Tandheelkunde en gezondheidsrecht 8. In- en uitschrijven van patiënten: de tuchtrechter stelt de norm

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Tandheelkunde en gezondheidsrecht 8. In- en uitschrijven van patiënten: de tuchtrechter stelt de norm"

Transcriptie

1 W.G. Brands, J.M. van der Ven, M.A.J. Eijkman Tandheelkunde en gezondheidsrecht 8. In- en uitschrijven van patiënten: de tuchtrechter stelt de norm De omvang van de hulpverleningsplicht van een tandarts is gerelateerd aan het feit of een patiënt staat ingeschreven in de praktijk van die tandarts. Het staat een tandarts vrij een patiënt al dan niet in te schrijven, tenzij dit in strijd is met het discriminatieverbod of met een door de tandarts gesloten medewerkersovereenkomst. Wanneer een patiënt zich wil uitschrijven, of bij uitschrijving met beider toestemming, worden geen voorwaarden gesteld. Wanneer een tandarts eenzijdig de behandelrelatie wil beëindigen, kan dit alleen wanneer hiervoor gewichtige redenen aangevoerd kunnen worden. Wat door tuchtcolleges als gewichtige reden wordt geaccepteerd, hangt erg af van de omstandigheden van het geval. Doorgaans dient een tandarts bij eenzijdige beëindiging van de behandelrelatie, gegeven de gewichtige redenen, verschillende zorgvuldigheidseisen in acht te nemen. Brands WG, Ven JM van der, Eijkman MAJ. Tandheelkunde en gezondheidsrecht 8. In- en uitschrijven van patiënten: de tuchtrechter stelt de norm Ned Tijdschr Tandheelk 2014; 121: doi: /ntvt Inleiding In een vorige aflevering van de serie Tandheelkunde en gezondheidsrecht zijn Gedragsregels 8 en 20 voor tandartsen besproken (Brands et al, 2013c; Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde, 2000). Op basis van Gedragsregel 8 dient in principe aan alle patiënten met kennelijke pijnklachten noodhulp te worden verleend. Gedragsregel 20 bevat de verplichting zorg te dragen voor de continuïteit van de tandheelkundige hulp. Deze hulp beperkt zich niet tot noodhulp, maar geldt alleen ten aanzien van patiënten die bij de betreffende tandarts ingeschreven staan. Dit betekent dat de omvang van de hulpverleningsplicht gerelateerd is aan het al dan niet bij de betreffende tandarts ingeschreven staan als patiënt. Dit roept enkele vragen op. Is een tandarts verplicht iemand die hierom verzoekt als patiënt in te schrijven? Om welke redenen en onder welke voorwaarden mag een tandarts een patiënt uitschrijven? In deze bijdrage wordt op deze vragen ingegaan. Verplicht inschrijven? De relatie tussen een tandarts en een patiënt heeft het karakter van een overeenkomst. In principe is elke Nederlander, en daarmee ook een tandarts, vrij om al dan niet een overeenkomst aan te gaan (intermezzo 1). De gevallen waarin een tandarts niet mag weigeren een behandelingsovereenkomst te sluiten, zijn besproken in een vorige bijdrage in deze serie, die ging over de bereikbaarheid en beschikbaarheid (Brands et al, 2013c). Wanneer een tandarts verplicht is onbeperkt patiënten in te schrijven, zou dit met zich meebrengen dat het voor hem onmogelijk wordt deze patiënten verantwoorde zorg te verlenen. Aangezien een te grote werkdruk ten gevolge van een te grote praktijk al in heel oude uitspraken niet gezien wordt als excuus voor slecht werk, mag worden aangenomen dat het een tandarts vrij staat de inschrijving te beperken (Brands, 1997). Deze vrijheid kent enkele uitzonderingen. Tandartsen mogen niet selectief patiënten aannemen wanneer dit strijdig is met artikel 1 van de Grondwet. Zou een tandarts bijvoorbeeld selectief weigeren om vrouwelijke patiënten in te schrijven of patiënten van een bepaalde seksuele geaardheid of met een specifieke godsdienst, dan zal dit al snel het verwijt van ongeoorloofde discriminatie opleveren. Daarnaast kan die vrijheid worden beperkt door overeenkomsten die een tandarts zelf is aangegaan. Dit doet zich bijvoorbeeld voor wanneer een tandarts een medewerkersovereenkomst sluit met een zorgverzekeraar, waarin staat dat de tandarts verplicht is elke verzekerde die zich bij hem aanmeldt ook in te schrijven. Een derde beperking van de vrijheid om een patiënt al dan niet in te schrijven ontstaat wanneer een tandarts door zijn gedrag bij een patiënt de indruk wekt dat hij in de betreffende praktijk staat ingeschreven, terwijl dit feitelijk niet zo is. Bijvoorbeeld wanneer een tandarts zich tijdens een dienst niet beperkt tot noodhulp, maar een uitgebreid behandelplan uitvoert. De patiënt zou dan uit de aard van de hulpverlening kunnen afleiden dat hij bij die tandarts staat ingeschreven. Een tandarts die tijdens de dienst een patiënt voor het eerst ziet, hem niet wil inschrijven, maar Intermezzo 1. Gedragsregels 10 en 26 van de Gedragsregels voor tandartsen 10. De tandarts heeft het recht om te weigeren een patiënt in de praktijk op te nemen. Daarnaast kunnen er voor tandartsen redenen zijn een behandeling af te breken en/of een patiënt uit te schrijven. Betreft het de beëindiging van de behandelingsovereenkomst dan zijn hiervoor gewichtige redenen vereist. Deze dient hij aan de patiënt mede te delen. De behandeling van een patiënt mag niet worden beëindigd wanneer dit leidt tot directe schade voor de tandheelkundige gezondheid van de patiënt. 26. De tandarts is gerechtigd wijzigingen aan te brengen in de omvang van zijn tandheelkundige dienstverlening. Hij zal de wijziging van de omvang van de dienstverlening zo nodig tijdig aan de patiënten bekend maken. De wijziging zal niet eerder ingaan dan nadat de patiënten een redelijke termijn is gegeven, zo mogelijk met zijn hulp en medewerking, een andere tandarts te vinden. (Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde, 2000) 25

2 Casus 1. Beperken van de behandelrelatie Kennelijk zijn er in de periode na het plaatsen van de brug in 2005 problemen ontstaan in de behandelrelatie tussen klaagster en de tandarts. Er ontstond een betalingsachterstand en klaagster kwam regelmatig zonder bericht van verhindering niet op haar afspraken. Dit heeft er uiteindelijk toe geleid dat de tandarts besloot geen kostbare of uitgebreide behandelingen meer uit te voeren zolang er nog sprake was van openstaande rekeningen. Volgens klaagster is dit nooit met haar besproken [ ]. Dat de tandarts geen ingrijpende kostbare behandelingen meer wilde uitvoeren, acht de Centrale Klachtencommissie begrijpelijk. Maar hij had klaagster, gezien de ernst van de parodontale situatie, op zijn minst moeten verwijzen naar een andere hulpverlener [ ]. Met betrekking tot de betalingsproblemen, die overigens geen deel uitmaken van de klacht, vindt de Centrale Klachtencommissie dat de tandarts zijn patiënt deugdelijk en tijdig inzicht in zijn administratie had moeten geven met betrekking tot de nog uitstaande bedragen en betalingen. In dit verband valt op dat klaagster stellig betwist dat de tandarts eerder dan pas op 20 juni 2009 schriftelijke herinneringen en aanmaningen heeft gestuurd. Tevens is van belang dat klaagster behandelingen van 2 januari 2007 en 21 juni 2007 kennelijk wel (contant) betaald heeft. Dat klaagster volgens de tandarts na 17 juli 2005 geen cent meer zou hebben betaald, is derhalve onjuist (Centrale Klachtencommissie NMT, 2011a ). zich niet beperkt tot noodhulp, doet er verstandig aan de patiënt vooraf duidelijk uit te leggen dat hij niet in zijn praktijk zal worden opgenomen. Casus 2. Opschorten van de behandelrelatie Volgens de tandarts was bij D een behandelplan overeengekomen en was met toestemming van klaagster gestart met het verrichten van twee extracties. De behandeling verliep zonder klachten. Op het moment dat een ernstige betalingsachterstand aan de kant van klaagster optrad, vond de manager van de kliniek dat de behandeling moest worden opgeschort overeenkomstig de algemene betalingsvoorwaarden van NMT. De tandarts geeft aan dat deze betalingsachterstand van klaagster tot gevolg had dat onzeker was of de behandeling zou worden hervat. Aangezien zo het risico ontstond dat D een beugel zou dragen zonder garantie op toezicht en controle, met alle risico van dien op beschadigingen aan het gebit en losraken van elementen, heeft de tandarts de beugel verwijderd. [ ] Het College is echter van oordeel dat de tandarts in de gegeven omstandigheden niet gerechtigd was de behandelingsovereenkomst in die zin op te schorten dat het haar vrij stond toen de beugel bij D te verwijderen. Met name, gelet op het beginstadium waarin de behandeling zich bevond, te weten kort na de twee extracties, bestond juist door deze verwijdering het risico op schade. Dit risico was groter dan het zonder professioneel toezicht gedurende enige tijd handhaven van de beugel. Aldus heeft de tandarts zich onvoldoende aangetrokken van het belang van D. Bovendien had ten minste van de tandarts gevergd mogen worden dat zij klaagster én D tijdig en deugdelijk, bij voorkeur schriftelijk, had bericht over het voornemen om de behandeling te staken en de beugel te verwijderen. Gesteld noch gebleken is dat dit is gebeurd, terwijl evenmin iets daarover in het medisch dossier is genoteerd (Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag, 2010). Uitschrijven Tandartsen en patiënten kunnen altijd met wederzijds goedvinden de behandelingsovereenkomst beëindigen. Evenzo kan een patiënt deze overeenkomst eenzijdig beeindigen. Artikel 7:460 van het Burgerlijk Wetboek bepaalt echter dat een tandarts uitsluitend wegens gewichtige redenen de behandelingsovereenkomst eenzijdig mag beëindigen. In de literatuur is de vraag opgeworpen of dit artikel alleen geldt voor het afbreken van een behandeling of ook voor het uitschrijven van een patiënt die niet onder behandeling is (Brands, 1997). Uit een arrest van de Hoge Raad en uitspraken van verschillende lagere rechters met betrekking tot de aansprakelijkheid van waarnemers, kan worden afgeleid dat een behandelingsovereenkomst pas tot stand komt als er afspraken worden gemaakt voor een concrete behandeling en niet al bij inschrijving (Hoge Raad, 1997; Rechtbank Assen, 2007). Gedragsregel 10 voor tandartsen lijkt dit verschil ook te maken (intermezzo 1). Tuchtcolleges bekommeren zich minder om dit verschil en spreken bij het beëindigen van de inschrijving over het beëindigen van de behandelrelatie (bijvoorbeeld Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle, 2008). Gelet op tuchtrechtelijke uitspraken zijn bij eenzijdige beëindiging van een behandelrelatie door een tandarts 2 vragen van belang. De eerste is of de beëindiging berust op een gewichtige reden. De tweede is of de tandarts, gegeven de gewichtige reden, bij de beëindiging bepaalde zorgvuldigheidseisen in acht moet nemen. De beantwoording van beide vragen is gebaseerd op jurisprudentie van tuchtcolleges. Daarom zal, net als tuchtcolleges doen, gesproken worden van het beëindigen van de behandelrelatie en niet van de behandelingsovereenkomst. De behandelrelatie beperken of schorsen Soms klaagt een patiënt over het feit dat een tandarts de relatie verbreekt. Waarop de tandarts stelt dat hij de relatie niet verbreekt, maar dat hij de relatie beperkt tot bijvoorbeeld alleen noodgevallen of dat hij de relatie opschort. In het laatste geval geeft de tandarts dan aan dat hij de patiënt bijvoorbeeld pas weer wil behandelen als deze zijn openstaande rekeningen heeft betaald. Casus 1 laat zien dat op zich voortdurende wanbetaling een reden kan zijn om de behandelrelatie te beperken, maar dan dient de patiënt hierover wel te worden ingelicht en dient wanbetaling ook vast te staan. Verder ontslaat het de tandarts er niet van ernstige problemen wel te melden en eventueel hiervoor door te verwijzen. Ook in casus 2 wordt de plicht genoemd om te waarschuwen alvorens een behandeling op te schorten of te beëindigen. In dit geval betrof het een behandeling die al was gestart. Het tuchtcollege meende dat in dat geval ook een zekere belangenafweging moet plaats- 26

3 Casus 3. Deelbehandeling elders uitgevoerd De tandarts raadde klager aan kronen te laten plaatsen in het onderfront. De patiënt liet dit doen in Spanje. De tandarts zegde de behandelrelatie op en werd aangeklaagd. De Centrale Klachtencommissie overwoog: De vraag is hier of het om financiële redenen door een andere tandarts laten uitvoeren van een voorgenomen behandeling een zodanig gewichtige reden is. Klager heeft zonder voorafgaand overleg met de tandarts de behandeling elders laten uitvoeren, niet wetende welke gevolgen dit had voor zijn behandelrelatie met de tandarts. De tandarts stelt dat, volgens de filosofie in zijn praktijk, in dat geval de controle moet worden uitgevoerd door degene, die het tandheelkundig werk heeft uitgevoerd. Hoewel een dergelijke filosofie praktisch gezien tot problemen kan leiden (gezien de verklaring van de tandarts zou dit leiden tot een vorm van gedeelde verantwoordelijkheid), is een beroep op deze filosofie in de onderhavige klachtzaak echter niet aan de orde, omdat de behandelrelatie is opgezegd zonder enige restrictie. Gezien de gedurende een reeks van jaren bestaande vertrouwensrelatie had de tandarts naar de mening van de Centrale Klachtencommissie niet zonder meer de behandelrelatie mogen verbreken. Temeer niet omdat de mededeling zonder enige waarschuwing vooraf werd gedaan en de redactie van de brief voor klager in feite maar voor één uitleg vatbaar was. Van de tandarts had een meer professionele opstelling mogen worden verwacht. In ieder geval had de tandarts in een daartoe gearrangeerd gesprek met klager zijn standpunt moeten toelichten, namelijk dat de uitsluiting van de behandeling alleen gold voor de controle en parodontale nazorg van het onderfront, en klager de gelegenheid moeten geven om hierop te reageren (Centrale Klachtencommissie NMT, 2009). vinden. Aangezien de behandeling in een beginstadium verkeerde en er net extracties hadden plaatsgevonden, had de tandarts beter de controles achterwege kunnen laten dan de orthodontische apparatuur te verwijderen. De behandelrelatie beëindigen wegens een vertrouwensbreuk In de jurisprudentie wordt het ontbreken van vertrouwen door tandartsen regelmatig aangevoerd als gewichtige reden om de behandelrelatie te kunnen beëindigen. Tuchtcolleges en klachtencommissies zijn gevoelig voor dit argument, maar leggen toch strenge restricties op. Vertrouwensbreuk wegens second opinion of (deel)behandeling elders Sommige klachten betreffen tandartsen die de behandelrelatie hebben beëindigd nadat een patiënt om een second opinion heeft gevraagd of elders een deelbehandeling heeft laten uitvoeren. Enkel het laten uitvoeren van een second opinion wordt door tuchtcolleges niet gezien als een vertrouwensbreuk. Wanneer een patiënt een deelbehandeling elders laat uitvoeren, rijst de vraag wie die deelbehandelingen moet controleren en wie verantwoordelijk is voor gevolgen van de deelbehandelingen. Duidelijk is dat van een tandarts niet gevraagd kan worden dat hij problemen her- Beeld: Shutterstock stelt die elders zijn ontstaan (Centrale Klachtencommissie NMT, 2011). Casus 3 laat zien dat tuchtcolleges ook niet altijd raad weten met deze situatie. De suggestie om de Nederlandse tandarts verantwoordelijk te laten zijn voor de controle van het gebit, met uitzondering van het in Spanje behandelde onderfront, lijkt niet erg praktisch. Wanneer een patiënt een deelbehandeling elders heeft laten doen en hierover geen informatie verstrekt aan zijn eigen tandarts, terwijl dit wel noodzakelijk is voor de vervolgbehandeling, dan wordt dit wel als een gewichtige reden gezien. Beëindiging blijft dan echter alleen mogelijk na het voldoen aan bepaalde, later te bespreken zorgvuldigheidseisen (Centrale Klachtencommissie NMT, 2009). Een geval apart is de situatie waarin de eigen tandarts, na een bezoek van de patiënt aan een andere tandarts, niet zelf de relatie opzegt, maar constateert dat de patiënt, door zich elders te laten behandelen, de relatie heeft opgezegd. Of dit inderdaad zo is, zal sterk afhangen van wat de tandarts per geval redelijkerwijs uit de gedragingen van de patiënt mag afleiden. Heldere communicatie met de patiënt en een goede dossiervoering zijn in dergelijke gevallen essentieel. Vertrouwensbreuk wegens weigering van behandeling of verwijzing Een patiënt kan op basis van zijn zelfbeschikkingsrecht bepalen of hij toestemming geeft voor een behandeling (Brands et al, 2013a). Weigert de patiënt, dan volgt er geen behandeling. Tegelijkertijd dringt zich de vraag op of een tandarts dan nog verantwoordelijkheid kan nemen voor de (tandheelkundige) gezondheid van de patiënt. Tuchtcolleges lijken deze vraag te beantwoorden aan de hand van de vraag of doorbehandelen of controleren volgens de professionele standaard is. Wanneer een tandarts bijvoorbeeld een carcinoom constateert en de patiënt weigert zonder inhoudelijke gronden een verwijzing, dan kunnen zich omstandigheden voordoen waarin de tandarts zelfs verplicht is de relatie te beëindigen (Brands, 2006). De Centrale Klachtencommissie van de Nederlandse Maatschappij ter Bevordering der Tandheelkunde (NMT) gaf een orthodontist de aanbeveling om bij onvoldoende coöperatie met onvoldoende voortgang van de behandeling tot gevolg, vaker evaluatiemomenten in te plannen: Regelmatige evaluatie kan in dit soort gevallen voorkomen dat wordt doorbehandeld, 27

4 Casus 4. Beëindigen van de behandelrelatie Wat de beëindiging van de behandelingsovereenkomst betreft, overwoog de Centrale Klachtencommissie, [ ] dat op grond van artikel 7:460 Burgerlijk Wetboek (Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst, WGBO), de hulpverlener behoudens gewichtige redenen de behandelingsovereenkomst niet kan opzeggen. Uit jurisprudentie, literatuur en gedragscodes blijkt dat van gewichtige redenen onder meer sprake is wanneer de patiënt zich: onheus of agressief gedraagt, weigert aan de behandeling mee te werken, bij voortduring weigert de rekening te betalen of wanneer er een ernstig meningsverschil over de behandeling of de behandelmethode is. Verdere gewichtige redenen kunnen zijn ziekte of arbeidsongeschiktheid van de tandarts of het beëindigen van diens praktijk. Wanneer een tandarts een beroep doet op een of meer van de genoemde gewichtige redenen, dan zal hij de volgende zorgvuldigheidseisen in acht moeten nemen: herhaaldelijk aandringen en waarschuwen, een redelijke termijn voor beëindiging, het voortzetten van de tandheelkundig noodzakelijke hulp, tijdig inlichten en hulp bieden bij het vinden van een andere tandarts en het verstrekken van de gegevens. In deze zaak was niet van een gewichtige reden voor het beeindigen van de behandelrelatie gebleken, aldus de Centrale Klachtencommissie: Voor zover de tandarts meende dat het door hem genoemde uitstel van geadviseerde behandelingen zo n reden zou opleveren, was sprake van een misverstand (Centrale Klachtencommissie NMT, 2007). terwijl vaststaat dat de behandeldoelen zonder verbetering van de coöperatie niet zullen worden gehaald. Ook werd deze orthodontist aanbevolen de resultaten van de evaluatiemomenten schriftelijk ter kennisgeving aan de betrokkenen te sturen (Centrale Klachtencommissie NMT, 2008). Als tandartsen verweten wordt te lang door te gaan met nutteloze behandelingen, dan ligt het voor de hand aan te nemen dat tandartsen behandeling mogen weigeren wanneer een patiënt in de optiek van de tandarts essentiële behandelingen of een verwijzing naar een mondhygiënist of een parodontoloog weigert. Voor dit soort gevallen zijn moeilijk algemene regels te geven, aangezien de uitspraak sterk afhankelijk is van de omstandigheden van het geval. Omdat van het zelfbeschikkingsrecht van patiënten weinig overblijft als zij geen behandeling mogen weigeren, mag worden aangenomen dat alleen in ernstige gevallen de relatie beëindigd mag worden als een patiënt bepaalde behandelingen weigert. Zo blijkt dat het weigeren van een periodieke controle geen reden tot uitschrijving is (Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag, 2011). Een vertrouwensbreuk wegens gedrag van de patiënt Tandartsen voeren regelmatig ongewenst gedrag van een patiënt aan als reden voor het beëindigen van de relatie. Deze argumenten zijn in 4 categorieën in te delen: niet of te laat komen op een afspraak, betalingsproblemen, het vragen van een second opinion en agressief gedrag (zie casus 4). Niet of te laat komen wordt slechts onder voorwaarden als een gewichtige reden geaccepteerd. Een voor de hand liggende voorwaarde is dat het verwijt klopt. Een tandarts kan hierbij niet altijd blindelings afgaan op wat een assistent hierover zegt (Regionale Boordelingsraad Zwolle, 2005). Daarnaast zal het niet of te laat komen vaker dan 1 keer gebeurd moeten zijn. Tot slot wordt van een tandarts verwacht dat hij de later te bespreken algemene zorgvuldigheidseisen in acht neemt. Een betrekkelijk vaak aangevoerde reden is dat een tandarts meent dat zijn patiënt zich jegens hem of zijn werknemers onheus heeft gedragen. Bij de beoordeling van dit soort gevallen lijken colleges een zekere afweging te maken. Enerzijds wordt van een tandarts als professionele mondzorgverlener verwacht dat hij met lastige mensen kan omgaan, anderzijds is het niet zo dat hij alles hoeft te dulden. Toen een tandarts de behandelrelatie wegens vermeende bedreiging had beëindigd, stelde het tuchtcollege eerst vast dat niet van bedreiging, maar mogelijk wel van een dwingende toon sprake was. Dit laatste vormde geen gewichtige reden voor beëindiging (Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle, 2009). Ook de situatie waarin een patiënt de rekening wil bespreken en de tandarts onenigheid verwacht, is in principe geen gewichtige reden (Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven, 2011). Wanneer een patiënt zich echter agressief gedraagt, is dit niet alleen reden om de behandelrelatie te beëindigen, maar worden ook minder zorgvuldigheidseisen gesteld (Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg, 2003). Een interessante vraag is of een tandarts de relatie mag beëindigen nadat een patiënt een formele klacht tegen hem heeft ingediend. Veel zal in dit verband weer afhangen van de omstandigheden van het geval. In de praktijkwijzer WGBO in de praktijk van de NMT wordt gesteld dat het dreigen met een klacht wordt gezien als een onheuse bejegening die een gewichtige reden vormt om de behandelingsovereenkomst te beëindigen (Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde 2006). In casus 5 stelt het tuchtcollege zonder meer dat het indienen van een klacht niet wordt gezien als een gewichtige reden. Bij deze laatste visie kunnen wel wat vraagtekens worden gezet. Als een vertrouwenscrisis wel als een gewichtige reden kan worden gezien, waarom zou dan het indienen van een klacht, toch een duidelijk signaal voor zo n crisis, geen gewichtige reden zijn? Zorgvuldigheidseisen bij het eenzijdig beëindigen van de behandelrelatie Afhankelijk van de aard van de gewichtige reden gaan tuchtcolleges ervan uit, dat bij het eenzijdig beëindigen van de relatie door de tandarts, zelfs als sprake is van een gewichtige reden, bepaalde zorgvuldigheidseisen in acht moeten worden genomen. Zo zal er bij een conflict over bijvoorbeeld een betaling worden gevraagd dat de tandarts eerst nagaat of de patiënt inderdaad niet heeft betaald. Vervolgens wordt van hem verwacht, dat hij eerst met de patiënt in gesprek 28

5 Casus 5. Indienen van een klacht een gewichtige reden? De patiënt wilde een klacht indienen en de tandarts zegde alle afspraken af. Hierop wendde de patiënt zich tot het tuchtcollege. Het college stelt vast dat verweerster bij haar brief aan klaagster van 18 november 2010 heeft medegedeeld dat alle afspraken met haar in de praktijk zijn geannuleerd. Aldus heeft verweerster de behandelingsovereenkomst met klaagster opgezegd. Het feit dat verweerster klaagster nadien nog enkele keren heeft gebeld, kan niet tot een ander oordeel leiden. Ingevolge artikel 7:460 Burgerlijk Wetboek kan de hulpverlener, behoudens gewichtige redenen, de behandelingsovereenkomst niet opzeggen. Het indienen van een klacht door een patiënte kan niet aangemerkt worden als een gewichtige reden als bedoeld in voornoemd artikel. Voorts heeft verweerster niet gezorgd voor een adequate vervanging, zoals een goed hulpverlener behoort te doen bij een rechtsgeldige opzegging van de behandelingsovereenkomst. Het college is derhalve van oordeel dat verweerster ten aanzien van het opzeggen van de behandelingsovereenkomst met klaagster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. In zoverre is dit klachtonderdeel gegrond. (Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam, 2011) gaat en hem waarschuwt dat bij voortgezet ongewenst gedrag uitschrijving volgt. Tijdens zo n gesprek kan ook worden gevraagd of de patiënt nog vertrouwen in de tandarts heeft (Centrale Klachtencommissie NMT, 2013b). Hierbij wordt aanbevolen dit gesprek niet meteen na een conflict te voeren, maar een zekere afkoelingsperiode in te lassen. Verder is het tijdstip van een dergelijk gesprek van belang. Begint een tandarts over niet-betaalde rekeningen terwijl de patiënt verdoofd in de stoel ligt, dan wordt dit als niet-professioneel beschouwd (Centrale Klachtencommissie NMT, 2013a). De afkoelingsperiode moet ook niet te lang duren. Biedt een tandarts pas een gesprek aan wanneer de klacht al is ingediend, dan is hij te laat. Komt het tot een uitschrijving, dan geldt deze uitschrijving niet voor een hele familie, maar beperkt deze zich in principe tot degene met wie de tandarts een conflict heeft. Verder zal de tandarts deze patiënt moeten behandelen tot deze een nieuwe tandarts gevonden heeft. Daarbij zal hij de patiënt behulpzaam moeten zijn bij het vinden van een andere tandarts. In de literatuur is wel aangevoerd dat deze laatste eisen het resultaat zouden moeten zijn van een belangenafweging (Brands, 1999). Enerzijds het belang van de patiënt bij een continue zorgverlening en anderzijds het belang van de tandarts om niet iemand te moeten helpen met wie hij een conflict heeft. Deze belangenafweging is in uitspraken zelden terug te vinden. Tuchtcolleges lijken zonder meer dezelfde eisen te stellen aan beëindiging door een tandarts als aan het beëindigen van een behandelingsovereenkomst door een huisarts, zonder dat bijvoorbeeld de vraag wordt gesteld of voor het opzeggen van de behandelrelatie met een tandarts, afgaande op de afhankelijkheid van de patiënt, het noodzakelijk is dat dezelfde zorgvuldigheidseisen gelden als bij de huisarts-patiëntrelatie. Ook zou mogen worden verwacht dat men de eis van continuïteit van de zorg relateert aan het gemak waarmee een patiënt zich bij een andere tandarts kan laten inschrijven. Het zou zinvol zijn de eigen verantwoordelijkheid van patiënten in die zin serieus te nemen, dat men tandartsen verplicht alleen voor een bepaalde periode te zorgen voor de continuïteit van de mondzorg. Wil een tandarts sneller van de patiënt af, dan zal hij moeten helpen bij het vinden van een nieuwe tandarts. Niet-patiëntgerelateerde redenen voor beëindiging Een tandarts mag in principe zijn praktijk inkrimpen of beeindigen. Een eerste vereiste hierbij is dat patiënten hierover worden ingelicht. Dit kan via een persoonlijke brief, eventueel aangevuld met een advertentie. Blijkens Gedragsregel 26 dienen tandartsen hun patiënten een redelijke termijn te gunnen om een andere tandarts te vinden (intermezzo 1). Zo nodig dienen zij hierbij te helpen. Wat beschouwd moet worden als een redelijke termijn zal afhangen van het gemak waarmee een patiënt een andere tandarts kan vinden. Tot slot mag niet onvermeld blijven dat op tandartsen een plicht rust patiënten een afschrift van het dossier te verschaffen. Daarnaast bestaat een bewaarplicht voor dossiers. Eerder is al geconstateerd dat een centraal bewaarpunt voor dossiers van praktijken die van de ene dag op de andere gesloten zijn, zinvol kan zijn (Brands et al, 2013b). Conclusie Tandartsen hebben de nodige vrijheid als het gaat om de beslissing patiënten in te schrijven. Deze vrijheid wordt in een aantal omschreven gevallen beperkt. Het uitschrijven of het eenzijdig beëindigen van de behandelrelatie door een tandarts is slechts mogelijk onder voorwaarden. Gewichtige redenen spelen een belangrijke rol, evenals het in acht nemen van zorgvuldigheidseisen. Welke eisen dit zijn en hoeveel waarde aan de eisen wordt toegekend, is sterk afhankelijk van de situatie. Daarom is normering gebaseerd op jurisprudentie. Aangezien tuchtcolleges op dit punt geen steun hebben van richtlijnen of uitgebreide wetgeving, zou mogen worden verwacht dat de belangenafweging die veelal wordt gemaakt, relatief uitgebreid wordt weergegeven. Dit is echter lang niet altijd het geval. Literatuur * Brands WG. Behandeling na afspraak. Een onderzoek naar tuchtrechtelijke, civielrechtelijke en strafrechtelijke hulpverleningsplichten van artsen en tandartsen. Lelystad: Koninklijke Vermande, Academisch proefschrift. * Brands WG. Tot de dood ons scheidt? Nederlands Tandartsenblad 1999; 54: * Brands WG. De mondige patiënt. Een conflict tussen zelfbeschikkingsrecht en bekeringsplicht. Ned Tijdschr Tandheelkd 2006; 113: * Brands WG, Ven JM van der, Eijkman MAJ. Tandheelkunde en gezondheidsrecht 2. Meningsverschillen over de zorginhoudelijke professionele standaard. Ned Tijdschr Tandheelkd 2013a; 120:

6 * Brands WG, Ven JM van der, Eijkman MAJ. Dossierplicht: overdracht of afschrift. Ned Tijdschr Tandheelkd 2013b; 120: * Brands WG, Ven JM van der, Eijkman MAJ. Tandheelkunde en gezondheidsrecht 7. De hulpverleningsplicht: beschikbaarheid en bereikbaarheid, Ned Tijdschr Tandheelkd 2013c; 120: * Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg. Uitspraak onder nummer 2003/020, 10 juli Den Haag: Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg, * Centrale Klachtencommissie NMT. Uitspraak 2 april Nederlands Tandartsenblad 2007, 25 mei * Centrale Klachtencommissie NMT. Niet gedateerde uitspraak uit Nederlands Tandartsenblad 2008; 16: * Centrale Klachtencommissie NMT. Uitspraak 26 mei Nederlands Tandartsenblad 2009; 12: 42. * Centrale Klachtencommissie NMT. Uitspraak 14 oktober Nederlands Tandartsenblad 2010; 04: * Centrale Klachtencommissie NMT. Uitspraak 18 maart Nederlands Tandartsenblad 2011a; 13: * Centrale Klachtencommissie NMT. Uitspraak 22 augustus Nederlands Tandartsenblad 2011b; 22: * Centrale Klachtencommissie NMT. Niet gedateerde uitspraak uit Nederlands Tandartsenblad 2013a; 02: 36. * Centrale Klachtencommissie NMT. Niet gedateerde uitspraak uit Nederlands Tandartsenblad 2013b; 12: * Hoge Raad der Nederlanden. Uitspraak 10 januari Tijdschrift voor Gezondheidsrecht 1997; 56. Met noot van WG Brands. * Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde. Gedragsregels voor tandartsen. Nieuwegein: Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde, * Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde. Praktijkwijzer WGBO in de praktijk. Nieuwegein: Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde, * Rechtbank Assen. Sector Kanton. Uitspraak onder nummer LJN BA3939, 18 april Assen: Rechtbank Assen, ECLI:NL:RBASS:2007:BA3939. * Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam. Uitspraak onder nummer 2010/357T, 19 juli Amsterdam: Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg, ECLI:NL:TGZRAMS:2011:YG /357T. * Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven. Uitspraak onder nummer 1005 YG0911, 17 februari Eindhoven: Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg, ECLI:NL:TGZREIN:2011:YG * Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag. Uitspraak onder nummer 172.dh YG0303, 18 mei Den Haag: Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg, ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG h 172.dh. * Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag. Uitspraak onder nummer , 24 mei Den Haag: Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg, ECLI:NL:TGZRSGR:2011:YG * Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle. Uitspraak onder nummer 259/2007, 9 oktober Zwolle: Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg, * Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle. Uitspraak onder nummer 148/2008, 23 april Zwolle: Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg, * Regionale Beoordelingsraad Zwolle, 7 februari Nederlands Tandartsenblad 10, 27 mei Summary Dentistry and healthcare legislation 8. Registration and termination of registration of patients: the disciplinary judge determines the norm The extent of the responsibility to provide care which a dentist bears depends on whether a patient is registered with the dentist s practice. A dentist has the freedom not to register a patient with his practice, provided he does not violate the anti-discrimination laws or a cooperative professional agreement which the dentist has signed. No conditions are applied if a patient wishes to withdraw his registration, or a registration is withdrawn by mutual agreement. If a dentist wishes to terminate the treatment agreement unilaterally, this can only be done if serious reasons for doing so can be identified. The reasons for termination which will be accepted by disciplinary boards as serious depend very much on the conditions of the specific case. In cases of the unilateral termination of a treatment agreement on the part of a dentist, given the serious reasons for doing so, it is usually necessary for a dentist to take into consideration various requirements for careful conduct. Bron W.G. Brands¹, J.M. van der Ven², M.A.J. Eijkman³ Uit ¹de Tandartsenpraktijk Apeldoornseweg in Vaassen, ²de Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde en ³de afdeling Conserverende en Preventieve Tandheelkunde van het Academisch Centrum voor Tandheelkunde Amsterdam Datum van acceptatie: 25 november 2013 Adres: mr. dr. W.G. Brands, Lange Grafte 33, 7321 ZC Apeldoorn wbrands1@kpnmail.nl 30

C, tandarts, werkzaam te B, bijgestaan door mr. L. Neuschäfer-Greebe, verbonden aan DAS Rechtsbijstand te Amsterdam,

C, tandarts, werkzaam te B, bijgestaan door mr. L. Neuschäfer-Greebe, verbonden aan DAS Rechtsbijstand te Amsterdam, 272/2012 ECLI:NL:TGZRZWO:2013:47 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 272/2012 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE Beslissing d.d. 1 november 2013 naar aanleiding

Nadere informatie

Tandheelkunde en gezondheidsrecht Informed consent. Onderzoek en wetenschap. Inleiding. Informed consent

Tandheelkunde en gezondheidsrecht Informed consent. Onderzoek en wetenschap. Inleiding. Informed consent W.G. Brands, J.M. van der Ven, M.A.J. Eijkman Tandheelkunde en gezondheidsrecht 3. Informed consent De relatie tussen een tandarts en zijn patiënt is gebaseerd op vertrouwen. Het principe van informed

Nadere informatie

Dossierplicht: overdracht of afschrift

Dossierplicht: overdracht of afschrift W.G. Brands, J.M. van der Ven, M.A.J. Eijkman Dossierplicht: overdracht of afschrift De wet verplicht elke zorgverlener en dus ook tandartsen een dossier bij te houden. De meeste regels over de dossierplicht

Nadere informatie

Tandheelkunde en gezondheidsrecht 2. Menings verschillen over de zorginhoudelijke professionele standaard

Tandheelkunde en gezondheidsrecht 2. Menings verschillen over de zorginhoudelijke professionele standaard W.G. Brands, J.M. van der Ven, M.A.J. Eijkman Tandheelkunde en gezondheidsrecht 2. Menings verschillen over de zorginhoudelijke professionele standaard Aan tuchtrechtelijke en andere klachten blijkt niet

Nadere informatie

Uitspraak: 7 april 2015 HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN

Uitspraak: 7 april 2015 HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN Uitspraak: 7 april 2015 HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 12 november 2014 binnengekomen klacht van: [A] wonende te [B]

Nadere informatie

Beslissing in de zaak onder nummer C van:

Beslissing in de zaak onder nummer C van: c2013.473 ECLI:NL:TGZCTG:2014:300 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2013.473 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing

Nadere informatie

Tandheelkunde en gezondheidsrecht 7. De hulpverleningsplicht: beschikbaarheid en bereikbaarheid

Tandheelkunde en gezondheidsrecht 7. De hulpverleningsplicht: beschikbaarheid en bereikbaarheid W.G. Brands, J.M. van der Ven, M.A.J. Eijkman Tandheelkunde en gezondheidsrecht 7. De hulpverleningsplicht: beschikbaarheid en bereikbaarheid Op tandartsen rust een hulpverleningsplicht. Deze plicht, die

Nadere informatie

ZORGWEIGERING. Zorggroep Oude en Nieuwe Land Handboek Procedure, code REG 001 Reikwijdte: Zorggroep. Manager V&V, B. Wieferink.

ZORGWEIGERING. Zorggroep Oude en Nieuwe Land Handboek Procedure, code REG 001 Reikwijdte: Zorggroep. Manager V&V, B. Wieferink. Zorggroep Oude en Nieuwe Land Handboek Procedure, code REG 001 Reikwijdte: Zorggroep ZORGWEIGERING Beheer inhoud: Manager V&V, B. Wieferink Verantwoordelijk: Managementteam Opgeslagen in pc: g:\kwaliteit\vastgestelde

Nadere informatie

Raad voor de tuchtrechtspraak KNMG

Raad voor de tuchtrechtspraak KNMG Raad voor de tuchtrechtspraak KNMG Raad voor de tuchtrechtspraak van de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst Uitspraak in de zaak van: A, vrouwenarts, wonende te B, klager,

Nadere informatie

Kern: verstrekken van informatie aan behandelend specialist na beëindiging behandelrelatie. Conflict van plichten?

Kern: verstrekken van informatie aan behandelend specialist na beëindiging behandelrelatie. Conflict van plichten? Klachtencommissie Huisartsenzorg Midden-Nederland Uitspraak maart 2013 Kern: verstrekken van informatie aan behandelend specialist na beëindiging behandelrelatie. Conflict van plichten? Klaagster verwijt

Nadere informatie

Verweerder is via de klachtenregeling van [beroepsorganisatie] aangesloten bij Stichting Geschilleninstantie Mondzorg.

Verweerder is via de klachtenregeling van [beroepsorganisatie] aangesloten bij Stichting Geschilleninstantie Mondzorg. UITSPRAAK SGIM 2017-013 Van De Geschilleninstantie Mondzorg ex artikel 3 Reglement Geschilleninstantie Mondzorg d.d. 1 januari 2017, hierna te noemen het Reglement, van Stichting Geschilleninstantie Mondzorg.

Nadere informatie

C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E

C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E C2017.142 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer C2017.142 van: A., wonende te B., appellante, klaagster in eerste aanleg, tegen C., specialist

Nadere informatie

Uitspraak Geschilleninstantie Zorggeschil Geschilnummer:

Uitspraak Geschilleninstantie Zorggeschil Geschilnummer: Uitspraak Geschilleninstantie Zorggeschil Geschilnummer: 17.010 Partijen: A, vader en wettelijk vertegenwoordiger van B, hierna te noemen Klager, tegen C, verder te noemen Zorgaanbieder of Aangeklaagde.

Nadere informatie

Tandheelkunde en gezondheidsrecht 5. Geheimhouding en ruimtelijke privacy

Tandheelkunde en gezondheidsrecht 5. Geheimhouding en ruimtelijke privacy W.G. Brands, J.M. van der Ven, M.A.J. Eijkman Tandheelkunde en gezondheidsrecht 5. Geheimhouding en ruimtelijke privacy Het recht op geheimhouding en privacy is in verschillende wetten geregeld en veelal

Nadere informatie

Raad voor de tuchtrechtspraak KNMG

Raad voor de tuchtrechtspraak KNMG Raad voor de tuchtrechtspraak KNMG Raad voor de tuchtrechtspraak van de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst Uitspraak in de zaak van: A, vrouwenarts, wonende te B, klager,

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2003.0351 (005.03) ingediend door: hierna te noemen klaagster', tegen: hierna te noemen verzekeraar'. De Raad van Toezicht

Nadere informatie

SAMENVATTING Klacht over niet rechtsgeldige inschrijving, niet meewerken aan uitschrijving en inadequate informatievoorziening; BVE

SAMENVATTING Klacht over niet rechtsgeldige inschrijving, niet meewerken aan uitschrijving en inadequate informatievoorziening; BVE SAMENVATTING 105425 - Klacht over niet rechtsgeldige inschrijving, niet meewerken aan uitschrijving en inadequate informatievoorziening; BVE Klager klaagt erover dat de school zijn dochter heeft ingeschreven

Nadere informatie

de eigen bijdrage 2006 alsmede de naheffing over 2006 onvoldoende duidelijk

de eigen bijdrage 2006 alsmede de naheffing over 2006 onvoldoende duidelijk Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt erover dat Achmea Zorgkantoor Zwolle: de eigen bijdrage 2006 alsmede de naheffing over 2006 onvoldoende duidelijk heeft gespecificeerd; een acceptgiro voor de naheffing

Nadere informatie

Postbus 2122, 6020 AC Budel T E. W.

Postbus 2122, 6020 AC Budel T E. W. Postbus 2122, 6020 AC Budel T. 06-12 82 30 70 E. geschilleninstantie@kab-klachten.nl W. www.geschilleninstantiekab.nl Geschilleninstantie KAB Referentie: 2018-004 UITSPRAAK Inzake De heer van H. Wonende

Nadere informatie

Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO)

Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO) Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO) Hieronder vindt u een samenvatting van de inhoud van de WGBO. Voor verdere informatie verwijzen wij u naar het Burgerlijk Wetboek Boek 7: Bijzondere

Nadere informatie

Rapport. Datum: 27 september 2006 Rapportnummer: 2006/332

Rapport. Datum: 27 september 2006 Rapportnummer: 2006/332 Rapport Datum: 27 september 2006 Rapportnummer: 2006/332 2 Klacht A. De klacht van verzoeker werd als volgt geformuleerd: Verzoeker klaagt erover dat de Centrale organisatie werk en inkomen Zaandam zijn

Nadere informatie

Rapport. Datum: 31 januari 2011 Rapportnummer: 2011/032

Rapport. Datum: 31 januari 2011 Rapportnummer: 2011/032 Rapport Datum: 31 januari 2011 Rapportnummer: 2011/032 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de griffie van het gerechtshof Den Haag hem het arrest van 17 juli 2008 niet heeft toegestuurd met als gevolg

Nadere informatie

Rapport. Datum: 1 februari 2007 Rapportnummer: 2007/021

Rapport. Datum: 1 februari 2007 Rapportnummer: 2007/021 Rapport Datum: 1 februari 2007 Rapportnummer: 2007/021 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de Koninklijke Marechaussee op 20 april 2005 aan zijn moeder een noodpaspoort heeft verleend, afgaande op informatie

Nadere informatie

Bij verweerschrift van 4 mei 2016 heeft verweerster, mede onder verwijzing naar correspondentie met klager, gereageerd op de klacht.

Bij verweerschrift van 4 mei 2016 heeft verweerster, mede onder verwijzing naar correspondentie met klager, gereageerd op de klacht. Raad van Toezicht Nederlandse Vereniging van Gecertificeerde Incasso-ondernemingen Postbus 279 1400 AG BUSSUM T: 035-6994210 Uitspraak van de Raad van Toezicht van de Nederlandse Vereniging van Gecertificeerde

Nadere informatie

Tuchtrecht. Karin Timm, verpleegkundig specialist Allerzorg, beroepslid Regionaal Tuchtcollege Den Haag

Tuchtrecht. Karin Timm, verpleegkundig specialist Allerzorg, beroepslid Regionaal Tuchtcollege Den Haag Tuchtrecht Karin Timm, verpleegkundig specialist Allerzorg, beroepslid Regionaal Tuchtcollege Den Haag Overzicht Soort klachten Vooronderzoek, schriftelijk en mondeling Zitting Raadkamer Beslissing Hoger

Nadere informatie

Rapport. Datum: 15 december 2008 Rapportnummer: 2008/299

Rapport. Datum: 15 december 2008 Rapportnummer: 2008/299 Rapport Datum: 15 december 2008 Rapportnummer: 2008/299 2 Klacht Verzoekster klaagt erover, dat de gemeente Delft na 24 jaar de relatie met haar heeft beëindigd, zonder haar op een of andere wijze te compenseren

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE. Het College heeft het volgende overwogen en beslist over de op 7 juni 2011 binnengekomen

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE. Het College heeft het volgende overwogen en beslist over de op 7 juni 2011 binnengekomen G2010/51 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE Beslissing in de zaak onder nummer van: G2010/51 Rep.nr. G 2010/51 6 december 2011 Def. 159 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE GRONINGEN Het College heeft

Nadere informatie

Klachtencommissie Huisartsenzorg Midden-Nederland Uitspraak

Klachtencommissie Huisartsenzorg Midden-Nederland Uitspraak Klachtencommissie Huisartsenzorg Midden-Nederland Uitspraak Kern: Klager vindt dat de huisarts zijn klachten niet serieus heeft genomen, hem verkeerde medicatie heeft voorgeschreven en heeft geweigerd

Nadere informatie

Klachtencommissie Huisartsenzorg Uitspraak. Kern: Eenzijdig opzeggen van de behandelingsovereenkomst door de huisarts

Klachtencommissie Huisartsenzorg Uitspraak. Kern: Eenzijdig opzeggen van de behandelingsovereenkomst door de huisarts Klachtencommissie Huisartsenzorg Uitspraak Kern: Eenzijdig opzeggen van de behandelingsovereenkomst door de huisarts In de onderstaande kwestie zegt de huisarts, uitgaande van een geschonden vertrouwensband,

Nadere informatie

Informatie aan niet-opdrachtgever. Verstrekken persoonsgegevens aan derden.

Informatie aan niet-opdrachtgever. Verstrekken persoonsgegevens aan derden. Informatie aan niet-opdrachtgever. Verstrekken persoonsgegevens aan derden. Klager heeft makelaarskantoor X opdracht gegeven tot dienstverlening bij de verkoop van zijn woning. Na het faillissement van

Nadere informatie

Algemene Voorwaarden (levering en betaling van zorg) Artikel 1. Definities

Algemene Voorwaarden (levering en betaling van zorg) Artikel 1. Definities Algemene Voorwaarden (levering en betaling van zorg) Artikel 1. Definities 1.1 Patiënt: onder Patiënt wordt in deze Algemene Voorwaarden verstaan een patiënt en/of zijn wettelijk vertegenwoordiger inzake

Nadere informatie

Algemene Voorwaarden van Esthetica Medical Clinic

Algemene Voorwaarden van Esthetica Medical Clinic Algemene Voorwaarden van Esthetica Medical Clinic Algemene Voorwaarden V.O.F. Esthetica Medical Clinic 1 December 2017 Esthetica Medical Clinic, statutair gevestigd te Zaandam, hierna te noemen EMC, hanteert

Nadere informatie

Klachten over de gezondheidszorg. Prof. dr. ir. R (Roland) Friele NIVEL/UvT

Klachten over de gezondheidszorg. Prof. dr. ir. R (Roland) Friele NIVEL/UvT Klachten over de gezondheidszorg Prof. dr. ir. R (Roland) Friele NIVEL/UvT Klachten over de gezondheidszorg Bij alle Nederlandse ziekenhuizen worden per jaar meer dan 40.000 klachten ingediend. Per jaar

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2003.1733 (052.03) ingediend door: hierna te noemen 'klager', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht Verzekeringen

Nadere informatie

Nieuwsbrief NOvA Tuchtrecht Updates

Nieuwsbrief NOvA Tuchtrecht Updates Nieuwsbrief NOvA Tuchtrecht Updates 2019-1 Nummer 1, 2019 INHOUDSOPGAVE 1. Wat een behoorlijk advocaat betaamt Raad van Discipline Amsterdam, ECLI:NL:TADRAMS:2019:28 05-02-2019 Dekenbezwaar. Verweerster

Nadere informatie

ALGEMENE LEVERINGS- EN BETALINGSVOORWAARDEN VAN DE ORGANISATIE VAN NEDERLANDSE TANDPROTHETICI

ALGEMENE LEVERINGS- EN BETALINGSVOORWAARDEN VAN DE ORGANISATIE VAN NEDERLANDSE TANDPROTHETICI ALGEMENE LEVERINGS- EN BETALINGSVOORWAARDEN VAN DE ORGANISATIE VAN NEDERLANDSE TANDPROTHETICI 1. Algemeen 1.1 Deze algemene voorwaarden zijn van toepassing op de totstandkoming, de inhoud en de nakoming

Nadere informatie

Rapport. Datum: 24 februari 2005 Rapportnummer: 2005/047

Rapport. Datum: 24 februari 2005 Rapportnummer: 2005/047 Rapport Datum: 24 februari 2005 Rapportnummer: 2005/047 2 Klacht Verzoekster klaagt er over dat het LBIO haar niet eerder dan bij brief van 25 augustus 2003 heeft meegedeeld dat op grond van artikel 1:408,

Nadere informatie

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : De heer A te B tegen De Friesland Zorgverzekeraar N.V. te Leeuwarden en Achmea Zorgverzekeringen N.V. te Zeist Zaak : Aanvullende ziektekostenverzekering, beëindiging,

Nadere informatie

UITSPRAAK VAN HET COLLEGE VAN TOEZICHT van de Nederlandse Vereniging van Maatschappelijk Werkers (NVMW) te Utrecht

UITSPRAAK VAN HET COLLEGE VAN TOEZICHT van de Nederlandse Vereniging van Maatschappelijk Werkers (NVMW) te Utrecht UITSPRAAK VAN HET COLLEGE VAN TOEZICHT van de Nederlandse Vereniging van Maatschappelijk Werkers (NVMW) te Utrecht Betreffende klacht 14.30T ingediend door de heer en mevrouw A. (hierna te noemen klagers

Nadere informatie

Raad van Toezicht Nederlandse Vereniging van Gecertificeerde Incasso-ondernemingen Postbus 279 1400 AG BUSSUM T: 035-6994210 F: 035-6945045

Raad van Toezicht Nederlandse Vereniging van Gecertificeerde Incasso-ondernemingen Postbus 279 1400 AG BUSSUM T: 035-6994210 F: 035-6945045 Raad van Toezicht Nederlandse Vereniging van Gecertificeerde Incasso-ondernemingen Postbus 279 1400 AG BUSSUM T: 035-6994210 F: 035-6945045 Uitspraak van de Raad van Toezicht van de Nederlandse Vereniging

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM Het college heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 20 oktober 2006 binnengekomen klacht van: A, wonende te B, k l a g e r, tegen

Nadere informatie

Rapport. Datum: 15 november 2007 Rapportnummer: 2007/257

Rapport. Datum: 15 november 2007 Rapportnummer: 2007/257 Rapport Datum: 15 november 2007 Rapportnummer: 2007/257 2 Klacht Verzoeker klaagt er over dat de Belastingdienst/Rivierenland/kantoor Gorinchem bij zijn beschikking van 7 juli 2005 geen ambtshalve vermindering

Nadere informatie

Verwijtbaar (?) tandheelkundig handelen. Bundel van uitspraken en commentaren, gepubliceerd in het Nederlands Tandartsenblad in 2003 en 2004

Verwijtbaar (?) tandheelkundig handelen. Bundel van uitspraken en commentaren, gepubliceerd in het Nederlands Tandartsenblad in 2003 en 2004 Verwijtbaar (?) tandheelkundig handelen Bundel van uitspraken en commentaren, gepubliceerd in het Nederlands Tandartsenblad in 2003 en 2004 Verwijtbaar (?) tandheelkundig handelen Bundel van uitspraken

Nadere informatie

Uitspraak van het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen.

Uitspraak van het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen. 1408 Uitspraak van het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen. Het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen, hierna te noemen het College, heeft het

Nadere informatie

Verder klaagt verzoekster over de wijze waarop het UWV te Venlo haar klacht heeft behandeld.

Verder klaagt verzoekster over de wijze waarop het UWV te Venlo haar klacht heeft behandeld. Rapport 2 h2>klacht Verzoekster klaagt erover dat een met naam genoemde verzekeringsarts van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen te Heerlen (UWV) bij het vaststellen van de belastbaarheid

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG 2016-203 ECLI:NL:TGZRSGR:2017:72 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 2016-203 Datum uitspraak: 9 mei 2017 Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg

Nadere informatie

Uitspraak: 26 juli 2017 HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN

Uitspraak: 26 juli 2017 HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN Uitspraak: 26 juli 2017 HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 31 januari 2017 binnengekomen klacht van: INSPECTIE VOOR DE

Nadere informatie

ARTIKEL 3 Totstandkoming van de behandelingsovereenkomst

ARTIKEL 3 Totstandkoming van de behandelingsovereenkomst Algemene voorwaarden ARTIKEL 1 Definities en begrippen In deze voorwaarden wordt verstaan onder: Opdrachtgever: degene die voor zichzelf of voor een bepaalde derde een behandelingsovereenkomst sluit met

Nadere informatie

ECLI:NL:TADRARL:2016:295 RAAD VAN DISCIPLINE. Beslissing in de zaak onder nummer van:

ECLI:NL:TADRARL:2016:295 RAAD VAN DISCIPLINE. Beslissing in de zaak onder nummer van: 15-633 ECLI:NL:TADRARL:2016:295 RAAD VAN DISCIPLINE Beslissing in de zaak onder nummer van: 15-633 Beslissing van de raad van discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden van 19 december 2016 in de zaak

Nadere informatie

Rapport. Datum: 24 februari 2005 Rapportnummer: 2005/049

Rapport. Datum: 24 februari 2005 Rapportnummer: 2005/049 Rapport Datum: 24 februari 2005 Rapportnummer: 2005/049 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV), kantoor Haarlem: tot op het moment waarop zij zich

Nadere informatie

Beoordeling Bevindingen

Beoordeling Bevindingen Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt erover dat Bureau Jeugdzorg Zeeland: hem niet heeft betrokken bij de totstandkoming van het indicatiebesluit dat is opgesteld met betrekking tot zijn minderjarige kind;

Nadere informatie

Rapport. Datum: 23 mei 2003 Rapportnummer: 2003/148

Rapport. Datum: 23 mei 2003 Rapportnummer: 2003/148 Rapport Datum: 23 mei 2003 Rapportnummer: 2003/148 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de griffie van de rechtbank te Rotterdam zijn brief van 12 januari 2001, die hij op 15 januari 2001 bij de centrale

Nadere informatie

Artikel 1. Definities. In deze algemene voorwaarden wordt verstaan onder: Artikel 2. Behandelingsovereenkomst

Artikel 1. Definities. In deze algemene voorwaarden wordt verstaan onder: Artikel 2. Behandelingsovereenkomst Artikel 1. Definities. In deze algemene voorwaarden wordt verstaan onder: 1.ZBC: Stichting Zelfstandig Behandel Centrum Expat Med. gevestigd te Eindhoven die gynaecologische en verloskundige zorg verleent.

Nadere informatie

Rapport. Datum: 28 december 2010 Rapportnummer: 2010/370

Rapport. Datum: 28 december 2010 Rapportnummer: 2010/370 Rapport Datum: 28 december 2010 Rapportnummer: 2010/370 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat ambtenaren van het regionale politiekorps Limburg-Zuid tijdens haar verblijf als arrestant in de periode van

Nadere informatie

Rapport. Datum: 13 juli 2006 Rapportnummer: 2006/245

Rapport. Datum: 13 juli 2006 Rapportnummer: 2006/245 Rapport Datum: 13 juli 2006 Rapportnummer: 2006/245 2 Klacht Verzoeker, die op 22 september 2004 te Leeuwarden werd bekeurd wegens een verkeersovertreding, klaagt over de wijze waarop een ambtenaar van

Nadere informatie

KLACHTENPROCEDURE. Volgende procedures zijn van toepassing op gedragingen van alle vrijgevestigde therapeuten en alle behandelaren van VGG Zorg.

KLACHTENPROCEDURE. Volgende procedures zijn van toepassing op gedragingen van alle vrijgevestigde therapeuten en alle behandelaren van VGG Zorg. - 1 - KLACHTENPROCEDURE Volgende procedures zijn van toepassing op gedragingen van alle vrijgevestigde therapeuten en alle behandelaren van VGG Zorg. Vooraf: Het is de bedoeling dat de psychologen, psychotherapeuten

Nadere informatie

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS. Advies Klachtnummer 2015 N-3/8 8 april 2015

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS. Advies Klachtnummer 2015 N-3/8 8 april 2015 LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS Advies Klachtnummer 2015 N-3/8 8 april 2015 School stelt zich ten opzichte van gescheiden vader partijdig op. Moeder krijgt informatie die de vader

Nadere informatie

Rapport. Datum: 28 juni 2007 Rapportnummer: 2007/136

Rapport. Datum: 28 juni 2007 Rapportnummer: 2007/136 Rapport Datum: 28 juni 2007 Rapportnummer: 2007/136 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat de griffier van de rechtbank te Amsterdam Sector kanton, locatie Hilversum op 3 augustus 2000 heeft nagelaten

Nadere informatie

Tandheelkunde en gezondheidsrecht 6. Het effect van zelfregulatie in de mondzorg

Tandheelkunde en gezondheidsrecht 6. Het effect van zelfregulatie in de mondzorg W.G. Brands, J.M. van der Ven, M.A.J. Eijkman Tandheelkunde en gezondheidsrecht 6. Het effect van zelfregulatie in de mondzorg Regels die zijn opgesteld door de beroepsgroep of door een organisatie waaraan

Nadere informatie

Reglement. Herzien 4 december De definitiebepalingen uit de Gedragscode gelden tevens voor dit Reglement.

Reglement. Herzien 4 december De definitiebepalingen uit de Gedragscode gelden tevens voor dit Reglement. Reglement Herzien 4 december 2009 Afdeling 1. Inleidende bepalingen Artikel 1. Begripsbepalingen De definitiebepalingen uit de Gedragscode gelden tevens voor dit Reglement. Artikel 2. Taal. 1. De Nederlandse

Nadere informatie

NMT-praktijkrichtlijn Second Opinion

NMT-praktijkrichtlijn Second Opinion NMT-praktijkrichtlijn Second Opinion NMT-praktijkrichtlijn Second Opinion Een NMT-praktijkrichtlijn is een leidraad ten behoeve van de tandheelkundige praktijkvoering, aangevuld met voorbeelden van formulieren,

Nadere informatie

Rapport. Rapport betreffende een klacht over de directeur Belastingdienst/Zuidwest uit Roosendaal. Datum: 1 juni Rapportnummer: 2011/163

Rapport. Rapport betreffende een klacht over de directeur Belastingdienst/Zuidwest uit Roosendaal. Datum: 1 juni Rapportnummer: 2011/163 Rapport Rapport betreffende een klacht over de directeur Belastingdienst/Zuidwest uit Roosendaal. Datum: 1 juni 2011 Rapportnummer: 2011/163 2 Klacht Verzoekster klaagt over de wijze waarop de directeur

Nadere informatie

Raad van Toezicht NVI, Nederlandse Vereniging van Incasso-ondernemingen Postbus 279 1400 AG BUSSUM T: 035-6994210 F: 035-6945045

Raad van Toezicht NVI, Nederlandse Vereniging van Incasso-ondernemingen Postbus 279 1400 AG BUSSUM T: 035-6994210 F: 035-6945045 Raad van Toezicht NVI, Nederlandse Vereniging van Incasso-ondernemingen Postbus 279 1400 AG BUSSUM T: 035-6994210 F: 035-6945045 Uitspraak van de Raad van Toezicht van de Nederlandse Vereniging van Incassoondernemingen,

Nadere informatie

Rapport. Datum: 18 oktober 2001 Rapportnummer: 2001/325

Rapport. Datum: 18 oktober 2001 Rapportnummer: 2001/325 Rapport Datum: 18 oktober 2001 Rapportnummer: 2001/325 2 Klacht Verzoeker klaagt er over dat de Belastingdienst/Particulieren/Ondernemingen Venlo tot het moment van indienen van de klacht bij de Nationale

Nadere informatie

Klachtenregeling van Creating Balance

Klachtenregeling van Creating Balance Klachtenregeling van Creating Balance Algemene bepalingen Creating Balance, instelling voor maatschappelijke dienstverlening, gevestigd te Zwolle overwegende: dat van instellingszijde gestreefd wordt naar

Nadere informatie

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over de Immigratie- en Naturalisatiedienst en de Dienst Terugkeer en Vertrek.

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over de Immigratie- en Naturalisatiedienst en de Dienst Terugkeer en Vertrek. Rapport Rapport naar aanleiding van een klacht over de Immigratie- en Naturalisatiedienst en de Dienst Terugkeer en Vertrek. Datum: 8 juli 2015 Rapportnummer: 2015/114 2 Aanleiding Verzoeker zat in vreemdelingenbewaring

Nadere informatie

De mondige patiënt Een conflict tussen zelfbeschikkingsrecht en bekeringsplicht

De mondige patiënt Een conflict tussen zelfbeschikkingsrecht en bekeringsplicht Bijzonder onderwerp W.G. Brands De mondige patiënt Een conflict tussen zelfbeschikkingsrecht en bekeringsplicht De laatste decennia hebben patiënten een scala aan wettelijke rechten gekregen. Rechterlijke

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE 144/2017 ECLI:NL:TGZRZWO:2018:88 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 144/2017 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE Beslissing d.d. 20 april 2018 naar aanleiding

Nadere informatie

Rapport. Datum: 18 februari 1999 Rapportnummer: 1999/049

Rapport. Datum: 18 februari 1999 Rapportnummer: 1999/049 Rapport Datum: 18 februari 1999 Rapportnummer: 1999/049 2 Klacht Op 11 december 1998 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van mevrouw W. te Vollenhove, met een klacht over een gedraging van

Nadere informatie

Rapport. Datum: 10 december 2007 Rapportnummer: 2007/301

Rapport. Datum: 10 december 2007 Rapportnummer: 2007/301 Rapport Datum: 10 december 2007 Rapportnummer: 2007/301 2 Klacht Verzoeker klaagt er namens de Buurtvereniging Bieberglaan over dat de gemeente Breda niet of niet adequaat heeft gereageerd op door de buurtvereniging

Nadere informatie

Rapport. Datum: 7 juli 2005 Rapportnummer: 2005/192

Rapport. Datum: 7 juli 2005 Rapportnummer: 2005/192 Rapport Datum: 7 juli 2005 Rapportnummer: 2005/192 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie haar klacht van 16 april 2004 over de lange duur van de behandeling

Nadere informatie

Overeenkomst Huishoudelijke Ondersteuning

Overeenkomst Huishoudelijke Ondersteuning Overeenkomst Huishoudelijke Ondersteuning, locatie... gevestigd te..., bij het aangaan van deze overeenkomst vertegenwoordigd door mevrouw M.A.C. van der Valk, hierna te noemen de zorgaanbieder en mevrouw/de

Nadere informatie

Rapport. Datum: 13 oktober 1998 Rapportnummer: 1998/446

Rapport. Datum: 13 oktober 1998 Rapportnummer: 1998/446 Rapport Datum: 13 oktober 1998 Rapportnummer: 1998/446 2 Klacht Op 11 februari 1998 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer X te Y, ingediend door de heer mr. G. Meijers, advocaat

Nadere informatie

Tuchtrecht. Astrid Koeter Liesbeth Rozemeijer Klaartje Droste Karin Timm

Tuchtrecht. Astrid Koeter Liesbeth Rozemeijer Klaartje Droste Karin Timm Tuchtrecht Astrid Koeter Liesbeth Rozemeijer Klaartje Droste Karin Timm Overzicht Soort klachten Vooronderzoek, schriftelijk en mondeling Zitting Raadkamer Beslissing Hoger beroep Soort klachten Geen of

Nadere informatie

Het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB) zond verzoeker hiervoor op 4 november 2006 een beschikking met een sanctiebedrag van 40.

Het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB) zond verzoeker hiervoor op 4 november 2006 een beschikking met een sanctiebedrag van 40. Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt er over dat de officier van justitie bij de Centrale Verwerking Openbaar Ministerie (CVOM) op geen enkele wijze heeft gereageerd op zijn herhaalde schriftelijke verzoek

Nadere informatie

Modelovereenkomst Huisartsengroep - Verzorgingshuis 2009

Modelovereenkomst Huisartsengroep - Verzorgingshuis 2009 Modelovereenkomst Huisartsengroep - Verzorgingshuis 2009 De ondergetekenden: De huisartsen Naam adres AGB Naam adres AGB Etc. die tezamen deelnemen aan: De huisartsengroep: (naam) Hierna te noemen "de

Nadere informatie

zorgaanbieder C, vertegenwoordigd door D en bijgestaan door zijn raadsman de heer G, hierna te noemen verweerder.

zorgaanbieder C, vertegenwoordigd door D en bijgestaan door zijn raadsman de heer G, hierna te noemen verweerder. UITSPRAAK SGIM 2017-002A III Van De Geschilleninstantie Mondzorg ex artikel 3 Reglement Geschilleninstantie Mondzorg d.d. 1 januari 2017, hierna te noemen: het Reglement, van Stichting Geschilleninstantie

Nadere informatie

Format Behandelingsovereenkomst volwassenen en jongeren (16 en 17 jaar)

Format Behandelingsovereenkomst volwassenen en jongeren (16 en 17 jaar) Format Behandelingsovereenkomst volwassenen en jongeren (16 en 17 jaar) 1. Therapeut Naam Baukje Tigchelaar Adres Leonardstraat 63 Plaats 7553XX, Hengelo Telefoonnummer 074-2506277 Email therapie@kostbaarkind.nl

Nadere informatie

2. Ouder/verzorger klaagt er verder over dat organisatie niet heeft gereageerd op haar brief d.d. 22 december 2008.

2. Ouder/verzorger klaagt er verder over dat organisatie niet heeft gereageerd op haar brief d.d. 22 december 2008. 09-40 Communicatie, financiën 2009 Opvangvorm organisatie met meer kinderopvangvormen Betreft financiën Inleiding De klacht 1. Ouder/verzorger klaagt er over dat organisatie haar al enige tijd lastig valt

Nadere informatie

ADVIES. mevrouw A te B, moeder van C en D, voormalige leerlingen van de E te F, klaagster

ADVIES. mevrouw A te B, moeder van C en D, voormalige leerlingen van de E te F, klaagster 107299 - De weg naar de Commissie moet altijd open staan. Het indienen of handhaven van een klacht mag geen reden zijn om maatregelen tegen een klager te nemen. inzake de klacht van: ADVIES mevrouw A te

Nadere informatie

Reglement van de klachtenonderzoekscommissie van het Wilhelmina Ziekenhuis Assen

Reglement van de klachtenonderzoekscommissie van het Wilhelmina Ziekenhuis Assen Reglement van de klachtenonderzoekscommissie van het Wilhelmina Ziekenhuis Assen Assen, maart 2018 1 Artikel 1 Begripsbepalingen Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder: a. aangeklaagde:

Nadere informatie

Onderstaande algemene voorwaarden zijn van toepassing.

Onderstaande algemene voorwaarden zijn van toepassing. Algemene voorwaarden Onderstaande algemene voorwaarden zijn van toepassing. 1. Algemeen De algemene voorwaarden maken onlosmakelijk onderdeel uit van de behandelingsovereenkomst tussen de mondzorg verlenende

Nadere informatie

Optie en bod. Onderhandelen met meerdere gegadigden.

Optie en bod. Onderhandelen met meerdere gegadigden. Optie en bod. Onderhandelen met meerdere gegadigden. Klager was geïnteresseerd in een woning. Hij verwijt de verkopend makelaar dat het appartement aan een derde is verkocht terwijl klager het eindbod

Nadere informatie

Geschillencommissie Huisartsenzorg West

Geschillencommissie Huisartsenzorg West Geschillencommissie Huisartsenzorg West Referentie: 201703/ms UITSPRAAK Inzake Mevrouw [klaagster] wonende te [plaats] klaagster tegen Mevrouw [verweerster], huisarts gevestigd te [plaats] verweerster

Nadere informatie

Rapport. Datum: 10 maart 2006 Rapportnummer: 2006/083

Rapport. Datum: 10 maart 2006 Rapportnummer: 2006/083 Rapport Datum: 10 maart 2006 Rapportnummer: 2006/083 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen te Gouda vanaf november 2002 onvoldoende heeft getracht om de

Nadere informatie

Rapport. Datum: 27 september 2006 Rapportnummer: 2006/331

Rapport. Datum: 27 september 2006 Rapportnummer: 2006/331 Rapport Datum: 27 september 2006 Rapportnummer: 2006/331 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat door toedoen van de vreemdelingendienst van het regionale politiekorps Midden en West Brabant de Spaanse

Nadere informatie

Rapport. Datum: 9 november 2006 Rapportnummer: 2006/361

Rapport. Datum: 9 november 2006 Rapportnummer: 2006/361 Rapport Datum: 9 november 2006 Rapportnummer: 2006/361 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de officier van justitie te Dordrecht zijn verzoek om een voorwaardelijk sepot om te zetten in een onvoorwaardelijk

Nadere informatie

Rapport. Datum: 11 maart 1999 Rapportnummer: 1999/100

Rapport. Datum: 11 maart 1999 Rapportnummer: 1999/100 Rapport Datum: 11 maart 1999 Rapportnummer: 1999/100 2 Klacht Op 29 oktober 1998 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van mevrouw V. te Best, ingediend door mr. P.N. van Schaik, advocaat en

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. F.M.M.L. Fleskens, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. F.M.M.L. Fleskens, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr. 2016-493 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. F.M.M.L. Fleskens, secretaris) Klacht ontvangen op : 9 maart 2016 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst. Datum: 24 maart 2015 Rapportnummer: 2015/067

Rapport. Rapport over een klacht over de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst. Datum: 24 maart 2015 Rapportnummer: 2015/067 Rapport Rapport over een klacht over de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst. Datum: 24 maart 2015 Rapportnummer: 2015/067 2 Klacht Verzoeker klaagt er over dat de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst

Nadere informatie

SAMENVATTING ADVIES Klacht over informatieverstrekking en klachtbehandeling; PO

SAMENVATTING ADVIES Klacht over informatieverstrekking en klachtbehandeling; PO SAMENVATTING 105698 - Klacht over informatieverstrekking en klachtbehandeling; PO Een gescheiden vader klaagt erover dat de school hem onvoldoende informeert over zijn kinderen en informatie aan de Raad

Nadere informatie

Verweerster is via de klachtenregeling van [beroepsorganisatie] aangesloten bij Stichting Geschilleninstantie Mondzorg.

Verweerster is via de klachtenregeling van [beroepsorganisatie] aangesloten bij Stichting Geschilleninstantie Mondzorg. UITSPRAAK SGIM 2017-027 Van De Geschilleninstantie Mondzorg ex artikel 3 Reglement Geschilleninstantie Mondzorg d.d. 1 januari 2017, hierna te noemen het Reglement, van Stichting Geschilleninstantie Mondzorg;

Nadere informatie

A, verblijvende te B, bijgestaan door mr. A.R. van Dolder, advocaat te Heerhugowaard,

A, verblijvende te B, bijgestaan door mr. A.R. van Dolder, advocaat te Heerhugowaard, REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE Beslissing van 4 september 2008 naar aanleiding van de op 29 augustus 2006 bij het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Eindhoven ingekomen en vervolgens naar

Nadere informatie

Postbus 2122, 6020 AC Budel T E. W.

Postbus 2122, 6020 AC Budel T E. W. Postbus 2122, 6020 AC Budel T. 06-12 82 30 70 E. geschilleninstantie@kab-klachten.nl W. www.geschilleninstantiekab.nl Geschilleninstantie KAB Referentie: 2018-003 UITSPRAAK Inzake De heer M. R Wonende

Nadere informatie

Ons kenmerk [VERTROUWELIJK] Contactpersoon [VERTROUWELIJK]

Ons kenmerk [VERTROUWELIJK] Contactpersoon [VERTROUWELIJK] Autoriteit Persoonsgegevens AANGETEKEND Datum Contactpersoon Onderwerp Besluit tot invordering en voornemen tot publicatie Geachte, Bij besluit van 11 mei 2017 met kenmerk heeft de Autoriteit Persoonsgegevens

Nadere informatie

Rapport. Datum: 10 oktober 2006 Rapportnummer: 2006/347

Rapport. Datum: 10 oktober 2006 Rapportnummer: 2006/347 Rapport Datum: 10 oktober 2006 Rapportnummer: 2006/347 2 Klacht Verzoekster klaagt over de wijze waarop notaris X te Q bij gelegenheid van de afwikkeling van haar echtscheiding heeft gehandeld met een

Nadere informatie

Rapport. Datum: 26 augustus 2005 Rapportnummer: 2005/249

Rapport. Datum: 26 augustus 2005 Rapportnummer: 2005/249 Rapport Datum: 26 augustus 2005 Rapportnummer: 2005/249 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Renkum in zijn beslissing van 15 november 2004 niet

Nadere informatie

Bevoegdheden en taakverdeling: inventarisatie van knelpunten in de mondzorg

Bevoegdheden en taakverdeling: inventarisatie van knelpunten in de mondzorg W.G. Brands, J.L. van den Heuvel, J.A. Kieft Bevoegdheden en taakverdeling: inventarisatie van knelpunten in de mondzorg Voor de patiëntveiligheid en het vertrouwen van het publiek in de mondzorg is het

Nadere informatie

Klacht over informatieverstrekking aan jeugdzorg en ex-partner ongegrond omdat de school zorgvuldig gehandeld heeft.

Klacht over informatieverstrekking aan jeugdzorg en ex-partner ongegrond omdat de school zorgvuldig gehandeld heeft. 108179 - Klacht over informatieverstrekking aan jeugdzorg en ex-partner ongegrond omdat de school zorgvuldig gehandeld heeft. ADVIES inzake de klacht van: [klager] te [woonplaats], ouder van [de leerling],

Nadere informatie

De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van: de heer F. H. aangesloten NVM-Makelaar, kantoorhoudende te H, beklaagde.

De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van: de heer F. H. aangesloten NVM-Makelaar, kantoorhoudende te H, beklaagde. Onjuiste informatie: garage niet geïsoleerd. Verwijzing naar verkeerd artikel in koopakte en tekening in spiegelbeeld. Klager koopt een woning die bij beklaagde in verkoop was. Hij verwijt de makelaar

Nadere informatie