STicnn WAT Postbus RJ Venlo. Stichting Groen Weert p.a. Noorderlaan HV Weert. Datum:

Transcriptie

1 » Aan: Het Dagelijks Bestuur van Waterschap Peel en Maasvallei i.a.a.: fracties Algemeen Bestuur - fractie Waterbelang - fractie Natuur - fractie Landbouw - fractie Bedrijfsgebouwd - fractie Maaslanders - fractie VVD 1 STicnn WAT N) o m mk Postbus R Venlo Van: Stichting Groen Weert p.a. Noorderlaan HV Weert Datum: Betreft: Verzoek tot een onderzoek naar de gevolgen voor de omgeving bij aanpassing van de ontgrondingsvergunning voor de Centrale Zandwinning Weert. Geacht Bestuur, In Weert bevindt zich de Centrale Zandwinning Weert (CZW) van Fa. Kuipers Kessel. Als Stichting Groen Weert (SGW) constateren wij dat dit bedrijf bij de uitvoering van de ontgronding niet aan de voorwaarden in de ontgrondingsvergunning voldoet. Deze bevinding zal uw college niet onbekend zijn. In de Realisatieovereenkomst van zijn de afspraken met de ontgronder vastgelegd door de gemeente Weert. De Provincie Limburg heeft een ontgrondingsvergunning verleend aan CZW op In beide stukken is aangegeven hoeveel zand en fíjn grind er gedolven mag worden om uit de opbrengsten de herinrichting van het natuurgebied te kunnen betalen. Nu blijkt uit berekeningen door deskundigen dat de delving van zand en fíjn grind met 10Vo overschreden zullen gaan worden (zie bijlage). De te delven leemlaag, gelegen op een diepte tussen 5 en 11 m, moet volgens de vergunning gebruikt worden voor de herinrichting van het gebied en het bekleden van de hellingen en de oevers om verdroging van de omgeving tegen te gaan, echter dit gebeurt niet. Momenteel lopen er van SGW nog 6 beroepen bij de Raad van State. In twee eerdere beroepen m.b.t. deze zaak is de Stichting in het gelijk gesteld. De Provincie is momenteel bezig de huidige vergunning om te zetten in een aangepaste versie, waarbij de grote overschrijdingen van de oorspronkelijke vergunning 'gewoon' worden meegenomen. Deze worden dan gelegaliseerd. Dit gebeurt terwijl de beroepszaak bij de Raad van State nog loopt. In de aangepaste vergunning is sprake van het ontgronden naar een steilwandige 'bak'. Dus er zou dan ook onder de oevers en onder de flauwe hellingen ontgrond gaan worden. Dit is volgens de vigerende vergunning en bijbehorende tekeningen niet toegestaan. 1

2 ONDERWATER. TALUD VINPLAÍ L/lň&S KANAAL AFiTOR TEM HET LEEM HOUDENDE DEK&ROA/Ũ.00* 0-bQÙO Deel van een tekening behorende bij de vergunning Het rode deel wordt buiten de vergunning gedol ven. De niet-verhandel bare specie (l eem) wordt ten onrechte niet aangebracht. MAXIMALE ŨNTGRONDIMGSDN AANVULLING, AFHANKELIK HOEVEELHEID ONŸERHANDELftARE SPECIE In het ontwerp van de nieuwe vergunning staat dat de 4,7 miljoen m aan delfstof niet overschreden zal worden. Volgens berekeningen van onze deskundigen zal, inclusief de teelaarde en de leemlaag, 8.67 miljoen m gedolven worden. Dit is 84*^ó meer. Om toch te kunnen voldoen aan het zichtbare deel van het inrichtingsplan (nl. boven waterpeil) moet nu grond en bagger aangevoerd worden. Om hier ook iets aan te verdienen bestaat dit opvulmateriaal uit vervuilde grond of bagger, of nutriëntenrijke grond. De Provincie refereert nu aan tekeningen en werkplannen door CZW gemaakt, die aannemelijk moeten maken dat er meer ontgrond zou mogen worden. Echter deze zijn in strijd met de vigerende vergunning. Stichting Groen Weert heeft er bezwaar tegen dat de vergunning op deze manier wordt herzien, en verzet zich hiertegen vanwege de consequenties voor de omringende natuur bij de zandwinning. SGW wil het Waterschap hierover informeren omdat wij menen dat Waterschap Peel en Maasvallei een partij in deze is. Immers, het waterschap is de beheerder van het oppervlakte water in Limburg en tevens van het ondiepe grondwater. Beide zijn hier aan de orde. Daarbij komt dat het waterschap specifieke taakstellingen heeft bij de realisatie van het Gewenste Grond en Oppervlaktewater Regime in Limburg, hier NLP (Nieuw Limburgs Peil) genaamd, dat moet leiden tot een gewenst grondwaterregime voor de functies die daarmee gemoeid zijn, zoals landbouw en natuur. Nog specifieker is de taak van het Waterschap waar het gaat om een duurzame inrichting van het watersysteem naar de Europees vastgestelde natuurdoelen. Bijvoorbeeld maatregelen in de Natura 000 gebieden, zoals Weerter en Budeler Bergen Sc Ringselvennen en Kruispeel, Stichting Groen Weert onderschrijft deze doelen van het Waterschap. Ook voor ons staat het belang van de natuur en het tegengaan van verdroging centraal in onze uitgangspunten.

3 Wij hebben geconstateerd dat de zandwinning tot verdroging van de wijdere omgeving heeft geleid. Die constatering is gebaseerd op terreinkenmerken en de afname of het verdwijnen van soorten of vegetaties die gevoelig zijn voor verdroging. We kunnen u daar met feiten nader over informeren. Voor zover deze verdroging plaatsvindt binnen de wettelijke kaders van de vergunning, valt de ontgronder niets te verwijten en moet gezocht worden naar herstel-opties. Echter als de schade mede is toe te schrijven aan het niet juist toepassen van de vergunningsvoorwaarden, dan is er sprake van een overtreding en dient het bevoegde gezag handhavend op te treden. De overschrijdingen dreigen daarentegen in een nieuwe vergunning gewoonweg te worden gelegaliseerd. Daarmee wordt het belang van de natuur, maar ook het belang van het Waterschap geschaad. Wij vragen u dan ook om ondersteuning in de bewijsvoering van onze bezwaren, waarmee wij ons inziens niet alleen de natuur maar ook het Waterschap een dienst bewijzen. Wat vragen wij aan WPM? Concreet vragen wij u om een doorrekening m.b.v. het door het Waterschap ontwikkelde en thans veelvuldig toegepaste hydrologisch model IBRAHYM. 1) Wat zijn de te verwachte effecten van de ontgronding volgens de oorspronkelijke vergunning op de omringende natuur en landbouwgronden? ) Eenzelfde doorrekening als onder 1), maar nu op grond van de feitelijk toegepaste ontgronding en het nog te ontgronden deel. (hierop is de aan te passen vergunning gebaseerd) ) Eenzelfde doorrekening als onder 1), maar nu op grond van de feitelijk toegepaste ontgronding en het nog te ontgronden deel, zonder het aanbrengen van de leemlaagbekleding tegen verdroging van de omgeving. Wij menen dat een objectieve berekening met IBRAHYM veel duidelijkheid aan betrokken partijen zal kunnen verschaffen. Ook het Waterschap zelf kan daarmee een gefundeerd standpunt innemen en voorwaarden koppelen aan een evt. aanpassing van de betreffende vergunning. Graag zouden wij dit verzoek mondeling willen toelichten, in bestuurlijke zin aan uw DB, maar vooral ook ambtelijk aan de betrokken medewerkers die met het model IBRAHYM werken en het verder ontwikkelen. Wij zien uw reactie op ons verzoek tegemoet, Hoogachtend, Gerard Hendriks Frans Goossens Voorzitter Stichting Groen Weert Penningmeester Stichting Groen Weert Bijlage: Bijlage 168; Berekening van de inhoud van de ontgronding van de CZW

4 Berekening van de inhoud van de ontgronding van de CZW Bijlage 168 Dc ontgronding is gelegen aan dc Hcrcnvennenwcg Weert Datum versie: Door: G.P.M. Hendriks Adviseur in waterbouwkundige en bouwkundige werken Meer dan 0 jaar hoofd van dc afdeling Advieseren uitvoering betonconstructies bij Wilma en later dc Bam. I Iandtekening Datum. So - - ZO'L, Controle en Autorisatie: lng..b W. Buizer Mtfeu- en bodemdeskundige Laatste functie: Directeur Aeres Milieu BV. Roermond 1.4 ęa 1 landtckcmng.^z/./^!.^^^^ Datum. 9' O/LĮ K Controle en Autorisatie: Drs. W.H.ľ.M. Von Scheibier Milieu- en bodemdeskundige Senior projectleider bodemadviesbureau I landteken^.^ Z ^ f & ' & i D a t u m. s f e.t..#..r..}f0sý " " 1. - Doel Door Stichting Groen Weert is een studie verricht naar de vastgelegde afspraken betreffende de ontgronding en naar hetgeen nu door CZW wordt gedolven. Zie voor dc betreffende informatie: 'Hoeveel wordt door Centrale Zandwinning Weert te veel gedolven?' (Bijlage 80b) Gezien de behoefte aan een door alle instanties controleerbare berekening is door bovengenoemden een herberekening gemaakt en tevens de overtredingen door CZW bepaald. 1

5 Berekening van de inhoud van de ontgronding van de C Z W. Door CZW is afgeweken van de ontgrondingsvergunning d.d ( art. 1. en 7 besluit 1.1 en voorschrift 5) en van de daarbij behorende tekeningen en Naar de tekeningen wordt ook verwezen bij de ontgrondingsaanvraag. de Realiseringsovereenkomst (art. 1 en ) en in het Inrichtingsplan. ( hfd.19 met datum indiening en.1) Zie voor toelichting ook bijlage 80b van SGW. De nu in de Werkplannen als bijlage 5 opgenomen tekening is dan ook in strijd met de vergunning evenals andere bijlagen waarop de foutieve onlgrondingscontourcn staan. (Zie b.v. bijlage 8b Werkplan 01 of Werkplan 01) Par. 1: Diepe ontgronding (ontgronding deels tot de leemlaag en deels tot 0m onder mv.) Om le werken met een hanteerbare tekening is bijlage F van Werkplan 01 gebruikt.(werkplan bijlage 108a ľ bijlage 108b van SGW) I lierop is ook. in afwijking van de vergunning een ontgrondingshelling van 1: aangegeven. Ook is te zien dal afgeweken is van de plaats van de insteek van de diepe ontgronding met de daarbij behorende hellingshock van 1:. (ìezien het afkalvend ontgronden zoals ook op foto's en op de bijlagen 5 van de Werkplannen 009 t/m 014 te zien is, gaan we bij de berekening uit van een talud van 1:1. Dit ondanks dat steiler ontgrond is. Zie fig. I Het oorspronkelijk maaiveld lag bij de grote plas op gemiddeld 5,0m + NAP (zie tek d.d ) Ontgrondingsdiepte tot maximaal 15n^ N AP volgens ontgrondingsvergunning. De ontgrondingshoogtc is dan maximaal 0.0m. In de bcrckenīnc uit te tuian van I: I rkplannen foutief helling.75m 15,5m ne l á vis. contra a t zjnd-fijiignnd Fig. 1 Doorsnede talud met het te veel ontgronden. Bron: SGW Bron laagverdcling: O.a. vergunningaanvraag CZW bijl. 8

6 Voor het bepalen van de horizontale maatvoering is de schaal van tekening bijlage F bij Werkplan 01 gecontroleerd a.d.h. het inmeten van de lengte van de Voorhoevewcg van kruising tot kruising en deze te vergelijken met een topografische kaart en met tekening d.d De schaal van 1:4000 blijkt nagenoeg correct te zijn. (Zie verkleinde bijlage bi j deze berekening) Vandaar de inmeting vanaf deze tekening. Op genoemde tekening bijlage F van hel Werkplan 01 zijn de hoofdmaten op maaiveldniveau en bodemniveau vaslgelcgd.( bijlage 108b).ĨZ 4C8 á A 1 4 C CD * 0 * Of 17. Maatvoering insteek diepe ontgronding op maaîveldniveau (in strijd met de vergunning) SO Fig. Schematische weergave maatvoering diepe ontgronding op maaiveldniveau. Gemiddelde vorm van de aanwezige visvijver Oppervlakte op maaiveldniveau Deel A 616x18^ Deel B Deel C Deel 1) Deel E Deel F Fotaal (61ŵ*65yx40^ (84+48 )Zx7^ 140x14/- 116x100/^ 404x17/ nr nr 7.5 nr m m nr m :

7 8 O K ĩ rt. l i *. Fig. Schematische weergave maatvoering van de diepe ontgronding op bodemniveau. Opperv lakte op hodemniveau met talud 0m (1:1) Deel A 576x 14/» 5.71 m Deel B ( /x 80» 5.70 m Dee IC (40+08Vx m Deel D 16x9/» 6.56 m Deel E 14x66/» 4.09 m : Deel F 404x168/.96 m Totaal 6.98 m Verschil tussen oppervlakte op maaiveldniveau en bodemniveau is m In fig. 1 is de laagverdeiing aangegeven met de gemiddelde hoogte tot het maaiveld. De inhoud van elke laag ís te berekenen door het gemiddeld oppervlakte per laag te vermenigvuldigen met de laagdikte. Teelaarde m x0,5m nv Af aanwezige vijver 9x50x0,5m~ m / Totaal teelaarde m Ophoogzand (41.967m.(.75Z0,m.x m)).x.4.5m nť Af vijver (afm. op halve hoogte x hoogie)77x5x4.5m» nr -/- Totaal ophoogzand m 1 4

8 Leemlaag (met fijn 7and)(419.67rn-(7,75Z0,x55.689))x5,5m m Grof zand en fijn grind ( ,/0,x55.689)) x 9,7m^ m De teelaarde en de leemlaag zijn bestemd voor de herinrichting. De teelaarde is verkocht. Uit de leemlaag wordt, in strijd met dc vergunning, het fijne zand gehaald en verkocht. De fijne onverkoopbare fractie vloeit terug in de plas. Stel hoeveelheid zand in de leemlaag op 50^0. Hierdoor extra delving aan zand 50 /» van m ^.095.4m Noot: Volgens CZW wordt 90Vo hergebruikt. Waarschijnlijk worden ook dc grovere leemde len hergebruikt. 0 Par.. Ondiepe ontgronding (Zuid-westzijde concessiegebied) - Vergunning In de ontgrondingsvergunning d.d staat onder 1. en 4.8 de ontgrondingsdiepte van a 4 m onder het 'huidige' grondwaterpeil genoemd. Uitgaande dat onder de 'huidige'wordt verstaan dc jaren vóór dc ontgronding. In de Hydrologische effectenstudie ontgronding te Weert 1994 bijlage C1 (bijlage 9 van SGW) is te zien dat de grondwaterstand toen ongeveer,5m +NAP was. In het verwccrschria van GS d.d (014/547) is uit figuur de waterstand van 5m^NAP te halen, gemeten in de winterhalfjaar (Rond het doorgraven van de leemlaag) In de laatste 4 zomerjaren is het waterpeil in de diepe ontgronding ongeveer m +NAP en gelijk aan het peil in de Kruispeel. Het huidige maaiveld ligt bij de plassen Noord op 4,6nH-NAP. Plas Zuid-West op,50m*nap en plas Zuid-Oost op 4 n ^ NAP. (zie tek d.d ). Uitgaande van grondwaterpeil van ongeveer m*nap, zou de ontgrondingsdiepte maximaal varieren tussen minimaal.5 m en maximaal 5.6m. Kijken we naar de doorsnedetekening d.d dan is op schaal een ontgrondingsdiepte van 7 m aangegeven onder een helling van ì : met een leemvullíng in het plas-drasgebied. - Realisatieovereenkomst 1997 In het Programma van eisen d.d onder A wordt de diepte van 7 m onder het maaiveld genoemd. Dit is meer dan de maximale van 5,6m volgens de vergunning. Mogelijk is bij de vergunning van een lager grondwaterpeil uitgegaan. - Inrichtingstekeningen met de doorsneden, (in afwijking van de vergunning) l Iierop zijn dc ontgrondingsdiepten aangegeven tot 6.5 en 8m +N AP met hellingtaluds van 1: en 1:4. Diepten in dc Noordpiassen zijn dan 6,6m.Zuid-Westpias 7m cn Zuid-Oostpias 7.5m Dc paden en wegen zijn m verlaagd l.o.v. de aangegeven maten in de tekeningen bij de vergunning. Dit is in strijd met dc vergunning. Langs een deel van de paden staan 5

9 monumentale eiken. Tevens is dc leemaanvulling weggelaten. (Deze zou gebruikt moeten worden voor dc herinrichting) Dc toekomstige waterpeilen van respectievelijk 0.5m. 1 m en 1,50ntf-NAP zijn tot 1.5m beneden het peil van de Kruispeel. zodat het water van de Kruĩspeel (N000 gebied) naar deze plassen zal stromen wat natuurlijk negatieve gevolgen heeft voor de Kruispeel (NŴ0O) voor wat betreft vedroging en alle gevolgen vandien. - Werkplan (in afwijking van dc vergunning) In de bijlage van de werkplannen zijn de diepten gelijk aan dc Inrichtingstekeningen aangegeven echter de hellingen van de diepere ontgronden zijn 1:, dit in afwijking van dc vergunning, (minimaal 1:) Bij de berekening van de te delven hoeveelheden wordt uitgegaan van bijlage F van Werkplan 01. (zie bijlage! 08b van SGW) Bij het ontbreken van maten zijn de maten genoemd in het Inrichtingsplan aangehouden. Zie voor de maatvoering lig. 4 Berekening inhoud ondiepe ontgronding n 160 ISB V f,9 i 'Cl na i Fig. 4 Schematische weergave maatvoering van de ondiepe ontgronding. Buitenste lijnen insteek tot waterpeil. Middelste lijnen: insteek af waterpeil. Bron: bijlage F uit Werkplan 01 met maatvoering door SGW 6

10 Teelaarde Noord 1 en 8 x gem. 106 m ~ m ' 188xgem. 191 m m 48 x gem. 100 m «4.800-/-IT»* z 148xuem.80m nv* Totaal m ' Inhoud mx0,5m.558 m Zuid-West 17.x.8m9.16 nt 176.x gem. 4 m = 4.4 m 168.xgem. 6 6 m ^ l l m Zuid-Oost 56.x gem.lm nT Totaal 54.58m' Inhoud m x 0,5m-7.64m Totaal 54.7m* Inhoud 54.7 m.x 0,5m-7.l6m Inhoud teelaarde alle ondiepe plassen m x 0,5m = 87.95Í m Andere te delven stoffen per plas. (apart de ondiepe en de diepere ongronding) Noord 1 en Gemiddelde maaivcldhoogte 4,6m. A f teelaarde 0,5m- 4.1 m+nap Hoogte 'waterspiegel'* lm +NAP Afgraving m Gemiddelde hoogtemaat; Helling 1:. Hellingmaat x,1/- 4.5m afinsteek maaiveld. Maten gelijk insteek maaiveld (fîg. 4) - 4,5 m per taludzijde. Tot 'waterspiegel' 19 x gem. 101 n ^ m 191 x 18 m 4.95 m -109 x 5 m = m (deel linkerzijde eraf) 14x71m10.15 Inhoud zand m x m= m Diepere delen Van 1+NAP tot 8 m+nap^ m. Helling 1: Totale zandlaagdikte 4,5m (fig. 1). Reeds gewonnen,1 m Resterend zand 1,4m en leem 1.6m Zand; gemiddelde hoogtemaat, insteek-l,m per taludzijde Leem; gemiddelde hoogtemaat,instcek-4,4m per taludzijde. Noord 1; Zand 101 x gem. 165 x 1,4 m -.1 m Leem 95 x gem. 159 x 1,6 m Noord ; Zand 157 x gem. 19 x 1, m Ixem 1 x gem 151 x 1,6 n ^ Inhoud zand m Inhoud leem nv ĵ ņf m * term gebruikt bij hetlnrichtingsplan voor het waterpeil in de plas 7

11 Zuid-West Gemiddelde maaiveldhoogte,5m. NAP. A f teelaarde 0,5m m.+nap Hoogte 'waterspiegel' 0.5m -i-nap Afgraving,5m Gemiddelde hoogtemaat; Helling 1:. Hellingmaat X.5/»,75m af insteek maaiveld. Maten gelijk insteek maaiveld (fig. 4) - 5 m per taludzijde. - Tot 'waterspiegel' 17 x4 m 8.58 m 168 x 48 m/ = 4.0 m 164 x 18 m/ = m Inhoud /and m x,5m ín Dieper deel Van 0,5 +NAP tot 6,5 m +NAP - 4m. Helling 1:. Totale zandlaagdikte 4,5m (fig. 1). Reeds gewonnen,5m. Resterend zand m cn leem m Zand; gemiddelde hoogtemaat insteek - m per taludzijde Leem; gemiddelde hoogtemaaunsteek - 6m per taludzijde. Zand 16 x 140 x n ^ 8.08Qm Leem 16 x 14 x m= 6.448m l4x 78Zxm^ 9.67m I16x 7/ x = 8.5m H6x8QZxm- 9.80m 114x7/x 8.08m Inhoud zand 57.0m Inhoud leem 5.008m Zuid-Oost Gemiddelde maaiveldhoogte 4 m.+nap. A f teelaarde 0 5irr^ Hoogte 'waterspiegel' Afgraving,5m^NAP K5m m Gemiddelde hoogtemaat; Helling 1:. Hellingmaat x/ m af insteek maaiveld. Maten gelijk insteek maaiveld (fig. 4) - m per laludzijde. Tot 'waterspiegel' 06 x 50 x m~ m' Dieper deel Van 1.5 +NAP tot 6,5m +NAP - 5nv Helling 1:. Totale zandlaagdikte 4,5m (fig. 1). Reeds ontgonnen m. Resterend zand,5m en leem.5m Zand; gemiddelde hoogtemaat, insteek -,5m per laludzijde Leem; gemiddelde hoogtcmaat,insteek - 7,5m per taludzijde Inhoud zand 07 x 119 x,5» m Inhoud leem 197 x 109 x, m NB. T.o.v. de vergunning zijn de hoofd wegen cn paden verdiept geprojecteerd, echter dit is niet apart gerekend. 8

12 Totaal ondiepe ontgronding leem teelaarde Noord 1 en Ondiep deel.558 n ť m Dieper deel Zuid-West Zuid-Oost Ondiep deel Dieper deel 7.64 rrť Ondiep deel 7.16 m Totaal ondiepe ontgronding m m m m m* m Dieper deel grof zand. fijn grind zand m Totaal ondiepe en diepe ontgronding en overschrijdingen leem teelaarde 57.0 m m m m grof zand, fijn zand grind Diepe ontgronding m m ' m m m Ondiepe ontgronding m m m Zand uit de leemlaag bij diepe ontgronding (aanname 50 Zo) m j Zand uit leemlaag bij ondiepe ontgronding *geen Totaal ontgronding m nr' m m 0 Totaal ontgronding delfstoffen (zand- grind) m Max. vlg. vergunning (oorspronkelijk) m Overschrijding 86.94m Overschrijding Vo 0 4 Zo m * m m *' iu 0 68 Zo*' m *^ m * D 05V» 8 Zo Totaal delfstoffen l m Delfstoffen vlg. vergunning m Overschrijding delfstoffen m (10 Zo)* Totale delving m Totale delving vlg. vergunn m Overschrijding tot. delving m (84V«) w * Er wordt vanuitgegaan dat de vrijkomende leemlaag wordt gebruikt voor de herinrichting * Inclusief het fįne zand in de leemlaag * Bij het omrekening van tonnen naar m willen we opmerken dat uit bijlage 14 bij de aanvraag blijkt dat de gemeente met CZW overeenstemming heeft bereikt voor het delven van ',8 miljoen m verhandelbare specie '. In het vergunning aanvraagformulier staat onder punt 8 dat 'de 1,9 miljoen m 1 vrijkomende delfstof (ophoogzand*) en de 1, miljoen m vrijkomende detfstof/grofzand (geschikt voor het veredelen') 'inclusief was- en morsverìiezen' zijn. Deze hoeveelheden zijn dus al met ì(ŕá verhoogd. Ofwel globaal van een dichtheid van 1,7 naar 1.5. Merk op dat met het veredelen reeds rekening is gehouden. ' De hoeveelheden ku nnen iets afwijken door de afwijkende dikte en plaats leemlaag en door de hoeveelheid zand die uit de leemlaag wordt gehaald. 9

13 Samenvatting Door SGW is reeds een berekening gemaakt (bijlage 80b van SGW) Uit deze herberekening blijkt dat de door SGW berekende hoeveelheden kloppen cn zelf nog een fractie hoger uitvallen. De hoeveelheid te delven delfstoffen, ten opzichte van de vergunning, wordt zelfs met 10"?***» overschreden, (eerdere berekening 17 0 zį) I Iet delven van het interessanste en duurste produkt, grof zand en fíjn grind,wordt ten opzichte van de vergunning, zelfs met 05"^ overschreden. Kijkt men naar de totale inhoud van dc huidige ontgronding ten opzichte van de hoeveelheden volgens dc vergunning dan is de overschrijding 84% (eerdere berekening 79^ó) Kr wordt veel meer gedolven dan dat de vergunning toestaat. Niet alleen door het halen van het zand uit de leemlaag maar ook door een veel groter oppervlakte diep te ontgronden. Dus als een 'bak'te ontgronden hetgeen in strijd is met de vergunning. Voor bijlage F uit het het Werkplan 01 (van A naar A4 verkleind) zie volgend blad (108b) 10

14 : - '5 9 fi V*;! 0" s i 'O 'O V Q İ i ; \ \ I Lľ I l i p Bijlage 108b 1