Meting Administratieve Lasten provincie Limburg Een meting van de belangrijkste provinciale producten die de hoogste AL veroorzaken.

Transcriptie

1 Meting Administratieve Lasten provincie Limburg 2009 Een meting van de belangrijkste provinciale producten die de hoogste AL veroorzaken.

2 Meting Administratieve Lasten provincie Limburg 2009 Een meting van de belangrijkste provinciale producten die de hoogste AL veroorzaken. Nieuwegein, 21 mei 2010 drs. ing. P.M.H.H. Bex drs. ing. R.E. Blank F.S. Goo MSc. SIRA Consulting is inhoudelijk verantwoordelijk voor deze rapportage. De in deze rapportage opgenomen teksten en onderzoekresultaten mogen uitsluitend worden gebruikt als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties en boeken mits de bron duidelijk wordt vermeld. Vermenigvuldigen en/of openbaarmaking in welke vorm ook, is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van SIRA Consulting. SIRA Consulting aanvaardt geen aansprakelijkheid voor drukfouten en/of andere onvolkomenheden. SIRA Consulting - 2 -

3 Inhoudsopgave 1 Inleiding Achtergrond Doelstellingen onderzoek 4 2 Uitgangspunten en werkwijze Uitgangspunten AL-kostenmodel Werkwijze onderzoek 7 3 Resultaten Productselectie Totale AL uit de regelgeving van de provincie Resultaten per domein Stand van zaken per Voorkomen van lasten Chemelot site 15 4 Conclusies en aanbevelingen Conclusies Aanbevelingen en denkrichtingen 17 Bijlage I Factsheets Administratieve Lasten Limburg

4 1 Inleiding 1.1 Achtergrond Zowel op nationaal als op decentraal niveau wordt binnen de overheid gewerkt aan het terugdringen van de Administratieve Lasten 1. Op provinciaal niveau is de ambitie hiertoe verwoord in het bestuursakkoord, dat het Rijk - het ministerie van BZK - met de provincies heeft afgesloten. Voortvloeiend uit het bestuursakkoord zet de provincie Limburg zich in om de lasten in de periode met 25% te verminderen. In 2006 is een onderzoek uitgevoerd, waarbij de AL van de provincie Limburg voor bedrijven, instellingen en burgers inzichtelijk zijn gemaakt. Sinds deze meting heeft de provincie een aantal maatregelen ingevoerd, die deze lasten voor de verschillende doelgroepen moet terugdringen. Om inzicht te krijgen in het effect van deze maatregelen heeft de provincie Limburg een tussenmeting uit te laten voeren. Met deze tussenmeting het project Meting Administratieve Lasten provincie Limburg 2009 is niet alleen inzicht verkregen in de huidige stand van zaken, maar is eveneens een vertaling worden gemaakt naar Hierbij is nagegaan welk gedeelte van de AL reductie is behaald tussen 2005 en 2007 en welk deel is behaald na De meting is hiermee ook de basis zijn voor een eindmeting die in 2011 wordt uitgevoerd, waarmee de provincie Limburg inzichtelijk zal maken op welke wijze aan het bestuursakkoord met het Rijk wordt voldaan. In dit rapport zijn de AL in kaart gebracht met als peildatum 31 december Voor deze peildatum is een raming gemaakt van de AL voor bedrijven, instellingen en burgers. Daarnaast staan de belangrijkste wijzigingen in provinciale en rijksregelgeving weergeven, die invloed hebben op de AL voor de verschillende doelgroepen. 1 Voor de term administratieve lasten wordt verder in dit document de afkorting AL gebruikt. SIRA Consulting - 3 -

5 1.2 Doelstellingen onderzoek De doelstellingen van het project Meting Administratieve Lasten provincie Limburg 2009 zijn als volgt geformuleerd: Het selecteren van de producten uit de provinciale regelgeving die in het kader van het project zijn gemeten. Het op basis van de beschikbare gegevens en interviews bepalen van de hoogte van de Administratieve Lasten voor de provincie met als peildatum 31 december Hierbij is onder andere inzichtelijk gemaakt: De concreet behaalde AL reductie ten opzichte van 1 januari Een inschatting van de stand van zaken in Hierbij zal worden nagegaan welk gedeelte van de AL reductie is behaald tussen 2005 en 2007 en welk deel is behaald na Het nader analyseren van de gekwantificeerde Administratieve Lasten. Het formuleren van denkrichtingen, waarmee de provincie Limburg de Administratieve Lasten van de verschillende producten verder kan reduceren. Hierbij is de relatie gelegd met reeds ingezette projecten, zoals de Wabo en de EU-dienstenrichtlijn. SIRA Consulting - 4 -

6 2 Uitgangspunten en werkwijze 2.1 Uitgangspunten Administratieve lasten Om haar publieke belangen te kunnen waarborgen legt de overheid aan het bedrijfsleven, instellingen en burgers verplichtingen op tot het doen of nalaten van handelingen of gedragingen (inhoudelijke verplichtingen) en daarnaast verplichtingen tot het verschaffen van informatie over die handelingen en gedragingen (informatieverplichtingen). Om aan de informatieverplichtingen te voldoen, moeten burgers, bedrijven en medeoverheden handelingen uitvoeren zoals het invullen van formulieren, registreren en bewaren van informatie of het verzamelen van aanvullende informatie. Naast bedrijven en burgers hebben ook andere overheidsorganen informatieverplichtingen tegenover het bevoegd gezag. De kosten die hierbij ontstaan zijn gedefinieerd als administratieve lasten (zie onderstaand kader). Administratieve lasten Administratieve lasten zijn de kosten voor het bedrijfsleven om te voldoen aan informatieverplichtingen voortvloeiend uit wet- en regelgeving van de overheid. Het gaat om het verzamelen, bewerken, registreren, bewaren en ter beschikking stellen van informatie. Hierbij worden alleen de kosten meegenomen en niet de baten. Deze kosten hebben betrekking op de door de bedrijven bestede tijd (uitgedrukt in uren en vermenigvuldigd met een uurtarief) en de gemaakte (out-of-pocket) kosten (uitgedrukt in euro s). [Bron: Handleiding Administratieve Lasten Meten is Weten, Ministerie van Financiën, december 2003] Dit onderzoek is gebaseerd op de resultaten van een meting die in 2005 is uitgevoerd. Dit onderzoek is uitgevoerd conform de in de handleiding Meten is Weten voorgeschreven methode. In juni 2008 is de nieuwe handleiding Meten is Weten II van de Regiegroep Regeldruk (voorheen bekend als de Interdepartementale Projectdirectie Administratieve Lasten) verschenen. Hierin is de voorgeschreven meetmethode op een aantal punten gewijzigd. Om de in dit onderzoek berekende AL te kunnen vergelijken met de resultaten van eerder uitgevoerde onderzoeken, is gebruik gemaakt van de voorheen gebruikte methodiek Meten is Weten 2. De voorheen gebruikte methodiek leidt over het algemeen tot hogere AL. Bij een toekomstige nulmeting zal naar verwachting worden uitgegaan van de handleiding Meten is Weten II. Invloed van de provincie Limburg op de regelgeving De provincie Limburg kan de lasten die ontstaan niet op alle onderdelen beïnvloeden en dus reduceren. Bepaalde verplichtingen worden namelijk voorgeschreven door landelijke regelgeving (de zogenaamde regelgeving in medebewind). Voor deze verplichtingen is in meer of mindere mate landelijk bepaald hoe deze moeten worden aangevraagd en welke procedure hierbij moet 2 Handleiding Administratieve Lasten - Meten is Weten, Ministerie van Financiën, december SIRA Consulting - 5 -

7 worden doorlopen. De provincie heeft hierbij beperkte vrijheid om aanvullende eisen te stellen of de uitvoering hiervan te regelen. Dit is afhankelijk van de beleids- en/of uitvoeringsvrijheid die hiervoor in de landelijke regelgeving wordt gegeven. Kader 2. Medebewind en autonome regelgeving Regelgeving in medebewind met beleids- en/of uitvoeringsvrijheid De regelgeving wordt door het Rijk opgesteld. De provincie Limburg heeft de vrijheid om aanvullende regels te stellen en is vrij in de wijze van uitvoering. Voorbeelden hiervan zijn: Gemeentewet. Wet Geluidhinder. Autonome regelgeving De regelgeving wordt opgesteld door de provincie Limburg. De provincie bepaalt zelf het beleid en de daarbij gestelde regels, vergunningen en subsidies. Voorbeelden hiervan zijn subsidies zoals: Algemene subsidieverordening Limburg. Eenmalige lasten Naast de bovengenoemde AL zullen de diverse doelgroepen ook additionele lasten hebben voor de kennisname van de wijzigingen in de regelgeving. Vanwege de grote diversiteit van de wijzigingen zijn deze eenmalige lasten niet mee genomen in de verdere rapportage. 2.2 AL-kostenmodel Om de AL van de provincie Limburg te bepalen, is gedurende het onderzoek Reductie van (administratieve) lasten in de provincie Limburg een kostenmodel voor de provincie Limburg opgesteld. Dit AL-kostenmodel is een instrument waarmee de AL voor een beleidsterrein kunnen worden berekend, inzichtelijk worden gemaakt en kunnen worden gepresenteerd. Met het ALkostenmodel is in een voorgaand onderzoek berekend wat de AL zijn van de toenmalige regelgeving van de provincie. Het AL-Kostenmodel Limburg is opgesteld op basis van het Standaard Kostenmodel. Dit Standaard Kostenmodel is samen met de rekenmethodiek voor AL ontwikkeld door het ministerie van Financiën en wordt door alle departementen gehanteerd om de lasten te berekenen. SIRA Consulting - 6 -

8 2.3 Werkwijze onderzoek Het kwantificeren van de AL voor de provincie Limburg is uitgevoerd in de volgende fasen: 1. Selecteren verplichtingen en uitvoeren deskresearch. 2. Uitvoeren van praktijkonderzoek en berekenen van de AL. 3. Consolideren onderzoeksresultaten en eindrapportage. Ad 1. Selecteren verplichtingen en uitvoeren deskresearch. Om in een relatief korte doorlooptijd en met een beperkte inspanning inzicht te krijgen in de AL vanuit provinciale regelgeving is gekozen een beperkt aantal producten in het praktijkonderzoek te meten. Aan de hand van het Pareto principe zijn de producten vastgesteld die de meeste lasten voor bedrijven, instellingen en burgers veroorzaken. De selectie van deze producten en de vijf meest aangevraagde producten zijn aan de verschillende dossierhouders voorgelegd en definitief gemaakt. Een aantal van de in 2005 gemeten producten, zijn in 2009 komen te vervallen. Om de belangrijkste verplichtingen te meten zijn nieuwe verplichtingen aan de selectie toegevoegd. Per geselecteerd product zijn factsheets opgesteld op basis van onderzoeksresultaten uit de voorgaande meting. Daarnaast is aan de hand van de provinciale internetpagina additionele informatie verzameld. De opgestelde factsheets zijn voorafgaand aan het praktijkonderzoek naar de betreffende beleidsmedewerker gestuurd. Ad 2. Uitvoeren van praktijkonderzoek en berekenen van de AL. Na het opstellen van de factsheets zijn interviews gehouden met de verschillende beleidsmedewerkers. Hierin is nagegaan of zich wijzigingen in de regelgeving en uitvoering hebben plaatsgevonden. Daarnaast is concreet gesproken over verbetervoorstellen die de AL vanuit provinciale regelgeving verminderen. Op basis van deze gesprekken zijn de factsheets aangepast en teruggekoppeld met de betrokken beleidsmedewerkers. Aan de hand van de gecorrigeerde factsheets is het kostemodel AL provincie Limburg 2009 opgesteld. Ad 3. Consolideren onderzoeksresultaten en eindrapportage. De resultaten van het uitgevoerde onderzoek zijn samengevat in een eindrapportage voor het project. De gegevens voor de berekening van de AL zijn verwerkt in het AL-kostenmodel Limburg SIRA Consulting - 7 -

9 3 Resultaten 3.1 Productselectie Om in een beperkte doorlooptijd en met beperkte inspanning een goed beeld te krijgen van aard en omvang van de Administratieve Lasten is een selectie gemaakt van de te onderzoeken producten. Concreet betekent dit dat het onderzoek is gericht op het meten van de producten die de hoogste lasten veroorzaken of het meest werden aangevraagd. Aan de hand van het Pareto principe zijn de producten geselecteerd die in het onderzoek zijn gemeten. Dit principe staat ook bekend als de 80/20 regel en geeft aan dat een relatief klein aantal oorzaken verantwoordelijk is voor het merendeel van het resultaat. Om een selectie te maken van de producten die de hoogste lasten veroorzaken voor burgers, bedrijven en maatschappelijke instellingen, is een analyse uitgevoerd van de 74 producten die in de oude meting zijn opgenomen 3. Hieruit is naar voren gekomen dat een meting van de 20 producten die de hoogste lasten veroorzaken, ongeveer 95% van de AL veroorzaken. Hierbij dient te worden opgemerkt dat in peiljaar 2009 een aantal van deze producten niet meer door de provincie wordt gehanteerd. Op basis van een inspraakronde met de belangrijkste beleidsmedewerkers zijn nieuwe producten toegevoegd. In tabel 1 staan de gemeten producten weergegeven. Tabel 1. De 20 producten die in het onderzoek zijn gemeten. Producten Algemene subsidieverordening (exploitatiesubsidie). Subsidie zorg. Limburgse Energie Subsidie. Subsidie Landelijke leefomgeving (SGB). Exploitatie Wm-vergunning. Aanvraag Wm-vergunning. Nadere regels beregenen op maat. Melding bodemsanering. Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG) POP. Economisch beleid Subsidie regeling Bovenlokale Evenementen. Bezwaar Besluit Bestuursorgaan. Grondwateronttrekkingsvergunning registraties en rapportage. Informatieplicht houder badinrichting. Verzoek tot het aanleggen van kabels in provinciale weg. Provinciale subsidies kunst en cultuur (Nadere subsidieregels voor kunst en cultuur). Subsidie zorgaanbieders jeugdzorg provincie Limburg. Ontgrondingsvergunning. Exploitatie concessie personenvervoer. Vergunningen grondwaterwet. 3 Reductie van (administratieve) lasten in de provincie Limburg, SIRA Consulting mei SIRA Consulting - 8 -

10 3.2 Totale AL uit de regelgeving van de provincie Met behulp van het AL-kostenmodel Limburg is een schatting gemaakt van de AL van de diverse doelgroepen die voortvloeien uit de regelgeving van de provincie Limburg met als peildatum 31 december De totale jaarlijkse administratieve lasten worden geraamd op 15,5 miljoen. In de onderstaande tabel staan ten opzichte van 2005 de AL voor de diverse doelgroepen weergegeven. Tabel 3: AL per doelgroep ten opzichte van 2005 Doelgroepen AL 2005 AL 2009 Verschil % Bedrijven % Maatschappelijke instellingen % Georganiseerde burgers % Burgers % Totaal % De lasten van burgers en georganiseerde burgers worden niet alleen uitgedrukt in euro s, maar eveneens in de tijdsbesteding van de burger. De lasten voor burgers en georganiseerde burgers zijn ten opzichte van 2005 afgenomen met uur tot een geraamde uur per jaar. Dit is in de onderstaande tabel weergegeven. Tabel 4: AL per doelgroep ten opzichte van Doelgroepen AL 2005 uren AL 2009 uren Verschil uren % uren Bedrijven Maatschappelijke instellingen Georganiseerde burgers % Burgers % Totaal % 3.3 Resultaten per domein De afgelopen jaren hebben de verschillende afdelingen binnen de provincie gewerkt aan het terugdringen van de regeldruk en hiermee ook de administratieve lasten. In deze paragraaf staan de producten per domein weergegeven die zowel in 2005 als in 2009 door de verschillende doelgroepen zijn aangevraagd. Hierdoor is de behaalde AL vermindering per product te achterhalen. Vergunningen De provincie is bevoegd gezag ten aanzien van een groot aantal vergunningen. Hierbij gaat het zowel om autonome regelgeving als regelgeving in medebewind. De provincie heeft beperkt invloed op de lasten van regelgeving in medebewind, omdat de rijksoverheid voorschrijft op welke wijze deze regelgeving dient te worden uitgevoerd. In tabel 5 staan de vergunningen weergegeven, die zowel in 2005 als in 2009 door de verschillende doelgroepen zijn aangevraagd. SIRA Consulting - 9 -

11 Tabel 5: Producten in het domein vergunningen. Producten AL 2005 AL 2009 Verschil % Eploitatie Wm vergunning % Aanvraag Wm vergunning % Nadere regels BOM % Ontgrondingsvergunning % Registratie en rapportage grondwaterwet % Verguningen grondwaterwet % Verzoek tot aanleggen van kabels in de provinciale weg % Melding bodemsanering % Totaal % Per product staan de belangrijkste wijzigingen weergegeven: Exploitatie Wm vergunning. De provincie is bevoegd gezag ten aanzien van de provinciale WM vergunningen. Het betreft regelgeving die wordt uitgevoerd in medebewind, waarin de provincie beperkt invloed heeft op de AL voor de verschillende doelgroepen. De AL zijn ten opzichte van 2005 met ongeveer 7% verminderd door het anders vormgeven van het toezicht. Hierbij wordt meer samengewerkt met andere toezichthouders, waardoor de lasten voor het bedrijfsleven worden teruggedrongen. Aanvraag Wm vergunning. De provincie voert de aanvraag Wm vergunning uit in medebewind. De provincie heeft ten aanzien van dit product beperkt invloed op de AL. De afgelopen jaren hebben zich weinig tot geen wijzigingen voorgedaan die invloed hebben gehad op de lasten. De provincie heeft voor afvalbedrijven aanvullende eisen. Deze bedrijven moeten een BIBOB-toets uitvoeren, die additionele AL veroorzaakt. Nadere regels BOM. De provincie Limburg is in 2005 de pilot Peelvenen gestart. In dit gebied is de vergunningplicht voor beregening komen te vervallen en omgezet in algemene regels met een melding. De waterschappen zijn nu bevoegd gezag en de provincie heeft samen met de waterschappen de pilot uitgebreid, waardoor voor een groot aantal beregeningen een meldplicht geldt in plaats van een vergunningaanvraag. Door het invoeren van deze meldplicht zijn de AL met ongeveer 20% verminderd. Ontgrondingsvergunning. De lasten voor de ontgrondingsvergunningen zijn met ongeveer 33% verminderd, doordat het aantal aanvragen de afgelopen jaren is afgenomen. De lasten per procedure zijn niet gewijzigd, hoewel de initiatiefnemer wel wordt geconfronteerd met het aanvragen van een ontheffing in het kader van de Natuurbeschermingswet. De verplichting vloeit voort uit Rijksregelgeving en is in dit onderzoek niet meegenomen. De aantallen zijn echter wel afgenomen, door strikter beleid van de provincie. Registratie en rapportage grondwaterwet. De AL ten aanzien van de registraties en rapportages zijn de afgelopen jaren afgenomen door het verminderen van het aantal onttrekkingen. Met de invoering van de Waterwet zijn de Waterschappen bevoegd gezag en kan de provincie de lasten niet verder reduceren. Vergunningen (grond)waterwet. De lasten ten aanzien van de (grond)waterwet zijn met ongeveer 24% afgenomen, doordat minder aanvragen zijn gedaan. Meer aanvragen worden afgehandeld door de Waterschappen en de provincie is alleen bevoegd gezag bij grote onttrekkingen. Door de Natura2000 regelgeving vanuit Europa wordt de aanvraag als steeds moeilijker beschouwd en veroorzaakt additionele lasten. Deze regelgeving is echter niet meegenomen in het onderzoek. SIRA Consulting

12 Verzoek aanleggen van kabels in de provinciale weg. De provincie is de afgelopen jaren nagegaan op welke wijze de AL kan worden gereduceerd. Hieruit is naar voren gekomen dat alleen een melding niet wenselijk is met het oog op verkeersveiligheid. De initiatiefnemer moet hierdoor een vergunning indienen, waarin de maatregelen zijn opgenomen ten aanzien van de verkeersveiligheid. Melding bodemsanering. De lasten ten aanzien van bodemsaneringen zijn de afgelopen jaren afgenomen met ongeveer 49%. De rijksoverheid heeft het Besluit Uniforme Saneringen ingevoerd, waardoor meer saneringen onder de meldplicht vallen en geen uitgebreide saneringsplannen hoeven te worden opgesteld. Deze regelgeving is de afgelopen jaren mede op verzoek van de provincies verder aangepast, waarmee de lasten verder zijn beperkt. Verdere deregulering ten aanzien van bodemsaneringen is waarschijnlijk niet meer mogelijk. Subsidies(ASV) De provincie is bevoegd gezag voor een groot aantal subsidies. Het betreffen vooral autonome subsidies die mede vanuit de politiek worden ingevoerd om specifieke beleidsdoelen te verwezenlijken. Een aantal van de subsidies wordt mede gefinancierd door de rijksoverheid. In de onderstaande tabel staan de subsidies weergegeven die zowel in 2005 als in 2009 zijn aangevraagd door de verschillende doelgroepen. Tabel 6: Producten in het domein subsidies. Producten AL 2005 AL 2009 Verschil % Subsidie Zorg % Algemene subsidieverordening (exploitatiesubsidie) % Economisch beleid % Provinciale subsidies kunst en cultuur (Nadere subsidiereg % Subsidie zorgaanbieders jeugdzorg provincie Limburg % Totaal % Per product wordt ingegaan op de verandering van de lasten: Subsidie Zorg. De provincie Limburg heeft de ASV en de nadere subsidieregels aangepast en daarnaast is het aantal aanvragen de afgelopen jaren afgenomen, waardoor de AL voor de verschillende doelgroepen zijn gereduceerd. Deze lasten zijn met ongeveer 24% afgenomen. Algemene subsidieverordening (exploitatiesubsidie). De lasten die voortvloeien uit de Algemene subsidieverordening zijn afgenomen met ongeveer 37%, doordat de provincie Limburg de ASV en de nadere subsidieregels heeft aangepast. Economisch beleid. De lasten ten aanzien van de subsidie economisch beleid zijn de afgelopen jaren afgenomen met een geraamde 24%. De provincie heeft het subsidiebudget anders verdeeld en vooral ingestoken op subsidies met een grotere omvang. Hierdoor zijn het aantal aanvragen afgenomen en daarnaast zijn de ASV en de nadere subsidieregels aangepast, waarmee de lasten verder zijn gereduceerd. Provinciale subsidies kunst en cultuur (Nadere subsidieregels voor kunst en cultuur). De lasten die voortvloeien vanuit de provinciale subsidies kunst en cultuur zijn de afgelopen jaren met ongeveer 55% afgenomen. Deze afname is mogelijk het gevolg van afgenomen subsidiebudgetten. Daarnaast vind intensiever vooroverleg plaats, waarmee duidelijk SIRA Consulting

13 wordt welke projecten in aanmerking komen voor de subsidie. Hierdoor zijn de lasten voor de aanvragen afgenomen. Subsidie zorgaanbieders jeugdzorg provincie Limburg. De lasten ten aanzien van de subsidie jeugdzorg provincie Limburg zijn de laatste jaren met 23% afgenomen. Deze subsidie valt niet binnen de provinciale ASV, maar het aantal aanvragen zijn de afgelopen jaren verminderd. De provincie verstrekt de subsidies aan een beperkt aantal instellingen die de taak van jeugdhulpverlening uitvoeren. De provincie heeft de afgelopen jaren eveneens een aantal nieuwe subsidies vormgegeven. Naast autonome subsidies wordt eveneens een aantal subsidies in medebewind uitgevoerd. Een directe kwantitatieve vergelijking met 2005 is hierdoor niet mogelijk, echter zijn in het onderzoek wel een aantal kwalitatieve bevindingen naar voren gekomen. Limburgse Energie Subsidie. De provincie Limburg heeft de Limburgse Energie Subsidie in het leven geroepen om burgers en maatschappelijke instellingen te stimuleren om energiebesparende maatregelen te nemen. Het betreft een zogenaamde bulksubsidie die door een groot aantal burgers en maatschappelijke instellingen is aangevraagd. Deze grote hoeveelheid aanvragen kan een groot effect hebben op de AL, echter heeft de provincie de subsidie zeer lastenarm vormgegeven, waardoor ondanks het grote aantal aanvragen de lasten beperkt zijn. Investeringsbudget Landelijk Gebied. De rijksoverheid heeft een nieuwe specifieke uitkering vormgegeven, waarin gelden van verschillende regelingen zijn ontschot. Initiatiefnemers kunnen deze gelden aanvragen bij de provincie, die cofinancier is in deze trajecten. Het ontschotten van de budgetten maakt dat de initiatiefnemer meer vrijheid heeft bij het uitvoeren van de activiteiten. De provincie maakt goed gebruik van de vrijheid die deze regeling biedt en beperkt hiermee de lasten voor de initiatiefnemers. POP2. Het Plattelandsontwikkelingsprogramma is een Europees subsidieprogramma en een opvolger van een eerder traject. Deze wordt naast de financiering vanuit het Rijk en de provincie, medegefinancierd uit het Europese plattelandsontwikkelingsfonds. Dit betekent dat voor deze regeling sprake is van Europese cofinanciering en hiermee ook Europese kaders gelden. Subsidieregeling Bovenlokale Evenementen. De provincie heeft een nieuwe subsidieregeling vormgegeven, waarmee evenementen met een bovenlokale uitstraling op het gebied van (volks)cultuur, sport en muziek die in belangrijke mate worden georganiseerd en uitgevoerd door vrijwilligers en door de kredietcrisis minder sponsoren kunnen aantrekken en daardoor financieel in de knel raken toch te laten plaatsvinden. Na een eerste analyse van de subsidieregeling komt naar voren dat deze lastenarm is vormgegeven. De subsidieregeling bestaat zeer recent, waardoor nog geen concrete kwantitatieve gegevens bekend zijn. In de volgende meting zal blijken of de regeling in de praktijk als efficiënt wordt ervaren. SIRA Consulting

14 Overig Naast vergunningen en subsidies heeft de provincie een aantal andere taken. In de onderstaande tabel staan de producten weergegeven. Tabel 7. Overige producten. Producten AL 2005 AL 2009 Verschil % Informatieplicht houder badinrichting % Exploitatie concessie personenvervoer % Bezwaar Besluit Bestuursorgaan % Totaal % Per product wordt ingegaan op de verandering van de lasten: Informatieplicht houder badinrichting. De lasten die voortvloeien uit de informatieplicht houder badinrichting zijn de afgelopen jaren niet veranderd. Exploitatie concessie personenvervoer. De lasten ten aanzien van de concessie personenvervoer zijn 10% lager ten opzichte van De inschrijving voor de concessie is voor het bedrijfsleven gecompliceerder geworden, omdat het een Europese aanbesteding betreft. De provincie heeft de lasten van de Europese aanbesteding zoveel mogelijk beperkt door een looptijd van 10 jaar te hanteren. De provincie vraagt gedurende de exploitatie een groot aantal gegevens van de concessiehouder. De gegevens die door de provincie worden gevraagd sluiten echter goed aan bij de gegevens die de concessiehouder ook hanteert voor de eigen bedrijfsvoering, waardoor de lasten zoveel mogelijk zijn beperkt. Bezwaar Besluit Bestuursorgaan. De lasten die voortvloeien uit bezwaar en beroep zijn de afgelopen jaren met ongeveer 70% afgenomen. Enerzijds zijn het aantal bezwaren de afgelopen periode verminderd en anderzijds probeert de provincie de bezwaren zoveel mogelijk op informele wijze op te lossen. Het op informele wijze oplossen leidt over het algemeen tot minder hoorzittingen en derhalve AL voor de verschillende doelgroepen. 3.4 Stand van zaken per 2007 Om een inschatting te maken van de stand van zaken in 2007 zijn de doorgevoerde verbetermaatregelen en overige wijzigingen geanalyseerd. Tussen de voorgaande meting van 2005 en 7 maart 2007 (de datum van de Provinciale Statenverkiezingen 2007) heeft de provincie Limburg praktisch geen maatregelen doorgevoerd die invloed hebben gehad op de lasten. Na de meting die in 2006 is uitgevoerd, zijn vooral plannen gemaakt om de AL te reduceren. Concreet betekent dit dat er voor 7 maart 2007 weinig progressie is geboekt ten aanzien van het dereguleren. Hierdoor kan ervan uit worden gegaan dat de AL per 7 maart 2007 dezelfde omvang hebben dan die van de meting in De wijzigingen die zich hebben voorgedaan, hebben naar verwachting geen significant effect gehad op de AL. De wijzigingen die zich hebben voorgedaan zijn: Investeringsbudget Landelijk Gebied Met het investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG) zijn rijksbudgetten ontschot. Zo waren bijvoorbeeld tien verschillende financieringsstromen mogelijk in het kader van water, maar deze zijn samengevoegd tot één financieringsstroom ILG. Dit heeft geleid tot meer versimpeling en SIRA Consulting

15 duidelijkheid voor de aanvragers. In het kader van water, wordt bijvoorbeeld geen onderscheid gemaakt tussen een beek, plas, et cetera om te bepalen welke subsidieregeling van toepassing is op welke situatie. In de ILG is ook de subsidieregeling SGB (Regeling Subsidiering gebiedsgericht beleid en reconstructie concentratiegebieden) opgenomen. De SGB bestond sinds 2001, maar is in het ILG opgegaan. De projecten die op basis van deze regeling zijn gestart, worden ook volgens de regelingen van SGB voortgezet. Voor zowel de ILG als de SGB gelden nationale en provinciale kaders. De ILG heeft geleid tot meer flexibilisering. Dit betekent dat er niet meer met gelabelde budgetten wordt gewerkt. De provincie kan verschillende doelen vaststellen in het kader van het landelijk gebied en een bepaald budget hiervoor beschikbaar stellen. Indien geen gebruik meer wordt gemaakt van dit budget, kan de provincie deze subsidiëring stopzetten en een nieuw doel vaststellen. Voor de ILG is geen subsidieplafond vastgesteld. Om te voorkomen dat een project een groot deel van het budget in beslag neemt, kan de provincie ervoor kiezen om de doelstellingen en criteria scherper te stellen. Echter, deze subsidieregeling is open en breed opgezet, omdat hierbij meer wordt uitgegaan van vertrouwen richting de initiatiefnemer. Exploitatie concessie personenvervoer In 2006 is de exploitatie concessie personenvervoer in de provincie Limburg gewijzigd. Veolia Transport kreeg de tienjarige concessie gegund ten gunste van 4 andere inschrijvingen. Hoewel de inschrijving is gecompliceerd door de Europese aanbestedingsregels, heeft de provincie de lasten kunnen beperken door een concessielooptijd van 10 jaar te hanteren. De provincie vraagt tijdens de exploitatie van de concessie een groot aantal gegevens van het vervoersbedrijf. De gegevens die worden gevraagd sluiten aan bij de uitvoeringspraktijk van het vervoersbedrijf, die eveneens voor de eigen bedrijfsvoering worden gebruikt. Hiermee zijn de lasten zoveel mogelijk beperkt. SIRA Consulting

16 3.5 Voorkomen van lasten Chemelot site De provincie Limburg heeft niet alleen actief de lasten verminderd, maar eveneens voorkomen dat nieuwe lasten zijn ontstaan. In de onderstaande paragraaf is een inschatting gemaakt van de omvang van lasten die zijn voorkomen. Chemelot In Limburg nabij Geleen is een groot chemisch industriecomplex van ongeveer 800 hectare groot, Chemelot. Deze site was voorheen eigendom van DSM, maar inmiddels hebben zich ongeveer 50 verschillende bedrijven gevestigd op deze site. De provincie heeft een Site Permit afgegeven en hierbij concrete afspraken gemaakt met de bedrijven en andere overheden. Deze site heeft een vergunning aangevraagd in plaats van 50 losse vergunningen per installatie. Hiermee heeft de provincie lasten voor het bedrijfsleven voorkomen. De lasten voor een vergunning voor de gehele Chemelot Site heeft naar verwachting minder AL veroorzaakt dan 50 losse vergunningen. Hoe groot de lasten zijn die de provincie heeft voorkomen is echter niet te kwantificeren SIRA Consulting

17 4 Conclusies en aanbevelingen 4.1 Conclusies De administratieve lasten die voortvloeien uit de regelgeving van de provincie, peildatum 31 december 2009, zijn geraamd op 15,5 miljoen per jaar en uur. Door de wijzigingen in provinciale en rijksregelgeving zijn de AL in 2009 ten opzichte van de uitgangssituatie in 2005 met 2,2 miljoen en ongeveer uur afgenomen. Dit betekent dat de kosten met ongeveer 13% zijn afgenomen en de tijdsbesteding voor burgers en georganiseerde burgers met 42%. De afname in AL komt door de volgende wijzigingen: Het aanpassen van de ASV en de nadere subsidieregelingen. Het invoeren van Besluit Uniforme Saneringen Het anders uitvoeren van beregenen op maat. De doelstelling van de provincie Limburg is om begin 2011 de administratieve lasten met 25% terug te brengen ten opzichte van de uitgangssituatie in Met een reductie van 13% in 2009 ten opzichte van 2005 is de provincie Limburg op de goede weg. Om de doelstelling te behalen is het van belang de lasten ten aanzien van de Wm vergunning te reduceren, omdat uit de Wm vergunning het grootste gedeelte van de totale AL voortvloeit. Het invoeren van de Wabo draagt ook bij aan het realiseren van de provinciale doelstellingen. Door de invoering van de Wabo zullen de lasten voor de aanvragen van een Wm vergunning worden teruggebracht, doordat gegevens voor de verschillende vergunningen worden gebruikt, die binnen de omgevingsvergunning komen te vallen. Gegevens kunnen digitaal worden aangeleverd en de initiatiefnemer hoeft daarnaast maar een procedure te doorlopen. SIRA Consulting

18 4.2 Aanbevelingen en denkrichtingen Om de AL te verminderen zijn aanbevelingen en denkrichtingen aangegeven. Het is aan de provincie om deze aanbevelingen en denkrichtingen concreet om te zetten naar verbetervoorstellen. Bij het formuleren en implementeren van dereguleringsmaatregelen dient naast de lasten ook worden gekeken naar het provinciale beleidsdoel en de risico s die de provincie aanvaardbaar vind. Algemeen Om de lasten te verminderen kan de provincie meer gebruik te maken van ICT. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan het digitaal indienen van aanvragen. Indien dit goed wordt ondersteund door de eigen backoffice leidt het ook tot een vermindering van de provinciale uitvoeringslasten. Nu dienen gegevens handmatig te worden overgezet in het computersysteem wat leidt tot langere doorlooptijden en provinciale lasten. Om de lasten voor de initiatiefnemer te verminderen kan bijvoorbeeld worden gedacht aan het werken met vooraf ingevulde e-formulieren. Bij het overhevelen van taken naar andere overheden, kan de provincie een oplegnotitie opstellen waarbij specifiek aandacht wordt gegeven aan het verminderen van de lasten. Hierdoor kan een verandering van het takenpakket daadwerkelijk leiden tot een lastenvermindering voor burgers, bedrijven en maatschappelijke instellingen in plaats van een verschuiving van de lasten. De provincie moet voorkomen dat tussentijds gegevens worden uitgevraagd. Bij vergunningen en subsidies wordt dit door de initiatiefnemer als hinderlijk ervaren. Vooraf duidelijk stellen welke gegevens zullen worden gevraagd, verminderd lasten gedurende de looptijd. Sluit bij de gegevens uitvraag zoveel mogelijk aan bij de informatie die de initiatiefnemer zelf gebruikt voor de bedrijfsvoering. De initiatiefnemer hoeft dan maar een zeer beperkte inspanning te leveren om de gegevens te verzamelen en aan te leveren, wat de lasten zoveel mogelijk beperkt. Een goed voorbeeld hiervan zijn de gegevens die de provincie vraagt aan de concessiehouder personenvervoer. Deze gegevens worden ook gebuikt door het bedrijf zelf, zodat het bedrijf zo min mogelijk wordt geconfronteerd met additionele lasten. Het verkleinen van de doelgroep, leidt tot een vermindering van de lasten. Het aantal vergunningen kan worden teruggedrongen door in bepaalde situaties algemene regels te hanteren met een meldplicht. Vanwege de mogelijke risico s is dit niet in alle situaties wenselijk, waarbij de vergunningplicht gehandhaafd blijft. Beperk de uitvraag van gegevens die al bij de overheid voorhandig zijn. Hierbij kan het bijvoorbeeld gaan om uitreksels van de KvK die ook door de provincie zelf zijn op te vragen. De provincie Limburg heeft het aantal aanvragen van bijvoorbeeld KvK uitreksels al zoveel mogelijk beperkt, echter kan worden nagegaan of meer indieningvereisten reeds bij de overheid beschikbaar zijn die door de provincie wordt gevraagd. SIRA Consulting

19 Subsidies Met het invoeren van de nieuwe ASV en het oprichten van de afdeling Vergunningen en Subsidies heeft de provincie Limburg de AL voor de aanvrager significatie verminderd. Door eenduidige voorschriften is het voor het aanvragen van een subsidie vereenvoudigd. Naast effecten op de AL leidt de nieuwe ASV ook tot een betere dienstverlening van de provincie. Het verder aanpassen van de ASV kan de lasten verder reduceren, waarbij dient te worden opgemerkt dat de grootste reductie naar verwachting reeds is bereikt. Het verhogen van de grens van tot voor waarderingssubsidies die direct worden vastgesteld en uitbetaald. De grens van is in lijn met het Rijkssubsidiekader dat door een aantal provincies wordt gehanteerd. Aanvragers hoeven voor een waarderingssubsidie aan minder informatieverplichtingen te voldoen, waardoor de AL voor de aanvragers lager zijn dan bij reguliere subsidies. Het verhogen van de grens voor een accountantsverklaring van naar , waarmee wordt aangesloten bij het Rijkssubsidiekader, dat inmiddels door een aantal provincies wordt gehanteerd. De provincie kan nagaan of repeterend verstrekte projectsubsidies kunnen worden omgezet in meerjarige projectsubsidies. Deze subsidies hoeven door de instelling niet jaarlijks te worden aangevraagd, waardoor de AL wordt gereduceerd. Digitalisering van de aanvraag en indiening van subsidies. Indien hiervoor gebruik wordt gemaakt van de juiste formulieren, wordt voorkomen dat onvolledige aanvragen naar de provincie worden gestuurd. Vervolgens kan middels een digitale handtekening de aanvraag worden ingediend en gevolgd. Een dergelijke digitale aanvraag vermindert de lasten voor de aanvrager, maar indien deze aanvraag goed aansluit bij de provinciale backoffice kan eveneens een besparing worden gerealiseerd van de provinciale uitvoeringskosten. De provincie kan voor een aantal projecten optreden als cofinancier of investeerder. Hierdoor kan de provincie op een andere manier dan subsidieverlening concreet haar doelstellingen realiseren. De vormgeving van dergelijke cofinancieringsconstructies vergt evenwel aandacht, omdat daarin gemakkelijk voorwaarden en risicobeheersmaatregelen sluipen. Deze kunnen leiden tot een verhoging van de AL in plaats van de gewenste reductie. Bij het aanvragen van een subsidie vindt er uitgebreid vooroverleg plaats met de aanvrager, dit wordt over het algemeen als dienstverlenend ervaren. Hierbij dient echter rekening te worden gehouden dat deze overleggen ook leiden tot een belasting van aanvrager en de provincie, waardoor een balans moet worden gevonden tussen de duur en frequentie van deze overleggen en de dienstverlening van de provincie. Het is zaak deze vooroverleggen te beperken tot de strikt noodzakelijke situaties. Het opstellen van heldere subsidieregels vanuit de verschillende beleidsafdelingen. Indien de doelgroep helder is omschreven en afgebakend en de prestatie-indicatoren scherp zijn geformuleerd zal dit leiden tot een lastenarmere subsidieregeling. Een dergelijke aanpak is te prefereren boven aanpassingen gedurende de looptijd, waarin gaandeweg het subsidieproces de aanvraag wordt beoordeeld en het al dan niet subsidiabel verklaart. Stel vooraf duidelijke eisen, dat leidt tot minder AL en provinciale uitvoeringslasten. Het verhogen van subsidiebudgetten leidt doorgaans tot een toename van de AL, doordat meer activiteiten subsidiabel worden. Bij het vormgeven van nieuwe subsidies en vergroten van subsidiebudgetten dient goed te worden nagegaan op welke wijze de lasten voor burgers, bedrijven en maatschappelijke instellingen zoveel mogelijk kunnen worden beperkt. SIRA Consulting

20 Hierbij moet worden nagegaan of de AL in verhouding staan met het te realiseren beleidsdoel van de provincie Limburg. Wm vergunning De lasten vanuit de Wm vergunning vloeien voor het grootste gedeelte voort uit rijksregelgeving en de provincie heeft beperkt invloed op de lasten voor bedrijven. Daarnaast zal de invoering van de Wabo leiden tot een vermindering van de AL. Dit effect gaat zich voordoen, omdat er samenloop tussen verschillende vergunningsprocedures plaats zal vinden. Hierbij komt het voor dat een aanvraag voor een Wm-vergunning samen met de bouwvergunning wordt ingediend. De aanvrager zal hiervoor minder bewijsstukken hoeven aan te leveren. De provincie kan daarnaast echter zelf ook de lasten voor bedrijven verder reduceren. Hierbij kan worden gedacht aan de volgende maatregelen: De provincie kan het aantal beoordelingen vanuit de wet Bibob verminderen. Op dit moment worden vergunningaanvragen van afvalbedrijven aan een dergelijke beoordeling onderworpen. De provincie kan aan de hand van een risico-inventarisatie nagaan voor welke bedrijven een dergelijke beoordeling in de kader van de Bibob zinvol is. Indien het aantal beoordelingen wordt verminderd, worden de lasten verminderd. Bij toezicht op de Wm vergunning kan meer worden uitgegaan van risicogericht toezicht, waarbij specifiek toezicht wordt gehouden op de bedrijven waarvan het vermoeden bestaat dat deze in overtreding zijn. Dit leidt niet per definitie tot lagere AL binnen de provincie, maar wel tot lagere AL voor bedrijven die zich aan de regels houden. De provincie heeft invloed op de exploitatie van de Wm vergunning. Het efficiënter vormgegeven van toezicht leidt tot een vermindering van de lasten. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan het integraal meenemen van verschillende thema s tijdens inspecties. Daarnaast kan de frequentie van toezicht worden verlaagd en alleen geïnspecteerd wordt bij de bedrijven waarvan het vermoeden bestaat dat deze niet voldoen aan de regels. SIRA Consulting

21 Bijlage bij: Meting Administratieve Lasten provincie Limburg 2009 Bijlage I Factsheets Administratieve Lasten Limburg SIRA Consulting

22 I Factsheets Administratieve Lasten Limburg Wijzigingen: Exploitatie Wm-vergunning 1. Provinciaal Sitevergunning (Chemelot) Op de site Chemelot zijn verschillende bedrijven gevestigd. Deze bedrijven worden tezamen als één inrichting beschouwd. Voor de Wm-vergunning is één Wm-vergunning aangevraagd. Voor de exploitatie van de Wmvergunning dient één milieubeleid, één jaarverslag, et cetera te worden aangeleverd. Per installatie dient alsnog een wijzigingsvergunning te worden aangevraagd. 1-loket Chemelot In de eerste helft van 2006 is het project integrale handhaving site Chemelot gestart onder leiding van de gemeente Sittard-Geleen en Samenwerkingsknooppunt Limburg 4. In het bestuurlijk overleg van 17 november 2006 is besloten tot het oprichten van het 1-loket Chemelot. Met dit loket wordt getracht de toezichtlast en de toezichtinspanning te verminderen en het naleefgedrag te verhogen. Hierbij wordt de voorwaarde gesteld dat de veiligheid gelijk blijft of verder toeneemt. In een convenant is besloten dat dit loket na 2 jaar ( tot ) wordt beoordeeld en besloten of het toezichtloket in deze vorm structureel wordt voortgezet. Onder leiding van de VROM-Inspectie wordt het project Frontoffice Chemie uitgevoerd. De ervaringen van het 1-loket Chemelot is één van de pilots die wordt ingebracht in de frontoffice Chemie. ICT-systeem Een gevolg van het 1-loket Chemelot is dat provincie Limburg een webondersteunend systeem heeft gebouwd. Hierin wordt de handhavingsinformatie, zoals de inspectierapportages, geplaatst. Op deze wijze kunnen de inspecteurs de nodige informatie raadplegen en worden onnodige bevragingen van het bedrijf voorkomen. Dit leidt tot een daling in de AL en Ervaren Lasten van bedrijven. Verder is nabij Chemelot een fysieke ruimte ingericht die kan worden gebruikt voor vergaderingen en het voorbereiden en afstemmen van inspecties. Emissiemetingen van CO 2 en NO x In het kader van de emissiehandel wordt door inspecteurs van de Nederlandse Emissieautoriteit (NEa) de emissiemetingen gecontroleerd. Deze metingen worden ook vaak gebruikt voor de geëmitteerde concentratie in het kader van de Wet milieubeheer. Door deze overlap hebben de inspecteurs van de provincie zich aangesloten bij de inspecties van de NEa. Hierdoor hoeft het bedrijf de metingen slechts 1 maal toe te lichten. Dit leidt tot een reductie in de AL. Evaluatie 1-loket Chemelot Uit de evaluatie van 1-loket Chemelot is onder andere naar voren gekomen dat het aantal Wm controles is afgenomen. De toezichtlast vanuit BRZO is echter toegenomen. In het kader van de BRZO is veel onduidelijkheid bij bedrijven over wat er van hen wordt verwacht. Daarnaast wordt veel informatie opgevraagd waarvan bedrijven zich afvragen in hoeverre deze relevant zijn voor de inspectie. Verder worden ook vaak discussies gevoerd over het goed of fout zijn van de invulling en de uitvoering van beleidsonderwerpen. In vergelijking met 2006, heeft een bedrijf in ,5 dagen minder besteed aan toezicht. Dit is een reductie van 16%. 4 Samenwerkingsknooppunt Limburg houdt zich bezig met het ondersteunen van de handhavingspartners in Limburg. Ook wordt gewerkt aan het bevorderen van de onderlinge samenwerking ( SIRA Consulting

23 Coördinatielast De ICT-voorziening is eenvoudig en overzichtelijk opgezet, zodat het invoeren en raadplegen van gegevens niet veel tijd in beslag nemen. Provincie Limburg heeft in dagen besteed aan de realisatie en invoering van het ICT-systeem. Om te komen tot een verdergaande samenwerking en afstemming tussen de verschillende overheden, heeft de provincie 70 dagen besteed aan het plannen en notuleren van het ambtelijk coördinatieoverleg en voor het coördineren van het bestuurlijk convenant. De deelnemende overheden hebben ieder 16 uur besteed aan het loket. Dit betreft het ambtelijk overleg en de voorlichting van het ICT systeem. (Bron: 1-loket Chemelot, Evaluatie Maastricht, april 2008) 2. Nationaal De keuring van vloeistofdichte vloeren is toegenomen naar een keuring per 6 jaar in plaats van per 10 jaar. Dit leidt tot een lichte stijging in de AL. Naar verwachting zal per 1 juli 2010 de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) in werking treden. Momenteel dienen afvalverwerkende bedrijven per 10 jaar hun Wm-vergunning te verlengen. Met de inwerkingtreding van de Wabo zal de vergunning voor onbeperkte tijd worden verleend. Dit zal leiden tot een daling in de Administratieve Lasten. Daarnaast zal er samenloop met andere vergunningen plaatsvinden. Dit leidt eveneens tot een lastenvermindering. Deze wijzigingen vallen niet binnen de peildatum van dit onderzoek, 31 december 2009, en zal voor deze AL meting niet van invloed zijn. 3. Aantal aanvragen Voor de AL meting worden dezelfde aantallen gebruikt als van de voorgaande AL-meting in Administratieve Lasten De voorschriften en verplichtingen in de Wm-vergunning hebben een wettelijke basis. De provincie heeft hierin weinig ruimte om de lasten als gevolg van deze vergunning te verminderen. Voor de lastenreductie heeft de provincie het initiatief genomen voor onder meer de site vergunning en het toepassen van gecoördineerde inspectie voor het komen tot een lastenreductie. Naar verwachting zullen de lasten met name kunnen worden verminderd middels de Wabo door samenloop van de vergunningen. Zolang de back-office van de Wabo goed is ingericht, dan kan de provincie onder meer haar eigen lasten beperken. SIRA Consulting

24 Nr. 1 Exploitatie Wm-vergunning 1. Omschrijving informatieverplichting Een bedrijf valt in veel gevallen onder de werking van de Wet milieubeheer. Het kan zijn dat een bedrijf op grond van deze wet een milieuvergunning moet aanvragen, of een melding moet doen. Voor sommige kleine bedrijven geldt dat ze zijn vrijgesteld van de werking van de Wet milieubeheer. Verlening door: De provincie. Aantal aanvragen van: Bedrijven Maatschappelijke instellingen Georganiseerde burgers Burger Overige overheden 400 Bijzonderheden/opmerkingen: Samenloop mogelijk met diverse vergunningen. Voorbeelden zijn een bouwvergunning en een Wvovergunning. 2. Handelingen ten aanzien van de informatieverplichting Handeling Tijd (in uren) Externe Kosten ( ) Frequentie 1. Uitvoeren van keuringen a. Algemeen 4 12 b. Vloeistofdichte vloeren /6 c. Brandblussers d. Vet-/olieafscheiders/ slibvangputten 0 1 e. Gasflessen 0 1 f. Stookinstallaties 0 1 g. Koelinstallaties (STEK) 0 1 h. Ondergrondse / bovengrondse tanks /10 i. Overig Uitvoeren van registraties/metingen a. Algemeen 0 12 b. Gevaarlijke stoffen 2 12 c. Emissies naar de lucht 0 12 d. Emissies naar het water e. Energie/waterverbruik 1 12 f. Afvalstoffen/Gevaarlijke afval stoffen g. Overig Opstellen van (periodieke) rapportages. Bijhouden van keuringen, registraties en metingen in milieuboekhouding Handhaving. Begeleiden handhaver bij controle en beoordelen brief met bevindingen /2 SIRA Consulting

25 3. Reductie voorstellen Schrappen verplichting 2. Vereenvoudigen verplichting 3. Schrappen stappen 4. Stappen vereenvoudigen door: a. Doelgroep reduceren b. Geldigheidsduur verlengen c. Tijdsbesteding verminderen Nagaan of de periodieke rapportages digitaal kunnen worden aangeleverd. d. Kosten verminderen e. Aanvraagtijd verkorten 5. Dienstverlening verbeteren SIRA Consulting

26 Wijzigingen: Aanvraag Wm-vergunning 1. Provinciaal Op 29 december 2004 is bij provincie Limburg een aanvraag ontvangen van Chemelot Site Permit BV (CSP). De aanvraag heeft betrekking op alle vergunningsplichtige activiteiten en installaties op de site Chemelot. Dit betekent dat voor alle bedrijven die gevestigd zijn op de site Chemelot (en vergunningsplichtig zijn in het kader van het Wet milieubeheer) tezamen één Wm-vergunning is aangevraagd (sitevergunning). Op 4 augustus 2005 is de sitevergunning Chemelot onherroepelijk geworden. De Administratieve Lasten zijn als gevolg van de sitevergunning gedaald. Dit komt doordat de site Chemelot uit circa 50 bedrijven bestaat, maar deze tezamen als één inrichting worden beschouwd. Hierdoor dient één Wm-vergunning te worden aangevraagd en dient daarnaast één milieubeleid, één jaarverslag, et cetera te worden aangeleverd. Daarnaast zijn er nog andere bedrijven in Limburg, die niet op het terrein van Chemelot zijn gevestigd, die alsnog een Wm-vergunning moeten hebben, en een milieubeleid, jaarverslag, et cetera moeten indienen. Voor deze bedrijven veranderen de AL niet, maar wel de toezichtlasten. Het softwareprogramma van Haskoning, dat door gemeenten wordt gehanteerd en gevoed, bevatte circa voorschriften. Deze bestonden ook uit dubbele en verouderde voorschriften. De provincie Limburg hanteerde eigen standaardvoorschriften. In IPO kaderstelling zijn de provinciale voorschriften afgestemd. Op deze wijze kan een vergunning sneller worden geschreven, maar verandert niets aan de aanvraag. Voor bodemonderzoeken geldt landelijk het Kwalibo (Kwaliteitsborging in het bodembeheer). Voor stortplaatsen is gekozen voor maatwerk. Naast een verlichting in de Administratieve Lasten, is ook sprake van een lastenverzwaring: Brandveiligheid. In Maastricht hebben verschillende branden plaatsgevonden, daarom dient elk bedrijf nu een brandveiligheidsrapport te overleggen. Doordat de brandveiligheid een belangrijk punt op de politieke agenda is geworden, zal deze verplichting door de provincie niet worden gedereguleerd. BiBob. Om bepaalde bedrijven niet te stigmatiseren, wordt deze regeling op alle afvalverwerkende bedrijven toegepast. Hierdoor worden bedrijven belast met een uitvoerige beoordeling. 2. Nationaal Naar verwachting zal per 1 juli 2010 de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) in werking treden. Dit zal mogelijk leiden tot een daling in de Administratieve Lasten. Deze wijziging valt niet binnen de peildatum van dit onderzoek, 31 december 2009, en zal voor deze AL meting niet van invloed zijn. 3. Aantal aanvragen Doordat er geen wijzigingen zijn geweest in provinciale of nationale regelgeving, worden de aantallen gehanteerd volgens de AL meting van Administratieve Lasten De tijdsbesteding van verschillende handelingen, zoals het vooroverleg met de provincie, het bodemonderzoek, et cetera is relatief laag vastgesteld. Om dit bij te stellen dient het voorgaande onderzoek in 2005 te worden aangepast. Echter, de Administratieve Lasten blijven ten opzichte van 2005 onveranderd. Hierdoor zullen de tijdsbestedingen niet worden aangepast. De voorschriften en verplichtingen in de Wm-vergunning hebben een wettelijke basis. De provincie kan de lasten reduceren door terughoudend te zijn met taakstellende voorschriften en middelvoorschriften. Voor de lastenreductie heeft de provincie het initiatief genomen door onder meer de sitevergunning en het toepassen van gecoördineerde inspectie te realiseren om te komen tot een lastenreductie. Naar verwachting zullen de lasten met name worden verminderd middels de inwerkingtreding van de Wabo. Hierdoor zullen een aantal vergunningen worden samengevoegd. Als de back-office van de Wabo goed is ingericht, dan kan de provincie onder meer haar eigen lasten beperken. SIRA Consulting