Tandheelkunde en gezondheidsrecht Informed consent. Onderzoek en wetenschap. Inleiding. Informed consent

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Tandheelkunde en gezondheidsrecht Informed consent. Onderzoek en wetenschap. Inleiding. Informed consent"

Transcriptie

1 W.G. Brands, J.M. van der Ven, M.A.J. Eijkman Tandheelkunde en gezondheidsrecht 3. Informed consent De relatie tussen een tandarts en zijn patiënt is gebaseerd op vertrouwen. Het principe van informed consent draagt bij aan de kwaliteit van die vertrouwensrelatie. De relationele professionele standaard brengt met zich mee dat het op de weg van de tandarts ligt patiënten goed te informeren. Goede informatie is nodig zodat patiënten in staat worden gesteld toestemming te geven voor behandeling. De Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst schetst de kaders rondom informed consent. Tuchtrechters geven de reikwijdte en zo nodig de grenzen aan. Uit de tuchtrechtspraak blijkt onder andere dat het vooraf niet melden van risico s tot (tucht)klachten leidt. Invulling geven aan het vereiste van informed consent vraagt kennis van de wet en communicatievaardigheid. Het is de taak van de opleidingen tandheelkunde hieraan nog meer aandacht te besteden. Brands WG, Ven JM van der, Eijkman MAJ. Tandheelkunde en gezondheidsrecht 3. Informed consent Ned Tijdschr Tandheelkd 2013; 120: doi: /ntvt Inleiding In eerdere bijdragen van de artikelenserie Tandheelkunde en gezondheidsrecht is aandacht besteed aan de professionele standaard en in het bijzonder aan de zorginhoudelijke professionele standaard. In komende bijdragen van de serie zal nader ingegaan worden op een ander aspect: de regels voor de relatie tussen een tandarts en zijn patiënten. In dit verband wordt ook wel over de relationele professionele standaard gesproken. Soms blijkt dat een zorginhoudelijk geschil terug te voeren is op gebrekkige informatie. Immers, het risico bestaat dat een onvoldoende geinformeerde patiënt irreële eigenschappen toeschrijft aan een behandeling en zich vervolgens over de uitvoering van de behandeling beklaagt wanneer blijkt dat de behandeling niet beantwoordt aan zijn verkeerde verwachting. In dit artikel wordt het vereiste van informed consent besproken. Informed consent houdt in dat voor een behandeling toestemming van de patiënt nodig is, echter pas als de patiënt adequaat is ingelicht. In de eerste plaats wordt in dit artikel ingegaan op de vraag waarover een patiënt moet worden ingelicht. Vervolgens wordt besproken wat de gevolgen zijn voor tandartsen die, als het gaat om het benoemen van risico s, te weinig informatie geven. Tot slot wordt aandacht besteed aan de toestemming van patiënten voor een bepaalde behandeling. Informed consent Uit een groot, nog niet gepubliceerd, onderzoek naar tuchtzaken en uitspraken van klachtencommissies blijkt dat in meer dan 20% van de gevallen de informatieplicht aanleiding was voor de klacht. In veel andere gevallen zou mogelijk geen klacht zijn ingediend als de communicatie tussen tandarts en patiënt beter was geweest. Op een enkele uitzondering na gaan de onderzochte klachten over de informatieplicht die is vastgelegd in de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO). Een van de uitzonderingen betreft de plicht om inlichtingen te verstrekken over de klachtenregeling van de tandarts. Deze verplichting vloeit voort uit de Wet klachtrecht cliënten zorgsector (WKCZ). Een andere uitzondering gaat over de eis om bij het delegeren van behandelingen inlichtingen te verstrekken over de zorgverlener die de behandeling uitvoert. Deze verplichting is gebaseerd op de inmiddels vervallen circulaire van de Inspectie voor de Gezondheidszorg en is indirect gebaseerd op de WGBO (Inspectie voor de Gezondheidszorg, 2008). De verplichting informatie te verstrekken over de zorgverlener maakt inmiddels deel uit van de jurisprudentie (Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Zwolle, 2012). Bij klachten over het niet nakomen van de wettelijke informatieplicht blijken 2 onderwerpen veruit favoriet te zijn: kosten en risico s. In de klacht geeft een patiënt dan bijvoorbeeld aan, al dan niet expliciet verwijzend naar het vereiste van informed consent: Had ik geweten wat de kosten (of de risico s) van de behandeling waren, dan had ik geen toestemming voor deze behandeling gegeven. De belangrijkste regels voor informed consent zijn terug te vinden in de WGBO, meer specifiek art. 7: 448 van het Burgerlijk Wetboek, waarin de WGBO is opgenomen (intermezzo 1). De eerste discussie die het wetsartikel 7:448 oproept, gaat over de vraag of de patiënt wel of niet schriftelijk moet worden ingelicht. De wet stelt dat dit desgevraagd moet gebeuren en verschillende uitspraken van tuchtcolleges wijzen ook in die richting. Toen een patiënt erover klaagde dat ze geen schriftelijk behandelplan had gekregen, overwoog het Centraal Tuchtcollege: Een schriftelijk behandelplan is volgens de WGBO geen vereiste. Indien klaagster daar prijs op stelde, had zij hierom moeten verzoeken. Gesteld noch gebleken is dat zij dit heeft gedaan. Volgens verweerder heeft hij wel steeds uitleg over de te verrichten behandeling gegeven. Aangezien de lezingen van partijen hierover verschillen kan het College dit niet vaststellen (Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg, 2004). Bij deze uitspraak moet wel voor ogen worden gehouden dat dit het inlichten zelf betreft. Een tandarts behoort in het kader van de dossierplicht namelijk wel, gevraagd of ongevraagd, schriftelijk vast te leggen dat informatie is verstrekt en, beknopt, waaruit die informatie heeft bestaan (Brands et al, 2013a). Een tweede punt dat mogelijk tot misverstanden kan leiden, is de ma- 327

2 Intermezzo 1 Artikel 7: 448 van het Burgerlijk Wetboek 1. De hulpverlener licht de patiënt op duidelijke wijze, en desgevraagd schriftelijk in over het voorgenomen onderzoek en de voorgestelde behandeling en over de ontwikkelingen omtrent het onderzoek, de behandeling en de gezondheidstoestand van de patiënt. De hulpverlener licht een patiënt die de leeftijd van 12 jaren nog niet heeft bereikt op zodanige wijze in als past bij zijn bevattingsvermogen. 2. Bij het uitvoeren van de in lid 1 neergelegde verplichting laat de hulpverlener zich leiden door hetgeen de patiënt redelijkerwijze dient te weten ten aanzien van: a. de aard en het doel van het onderzoek of de behandeling die hij noodzakelijk acht en van de uit te voeren verrichtingen; b. de te verwachten gevolgen en risico s daarvan voor de gezondheid van de patiënt; c. andere methoden van onderzoek of behandeling die in aanmerking komen; d. de staat van en de vooruitzichten met betrekking tot diens gezondheid voor wat betreft het terrein van het onderzoek of de behandeling. 3. De hulpverlener mag de patiënt bedoelde inlichtingen slechts onthouden voor zover het verstrekken ervan kennelijk ernstig nadeel voor de patiënt zou opleveren. Indien het belang van de patiënt dit vereist, dient de hulpverlener de desbetreffende inlichtingen aan een ander dan de patiënt te verstrekken. De inlichtingen worden de patiënt alsnog gegeven, zodra bedoeld nadeel niet meer te duchten is. De hulpverlener maakt geen gebruik van zijn in de eerste volzin bedoelde bevoegdheid dan nadat hij daarover een andere hulpverlener heeft geraadpleegd. nier van inlichten. Het lijkt of dit wetsartikel bepaalt dat patiënten duidelijk ingelicht moeten worden, maar een patiënt die jonger is dan 12 jaar moet zo ingelicht worden dat het past bij zijn bevattingsvermogen. Het ligt voor de hand dat inlichtingen ook bij een doorsnee patiënt pas duidelijk zijn wanneer ze zijn afgestemd op het bevattingsvermogen van die patiënt (Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg, 2009). Regel 12 uit de Gedragsregels voor tandartsen concretiseert deze plicht door de zinsnede op voor hem begrijpelijke wijze (Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde, 2000). De praktijk laat zien dat goede communicatie met zich meebrengt dat tandartsen de Nederlandse taal machtig zijn (casus 1). Is dit niet het geval, dan worden meer eisen gesteld aan de plicht na te gaan of patiënten de informatie hebben begrepen. Andersom kan het ook voorkomen dat patiënten het Nederlands niet machtig zijn. In dat geval wordt wel van tandartsen verwacht dat zij hier rekening mee houden, in die zin dat een voorstel voor een ingrijpende en niet spoedeisende behandeling niet direct wordt uitgevoerd, maar eerst nog kan bezinken (Kieft, 2008). Casus 1. Een molaar verkeerd behandeld Een patiënt klaagde haar tandarts aan bij het wettelijke tuchtcollege omdat ze vond dat een molaar onjuist was behandeld en haar onvoldoende duidelijk was gemaakt wat de behandelkosten waren. Over dit laatste aspect van de klacht overwoog het tuchtcollege het volgende: Verweerder is weliswaar van oordeel dat hij klaagster duidelijk heeft uitgelegd welke de totale kosten van de behandeling en het plaatsen van de kroon zouden zijn, doch naar het oordeel van het college is ter terechtzitting niet gebleken dat dit op een zodanige wijze is medegedeeld dat klaagster redelijkerwijs had moeten of kunnen begrijpen welke kosten voor haar verbonden zouden zijn aan de behandeling. Het uitgangspunt van de wettelijke regeling van de geneeskundige behandelingsovereenkomst is dat voor verrichtingen ter uitvoering van de overeenkomst de toestemming van de patiënt, na deugdelijke informatieverstrekking door de arts (bedoeld is: tandarts), vereist is (informed consent). Nu ter terechtzitting naar voren is gekomen dat verweerder onvoldoende in staat was het college in de Nederlandse taal op een heldere wijze zijn standpunt kenbaar te maken, noch dat hulp van de tandartsassistente, die als informele tolk verweerder bijstond, aan het begrip van de uitleg van verweerder bijdroeg, moet er van worden uitgegaan dat het klaagster aan een deugdelijke informatieverstrekking door verweerder heeft ontbroken. Ook van enig schriftelijk bescheid ten aanzien van een overeenkomst over de kosten van de totale behandeling is niet gebleken. Het college meent dat het op de weg ligt van verweerder om, nu gebleken is dat hij onvoldoende de Nederlandse taal beheerst, zich ervan te overtuigen dat patiënten daadwerkelijk de inhoud van de overeenkomst hebben begrepen en dat het overeengekomene schriftelijk wordt vastgelegd en door verweerder en patiënt ondertekend. Het college is derhalve van mening dat verweerder in deze niet voldoende zorgvuldig heeft gehandeld en acht ook dit onderdeel van de klacht gegrond. Nu het college uit eigen waarneming heeft mogen ervaren dat een taalbarrière in communicatie kan leiden tot misverstanden, lijkt het het college wenselijk dat verweerder maatregelen treft om de communicatie met patiënten te verbeteren. De conclusie van het voorgaande is dat de klacht in al haar onderdelen gegrond is. Verweerder heeft gehandeld in strijd met de zorg die hij ingevolge artikel 47, lid 1, van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg jegens patiënte had behoren te betrachten (Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg, 2006). Aspecten van de informatieplicht De volgorde van artikel 7: 448 van het Burgerlijk Wetboek oogt vreemd. Het ligt voor de hand dat eerst een onderzoek wordt gedaan naar de gezondheidstoestand. Op basis daarvan wordt een bepaalde behandeling voorgesteld en tot slot worden dan de voor- en nadelen van de mogelijke behandelingen besproken. Om die reden zal hier eerst worden ingegaan op de plicht om een patiënt in te lichten over zijn of haar gezondheidstoestand. Afgaande op de klachten over de informatieplicht komt het regelmatig voor dat een patiënt, tot zijn verbazing, van 328

3 Casus 2. Geen schriftelijk behandelplan Tegen een tandarts werd een klacht ingediend die onder andere omvatte dat hij onjuiste informatie over de vergoeding van de behandeling verstrekte, de behandeling startte vóór hij een medische verklaring naar de verzekeraar had gestuurd en geen behandelplan en kostenbegroting opstelde. Over deze klacht overwoog de Centrale Klachtencommissie het volgende: Ook is vastgesteld dat de tandarts geen schriftelijk behandelplan en kostenbegroting heeft opgesteld. Bij kostbare en ingrijpende behandelingen is dat in alle gevallen noodzakelijk, niet alleen ter informatie van de patiënt maar tevens ter onderbouwing van een verzoek tot vergoeding van de patiënt bij zijn verzekeraar. De CKC kan zich vinden in de opvatting van de tandarts dat de dekking van de kosten van een behandeling een zaak is tussen verzekerde en verzekeraar, maar juist dan is het extra noodzakelijk dat een verzekerde over voldoende gegevens beschikt. Vast staat dat een dergelijk behandelplan met kostenbegroting niet aan verzekerde ter hand is gesteld. Pas in december 2006, een aantal maanden na de start van de behandeling, is een schriftelijk behandelplan opgesteld ten behoeve van de zorgverzekeraar, waarvan klager overigens geen afschrift heeft ontvangen. Hierbij is nog een ander element van belang. De tandarts werkte in dienstverband. Een tussentijdse verbreking van een dienstverband is een reële mogelijkheid. Bij een behandeling met een langdurig karakter, zoals hier, is het extra noodzakelijk een uitgebreid behandelplan en strategie schriftelijk vast te leggen ten behoeve van eventuele volgende behandelaars (Allard, 2009). een opvolgende tandarts of tijdens een consult voor een tweede mening te horen krijgt dat zijn mondgezondheid deplorabel is (Schaub, 2008). Dit kan duiden op een gebrek in de informatievoorziening van zowel de voormalige tandarts als de opvolgende tandarts. De voormalige tandarts had de patiënt kennelijk niet ingelicht over zijn mondgezondheid. Soms wordt aangegeven dat dit niet noodzakelijk is omdat de tandarts meende dat de patiënt toch geen behandeling wenst. Bijvoorbeeld vanwege financiële motieven. Het verdient aanbeveling dat soort overwegingen helder met de patiënt te communiceren en vooral ook in het patiëntdossier vast te leggen. Patiënten kunnen niet alleen verrast worden door te weinig informatie van hun voormalige tandarts, ook onjuiste informatie van de opvolgende tandarts kan patiënten op het verkeerde been zetten. In een eerdere bijdrage in deze serie is opgemerkt dat de professionele standaard een zekere bandbreedte heeft (Brands et al, 2013b). Wanneer tandartsen geen rekening houden met deze bandbreedte, bestaat de kans dat zij een aanzienlijk somberder beeld schetsen van de mondgezondheid van hun patiënt dan objectief gezien juist is. Zodra een tandarts heeft vastgesteld hoe de mondgezondheid is, zal hij, mede op basis van de wensen van zijn patiënt, met een zorgplan komen. Vooral de recentere uitspraken over de informatieplicht bevatten steeds vaker de opmerking dat de desbetreffende tandarts bij uitgebreide behandelingen niet of onvoldoende heeft gecommuni- Casus 3. Onjuiste keuze voor zirkoniumbrug De patiënt beklaagde zich voor het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg onder andere over het op nalatige wijze plaatsen van een brug door zijn tandarts. Ten aanzien van de brug heeft het Regionaal College terecht vooropgesteld dat het in de tandheelkunde bekend is dat het aanbrengen van een zirkonium brug helemaal achterin het gebit zoals in het geval van klager aan de orde bij weinig ruimte interocclusaal complicaties kan geven en dat een brug met kauwvlakken van goud in dergelijke gevallen soms een betere optie is. De vraag die ter beantwoording voorligt, is of de tandarts klager voorafgaand aan het plaatsen van de brug voldoende heeft voorgelicht over de verschillende mogelijkheden wat betreft het mogelijk gebruik van materiaal en de daaraan verbonden voor- en nadelen en risico s. Naar het oordeel van het Centraal Tuchtcollege is dit niet het geval. In de eerste plaats kan de tandarts niet gevolgd worden in zijn stelling dat klager zelf geen metalen brug wilde. Deze stelling vindt immers geen steun in de notities van de tandarts in de behandelkaart, terwijl de tandarts daarin wel andere opmerkingen heeft aangetekend ten aanzien van de wensen van klager. Daarnaast heeft klager in zijn beroepschrift en ter zitting in hoger beroep stellig betwist dat de tandarts hem op enig moment heeft voorgelicht over een alternatief voor de zirkonium brug. Het Centraal Tuchtcollege gaat er daarom vanuit dat de tandarts klager voorafgaand aan en tijdens de ingreep onvoldoende heeft voorgelicht ten aanzien van het aanbrengen van de brug, hetgeen tuchtrechtelijk verwijtbaar moet worden geacht. In het bijzonder had van de tandarts mogen worden verwacht dat hij, toen bleek dat er onvoldoende ruimte was voor een zirkonium brug, met klager het alternatief van een gouden brug had besproken, in plaats van meteen over te gaan tot het bijslijpen van klagers kiezen. Klachtonderdeel 3 is dan ook gegrond, oordeelde het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg (2011). ceerd over het zorgplan, noch over wijzigingen daarin (Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Zwolle, 2010). Regel 11 van de Gedragsregels voor tandartsen bepaalt in dit verband: Ingeval sprake is van een uitgebreide behandeling, waarbij verschillende mogelijkheden openstaan, zowel in tandheelkundig als in financieel opzicht, zal de tandarts deze mogelijkheden met de patiënt bespreken en kenbaar maken welke overwegingen voor hem aanleiding zijn een bepaalde oplossing te adviseren. Patiënt en tandarts komen vervolgens een behandelingsplan inclusief de daaraan verbonden kosten overeen, hetgeen ingeval van een uitgebreide en/of ingrijpende behandeling desgevraagd schriftelijk door de tandarts wordt vastgelegd en in ieder geval wordt opgenomen in zijn registratie systeem (Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde, 2000). Het is overigens opvallend dat in deze gedragsregel staat dat bij ingrijpende behandelingen desgevraagd door de tandarts schriftelijk het behandelplan wordt vastgelegd. De Centrale Klachtencommissie van de NMT meent namelijk dat een ingewikkeld behandelplan in alle gevallen schriftelijk moet worden vastgelegd (casus 2). 329

4 Casus 4. Wel of niet vermelden van risico s Een kaakchirurg in opleiding moest een wortelrest verwijderen met 2 zwaar gerestaureerde buurelementen. De opbouwen in deze gebitselementen werden beschadigd en tegen de kaakchirurg werd een klacht ingediend. Over het vermelden van risico s overwoog het tuchtcollege: Volgens verweerster heeft zij voorafgaand aan de behandeling, in het bijzijn van de twee co-assistenten, aan klager uitleg gegeven over de behandeling alsmede het risico op breuk van buurelementen tijdens de behandeling. Zij heeft dit volgens haar vaste werkwijze, naast in het medisch verslag, ook in de status genoteerd als: Besproken: procedure, #buurelementen, risico.. Volgens klager is hij nooit voorafgaand aan de behandeling geïnformeerd over eventuele risico s die de behandeling met zich kan brengen en hij verwijt verweerster dan ook dat zij dit wel in haar verslaglegging heeft vermeld. Nu partijen een geheel tegenstrijdige visie hebben over de vraag of de informatie over eventuele risico s van de behandeling voorafgaand aan de behandeling aan klager is verstrekt, kan hier niet als vaststaand worden aangenomen dat klager op dit punt het gelijk aan zijn zijde heeft. Niet geconcludeerd kan dan ook worden dat verweerster verwijtbaar heeft gehandeld door in haar verslaglegging te vermelden dat zij klager heeft geïnformeerd over de risico s van de behandeling terwijl zij dat niet heeft gedaan. Ook de klacht over het onjuist invullen van het patiëntdossier op dit punt werd verworpen (Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg, 2012a). In de WGBO is niet opgenomen dat tandartsen ook informatie dienen te verstrekken over de kosten. Mogelijk is de achtergrond hiervan dat de opstellers van de wet in het bijzonder door de zorgverzekering vergoede medische behandelingen voor ogen hadden. In de tandheelkunde is dit veelal niet het geval en zoals gezegd komen klachten over het niet informeren over de kosten juist in de tandheelkunde zeer frequent voor. Waarschijnlijk is dit de reden dat in het kader van het, inmiddels afgelopen, experiment met de vrije tarieven verplicht is gesteld dat voor behan delingen duurder dan 150,- een begroting aan de patiënt moet worden verstrekt. In sommige gevallen speelt de machtiging van de zorgverzekeraar daarbij een rol (casus 3). Evenals de wettelijke bepaling, staat ook in regel 11 van de Gedragsregels voor tandartsen dat met patiënten de verschillende alternatieven moeten worden besproken. Vaak klagen patiënten na afronding van een behandeling over onvoldoende informatie over alternatieven. Dit komt vooral voor als of de declaratie of de gekozen behandeling zelf tegenvalt. Risico s Onder de klachten over de schending van de informatieplicht nemen de klachten over het niet vooraf vermelden van risico s een belangrijke plaats in. Patiënten constateren op een gegeven moment dat een bepaald risico zich heeft geopenbaard. Vervolgens klagen zij hun tandarts aan op basis van schending van de informatieplicht en stellen zij dat zij nooit voor de bewuste behandeling zouden hebben gekozen als zij juist waren voorgelicht. Tuchtcolleges Casus 5. Behandeling niet besproken met patiënt Verweerder had een frontelement met composiet gerestaureerd. De restauratie liet echter herhaaldelijk los en de patiënt klaagde de tandarts aan. Over informed consent overwoog het tuchtcollege: Gesteld noch gebleken is dat de tandarts vóór of op 15 juli 2008 bij klaagster heeft geïnformeerd naar de oorzaak van de fractuur in haar voortand. Tevens is gesteld noch gebleken dat klaagster vóór of op 15 juli 2008 expliciet om een behandeling van de voortand heeft verzocht. Uit het dossier blijkt niet dat de tandarts de behandeling van de voortand met klaagster heeft besproken. Dit wordt gesteund door de verklaring van de getuige ter zitting. Deze verklaarde immers dat de tandarts in een gesprek met hem en klaagster op 8 september 2008 heeft gezegd dat hij de behandeling van de voortand niet vooraf met klaagster heeft besproken. Voorts heeft de tandarts ter zitting verklaard dat hij niet meer weet of hij de voortand heeft beslepen, maar dat de mogelijkheid bestaat dat hij een puntje daarvan heeft afgeslepen. Gelet op deze verklaring alsmede gelet op de omstandigheid dat voor het aanbrengen van composiet op de voortand enig houvast gecreëerd moet worden, is het naar het oordeel van het Centraal Tuchtcollege zeer aannemelijk dat de tandarts de voortand heeft beslepen. De tandarts heeft geen omstandigheden aangevoerd op grond waarvan geconcludeerd moet worden dat er een tandheelkundige noodzaak voor de behandeling van de voorstand bestond. Derhalve moet ervan worden uitgegaan dat het in hoofdzaak een verrichting van esthetische aard was. Op grond van voorgaande overwegingen komt het Centraal Tuchtcollege tot de conclusie dat de tandarts zich schuldig heeft gemaakt aan tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen, door de voortand van klaagster te behandelen zonder een en ander vooraf met haar te bespreken terwijl deze behandeling niet noodzakelijk was en alleen van esthetische aard was en bovendien niet van niet-ingrijpende aard (Centraal Tucht college voor de Gezondheidszorg, 2012b). kijken bij dit soort klachten in beginsel naar de frequentie waarin de betreffende complicatie voorkomt (Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen, 2010). Klachten over het niet informeren over risico s laten bij uitstek het belang van een goed patiëntdossier zien (casus 4). In gevallen waarin de tandarts niet kan bewijzen dat hij op de risico s heeft gewezen of erger, dit misschien zelfs is vergeten, heeft de Hoge Raad een duidelijk oordeel uitgesproken. De plicht om te informeren over risico s is niet bedoeld om patiënten voor een bepaald risico te behoeden, maar om hen de mogelijkheid te geven goed geïnformeerd al dan niet toestemming te geven voor een behandeling (Hoge Raad der Nederlanden, 2002). Dit betekent dat patiënten moeten bewijzen dat wanneer zij wel goed geïnformeerd waren, zij van de desbetreffende behandeling zouden hebben afgezien. Bij de beoordeling van de vraag of een patiënt, indien deze op duidelijke wijze was ingelicht over het risico, van de behandeling zou hebben afgezien, zijn in ieder geval de volgende factoren van belang: - hoe groot was het risico van de inmiddels opgetreden complicatie? 330

5 - hoe zou de situatie zich hebben ontwikkeld wanneer van de behandeling zou zijn afgezien? - kwamen redelijkerwijs minder risicovolle behandelmethoden voor toepassing in aanmerking? - hoe groot was de kans op succes bij een dergelijke behandelmethode? Bij deze punten moet worden opgemerkt dat niet altijd kan worden gesproken van een standaard risico. Wanneer een tandarts wil weten in hoeverre hij bijvoorbeeld moet waarschuwen voor schade aan de nervus alveolaris inferior bij extractie van een molaar in de onderkaak, dan doet hij er goed aan eerst een röntgenopname te maken waaruit de relatie tussen de nervus en de molaar blijkt. Op basis hiervan kan hij vervolgens beoordelen of het risico van nervusletsel groot of klein is en pas dan weet hij of hij vooraf de patiënt hiervoor dient te waarschuwen (Brands, 2006a). Toestemming Zoals eerder opgemerkt, is adequate informatie bedoeld om een patiënt in de gelegenheid te stellen goed gemotiveerd al dan niet toestemming te geven voor een behandeling. Die toestemming is essentieel. Artikel 7: 450 van het Burgerlijk Wetboek bepaalt namelijk dat...voor verrichtingen ter uitvoering van een behandelingsovereenkomst de toestemming van de patiënt vereist is. En verderop in de wet (art. 7: 451): op verzoek van de patiënt legt de hulpverlener in ieder geval schriftelijk vast, voor welke verrichtingen van ingrijpende aard deze toestemming heeft gegeven. Bij het toestemmingsvereiste kunnen zich 2 problemen voordoen. Ten eerste de vraag hoeveel drang een tandarts mag uitoefenen om een patiënt te bewegen voor een bepaalde behandeling te kiezen. Soms klaagt een patiënt dat een behandeling hem overviel of zelfs werd opgedrongen. Het uitgangspunt is dat patiënten na voldoende informatie in vrijheid moeten kunnen besluiten al dan niet toestemming te geven. Er zijn echter ook situaties denkbaar waarin de behandeling dermate noodzakelijk is, bijvoorbeeld om het leven van een patiënt te redden, dat een tandarts meer druk mag en ook moet zetten (Brands, 2006b). Een tweede vraag betreft de mate waarin de toestemming expliciet of zelfs schriftelijk moet worden gegeven. De wet bepaalt dat het vastleggen van toestemming in het patiëntdossier geschiedt op verzoek van de patiënt. Niettemin hebben tuchtcolleges herhaaldelijk overwogen dat toestemming voor ingrijpende behandelingen ook zonder verzoek in het patiëntdossier moet worden opgenomen (Brands et al, 2013a). Een enkele keer beklaagt een patiënt zich over een behandeling zonder toestemming, terwijl de tandarts meent dat er sprake is van impliciete toestemming. De toestemming wordt dan afgeleid uit het gedrag. Zeker bij een op zichzelf staande behandeling die voor een patiënt ingrijpend is, moeten tandartsen uiterst terughoudend zijn met het aannemen van impliciete toestemming (casus 5). Betreft het een behandelplan waarvoor een patiënt al diverse declaraties heeft betaald en ook al diverse keren is teruggekomen, dan zou hieruit wel impliciete toestemming kunnen worden afgeleid (Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg, 2004). Slotbeschouwing De WGBO is in 1995 in werking getreden. Zo n 7 jaar later bleek uit promotieonderzoek dat tandartsen weinig affiniteit hadden met deze wet (Schouten, 2002). Hoewel de WGBO sindsdien aan bekendheid heeft gewonnen, blijkt vooral de navolging van het vereiste van informed consent op problemen te stuiten. Getuige de aard van de klachten die zijn ingediend bij klachtencommissies en tuchtcolleges vinden sommige tandartsen heldere communicatie met hun patiënten nog bijzonder lastig. Dit pleit voor extra aandacht voor het thema communicatie in de tandheelkundeopleiding en voor gericht onderwijs over deze voor tandartsen zo belangrijke wetgeving. Literatuur * Allard RHB. Geen schriftelijk behandelplan. CKC-beslissing d.d Ned Tandartsenblad 2009; 64 (22): * Brands WG. The standard for the duty to inform patients about risks: from the responsible dentist to the reasonable patient. Br Dent J 2006a; 201: * Brands WG. De mondige patiënt. Een conflict tussen zelfbeschikkingsrecht en bekeringsplicht. Ned Tijdschr Tandheelkd 2006b; 113: * Brands WG, Ven JM van der, Eijkman MAJ. Dossierplicht: overdracht of afschrift. Ned Tijdschr Tandheelkd 2013a: 120: * Brands WG, Ven JM van der, Eijkman MAJ. Tandheelkunde en gezondheidsrecht 2. Meningsverschillen over de zorginhoudelijke professionele standaard. Ned Tijdschr Tandheelkd 2013b: 120: nummer 2003/146, 10 februari Den Haag: Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg, nummer 2005/160, 7 maart Den Haag: Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg, nummer 2007/369, 10 februari Den Haag: Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg, nummer 2010/180, 5 april Den Haag: Centraal Tuchtcollege voor de gezondheidszorg, nummer 2011/152, 16 februari Den Haag: Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg, 2012a. nummer 2011/256, 7 juni Den Haag: Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg, 2012b. * Hoge Raad der Nederlanden. Uitspraak onder nummer C00//069HR, 23 november Nederlandse Jurisprudentie (NJ) 2002, 387. * Inspectie voor de Gezondheidszorg. Taakherschikking in de tandheelkundige praktijk en het uitvoeren van voorbehouden handelingen door niet-tandartsen. Den Haag: Inspectie voor de Gezondheidszorg, * Kieft J. Behoudend behandelbeleid. Centrale klachtencommissie (CKC), 22 oktober Ned Tandartsenblad 2008; 63 (9): * Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde. Gedragsregels voor tandartsen. Nieuwegein: Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde, 8 december * Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen. Uitspraak 331

6 onder nummer T2009/10, 16 november Groningen: Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen, * Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Zwolle. Uitspraak onder nummer 242/2009, 3 december Zwolle: Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle, * Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Zwolle. Uitspraak onder nummer 250/2011, 22 november Zwolle: Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle, * Schaub R. Falende communicatie. Centrale Klachtencommissie, 28 oktober Ned Tandartsenblad 2008; 63 (21): * Schouten BC. On the autonomy of dental patients. Amsterdam: Universiteit van Amsterdam, Academisch proefschrift. Summary Dentistry and healthcare legislation 3. Informed consent The relationship between a dentist and his patient is based on trust. The principle of informed consent contributes to the quality of that relationship of trust. According to the professional standards for such a relationship, it is up to the dentist to make sure that the patient is well informed. Reliable information is necessary if the patient is to be in a position to give his or her consent for treatment. The Dutch Law of Agreement to Medical Treatment (WGBO) provides a framework for informed consent. Disciplinary judges establish the scope and if necessary the limits. It is clear that, among other things, not defining the risks beforehand can be the basis for a (disciplinary) complaint. Determining the requirements of informed consent calls for familiarity with the law and communication skills. Programmes in dental education ought to devote more attention to this issue. Bron W.G. Brands¹, J.M. van der Ven², M.A.J. Eijkman³ Uit ¹de Tandartsenpraktijk Apeldoornseweg in Vaassen, ²de Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde en ³de afdeling Conserverende en Preventieve Tandheelkunde van het Academisch Centrum voor Tandheelkunde Amsterdam Datum van acceptatie: 25 juni 2012 Adres: mr. dr. W.G. Brands, Lange Grafte 33, 7321 ZC Apeldoorn wbrands1@kpnmail.nl 332

Tandheelkunde en gezondheidsrecht 2. Menings verschillen over de zorginhoudelijke professionele standaard

Tandheelkunde en gezondheidsrecht 2. Menings verschillen over de zorginhoudelijke professionele standaard W.G. Brands, J.M. van der Ven, M.A.J. Eijkman Tandheelkunde en gezondheidsrecht 2. Menings verschillen over de zorginhoudelijke professionele standaard Aan tuchtrechtelijke en andere klachten blijkt niet

Nadere informatie

Tandheelkunde en gezondheidsrecht 5. Geheimhouding en ruimtelijke privacy

Tandheelkunde en gezondheidsrecht 5. Geheimhouding en ruimtelijke privacy W.G. Brands, J.M. van der Ven, M.A.J. Eijkman Tandheelkunde en gezondheidsrecht 5. Geheimhouding en ruimtelijke privacy Het recht op geheimhouding en privacy is in verschillende wetten geregeld en veelal

Nadere informatie

Tandheelkunde en gezondheidsrecht 8. In- en uitschrijven van patiënten: de tuchtrechter stelt de norm

Tandheelkunde en gezondheidsrecht 8. In- en uitschrijven van patiënten: de tuchtrechter stelt de norm W.G. Brands, J.M. van der Ven, M.A.J. Eijkman Tandheelkunde en gezondheidsrecht 8. In- en uitschrijven van patiënten: de tuchtrechter stelt de norm De omvang van de hulpverleningsplicht van een tandarts

Nadere informatie

Dossierplicht: overdracht of afschrift

Dossierplicht: overdracht of afschrift W.G. Brands, J.M. van der Ven, M.A.J. Eijkman Dossierplicht: overdracht of afschrift De wet verplicht elke zorgverlener en dus ook tandartsen een dossier bij te houden. De meeste regels over de dossierplicht

Nadere informatie

Beslissing in de zaak onder nummer C van:

Beslissing in de zaak onder nummer C van: c2013.473 ECLI:NL:TGZCTG:2014:300 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2013.473 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing

Nadere informatie

C, tandarts, werkzaam te B, bijgestaan door mr. L. Neuschäfer-Greebe, verbonden aan DAS Rechtsbijstand te Amsterdam,

C, tandarts, werkzaam te B, bijgestaan door mr. L. Neuschäfer-Greebe, verbonden aan DAS Rechtsbijstand te Amsterdam, 272/2012 ECLI:NL:TGZRZWO:2013:47 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 272/2012 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE Beslissing d.d. 1 november 2013 naar aanleiding

Nadere informatie

Kern: verstrekken van informatie aan behandelend specialist na beëindiging behandelrelatie. Conflict van plichten?

Kern: verstrekken van informatie aan behandelend specialist na beëindiging behandelrelatie. Conflict van plichten? Klachtencommissie Huisartsenzorg Midden-Nederland Uitspraak maart 2013 Kern: verstrekken van informatie aan behandelend specialist na beëindiging behandelrelatie. Conflict van plichten? Klaagster verwijt

Nadere informatie

Informed consent 2.0

Informed consent 2.0 Informed consent 2.0 voor een betere behandelrelatie Praktijk Anno Nu 9 december 2017 Mr. Annemarie Smilde, senior jurist gezondheidsrecht VvAA Tiffany Claus, mondhygiënist Inhoud Betekenis informed consent

Nadere informatie

Volksgezondheidswetgeving GENEESKUNDIGE BEHANDELINGSOVEREENKOMST

Volksgezondheidswetgeving GENEESKUNDIGE BEHANDELINGSOVEREENKOMST GENEESKUNDIGE BEHANDELINGSOVEREENKOMST 13 Geneeskundige behandelingsovereenkomst (P.B. 2000, no. 118) Landsverordening van de 23ste oktober 2000 houdende vaststelling van de tekst van Boek 7 van het Burgerlijk

Nadere informatie

Uitspraak van het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen.

Uitspraak van het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen. 1408 Uitspraak van het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen. Het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen, hierna te noemen het College, heeft het

Nadere informatie

Rapport. Datum: 25 januari 2007 Rapportnummer: 2007/012

Rapport. Datum: 25 januari 2007 Rapportnummer: 2007/012 Rapport Datum: 25 januari 2007 Rapportnummer: 2007/012 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het Instituut Zorgverzekering Ambtenaren Nederland (verder te noemen: IZA) hem voorafgaand aan de behandeling

Nadere informatie

zorgaanbieder C, vertegenwoordigd door D en bijgestaan door zijn raadsman de heer G, hierna te noemen verweerder.

zorgaanbieder C, vertegenwoordigd door D en bijgestaan door zijn raadsman de heer G, hierna te noemen verweerder. UITSPRAAK SGIM 2017-002A III Van De Geschilleninstantie Mondzorg ex artikel 3 Reglement Geschilleninstantie Mondzorg d.d. 1 januari 2017, hierna te noemen: het Reglement, van Stichting Geschilleninstantie

Nadere informatie

zorgaanbieder C, vertegenwoordigd door D en bijgestaan door zijn raadsman, de heer G, hierna te noemen verweerder.

zorgaanbieder C, vertegenwoordigd door D en bijgestaan door zijn raadsman, de heer G, hierna te noemen verweerder. UITSPRAAK SGIM 2017-002A I Van De Geschilleninstantie Mondzorg ex artikel 3 Reglement Geschilleninstantie Mondzorg d.d. 1 januari 2017, hierna te noemen: het Reglement, van Stichting Geschilleninstantie

Nadere informatie

Verweerder is via de klachtenregeling van [beroepsorganisatie] aangesloten bij Stichting Geschilleninstantie Mondzorg.

Verweerder is via de klachtenregeling van [beroepsorganisatie] aangesloten bij Stichting Geschilleninstantie Mondzorg. UITSPRAAK SGIM 2017-013 Van De Geschilleninstantie Mondzorg ex artikel 3 Reglement Geschilleninstantie Mondzorg d.d. 1 januari 2017, hierna te noemen het Reglement, van Stichting Geschilleninstantie Mondzorg.

Nadere informatie

C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E

C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E C2017.142 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer C2017.142 van: A., wonende te B., appellante, klaagster in eerste aanleg, tegen C., specialist

Nadere informatie

1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank

1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank 2011 1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank 2. Advies Commissie Wetenschappelijke Integriteit KLACHT Bij brief van 2010,

Nadere informatie

De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van: de heer F. H. aangesloten NVM-Makelaar, kantoorhoudende te H, beklaagde.

De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van: de heer F. H. aangesloten NVM-Makelaar, kantoorhoudende te H, beklaagde. Onjuiste informatie: garage niet geïsoleerd. Verwijzing naar verkeerd artikel in koopakte en tekening in spiegelbeeld. Klager koopt een woning die bij beklaagde in verkoop was. Hij verwijt de makelaar

Nadere informatie

2. Onder handelingen op het gebied van de geneeskunst worden verstaan:

2. Onder handelingen op het gebied van de geneeskunst worden verstaan: Artikel 446 1. De overeenkomst inzake geneeskundige behandeling - in deze afdeling verder aangeduid als de behandelingsovereenkomst - is de overeenkomst waarbij een natuurlijke persoon of een rechtspersoon,

Nadere informatie

A, wonende te B, hierna te noemen klaagster, vertegenwoordigd door haar gemachtigde echtgenoot C, tegen

A, wonende te B, hierna te noemen klaagster, vertegenwoordigd door haar gemachtigde echtgenoot C, tegen UITSPRAAK SGIM 2017-002A II Van De Geschilleninstantie Mondzorg ex artikel 3 Reglement Geschilleninstantie Mondzorg d.d. 1 januari 2017, hierna te noemen: het Reglement, van Stichting Geschilleninstantie

Nadere informatie

JT RAAD VAN TUCHT DEN HAAG EN COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

JT RAAD VAN TUCHT DEN HAAG EN COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN 0378J KONINKLIJK NEDERLANDS INSTITUUT VAN REGISTERACCOUNTANTS JURISPRUDENTIE TUCHTRECHTSPRAAK JT 2005-17 RAAD VAN TUCHT DEN HAAG EN COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN Artikel 10 GBR-1994, geheimhoudingsplicht,

Nadere informatie

Burgerlijk Wetboek Boek 7, Afdeling 5

Burgerlijk Wetboek Boek 7, Afdeling 5 Burgerlijk Wetboek Boek 7, Afdeling 5 (Tekst geldend op: 19 02 2015) Afdeling 5. De overeenkomst inzake geneeskundige behandeling Artikel 446 4. De overeenkomst inzake geneeskundige behandeling in deze

Nadere informatie

Beweerdelijk te lage taxatie. Verschil van 10 % tussen verschillende taxatie niet onaanvaardbaar.

Beweerdelijk te lage taxatie. Verschil van 10 % tussen verschillende taxatie niet onaanvaardbaar. Beweerdelijk te lage taxatie. Verschil van 10 % tussen verschillende taxatie niet onaanvaardbaar. In het kader van het uit elkaar gaan van klager en zijn partner moet de gemeenschappelijke woning getaxeerd

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM Het College heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 15 mei 2007 binnengekomen klacht van: A, wonende te B, k l a a g s te r, tegen

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE. Het College heeft het volgende overwogen en beslist over de op 7 juni 2011 binnengekomen

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE. Het College heeft het volgende overwogen en beslist over de op 7 juni 2011 binnengekomen G2010/51 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE Beslissing in de zaak onder nummer van: G2010/51 Rep.nr. G 2010/51 6 december 2011 Def. 159 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE GRONINGEN Het College heeft

Nadere informatie

Daarmee was de schriftelijke behandeling van de klacht gereed.

Daarmee was de schriftelijke behandeling van de klacht gereed. Taxatie. Boedeltaxatie. Peildatum. Klager en zijn partner hebben in 2006 een woning gekocht. Nadat klager en zijn partner in augustus 2008 uit elkaar waren gegaan heeft hij beklaagde in verband met de

Nadere informatie

Verweerder is via de klachtenregeling van [beroepsorganisatie] aangesloten bij Stichting Geschilleninstantie Mondzorg.

Verweerder is via de klachtenregeling van [beroepsorganisatie] aangesloten bij Stichting Geschilleninstantie Mondzorg. UITSPRAAK SGIM 2017-036 Van De Geschilleninstantie Mondzorg ex artikel 3 Reglement Geschilleninstantie Mondzorg d.d.1 januari 2017, hierna te noemen het Reglement, van Stichting Geschilleninstantie Mondzorg.

Nadere informatie

1.2 De klacht: Een gemotiveerde uiting van ontevredenheid over een concrete gedraging van personen werkzaam bij de zorgaanbieder en haar partners.

1.2 De klacht: Een gemotiveerde uiting van ontevredenheid over een concrete gedraging van personen werkzaam bij de zorgaanbieder en haar partners. Klachtenreglement Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsomschrijving 1.1 De zorgaanbieder: Gezinssupport.nu. 1.2 De klacht: Een gemotiveerde uiting van ontevredenheid over een concrete gedraging van personen

Nadere informatie

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 15/352 Wtra AK van 20 juli 2015 van

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 15/352 Wtra AK van 20 juli 2015 van ACCOUNTANTSKAMER BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 15/352 Wtra AK van 20 juli 2015 van mr. X, wonende en kantoorhoudende te [plaats1], K L A G E R,

Nadere informatie

Uitspraak geanonimiseerd

Uitspraak geanonimiseerd Uitspraak Geschillencommissie EZa inzake het geschil tussen (Klager) en de stichting Oogheelkundig Centrum Haarlemmermeer De procedure De Geschillencommissie EZa (hierna: de Commissie) heeft op 4 december

Nadere informatie

Bundeling Zorginitiatieven Oostende Zeedijk Oostende - Tel. +32 (0) Fax. +32 (0)

Bundeling Zorginitiatieven Oostende Zeedijk Oostende - Tel. +32 (0) Fax. +32 (0) Geïnformeerde toestemming tijdens het ziekenhuisverblijf in I.M.B.O Versie 29 mei 2018 Geachte patiënt, Wij danken u voor uw vertrouwen in ons revalidatieziekenhuis Wij zullen er alles aan doen om uw revalidatie

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM Het college heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 20 oktober 2006 binnengekomen klacht van: A, wonende te B, k l a g e r, tegen

Nadere informatie

Belangenbehartiging opdrachtgever. Onvoldoende belangenbehartiging.

Belangenbehartiging opdrachtgever. Onvoldoende belangenbehartiging. Belangenbehartiging opdrachtgever. Onvoldoende belangenbehartiging. Beklaagde heeft in opdracht van klagers met een gegadigde onderhandelingen over de verkoop van hun woning gevoerd. De gegadigde stelde

Nadere informatie

- het op 4 juni 2014 ingekomen klaagschrift van [klager] ( klager ), inclusief 5 producties;

- het op 4 juni 2014 ingekomen klaagschrift van [klager] ( klager ), inclusief 5 producties; RAAD VAN TUCHT VERENIGING VAN REGISTERCONTROLLERS Datum uitspraak: 4 november 2014 Zaaknummer: RvT VRC 2014-02 de heer [klager], wonende te [woonplaats 1] gemachtigde: de heer mr. R.M. Braat K L A G E

Nadere informatie

2008/088 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2008/088 van: A., wonende te B.

2008/088 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2008/088 van: A., wonende te B. C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer van: A., wonende te B., appellant, klager in eerste aanleg, tegen C., arts, werkzaam te D., verweerder

Nadere informatie

Klachtencommissie Huisartsenzorg Uitspraak. Kern: Eenzijdig opzeggen van de behandelingsovereenkomst door de huisarts

Klachtencommissie Huisartsenzorg Uitspraak. Kern: Eenzijdig opzeggen van de behandelingsovereenkomst door de huisarts Klachtencommissie Huisartsenzorg Uitspraak Kern: Eenzijdig opzeggen van de behandelingsovereenkomst door de huisarts In de onderstaande kwestie zegt de huisarts, uitgaande van een geschonden vertrouwensband,

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG 2016-203 ECLI:NL:TGZRSGR:2017:72 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 2016-203 Datum uitspraak: 9 mei 2017 Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg

Nadere informatie

DE Raad van Toezicht Eindhoven/Maastricht geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

DE Raad van Toezicht Eindhoven/Maastricht geeft de volgende uitspraak in de zaak van: Belangenbehartiging opdrachtgever. Contractsbepalingen. De verhuurster van een bedrijfspand (klaagster) verwijt haar makelaar dat hij de borgstelling in de huurovereenkomst onvoldoende geregeld heeft.

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2003.1733 (052.03) ingediend door: hierna te noemen 'klager', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht Verzekeringen

Nadere informatie

Rapport. Datum: 31 januari 2011 Rapportnummer: 2011/032

Rapport. Datum: 31 januari 2011 Rapportnummer: 2011/032 Rapport Datum: 31 januari 2011 Rapportnummer: 2011/032 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de griffie van het gerechtshof Den Haag hem het arrest van 17 juli 2008 niet heeft toegestuurd met als gevolg

Nadere informatie

De klachtencommissie heeft op grond van de beschikbare informatie de volgende feiten als vaststaand aangenomen:

De klachtencommissie heeft op grond van de beschikbare informatie de volgende feiten als vaststaand aangenomen: Klachtencommissie Huisartsenzorg Midden-Nederland Uitspraak Kern: klacht over het maken van betaling- en behandelafspraken door de huisarts met het UWV Artikel 446 WGBO (behandelingsplan) en artikel 448

Nadere informatie

De overeenkomst inzake geneeskundige behandeling (WGBO)

De overeenkomst inzake geneeskundige behandeling (WGBO) De overeenkomst inzake geneeskundige behandeling (WGBO) Artikel 446 1.De overeenkomst inzake geneeskundige behandeling - in deze afdeling verder aangeduid als de behandelingsovereenkomst - is de overeenkomst

Nadere informatie

JAARVERSLAG 2016 KLACHTENCOMMISSIE FYSIOTHERAPIE

JAARVERSLAG 2016 KLACHTENCOMMISSIE FYSIOTHERAPIE JAARVERSLAG 2016 KLACHTENCOMMISSIE FYSIOTHERAPIE Jaarverslag 2016 Klachtencommissie Fysiotherapie Inhoudsopgave 1. Voorwoord 3 2. Mutaties en samenstelling klachtencommissie 4 3. Zittingen 4 4. Werkwijze

Nadere informatie

Raad van Toezicht Amsterdam van de Nederlandse Vereniging van Makelaars en Taxateurs in onroerende goederen NVM DE LOOP VAN DE PROCEDURE

Raad van Toezicht Amsterdam van de Nederlandse Vereniging van Makelaars en Taxateurs in onroerende goederen NVM DE LOOP VAN DE PROCEDURE Voorlichting/belangen niet-opdrachtgever. Ontbreken schriftelijke vastlegging koopovereenkomst. Verkoop aan derde. Bevoegdheid t.a.v. schadevergoeding. Klaagster was geïnteresseerd in een woning die beklaagde

Nadere informatie

de eigen bijdrage 2006 alsmede de naheffing over 2006 onvoldoende duidelijk

de eigen bijdrage 2006 alsmede de naheffing over 2006 onvoldoende duidelijk Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt erover dat Achmea Zorgkantoor Zwolle: de eigen bijdrage 2006 alsmede de naheffing over 2006 onvoldoende duidelijk heeft gespecificeerd; een acceptgiro voor de naheffing

Nadere informatie

WGBO boek 7, afdeling 5 Burgerlijk wetboek (BW) Citeren als: artikel 7:446, lid 1 BW etc. Afdeling 5. De overeenkomst inzake geneeskundige behandeling

WGBO boek 7, afdeling 5 Burgerlijk wetboek (BW) Citeren als: artikel 7:446, lid 1 BW etc. Afdeling 5. De overeenkomst inzake geneeskundige behandeling WGBO boek 7, afdeling 5 Burgerlijk wetboek (BW) Citeren als: artikel 7:446, lid 1 BW etc. Afdeling 5. De overeenkomst inzake geneeskundige behandeling Artikel 446 1. De overeenkomst inzake geneeskundige

Nadere informatie

Belangenbehartiging opdrachtgever. Onvoldoende overleg met opdrachtgever. Onjuiste informatie in verkoopbrochure.

Belangenbehartiging opdrachtgever. Onvoldoende overleg met opdrachtgever. Onjuiste informatie in verkoopbrochure. 12-36 Belangenbehartiging opdrachtgever. Onvoldoende overleg met opdrachtgever. Onjuiste informatie in verkoopbrochure. De verkopers van een woning verwijten hun makelaar (beklaagde) dat hij onvoldoende

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2016:3509

ECLI:NL:CRVB:2016:3509 ECLI:NL:CRVB:2016:3509 Instantie Datum uitspraak 21-09-2016 Datum publicatie 22-09-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 15/4307 WW Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VOOR DE OCTROOIGEMACHTIGDEN Postbus 3219, 2280 GE Rijswijk telefoon fax

RAAD VAN TOEZICHT VOOR DE OCTROOIGEMACHTIGDEN Postbus 3219, 2280 GE Rijswijk telefoon fax RAAD VAN TOEZICHT VOOR DE OCTROOIGEMACHTIGDEN Postbus 3219, 2280 GE telefoon 070-3905578 fax 070-3905171 BESCHIKKING A. - B. 1. Bij brief van 13 augustus 1999 heeft de heer A. bij de Raad van Toezicht

Nadere informatie

Nieuwsbrief NOvA Tuchtrecht Updates

Nieuwsbrief NOvA Tuchtrecht Updates Nieuwsbrief NOvA Tuchtrecht Updates 2019-1 Nummer 1, 2019 INHOUDSOPGAVE 1. Wat een behoorlijk advocaat betaamt Raad van Discipline Amsterdam, ECLI:NL:TADRAMS:2019:28 05-02-2019 Dekenbezwaar. Verweerster

Nadere informatie

3 Benoeming en ontslag van de externe klachtenfunctionaris

3 Benoeming en ontslag van de externe klachtenfunctionaris Klachtenreglement Nijmeegs Kenniscentrum Chronische Vermoeidheid Versie 1 12 10 2007 Reglement goedgekeurd door Bestuur, van kracht per 1 11 2007 Versie 2 02 06 2014 Wijziging goedgekeurd door Bestuur,

Nadere informatie

RAPPORT 2005/320, NATIONALE OMBUDSMAN, 21 OKTOBER 2005

RAPPORT 2005/320, NATIONALE OMBUDSMAN, 21 OKTOBER 2005 RAPPORT 2005/320, NATIONALE OMBUDSMAN, 21 OKTOBER 2005 Samenvatting Klacht Beoordeling Conclusie Aanbeveling Onderzoek Bevindingen Achtergrond SAMENVATTING Verzoeker klaagde erover dat het LBIO hem niet

Nadere informatie

Algemene voorwaarden Praktijk InTeam B.V. gevestigd te Zichtenburglaan 31, unit 2.06 te s- Gravenhage, KvK

Algemene voorwaarden Praktijk InTeam B.V. gevestigd te Zichtenburglaan 31, unit 2.06 te s- Gravenhage, KvK Algemene voorwaarden Praktijk InTeam B.V. gevestigd te Zichtenburglaan 31, unit 2.06 te s- Gravenhage, KvK 54639174 Artikel 1. Definities 1.1 Praktijk: Praktijk InTeam B.V., gevestigd te Zichtenburglaan

Nadere informatie

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE C2010.295 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer C2010.295 van: , wonende te , appellant, klager in eerste aanleg, gemachtigde: R. Melchers,

Nadere informatie

Postbus 2122, 6020 AC Budel T E. W.

Postbus 2122, 6020 AC Budel T E. W. Postbus 2122, 6020 AC Budel T. 06-12 82 30 70 E. geschilleninstantie@kab-klachten.nl W. www.geschilleninstantiekab.nl Geschilleninstantie KAB Referentie: 2018-004 UITSPRAAK Inzake De heer van H. Wonende

Nadere informatie

Verzoeker klaagt erover dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) in strijd met:

Verzoeker klaagt erover dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) in strijd met: Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt erover dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) in strijd met: - de met hem gemaakte afspraken en zonder zijn medeweten en toestemming hem heeft aangemeld

Nadere informatie

Klacht over informatieverstrekking aan jeugdzorg en ex-partner ongegrond omdat de school zorgvuldig gehandeld heeft.

Klacht over informatieverstrekking aan jeugdzorg en ex-partner ongegrond omdat de school zorgvuldig gehandeld heeft. 108179 - Klacht over informatieverstrekking aan jeugdzorg en ex-partner ongegrond omdat de school zorgvuldig gehandeld heeft. ADVIES inzake de klacht van: [klager] te [woonplaats], ouder van [de leerling],

Nadere informatie

Dossier: hulpmiddel of belemmering in uw praktijk?

Dossier: hulpmiddel of belemmering in uw praktijk? Dossier: hulpmiddel of belemmering in uw praktijk? Congres Praktijkorganisatie anno nu d.d. 13 december 2014 Mr. A.M.P. (Annemarie) Smilde, senior jurist gezondheidsrecht Dossier: hulpmiddel of belemmering

Nadere informatie

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : De heer A te B tegen De Friesland Zorgverzekeraar N.V. te Leeuwarden en Achmea Zorgverzekeringen N.V. te Zeist Zaak : Aanvullende ziektekostenverzekering, beëindiging,

Nadere informatie

Echtscheiding, perikelen bij. Onvoldoende overleg opdrachtgever. Ongepast optreden.

Echtscheiding, perikelen bij. Onvoldoende overleg opdrachtgever. Ongepast optreden. 18-24 RvT Amsterdam 200 BELANGENBEHARTIGING OPDRACHTGEVER Echtscheiding, perikelen bij. Onvoldoende overleg opdrachtgever. Ongepast optreden. Klager en zijn ex-partner zijn door de voorzieningenrechter

Nadere informatie

Klacht over informatieverstrekking gescheiden ouder zonder ouderlijk gezag, en over weigering rechtstreeks met hem te communiceren.

Klacht over informatieverstrekking gescheiden ouder zonder ouderlijk gezag, en over weigering rechtstreeks met hem te communiceren. 108408 - Klacht over informatieverstrekking gescheiden ouder zonder ouderlijk gezag, en over weigering rechtstreeks met hem te communiceren. inzake de klacht van: ADVIES [Klager], wonende te [woonplaats],

Nadere informatie

Klachtenreglement Helios Solutions

Klachtenreglement Helios Solutions Klachtenreglement Helios Solutions Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsomschrijvingen 1. Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder: a. cliënt : een jeugdige; een ouder; een

Nadere informatie

Beheerovereenkomst. Extra betaalde werkzaamheden vanouds verricht. De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

Beheerovereenkomst. Extra betaalde werkzaamheden vanouds verricht. De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van: Beheerovereenkomst. Extra betaalde werkzaamheden vanouds verricht. Klager is sinds enige jaren eigenaar van een tweetal panden die voorheen eigendom van klagers vader waren. Beklaagde voert al sinds jaar

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG 057/2018 ECLI:NL:TGZRZWO:2018:110 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 057/2018 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE Beslissing d.d. 7 juni 2018 naar aanleiding

Nadere informatie

Tandheelkunde en gezondheidsrecht 7. De hulpverleningsplicht: beschikbaarheid en bereikbaarheid

Tandheelkunde en gezondheidsrecht 7. De hulpverleningsplicht: beschikbaarheid en bereikbaarheid W.G. Brands, J.M. van der Ven, M.A.J. Eijkman Tandheelkunde en gezondheidsrecht 7. De hulpverleningsplicht: beschikbaarheid en bereikbaarheid Op tandartsen rust een hulpverleningsplicht. Deze plicht, die

Nadere informatie

Klachtenregeling ongewenst gedrag voor de decentrale overheid 2011

Klachtenregeling ongewenst gedrag voor de decentrale overheid 2011 Bijlage: Klachtenregeling ongewenst gedrag voor de decentrale overheid 2011 Artikel 1 Begripsomschrijving Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder: a. bevoegd gezag: het orgaan dat in

Nadere informatie

RAAD VAN DISCIPLINE. De raad heeft het volgende overwogen en beslist naar aanleiding van de op 10 januari 2011 binnengekomen klacht van:

RAAD VAN DISCIPLINE. De raad heeft het volgende overwogen en beslist naar aanleiding van de op 10 januari 2011 binnengekomen klacht van: 11-005A ECLI:NL:TADRAMS:2011:YA2002 RAAD VAN DISCIPLINE Beslissing in de zaak onder nummer van: 11-005A RAAD VAN DISCIPLINE in het ressort Amsterdam BESLISSING d.d. 13 september 2011 in de zaak 11-005A

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG GP2013/13 ECLI:NL:TGZRGRO:2014:22 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: GP2013/13 Rep.nr. GP2013/13 8 juli 2014 Def. 068 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE

Nadere informatie

CR 12/2424 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

CR 12/2424 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM. CR 12/2424 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM. Onderhandelingsperikelen. Onjuiste beeldvorming over positie veroorzaakt. Vertrouwen

Nadere informatie

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 17/1388 Wtra AK van 9 maart 2018 van

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 17/1388 Wtra AK van 9 maart 2018 van ACCOUNTANTSKAMER BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 17/1388 Wtra AK van 9 maart 2018 van X B.V., gevestigd te [plaats1], vertegenwoordigd door [A], K

Nadere informatie

Beslissing d.d. 10 mei 2017 ex art Tuchtrechtreglement Bancaire Sector

Beslissing d.d. 10 mei 2017 ex art Tuchtrechtreglement Bancaire Sector Beslissing Beslissing d.d. 10 mei 2017 ex art. 3.9.1 Tuchtrechtreglement Bancaire Sector DE ALGEMEEN DIRECTEUR, mr. J. Brouwer, benoemd door de Stichting Tuchtrecht Banken, Klager, gemachtigden: dhr. mr.

Nadere informatie

Beslissing d.d. 17 juli 2008 naar aanleiding van de op 17 september 2007 ingekomen klacht van

Beslissing d.d. 17 juli 2008 naar aanleiding van de op 17 september 2007 ingekomen klacht van REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE Beslissing d.d. 17 juli 2008 naar aanleiding van de op 17 september 2007 ingekomen klacht van A, wonende te B, k l a g e r -tegen- C, huisarts te D, gemachtigde: mr. L.

Nadere informatie

Optie en bod. Onderhandelen met meerdere gegadigden.

Optie en bod. Onderhandelen met meerdere gegadigden. Optie en bod. Onderhandelen met meerdere gegadigden. Klager was geïnteresseerd in een woning. Hij verwijt de verkopend makelaar dat het appartement aan een derde is verkocht terwijl klager het eindbod

Nadere informatie

Raad van Toezicht Nederlandse Vereniging van Gecertificeerde Incasso-ondernemingen Postbus 279 1400 AG BUSSUM T: 035-6994210 F: 035-6945045

Raad van Toezicht Nederlandse Vereniging van Gecertificeerde Incasso-ondernemingen Postbus 279 1400 AG BUSSUM T: 035-6994210 F: 035-6945045 Raad van Toezicht Nederlandse Vereniging van Gecertificeerde Incasso-ondernemingen Postbus 279 1400 AG BUSSUM T: 035-6994210 F: 035-6945045 Uitspraak van de Raad van Toezicht van de Nederlandse Vereniging

Nadere informatie

Richtlijn Informed Consent

Richtlijn Informed Consent Richtlijn Informed Consent Dit document is goedgekeurd tijdens de Algemene Ledenvergadering van de NVT op 31 mei 2013 Revisiedatum uiterlijk 2018 NVT Informed consent 1 van 6 Richtlijn van de Nederlandse

Nadere informatie

SAMENVATTING. 104771 - Klacht over medewerking aan AMK-onderzoek; PO

SAMENVATTING. 104771 - Klacht over medewerking aan AMK-onderzoek; PO SAMENVATTING 104771 - Klacht over medewerking aan AMK-onderzoek; PO Een vader klaagt dat de IB'er zonder indicatie en overleg onjuiste informatie heeft verschaft aan het AMK en aan de logopedist en de

Nadere informatie

Raad van Toezicht Amsterdam van de Nederlandse Vereniging van Makelaars en Taxateurs in onroerende goederen NVM

Raad van Toezicht Amsterdam van de Nederlandse Vereniging van Makelaars en Taxateurs in onroerende goederen NVM Optie en bod. Onderhandelen met meerdere gegadigden. Onafhankelijkheid. Belangenverstrengeling. Klagers waren met het makelaarskantoor van de verkoper in onderhandeling over de aankoop van twee percelen

Nadere informatie

De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van: Klacht over onduidelijke positie van de makelaar. Klaagster bezit enige winkelpanden in een winkelcentrum dat gesloopt en herontwikkeld wordt. Klaagster onderhandelt over inruil van haar winkels middels

Nadere informatie

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : A te B in deze vertegenwoordigd door E, tegen C te D Zaak : Mondzorg, botopbouw, implantaten in betande kaak Zaaknummer : 2009.01464 Zittingsdatum : 21 oktober 2009 1/6

Nadere informatie

KLACHTENPROCEDURE. Volgende procedures zijn van toepassing op gedragingen van alle vrijgevestigde therapeuten en alle behandelaren van VGG Zorg.

KLACHTENPROCEDURE. Volgende procedures zijn van toepassing op gedragingen van alle vrijgevestigde therapeuten en alle behandelaren van VGG Zorg. - 1 - KLACHTENPROCEDURE Volgende procedures zijn van toepassing op gedragingen van alle vrijgevestigde therapeuten en alle behandelaren van VGG Zorg. Vooraf: Het is de bedoeling dat de psychologen, psychotherapeuten

Nadere informatie

Beroepscode en tuchtrecht: doorwerking in de praktijk?

Beroepscode en tuchtrecht: doorwerking in de praktijk? Beroepscode en tuchtrecht: doorwerking in de praktijk? Beelden uit Nederland. dr. H. van Dartel Ethicus, (np) verpleegkundige Voormalig voorzitter CE VenVN opzet Achtergrond en inzet van de beroepscode

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE. Het College heeft het volgende overwogen over en beslist op de op 9 augustus 2012 ingekomen klacht van

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE. Het College heeft het volgende overwogen over en beslist op de op 9 augustus 2012 ingekomen klacht van G2012/87 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE Beslissing in de zaak onder nummer van: G2012/87 Rep. nr. G2012/87 26 februari 2013 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE GRONINGEN Het College heeft het volgende

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG 2015-079 ECLI:NL:TGZRSGR:2016:21 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 2015-079 Datum uitspraak: 1 maart 2016 Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg

Nadere informatie

Kamer van Toezicht over de Notarissen en Kandidaat-notarissen te Rotterdam

Kamer van Toezicht over de Notarissen en Kandidaat-notarissen te Rotterdam 28/07 ECLI:NL:TNOKROT:2008:YC0459 KAMER VAN TOEZICHT Beslissing in de zaak onder nummer van: 28/07 Kamer van Toezicht over de Notarissen en Kandidaat-notarissen te Rotterdam Reg.nr. 28/07 Beslissing op

Nadere informatie

Belangenverstrengeling. Aankoop door medewerker van verkopend makelaar. Onvoldoende belangenbehartiging.

Belangenverstrengeling. Aankoop door medewerker van verkopend makelaar. Onvoldoende belangenbehartiging. 18-21 RvT Amsterdam 203 ERECODE Belangenverstrengeling. Aankoop door medewerker van verkopend makelaar. Onvoldoende belangenbehartiging. De verkopers van een woning (klagers) verwijten hun makelaars (beklaagden)

Nadere informatie

4. De behandeling van minderjarigen en meerderjarige wilsonbekwamen

4. De behandeling van minderjarigen en meerderjarige wilsonbekwamen W.G. Brands, J.M. van der Ven, G.W. Brands-Bottema Tandheelkunde en gezondheidsrecht 4. De behandeling van minderjarigen en meerderjarige wilsonbekwamen Wanneer minderjarigen worden behandeld, kan er een

Nadere informatie

Raad van Discipline. adres. tegen:

Raad van Discipline. adres. tegen: Verzetbeslissing Beslissing van 2 september 2014 in de zaak 14010A naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline van 25 februari 2014

Nadere informatie

3 In op die behandelingsovereenkomst betrekking hebbende aangelegenheden is de minderjarige bekwaam in en buiten rechte op te treden.

3 In op die behandelingsovereenkomst betrekking hebbende aangelegenheden is de minderjarige bekwaam in en buiten rechte op te treden. Afdeling 5. De overeenkomst inzake geneeskundige behandeling Artikel 446 1 De overeenkomst inzake geneeskundige behandeling - in deze afdeling verder aangeduid als de behandelingsovereenkomst - is de overeenkomst

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht betreffende de Inspectie voor de Gezondheidszorg Bestuursorgaan: de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Rapport. Rapport over een klacht betreffende de Inspectie voor de Gezondheidszorg Bestuursorgaan: de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Rapport Rapport over een klacht betreffende de Inspectie voor de Gezondheidszorg Bestuursorgaan: de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Datum: 13 oktober 2011 Rapportnummer: 2011/296 2 Klacht

Nadere informatie

CR 12/2409 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

CR 12/2409 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM. CR 12/2409 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM. Regel 6 Erecode - betrokkenheid bij risicodragende projectontwikkeling. Eigen belang.

Nadere informatie

REGELING KLACHTENCOMMISSIE ONGEWENST GEDRAG OMGEVINGSDIENST GRONINGEN

REGELING KLACHTENCOMMISSIE ONGEWENST GEDRAG OMGEVINGSDIENST GRONINGEN REGELING KLACHTENCOMMISSIE ONGEWENST GEDRAG OMGEVINGSDIENST GRONINGEN Kwartiermaker RUD Groningen April 2013 1 Het dagelijks bestuur van de Omgevingsdienst Groningen; gelet op de instemming van de BOR

Nadere informatie

Rapport. Datum: 23 juni 2004 Rapportnummer: 2004/248

Rapport. Datum: 23 juni 2004 Rapportnummer: 2004/248 Rapport Datum: 23 juni 2004 Rapportnummer: 2004/248 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) in haar brief aan verzoekster van 25 februari 2000 heeft

Nadere informatie

Tuchtrecht in de gezondheidszorg

Tuchtrecht in de gezondheidszorg Tuchtrecht in de gezondheidszorg mr. C.W.M. Hillenaar, plv. secretaris Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven naam s-hertogenbosch, 1 februari 2018 Nederlandse Vereniging van Intensive

Nadere informatie

Een regeling voor het behandelen van klachten. Goed geregeld!

Een regeling voor het behandelen van klachten. Goed geregeld! Een regeling voor het behandelen van klachten. Goed geregeld! NMT-Klachtenregeling 2 NMT-Klachtenregeling NMT-Klachtenregeling NMT-Klachtenregeling 3 In het kort De meeste patiënten zijn tevreden over

Nadere informatie

SAMENVATTING Klacht over onzorgvuldig handelen directie en MR bij invoering continue rooster; PO

SAMENVATTING Klacht over onzorgvuldig handelen directie en MR bij invoering continue rooster; PO SAMENVATTING 104849 - Klacht over onzorgvuldig handelen directie en MR bij invoering continue rooster; PO Een aantal ouders klaagt erover dat de directeur onzorgvuldig heeft gehandeld door aan de MR een

Nadere informatie

Waardebepaling tegen de zin van een van de twee opdrachtgevers gemeld.

Waardebepaling tegen de zin van een van de twee opdrachtgevers gemeld. Waardebepaling tegen de zin van een van de twee opdrachtgevers gemeld. Klaagster en haar partner gaan uit elkaar. In dat kader moet de gezamenlijke woning worden verkocht. Als na geruime tijd geen verkoop

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2012:4344 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie

ECLI:NL:GHAMS:2012:4344 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie ECLI:NL:GHAMS:2012:4344 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 27-11-2012 Datum publicatie 16-08-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 200.096.974-01 NOT Civiel

Nadere informatie

Klachtenreglement voor cliënten en naastbetrokkenen van Verslavingszorg Noord Nederland

Klachtenreglement voor cliënten en naastbetrokkenen van Verslavingszorg Noord Nederland Klachtenreglement voor cliënten en naastbetrokkenen van Verslavingszorg Noord Nederland Beheerder: Naam Functie Afdeling Rita Bijker Kwaliteitsmedewerker Kwaliteit Innovatie Centrum INLEIDING Dit reglement

Nadere informatie

Beheer. Schriftelijke vastlegging van de opdracht. Bevoegdheid tot indienen van bezwaarschriften tegen WOZ-beschikkingen.

Beheer. Schriftelijke vastlegging van de opdracht. Bevoegdheid tot indienen van bezwaarschriften tegen WOZ-beschikkingen. Beheer. Schriftelijke vastlegging van de opdracht. Bevoegdheid tot indienen van bezwaarschriften tegen WOZ-beschikkingen. Beklaagde heeft eerst voor klagers vader en later voor klager zelf het beheer over

Nadere informatie

Optie en Bod. Afbreken onderhandelingen. Contact opnemen met opdrachtgever van collega.

Optie en Bod. Afbreken onderhandelingen. Contact opnemen met opdrachtgever van collega. Optie en Bod. Afbreken onderhandelingen. Contact opnemen met opdrachtgever van collega. Nadat de verkopend makelaar en haar opdrachtgeefster (klaagster) de onderhandelingen met gegadigde 1 hadden beëindigd,

Nadere informatie

Rapport. Datum: 10 oktober 2006 Rapportnummer: 2006/347

Rapport. Datum: 10 oktober 2006 Rapportnummer: 2006/347 Rapport Datum: 10 oktober 2006 Rapportnummer: 2006/347 2 Klacht Verzoekster klaagt over de wijze waarop notaris X te Q bij gelegenheid van de afwikkeling van haar echtscheiding heeft gehandeld met een

Nadere informatie