Wijziging plaats van dienst regels omzetbelasting per 1 januari 2010

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Wijziging plaats van dienst regels omzetbelasting per 1 januari 2010"

Transcriptie

1 Wijziging plaats van dienst regels omzetbelasting per 1 januari 2010 Analyse van mogelijke knelpunten bij de implementatie Universiteit van Amsterdam Faculteit der Economische wetenschappen & Econometrie Master Fiscale Economie, reguliere variant Claire Jacqueline Franoise Lardenoije Studentnummer: Eerste beoordelaar: dhr. mr. W. de Wit Tweede beoordelaar: dhr. prof. dr. G.W.J.M. Kampschoer Datum eindversie scriptie: 31 maart 2009

2 2 Inhoud 1 INLEIDING ONDERWERP EN SUBVRAGEN CENTRALE VRAAG PROBLEEMSTELLING SCRIPTIE OPBOUW WIJZIGINGEN IN EUROPEES PERSPECTIEF HISTORIE EUROPESE BTW WETGEVING HISTORIE PLAATS VAN DIENST REGELS REIKWIJDTE RICHTLIJNWIJZIGING PLAATS VAN DIENST REGELS TOT 1 JANUARI LEVERING OF DIENST? BELANG VASTSTELLING PLAATS VAN DIENST HOOFDREGEL UITZONDERINGEN ADMINISTRATIEVE LASTEN TOT 1 JANUARI KNELPUNTEN BIJ DE HUIDIGE PLAATS VAN DIENSTREGELS KWALIFICATIEPROBLEEM: UITZONDERING OF HOOFDREGEL? VESTIGINGSPLAATS DIENSTVERRICHTER ADMINISTRATIEVE LASTEN SAMENGESTELDE PRESTATIES VERVOERSDIENSTEN WERKELIJK GEBRUIK EN WERKELIJKE EXPLOITATIE VERSCHILLENDE BTW-TARIEVEN LIDSTATEN JURISPRUDENTIE HVJ EG PLAATS VAN DIENST REGELS VANAF 1 JANUARI HOOFDREGELS UITZONDERINGEN ADMINISTRATIEVE LASTEN VANAF 1 JANUARI ANALYSE VAN DE NIEUWE PLAATS VAN DIENSTREGELS DOELSTELLINGEN WIJZIGING PLAATS VAN DIENST REGELS VERSCHILLEN TUSSEN OUDE EN NIEUWE PLAATS VAN DIENST REGELS KNELPUNTEN BIJ DE NIEUWE PLAATS VAN DIENSTREGELS RELEVANTIE HUIDIGE JURISPRUDENTIE HVJ EG NA DE WIJZIGINGEN EVALUATIE DOELSTELLINGEN WIJZIGING PLAATS VAN DIENSTREGELS CONCLUSIE...42 LITERATUURLIJST...44

3 3 1 Inleiding Op 4 december 2007 is op Europees niveau een richtlijn aangenomen ter wijziging van de plaats van dienst regels voor de omzetbelasting 1. De plaats van dienst regels verdelen de heffingsbevoegdheid van de lidstaten ten aanzien van de belastingheffing bij levering van diensten. De wijziging van de plaats van dienst regels heeft nogal wat consequenties. De huidige wet zal ingrijpend gaan veranderen. De wijziging heeft onder andere tot gevolg dat alle deelnemende EU-lidstaten hun nationale wetgeving zullen moeten gaan aanpassen conform deze richtlijn. Lidstaten hebben weliswaar een behoorlijke vrijheid bij de keuze om de richtlijn in de nationale regelgeving om te zetten, maar het karakter van de richtlijn vereist dat de nationale wetgeving (ondanks een eventueel verschil in formulering) zoveel mogelijk wordt uitgelegd conform de doelstelling van de richtlijn Onderwerp en subvragen Bij het onderwerp de wijziging van de plaats van dienst regels omzetbelasting kunnen diverse interessante onderzoeksvragen gesteld worden. Enkele subvragen die in deze scriptie aan de orde komen zijn: Hoe zien de huidige plaats van dienstregels er uit? Wat is er kennelijk niet optimaal aan de huidige regels? Hoe gaan de nieuwe plaats van dienst regels er uit zien? Wat zullen mogelijke knelpunten zijn bij de nieuwe plaats van dienst regels? Getracht wordt om door middel van een uitgebreide analyse van zowel de huidige als de nieuwe plaats van dienst regels een antwoord te geven op bovenstaande subvragen. 1.2 Centrale Vraag Aan de wijzigingen van de plaats van dienstregels liggen diverse doelstellingen ten grondslag. De diverse doelstellingen zullen in hoofdstuk 6 van deze scriptie uitgebreid worden besproken, daar het bespreken van deze doelstellingen onderdeel uitmaakt van de analyse van de nieuwe plaats van dienst regels. Een interessante vraag die hierbij op komt is of de nieuwe plaats van dienst regels wel geschikt zijn om die doelen te bereiken of dat er naar verwachting diverse bijwerkingen zullen optreden die het middel erger maken dan de kwaal. De centrale vraag van deze scriptie luidt: Zullen de beoogde doelstellingen die ten grondslag liggen aan de wijziging van de richtlijn met de nieuwe plaats van dienst regels worden behaald? 1 Doesum, A.J. van, e.a., (2008), p Hilten, M.E. van, Kesteren, H.W.M. van, (2007), p. 35

4 4 1.3 Probleemstelling scriptie De probleemstelling van deze scriptie is tweeledig. Enerzijds zal een analyse gegeven worden van de plaats van dienst regels. Besproken wordt de huidige wetgeving en de regelgeving zoals die eruit zal gaan zien na de wijzigingen met betrekking tot de plaats van dienst vanaf 1 januari Anderzijds wordt onderzocht of de beoogde doelstellingen van de wijzigingen van de richtlijn met de nieuwe plaats van dienst zullen worden behaald. In dit kader zal worden besproken welke knelpunten er zijn bij de huidige plaats van dienst regels en wat de knelpunten zullen zijn van de nieuwe plaats van dienst regels. Tevens zal worden beoordeeld in hoeverre de uitspraken van het HvJ EG nog relevant zullen zijn na de wijzigingen. Toetsingskader Besproken worden de huidige en de nieuwe plaats van dienstregels. Geïnventariseerd wordt wat de (mogelijke) knelpunten zijn bij de oude en de nieuwe wetgeving. Hypothese Verondersteld wordt dat de beoogde doelstellingen van de nieuwe plaats van dienst regels zullen moeten leiden tot minder knelpunten. Evaluatie Er zal een evaluatie gegeven worden van de diverse doelstellingen. Door middel van een analyse van de diverse doelstellingen en een inventarisatie van de oude en nieuwe knelpunten, zal geconcludeerd worden of de beoogde doelstellingen met de nieuwe plaats van dienst regels zullen worden behaald of bijvoorbeeld juist zullen leiden tot andere (nieuwe) knelpunten. 1.4 Opbouw In Hoofdstuk 2 wordt de wijziging van de plaats van dienst regels besproken in het kader van de algehele modernisering van de wetgeving in de Europese Unie. Hoofdstuk 3 geeft een beschrijving van de huidige plaats van dienstregels. In Hoofdstuk 4 worden de knelpunten besproken van de huidige plaats van dienst regels. In hoofdstuk 5 wordt ingegaan op de regels met betrekking tot de plaats van dienst zoals die eruit zullen gaan zien vanaf Vervolgens wordt in hoofdstuk 6 een analyse gegeven van de nieuwe plaats van dienst regels. Daarin worden onder andere de verschillen besproken tussen de huidige en de nieuwe plaats van dienstregels. Tevens komen mogelijke knelpunten aan bod die zich bij de implementatie van de nieuwe plaats van dienst regels kunnen aandienen. Ten slotte volgt in hoofdstuk 7 een conclusie.

5 5 2 Wijzigingen in Europees perspectief De omzetbelasting is een economische belasting met een sterk Europees karakter. De btw is volledig gebaseerd op Europese regelgeving. Voor een overzicht van de historie van de omzetbelasting is een introductie van de Europese regelgeving daardoor onmisbaar. Paragraaf 1 geeft een historisch overzicht van de Europese btw wetgeving. Paragraaf 2 gaat in op de historie van de plaats van dienst regels. In paragraaf 3 wordt de reikwijdte van de Europese btw wetgeving besproken. 2.1 Historie Europese btw wetgeving Economische eenwording en harmonisatie staan al sinds de oprichting van de Europese Economische Gemeenschap (EEG: voorloper van de Europese Unie) hoog op de agenda. In 1957 is door zes landen (België, Frankrijk, Italië, Luxemburg, Nederland en West- Duitsland) in Rome het Verdrag tot oprichting van de EEG gesloten 3. De doelstelling van de EEG is het bevorderen van de harmonische ontwikkeling van de economische activiteit binnen de Gemeenschap en tevens zorg te dragen voor een gestadige en evenwichtige expansie, een grotere stabiliteit, verbetering van de levensstandaard en nauwere betrekkingen tussen de lidstaten te bevorderen. Door het instellen van een interne markt (zonder barrières voor het vrije verkeer van kapitaal en goederen) en door het nader tot elkaar brengen van de nationale wetgevingen, zouden deze doelstellingen moeten kunnen worden bereikt. Dat de omzetbelasting een sterk Europees karakter heeft, was al het geval voor de oprichting van de EEG. De voorloper van de omzetbelasting was een fabrikantenbelasting en werd in 1934 in Nederland ingevoerd. Onder Duitse druk, werd in 1941 een omzetbelasting ingevoerd volgens het cumulatief cascadestelsel 4. In 1957 hadden vijf van de toenmalige zes EU-lidstaten een cumulatief cascadestelsel 5. Frankrijk kende sinds 1953 een heffingsstelsel van BTW (Belasting over de Toegevoegde Waarde). De Europese Commissie was van mening dat de handhaving van de verschillende belastingstelsels op het gebied van de omzetbelasting tussen de lidstaten een goede werking van de interne markt nadelig kon beïnvloeden. De omzetbelasting werd uiteindelijk op 1 januari 1969 geharmoniseerd. In alle EU-lidstaten werd voortaan belasting geheven op basis van het huidige BTW-systeem: belastingheffing over de toegevoegde waarde 6. Sindsdien wordt de invulling van de BTW grotendeels door Brussel bepaald. 3 Hilten, M.E. van, Kesteren, H.W.M. van, (2007), p Hilten, M.E. van, Kesteren, H.W.M. van, (2007), Omzetbelasting, p Stelsels worden cumulatief genoemd als geen rekening wordt houden met reeds verschuldigde belasting bij heffingen in eerdere schakels van de bedrijfskolom, C.M. Ettema, J.P. Hulshof en G.J. van Slooten, Wegwijs in de BTW, p Hilten, M.E. van, Kesteren, H.W.M. van, (2007), Omzetbelasting, p. 26

6 6 Op grond van artikel 93 van het EG-Verdrag dienen de indirecte belastingwetgevingen (de omzetbelasting en andere indirecte belastingen) in de lidstaten te worden geharmoniseerd 7. De Europese Commissie schrijft de lidstaten in grote lijnen voor hoe zij hun nationale BTW regels moeten invullen. Zij doet dit met name door middel van richtlijnen en verordeningen. In de considerans van een richtlijn staat onder andere de doelstelling van die richtlijn. Tevens staat het rechtskarakter vermeldt waarmee veelal wordt aangegeven wat en wie belast zou moeten worden met btw. Bij het vaststellen van een wet of richtlijn spelen los van het rechtskarakter diverse andere uitgangspunten een rol, zoals: budgettaire belangen, de doelmatigheid van de belasting, neutraliteit, en niet in de laatste plaats politieke aspecten. 2.2 Historie plaats van dienst regels De huidige plaats van dienst regels zijn grotendeels gebaseerd op de Zesde Richtlijn en gaat als hoofdregel uit van het zogenaamde oorsprongslandbeginsel. Dit beginsel houdt in dat de belasting wordt geheven daar waar de besteding wordt gedaan, met ander woorden: het land waar de dienstverrichter de zetel van zijn bedrijfsuitoefening of vaste inrichting heeft 8. Dit is niet altijd zo geweest. In de Tweede Richtlijn werd als uitgangspunt ervoor gekozen om heffing te laten plaatsvinden in het land waar van de dienst gebruik gemaakt wordt. Hiervoor werd destijds gekozen omdat het lastig werd geacht het bestemmingslandbeginsel als uitgangspunt te nemen, daar diensten niet fysiek de grens over gaan 9. Bij het bestemmingslandbeginsel wordt de belasting geheven in het land van bestemming van goederen en diensten. Een uitgebreid overzicht van de historische ontwikkeling van de plaats van dienst regels kan gelezen worden in het artikel 'Evolution of the EU Place-of-Supply Rules', door de auteur J. Swinkels 10. Bij de vaststelling van haar nieuwe btw-strategie heeft de Europese Commissie de modernisering van de regels betreffende de plaats van levering van diensten tot een van de prioriteiten voor de toekomst uitgeroepen. Dit was de aanzet voor een algemene en grondige herziening van de regels inzake de plaats van levering van diensten als geheel. 2.3 Reikwijdte richtlijnwijziging Alle deelnemende EU-lidstaten die op 1 januari 2010 bij de EU horen, zullen de nieuwe plaats van dienst regels in hun nationale wetgeving geïmplementeerd moeten hebben. Op het moment van schrijven van deze scriptie (tweede helft van 2008) maken de volgende 7 Hilten, M.E. van, Kesteren, H.W.M. van, (2007), p Hilten, M.E. van, Kesteren, H.W.M. van, (2007), p Hilten, M.E. van, Kesteren, H.W.M. van, (2007), pp Swinkels, J. (2006), International VAT Monitor, p. 101

7 7 27 landen deel uit van de Europese Unie (EU): België (BE), Bulgarije (BG), Cyprus (CY), Denemarken (DK), Duitsland (DE), Estland (EE), Finland (FI), Frankrijk (FR), Griekenland (EL), Hongarije (HU), Ierland (IE), Italië (IT), Letland (LV), Litouwen (LT), Luxemburg (LU), Malta (MT), Nederland (NL), Oostenrijk (AT), Polen (PL), Portugal (PT), Roemenië (RO), Slovenië (SI), Slowakije (SK), Spanje (ES), Tsjechië (CZ), Verenigd Koninkrijk (GB) en Zweden (SE) 11. Zie voor een overzicht figuur 1. Figuur 1 Overzichtskaart EU-Lidstaten

8 8 Figuur 2 laat zien welke landen in welk jaar tot de Unie zijn toegetreden. Figuur 2 Jaar van toetreding EU-lidstaten Jaar Land België, Frankrijk, Italië, Luxemburg, Nederland en West- Duitsland (oprichtende lidstaten) 6 Denemarken, Ierland en Verenigd Koninkrijk Griekenland Portugal en Spanje Oost-Duitsland wordt met West-Duitsland tot Duitsland herenigd en wordt zo lid van de EU Finland, Oostenrijk en Zweden Cyprus, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Slovenië, Slowakije en Tsjechië Bulgarije en Roemenië 27 Aantal landen Wellicht dat per 1 januari 2010 (de datum waarop de belangrijkste wijzigingen ten aanzien van de plaats van dienst regels in werking zullen treden) de EU zelfs met nog meer landen is uitgebreid. Hoewel er niet zo veel landen meer zullen toetreden, staat er een aantal landen op de wachtlijst. In 2005 kregen Kroatië en Turkije de status kandidaatlidstaat. Landen die naar verwachting naar een kandidaat-lidmaatschap toe zullen werken zijn: de voormalige Joegoslavische republiek Macedonië, Albanië, Servië (en Kosovo), Montenegro en Bosnië

9 9 3 Plaats van dienst regels tot 1 januari 2010 De huidige plaats van dienst regels zijn gebaseerd op de artikelen 44 tot en met 59 van de Btw-Richtlijn. In de Nederlandse Wet op de Omzetbelasting 1968 (hierna: Wet OB 1968) zijn de plaats van dienstregels opgenomen in de artikelen 6, 6a en 6b (zie paragraaf 3.3 en 3.4). Alvorens we aan de plaats van dienst regels toekomen, dient altijd eerst beoordeeld te worden of een prestatie als een dienst kwalificeert. Dit wordt besproken in paragraaf 1. In paragraaf 2 komt aan de orde waarom de plaatsbepaling van diensten van belang is. Paragraaf 3 bespreekt de hoofdregel die tot 1 januari 2010 van kracht is. Paragraaf 4 gaat in op de huidige uitzonderingen. 3.1 Levering of dienst? Voor de omzetbelasting is een prestatie van een ondernemer onder te verdelen in drie categorieën: een levering van een goed, een levering van een dienst of een combinatie hiervan. Wanneer is er nu sprake van de levering van een goed en wanneer van de levering van een dienst of van een combinatie van beide? In de artikelen 3 en 4 van de Wet OB 1968 staat omschreven wat respectievelijk goederen en diensten zijn. Goederen In artikel 3, lid 1, a van de Wet OB 1968 en in artikel 14 van de Btw-Richtlijn staat wat leveringen van goederen zijn: Als levering van goederen wordt beschouwd de overdracht of overgang van de macht om als eigenaar over een goed/lichamelijke zaak te beschikken. Dit kunnen leveringen van zowel roerende als onroerende zaken zijn. In artikel 3, lid 7 worden goederen omschreven. De omzetbelasting verstaat onder het begrip goederen: alle voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten, alsmede elektriciteit, gas, warmte, koude en dergelijke. Diensten In artikel 4, lid 1 van de Wet OB 1968 en in artikel 24 van de Btw-Richtlijn staat wat leveringen van diensten zijn: Diensten zijn alle prestaties, niet zijnde leveringen van goederen in de zin van artikel 3 respectievelijk artikel 14. Als een prestatie van een ondernemer geen levering van een goed is, betreft het de levering van een dienst. Diensten vormen als het ware een soort restcategorie en zijn alle prestaties die geen levering van goederen zijn. Het begrip diensten is erg ruim. Er vallen niet alleen handelingen onder waarbij iets gedaan of iets gegeven wordt, maar ook iets nalaten (iets niet doen) kan eronder vallen 13. Vervaardigingslevering dan wel verbouwingsdienst Het onderscheid tussen een levering van een dienst dan wel de levering van een goed is soms lastig te bepalen. Dit onderscheid is vooral moeilijk te bepalen bij een verbouwing 13 Blijswijk, J.A.M van, Dijkhuizen, F.J., Lengkeek, L.J., Ziepzeerder, M.J. (2008), p

10 10 van een onroerende zaak, waarbij de vraag zich aandient of er wel of niet sprake is van de vervaardiging van een nieuw goed dat tevoren niet bestond. Als er sprake is van een vervaardiging van een nieuw goed wordt de verbouwing aangemerkt als de levering van een goed. Als er geen sprake is van de vervaardiging van een nieuw goed, wordt de verbouwing aangemerkt als een dienst. Het HvJ EG arrest Van Dijk s Boekhuis gaat hier verder op in 14. Samengestelde prestaties Indien een prestatie bestaat uit een combinatie van de levering van goederen en diensten kunnen zich situaties voordoen waarbij het lastig te bepalen is hoe de samengestelde prestatie behandeld dient te worden. Hoewel het niet altijd nodig is om de samengestelde prestaties afzonderlijk te definiëren, kan het van belang zijn dat beoordeeld moet worden of sprake is van één levering van een goed, één dienst, dan wel twee of meer te onderscheiden leveringen of diensten. Dit kan bijvoorbeeld van belang zijn voor de vraag welk tarief van toepassing is, of er een vrijstelling van toepassing is, maar ook bij de vaststelling waar de prestatie(s) worden verricht (binnen of buiten Nederland) 15. Waarom is het onderscheid van belang of een prestatie een levering van een goed is of een dienst betreft? Dit onderscheid is voornamelijk van belang door de onderstaande punten: Voor de plaats van levering van een goed gelden andere regels dan voor de plaats van levering van een dienst. In tabel I (laag belaste prestaties) wordt in deel a de levering van goederen opgesomd en in deel b de levering van diensten. De zgn. integratieheffing 16 vindt voornamelijk plaats bij interne leveringen en nauwelijks bij interne diensten. 17 Bij werkzaamheden aan onroerende zaken is van belang of sprake is van een dienst of van een levering Belang vaststelling plaats van dienst De bepaling van de plaats van dienstregels is van belang omdat omzetbelasting wordt geheven ter zake van diensten die in Nederland door een als zodanig handelende ondernemer onder bezwarende titel worden verricht. 14 C.M. Ettema, J.P. Hulshof en G.J. van Slooten, Wegwijs in de BTW, pp Blijswijk, J.A.M van, Dijkhuizen, F.J., Lengkeek, L.J., Ziepzeerder, M.J. (2008), p Een integratieheffing vloeit voort uit een interne levering. Een interne levering ontstaat als een ondernemer zelf een goed vervaardigd voor eigen gebruik en daarvoor geen of slechts gedeeltelijk recht op aftrek van voorbelasting heeft, C.M. Ettema, J.P. Hulshof en G.J. van Slooten, (2007). Wegwijs in de BTW, p In artikel 4, lid 2, van de Wet OB 1968 wordt voor bepaalde diensten een integratieheffing geïntroduceerd. Deze geldt echter alleen voor bij ministeriele regeling aangewezen verrichtingen en wordt als dode letter beschouwd, C.M. Ettema, J.P. Hulshof en G.J. van Slooten, (2007). Wegwijs in de BTW, pp Blijswijk, J.A.M van, Dijkhuizen, F.J., Lengkeek, L.J., Ziepzeerder, M.J. (2008), p. 68

11 11 Hieruit kunnen drie vereisten afgeleid worden: 1. De dienst moet in Nederland worden verricht. Heffing van Nederlandse btw kan alleen aan de orde komen als een dienst in Nederland wordt verricht. 2. De dienst moet door een als zodanig handelende ondernemer worden verricht. Heffing van omzetbelasting wegens leveringen van diensten vindt alléén plaats als deze prestaties worden verricht door ondernemers die als zodanig handelen (als ondernemer). 3. De dienst moet onder bezwarende titel worden verricht. Onder bezwarende titel wil zeggen dat er een vergoeding tegenover moet staan. In beginsel kunnen alléén prestaties die tegen vergoeding worden verricht worden belast met btw. 3.3 Hoofdregel De algemene regel voor de plaats van dienst is opgenomen in artikel 43, Btw-Richtlijn. In de Nederlandse Wet OB 1968 staat de hoofdregel in artikel 6, lid 1. Artikel 43, Btw-Richtlijn Als plaats van dienst wordt aangemerkt, de plaats waar de dienstverrichter de zetel van zijn bedrijfsuitoefening of een vaste inrichting heeft gevestigd van waaruit hij die dienst verricht, of bij gebreke van een dergelijke zetel of vaste inrichting, zijn woonplaats of zijn gebruikelijke verblijfplaats. Artikel 6, lid 1, Wet OB 1968 Op grond van de hoofdregel van artikel 6, lid 1 vinden diensten plaats in het land waar de dienstverrichter woont of is gevestigd dan wel een vaste inrichting heeft van waaruit hij de dienst verricht. Uit artikel 43 van de Btw-Richtlijn en artikel 6 van de Wet OB 1968 blijkt dat de vestigingsplaats van de dienstverrichter van belang is bij de plaatsbepaling. Op grond van de letterlijke tekst van beide artikelen kan gedacht worden dat de tekst van artikel 43 iets ruimer is vanwege de toevoeging zijn woonplaats of zijn gebruikelijke verblijfplaats. Van Hilten van Van Kesteren geven echter aan dat uit het Eerste Verslag over de werking van de Omzetbelasting blijkt dat de Commissie bij de situering van diensten vooral dacht aan de plaats van waaruit de bedrijfsactiviteiten worden ontplooid en niet zozeer aan de formeel-juridische vestigingsplaats van de dienstverrichter 19. Onder andere uit de tekst van de hoofdregel blijkt dat het voor omzetbelastingsdoeleinden ook van belang kan zijn wanneer er sprake is van een vaste inrichting. Dit kan niet alleen van belang zijn voor de bepaling van de plaats van dienst, maar ook voor de zogenaamde verleggingsregel uit artikel 12 van de Wet OB Het gaat buiten het bestek van deze scriptie om artikel 12 hier in detail te bespreken, maar het komt er kort gezegd op neer dat de verschuldigdheid van omzetbelasting in bepaalde situaties verlegd wordt naar de afnemer van de prestatie 20. Zoals eerder aan de orde is gekomen, gaat de hoofdregel uit van het oorsprongslandbeginsel. Op deze hoofdregel bestaan een groot aantal uitzonderingen 19 Hilten, M.E. van, Kesteren, H.W.M. van, (2007), pp C.M. Ettema, J.P. Hulshof en G.J. van Slooten, Wegwijs in de BTW, pp

12 12 (zie paragraaf 3.4). Bij de beoordeling van de plaats van dienst is het belangrijk te weten, dat sinds het HvJ EG arrest Dudda duidelijk is geworden dat de hoofdregel geen voorrang heeft op de uitzonderingen 21. De uitzonderingen moeten restrictief worden uitgelegd. Zodra duidelijk is dat geen specifieke uitzondering van toepassing is, kan worden teruggevallen op de hoofdregel. 3.4 Uitzonderingen De uitzonderingen op de hoofdregel staan in de artikelen 6, lid 2 en artikel 6a, lid 3 en 4 van de Wet OB In de Btw-Richtlijn zijn de uitzonderingen opgenomen in de artikelen 44 tot en met 59. In de subparagrafen t/m worden de uitzonderingen beknopt besproken Diensten van tussenpersonen In artikel 6a, lid 3 van de Wet OB 1968 en artikel 56, lid 1, sub L van de Btw-Richtlijn zijn bemiddelingsdiensten opgenomen die afwijken van de hoofdregel. Artikel 6a, lid 3, sub a van de Wet OB 1968 stelt dat de bemiddelingsdiensten die betrekking hebben op intracommunautair goederenvervoer geacht worden plaats te vinden op de plaats van het vertrek van het vervoer. In artikel 6a, lid 3, sub b van de Wet OB 1968 is vastgelegd dat bemiddelingsdiensten bij het verrichten van een dienst in verband met activiteiten die samenhangen met intracommunautair goederenvervoer, geacht worden plaats te vinden op de plaats waar de dienst daadwerkelijk wordt verricht. Artikel 6a, lid 3, sub c stelt dat bemiddelingsdiensten die betrekking hebben op andere diensten dan de twee hiervoor genoemde diensten en andere diensten betreft dan de zogenoemde 6-2-d-diensten worden geacht plaats te vinden daar waar de onderliggende prestaties op grond van de Wet op de Omzetbelasting worden verricht Diensten met betrekking tot onroerend goed Diensten met betrekking tot onroerende zaken worden volgens artikel 6, lid 2, a van de Wet OB 1968 en artikel 45 van de Btw-Richtlijn verricht daar waar de onroerende zaak gelegen is. Ook diensten die rechtstreeks verband houden met de feitelijke totstandkoming van (een deel van) een bepaalde roerende zaak vallen eronder, zoals verhuur, schoonhouden, herstellen, verbouwen 22. Indien het onroerende goed niet bepaald is, valt de dienst niet onder de uitzondering maar onder de hoofdregel. Als voorbeeld hiervan noemen Ettema, Hulshof en Van Slooten een door een architect verrichtte dienst waarbij de plaats van het object nog niet vaststond en de bouw van het getekende onroerende goed geen doorgang vindt 23. Volgens Van Hilten en Van Kesteren valt de dienst van een architect wiens ontwerp niet wordt gerealiseerd, 21 C.M. Ettema, J.P. Hulshof en G.J. van Slooten, Wegwijs in de BTW, p C.M. Ettema, J.P. Hulshof en G.J. van Slooten, Wegwijs in de BTW, p C.M. Ettema, J.P. Hulshof en G.J. van Slooten, Wegwijs in de BTW, p. 193

13 13 maar waarvan de locatie van het object vast lag wel onder de uitzonderingsregel, aangezien de dienst dan betrekking zal hebben gehad op een bepaalde onroerende zaak Vervoersdiensten Goederenverkeer dat niet als intracommunautair kan worden aangemerkt, alsmede het vervoer van personen wordt geacht te zijn verricht daar waar de feitelijke handeling van het vervoer wordt verricht. Dit is opgenomen in artikel 46 van de Btw-Richtlijn en artikel 6, lid 2, b van de Wet OB Dit betekent dat bij grensoverschrijdend vervoer het traject moet worden gesplitst: het vervoer in Nederland is belast met Nederlandse btw, het vervoer in Duitsland is belast met Duitse btw, enzovoorts 25. Indien het intracommunautaire vervoersdiensten 26 betreft, wordt de dienst op grond van artikel 6a, lid 1 van de Wet OB 1968 en artikel 47 van de Btw-Richtlijn geacht te zijn verricht op de plaats van het vertrek van het vervoer. Als echter intracommunautaire goederenvervoersdiensten worden verricht voor afnemers die voor btw-doeleinden zijn geïdentificeerd 27 in een andere lidstaat dan de lidstaat van vertrek van het vervoer, wordt de plaats van dienst geacht te zijn gelegen binnen het grondgebied van de lidstaat die aan de afnemer het btw-identificatienummer heeft toegekend waaronder hem de dienst is verleend op grond van artikel 48 van de Btw-Richtlijn Culturele en soortgelijke diensten, diensten die samenhangen met vervoer of betrekking hebben op roerende lichamelijke zaken Artikel 6, lid 2, c ten 1 e t/m ten 3 e van de Wet OB 1968 en artikel 52 van de Btw-Richtlijn bespreken diverse diensten waarvan de plaats geacht wordt te zijn gelegen daar waar de activiteiten werkelijk plaatsvinden. Het betreft de volgende diensten: 1 e Culturele, artistieke, sportieve, wetenschappelijke, onderwijs- vermakelijkheids- of soortgelijke activiteiten. 2 e Laden, lossen of soortgelijke met vervoer samenhangende diensten. 3 e Werkzaamheden, deskundigenonderzoeken daaronder begrepen, met betrekking tot roerende zaken. Artikel 6a, lid 2 van de Wet OB 1968 en artikel 53 van de Btw-Richtlijn vormen een uitzondering op de artikelen 6, lid 2, ten 2 e en 52 van de Btw-Richtlijn. De diensten bestaande uit laden, lossen of soortgelijke activiteiten die samenhangen met intracommunautaire goederenvervoer, die worden verleend aan afnemers aan wie een btw-identifictatienummer is toegekend in een andere lidstaat dan die waar de activiteiten 24 Hilten, M.E. van, Kesteren, H.W.M. van, (2007), p Hilten, M.E. van, Kesteren, H.W.M. van, (2007), p Prestaties tussen EU-lidstaten onderling wordt intracommunautair genoemd, Hilten, M.E. van, Kesteren, H.W.M. van, (2007), pp Een belastingplichtige is voor btw-doeleinden geïdentificeerd als hij voor de btwwetgeving als ondernemer kwalificeert en een btw identificatienummer van de belastingdienst toegekend heeft gekregen.

14 14 plaatsvinden, worden verricht in de lidstaat van de opdrachtgever 28. Is de dienstverrichter zelf niet in de lidstaat van de opdrachtgever gevestigd, dan wordt de heffing van de omzetbelasting verlegd naar de opdrachtgever op grond van artikel 12, lid 2 van de Wet OB Diverse diensten belast op de plaats van de afnemer In artikel 6, lid 2, d, ten 1 e t/m ten 12 e van de Wet OB 1968 en de artikelen 56 en 57 van de Btw-Richtlijn staan de zogenoemde 6-2-d-diensten opgesomd. Het betreft de volgende diensten: 1 e de overdracht en het verlenen van auteursrechten, octrooirechten, licentierechten, rechten op fabrieks- en handelsmerken en andere soortgelijke rechten; 2 e de diensten op het gebied van reclame; 3 e de diensten, verricht door raadgevende personen, ingenieurs, adviesbureaus, advocaten, accountants, en soortgelijke diensten, alsmede informatieverwerking en - verschaffing; 4 e de verbintenis om een beroepsactiviteit of onder 1 vermeld recht geheel of gedeeltelijk niet uit te oefenen; 5 e bank-, financiële en verzekeringsverrichtingen, met uitzondering van verhuur van safeloketten; 6 e het beschikbaar stellen van personeel; 7 e de verhuur van roerende zaken, met uitzondering van vervoermiddelen; 8 e telecommunicatiediensten, te weten diensten die betrekking hebben op de transmissie, uitzending of ontvangst van signalen, tekst, beelden en geluiden of informatie van allerlei aard, via draad, radiogolven, optische of andere elektromagnetische systemen, daaronder begrepen de overdracht en het verlenen van recht om gebruik te maken van capaciteit voor een dergelijke transmissie, uitzending of ontvangst, alsmede het verlenen van toegang tot wereldwijde informatienetten; 9 e radio- en televisieomroepdiensten; 10 e elektronische diensten; 11 e het bieden van toegang tot, en van transport of transmissie via, aardgas- en elektriciteitsdistributiesystemen en het verrichten van andere daarmee rechtstreeks verbonden diensten; 12 e het bemiddelen bij de verlening van diensten als hiervoor in dit onderdeel zijn bedoeld, door tussenpersonen handelend op naam en voor rekening van een ander. In deze van de hoofdregel afwijkende categorie uitzonderingen wordt de plaats van de dienst geacht te zijn verricht daar waar de afnemer van de dienst woont of is gevestigd dan wel een vaste inrichting heeft. Hierop bestaat echter een uitzondering. Indien de diensten worden verleend aan afnemers die binnen de EU wonen en geen ondernemer betreft (particulier of overheidslichaam) is de hoofdregel van artikel 6, lid 1 van de Wet OB 1968 van toepassing. 28 Hilten, M.E. van, Kesteren, H.W.M. van, (2007), pp

15 Werkelijke gebruik en werkelijke exploitatie Omdat de plaats van dienst regels zo in elkaar zitten dat niet kan worden uitgesloten dat in bepaalde situaties in het geheel geen belasting geheven wordt of dat dubbele heffing plaatsvindt, is de lijst met uitzonderingen nog verder uitgebreid met artikel 6 lid 2, e ten 1 e t/m ten 3 e en artikel 6, lid 2, f van de Wet OB 1968 (conform artikel 58 van de Btw- Richtlijn). Deze artikelen komen erop neer dat indien de zogenaamde 6-2-d-diensten op grond van de gewone regels zouden leiden tot niet-heffing of dubbele heffing, het de lidstaten mogelijk wordt gemaakt om de opgenomen diensten belastbaar te stellen in het binnenland wanneer het werkelijke gebruik en de werkelijke exploitatie in het binnenland geschieden. Nederland heeft van deze mogelijkheid gebruik gemaakt, maar lidstaten zijn dit niet verplicht. Met uitzondering van langs elektronische weg verrichte diensten die aan niet-belastingplichtigen worden verricht. Daarvoor zijn lidstaten wel verplicht regels ter voorkoming van concurrentieverstoring op te nemen Administratieve lasten tot 1 januari 2010 In deze paragraaf worden de administratieve lasten besproken van de huidige btw wetgeving. In paragraaf wordt de btw teruggaafprocedure besproken en in paragraaf de thans geldende registratieverplichting Btw teruggaafprocedure Internationaal opererende bedrijven die buitenlandse btw in rekening gebracht hebben gekregen op aan hen verleende diensten, kunnen een verzoek om teruggaaf van btw doen. Onder de huidige regelgeving, moeten internationaal opererende bedrijven een achtste of dertiende Richtlijn teruggaaf verzoek indienen bij de diverse belastingdiensten van de verschillende landen om de in rekening gebrachte btw op aan hen verleende diensten terug te vragen. Indien het bijvoorbeeld Nederlandse btw betreft waarvoor een bedrijf een teruggaaf wil, kan dat door middel van het indienen van een achtste of dertiende Richtlijn teruggaafverzoek bij de Nederlandse belastingdienst. Het bedrijf kan de btw slechts terugkrijgen als ze voldoet aan alle volgende voorwaarden: Het betreft een ondernemer die buiten Nederland is gevestigd. De ondernemer verricht geen prestaties in Nederland of verricht prestaties in Nederland, maar de heffing is verlegd naar een afnemer in Nederland. Er is Nederlandse btw aan de ondernemer in rekening gebracht. De prestaties waarop de Nederlandse btw drukt, worden gebruikt voor handelingen waarvoor de ondernemer aftrek zou krijgen wanneer zij in Nederland zouden plaatsvinden. Het btw teruggaafverzoek wordt pas in behandeling genomen nadat de ondernemer zich bij de Nederlandse belastingdienst als buitenlandse ondernemer heeft laten registreren. Tevens geldt als eis dat het verzoek binnen 6 maanden na afloop van het kalenderjaar 29 Hilten, M.E. van, Kesteren, H.W.M. van, (2007), pp

16 16 waarin het recht op teruggaaf is ontstaan moet worden gedaan. Het verzoek moet betrekking hebben op ten minste 3 maanden en ten hoogste op een kalenderjaar. Het tijdvak van teruggaaf mag minder dan 3 maanden zijn, als het gaat om het resterende gedeelte van een kalenderjaar. Het belastingbedrag dat de ondernemer terugvraagt, moet ten minste 200 bedragen als het verzoek betrekking heeft op een tijdvak van ten minste 3 maanden, maar geen vol kalenderjaar en ten minste 25 bedragen als het verzoek betrekking heeft op een kalenderjaar of het resterende gedeelte van een kalenderjaar. Bovendien moet de ondernemer tevens de volgende documenten bijvoegen: verklaring van ondernemerschap en de originele facturen Registratie Internationaal opererende bedrijven die in diverse lidstaten belastbare omzet genereren moeten zich nu in al die lidstaten laten registreren en vervolgens op basis van de aldaar geldende regels en taal btw-aangifte doen (voor zover de verleggingsregeling niet van toepassing is).

17 17 4 Knelpunten bij de huidige plaats van dienstregels In dit hoofdstuk volgt een analyse van knelpunten bij de huidige plaats van dienst regels. Besproken worden de meest in het oog springende knelpunten die in de literatuur naar voren komen. De knelpunten bij de plaats van dienstregels zijn van algemeen belang. De directe belanghebbenden zijn gerechtelijke instanties, de overheid en het bedrijfsleven, aangezien deze partijen geregeld met de plaats van dienst regels werken. De indirecte belanghebbenden zijn de eindgebruikers van de diensten. Het moge duidelijk zijn dat de uiteindelijke gebruikers ook gebaat zijn bij zo min mogelijk knelpunten. Vooral daar waar onduidelijke regelgeving tot dubbele heffing zou kunnen leiden. Paragraaf 1 bespreekt het knelpunt van de kwalificatieproblemen bij diensten. In paragraaf 2 staat de vestigingsplaats van de dienstverrichter als knelpunt centraal. Paragraaf 3 bespreekt knelpunten ten aanzien van administratieve lasten. In paragraaf 4 wordt het knelpunt samengestelde prestaties besproken. Paragraaf 5 bespreekt knelpunten bij vervoersdiensten. Paragraaf 6 bespreekt het knelpunt bij de werkelijke verbruik en werkelijke exploitatieregels. In paragraaf 7 wordt besproken dat verschillende btwtarieven tot knelpunt leiden. Tot slot gaat paragraaf 8 in op de knelpunten naar aanleiding van jurisprudentie van het HvJ EG. 4.1 Kwalificatieprobleem: uitzondering of hoofdregel? Een van de knelpunten bij de huidige plaats van dienst wetgeving betreft het kwalificatieprobleem of een prestatie (nadat vaststaat dat sprake is van een dienst), onder een van de uitzonderingen (artikel 6, lid 2, artikel 6a en 6b Wet OB 1968) of onder de hoofdregel (artikel 6, lid 1 Wet OB 1968) valt. Aangezien sinds het HvJ EG arrest Dudda duidelijk is geworden dat de hoofdregel geen voorrang heeft, worden diensten altijd eerst beoordeeld of ze voldoen aan een van de uitzonderingen. Als dat niet het geval is, is vervolgens pas de hoofdregel van toepassing. Van Hilten en Van Kesteren achten de regeling van de plaats van de dienst, ondanks de gedetailleerdheid, niet voldoende om dubbele heffing en niet-heffing te voorkomen. Juist de uitgebreidheid van de regeling leidt volgens hen tot veel interpretatiegeschillen 30. Volgens Van Hilten en Van Kesteren blijkt steeds vaker dat de regeling omtrent de plaats van dienst voor verschillende uitleg vatbaar is en bovendien niet opgewassen is tegen de technologische ontwikkelingen (telecommunicatie, internet) 31. Van Hilten en Van Kesteren geven aan dat er veel vragen zijn waar noch de wet noch de Richtlijn antwoord op geeft en dat ook de jurisprudentie van het HvJ EG veelal te wensen overlaat. Het HvJ EG is bijvoorbeeld niet consistent of een uitzondering ruim dan wel eng moet worden uitgelegd. Zo werden reclamediensten 32 in de HvJ EG arresten Commissie tegen Frankrijk, Luxemburg en Spanje ruim uitgelegd, terwijl diensten van advocaten 33 in 30 M.E. van Hilten en H.W.M. van Kesteren, (2007) Omzetbelasting, p M.E. van Hilten en H.W.M. van Kesteren, (2007), p Reclemediensten zijn opgenomen in artikel 6, lid 2, onderdeel d, ten 2e 33 Diensten van advocaten zijn opgenomen in artikel 6, lid 2, onderdeel d, ten 3e

18 18 het HvJ EG arrest Von Hoffman eng werd uitgelegd. De Europese Commissie heeft onderkend dat de plaats van dienst regeling soms meer vragen oproept dan ze beantwoordt 34. De auteur van de Leur constateert dat er op verschillende terreinen verschil in interpretatie bestaat in de lidstaten. Op diverse onderdelen is verdere vereenvoudiging en harmonisatie noodzakelijk. De huidige verschillen in interpretatie zijn echter zozeer ingebed in de eigen rechtssystemen, dat een algehele harmonisatie nauwelijks te verwachten is Vestigingsplaats dienstverrichter Een ander knelpunt bij de huidige plaats van dienst regels is dat de vestigingsplaats van de dienstverrichter lang niet altijd even duidelijk is vast te stellen. In paragraaf 3.3 is al even aan de orde gekomen dat uit artikel 43 van de Btw-Richtlijn en artikel 6 van de Wet OB 1968 blijkt dat de vestigingsplaats van de dienstverrichter van groot belang is bij de huidige plaatsbepalingsregels. Dit lijkt makkelijk vast te stellen, maar kan in sommige gevallen best een lastige aangelegenheid zijn. Bovendien wijkt de letterlijke tekst van artikel 43 van de Btw-Richtlijn af van die van artikel 6 van de Wet OB Van Hilten en Van Kesteren wijzen in dit kader op het HvJ EG arrest Planzer waarin het HvJ EG heeft beslist dat de door de achtste of dertiende Richtlijn gebezigde term zetel van bedrijfsuitoefening aldus moet worden uitgelegd dat deze is gelegen daar waar de voornaamste beslissingen betreffende de algemene leiding van de vennootschap worden genomen en waar de centrale bestuurstaken van de vennootschap worden uitgeoefend. Van Hilten en Van Kesteren zijn van mening dat aangenomen mag worden dat deze uitleg de betekenis heeft van de plaatsbepalingsregels van de Btw-Richtlijn 36. Ook de vraag of al dan niet sprake is van een vaste inrichting (van waaruit de dienst wordt verricht of waardoor een dienst wordt afgenomen) kan lastig zijn om vast te stellen. Een ander knelpunt betreft de vraag of er al dan niet een (belastbare) dienst wordt verricht tussen een hoofdhuis en een vaste inrichting onderling indien het hoofdhuis en de vaste inrichting in verschillende landen gevestigd zijn. In het rapportvoorstel uit 2003 voor de wijziging van de plaats van dienstregels wordt dit probleem onderkend 37. De Commissie is van mening dat diensten tussen verschillende bijkantoren van een onderneming of tussen een bijkantoor en het hoofdkantoor buiten het toepassingsgebied van de btw vallen, mits zij tot dezelfde juridische entiteit behoren. Een knelpunt is echter dat de verschillende lidstaten dit standpunt niet gelijkmatig delen. 4.3 Administratieve lasten Uit het rapport van 30 juli 2002 (COM (2002) 441 def.) van de Europese Commissie over de stand van zaken over de interne markt voor diensten blijkt dat betaling en terugbetaling van btw de vaakst genoemde problemen zijn bij grensoverschrijdende 34 M.E. van Hilten en H.W.M. van Kesteren, (2007), p M.W.M. van de Leur, (1996), p M.E. van Hilten en H.W.M. van Kesteren, (2007), p COM (2003) 822 def., p.10

19 19 dienstenactiviteiten 38. Op basis hiervan kan gesteld worden dat de administratieve lasten een van de grootste knelpunten zijn bij de huidige plaats van dienstwetgeving. De reden dat de administratieve lasten van het huidige btw systeem een knelpunt vormen, komt door de omslachtige btw teruggaaf procedure gebaseerd op de achtste en dertiende Richtlijn (zoals besproken in paragraaf 3.5.1) én de registratieverplichting (zie paragraaf 3.5.2). De btw teruggaaf procedure kan een ingewikkeld en tijdrovend proces zijn. Om deze ingewikkelde en tijdrovende achtste dan wel dertiende richtlijn teruggaaf verzoeken te vermijden wordt op dit moment vaak oneigenlijk gebruik gemaakt van de verleggingsregels van artikel 12, Wet OB De registratieverplichting vormt vooral voor kleine en middelgrote bedrijven zonder vestiging in die andere lidstaten een grote belemmering voor hun grensoverschrijdende economische activiteiten. De auteur Kamminga besteed uitgebreid aandacht aan deze problematiek en houdt in zijn artikel Het actuele BTW-beleid van de Europese Commissie, in perspectief een pleidooi voor het zgn. éénloketsysteem waarmee de administratieve lasten ten aanzien van registratie aanzienlijk zouden kunnen worden teruggebracht Samengestelde prestaties De huidige regels bieden geen passende oplossing voor samengestelde diensten of dienstenpakketten. In het rapportvoorstel voor de wijziging van de plaats van dienstregels wordt dit probleem onderkend 41. In paragraaf 3.1 is al even kort aangehaald dat het van belang kan zijn dat ten aanzien van samengestelde prestaties beoordeeld dient te worden of er sprake is van één levering van een goed, één dienst, dan wel twee of meer te onderscheiden leveringen of diensten. Dit onderscheidt is onder andere van belang voor de vraag waar de prestatie(s) worden verricht (binnen of buiten Nederland). Aangezien in de huidige regelgeving de plaatsbepaling voor diensten anders worden behandeld dan voor goederen, kan het van belang zijn om samengestelde diensten uit elkaar te trekken in een separate dienst dan wel de levering van een goed. Sinds het HvJ EG arrest CPP is weliswaar iets duidelijker geworden hoe het Europese Hof van Justitie tegen de samengestelde prestaties aankijkt, het blijkt niet altijd een makkelijke aangelegenheid te zijn. Het HvJ heeft in het CPP arrest onder ander benadrukt dat prestaties niet gekunsteld uit elkaar getrokken moeten worden, maar dat met name van belang is hoe de modale gebruiker de prestatie ervaart. De auteurs Liebman en Rousselle stellen in hun bijdrage in 'VAT Treatment of Composite Supplies', International VAT Monitor 2006 dat bij het bepalen van de plaats van de prestatie de benadering die uitgaat van een dienst de overhand heeft en ook de voorkeur geniet. Liebman en Rousselle geven aan dat het HvJ EG deze benadering heeft gevolgd in de zaken Faaborg, CPP en Levob. Zij wijzen er echter op dat er ook andere benaderingen mogelijk zijn J.A. Kamminga, (2004), p COM (2003) 822 definitief, p.5 40 J.A. Kamminga, (2004), p COM (2003) 822 def., p H. Liebman en O. Rousselle, (2006) p. 110

20 Vervoersdiensten De plaats van belastingheffing van een vervoermiddel heeft meerdere malen aanleiding gegeven tot geschillen. Twee knelpunten van de huidige plaats van dienst regels ten aanzien van vervoersdiensten die in deze paragraaf besproken worden zijn de uitzonderingsregels met betrekking tot de internationale personenvervoersdiensten (paragraaf 4.5.1) en de verhuur van vervoermiddelen (paragraaf 4.5.2) Internationale personenvervoerdienst Bij een internationale personenvervoerdienst wordt er per land waar doorheen gereisd wordt een stukje btw in rekening gebracht. Om een voorbeeld te noemen: op een treinkaartje van Nederland naar Frankrijk, via België, wordt Nederlandse, Belgische en Franse btw in rekening gebracht. Dit principe voldoet weliswaar geheel aan het criterium btw op de plaats van verbruik, maar het is een behoorlijk omslachtige uitzondering op de plaats-van-dienst-hoofdregel. Een vervoerder moet zich bovendien in alle drie de landen voor de btw laten registreren en btw afdragen Verhuur van vervoermiddelen Daar vervoermiddelen gemakkelijk grenzen kunnen oversteken, is het lastig te bepalen waar zij worden gebruikt. Voor de btw-heffing werd in de Zesde Richtlijn daarom een praktisch aanknopingspunt gekozen. Ten aanzien van de verhuur van vervoermiddelen is bepaald dat de dienst wordt geacht te zijn verleend, niet op de plaats waar de verhuurde goederen worden gebruikt, maar omwille van eenvoud op de plaats waar de dienstverlener de zetel van zijn bedrijfsuitoefening heeft gevestigd. Doordat de lidstaten verschillende regels met betrekking tot btw-aftrek voor voertuigen toepassen, is de grensoverschrijdende verhuur van motorvoertuigen (in het bijzonder de leasing op de lange termijn aan belastingplichtigen) een knelpunt. Belastingplichtigen zullen geneigd zijn om voertuigen voor zakelijke doeleinden in een andere dan hun eigen lidstaat te leasen, om op die manier van gunstigere aftrekregels te profiteren Werkelijk gebruik en werkelijke exploitatie Een van de uitzonderingen op de hoofdregel betreffen de zogenaamde werkelijke gebruik en werkelijke exploitatie -regels, zoals beschreven in paragraaf Een mogelijk knelpunt ten aanzien van de werkelijke gebruik en werkelijke exploitatie -regels kan zijn, dat de lidstaten zelf mogen bepalen of ze die regels zullen implementeren. Dit kan leiden 43 Kastelein, W.D., Merkx, M.M.W.D., Btw-pakket, deel 3, Uitzonderingen, (2008), p COM (2003) 822 def., p. 5

21 21 tot een discrepantie, namelijk als bepaalde lidstaten deze regels wel in hun nationale wetgeving implementeren en andere lidstaten niet. Met dubbele heffing of niet-heffing als gevolg. 4.7 Verschillende btw-tarieven lidstaten Een ander knelpunt van de huidige plaats van dienst wetgeving betreft het feit dat de lidstaten van de Europese Unie tot op zekere hoogte verschillende btw-tarieven mogen hanteren. De lidstaten mogen momenteel in beginsel drie verschillende btw-tarieven hanteren: één algemeen tarief van tenminste 15% en één of twee verlaagde tarieven van minimaal 5%. Het maximum tariefsverschil tussen de EU lidstaten bedroeg in 2008 maarliefst 10%. Zweden hanteert op dit moment het hoogste algemene btw tarief (25%) en Luxemburg het laagste (15%) 45. Bij de zevenentwintig EU lidstaten horen 27 rijksschatkisten die flink gespekt worden door de btw opbrengsten. Dat hier een conflicterende werking vanuit kan gaan behoeft bijna geen aanvullende tekst en uitleg. Het feit dat de lidstaten tot op zekere hoogte verschillende btw-tarieven mogen hanteren heeft er zelfs bijna toe geleid dat de plaats van dienst regels niet zouden worden gewijzigd. Het btw voorstel voor de wijziging van de plaats van dienst regels heeft een tijdlang vastgezeten omdat met name Luxemburg problemen had met de voorgestelde wijzigingen. Veel dienstverrichters op het gebied van de telecommunicatie, radio- en televisieomroepen en internet uit EU- en niet-eu landen die hun diensten aanboden aan particulieren hadden zich in Luxemburg gevestigd, zodat zij Luxemburgse btw (lage tarief) in rekening konden brengen aan hun klanten in plaats van de lokale, hogere btw-tarieven van de lidstaten waar hun afnemers wonen of zijn gevestigd. Door de wijzigingen die het voordeel wegnemen dat Luxemburg nu heeft, uit te stellen tot 1 januari 2015 én door Luxemburg een financiële tegemoetkoming te geven, is Luxemburg toch overstag gegaan 46. Daarnaast is mede door de komst van de euro het vergelijken van prijzen tussen lidstaten gemakkelijker geworden 47. Tariefsverschillen (en daaraan gekoppeld prijsverschillen) binnen de EG kunnen ertoe leiden dat de concurrentieverhoudingen tussen ondernemers in verschillende lidstaten worden verstoord. 4.8 Jurisprudentie HvJ EG Tevens kunnen er knelpunten van de huidige plaats van dienst wetgeving worden afgeleid uit de huidige jurisprudentie van het HvJ EG. De jurisprudentie van het HvJ EG kan als een indicator worden gezien van hoe duidelijk de huidige Europese btw wetgeving is. Alleen als de uitleg van de Europese wetgeving op een bepaald vlak onduidelijk is, kan er 45 Doesum, A.J., van (2008), e.a., WFR 2008/279, noot 46 Doesum, A.J., van (2008), e.a., WFR 2008/ M.E. van Hilten en H.W.M. van Kesteren, (2007), pp

22 22 over die wetgeving een prejudiciële vraag 48 worden gesteld. Ondanks dat de jurisprudentie van het HvJ EG directe werking heeft (elke belanghebbende kan er rechtstreeks een beroep op doen), blijft het stellen van een prejudiciële vraag voorbehouden aan een selecte groep personen. Bij veel plaats-van-dienst-arresten van het HvJ EG gaat het geschil over de vraag of de dienst onder de hoofdregel valt dan wel onder een uitzonderingsregel (Dudda, Maatschap Linthorst, Von Hoffman, Lipjes) 49. Bij een aantal plaats-van-dienst-arresten gaan de prejudiciële vragen die aan het HvJ EG werden voorgelegd om extra uitleg bij bepaalde begrippen: is er sprake van leveringen of diensten (Faaborg-Gelting-Linien), wel/geen vaste inrichting (Faaborg-Gelting-Linien, Berkholz, DFDS A/S, Aro Lease BV, Lease Plan Luxembourg SA), wel/geen samengestelde diensten (Levob Verzekeringen). De manier waarop het HvJ EG een aantal plaats-van-dienst-arresten heeft afgehandeld, is vrij opmerkelijk. In tal van arresten (Berkholz, Hamman, Dudda) haalt het Hof van Justitie de zogenaamde zevende overweging van de considerans behorende bij de Richtlijn aan in haar uitspraak. Volgens het HvJ EG wordt de werkingssfeer van artikel 9 van de Zesde Richtlijn (artikel 6, Btw-Richtlijn) uitgelegd in de zevende overweging van de considerans behorend bij de Zesde Richtlijn. Deze luidt als volgt: overwegende dat de vaststelling van de plaats van de belastbare handelingen heeft geleid tot competentie conflicten tussen de Lid-Staten.de plaats van diensten in beginsel moet worden vastgesteld op de plaats waar de dienstverrichter de zetel van zijn bedrijfsuitoefening heeft gevestigd, maar dat die plaats evenwel in bepaalde gevallen moet worden vastgesteld in het land van de ontvanger van de diensten, met name voor sommige diensten tussen belastingplichtigen waarvan de kosten in de prijs van de goederen worden opgenomen. Naast de zevende overweging van de considerans bij de Richtlijn speelt ook het begrip fiscaal nuttige plaats een belangrijke rol in de huidige jurisprudentie van het HvJ EG. Het HvJ concludeert in de arresten Berkholz en DFDS dat voor het bepalen van de plaats van dienst de aansluiting bij een vaste inrichting slechts mogelijk is als deze inrichting een zekere bestendigheid heeft door het duurzaam ter beschikking stellen van personeel en technische middelen. Het Hof stelt dat als plaats van dienst dient te worden aangemerkt de plaats die fiscaal het nuttigst is voor de heffing en dat pas als de zetel van bedrijfsuitoefening niet tot een fiscaal rationele oplossing leidt, dan vervolgens pas een andere inrichting als plaats van heffing dient te worden aangemerkt. 48 Een prejudiciële vraag is een rechtsvraag van een hogere rechter aan het HvJ EG (bijvoorbeeld van de Hoge Raad der Nederlanden aan het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen), betreffende de uitleg van een rechtsregel, 49 Nieuwenhuizen, W.A.P. (2007/2008), pp

HOOFDSTUK 1 Een systematiek voor het oplossen van btw-problemen

HOOFDSTUK 1 Een systematiek voor het oplossen van btw-problemen HOOFDSTUK 1 Een systematiek voor het oplossen van btw-problemen De wijze waarop internationale transacties in de heffing van btw worden betrokken, wordt bepaald door de systematiek van de btw-wetgeving.

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE. Lijst van afkortingen / XIII. Inleiding / XV

INHOUDSOPGAVE. Lijst van afkortingen / XIII. Inleiding / XV INHOUDSOPGAVE Lijst van afkortingen / XIII Inleiding / XV HOOFDSTUK 1 Een systematiek voor het oplossen van btw-problemen / 1 1.1 Systematiek in de btw / 1 HOOFDSTUK 2 Welke landen maken deel uit van de

Nadere informatie

2 Leveringen van goederen naar

2 Leveringen van goederen naar 2 Leveringen van goederen naar landen binnen de EU 2.1 Levering van goederen binnen de EU aan een buitenlandse ondernemer 2.1.1 intracommunautaire leveringen Hoofdregel bij grensoverschrijdende leveringen

Nadere informatie

Wijziging regels plaats van dienst/ procedure teruggaafverzoeken per 2010. Onderwerp: EU BTW pakket per 1 januari 2010. Bestemd voor: alle ondernemers

Wijziging regels plaats van dienst/ procedure teruggaafverzoeken per 2010. Onderwerp: EU BTW pakket per 1 januari 2010. Bestemd voor: alle ondernemers Wijziging regels plaats van dienst/ procedure teruggaafverzoeken per 2010 Onderwerp: EU BTW pakket per 1 januari 2010 Doel: informeren Bestemd voor: alle ondernemers 1 Inleiding Per 1 januari 2010 zal

Nadere informatie

Europese feestdagen 2017

Europese feestdagen 2017 Januari - Februari - Maart Bestemming Januari Februari Maart Nederland (NL) 01-01 Bestemming Januari Februari Maart België (BE) 01-01 Bosnie en Herzegovina (BA) 01-03 Bulgarije (BG) 01-01 03-03 Denemarken

Nadere informatie

Europese feestdagen 2019

Europese feestdagen 2019 Januari - Februari - Maart Bestemming Januari Februari Maart Nederland (NL) 01-01 Bestemming Januari Februari Maart België (BE) 01-01 Bosnie en Herzegovina (BA) 01-01 02-01 01-03 Bulgarije (BG) 01-01 01-02

Nadere informatie

Europese feestdagen 2018

Europese feestdagen 2018 Januari - Februari - Maart Bestemming Januari Februari Maart Nederland (NL) 01-01 Bestemming Januari Februari Maart België (BE) 01-01 Bosnie en Herzegovina (BA) 01-01 02-01 01-03 Bulgarije (BG) 01-01 03-03

Nadere informatie

HRo - Omzetbelasting -- Deel 1

HRo - Omzetbelasting -- Deel 1 Omzetbelasting les 1 programma Omzetbelasting Belasting toegevoegde waarde Inleiding omzetbelasting Kenmerken OB Belasting toegevoegde waarde Van wie en waarover? Kenmerken De omzetbelasting is een algemene,

Nadere informatie

HRo - Omzetbelasting -- Deel 1

HRo - Omzetbelasting -- Deel 1 Omzetbelasting les 1 programma Omzetbelasting Inleiding omzetbelasting Kenmerken OB Kenmerken De omzetbelasting is een Belasting toegevoegde waarde algemene, Van wie en waarover? niet-cumulatieve, Leveringen

Nadere informatie

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE 13.12.2013 Publicatieblad van de Europese Unie L 334/37 UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE van 11 december 2013 tot wijziging van Besluit 2012/226/EU betreffende de tweede reeks gemeenschappelijke veiligheidsdoelen

Nadere informatie

Dierengezondheidszorg Vlaanderen vzw

Dierengezondheidszorg Vlaanderen vzw Handleiding registratie losbeweging bij invoer of laadbeweging bij uitvoer pluimvee en konijnen Het is de pluimvee- of konijnenhouder van het beslag van aankomst, respectievelijk vertrek, die verantwoordelijk

Nadere informatie

Plaats van dienst en nieuwe teruggaafprocedure buitenlandse Omzetbelasting per 1 januari 2010

Plaats van dienst en nieuwe teruggaafprocedure buitenlandse Omzetbelasting per 1 januari 2010 Plaats van dienst en nieuwe teruggaafprocedure buitenlandse Omzetbelasting per 1 januari 2010 Onlangs is een wetsvoorstel tot wijziging van de Wet op de Omzetbelasting 1968 aangenomen. De wijzigingen zien

Nadere informatie

Grensoverschrijdende aftrek van fiscale verliezen

Grensoverschrijdende aftrek van fiscale verliezen Grensoverschrijdende aftrek van fiscale verliezen 20.01.2006-20.02.2006 220 antwoorden. Geef aan op welk gebied uw hoofdactiviteit ligt D - Industrie 58 26,4% G - Groothandel en kleinhandel; reparatie

Nadere informatie

Betalingsachterstand bij handelstransacties

Betalingsachterstand bij handelstransacties Betalingsachterstand bij handelstransacties 13/05/2008-20/06/2008 408 antwoorden 0. Uw gegevens Land DE - Duitsland 48 (11,8%) PL - Polen 44 (10,8%) NL - Nederland 33 (8,1%) UK - Verenigd Koninkrijk 29

Nadere informatie

BESLUIT VAN DE COMMISSIE

BESLUIT VAN DE COMMISSIE 22.7.2010 Publicatieblad van de Europese Unie L 189/19 BESLUIT VAN DE COMMISSIE van 19 juli 2010 inzake gemeenschappelijke veiligheidsdoelen, zoals vermeld in artikel 7 van Richtlijn 2004/49/EG van het

Nadere informatie

Handelsmerken 0 - DEELNAME

Handelsmerken 0 - DEELNAME Handelsmerken 29/10/2008-31/12/2008 391 antwoorden 0 - DEELNAME Land DE - Duitsland 72 (18.4%) PL - Polen 48 (12.3%) NL - Nederland 31 (7.9%) UK - Verenigd Koninkrijk 23 (5.9%) DA - Denemarken 22 (5.6%)

Nadere informatie

mr. T. (Ton) Verveer 4/15/2010

mr. T. (Ton) Verveer 4/15/2010 Btw en transport per 1 januari 2010 mr. C.F.C. C (Frank) Resseler mr. T. (Ton) Verveer 1 Btw in perspectief Btw en transport INHOUD Btw en met transport samenhangende diensten Bemiddeling Verhuur vrachtwagens

Nadere informatie

Dierengezondheidszorg Vlaanderen vzw

Dierengezondheidszorg Vlaanderen vzw Handleiding registratie losbeweging bij invoer of laadbeweging bij uitvoer pluimvee en konijnen Het is de pluimvee- of konijnenhouder van het beslag van aankomst, respectievelijk vertrek, die verantwoordelijk

Nadere informatie

HOE BETAALT U? HOE ZOU U WILLEN BETALEN?

HOE BETAALT U? HOE ZOU U WILLEN BETALEN? HOE BETAALT U? HOE ZOU U WILLEN BETALEN? 2/09/2008-22/10/2008 Er zijn 329 antwoorden op 329 die voldoen aan uw criteria DEELNAME Land DE - Duitsland 55 (16.7%) PL - Polen 41 (12.5%) DK - Denemarken 20

Nadere informatie

BESLUIT VAN DE COMMISSIE

BESLUIT VAN DE COMMISSIE 27.4.2012 Publicatieblad van de Europese Unie L 115/27 BESLUIT VAN DE COMMISSIE van 23 april 2012 betreffende de tweede reeks gemeenschappelijke veiligheidsdoelen voor het spoorwegsysteem (Kennisgeving

Nadere informatie

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen 2012D0226 NL 13.12.2013 001.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B BESLUIT VAN DE COMMISSIE van 23 april 2012 betreffende

Nadere informatie

Raadpleging van betrokken partijen bij het ontwikkelen van beleid voor kleine ondernemingen op nationaal en regionaal niveau

Raadpleging van betrokken partijen bij het ontwikkelen van beleid voor kleine ondernemingen op nationaal en regionaal niveau Raadpleging van betrokken partijen bij het ontwikkelen van beleid voor kleine ondernemingen op nationaal en regionaal niveau 01.06.2004-30.09.2004 Deel I Achtergrondinformatie Land AT - Oostenrijk 1 (1.4)

Nadere informatie

PUBLIC 10927/03 Interinstitutioneeldosier: 2002/0286(CNS)

PUBLIC 10927/03 Interinstitutioneeldosier: 2002/0286(CNS) ConseilUE RAADVAN DEEUROPESEUNIE Brusel,26juni2003(02.07) PUBLIC 10927/03 Interinstitutioneeldosier: 2002/0286(CNS) LIMITE FISC108 ENER207 NOTA van: aan: d.d.: Betreft: hetitaliaansevoorziterschap degroepbelastingvraagstukken

Nadere informatie

Notatie Toelichting Opmerkingen L 8 cijfers en 1 letter Het eerste cijfer is altijd een 0 (nul) voor personen.

Notatie Toelichting Opmerkingen L 8 cijfers en 1 letter Het eerste cijfer is altijd een 0 (nul) voor personen. FISCALE IDENTIFICATIENUMMERS (FIN's) FIN's per thema: Structuur 1. AT - Oostenrijk 99-999/9999 9 cijfers Het liggend streepje en de schuine streep zijn niet in alle gevallen verplicht (met het oog op de

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1 IMPLEMENTATIE RICHTLIJN 2008/8/EG

HOOFDSTUK 1 IMPLEMENTATIE RICHTLIJN 2008/8/EG HOOFDSTUK 1 IMPLEMENTATIE RICHTLIJN 2008/8/EG 1.1 Wijziging Wet op de omzetbelasting 1968 wat betreft de plaats van een dienst per 1 januari 2010 A Richtlijntekst A.1. V-N 2009/19.2. Richtlijn 2008/8/EG

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 032 Wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968 (Wet implementatie artikel 1 richtlijn elektronische handel) Nr. 3 Het advies van de Afdeling

Nadere informatie

2014 -- Omzetbelasting -- Deel 2

2014 -- Omzetbelasting -- Deel 2 Omzetbelasting week 3 programma Ondernemer en fiscale eenheid Uitbreiding begrippen levering en dienst Afstandsverkopen Gemengde prestaties Afwijkende plaats van dienst 1 Ondernemer 1 van 2 Artikel 7 1.

Nadere informatie

Volume: 0-49 zendingen per jaar Europa 0 2 kg 2-10 kg kg kg

Volume: 0-49 zendingen per jaar Europa 0 2 kg 2-10 kg kg kg Wanneer u op basis van uw daadwerkelijkaantal zendingen boven de 49 zendingen per jaar uitkomt, dan kunt u ons contacteren voor verbeterde tarieven. Wij passen uw prijzen dan direct aan. Volume: 0-49 zendingen

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie L 331/13

Publicatieblad van de Europese Unie L 331/13 5.11.2004 Publicatieblad van de Europese Unie L 331/13 VERORDENING (EG) Nr. 1925/2004 VAN DE COMMISSIE van 29 oktober 2004 tot vaststelling van nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van

Nadere informatie

Tarieven Europa: staffel 1

Tarieven Europa: staffel 1 Tarieven Europa: staffel 1 Wanneer u op basis van uw daadwerkelijkaantal zendingen boven de 49 zendingen per jaar uitkomt, dan kunt u ons contacteren voor verbeterde tarieven. Wij passen uw prijzen dan

Nadere informatie

TERUGGAAF VAN BUITENLANDSE BTW IN EUROPA

TERUGGAAF VAN BUITENLANDSE BTW IN EUROPA TERUGGAAF VAN BUITENLANDSE BTW IN EUROPA Fiscale topics TERUGGAAF VAN BUITENLANDSE BTW IN EUROPA Peter Raes Heidi Deschacht Marc Govers Vierde editie Antwerpen Cambridge Teruggaaf van buitenlandse btw

Nadere informatie

1. 31958 Q 1101: EAEC Raad: De Statuten van het Voorzieningsagentschap van Euratom (PB 27 van 6.12.1958, blz. 534), gewijzigd bij:

1. 31958 Q 1101: EAEC Raad: De Statuten van het Voorzieningsagentschap van Euratom (PB 27 van 6.12.1958, blz. 534), gewijzigd bij: 9. ENERGIE 1. 31958 Q 1101: EAEC Raad: De Statuten van het Voorzieningsagentschap van Euratom (PB 27 van 6.12.1958, blz. 534), gewijzigd bij: 31973 D 0045: Besluit 73/45/Euratom van de Raad van 8 maart

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 12 mei 2017 (OR. en) 9046/17 ADD 1 EF 97 ECOFIN 351 AGRIFIN 50 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 8 mei 2017 aan: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal

Nadere informatie

ECONOMIE. Begrippenlijst H7 VMBO-T2. PINCODE 5 e editie vmbo-kgt onderbouw. Bewerkt door D.R. Hendriks. Sint Ursula Scholengemeenschap, Horn

ECONOMIE. Begrippenlijst H7 VMBO-T2. PINCODE 5 e editie vmbo-kgt onderbouw. Bewerkt door D.R. Hendriks. Sint Ursula Scholengemeenschap, Horn ECONOMIE VMBO-T2 Begrippenlijst H7 PINCODE 5 e editie vmbo-kgt onderbouw Bewerkt door D.R. Hendriks Sint Ursula Scholengemeenschap, Horn Versie 1 2013-2014 Hoofdstuk 7 Europese grenzen? Paragraaf 7.1 Wat

Nadere informatie

DE EUROPESE VISSERIJ IN CIJFERS

DE EUROPESE VISSERIJ IN CIJFERS DE EUROPESE VISSERIJ IN CIJFERS De tabellen hieronder tonen basisstatistieken met betrekking tot verschillende gebieden van het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB), namelijk: de vissersvloten van de

Nadere informatie

Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde / 19

Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde / 19 INHOUD Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde / 19 Inleiding / 19 Titel I Voorwerp en toepassingsgebied / 30 Titel II Geografisch toepassingsgebied

Nadere informatie

TERUGVORDEREN VAN EU BTW RICARDO WOLF TMF NETHERLANDS

TERUGVORDEREN VAN EU BTW RICARDO WOLF TMF NETHERLANDS TERUGVORDEREN VAN EU BTW RICARDO WOLF TMF NETHERLANDS AGENDA EU TERUGGAAFPROCEDURE VOOR 2010 NA 2010 VERSCHILLEN TUSSEN DE LIDSTATEN CONCLUSIE EU TERUGGAAFPROCEDURE VOOR 2010 Tot 2010 moesten ondernemers

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 11 december 2009 (OR. en) 13812/09 Interinstitutioneel dossier: 2007/0238 (CNS) FISC 120

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 11 december 2009 (OR. en) 13812/09 Interinstitutioneel dossier: 2007/0238 (CNS) FISC 120 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 11 december 2009 (OR. en) 13812/09 Interinstitutioneel dossier: 2007/0238 (CNS) FISC 120 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: RICHTLIJN VAN DE RAAD tot

Nadere informatie

I. VERZOEK OM INFORMATIE betreffende de transnationale terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten

I. VERZOEK OM INFORMATIE betreffende de transnationale terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten FORMULIER VOOR (FACULTATIEF) GEBRUIK DOOR DE OVERHEIDSINSTANTIE DIE OM INFORMATIE VERZOEKT I. VERZOEK OM INFORMATIE betreffende de transnationale terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET

TRACTATENBLAD VAN HET 23 (2008) Nr. 2 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2013 Nr. 147 A. TITEL Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds en

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 7.7.2016 C(2016) 4164 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 7.7.2016 betreffende de herziening van de vergoedingstabellen van dienstreizen voor ambtenaren

Nadere informatie

Omzetbelasting -- Deel 1

Omzetbelasting -- Deel 1 Omzetbelasting week 2 programma Inleiding omzetbelasting Kenmerken OB Belasting toegevoegde waarde Van wie en waarover? Leveringen en diensten Ondernemer Maatstaf van heffing Tarief 1 Omzetbelasting Kenmerken

Nadere informatie

PUBLIC. Brussel, 2 juni 2003 (11.06) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. 9919/03 Interinstitutioneel dossier: 2002/0286 (CNS) LIMITE FISC 87 ENER 164

PUBLIC. Brussel, 2 juni 2003 (11.06) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. 9919/03 Interinstitutioneel dossier: 2002/0286 (CNS) LIMITE FISC 87 ENER 164 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 2 juni 2003 (11.06) (OR. en) 9919/03 Interinstitutioneel dossier: 2002/0286 (CNS) LIMITE PUBLIC FISC 87 ENER 164 NOTA van: het voorzitterschap aan: de Groep

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Comité van de Regio's

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Comité van de Regio's EUROPESE COMMISSIE Brussel, 11.6.2014 COM(2014) 226 final 2014/0128 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD ter bepaling van de samenstelling van het Comité van de Regio's NL NL TOELICHTING 1. ACHTERGROND

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Economisch en Sociaal Comité

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Economisch en Sociaal Comité EUROPESE COMMISSIE Brussel, 11.6.2014 COM(2014) 227 final 2014/0129 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD ter bepaling van de samenstelling van het Economisch en Sociaal Comité NL NL TOELICHTING

Nadere informatie

SOCIALE BESCHERMING IN BELGIË ESSOBS DATA 2O14

SOCIALE BESCHERMING IN BELGIË ESSOBS DATA 2O14 SOCIALE BESCHERMING IN BELGIË DATA 2O14 Ook dit jaar is de FOD Sociale zekerheid verheugd om u de nieuwe editie van de -brochure voor te stellen. Deze geeft u een overzicht van de bijgewerkte cijfers

Nadere informatie

DESKRESEARCH EUROPESE VERKIEZINGEN 2009 Onthouding en stemgedrag bij de Europese verkiezingen van 2009

DESKRESEARCH EUROPESE VERKIEZINGEN 2009 Onthouding en stemgedrag bij de Europese verkiezingen van 2009 Directoraat-generaal voorlichting Afdeling Analyse van de publieke opinie Brussel, 13 november 2012 DESKRESEARCH EUROPESE VERKIEZINGEN 2009 Onthouding en stemgedrag bij de Europese verkiezingen van 2009

Nadere informatie

De Nederlandse BV als een vaste inrichting van een buitenlandse vennootschap

De Nederlandse BV als een vaste inrichting van een buitenlandse vennootschap De Nederlandse BV als een vaste inrichting van een buitenlandse vennootschap Rashmi Gangaram Panday 5606306 Semester 2, studiejaar 2008/2009 Juli 2009 Bachelorscriptie Begeleider : dhr. mr. drs. W.A.P.

Nadere informatie

BIJLAGE. bij het voorstel voor een. Besluit van de Raad

BIJLAGE. bij het voorstel voor een. Besluit van de Raad EUROPESE COMMISSIE Brussel, 18.3.2016 COM(2016) 156 final ANNEX 1 BIJLAGE bij het voorstel voor een Besluit van de Raad betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt met betrekking tot

Nadere informatie

BIJLAGEN. bij het. Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad. betreffende het Europees burgerinitiatief

BIJLAGEN. bij het. Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad. betreffende het Europees burgerinitiatief EUROPESE COMMISSIE Brussel, 13.9.2017 COM(2017) 482 final ANNEXES 1 to 7 BIJLAGEN bij het Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees burgerinitiatief {SWD(2017)

Nadere informatie

Code Geboorteland Straatnaam

Code Geboorteland Straatnaam Uitwisseling van informatie op grond van artikel 10, eerste lid van de Landsverordening spaarvermogensheffing Info Beneficial owner (1) Data Beneficial owner (2) Naamgegevens(3) Geboortegegevens (4) Adresgegevens

Nadere informatie

11558/02 jv 1 DG G I

11558/02 jv 1 DG G I RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 26 augustus 2002 (28.08) (OR. fr) 11558/02 FISC 216 INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Sylvain BISARRE, directeur, namens de secretaris-generaal van de Europese Commissie

Nadere informatie

SOCIALE BESCHERMING IN BELGIË ESSOBS DATA 2O15

SOCIALE BESCHERMING IN BELGIË ESSOBS DATA 2O15 SOCIALE BESCHERMING IN BELGIË DATA 2O15 Ook dit jaar is de FOD Sociale zekerheid verheugd om u de nieuwe editie van de -brochure voor te stellen. Deze geeft u een overzicht van de bijgewerkte cijfers

Nadere informatie

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen 2006R1412 NL 01.07.2013 003.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B VERORDENING (EG) Nr. 1412/2006 VAN DE RAAD van 25

Nadere informatie

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 3.8.2017 COM(2017) 410 final 2017/0183 (NLE) Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2011/335/EU waarbij de Republiek Litouwen

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET

TRACTATENBLAD VAN HET 33 (1996) Nr. 7 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2010 Nr. 275 A. TITEL Euro-mediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen

Nadere informatie

Tarieven Europa: staffel 1

Tarieven Europa: staffel 1 Tarieven Europa: staffel 1 Wanneer u op basis van uw daadwerkelijkaantal zendingen boven de 49 zendingen per jaar uitkomt, dan kunt u ons contacteren voor verbeterde tarieven. Wij passen uw prijzen dan

Nadere informatie

De invloed van de btw op uw werkkapitaal

De invloed van de btw op uw werkkapitaal Fred Vervaet Agenda LyondellBasell Industries NV Trapped refunds; Crediteuren Debiteuren LyondellBasell Industries NV Omzet wereldwijd: ongeveer $51 miljard; Productie chemische en petrochemische producten;

Nadere informatie

EUROPESE VERKIEZINGEN Standaard Eurobarometer (EB 69) Voorjaar 2008 Eerste grove resultaten: Europees gemiddelde en grote nationale tendensen

EUROPESE VERKIEZINGEN Standaard Eurobarometer (EB 69) Voorjaar 2008 Eerste grove resultaten: Europees gemiddelde en grote nationale tendensen Algemene directie Communicatie UNIT FOLLOW-UP PUBLIEKE OPINIE 15/09/2008 EUROPESE VERKIEZINGEN 2009 Standaard Eurobarometer (EB 69) Voorjaar 2008 Eerste grove resultaten: Europees gemiddelde en grote nationale

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 18 mei 2017 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 18 mei 2017 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 18 mei 2017 (OR. en) 9438/17 ADD 1 MAP 12 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 17 mei 2017 aan: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretaris-generaal van

Nadere informatie

Nieuwsbrief 2009-10 Nieuwe BTW-regels vanaf 01/01/2010 : wijziging inzake de plaats van diensten

Nieuwsbrief 2009-10 Nieuwe BTW-regels vanaf 01/01/2010 : wijziging inzake de plaats van diensten Nieuwsbrief 2009-10 Nieuwe BTW-regels vanaf 01/01/2010 : wijziging inzake de plaats van diensten 1. Principe Vanaf 1 januari 2010 wijzigen de regels inzake plaatsbepaling bij grensoverschrijdende diensten

Nadere informatie

De organisatie van de EU

De organisatie van de EU I De organisatie van de EU 1 Inleiding De Europese Unie (EU) bestaat inmiddels uit 28 lidstaten. Nadat zes lidstaten het samenwerkingsverband begonnen, hebben de EU en haar rechtsvoorgangers verschillende

Nadere informatie

Sociale bescherming in belgië

Sociale bescherming in belgië Sociale bescherming in belgië data 2O13 Ook dit jaar is de FOD Sociale zekerheid verheugd om u de nieuwe editie van de -brochure voor te stellen. Deze geeft u een overzicht van de bijgewerkte cijfers

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 17.12.1999 COM(1999) 703 definitief 1999/0272 (CNS) Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 77/388/EEG betreffende het gemeenschappelijk

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 7 september 2006 *

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 7 september 2006 * HEGER ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 7 september 2006 * In zaak C-166/05, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door het Verwaltungsgerichtshof (Oostenrijk)

Nadere informatie

Wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968 (Wet implementatie artikel 1 richtlijn elektronische handel)

Wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968 (Wet implementatie artikel 1 richtlijn elektronische handel) Wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968 (Wet implementatie artikel 1 richtlijn elektronische handel) VOORSTEL VAN WET Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij

Nadere informatie

ANNEX BIJLAGE. bij VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

ANNEX BIJLAGE. bij VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.9.2018 COM(2018) 651 final ANNEX BIJLAGE bij VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD over de werking van Richtlijn 2011/24/EU betreffende de toepassing

Nadere informatie

Docentenvel opdracht 18 (De grote klimaat- en Europa- quiz)

Docentenvel opdracht 18 (De grote klimaat- en Europa- quiz) Docentenvel opdracht 18 (De grote klimaat- en Europa- quiz) Lees ter voorbereiding de volgende teksten en bekijk de vragen en antwoorden van de quiz. De juiste antwoorden zijn vetgedrukt. Wat wil en doet

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 2 mei 1996 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 2 mei 1996 * ARREST VAN 2.5.1996 ZAAK C-231/94 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 2 mei 1996 * In zaak C-231/94, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van het Bundesfinanzhof, in het aldaar

Nadere informatie

NOTA "A"-PUNT het Comité van permanente vertegenwoordigers

NOTA A-PUNT het Comité van permanente vertegenwoordigers Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 6 juni 2002 (07.06) (OR. fr,en,de) 9628/02 PUBLIC LIMITE ELARG 201 NOTA "A"-PUNT van: het Comité van permanente vertegenwoordigers aan: de Raad Betreft: UITBREIDING

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD NL NL NL COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 8.12.2009 COM(2009)668 definitief Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD waarbij de Republiek Litouwen wordt gemachtigd een maatregel te blijven

Nadere informatie

In deze advieswijzer wordt op hoofdlijnen nader ingegaan op btw-verplichtingen waarmee u te maken kunt krijgen als u zakendoet met het buitenland.

In deze advieswijzer wordt op hoofdlijnen nader ingegaan op btw-verplichtingen waarmee u te maken kunt krijgen als u zakendoet met het buitenland. Levert u goederen over de grens of verricht u diensten aan afnemers buiten Nederland, dan zult u zich moeten verdiepen in de mogelijke btw-verplichtingen in andere landen. Moet ik btw in rekening brengen?

Nadere informatie

Het pro rata aftrekrecht van een gemengd presterende ondernemer met buitenlandse vaste inrichtingen

Het pro rata aftrekrecht van een gemengd presterende ondernemer met buitenlandse vaste inrichtingen Tilburg University Het pro rata aftrekrecht van een gemengd presterende ondernemer met buitenlandse vaste inrichtingen Een pro rata berekening op basis van de wereldomzet wenselijk? Masterscriptie Fiscale

Nadere informatie

Modernisering van de btw voor grensoverschrijdende b2c-e-commerce. Voorstel voor een UITVOERINGSVERORDENING VAN DE RAAD

Modernisering van de btw voor grensoverschrijdende b2c-e-commerce. Voorstel voor een UITVOERINGSVERORDENING VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 1.12.2016 COM(2016) 756 final 2016/0372 (NLE) Modernisering van de btw voor grensoverschrijdende b2c-e-commerce Voorstel voor een UITVOERINGSVERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging

Nadere informatie

NL 1 NL BIJLAGE I KENNISGEVING VAN INSOLVENTIEPROCEDURE

NL 1 NL BIJLAGE I KENNISGEVING VAN INSOLVENTIEPROCEDURE BIJLAGE I KENNISGEVING VAN INSOLVENTIEPROCEDURE (Artikel 54, lid 3, van Verordening (EU) 2015/848 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 betreffende insolventieprocedures PB L 141 van 5.6.2015,

Nadere informatie

Nationale Administrateursdag

Nationale Administrateursdag Nationale Administrateursdag Actualiteiten en tips BTW 12 november 2015 Carola van Vilsteren Programma Welkom Veranderingen in 2015 Toekomst BTW Verschillen in Europa Vragen Programma Welkom Veranderingen

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET

TRACTATENBLAD VAN HET 66 (1991) Nr. 6 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2014 Nr. 39 A. TITEL Overeenkomst betreffende samenwerking en een douane-unie tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten,

Nadere informatie

BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 *

BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 * WELTHGROVE BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 * In zaak C-102/00, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van de Hoge Raad der Nederlanden, in het aldaar aanhangige

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 november 2003 (27.11) (OR. fr) 15314/03 Interinstitutioneel dossier: 2003/0274 (COD) CULT 66 CODEC 1678

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 november 2003 (27.11) (OR. fr) 15314/03 Interinstitutioneel dossier: 2003/0274 (COD) CULT 66 CODEC 1678 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 26 november 2003 (27.11) (OR. fr) 15314/03 Interinstitutioneel dossier: 2003/0274 (COD) CULT 66 CODEC 1678 VOORSTEL van: de Europese Commissie d.d.: 18 november 2003

Nadere informatie

SOCIALE BESCHERMING IN BELGIË ESSOBS DATA 2O16

SOCIALE BESCHERMING IN BELGIË ESSOBS DATA 2O16 SOCIALE BESCHERMING IN BELGIË DATA 2O16 Ook dit jaar is de FOD Sociale zekerheid verheugd om u de nieuwe editie van de -brochure voor te stellen. Deze geeft u een overzicht van de bijgewerkte cijfers

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 15 maart 2001 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 15 maart 2001 * SPI ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 15 maart 2001 * In zaak C-108/00, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG-Verdrag van de Conseil d'état (Frankrijk), in het aldaar aanhangig geding

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 4 augustus 2017 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 4 augustus 2017 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 4 augustus 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2017/0183 (NLE) 11618/17 FISC 172 VOORSTEL van: ingekomen: 3 augustus 2017 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: de heer Jordi

Nadere informatie

11562/08 CS/lg DG H 1 A

11562/08 CS/lg DG H 1 A RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 22 juli 2008 (OR. en) 11562/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0074 (C S) VISA 239 COMIX 554 WETGEVI GSBESLUITE E A DERE I STRUME TE Betreft: VERORDENING VAN DE RAAD

Nadere informatie

De Wet op de omzetbelasting 1968 wordt als volgt gewijzigd:

De Wet op de omzetbelasting 1968 wordt als volgt gewijzigd: Wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968 in verband met de invoering van een nieuwe regeling voor de plaats van dienst voor de heffing van omzetbelasting, alsmede een nieuwe regeling voor de teruggaaf

Nadere informatie

EDITIE De infranationale overheid in de EU : sleutelcijfers

EDITIE De infranationale overheid in de EU : sleutelcijfers EDITIE 2007 [ ] De infranationale overheid in de EU : sleutelcijfers OK 2 Final DOS FICHES.qxd 19/12/07 17:34 Page 1 Territoriale besturen % 8 25 0,0 0,04 1 ste niveau 2 de niveau 3 de niveau Federale

Nadere informatie

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 7.2.2017 COM(2017) 61 final 2017/0018 (NLE) Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD waarbij de Republiek Estland wordt gemachtigd een bijzondere maatregel toe te passen

Nadere informatie

Let op! Het drempelbedrag geldt per land en dus niet per afnemer!

Let op! Het drempelbedrag geldt per land en dus niet per afnemer! Als u als ondernemer goederen levert of diensten verricht, krijgt u te maken met btwverplichtingen. Vragen als Ben ik btw verschuldigd? Geldt er een vrijstelling? Welk tarief moet ik toepassen(0%, 6% of

Nadere informatie

BIJLAGE. bij het. Voorstel voor een besluit van de Raad

BIJLAGE. bij het. Voorstel voor een besluit van de Raad EUROPESE COMMISSIE Brussel, 18.2.2016 COM(2016) 70 final ANNEX 1 BIJLAGE bij het Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie en haar lidstaten, van het protocol

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie L 165 I. Wetgeving. Niet-wetgevingshandelingen. 61e jaargang. Uitgave in de Nederlandse taal. 2 juli 2018.

Publicatieblad van de Europese Unie L 165 I. Wetgeving. Niet-wetgevingshandelingen. 61e jaargang. Uitgave in de Nederlandse taal. 2 juli 2018. Publicatieblad van de Europese Unie L 165 I Uitgave in de Nederlandse taal Wetgeving 61e jaargang 2 juli 2018 Inhoud II Niet-wetgevingshandelingen BESLUITEN Besluit (EU) 2018/937 van de Europese Raad van

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 15 juni 1989*

ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 15 juni 1989* STICHTING UITVOERING FINANCIËLE ACTIES / STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 15 juni 1989* In zaak 348/87, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag

Nadere informatie

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 10.11.2017 COM(2017) 659 final 2017/0296 (NLE) Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD waarbij de Republiek Letland wordt gemachtigd een bijzondere maatregel toe te

Nadere informatie

Basis gegevens tender

Basis gegevens tender Geachte heer / mevrouw, Graag maken wij gebruik van de mogelijkheid om u te bedanken voor het verkregen vertrouwen. In dit rapport worden de resultaten weergegeven van de hierboven genoemde tender. Uw

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 546 Wet van 3 december 2009 tot wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968 in verband met de invoering van een nieuwe regeling voor de plaats

Nadere informatie

BIJLAGE I LIJST MET NAMEN, FARMACEUTISCHE VORM, STERKTE VAN HET GENEESMIDDEL, TOEDIENINGSWEG, AANVRAGERS IN DE LIDSTATEN

BIJLAGE I LIJST MET NAMEN, FARMACEUTISCHE VORM, STERKTE VAN HET GENEESMIDDEL, TOEDIENINGSWEG, AANVRAGERS IN DE LIDSTATEN BIJLAGE I LIJST MET NAMEN, FARMACEUTISCHE VORM, STERKTE VAN HET GENEESMIDDEL, TOEDIENINGSWEG, AANVRAGERS IN DE LIDSTATEN 1 AT - Oostenrijk Flutiform 50 Mikrogramm/5 Mikrogramm pro Sprühstoß Druckgasinhalation

Nadere informatie

In haar verwijzigingsbeslissing heeft de Hoge Raad de volgende vraag aan het HvJ EG voorgelegd:

In haar verwijzigingsbeslissing heeft de Hoge Raad de volgende vraag aan het HvJ EG voorgelegd: Drie musketiersverliezenstrijd koepelvrijstelling In haar verwijzigingsbeslissing heeft de Hoge Raad de volgende vraag aan het HvJ EG voorgelegd: Moet artikel 13 A lid 1 letter f van de Zesde Richtlijn

Nadere informatie

"Culturele Hoofdstad van Europa" voor het tijdvak 2005 tot 2019 ***I

Culturele Hoofdstad van Europa voor het tijdvak 2005 tot 2019 ***I P5_TA(2004)0361 "Culturele Hoofdstad van Europa" voor het tijdvak 2005 tot 2019 ***I Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad

Nadere informatie

Vanaf 1 januari 2010 worden de basisregels inzake het bepalen van de plaats van een dienst grondig veranderd in het Btw-Wetboek 1.

Vanaf 1 januari 2010 worden de basisregels inzake het bepalen van de plaats van een dienst grondig veranderd in het Btw-Wetboek 1. Belasting over de toegevoegde waarde Wijzigingen betreffende de plaats van diensten en samenhangende verplichtingen vanaf 1 januari 2010 Belastingplichtige die enkel vrijgestelde handelingen verricht waarvoor

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 12 december 2012 (OR. en) 17603/12 FISC 194

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 12 december 2012 (OR. en) 17603/12 FISC 194 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 12 december 2012 (OR. en) 17603/12 FISC 194 INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie ingekomen:

Nadere informatie

Openbare raadpleging over de mogelijke herziening van Verordening (EG) nr. 764/2008 (de verordening wederzijdse erkenning)

Openbare raadpleging over de mogelijke herziening van Verordening (EG) nr. 764/2008 (de verordening wederzijdse erkenning) Openbare raadpleging over de mogelijke herziening van Verordening (EG) nr. 764/2008 (de verordening wederzijdse erkenning) Velden met een zijn verplicht. Naam E-mail Inleiding 1 Als een bedrijf een product

Nadere informatie