen verhoogde gehalten aan de onderzochte bestrijdingsmiddelen en polychloorbifenylen (PCB's) zijn vastgesteld. In de kleibodem van de twee onderzochte boringen is geen verhoogde waarde aan vluchtige gechloreerde koolwaterstoffen gemeten. Dat was gelet op het eerder aangetoonde gehalte aan onder andere tetrachlooretheen in het grondwater (maximaal 41 ug/l) ook niet de verwachting. Bij zogenoemde "zaklagen" (puur product op een minder doorlatende bodemlaag) is over het algemeen sprake van veel hogere gehalten in het grondwater. Uit het onderzoek blijkt dat in het grondwater twee gebiedjes of 'spots' zijn waar sprake is van een sterk verhoogd gehalte aan tetrachlooretheen. Beide 'spots' bevinden zich rond het oude bedrijfsriool. De ene spot bevindt zich rond peilbuis 2 (is niet afzonderlijk weergegeven op de situatietekening in bijlage 7 van het onderzoeksrapport), de andere spot is groter van omvang en ligt rond de peilbuizen 3 en 4. Hoewel er twee 'spots' zijn te onderscheiden, is er sprake van een geval van bodemverontreiniging, omdat het technisch, ruimtelijk en organisatorisch met elkaar samenhangt. Wanneer de interventiewaardecontour wordt getrokken rond de twee spots is er sprake van een in het horizontale vlak bepaalde oppervlakte van ongeveer 35 m 2. In het verticale vlak is in eerste aanleg met een aantal slagfilters op verschillende diepten het grondwater onderzocht, te weten van 9,5 tot 10,5 m-mv en van 14 tot 15 m-mv. Hierbij zijn geen verhoogde waarden in het grondwater aangetroffen. Bij een aldus bepaalde gemiddelde diepte van circa 7 meter komt de omvang van de verontreiniging boven de 100 m 3 uit waardoor sprake zou zijn van een zogenaamd emstig geval van bodemverontreiniging. Daarom is in februari van 2008 nog in de kern van de verontreiniging een minder diepe peilbuis bijgeplaatst (boring 220). Hierbij is het filter afgewerkt in de onderzijde van de afsluitende kleibodem en de top van het daaronder gelegen zandpakket (filter van 5 tot 6 m-mv). Hierbij is opnieuw geen verhoogde waarde aangetoond. Er kan vanuit worden gegaan dat de kleilaag, aanwezig op deze onderzoekslocatie een diepte van gemiddeld 3 a 4 m-mv een min of meer afsluitende laag vormt waardoor de verontreiniging in het verticale vlak is afgeperkt. Gelet op een grondwaterstand van 1,5 m-mv is een met grondwater verzadigde bodemlaag van 2 m sterk verontreinigd met vluchtige gechloreerde koolwaterstoffen. Door deze nadere afperking komt de hoeveelheid m 3 bodem waarin sprake is van een sterk verhoogd gehalte aan tetrachlooretheen onder de 100 m 3 uit. Het maximaal aangetroffen gehalte aan tetrachlooretheen is 63 ug/l ((interventiewaarde tetrachlooretheen: 40 ug/l). De verontreiniging concentreert zich rondom het riool van het huis. Mogelijk is een lekkend riool de oorzaak geweest. Ernst van de verontreiniging. De mate van bodemverontreiniging wordt bepaald aan de hand van vastgestelde normen (streef- en interventiewaarden). Deze normen zijn vastgelegd in de Circulaire streef- en interventiewaarden bodemsanering (Staatscourant 2000, nr. 39, zoals gewijzigd in oktober 2008). Voor grondverontreiniging geldt dat sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging als het gemiddelde gehalte van tenminste een stof hoger is dan de interventiewaarde, in een bodemvolume van minimaal 25 m 3. Voor grondwaterverontreiniging geldt hetzelfde, maar dan voor een bodemvolume van minimaal 100 m 3. Voor de locatie Westdam 42 te Sas van Gent is vastgesteld dat het bodemvolume waarin een sterke grondwaterverontreiniging met tetrachlooretheen voorkomt ruim onder de grens van 100 m 3 ligt. Er is voor deze locatie daardoor geen sprake van een emstig geval van bodemverontreiniging. Er is geen sprake van een saneringsnoodzaak en tevens geen aanleiding om de spoedeisendheid vast te stellen.

4 BESLUIT Ernst van het geval van verontreiniging de verontreiniging van de bodem op de locatie Westdam 42 te Sas van Gent (kadastraal bekend gemeente Sas van Gent, sectie C, nummer 4630) is een niet-ernstig geval van bodemverontreiniging met tetrachlooretheen. Rechtsbescherming en inwerkingtreding Beroep Tegen dit besluit kunnen belanghebbenden, die zienswijzen naar voren hebben gebracht, gedurende de ter inzage legging van dit besluit op grand van de Algemene wet bestuursrecht binnen zes weken na de bekendmaking tegen dit besluit schriftelijk beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20900, 2500 EA Den Haag. Daarvoor is griffierecht verschuldigd. Beroep kan niet worden ingesteld door een belanghebbende aan wie redelijkerwijs kan worden verweten dat hij geen zienswijzen naar voren heeft gebracht. In het beroepschrift dient tenminste te worden vermeld: naam; ad res; datum; tegen welk besluit beroep wordt ingesteld; de reden waarom beroep wordt ingesteld; handtekening. Indien beroep is ingesteld, kan ook om een verzoek om schorsing dan wel een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening worden gevraagd als er tijdelijke maatregelen nodig zijn waarmee niet tot de uitspraak op het beroepschrift kan worden gewacht. Het verzoek moet worden gedaan bij de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Daar bij is wederom griffierecht verschuldigd. Inwerkingtreding Ingevolge artikel 20.3 van de Wet milieubeheer treedt dit besluit in werking nadat de termijn van zes weken voor het indienen van een beroepschrift is verlopen. Tenzij iemand een verzoek om schorsing of een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening heeft ingediend bij de Voorzitter van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. In dat geval treedt dit besluit in werking, nadat de Voorzitter op dat verzoek heeft beslist. gedeputeerde staten van Zeeland, namens deze, I. Jansen, milieuhygiene

5 UiOrekssI Kadaslrate Kaan Deze toan is noortgesschf Percselrtunwne? zs Hwsnymme? Kadastrate grans Bebouwinq Sehaal 1:500 Kadastrale g em&ente Sccti* SAS VA.N GENT C 4830 A