ONZE INDUSTRIE. Adres voor alle brieven en stukken betreffende Redactie en Administratie: Postbus 23, Bandoeng.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ONZE INDUSTRIE. Adres voor alle brieven en stukken betreffende Redactie en Administratie: Postbus 23, Bandoeng."

Transcriptie

1 I.B.T. LOCALE TECHNIEK TECHNISCH ORGAAN VAN DE VEREENIGING VOOR LOCALE BELANGEN EN DE VEREENIGING VAN BOUWKUNDIGEN 3c JAARGANG No, 4 JULI c JAARGANG VAN HET INDISCH BOUWKUNDIG TIJDSCHRIFT Adres voor alle brieven en stukken betreffende Redactie en Administratie: Postbus 23, Bandoeng. ONZE INDUSTRIE. Door het Departement van Economische Zaken is aan de Locale Ressorten en Zelfbesturen een uitvoerig rondschrijven gericht, dat een Leidraad wil zijn voor de wijze, waarop die gemeenschappen hunne medewerking kunnen verleenen voor de verdere instandhouding en ontwikkeling der Indische nijverheid" '). Waar deze circulaire blijkens haar inhoud in de eerste plaats het technische werk der ressorten raakt, meenen wij zoowel op hare goede als op de bedenkelijke zijden het licht te mogen laten vallen. Zeker gelukkig is de hoofdgedachte, om van hoogerhand voor het steunen onzer eigen nijverheid de bijzondere aandacht der plaatselijke gemeenschappen te vragen. De crisis heeft ons, onder meer goeds, het belangrijke inzicht gebracht in de al te groote onevenredigheid van den economischen opbouw onzer samenleving: te zeer was deze, behalve op de voedsel- en énkele andere eenvoudigste behoeftevoorzieningen der groote massa, ingesteld op export en import (opgebouwd als hij was door de Nederlanders als handelsvolk!). Een voortvarende versteviging en uitbreiding aller Indische bedrijven, groot èn klein, die voor onze eigen behoeftevoorziening werken, allereerst het behoud van de bestaande, is dan ook een algemeen belang van de allereerste orde, waarvan de blijvende beteekenis voor Indië ver uitgaat boven die der huidige crisis- en andere invloeden, welke die ontwikkeling thans direct in de hand werken (zooals financierings-, werkloosheids-, defensiekwesties en dg.). En zóó groot is dat belang, dat behalve welbewuste bevordering ook verstandige bescherming algemeen als wenschelijk worden erkend. Zou men reeds daarom op de principieele bereidwilligheid der locale ressorten tot medewerking in dezen mogen rekenen, zoo is daarvoor nog een goede reden te meer. Immers heeft het crisisverjcop onzen openbare begrootingen wel zeer duidelijk aangetoond, dat een overheid finantieel veiliger stond, naarmate zij meer geworteld was in de middelbare en lagere sferen van het Indische leven. De katastrofale inkomstenverminderingen van ') Zie Locale Belangen" van 16 JUDI 11., blz het Gouvernement zijn in hoofdzaak voortgevloeid uit de inzakking van het export-en importbedrijf; de plaatselijke begrootingen, waarvan de inkomsten normalerwijze komen uit meer eigen-indische sfeer, zijn minder en veel geleidelijker teruggeloopen. Zoo is te verwachten, dat de locale gemeenschappen er zeker een open oog voor zullen hebben, dat zoowel de algemeene plaatselijke als hunne directe belargen door een versterking van het Indische bedrijfsleven in hóóge mate gediend zijn. De volkomen juistheid van dien grondslag der circulaire doet echter te meer betreuren, dat tegen de methoden, die den ressorten erin worden aanbevolen, ernstige bedenkingen moeten rijzen. Want de circulaire zet het steunen van de Indische nijverheid bijna geheel om in: steunen van den I C.A., en zonder meer genoegen nemen met hooge prijzen of mindere kwaliteiten van Indische waren, en negeert bovendien met groote eenzijdigheid een belangrijk deel dier nijverheid. Zelfs prevaleert de aanbeveling ven den I CA. in de circulaire zoodanig, en is het gericht zijn alleen op de binnen den gezichtskring van dien dienst vallende bedrijven (d z in hoofdzaak Westersch geleide groot"-bedrij\en) zoo evident, dat men welhaast de geruchten gelooven moet, dat wij hier met een I.C.A.-circulaire te doen hebben, die zich onder wat al te wijdschen, en aldus bijna misleidenden titel aandient, immers als de door het departement gesanctioneerde leidraad voor de" wijze waarop de locale besturen de" Indische nijverheid kunnen bevorderen. Nu zou deze zelfoverschatting niet zoo erg zijn, als,,die" wijze, met name een eenigsgezins geforceerde centralisatie aller locale technische bestellingen bij den I.C.A., niet zulke ernstige nadeelen meebracht, zonder voor werkelijke bedrijfsbevordering nóódig te zijn. De inkoop-centralisatie bij den I.C.A. is ten aanzien der plaatselijke gemeenschappen slechts juist en dan ook zeker gewenscht, voor die artikelen, bij wier samenstelling en toepassing zich geen technische of economische vraagpunten meer voordoen, en die dus naar bepaalde vaste modellen, normen of kwaliteiten kunnen besteld worden en 69

2 dan altijd goed zijn. En ook dan behoort met de mogelijkheid, dat door plaatselijke behandeling der bestellingen voordeelen zijn te verkrijgen, die den noodzakelijk niet overal geörienteerden I.C.A. ontgaan, rekening te worden gehouden. Maar voor alle artikelen, die nog niet een zoo vasten vorm hebben aangenomen en dat zijn de allermeeste, van patjols en straatpotten tot wegwalsen en verf toe, zou de inschakeling van den I.C.A. het directe contact tusschen het Indische bedrijf en de locale technische diensten verbreken, en dit contact kan uoor een verdere ontwikkeling der Indische techniek niet gemist worden. Eerst de decentralisatie heeft locaal-technisch werk van eenigen omvang en beteekenis mogelijk gemaakt; de voortzetting hiervan in de vereischte kwantiteit en kwaliteit is ondenkbaar zonder de voortdurende technische studie, het veelzijdige initiatief, de nauwkeurige plaatselijke kennis en den vriendschappelijken onderlingen wedijver der locale technische diensten. Maar daarvoor is het directe, veelvuldige en door belangen gestimuleerde overleg met den technischen handel en het bedrijf, en met hunne speciale deskundigen en verkoopers, niet te ontberen; dat de opkomst van het Indische bedrijf dit contact juist zooveel beter mogelijk maakt, en ons veelal verlost van den ondeskundigen importeur en verkooper-van-alles-en-nogwat, is juist een zeer belangrijk voordeel voor het plaatselijk werk. Bij dat contact is nu samenwerking en centrale leiding zeker van zeer groot nut: dat bewijst b.v. de N.l. Wegenvereeniging, maar zij bewijst óók, dat het plaatselijk zoeken en experimenteeren voor het bereiken zoowel van technischen vooruitgang als van lage prijzen nog minder gemist kan worden. Juist op dit locaal-technische gebied hebben zich volkomen gezonde en zeer vruchtbare gevolgen der decentralisatie voorgedaan, een verblijdende ontwikkeling van groot sociaal belang, die niet door misplaatste centralisatie van bestellingen bij den I.C.A. behoort te worden doorkruist, een centralisatie nog wel van twijfelachtige deskundigheid en eenzijdige oriënteering. Van twijfelachtige deskundigheid; dat mag toch gezegd worden, wanneer in de circulaire tot tweemaal toe de bestelling via den I.C.A. van klinknagels en schroefbouten" wordt aanbevolen, terwijl de ressorten die zoo goed als niet behoeven en, zoo al, dan als regel voor werken, die in aanneming worden uitgegeven, zoodat zij ze niet zelve bestellen; wanneer hetzelfde geschiedt met patjols," terwijl bekend is hoe de koelies van elke streek slechts met hun eigen model kunnen werken, zoodat daarin de grootste verscheidenheid bestaat, terwijl (ook daarom) als regel ieder koelie zijn eigen patjol meebrengt; wanneer wordt verzocht bestellingen bij den I.C.A. liefst voor een heel jaar vooruit en met langen levertijd te doen, terwijl toch bekend moest zijn, dat dit als regel niet kan, b.v. reeds omdat de autorisatie voor grootere werken steeds afzonderlijk en op een willekeurig tijdstip afkomt, waarna de uitvoering dadelijk moet volgen; wanneer er künkende voorbeelden zijn, dat levering door den I.C.A. van bepaalde waren soms duurder uitkwam dan eigen inkoop. En van eenzijdige oriënteering: ook dat mag gezegd worden, wanneer voor de patjols (voor zoover dan noodig) geheel genegeerd wordt de sociaal-economisch minstens even aanbevelenswaardige methode, deze niet bij een groote fabriek (waarin steeds buitenlandsche kapitalen en machines steken) te bestellen, doch waar mogelijk bij het plaatselijke inheemsche bedrijf; wanneer ook de straatnaamborden voor de I.C.A.-protege's worden opgeëischt, met passeering van de thans allerwegen opgekomen kleinbedrijfjes voor dit product; wanneer ter vervanging van speciale buitenlandsche vloertegelsoorten wel wordt gewezen op Indische tegels uit het Westersch bedrijf, doch niet op de veelal zoo voortreffelijke Inlandsche natuursteentegels. Het zou ons te ver voeren de aanvechtbare argumenten, in de circulaire aangevoerd teraanaanbeveling van een te omvangrijke I. C. A.-bemiddeling, alle te ontleden, doch enkele opmerkingen mogen daarover toch niet achterwege blijven. Het instandhouden van voor de defensie noodige werkplaatsen, dat de circulaire in de eerste plaats noemt, is toch wel zoo zeer een nationaal belang, dat het Land daarvoor zelf behoort te zorgen, en niet kan vergen, dat locale overheden zich daarvoor bijzondere opofferingen gaan getroosten ; dit moest de éér der Regeering te na zijn. Typisch blijkt de egocentrische instelling van den I. C A. uit paragraaf d harer oratio pro domo: want uit het feit, dat de Indische fabrieken niet alle over een uitgebreide distributieorganisatie beschikken en daardoor soms onvoldoende contact hebben met plaatselijke technici, kan die dienst ook weer geen andere conclusie trekken, dan dat men bij haar moet bestellen, want zij heeft dat contact wèl. Zou nooit de gedachte bij haar zijn opgekomen, dat er hier een andere en vruchtbaarder taak ligt, n.l. nijverheidsbevordering door versterking juist van het contact in breeden kring? Of als de I.C.A. hiervoor blind is, kan het Departement, dat op ander terrein zulk werk zoo goed doet, dat dan niet inzien? En paf staat men, als zoo terloops blijkt, dat de I.C.A. naar een eigen normalisatie"streeft! Terwijl wij hier een Normalisatieraad hebben, officiel erkend, met een welvoorzien program en tallooze deskundige medewerkers, negeert de circulaire dien volkomen, en noemt zij bestelling via den I.C.A. als een natuurlijke voorwaarde voor een dan uiteraard door haar vast te stellen normalisatie. Waarbij, het kon niet aardiger, ook de patjols weer als heerlijk bureaucratisch voorbeeld dienen! Neemt de directe I. C. A.-aanbeveling de grootste helft der circulaire in, zoo wordt verder raad gegeven hoe min of meer los daarvan doch ook hier is het I. C. A.-intermediair niet van de lucht het Indische bedrijf is te bevorderen. 70

3 TijdeDS een der technische excursies gehouden op het j.l. Decentrahsatie Congres te Soerabaia werd de gelegenheid geboden kennis te maken met een product van de Indische Industrie Met genoegen drukken we bovenstaande foto af, genomen gedurende de demonstratie van wegwalsen van het fabrikaat Braat-Soerabaia", waarop men behalve den Burgemeester van Soerabaia en den Voorzitter van de Vereeniging voor Locale Belangen nog menig vooraanstaand technicus in localen dienst terug kan vinden. Met bijzondere sympathie kan men daarbij wel ondersteunen den oproep, om plaatselijke werken waar mogelijk zoo te ontwerpen, dat Indische materialen kunnen worden toegepast Al wordt in de circulaire over de daardoor optredende technische en financieele problemen (bv. bij het vermijden van dakijzer) wat al telicht heengehuppeld, zoo is het toch zeker goed dat zij hierop nog eens de aandacht vestigt; de in technischen zin veelal internationaal denkende constructeur dient hierin den raad van den sociaal-economisch verder zienden bestuurder waar eenigszins mogelijk op te volgen, en zijn vernuft te richten op ook in dien zin goed-indische oplossingen. Ook hier is er dan op te wijzen, dat dit standpunt ertoe leidt, daarbij nog de voorkeur te geven aan die materialen, voor welker vervaardiging de minste buitenlandsche machines en kapitalen noodig zijn. Wanneer de circulaire dan bepleit, dat men om de Indische materialen een kans te geven wel eens met een iets hooger prijs of een iets minder kwaliteit genoegen moet nemen, kan men in beginsel ook dat wel beamen '), al behooren de locale ressorten volstrekt vrij te blijven voor elk geval aan het goedkoopste of betere materiaal-vanelders de voorkeur te geven; een exportland van grondstoffen streeft toch geen autarkie na! Doch wel erg is het, ja heel erg, dat uit den tóón dezer vergoelijkende aanbevelingen een vrij bedenkelijke mentaliteit spreekt. In de merkwaardige ontwikkeling, die de I.C.A. doormaakt, van: op voordeel en kwaliteit gerichte inkoopcentrale, tot daarnaast: instituut voor nijverheidsontwik- ') Doch de volkomen onwijze bestellingen, waarvan het Gouvernement soms het voorbeeld geeft (b v toen eens de spoorvracht voor een ter plaatse verkrijgbaar, doch elders besteld artikel hooger was dan zijn geheele waarde!) zullen toch zeker nóóit navolging verdienen I keling. schijnt hier de eerste (en toch immer nog voornaamste?) functie wel schoon vergeten. De opkomende Indische industrie wordt er namelijk niet behandeld als een veelbelovend student, dien men krachtig steunt dcch van wien men dan ook goeden wil en flink werk eischt, en dien men op zijn ziel geeft als het daaraan mankeert of als hij streken uithaalt, ^ maar als een fijn dametje, wier gebreken men moet ontzien, en die men vooral niet hard moet aanpakken. Met geen woord, met geen letter wordt er, naast de aanbeveling soms genoegen te nemen met hooger prijs of minder kwaliteit, op gewezen, dat toch van die zoo beschermde industrie het beste en het meest economische is te verlangen wat zij maar eenigszins leveren kan, dat met minder nooit genoegen mag worden genomen. En de goede Indische bedrijven zullen deze aanbeveling dan ook met zeer gemengde gevoelens hebben gelezen en gedacht hebben: de Heere beware mij voor mijn vrienden! Is deze mentaliteit op zichzelf voor een gouvernements-inkoopcentrale al niet wenschelijk, zoo zal zij er zeker óók niet bevorderlijk voor zijn de locale ressorten het veilige gevoel te geven, dat bij bestellingen via dien dienst hun kóópers-belangen in de éérste plaats in acht genomen zullen worden, en dat die nooit zullen worden achtergesteld bij een quasi-nijverheidsbevordering, waarvoor zij beleefd maar beslist bedanken; te meer daar in de circulaire alle toezeggingen, dat bij bestellingen met plaatselijke en bijzondere wenschen en belangen zal worden rekening gehouden, uiterst omzichtig en gereserveerd zijn geformuleerd! En die mentaliteit geeft inderdaad bovendien maar quasi-nijverheidsbevordering; want zeer reëel is het gevaar, dat de al te zeer gecajoleerde jonge industrie aldus aan lust tot service en aan voortvarendheid inboet, op haar lauweren gaat rusten. 71

4 en zoo voortijdig verzwakt. Ons zijn reeds sprekende voorbeelden bekend van gebrek aan coulance, van onverschilligheid voor kwaliteit, van voortijdig inslapen en dergelijke van beschermde bedrijven. Zeer typeerend is hiervoor geweest een polemiek, gevoerd naar aanleiding van de oprichting eener nieuwe verffabriek, waarbij een bestaand bedrijf de meening verkondigde, dat alle pionierswerk in de verffabricage al (door dat bedrijf zelf) gedaan was; net alsof wij hier reeds over een verf voor buitenwerk zouden beschikken, die wérkelijk voor ons warm en vochtig tropenklimaat ten volle geëigend is 1 Ieder verbruiker weet anders, en een fabriek, die het zoeken in die richting niet meer noodig vindt, beseft de sociale plichten niet, die juist de bescherming haar zooveel te nadrukkelijker oplegt. Aan het beroep van het Departement van Economische zaken op de locale ressorten en zelfbesturen tot steun van het Indische bedrijf behoort door hen zeker in beginsel gehoor te worden gegeven, doch los van de eenzijdige en deels bedenkelijke methoden, die de circulaire uitsluitend aanbeveelt. Inkoop-centralisatie is in zekere mate goed, doch sterke oriënteering op den I.e. A. zou een ernstige verarming van het zich pas ontplooiende plaatselijk technisch leven beteekenen, waartegenover te weinig en te tijdelijk nut staat; dwang in dezen ware uit den booze, en volstrekt onverantwoord. De locale gemeenschap bevordere vooral het plaatselijke bedrijf, en even goed het kleinste en middelbare als het groote; zoo stimuleert de bestuursdecentralisatie op natuurlijke wijze eene in het bedrijfsleven, die voor de volkswelvaart niet anders dan heilzaam kan wezen. En bescherming ontaarde in deze groeiperiode van jonge bedrijven nooit in koestering en vergoelijking van tekortkomigen, doch prikkele krachtig tot de beste prestatie en service. PERNIAGAAN KITA, Oleh Departement Perniagaan disiarken kepada Badan^ Pemeretah Locaal (Locale Ressorten) dan Pemerentah^ Merdeka ^Zelfbesturen) soeatoe soerat edaran, menoendjoeken bagaimana djalannja menolong madjoenja dan hidoepnja perniagaan di Negri Hindia-Belanda. Soenggoehpoen didalem ini kesoesahan oemoem (krisis) kita haroes mentjari daja oepaja, bagaimana bandjir kesoesahan diwaktoe krisis ini dapat disoeroetkan. ]ang paling perloe sekali jaitoe mengoeatken dan meloeasken segala perniagaan jang soedah didirikan di negeri ini, baik besar maoepoen ketjil, oleh karena ini perniagaan di Hindia berhoeboengan dengan keboetoehan kita sendiri sehari-hari. Krisis itoe menoendjoekan kepada kita bahwa: a. hal oeroesan kekajaan Pemerentah lebih sentosa djika semoea kekoeatan berdasar hidoepnja bangsa pertengahan dan bangsa rendah; b. kekoerangan kekajaan dari Pemerentah itoe terdjadi dari djatoehnja perniagaan dagangan dari loear negeri lin- en export): c. semoea kekajaan dari Pemerentah Lokaal jang biasanja di poengoet di kalangan Hindia sahadja tiada terdjadi sebegitoe moendoer; d. kemoendoeran kekajaan jang soedah terdjadi seperti di Soerabaja dan Solo itoe poen terdjadi oleh karena ini kota^ hidoepnja amat tergantoeng dari pada perniagaan loear negeri Hindia (in- en export). Maka lebih teroetama kalau badan^ Pemcrintah Lokaal djoega toeroet membantoe kepada perniagaan di Hindia Belanda. Adapoen maksoednja soerat edaran dari Departement Perniagaan itoe sesoenggoehnja boekan mengoeatken perniagaan kita, tecapi mengoeatkan hidoepnja kantor l. C. A. Kita insaf bahwa perniagaan ketjil^ akan mati, djika kita atau Pemerentah^ Lokaal dsb. beli perkakas"* dan barang^ semoeanja dengan perantaraannja I. C. A., sebab ini kantor mengambilnja barang^ tadi dari perniagaan besar dari loear Hindia Belanda atau firma besar jang kebetoelan soedah berhoeboengan dengan kantor I. C. A. Ini hal sesoenggoehnja tiada mengadakan halangan soeatoepoen, djikalau barang^ tadi sematjam jang tiada dapat berobah sifat dan keadaannja. Djikalau kita meboetoehkan alat^ seperti tjangkoel, gilingan djalan, ember^, tjet^dlsb., baiklah membelinja kepada perniagaan ketjil jang soedah ada di negeri kita sendiri, sebab : a. djikalau perniagaan ketjil terseboet senantiasa berhoeboengan dengan Technische Dienst dari Gemeente. Regentschap dlsb, lama-kelamaan akan menjempoernakan sifat dan keadaan (kwaliteit) perkakas^ tadi: b. djikalau perhoeboengan ini dipoetoeskan, perniagaan^ ketjil tadi tentoe bekerdja menoeroet kehendaknja sendiri^, tentoe sadja keadaan barang^ tiada akan mendjadi bagoes, sambil perniagaan terseboet achirnja akan tiada ada jang menoentoen dan lama-kelamaan mendjadilah moendoer perniagaannja. Sesoedah diadakannja atoeran pemisahan (decentralisatie) maka toemboehlah boekti^ jang boleh dinamakan baik dan bergoena oentoek kema'mocran negeri mitsalnja : a. pakerdjaan techniek dari Badan Lokaal (Tech. Loc. Dienst) soedah kelihatan madjoenja lantaran dapat bekerdja menoeroet kejakinannja sendiri^; b. Badan^ Techniek terseboet dapatlah toeroet ambil bagian goena menentoekan kwaliteitnja barang^ jang akan dipergoenakan olehnja dan dapat djoega kasi nasehat kepada jang mempoenjai perniagaan bagaimana barang^ jang dikeloearkan bisa baik keadaannja dan rendah ongkosnja; c. soal terseboet di b. akan kedjadian djikalau semoea daja-oepaja ditjari ditempatnja badan^ lokaal sendiri. Tentoe sadja kita tiada bisa mengambil insaf kepada pendapetannja kantor L C. A, djikalau kita ingat penoendjoekan jang soedah kedjadian, seperti terseboet dibawah ini; a. sering kali kita dikasi nasehat oleh kantoor I. C. A., soepaja kita membeli barang^ jang beloem bergoena dan jang bisa terdapat lebih moerah di tempatnja sendiri seperti pakoe^, keling^, tjangkoef, tjat^ dlsb. dengan perantaraannja I.C.A., sedeng ini pembelian di djalankan sering kali satoe tahoen sebeloemnja kita menggoenaken barang terseboet; b. penoendjoekan jang awal terseboet di soerat edaran tadi, jaitoe pemerintah^ lokaal di kasi nasehat, soepaja membantoe atau menghidoepi kepada tempat pakerdjaan dari balatentara (defensie-werkplaatsen), jang seharoesnja oentoek tanggoengannja Pemerintah sendiri; c. LC.A. tida menolong mentjari daja oepaja soepaja badan perniagaan besar (firma^) dapat perhoeboengan sendiri sama badan^ Techniek Lokaal, akan tetapi ini perhoeboengan dipegang oleh diri sendiri; tentoe sadja soepaja semoeanja ada alasan boeat membeli barang di itoe firma^ dengan perantaraannja LC.A. tadi; d. LC.A. akan mengadakan atoeran boeat menentoekan sifatnja barang^ (normalisatie), sedang sekarang soedah ada madjelis normalisatie (Normalisatie-raad) jang soedah dianggap sjah oleh Pemerentah, sambil anggotanja ini Madjelis terpilih diantaranja toean'' jang berilmoe (deskundigen). Akan tetapi di soerat edaran tadi djoega ada penoendjoekan jang kita bisa insaf dan jang teroetama haroes di perhatikan oleh kita jaitoe; djikalau kita membikin rentjana (ontwerp) goena sesoeatoe pakerdjaan pertoekangan (bouw- 72

5 Ir. A. POLDERVAART. Het snel, al te snel vervloeien van den bovenlaag onzer samenleving doet thans ook onze redactie een gevoelig verlies leiden: kort na het verschijnen van dit nummer zal ons medelid Ir. Arie Poldervaart Indië verlaten, met een groote kans dat hij er niet meer zal terugkeeren. Is hem dit afscheidswoord gewijd in zijn functie van redactielid, zoo is het zeker op zijn plaats daarin voor alles vast te stellen, dat Poldervaart in het laatste decennium niet alleen een der markante, doch bepaald ook een der leidende figuren is geweest in de locaal-technische wereld. Overtuigd Bandoenger als hij was zoo goed als een trekker dat maar wezen kan ^ en sedert'19, na een korte S.S.-periode, in dienst dier Gemeente, liggen de directe resultaten van zijn voortvarend iniatief en zijn harde werken wel in hoofdzaak in die stad; doch zijn karakteristieke eigenschap: een open oog te hebben voor, en een scherpen kijk op nieuwe mogelijkheden en technieken, heeft aan veel van zijn arbeid de algemeener beteekenis gegeven van Indisch pionierswerk. Hij behoorde tot het tweetal wegentechnici, dat, tegen veel weerstand en scepticisme in, op het Wegencongres in '24 de oppervlakte-behandeling als de voor ons land geëigende asfalteeringswijze durfde aan te bevelen, tegenover de toen allerzijds alleen bruikbaar geachte penetratiemethoden, en de praktijk heeft hen volkómen in het gelijk gesteld; zijn verdere vruchtbare werk in den mede op zijn instigatie opgerichten Wegenraad, heeft zich hierbij waardig aangesloten. De kleinwoningbouw dankt aan hem een reeks baanbrekende proeven met nieuwe bouwwijzen (geraamtebetonbouw, betonplank-wanden, sintelbetonblokken enz.), zonder welke de huidige stand dier techniek hier niet goed denkbaar ware ; en dit arbeidsveld had zoo zijn liefde van typisch modern-westersch technicus, dat het hem na zijn gemeenteperiode tot zich trok. Op waterleidinggebied zijn door zijn initiatief tot stand gekomen de eerste Indische ontkoolzurings- en ontmanganingsinrichtingen, op rioleeringsgebied de eerste groote ImhofFtank. En zelfs bij het grondbedrijf ging hij eigen wegen, door zijn onambtelijke en animeerende big-business leiding; die moge hem wel de noodige conflicten bezorgd hebben, zoo heeft hij daardoor tevens zeer krachtig tot den fenomenalen groei van Bandoeng bijgedragen. Dat ook Poldervaart-zelf zijn werk graag in breeder verband begreep, en voor de decentralisatie in het algemeen warme belangstelling koesterde, blijkt wel daaruit, dat hij trouw de congressen van de Vereeniging voor Locale Belangen placht bij te wonen, uit technischen kring zelfs welhaast de eenige was, die raar wij meenen sedert jaren op geen enkel heeft ontbroken. Het spreekt dan ook vanzelf, dat hij de rechte man was om mede te werken aan de oprichting van Locale Techniek", en ons blad in oude en nieuwe vorm mede te leiden. Noode zullen wij zijn positief, maar altijd helder en eerlijk oordeel, zijn rustig optimisme, zijn omvangrijke kennis van personen en zaken en zijn gezonde pushing power missen. werk), jang teroetama kita haroes mentjari daja-oepaja seopaja perkakas^ dan barang^ keloearan di negeri atau kota kita sendiri dapatlah terpakai (batoe merah. kapoer, oebin batoe. bamboe, dlsb.). Soepaja sifatuja dan keadaannja barang^ lama-kelamaan bisa mendjadi bagoes, djanganlah rela kepada pembikinan perkakas atau barang^ jang tiada begitoe sempoerna; inilah tentoe bisa kedjadian asal jang poenja perniagaan tadi di kasi nasehat oleh si-pembeii atau si-pemakai barang^ terseboet. Diambil singkatnja, kita haroes menjokong kepada penoendjoekan dan Departement Perniagaan perihal membantoe dan menjokong goena hidoepnja perniagaan di Hindia Belanda semoeanja, akan tetapi dengan djalan jang tjerdik, djanganlah ambil insaf kepada atoeran^ terseboet di soerat edaran tadi, jang berdasar atas haloean jang koerang sempoerna. 73

6 OPMERKINGEN Een waarschuwend voorbeeld I In de rede van den Gouverneur-Generaal bij de opening der jongste zitting van den Volksraad werd door Zijne Excellentie o.m. medegedeeld, dat in onderzoek is, in hoeverre de verkeerswetgeving wijziging zal moeten ondergaan t.b.v. een betere coördinatie van rail- en motorverkeer. In verband daarmede is het zeker interessant te zien welke de eerste voorgenomen stap naar zulk een coördinatie in Holland is: het bij de Tweede Kamer ingediende en dezer dagen in behandeling zijnde ontwerp van wet tot instelling van een verkeersfonds. Bij het nagaan van dit wetsontwerp en van de daarbij gegeven toelichting blijkt evenwel, dat deze wet ons niet nader tot de verkeers-coördinatie brengt. De drie hoofdpunten uit dit wetsontwerp zijn n.l.: a) het bij elkaar op één begrooting verzamelen der Rijksinkomsten en -uitgaven uit en voor het verkeer; b) het zwaarder belasten van het motor- en rijwielverkeer; en c) het instellen van een Commissie van Advies voor de noodige maatregelen t.b.v. de verkeers-coördinatie. Ad-a De voorgestelde begrooting voor het verkeersfonds geeft een zoo onzuiver beeld, dat hierdoor verkeerde gevolgtrekkingen in de hand gewerkt worden. Ten eerste worden ongelijksoortige grootheden met elkaar vergeleken. Voor het water- en wegverkeer vindt men tegenover de opbrengst der heffingen slechts de uitgaven t.b.v. de water-en gewone wegen. Voor het spoorwegverkeer worden echter de exploitatieuitkomsten opgenomen, waarin behalve het element van de spoorbaan ook het vervoer er over tot uiting komt. Men heeft dus naast elkaar cijfers die bij het eene verkeer slechts een deel der totale exploitatie betreffen en bij het andere verkeer het geheele bedrijfsresultaat. Onnoodig te zeggen dat vergelijking aldus onmogelijk is. Ten tweede worden de in verband met de wegen getrokken baten in de begrooting van het verkeersfonds veel te laag opgebracht doordat men geen rekening heeft gehouden met de opbrengst van het invoerrecht op benzine. Al mogen Post en Telegrafie en de opstellers van het Verkeersfonds zich trachten vast te klampen aan streng formalistische redeneeringen, dat een invoerrecht op benzine geen doelbelasting is, in alle landen der wereld (Engeland, Frankrijk, Duitschland, Vereenigde Staten, en gelukkig ook Ned.-Indië) wordt erkend, dat heffingen op benzine bij den tegenwoordigen stand der techniek wel degelijk motorverkeersbelastingen zijn. En als men nu weet dat op deze wijze de inkomsten der landwegen op de begrooting van 74 het Verkeersfonds meer dan verdubbeld zouden moeten worden (rond 50 millioen inplaats van de gestelde 22 millioen) dan begrijpt men welk een verwarrend beeld veroorzaakt is. Hier is de zuivere coördinatie niet alleen niet gediend, maar actief bemoeilijkt. Ad-b. De belastingverhoogingen van motor- en rijwielverkeer zijn wel buitengewoon poover gemotiveerd, n.l. alleen door er op te wijzen, dat het bestaan van deze verkeerssoorten de exploitatie-uitkomsten der railbedrijven ongunstig beïnvloedt. Ten eerste wordt geheel verzuimd aan te toonen, dat de thans reeds op motor- en rijwielverkeer drukkende heffingen niet reeds een voldoende en billijke belasting vormen. Hierboven werd er reeds op gewezen, dat vooral het motorverkeer reeds een zeer groot bedrag opbrengt. Zulks wordt echter geheel genegeerd, waardoor elk gezond oordeel over een verzwaring der bestaande heffingen onmogelijk wordt. Ten tweede, en dit is de hoofdfout, wordt de belasting-verzwaring uitsluitend afgeleid uit de ongunstige bedrijfsresultaten der spoorwegen. M.a.w.: bepaalde verkeerssoorten zouden zwaarder moeten worden belast (en daardoor beperkt) niet als retributie voor doorhen noodig geworden voorzieningen en niet omdat ze vervoer bedienen, dat bij een economisch juiste verdeeling aan een andere vervoerssoort zou moeten toekomen, maar alleen omdat ze naast die andere vervoerssoort durven bestaan en deze niet al het vervoer overlaten, dat binnen zijn bereik zou komen als er geen andere verkeersmiddelen bestonden. Ook hier dus weer geen stap naar verkeerscoördinatie op economischen grondslag maar eenvoudig een nog meer mee betalen van het wegverkeer in de spoorwegtekorten. Ad-C. Van de in te stellen Commissie van advies wordt in het wetsontwerp veel verwacht. Gezegd wordt, dat,,de groote kracht voor de geheele regeling van het verkeer onder leiding van de Regeering zal uitgaan van de Commissie van Advies." Waar deze commissie een dergelijke belangrijke rol gaat spelen is het dan toch wel teekenend voor de mentaliteit der wetsontwerpers, dat daarin naast hoofdambtenaren van Waterstaat alleen vertegenwoordigers komen van Financiën, van de Nederlandsche Spoorwegen 1 Van geen enkelen anderen vervoersvorm wordt een vertegenwoordiger noodig geacht; de éénzijdigheid kon moeilijk meer open gedemonstreerd worden 1 Uit de dagbladen is reeds bekend, dat art. 1 van het wetsontwerp de instelling van het Verkeersfonds in de Tweede Kamer is aangenomen. Of, en met welke wijzigingen het ontwerp wet zal worden, is ten slotte een Hollandsche aangelegenheid, waar hier niet verder op kan worden ingegaan.

7 Maar wel mag de hoop en het vertrouwen worden uitgesproken, dat de straks op dit gebied in Indië te nemen maatregelen zullen getuigen van een meer onpartijdig afwegen der verschillende verkeersbelangen, zoodat ze voeren tot een werkelijke coördinatie der verkeersvormen en niet, zooals bij het Hollandsche ontwerp tot een sub' ordinatie van het wegverkeer aan het railverkeer." Kampocngwatervoorzicmng. Hoewel de behandeling van de Watervoorziening in de Kampoeng", op het Decentralisatiecongres te Soerabaja, bij het verschijnen van dit nummer reeds ruim twee maanden achter ons ligt, komt het ons toch nuttig voor enkele conclusies, die daaruit mogen worden getrokken, hier nog naar voren te brengen. Wanneer men al bijzonder verlangend mocht zijn naar een duidelijke uitspraak omtrent den voorkeur, die ware toe te kennen aan waterlevering in de kampoeng over een gewonen meter of over een eenheidskraan, beide met maandelijksche betaling, of over een muntwatermeter, zoo moet erkend worden, dat deze uitspraak in het geheel niet is gevallen, reeds omdat het vraagstuk zóó niet werd gesteld. Ir. Bik, de jonge chef der waterleiding van de congresstad, verdedigde in preadvies, inleiding en debat op bekwame wijze het Soerabajasche systeem van muntwatermeter, zonder de andere te bestrijden, en geen der debaters viel den muntwatermeter als zoodanig aan, of poneerde de andere leveringswijzen als a priori beter. Waar geen dienst, en men mag gerust zeggen geen enkel deskundige, persoonlijk beschikt over een grondige vergelijkende ervaring van alle drie, en elks bruikbaarheid zoozeer mede afhankelijk is van bijzondere plaatselijke factoren (waterprijs, waterbeschaving, aard der bevolking), was te begrijpen, dat niemand voor po.sitieve afwijzing of voorkeur over voldoende gegevens beschikte. Hier blijkt een zwakke plek der methode, zulke technische onderwerpen door één preadviseur te doen inleiden, daar de verschillende inzichten daardoor zelfs in het debat niet voldoende uit hun tent zijn gelokt. Toch is er een conclusie te trekken, naar wij meenen, ^ juister kan men zeggen: een communis opinio te registreeren, die na de behandeling en de excursie naar de muntmeter-werkplaats algemeen werd uitgesproken. En wel deze: inderdaad zou een goede en goedkoope muntwatermeter voor de waterverstrekking in de kampoeng vermoedelijk het ideale instrument zijn, doch de Soerabajasche meter is nóch goed (in zooverre hij te kwetsbaar is en daardoor veel te veel controle en herstel eischt, niet onwaarschijnlijk door te groote gecompliceerdheid), nóch goedkoop, integendeel bijna ergerlijk duur. In het debat was het vooral Ir. Riis (Jogja), die hierin de puntjes op de i zette. Of de muntwatermeter de rol zal gaan vervullen, die hem wacht, en daarmede het watervoorzieningsvraagstuk voor de massa der bevolking een zéér groot stuk vooruit zal brengen, hangt m.a.w. thans in eerste instantie niet van de waterleidingbedrijven af, doch van de ontwikkeling van den muntmeter-zelf; hier ligt een taak voor de meterfabrieken, hunne constructeurs en andere vernuftelingen ; en is er geen proefstation of algemeen georiënteerd openbaar lichaam, dat hierbij leiding kan geven? Moge deze les van Soerabaja verstaan worden, waar zij nut kan stichten! Examen Locaal Architect. In dit nummer kon eindelijk worden opgenomen de nieuwe regeling van het examen voor Locaal Architect, vastgesteld door de Vereeniging voor Locale Belangen; zij omvat een verbeterd reglement, en een veel uitvoeriger uitgewerkt en goed bestudeerd programma, beide praktisch volledig overeenkomstig de voorstellen van de Commissie-M/esf&roeA: die voor deze herziening werd ingesteld. Het eerstvolgend examen zal thans eind dezes jaars of begin '35 gehouden worden. Wij mogen dit examen, nu het gezond gereorganiseerd is, nog eens in de belangstelling der bestuurders, leiders van technische diensten en lagere technici aanbevelen. Aan de beide eerstgenoemden, omdat de beteekenis die het zal kunnen krijgen, voor een belangrijk deel van hen afhangt: van hun bereidwilligheid om de studie daarvoor te stimuleeren en te steunen, door studeerenden aan te moedigen en faciliteiten te verleenen, van hun waardeering vooral voor bezitters van het diploma '). En aan de lagere technici bij de locale ressorten, op aan hen die die positie ambieeren : omdat het examen de aangewezen weg is naar belangrijker en zelfstandiger werk bij ressorten en zelfbesturen, met meer verantwoording en meer bevrediging, en naar beter salarieering als natuurlijk gevolg daarvan. Het examen verdient die aanbeveling thans volkomen. In beginsel gelijkwaardig aan het B. O. W.-architectsexamen, omvat het toch een zoo andere groepeering van technische, sociaaltechnische en administratieve vakken, dat het een zeer goede scholing vormt voor den middelbaren locaal technicus. Als maatstaf is daarbij \ oor de samenstelling van het programma genomen de kennis en kunde, waarover het hoofd van den technischen dienst van een middelbare Gemeente of een belangrijk Regentschap moet kunnen beschikken, en die tevens in het algemeen vereischt zijn voor de chefs van afdeelingen in de grootere Gemeenten, Zelfbesturen enz. Belangrijk is tevens, dat voor bezitters van verschillende andere bekende diploma's (Architect-B. O. W., Opzichter B. N. A. enz.) de vrijstellingen zijn vastgesteld, waarop zij aanspraak mogen maken, zoodat het examen voor hen minder bezwaarlijk, ') Op een circulaire, die de Vereeniging hierover rondzond, mochten naar wij vernemen reeds verschillende bevredigende antwoorden worden ontvangen. 75

8 en daarmede de weg naar leidende functies in de locale techniek aanlokkelijker wordt. Hopen wi) dus dat het examen wederom het werd reeds tweemaal afgenomen ^ een schare deelnemers zal trekken, zoo moet ook uitgesproken worden, dat de taak der Vereeniging voor Locale Belangen op dit gebied niet met de organisatie alleen van het examen-zelf is afgeloopen. Bi) de voorbereiding ervoor worden namelijk ernstige moeilijkheden ondervonden door het ontbreken van studiemateriaal, cursussen en dergelijke: en al kan aanvaard worden het standpunt der Vereeniging, dat daarvoor zelve direct te zorgen niet haar taak is, zoo ligt het wél op haar weg dit mankement onder de oogen te zien. Met bevrediging vernamen wij dan ook, dat aan de commissie-westforoea: verzocht zal worden ook hierover haar licht te laten schij'nen. EEN MERKWAARDIGE FOTOVERZAMELING. In ruime oplaag verscheen onlangs een met zeer vele fraaie foto's voorzien album, waarvan de Indische constructeur zeker met veel genoegen kennis zal nemen, en zich er over zal verheugen dat ook deze gewesten op het gebied der staalindustrie er mogen wezen We bedoelen de prospectus die de firma Lindeteves-Stokvis aan zijn vele cliënten zond, en waaruit men inzicht in den grooten omvang en het buitengewone prestatievermogen van haar constructiebedrijf, waarin reeds zoovele en veelsoortige werken tot stand zijn gekomen" kan ontvangen. Het IS niet alleen de keurcollectie van fotografische afbeeldingen de op deze pagina herdrukte foto van de theefabriek Gandjar Temoe der Pamanoekan en Tjiasemlanden geeft wel zeer goed het peil er van aan die dit werkje aantrekkelijk maakt, ook de vele daarbij' uitgebeelde constructies spreken een veelzeggende taal. We willen dan ook niet nalaten, even de aandacht te vestigen op dit Indische bedrijf en deze Indische uitgaaf. Het tweetal foto's, waarvoor ons de chché's door de firma Lindeteves- Stokvis ter beschikking zijn gesteld en welke hierbij zijn gereproduceerd, mogen wel een indruk geven van hetgeen op het gebied van fabneksen bruggenbouw gepresteerd kan worden; voor de vele andere, niet minder interessante onderwerpen, verwijzen we gaarne naar het werkje zelf. Ook den drukker, de firma Kolff 6 Co. te Batavia, komt allen lof toe. 76

9 BEGRENZING DER RIJSNELHEID VAN WEGVERKEER. In no. 1 van het l.b.t.-locale Techniek van Januari '34 werd uiteengezet, welke wijze van beperking der rijsnelheid op de gewone wegen in het algemeen nuttig moet worden geacht. Thans dient ten eerste nagegaan te worden in hoeverre de ter zake bestaande bepalingen in W.V.O. en W.V.V. het mogelijk maken de aanbevolen beginselen te verwerkelijken en ten tweede zal daaruit kunnen volgen, welke veranderingen der bestaande verkeerswetgeving noodig zouden zijn om het nagestreefde doel geheel te kunnen bereiken. De wettelijke basis der snelheidsbeperking vormt art. 7 der W.V.O., dat luidt: (1) Bij verordeningen van openbare gemeenschappen, of waar deze niet bestaan, in gewestelijke reglementen en keuren van politie kunnen, met inachtneming van de daarvoor bij regeeringsverordening vast te stellen regelen voorschriften worden gegeven, waarbij het aan bestuurders verboden wordt een zekere snelheid te overschrijden. (2) Zoodanige verordeningen worden voor provinciale wegen uitsluitend vastgesteld door den provincialen raad." II. Uit dit artikel blijkt ten eerste, dat de centrale wetgever de bevoegdheid tot het instellen van snelheidsbeperkingen geheel aan den localen wetgever heeft overgedragen. Men heeft zich bij het vaststellen dezer voorschriften dus niet gerealiseerd, wat in ons vorige artikel is uiteengezet, n.l. dat bij tweeërlei soorten van snelheidsbeperking de eene (die uit veiligheidsoogpunt) wel locaal dient te worden vastgesteld, de andere (t.b.v. bescherming der wegverharding) echter ten deele met voordeel centraal kan worden geregeld. Wil men dus laatstbedoelde snelheidsbeperkingen, die op praktisch bijna alle wegen nuttig zouden zijn, in werkelijkheid verkrijgen dan zullen alle locale wetgevers dergelijke voorschriften voor hun gebied moeten uitvaardigen en bakens zetten om dit aan de weggebruikers kenbaar te maken. Ten tweede kunnen snelheidsbeperkingen voor de provinciale wegen alleen door den provincialen raad worden ingesteld De goede bedoeling, welke bij het besluiten tot deze bepaling heeft voorgezeten, is geweest te voorkomen, dat op een (hoofd)verkeersweg voor doorgaand verkeer de plaatselijke wetgevers (regentschapsraden) niet elk voor het gedeelte van dezen weg, dat door hun ressort loopt een (ander) snelheidsmaximum zouden instellen en men zoodoende op den doorgaanden verkeersweg een staalkaart van snelheidsmaxima zou krijgen. Inderdaad behoort dit niet voor te komen, doch zulks kan ook niet het geval zijn als men zich houdt aan het door ons voorheen reeds ontwikkelde beginsel, dat snelheidsbeperking op de buitenwegen slechts gewenscht is op bijzonder gevaarlijke weggedeelten (eventueel voor speciaal daarvoor in aanmerking komende voertuigsoorten). Een doorgaande weg behoort dus geen beheersvakken" te vertoonen, die elk a! dan niet een (ander) snelheidsmaximum dragen, maar op den normaal vrijen weg dient 77

10 alleen op de gevaarlijke gedeelten de snelheid beperkt te worden. Ook als dus, zooals nu het geval is, de provincie over de geheele lengte van een provincialen weg de snelheid regelt, kan de op dezen weg toegelaten snelheid niet overal even groot (c.q. onbeperkt) blijven, doch zal deze op gevaarlijke weggedeelten zoo noodig beperkt moeten worden. Discontinuïteit is uit den aard der zaak inhaerent aan snelheidsbeperking op gevaarlijke weggedeelten. Houdt men het vorenstaande in het oog dan blijkt het, dat bij juiste toepassing der gegeven bevoegdheden het ook niet zulk een bezwaar zou hebben medegebracht als de regentschapsraden ook voor de binnen hun grenzen vallende gedeelten der provinciale wegen de bevoegdheid tot snelheidsregeling ware gegeven. Of op een bepaald gevaarlijk weggedeelte de snelheid nu door de provincie of door het regentschap beperkt wordt, blijft voor den weggebruiker hetzelfde. En als men bevreesd was, dat deze handelwijze een te veelvuldig gebruik van snelheidsmaxima in de hand zou werken, zou zulks door het toezicht op de betrokken verordeningen door gedeputeerden (die zich door den provincialen waterstaatsdienst kunnen doen voorlichten) toch wel binnen de gewenschte grenzen kunnen worden gehouden. Ten slotte ware natuurlijk ook een regeling denkbaar, waarbij de provincie op alle wegen binnen haar grenzen (met uitzondering van die in de stadsgemeenten) de snelheidsmaxima vaststelt, e.e.a. voor regentschapswegen eventueel slechts na verzoek van den betrokken regentschapraad. Dat op dit punt van verdeeling der bevoegdheden van provincie en regentschap zoo uitvoerig wordt ingegaan, vindt zijn oorzaak in de boven reeds eerder aangestipte consequentie van decentralisatie op dit gebied. Daar de provinciale wegen n 1. door de regentschapsgebieden heen loopen, dienen thans op elk kruispunt van een provincialen weg met een regentschapsweg alle bakens te worden gezet, die de verschillende snelheidsbeperkingen op elk dezer wegen aanduiden. Alleen voor het niet zeer waarschijnlijke geval, dat de snelheidsbeperking door provincie en regentschap geheel gelijk is, zou het mogelijk zijn, dat de rechter het niet noodig oordeelt om op deze kruispunten de snelheidsbeperkingen aan te duiden. Deze consequentie van een zeer groot aantal snelheidsbakens is vooral bezwaarlijk, omdat reeds werd aangetoond, dat ook voor snelheidsbeperkingen van meeralgemeenen aard (wegbescherming) bakens noodig zijn; zoo zal men dus op bedoelde kruispunten zelfs veelal niet kunnen volstaan met één baken, maar meerdere borden aan denzelfden paal moeten bevestigen. Het bovenstaande toont dus aan, dat het gewenscht is, art. 7 der W.V.O. in dier voege te wijzigen, dat niet meer alleen de locale wetgevers snelheidsbeperkingen kunnen vaststellen, maar dat ook bij Regeerings-verordening snelheids-maxima kunnen worden vastgesteld. Dit zal dan kunnen geschieden voor die gevallen, waarin de beperking op alle wegen nuttig is (b.v. voor voertuigen zonder luchtbanden) en zulke algemeen geldige snelheidsbeperkingen zullen dan niet meer door bakens behoeven te worden aangegeven Een wijziging in dezen geest zal bi) de in voorbereiding zijnde algemeene herziening der wegverkeerswetgeving zeker kunnen worden overwogen. Na deze algemeene beschouwingen over de gevolgen, die art. 7 W.V.O. medebrengt, moge thans bezien worden, welke regelen t.a.v. snelheidsbeperking in de W.V.V. zijn neergelegd. Deze vindt men in art. 10, dat luidt: (1) Bij het vaststellen van de in artikel 7 van de Wegverkeersordonnantie bedoelde verordeningen, reglementen en keuren van politie worden de volgende regelen in acht genomen. 1. Er kunnen drie snelheidsgrenzen worden vastgesteld, 40 km per uur, 25 km per uur en 15 km per uur. 2. De grens van 40 km per uur kan worden voorgeschreven: a. buiten bebouwde kommen voor alle of voor bepaalde soorten van rij- en voertuigen, met uitzondering van motorrijwielen en motorrijtuigen, bestemd voor het vervoer van niet meer dan 7 personen, den bestuurder inbegrepen; b. in bebouwde kommen voor alle of voor bepaalde soorten van rij- en voertuigen. 3. De grens van 25 km per uur kan worden voorgeschreven: a. buiten bebouwde kommen voor rij- en voertuigen, die niet voorzien zijn van luchtbanden en voor motorrijtuigen, waaraan meer dan één aanhangwagen is gekoppeld: b. in bebouwde kommen op alle wegen voor rij- en voertuigen, die niet voorzien zijn van luchtbanden en voor motorrijtuigen, waaraan een of meer aanhangwagens zijn gekoppeld, alsmede op wegen met een intensief verkeer, gedurende bepaalde uren voor alle rij- en voertuigen. 4. De grens van 15 km per uur kan worden voorgeschreven: a. voor motorrijtuigen, waaraan meer dan 1 aanhangwagen is gekoppeld; b. gedurende bepaalde uren en op bepaalde dagen nabij passers en in zeer drukke winkelstraten voor alle rij- en voertuigen. (2) In afwijking van het bepaalde in lid (l)kan, indien het belang van de instandhouding van den weg zulks bepaaldelijk eischt, de grens van 40 km per uur ook buiten bebouwde kommen worden voorgeschreven voor alle of voor bepaalde soorten van rij - en voertuigen en de grens van 25 km per uur, zoowel in als buiten bebouwde kommen voor alle of voor bepaalde soorten van rij- en voertuigen met uitzondering van motorrijwielen en motorrijtuigen, bestemd voor het vervoer van niet meer dan 7 personen, den bestuurder inbegrepen. 78

11 (3) Overigens kan elk der in lid (1) genoemde grenzen, indien de plaatselijke omstandigheden dit eischen, voor alle rij-en voertuigen worden voorgeschreven nabij en op bruggen, kruisingen, overwegen en gevaarlijke weggedeelten." Zooals men ziet een buitengewoon rijke verscheidenheid. Met behulp hiervan kunnen de in ons vorige artikel ontwikkelde desiderata als volgt het best benaderd worden. Snclheidsbegrenzing uit veilighcidsoogpunt. A. Snelheidsbegrenzing buiten bebouwde kommen t.b.v. de veiligheid dient, zooals gesteld, zich te beperken tot gevaarlijke weggedeelten. Daardoor wordt tevens ontkomen aan het bezwaar, dat bij snelheidsbeperking over geheele provinciale wegennetten op alle kruispunten van deze provinciale met andere wegen bakens zouden moeten worden gezet. Men zal thans deze bakens slechts behoeven te plaatsen op de kruispunten, die op de bepaald gevaarlijke weggedeelten voorkomen, hetgeen niet tot een zoo overmatige uitbreiding van het bakenaantal leidt. Nu is voor een dergelijke snelheidsbegrenzing kennelijk bedoeld lid (3) van art. 10 W. V.V., waarin ook dit begrip gevaarlijk weggedeelte" wordt genoemd en nader aangeduid. Het bezwaar is slechts, dat de maximum snelheid volgens lid (3) treft alle rij-en voertuigen." Naar onze meening gaat zulks te ver en zou men op bijna alle weggedeelten als hier bedoeld kunnen volstaan met een snelheidsbeperking voor bijzondere breede en zware motorvoertuigen, m.n. voor autobussen en vrachtauto's. Het motorrijwiel en de gewone personenauto met hun meer bescheiden afmeting, hun makkelijke hanteerbaarheid en vooral hun tegenwoordig zeer groot remvermogen behoeven o.i. een dergelijke beperking niet. Daartegenover zal het gewenscht zijn voor groote en zware voertuigen als autobussen en vrachtauto's de term gevaarlijk weggedeelte" eenigszins ruim op te vatten om hieronder smalle en bochtige wegen, waarop het gevaarlijk zou zijn met dergelijke voertuigen 50 km/h te rijden" een plaats te kunnen doen vinden. Zoolang dus lid (3) van art. loderw.v.v. geen onderscheid kent tusschen verschillende soorten rij- en voertuigen is het voor de hier beoogde snelheidsbeperking niet bruikbaar en zou deze op grond van lid (1) sub 2 a moeten worden vastgesteld op 40 km/h. Indien echter in bedoeld lid (3) de woorden alle rij- en voertuigen" worden vervangen door alle of bepaalde soorten rij- en voertuigen", zal bovenstaand bezwaar zijn ondervangen en kunnen snelheidsbeperkingen op gevaarlijke weggedeelten ook werkelijk gebaseerd worden op het kennelijk daarvoor bedoelde lid (3). Een dergelijke verandering moge worden aanbevolen. Bij behandeling dezer kwestie mag niet worden nagelaten er op te wijzen, dat in verschillende gebieden van Ned. Indië (zoowel in provincies op Java als in andere ressorten in de buitengewesten) er een ernstig streven is waar te nemen naar een voor het geheele wegennet instellen van een snelheidsmaximum voor autobussen en vrachtauto's. O.i. gaat men hierbij te ver, althans zeker met het daarvoor thans in de W.V.V. beschikbare maximum van 40 km/h. De snelheid van zulke voertuigen op alle, dus ook op lange rechte wegen, tot dit maximum te beperken schijnt voorzeker onnoodig en is ook niet in overeenstemming met hetgeen in andere landen en werelddeelen als bruikbaar is ondervonden. Zou men een dergelijk, algemeen geldig maximum voor zulke voertuigen willen invoeren dan zou zulks beter op 50 a 60 kmh kunnen worden gesteld, een snelheid, waarbij excessen worden voorkomen en toch de autobus als snel vervoersmiddel niet hinderlijk wordt benadeeld. Een dergelijk maximum zou dan echter door de centrale Regeering als voor geheel Ned. Indië geldig moeten worden ingesteld, omdat op deze wijze dit voorschrift eenvoudig in de verkeerswetgeving kan worden opgenomen en zoo de plaatsing van ontelbaar veel snelheidsbakens kan worden bespaard. Momenteel is dit niet mogelijk, daar, zooals gezegd, de Regeering de bevoegdheid tot snelheidsbeperking geheel in handen der lagere overheden heeft gelegd. Op grond van het gebleken verlangen naar een dergelijke beperking en mede ter wille van den eenvoud van regeling en de besparing aan bakens moge een in dezen geest gaande wijziging der W.V.Ó. art. 7 en der W.V.'V. art 10 worden overwogen. B. Voorsnelheidsbegrenzing binnen bebouwde kommen vervallen grootendeels de vorengenoemde bebakeningsbezwaren, daar indestadsgemeenten alle wegen onder één beheerder vallen. Hier blijft dus zuiver de vraag of snelheidsmaxima gewenscht zijn en zoo ja welke. Zooals art. 10 W.V.V. te zien geeft zijn er meerdere regelingen mogelijk: 40 en 25 km/h voor algemeen gebruik en 25 en 15 km/h voor bijzondere gevallen. Verwijzende naar hetgeen hieromtrent in ons vorig artikel is gesteld, moge hier met nadruk worden aanbevolen om ter wille van een eenvoudige en praktisch werkende snelheidsregeling zich ten deze streng te beperken door geen snelheidsmaxima voor bepaalde straten en uren van den dag te stellen. Voor wegen met intensief verkeer en drukke winkelstraten zijn de verkeerstoestanden zoo van oogenblik tot oogenblik wisselend, dat geen vast toelaatbaar maximum is te stellen en bij het inrijden van dergelijke straten heeft de automobilist zijn aandacht zoo broodnoodig voor het besturen van zijn voertuig, dat het niet wenschelijk is die aandacht nog tevens te vragen voor bijzondere snelheidsbakens, terwijl ten slotte, zooals reeds eerder betoogd, het constateeren van overtredingen van het snelheidsverbod in zoo drukke straten toch meestal niet mogelijk zal zijn. In het stadscentrum blijft o.i. nog steeds het eenige bruikbare criterium: het niet in gevaar brengen van het verkeer. 79

12 Blijft dus de vraag, of voor de geheele bebouwde kom een hooger gesteld maximum nuttig is, waarvoor hier dan de W. V. V.-maat van 40 km/h in aanmerking zou komen. In het algemeen is dit maximum voor buitenwijken van steden aan den lagen kant, omdat o.i. aldaar snelheden tot 50 km/h veelal geen enkel bezwaar medebrengen. Nu is het echter steeds wenschelijk, dat bij controle op de rijsnelheid men een flinke speling neemt, waarmede het toegelaten maximum moet worden overschreden, aleer men tot vervolging van betrokkenen overgaat. Elke controle-methode heeft immers natuurlijk een zekere fouten-marge en als men dus vervolgt bij een zeer kleine overtreding van het toïgestane maximum, bestaat allicht de kans, dat de werkelijke rijsnelheid van betrokkenen nog net het maximum niet overschreed, in welk geval straf zeker otigewenscht ZDU zija. Indien nu van politiewege een ruime marge van 10 km/h wordt aangenomen, lijkt het maximum van 40 km/h wel bruikbaar, terwijl tevens de wenschelijke toestand verkregen wordt, dat alleen vervolgd worden motorvoertuigbestuurders van wie het zeer evident is komen vast te staan, dat zij het bestaande gebod hebben overtreden. Zal nu een maximum van 40 km/h voor alle stadsgemeenten noodig zijn? O.i. niet. De praktijk in de vele groote gemeenten, zoowel hier te lande als elders waar geen maximum is, toont, dat zulks niet het geval is. Veel meer wenschelijk kan een maximum zijn voor kleinere gemeenten. Daar heeft de automobilist, van den vrijen buitenweg komende, een veel plotselinger overgang naar de stad. En met zijn snelheidswaardeering, nog ingesteld op zijn grootere buitenwegsnalheid, wordt dan bij het binnenrijden van de stad niet genoeg vaart geminderd. Bij een zeer groote stad is echter de verkeersdrukte in den omtrek der stad zoo groot, dat ook zonder voorschrift de motorvoertuigbestuurder reeds genoeg tot snelheidsmatiging wordt gebracht. Zoo blijkt dus vooral voor de middelmatige en kleinere plaatsen voor de bebouwde kom een algemeen maximum van 40 km/h (met vervolging indien bij controle de snelheid meer dan 50 blijkt te zijn) nuttig en kan dus worden aanbevolen. Dat ten slotte bij in kleine plaatsjes aan den weg gehouden passers naar behoefte de daarvoor tijdïlijk t> stellen snelheidsbeperking tot 15 km/h kan worden gebezigd is duidelijk, al moge er op gewezen worden, dat o i. 15 km/h wel zeer laag is gesteld en men zonder bezwaar dit maximum tot 25 km/h kan verhoogen. Lid (1) van art. 10 der W.V.V. zou dan vereenvoudigd kunnen worden door het daarin sub 4 gestelde geheel te laten vervallen. Saelheidsbegrenzing m.b. t. wegsujtage. A. Voor deze zijde van het snelheidsvraagstuk is voor de buitenwegen geen werkelijk bevredigende oplossing mogelijk bij de huidige wetsbepalingen. De snelheidsbeperking van voertuigen zonder luchtbanden en met twee-assige aanhangwagens bleeke immers bij uitstek algemeen geldig te moeten wezen, terwijl men onder de huidige voorschriften deze begrenzing slechts kan verkrijgen ten koste van een groot aantal bakens, vanwege het doorkruisen der regentschappen door de provinciale wegen. Wat betreft de massieve rubberbanden verdient het daarom, in afwachting voor een mogelijke wetswijziging in den boven door ons aangegeven zin, aanbeveling maar af te zien van eenige snelheidsbeperking, daar gebruik van deze banden toch per 1^ 9 '36 geheel geëindigd zal zijn en zij in de praktijk ook nu reeds maar weinig voorkomen. Het gebruik van aanhangwagens schijnt echter geenszins iets dat zal uitsterven en van een passende snelheidsbeperking bij gebruik van 2-assige aanhangwagens kan dan ook niet zoo licht afstand worden gedaan. Ook hier zou een door de centrale Regeering ingesteld maximum veel bebakening uitsparen; zoolang een dergelijke maatregel niet genomen is zou men immers, als tevoren uiteengezet, weer vervallen in bakens op alle punten van beheers-overgang. Waar thans het gebruik van dergelijke voertuigen nog niet algemeen is, kan wellicht een dergelijke kostbare maatregel nog wat uitgesteld worden. Mochten bedoelde voertuigen echter veelvuldiger worden en vóór dien tijd geen wetswijziging in den aangeduiden zin plaats vinden, dan zal men tot het stellen dezer beperking wel over moeten gaan, waarbij dan een der in art. 10 der W.V.V. in lid (2) bedoelde grenzen van 40 of 25 km/h kan worden aanbevolen. B. Voor wegen binnen de bebouwde kom is ook aan de snelheidsbegrenzing uit wegslijtage-oogpunt beter te voldoen. Moge ook hier desgewenscht van snelheidsbegrenzing van voertuigen met massieve banden worden afgezien, omdat deze reeds thans in onbruik zijn en binnenkort geheel zullen verdwijnen, de snelheid van voertuigen met 2-assige aanhangwagens kan door middel van een redelijk aantal bakens (op de toegangswegen der bebouwde kom) worden beperkt tot 25 km/h. Wat tenslotte de mogelijkheid betreftin bijzondere gevallen, zoowel binnen als buiten bebouwde kommen, t.b.v. de instandhouding der wegen de snelheid van alle voertuigen tot op 40 km/h te beperken, moge worden aanbevolen van deze bevoegdheid zoo weinig mogelijk gebruik te maken en haar slechts bij hooge uitzondering in noodgevallen te hanteeren, daar hierdoor (vooral buiten bebouwde kommen) een groote belemmering van het snelverkeer wordt veroorzaakt. Een dergelijk geval zou kunnen intreden, indien op een ongeasphalteerden steenslagweg een zoo druk verkeer met personenauto's voorkomt, dat het wegoppervlak daardoor abnormaal sterk wordt aangetast, terwijl door omstandigheden asphalteering niet kan plaats vinden. Maar men Ijedenke daarbij, dat dit zelf een abnormale toestand is, die niet bestendigd mag worden, daar een dergelijke weg met druk snelverkeer uiteraard geasphalteerd dient te worden. 80

13 Resumeerende blijken wij zoo tot de volgende voornaamste aanbevelingen te kunnen komen. A. Buiten bebouavde kommen. Beperking van de rijsnelheid van autobussen en vrachtauto's op voor hen gevaarlijlce weggedeelten tot op 40 km/h, volgens W. V. V. art. 10 lid (1) sub 2 a. Indien het aantal van voertuigen met 2-assige aanhangswagens het noodig gaat maken, beperking van de rijsnelheid daarvan op alle wegen tot op 25 km/h, volgens W. V. V. art. 10 lid (2). Indien noodig kan in kleine plaatsjes, waar langs den weg passer wordt gehouden, de rijsnelheid van alle rij- en voertuigen tijdens de passerdagen en -uren tot op 25 km/h worden beperkt, volgers de W.V.V. art. 10 lid (1) sub 3 b. B. Binnen bebouwde kommen. In middelmatige en kleine plaatsen beperking van de rijsnelheid van alle rij- en voertuigen tot op 40 km/h, volgens de W.V.V. art. 10 lid 1 sub 2 b. Beperking van de rijsnelheid van motorvoertuigen met twee-assige aanhangwagens tot op 40 of 25 km/h. volgens W.V.V. art. 10 lid (2). En als belangrijke wetsverbeteringen, welke de snelheidsregeling ten goede komen, kunnen genoemd worden: a) Het in de W.V.O. art. 7 brengen van een bepaling, waardoor het aan de centrale Regeering mogelijk wordt de snelheid van bepaalde soorten rij- en voertuigen in geheel Ned.-Indië tot een zeker maximum te beperken (welk verbod dan niet door bakens behoeft te worden aangegeven). b) Het op grond van dit artikel in de W.V.V. art. 10 inlasschen van bepalingen, die voorschrijven : 1) een max. snelheid van 25 km/h voor alle voertuigen, die niet van luchtbanden (of daarmede door den Dir. van V. en W. gelijk gestelde bandconstructies) zijn voorzien; 2) een max, snelheid van 40 of 25 km/h voor alle voertuigen, die twee-assige aanhangwagens voortbewegen; 3) desgewenscht kan men dan dit tweetal uitbreiden met een bepaling, dat een max. snelheid van km/h wordt ingesteld voor alle autobussen en vrachtauto's. c) Het geheel schrappen van art. 10 W.V.V, lid (1) sub. 4. In verband met vorenstaande wijziging zou dan ten slotte in de bestaande W.V.V. art. 10 lid (1) de bepaling sub 2 a geschrapt moeten worden en in lid (3) de woorden alle rij- en voertuigen" vervangen moeten worden door alle of bepaalde soorten rijen voertuigen" en de noodige redactie-wijzigingen moeten worden aangebracht. Ortf. PEMBATASAN KETJEPATAN BERDJALANNJA KENDARAAN. (Samboengan l.b.t.-locale Techniek Januari '34). Dibawah ini kita moeatkan beberapa ketentoean dalam nhoekoem Kendaraan", jang medentoekan tentaog pembatasan ketjepatan berdjalannja kendaraan. Artikel 7 W.V.O. (1) Dengan ondang^ daripada badan^ pemerintahan oemocm, sedang dimana badan ini tidak ada, dengan ondang^ daèrah dan keur-poelisi, dapatlah kepada orange jang mengendarakan kendaraan dilarangnja, dengan mengingati ketentoean daripada pemerintah agoeng, boeat mendjalankan kendaraannja melebihi sesoeatoe pembatasan ketjepatan. (2) Ondang^ jang sederaikian itoe bagi djalan^ provinsi hanja sadja dapat ditentoekan oleh provinciale raad. Artikel 10 W.V.V. (1) Didalam menentoekan ketentoean terseboet dalam art. 7 W.V.O. haroeslah diperhatikan peratoeran jang berikoet: 1. Dapat ditentoekan tiga roepa pembatasan ketjepatan, jaini pembatasan sampai 40 km, 25 km dan 15 km sedjamnja. 2. Pembatasan sampai 40 km/sedjam dapat ditentoekan boeat: a. diloear tempat kediaman (bebouwde kom) boeat semoea atau boeat salah satoe roepa kendaraan, dengan mengetjoealikan kendaraan jang memakai motor, teroentoek bagi sebanjak^-nja 7 orang penoempang, didalamnja orang jang mengendarakan terhitoeng djoega; b. didalam tempat kediaman boeat semoea atau salah satoe roepa kendaraan. 3. Pembatasan sampai 25 km/sedjam dapat ditentoekan boeat: a. diloearnja tempat kediaman boeat kendaraan jang tidak pakai band-karet dan boeat kendaraan pakai motor jang mengangkoet tidak lebih dari satoe,,kareta-gandèngan" (aanhangwagen); b. didalam tempat kediaman atas semoea djalan boeat kendaraan jang tidak pakai band-karet dan kendaraan pakai motor jang mengangkoet satoe atau lebih dari satoe..kereta-gandengan" begitoepoen atas djalan^ jang ramai boeat waktoe jang ditentoekan. 4. Pembatasan sampai 15 km/sedjam dapat ditentoekan boeat: a. kendaraan pakai motor jang mengangkoet lebih dari satoe kereta-gandengan; b. dalam wektoe atau hari jang ditentoekan boeat tempat didekatnja pasar dan toko^ boeat semoea kendaraan. (2) Dengan tidak sesoeai dengan apa jang telah ditentoekan dalam (lid) djikalau boeat pemeliharaannja djalan ditimbang ada perloe, dapatlah pembatasan sampai 40 km/ sedjam ditentoekannja djoega boeat diloearnja tempat^ perdiaman boeat semoea atau salah satoe roepa kendaraan dan pembatasan sampai 25 km/sedjam dapat ditentoekan baik didalam maoepoen diloearnja tempat^ perdiaman boeat semoea atau salah satoe roepa kendaraan dengan mengetjoealikan kendaraan jang pakai motor teroentoek bagi tidak lebih dari 7 orang penoempang, didalamnja orang jang mengendarakan terhitoeng djoega. (3) Dalam pada itoe maka salah satoe daripada pembatasan terseboet dalam lid (1). djika keadaannja tempat ada memperloekan dapatlah ditentoekan boeat semoea kendaraan boeat tempat^ didekatnja dan diatas djembatan, pengkolan dan bagian^ djalan jang mengoeatirkan. 81

14 Bovenstaande afbeelding toont de vernieuwde voorbouw van het raadhuis te Bandoeng In principe is aan dezen voorbouw geen ui breiding gegeven, slechts de open voorgalerij is tot een gesloten ontvangzaal omgebouwd. Gambar diatas ini menoendjoekkan bagian di moeka dan Roemah Madjelis di Bandoeng, sesoedahnja di perbangoenkan. Ini bagian tida dibikin besar, akan tetapi hanja galen) moeka jang terboeka dirobah mendjadi kamar besar jang tertoetoep. RAADHUIS EN GEMEENTEKANTOREN VAN BANDOENG. Het Raadhuis-vraagstuk en de onderbrenging der verschillende gemeentediensten waste Bandoeng reeds meer dan een vijftiental jaren urgent De behoefte aan een gebouw, waarin deze allen samengebracht zijn, deed zich na de oorlogsjaren in steeds toenemende mate gevoelen door den snellen groei en uitbouw der stad. Tot het jaar 1927 waren alle gemeentediensten op onderscheidene deelen van de stad in diverse gemeente- en huurperceelen gevestigd Dat zulks tot tijdverlies, geringe controle en onvoldoende samenwerking aanleiding gaf, behoeft geen nader betoog. Toen de plannen tot samenbrenging vastere vormen aannamen, moest allereerst gezocht worden naar een centraal gelegen, voor uitbreiding tot in de verre toekomst geschikt terrein, gelegen aan voorname wegen. Het oog viel hierbij op het erf van de Assistent-Residentswoning, dat zich daartoe door ligging in een parkomgeving, en door vorm en grootte uitstekend leende. Onderhandelingen met het Gouvernement leidden tot een gunstig resultaat. Voorloopig werden secretarie ca. en raadzaal ondergebracht in het hoofdgebouw van de oude uit het begin der 19e eeuw dateerende woning, terwijl enkele gemeentediensten in de talrijke en ruime bijgebouwen werden gehuisvest. Door het gemeentelijk ontwerpbureau werd echter reeds spoedig het ontwerp opgemaakt van een nieuw kantoorgebouw voor de technische gemeentediensten, dat een onderdeel zou moeten vormen van het toekomstige raadhuiscomplex. Het hoofdgebouw der oude woning zou dan voorloopig in gebruik blijven, doch op de vervanging ook daarvan werd reeds dadelijk gerekend en er werd daartoe een voor-ontwerp van het geheele raadhuis-complex opgemaakt om eenigszins grootte en kosten te kunnen bepalen. Het kantoorgebouw der technische gemeentediensten werd uitgevoerd na een openbare aanbesteding en kwam Maart 1929 gereed. De aannemingssom bedroeg f , ; aanneemster was de Holl. Beton Mij. Bij het ontwerpen is het volgende in acht genomen. Het kantoorgebouw zou een onderdeel van het toekomstige raadhuis complex moeten zijn, doch tevens met het oude hoofdgebouw een behoorlijk geheel moeten vormen. Zooveel mogelijk moesten de zich op het erf bevindende prachtige boomen en de kenarilaan gespaard worden. Het toekomstige raadhuis is met het front gedacht naar het stadscentrum, de kantoorgebouwen vormen de achterkant, gelegen aan de Atjehstraat, (zie situatie, blz. 83). Het terrein leende zich voor een symmetrischen en axialen aanleg; een gelukkige omstandigheid daarbij was, dat het hoofdgebouw (A.R.-woning) lag in de hoofdas van het terrein. 82

15 Als eerste eisch voor het kantoorgebouw werd gesteld, dat het wat indeehng betreft aan te passen zou zijn aan wijzigingen in de samenstelhng der diensten. De mogehjkheid hiertoe werd geschapen door de keuze van een gewapend betongeraamte met fundeering van breuksteenmetselwerk en baksteenmetselwerk vulling voor opgaand werk. Bij het ontwerpen is een systematische vierkantverdeeling 1.25 X 1.25 m. doorgevoerd Bedoeld geraamte bestaat uit kolommen op onderlinge afstanden van normaal 4X1-25 m. = 5 m, op + 10 cm. onder den vloer zoomede op plafondhoogte verbonden door gewapend betonliggers. De binnenmuren kunnen bij deze constructie zonder bezwaar verplaatst worden. Dat van deze eigenschap inderdaad gebruik is gemaakt, bewijzen de plattegronden A en B voorkomende op blz. 84: de indeeling na de oplevering was als aangegeven in plattegrond A, terwijl B aangeeft de indeeling nadat de gemeentediensten in 1933 waren gereorganiseerd, benevens de verbouwing van het oude gemeentehuis in den huidigen staat, waarover hierachter meer. De grondgesteldheid was zoodanig dat de keuze op een Strauszpaalfundeering is gevallen. De geraamte-constructie gaf het voordeel, dat in de buitenwanden een reeks ramen niet afgewisseld door breede muur-penanten een ononderbroken lichtbundel in de vertrekken werpt. Een reeks ventileerende bovenramen zorgt voor de verlichting van de vertrekken in de diepte. Alle ramen draaien naar buiten en nemen geen ruimte in beslag; om de vele voordeelen zijn stalen ramen en glasdeuren in de buitenwanden gekozen. De verdeeling daarvan is evenzeer gebaseerd op SITU/XriE VAN MET RAADMUID-COMPLEX de vierkantverdeeling van 1 25 m., waardoor de ramen en deuren een dagwijdte verkrijgen van 0.97 m. verminderd met de smalle breedte van de stalen kozijnen. De dakbedekking, onder een hel ling van 22, bestaat uit ijzerhouten sirappen, welke bedekking ook door zijn waterdichtheid zich het beste eigent voor een kantoorgebouw. Na de veranderingen in het inwendige van het kantoorgebouw, noodig voor de reorganisatie der gemeentediensten, deed zich in nog sterke mate de behoefte gevoelen tot het in meerbruik- 85

16 r Een vergelijk van beide plattegronden doet zien op welke wi)ze voordeelen zijn verbonden aan het gebruik van een raamwerk van gewapend beton Plattegrond A geeft weer het kantoorgebouw met het oude raadhuis voor de reorganisatie der gemeentediensten, terwijl plattegrond B een bijna geheel andere indeeling der ruimten laat zien, na de reorganisatie dezer diensten Dl gambar denah doewa^ ini kita bisa lihat, bagaimana gampangnja hal merobah bagian^, djika itoe roemah dibikin dengan memakai toelang^ dan beton Gambar denah A menoendjoekan roemah kantor lama, koetika atoeran^ dan pakerdjaan Gemeente beloem dirobah ; gambar denah B menoendjoekan bagian^ kamar^, sesoedahnja atoeran tadi soedah dirobah seperti sekarang adanja. SCnAAL 01 Z7 4 5'6 7S9*o 12. HA <, is 20 w PLATTEeROND acpc a. DlRELCTÈUta I WAtHT AiDM ONTW BUttE-AU 't 84

17 Duidelijk komt op de hiernevens afgedrukte afbeelding de perspectivische werking van de geheele middenpartij van het kantoorgebouw uit. Voor de naar het noorden gerichte gevel van het kantoorgebouw bevindt zich een driehoekig grasgazon door trottoirs omzoomd. Di gambar berikoet ada menoendjoekan bagaimana indah bangoennja dari sebagian kantor jang paling tengah. barer staat brengen van het oude gemeentehuis. Directe aanleiding tot deze verbouwing werd de onhoudbare toestand waarin dit gebouw verkeerde, alsook de geringe doelmatigheid waaraan het als Raadhuis en Secretarie voldeed. Aanvankelijk werd gedacht aan eene vernieuwing van eenvoudigen opzet o.a. door vervanging der houten z.g. kolongvloeren, welke in eene verregaande staat van verrotting verkeerden en op het punt van inzakken waren, door tegelvloeren. Voorts zou door een eenvoudige behandeling van de Burgemeesterskamer, waar dan de kamer van den Secretaris zou bijgetrokken worden, aan dit vertrek een waardiger aanzien gegeven en een aan de bestemming beter beantwoordend geheel verkregen worden. Bij de voorbereiding en het onderzoek bleek dat van het gebouw nog slechts muren en kap bruikbaar waren; de kozijnen en het verder houtwerk waren dermate vergaan dat alles door nieuw houtwerk vervangen moest worden, wilde van verbetering sprake zijn. Het vraagstuk ontwikkeldï zich dusdanig, dat beslist zou moeten worden of tot algeheele verbouwing zoo, dat het verbouwde gedeelte in het uitbreidingsplan van het toekomstige Raadhuiscomplex paste, dan wel dat met bescheiden middelen slechts tot eene tijdelijke vernieuwing moest overgegaan worden. Aangezien het verschil in kosten voor beide oplossingen niet in verhouding was tot het te verkrijgen resultaat, temeer daar ook de Raadzaal een betere oplossing vroeg (de oorspronkelijke Raadzaal was een voor het doel ongeschikte smalle ruimte zonder licht en lucht), terwijl (gelet op de tijdsomstandigheden) verwacht kon worden dat de eerste tien jaren van een nieuw Raadhuis Vergelijkt men deze foto met het op pagina 82 afgedrukte frontaanzicht van het vernieuwde raadhuis, dan spreekt zeer sterk de ingrijpende verandering in de vormgeving welke heeft plaats gevonden. Djikalau kita membandingkan ini gambar dengan jang kelihatan tergambar dimoeka 82, teranglah bahwa perobahan tadi ada banjak sekali adanja. De foto hiernaast toont één der afzonderlijke dienstingangen van het gemeentelijk kantoorgebouw aan de Atjehstraat. Helaas is de rechts op deze foto voorkomende Ficus, die mede richting gaf aan het ontwerp en medewerkte aan de architectuur van het geheel, tenslotte niet gespaard geworden. Gambar disebelah ini menoendjoekan soeatoenja daripintoe^ jang mengadap ke Atjehstraat. Sajang sekali soeatoe poehoen Karet jang dahoeloe bergoena boeat menambah indahnja rentjana sekarang tiada di peliharakan. 85

18 De Burgemeesterskamer Links de verbindingsdeur met de raadzaal; in den achterwand, de deur naar de secretaris-kamer. Kamar boeat Burgemeester. Di sebelah kin kelihatan pintoe dan mana kita bisa masoek kamar madjelis; di sebelah blakang, ada pintoe ka kamar secretaris. van grootscher allure geen sprake zou zijn, werd door B. en W. tot de eerste oplossing besloten. Zou aldus, tenminste gedeeltelijk, voor het inwendige een oplossing zijn gevonden, zoo moest thans ook de vernieuwing naar buiten uitgedrukt worden in een in het complex passende gevelarchitectuur. Aangezien hiermede een belangrijk bedrag, blijkens het inmiddels opgemaakte voorproject met begrooting, gemoeid zou zijn werd de beslissing tot dezen stap den Raad overgelaten met het resultaat dat besloten werd tot algeheele verbouwing van het oude Gemeentehuis, passende in het uitbreidingsplan van het toekomstig Raadhuiscomplex. Een definitief project werd dus opgemaakt, waarin het verbouwde raadhuis met de bestaande kantoorgebouwen een blijvende plaats zou innemen in het toekomstige uitbreidingsplan. De eischen nu, die aan het ontwerpen en uitvoeren van de verbouwing van een oud gebouw gesteld worden zijn van meer bijzonderen aard dan die voor een geheel nieuw gebouw. Geheel vrij in het ontwerp is men niet, gebonden als men is aan bestaande afmetingen en verhoudingen, terwijl onwillekeurig vastgehouden wordt aan details die het ontwerp minder goed beïnvloeden. Toch is nog een passend geheel verkregen. Bij de uitvoering deed zich de moeilijkheid voor dat tijdelijke buiten gebruik stelling niet mogelijk was. De verbouwing van het uitwendige moest daarom vertreksgewijze geschieden. Veel zorg vereischte de vernieuwde dakindekking met sirappen nadat het gebouw na de inwendige verbouwing geheel in gebruik was genomen. Vooral de vele regens gaven moeilijkheden. Deze en andere niet precies te omschrijven werkzaamheden, o.a. het al of niet bezigen van oud materiaal, overgangen van oud op nieuw werk, maakten bij uitvoering in aanneming geschillen tusschen directie en aannemer niet denkbeeldig. Na rijpe overweging is daarom tot uitvoering in eigen beheer overgegaan. Beschouwen we thans de op bladzijde 84 afgedrukte platte gronden, A oude toestand, B nieuwe toestand. We merken dan op dat de vroegere Burgemeesterskamer, thans vergaderkamer, in open verbinding is gebracht met de werkkamer van den Burgemeester (vroeger Secretariskamer) door het uitbreken van den scheidingsmuur. Hierdoor is een zeer ruim geheel verkregen, waarin behalve terrazzo tegelvloeren en een betimmerd eternietplafond een lambrizeering tot deurhoogte S6

19 Aanzicht van uit de Burgemeesterskamer naar de vergaderkamer, welke architectonisch een geheel vormen. De Jeur rechts op den achtergrond voert naar de ontvangruimte. Kamar madjelis kelihatan dan kamar Burgemeester. Kanan kelihatan satoe pintoe dan mana kita masoek kamar tamoe. in blank en spaarzaam donkerbruin gebeitst triplex- en djatihout domineert. De moeilijkheid bij het ontwerpen van dit interieur lag in de juiste verdeeling der paneelen in verband met <le plaatsing der kozijnen, welke nagenoeg op dezelfde plaatsen aangebracht moesten worden.als de oude kozijnen om niet tot geheele afbraak der muren te vervallen. Toch is een regelmatig «n rustig geheel verkregen. Het zwaartepunt der verbouwing van de Raadzaal is gelegen in de verruiming van dit vertrek door middel van een uitgebouwde nis met verhoogde vloer. In de nis, afgesloten door een in de architectuur van het interieur opgenomen bestuurstafel met vrijdragend blad, is plaats voor B. en W., gemeente-secretaris en notulisten, totaal 9 plaatsen. Was de oude raadzaal een lang, smal en duister vertrek, thans werd ook door het in het betimmerde eternietplafond aangebrachte lichtvelum, waarin een ventilatierand is verwerkt, de verbouwde raadzaal ruim, luchtig en licht. Het hoofdmoment in deze zaal is de bestuursnis, ter weerszijden met soepele lijnen in de zaal- -wand eindigende in halfronde pylonen. Boven het vlakke, in gewapend beton uitgevoerde plafond bevindt zich in den zaalwand een in betonwerk uitgevoerd bouwornament waarin het opeterniet geïncrusteerde kleurige gemeentewapen is gevat. In de tegenover de bestuursnis gelegen zaalwand is in den 50 cm. dikken muur een 25 cm. diepe inkassing gemaakt, waarin een vaste bank voor het publiek werd aangebracht. Ter weerszijde van deze inkassing voeren betimmerde dubbele deuren naar de kamers van den Burgemeester en den secretaris De wanden zijn eenvoudig behandeld in pleisterwerk, alleen langs de 30 cm.- hooge zwarte plint en om de deurbetimmeringen heen is een doorloopende halfronde houten lijst aangebracht. Het 2 cm. vooruitspringende beneden pleisterwerk is tot deurhoogte bestreken met bronskleurige calcarium, het boven pleisterwerk met biscuitkleurige calcarium. Het eternietplafond, behalve de hierin aangebrachte in blank en bruin gebeitste belijsting, is wit gehouden. De vloer bestaat uit een combinatie van effen zwarte en effen donkerbruine tegels met lichtbruine terrazzo glaseriet-tegels. De avondverlichting geschiedt door middel van 4 op de hoeken van het lichtvelum aangebrachte raelkglazen bollen van 40 cm. diameter, opgehangen aan matvernikkelde stangen, terwijl boven de bestuurstafel aan het plafond van de nis een lichtbak bestaande uit matnikkel raamwerk en melkglas is aangebracht. 87

20 Publieke hal in de middenpartij van het kantoorgebouw, direct bereikbaar vanuit den middeningang In deze hal 2i)n de loketten aangebracht, van den gemeente ontvanger, den waterleidingdienst, de registratie van de bevolking, enz Kamar besar goena orang loear dengan loket^nja dan kantor jang sebelah tengah, djoega kita dapet masoek kedalem dan pintoe tengah Door middel van drie dubbele glas-in-lood deuren is de raadzaal verbonden met de ontvangruimte. Deze ontvangruimte vroeger een geheel open voorgalerij is thans een gesloten vertrek, met de raadzaal één groote ruimte vormende en als deze op ongeveer dezelfde wijze behandeld. De tegelvloer is in lichtere kleuren gehouden en bestaat uit terrazzo-glaseriet tegels met banden van effen zwarte glaseriet-tegels. Om den doorgang vrij te houden, is in het midden van den vloer een patroon van effen zwarte tegels gelegd hetwelk fel tegen de omringende zachtgele terrazzo-tegels afsteekt. Zitjes zijn aan beide zijden tusschen de deuren geplaatst. Ter weerszijden van de drie ingangen bevinden zich twee pijlers, bekroond door lantarens van matnikkel montuur en gemat oceanicglas. Van de overige vertrekken zij vermeld dat door het wegbreken en verplaatsen van enkele muren een beter functioneerend geheel verkregen werd. De behandeling dezer vertrekken is zeer eenvoudig gehouden, terwijl de kamers van de wethouders en den secretaris door een calcarium wand en zwaarder, blank gebeitst, djatiehouten lijstwerk, iets minder sober werd. Alle zichtbaar djatiehout voor het binnenwerk is blank gebeitst gehouden. Het buitenhoutwerk is geverfd met Copaline technische verf in donkergrijze, lichtgrijze en witte tint. Alle hang- en sluitwerk is in mat vernikkelde uitvoering. Voorts zijn alle licht-, water- en telefoonleidingen verdekt in het metsel-, pleister- en houtwerk aangebracht. De uitwendige verbouwing had plaats nadat de inwendige verbouwing geheel gereed was. Wanneer we het gebouw nu bekijken dan treft ons dat de forsch uitgehaalde middenpartij als hoofdpartij domineert en geaccentueerd wordt door de platte betondaken en luifels. De beide afsluitende torenlichamen zijn van meer ondergeschikten aard. Zij dienen uitsluitend als overgangselement van Foto van de oude raadzaal genomen tijdens een raadszitting. De zetels van Burgemeester en wethouders bevinden zich op een verhoogd gedeelte in de zaal tegen den oostelijken wand. Deze opstelling neemt zeer veel plaats in. Kamar Madjelis lama dipotrek koetika ada rapat madjelis. Tempat^ di sebelah Wetan ada dibikin tinggi jaitoe goena tempat kedoedoekan Burgemeester beserta wethouder^. Ini atoeran ada makan banjak tempat 88

21 De raadzaal in haar nieuwe gedaante De nis waarin de bestaande bestuurstafel is ondergebracht bevindt zich buiten den rechthoek van de raadzaal in den westelijken wand, de werking ervan is zeer verruimend Kamar Madjelis jang baroe dl ambil gambarnja dan sebelah Tjengkeroeng, di mana medja madjelis ditaroehkan, dibikin keloear dan denahnja kamar tadi, jaitoe toasoek ditembok jang sebelah koeion de attiekbouwaan de voorzijde naar het overstekende dak van de achterzijde van het gebouw en tevens als vlaggemastdragers. De voorbouw ter weerszijden van de middenpartij is omsloten door een galerij, bestaande uit vierkante gecanneleerde kolommen op granito borstwering, verbonden door een gewapend becon-roosterwerk. De galerij is afgedekt door een overstekende gewapend betonplaat. De uitvoering van het gewapend betonwerk van luifels en daken bracht eigenaardige moeiii)kheden met zich doordat de aansluiting met het bestaande en in gebruik genomen lichaam zoo gemaakt moest worden dat zoo mm mogelijk hindir veroorzaakt zou worden. Bijzondere voorzieningen moïsten getroffen worden om de natte betonspecie uit het gebouw te houden. Het in eigen beheer uitgjvoerde gewapende betonwerk is kant en strak uit de kist gekomen, zonder bijpleisteren. In de kolommen en muren zijn afvoerpijpen voor het dakwater onzichtbaar aangebracht en voeren naar een ondergrondsch riool af. Behalve het granitoplint en borstwering, werd ook de hoofdtoegangstrap in granito uitgevoerd Vermelding verdient nog dat op de hoofdtoegangsluifel vier kolommen uit de over de luifel loo- pende consoles oprijzende, geplaatst zijn, waarop melkglazen lichtbollen zijn aangebracht, die 's avonds door hunne verhchtingeen bijzonder lichteffect geven. Het Raadhuis in haar nieuwe gedaante vertoont een levendig silhouet, terwijl er voldoende relief en een zekere bewogenheid in te bespeuren valt, die het geheel echter niet aan monumentaliteit schaadt. Wat de verdere omschrijving der architectuur betreft moge naar de foto's en teekeningen verwezen worden. Terloops zij nog vermeld dat het verbouwde raadhuis het hoofdmonument uitmaakt in de uitbreiding, als op de afgebeelde situatie van het raadhuis-complex is aangegeven. ir. E. H. de Roo. De voorgaleri), tot gesloten ontvangruimte omgebouwd, staat door middel van een 3 tal dubbele deuren in directe verbinding met de raadzaal. In het glas-in-lood van deze deuren zijn de Bandoengsche kleuren verwerkt Serambi di moeka sekarang kedjadian dirobah djadi kamar tamoe, jaitoe di sebelahoja kamar madjelis, di antaranja kamar doea ini kelihatan djoega 3 pintoe lipet, pake katja gelas-lood dengan berwarna jang di soekai di kotta Bandoeng 89

22 Pekarangan ini roemah lama jang mengadap ka Atjehstraat terdjadi di bongkar boeat mendirikan soeatoe rantjangan jang terloekis di gambar denah (plattegrond) A, jaitoe jang sekarang terpakai boeat kantor anggota-. Ini pakerdjaan soedah diborong oleh Holl. Beton Mij. dengan biaja pemborongan (aannemingssom) banjaknja t , dan kedjadian pada taoen Bovenstaand détail geeft weer de raamgroepeenng voor de groote werkruimten. Gambar diatas menoendjoekan bagaimana bagian- djendela^, oentoek kamar^ kerdja jang sebesar itoe. GEDONG MADJELIS DAN KANTORE DARI GEMEENTE BANDOENG. Sampai pada taoen 1927 Gemeente Bandoeng beloem mempoenjai kantor'^ sendiri, maka semoea peroesahaan Gemeente terpaksa dikerdjakan di bebcrapa roemah sewahan dl berbagai-bagai tempat. Int hal mendjadikan soeatoe keadaan jang tida baik, oleh karena pengoeroesdan anggota-kantor tida dapat kerdja berhoeboengan satoe dan lainnja, tentoe sadja pemeriksaan oleh pembesar- djoega tida bisa sempoerna, lain dan pada itoe banjaklah tempoh jang kehilangan di djalan sahadja. Sesoedahnja rantjangan goena mengadakan kantor- sendiri kedjadian, maka dapatlah memilih tempat jang letaknja ada bagoes di dalam kotta, jaitoe gedong A.R. jang terbikin pada abad ke 19. Gambar denah B menoendjoekan keadaannja sesoedahnja taoen Sebeloem memperbaiki sifatnja roemah lama jang di goenakan oentoek Gedong Madjelis dan Secretarie, soedah dirantjang dahoeloe, peratoeran mana jang lebih bait dipergoenakan, jaitce: a. djika hanja memperbaiki bagian roemah terseboet tentoe sia^ sahadja daja kita itoe, sebab sebagian hesar dari sendi-toelang (houtwerken) dan papan ploer soedah roesak ; b. djika bagian roemah tadi di bongkar dan diganti dengan raemakai lain matjam bagian^ kamar, biajanja tiada banjak melebihi dan biaja jang di keloearken oentoek a, dan lagi sifatnja atau bagian-bagian kamar bisa lebih baik. Oleh Madjelis Gemeente dipoetoes memilih mengerdjakan peratoeran jang terseboet di b. Koetika mengerdjakan rentjana terseboet diatas ada amat soekar sekali. oleh karena mareka jang bekerdja di kantor seboleh-boleh djanganlah sampai terganggoe. Kita semoea telah mengetahoei, bahwa merobah roemah lama (verbouwing) itoe tiada gampang dan soekar goena menentoekan beajacja. dan sebab itoe ini pakerdjaan dilakoeken oleh Gemeente sendiri Menilik gambar^ jang terloekis di Madjalah int, maka njatalah pada kita bahwa bagian^ tadi kelihatan baik dan sesoeai dengan bagian lama jang memangkoe ke-atjehstraat. Bagian- didalem, maoepoen diloear, semoeanja kelihatan pantas dan menoeroet rentjana jang betoel sempoerna tiada tertjela. Djoega keadaan penghihran (ventilatie), penerangan (licht), pembagian tempat (ruimte indeeling) dan perkakas^ (materialen) tiadalah mengetjèwakan. PRACTISCHE WENKEN BIJ DE TOEPASSING VAN SEPTIC TANKS EN ZINKPUTTEN VOOR DEN FAECAALAFVOER IN DE TROPEN. Inleiding. Vooropstellende dat als de meest ideale methode van faecaalafvcer beschouwd moet worden een rioleering, waarop alle huizen zijn aangesloten en met afvoer naar zee en groote rivieren of naar een centrale biologische reinigingsinstallatie met desinfectie van het effluent, zoo zal het feit, dat dergelijke rioleeringen zeer kostbaar zijn en in het gunstigste geval alleen in grootere steden zouden kunnen worden toegepast, ons nog gedurende vele jaren dwingen tot het toepassen van septic-tanks of zinkputten voor plaatselijke verwerking van faecaliën in den bodem. Meermalen worden tegen het toepassen van deze systemen nog bezwaren aangevoerd. De hygiënische bezwaren terzake verontreining van den bodem, die worden aangevoerd door Prof. Mom en Ir. Schaafsma in hun Publicatie in de Mededeelingen van den D.V.G. in Ned.-Indië", Deel III 1933, erken ik ten volle. Het mag echter wel als vaststaand aangenomen worden dat algemeene rioleering van de groote steden nog lange jaren onuitvoerbaar zal zijn wegens de hooge kosten. Bovendien is niet altijd de zee of een groote rivier in de nabijheid, terwijl het loozen van faecaliën of het niet gedesinfecteerde eindproduct van biologische reinigings-installaties op kleinere, minder waterrijke rivieren zeker voor de benedenstrooms van den uitlaat wonende bevolking een groot gevaar zou opleveren door mogelijk explosieve verspreiding van infectieuze darmziekten langs den waterweg. Ten slotte zal voor de kleinere steden en voor het platte land wel nooit een algemeene rioleering mogelijk zijn, zoodat wij ons daar zeker voorloopig zullen moeten behelpen met faecaalafvoer in den bodem om een einde te maken aan het deponeeren van faeces in openbare leidingen, slokkans of op de erven, hetgeen mede door verbreiding door vliegen aanleiding kan geven tot explosies van besmettelijke darmziekten. Waar wij ons bewust zijn, door faecaalafvoer in den bodem het grondwater te verontreinigen, zal onze aandacht speciaal gewijd moeten zijn aan de drinkwatervoorziening. Gelukkig bestaat overal een drang tot het aanleggen van waterleidingen en de bevolking prefereert reeds thans vrij alpemeen water uit dergelijke waterleidingen als drinkwater boven water van verdachten oorsprong. Op het platteland zal men, door den waterput op zoo groot mogelijke afstand van de faecaalafvoer 90

23 te bouwen, de gevaren moeten trachten te verminderen. Ten slotte blijft een daar eventueel optredende infectie gelocaliseerd (immuniteit van de huisgenooten) en is het gevaar voor de gemeenschap kleiner dan bij loozmg van faecaliën in openbare wateren. Practische bezwaren ten aanzien van onvoldoend functionneeren van septic tanks en zinkputten zi)n m.i. uitsluitend te wijten aan een verkeerde constructie en verkeerd gebruik of aan het niet voldoende in aanmerking nemen van alle plaatselijke omstandigheden bij de constructie. Wanneer een project wordt opgemaakt, geschiedt dit aan de schrijftafel meestal volgens gangbare modellen. De uitvoering van het project wordt aan lager personeel overgelaten, dat niet in staat of niet bevoegd is al naar gelang der plaatselijke omstandigheden de noodige wijzigingen aan te brengen. Alleen wanneer men als praktisch hygiënist talrijke slecht functionneerende inrichtingen heeft bestudeerd en zich rekenschap heeft gegeven van de factoren, die het slechte functionneeren veroorzaakt hebben, zal men op den duur voldoende inzicht in deze materie krijgen om praktische adviezen te kunnen geven. Ik heb gemeend, daar men telkens gelijksoortige fouten ziet maken, mijn ervaringen op schrift te moeten stellen en deze onder de aandacht van technici en medische hygiënisten te moeten brengen. De belangrijkste factoren, waarmede men bij den bouw van septic tanks en zinkputten rekening moet houden zijn: a de gesteldheid van den bodem, wat betreft de doorlaatbaarheid voor water, b. de grondwaterstand, c. het aantal gebruikers, d. de aanwezigheid van spoelwater. Septic-tanks. De hiervoor destijds door de B. O. W. gegeven modellen, met berekening van den inhoud naar het aantal gebruikers, voldoen uitstekend mits men met bovenstaande factoren rekening houdt. Vroegere modellen met een groot aantal tusschenschotten zijn onbruikbaar. Gebruikt men een voorkamer vóór de eigenlijke tank dan dient de communicatie opening niet aan den bodem, doch dicht onder de oppervlakte gemaakt te worden. De belangrijkste factor voor de biologische omzetting is de vorming van den drijflaag, waarvoor de geheele horizontale doorsnede van de tank beschikbaar moet zijn. Bij een lage communicatie-opening vormt zich de drijflaag uitsluitend inde voorkamer; de eigenlijke tank bevat dan alleen vloeistof. *) Bij een goed werkenden septic tank bestaat een zeker evenwicht tusschen drijflaag, vloeistoflaag en onderste sliblaag. *) Waaneer absurd lijkende voorbeelden gegeven worden, berusten deze steeds op waargenomen foutieve constructie. Aantal gebruikers. Wordt de tank door een te groot aantal gebruikers geregeld overbelast, dan groeit de drijflaag steeds aan en ten slotte functionneert de tank niet, raakt dus vol met niet verwerkte faeces. Is de tank te groot voor het aantal gebruikers dan zal dit nooit bezwaren geven, de drijflaag zal alleen dunner en minder compact zijn. Tijdelijke kortdurende overbelasting gevolgd door onderbelasting (bijv. in koelie-depots met normaal geringe bezetting en tijdelijke overbezetting) geeft geen bezwaren. De tijdelijk te veel aangegroeide drijflaag herstelt zich weer tot den norm. Diepte. In verband met het noodzakelijke evenwicht tusschen de drie lagen moet de diepte van de tank minstens 1 m. bedragen Te ondiepe tanks functionneeren niet of slecht. Niet alleen de kubieke inhoud doch vooral de horizontale doorsnede van de tank is beslissend voor het aantal gebruikers. Een diepe tank met gering horizontaal oppervlak voor de drijflaag en grooten kubieken inhoud is oneconomisch en spoedig overbelast. Spoelwater. Voor het afvoeren van de stofwisselingsproducten van de in de tank werkzame bacteriën is men uitsluitend aangewezen op spoelwater. Een septic-tank kan dus alleen daar gebruikt worden, waar men over voldoende spoelwater beschikt. Gcindbed. Het grindbed dient om het tank-effluent op te nemen; het heeft dus geen zin bij een hoogen grondwaterstand een diep grindbed te maken, daar het onderste gedeelte hiervan steeds met grondwater gevuld zal zijn. Men heeft dan een breed en oppervlakkig grindbed noodig. Bij zeer hoogen grondwaterstand, nagenoeg gelijk met het maaiveld, kan men zich behelpen door de tank gedeeltelijk boven het maaiveld te te bouwen en het grindbed gedeeltelijk boven het maaiveld te leggen; het doet dan hoofdzakelijk dienst als verdampingsbed Deze methode zal natuurlijk alleen bij kleinere installaties succes kunnen hebben. Bij zeer slecht doorlaatbaren bodem kan men eveneens gebruik maken van een verdampingsbed. Het zonder meer loozen van tank-effluent op een open leiding is hygiënisch ontoelaatbaar daar het effluent nog pathogene bacteriën kan bevatten. Soms maakt men voor opname van het effluent een stapelput in plaats van een grindbed. Dit heeft alleen zin bij zeer beperkte ruimte op kleine erven (dichte stadsbebouwing) en misschien bij lossen zandbodem, omdat een grindbed door inwateren van zand verstopt kan raken. In alle andere gevallen zal een grindbed vooral om de geringere kosten te verkiezen zijn boven een gestapelden put. De opname-capaciteit van een stapelput wordt bepaald door de ruimte tusschen grondwaterspiegel en deksel. Is de grondwaterstand hoog dan is de nuttige ruimte gering en heeft men meer nut van een oppervlakkig grindbed. 91

24 Constructie van het grindbed. Hiervoor gelden de normale B.O.W. voorschriften. IJverige koelies doen meestal hun best om de onderste laag kalisteen of grof grind zoo netjes mogelijk in elkaar te passen bij het leggen. Hierdoor vermindert de nuttige ruimte, de steenen dienen slordig gelegd te worden, zoodat groote holten ontstaan. De steenen dienen te voren schoon gewasschen te worden, daar aanklevende grond anders later de poriën verstopt. Voor distributie van het effluent in het grindbed dient op de een of andere wijze, bijv. door een los gestapelde goot, die niet tot het einde van het bed mag doorloopen, gezorgd te worden. Nooit mag de uitlaatbuis van de tank naar het grindbed met idjoek omgeven worden, daar dit zeer spoedig verstopping geeft. Wel dienen de zijwanden en de bovenkant van het grindbed door idjoek beschermd te worden tegen inwateren van slib. In gebruik nemen van de septic-tank. Vóór het in gebruik nemen van de septictank moet deze geheel met water gevuld worden en zoo mogelijk geënt worden met vloeistof uit een oude tank of zinkput. Indien om een of andere reden een tank moet leeggehaald worden, moet deze na de lediging terstond weder met water gevuld worden. Ik heb meegemaakt dat een tank elke drie maanden geledigd moest worden. Dit geschiedde door leegpompen. De bewoner van het huis gebruikte de tank steeds weer zonder watervulling en maakte er dus een beerput van. De betrokken technische dienst dient steeds op het weder met water vullen van de tank te letten. Slecht functionneerende septic-tanks. Indien een septic-tank slecht functionneert, onderzoeke men door het mangat in de eerste plaats de dikte van de drijflaag. Is deze normaal (+30 cm.) dan opent men het grindbed bij den uitlaat van de tank. Meestal zal men hier dan een verstopping vinden. Wordt deze opgeheven dan stroomt meestal het effluent krachtig uit in het grindbed. Blijkt de drijflaag te dik, dan is óf het aantal gebruikers te groot óf de constructie van de tank foutief óf men gebruikt onvoldoende spoelwater óf voegt geregeld een ruim kwantum desinfectiemiddelen toe, dat de bacteriën doodt en de biologische werking stop zet. Bij openbare bad- en privaatinrichtingen kan men zonder bezwaar een gedeelte van het gebruikte badwater als spoelwater voor de tanks gebruiken. Zinkputten, Constructie. De zinkput (zonder bodem!!) dient gemaakt te worden uit los gestapelde baksteen, terwijl het bovenste gedeelte voor de stevigheid moet worden gemetseld en eventueel bepleisterd. De put 92 moet minstens één meter in het grondwater reiken onder alle omstandigheden. Men dient dus den waterstand in den drogen tijd te kennen om aan dezen eisch te voldoen, daar de put 1 m. dieper moet zijn dan de laagst bekende grondwaterstand. Het heeft geen zin om den zinkput ver in het grondwater te doen reiken (bijv. 4-6 m) daar voor een goede biologische werking 1 a 2 m voldoende is. Aantal gebruikers. Het aantal gebruikers bepaalt de horizontale doorsnede van den zinkput. Indertijd zijn in de gevangenis te Semarang proeven genomen met dagelijks toevoegen van afgewogen hoeveelheden faeces. Gedurende een langere observatieperiode werden stijgende hoeveelheden faeces aan een ouden waterput toegevoegd, tot vrij nauwkeurig het moment van overbelasting kon worden vastgesteld. Het bleek dat men per vierkante meter horizontale doorsnede van den put tot 60 gebruikers kan toelaten. Voor een gering aantal gebruikers kan men de doorsnede niet zonder meer naar verhouding verkleinen. Voor de praktijk zou ik een diameter van minstens 50 cm willen aanbevelen voor het kleinste model zinkput. Biologische werking. De zinkput staat via de openingen van den gestapelden wand doorloopend in communicatie met het grondwater, waardoor geen sprake behoeft te zijn van afvoeren van het effluent, zooals bij de waterdichte septic-tank noodig is. Daarom kan een zinkput ook met weinig spoelwater of zelfs zonder spoelwater goed functionneeren. Bovendien is de zinkput minder gevoelig voor toevoegen van desinfectie vloeistoffen, die spoedig in het grondwater kunnen diffundeeren. Om deze redenen is de zinkput meer geëigend voor primitieve omstandigheden en primitieve gebruikers dan de septic-tank. Grondwaterstand. De horizontale doorsnede van den zinkput bepaalt het aantal verbruikers. De bergruimte voor spoelwater wordt in hoofdzaak bepaald door den afstand tusschen den grondwaterspiegel en de deksel van den put. Van deze nuttige ruimte gaat nog de dikte van de drijflaag (+ 30 cm) af. Het zal duidelijk zijn dat bij hoogen grondwaterstand de gewoonte om de deksel van den put onder het maaiveld te verbergen verkeerd is. Bij hoogen grondwaterstand moet de zinkput voorzien worden van een opgemetselden rand (hoogte naar behoefte) waardoor overdruk op het grondwater kan optreden. Het spreekt vanzelf dat privaatzitting en aanvoerleiding naar verhouding eveneens hooger boven het maaiveld gebracht moeten worden; faecaliën en spoelwater kunnen nu eenmaal niet klimmen in den kop van een opgemetselde zinkput, indien zitting en aanvoerleiding lager liggen.

25 De aanvoerleiding dient zoo kort mogelijk te zijn om niveau-verlies te voorkomen. Bij hoogen grondwaterstand zou men de bergruimte voor spoelwater natuurlijk ook kunnen verkrijgen door den zinkput veel wijder te maken dan voor het aantal gebruikers noodig is. Dit is echter oneconomisch. Het komt meermalen voor dat een lang gebruikte zinkput niet meer werkt, doordat de openingen in den wand en de poriën in den omgevenden bodem verstopt raken door de fijne suspensie in de vloeistoflaag. De zinkput is dan feitelijk geworden een vertikale septic tank en zal dus een uitlaat voor het effluent moeten krijgen. Dezelfde behoefte aan een uitlaat krijgt men indien de grondwaterstand bij een reeds bestaande zinkput hoog is en men om een of andere reden de privaatzitting, aanvoerleiding of zinkput niet hooger kan opbouwen of men bij een nieuwen aanleg overwegende bezwaren heeft tegen dit opbouwen. Aan de behoefte aan een dergelijke uitlaat wordt meermalen tegemoet gekomen door eenvoudig een opening in den zinkput-wand te breken in het bovenste gedeelte van den put teneinde het overtollige water te loozen naar een grindbed of (ontoelaatbaar) naar een open leiding. Deze handelwijze is natuurlijk onlogisch. Bij stijgend grondwater dringt de dikke drijflaag naar en in de uitlaat-opening, die geheel verstopt raakt en dan totaal nutteloos is. De afvoerleiding is dan meestal geheel gevuld met faeces. Is een uitlaat en afvoer noodig dan dienen deze tegen de drijflaag beschermd te worden. Dit kan op verschillende manieren geschieden. Een schot in den zinkput is onpraktisch omdat hierdoor het nuttig oppervlak voor de drijflaag verminderd wordt. Men kan een T-vormige buis (5^ 8 cm doorsnede) aanbrengen, die met het ondereinde weer zoo diep in het grondwater moet reiken dat dit einde steeds in de vloeistof-laag blijft. Komt in den drogen tijd de drijflaag lager dan het ondereinde van de buis dan zal bij latere stijging van het grondwater de drijflaag in de buis geperst worden en deze verstopt raken. Men dient dus weer den laagsten grondwaterstand te kennen om de lengte van de buis te bepalen (minimum lengte 0,50 m. beneden den laagsten grondwaterstand.) Wordt de uitlaat-buis bij een bestaanden zinkput aangebracht dan dient öf de drijflaag eerst uit den put verwijderd te worden óf de buis bij het inbrengen met een prop beschermd te worden, welke prop later van bovenaf doorgestoken moet worden. Neemt men deze voorzorgen niet dan zal de buis (evenals een appelboor) direct door de drijflaag massa verstopt raken en nooit functionneeren. Behalve met een T-vormige buis (fig. I) kan men de uitlaat aan de buitenzijde van den zinkput aanbrengen (met dezelfde voorzorgen wat betreft de diepte als boven voor de uitlaat-fcurs beschreven voor deze aangemetselde uitlaten kan men een model gebruiken als in fig II of fig. Ill, welke laatste methode de eleaantste is, maar duurder zal zijn). tz zz.vv'\ DRYFiAAe. H n J^_ ^ r';.v,v-v-v,.:y- :2s UlTL.<kA,T NAAR IV.i<'V.V.V. '^ 'J>' f^ 3 \iz22fez] UITLAAT NAAR CiRINOBED 93

26 Stankpij p. Speciaal voor zinkputten ziet men nogal eens wijde stankpijpen van hout of van zink gebruiken. Deze zijn onpraktisch en onnoodig. Een ^j^ duims pijp eventueel aan het boveneinde voorzien van een stukje kopergaas geeft voldoende ontluchting. De pijp moet voldoende lang zijn (2 2,50 m.) om den stank boven het dak te brengen. Zinkputten en septic-tanks met wijde stankpijpen zijn dikwijls schuil- of broedplaatsen voor muskieten. Aanhangsel. Spoeling van privaten. Bij een privaatzitting met stankbocht is noodig dat het spoelwater in voldoende hoeveelheid gestort wordt. Is de val- of stortbuis niet voldoende wijd dan wordt de faeces niet weggespoeld doch zij blijft in het closetbekken ronddraaien. Een platgeslagen buis uitmondende boven in het closetbekken geeft bijv. onvoldoende storting. Ook bij de in den handel zijnde hurkprivaten voor inlanders vindt men dikwijls een constructie, die bezwaren geeft. De duurdere modellen hebben een breeden opstaanden rand aan de voorzijde om te beletten dat het spoelwater aan de voorzijde overloopt. Toch moeten ook deze iets achterover hellend geplaatst worden. Goedkoopere modellen missen vaak den opstaanden rand aan de voorzijde. Deze modellen moeten in het metselwerk ingelaten worden, zoodat het metselwerk aan de voorzijde een opstaanden rand vormt. Bij alle modellen hurkprivaten ziet men soms dat de spoeling zoo krachtig is en het spoelwater zich zoo Sterk verspreidt, dat het over den vloer van het privaatgebouwtje loopt. Dit kan men verhelpen door achter het schildje aan de achterzijde een rubber pakking of schijf aan te brengen ongeveer van een model als in fig. IV en van een dikte van + 3 mm. Ten slotte dient men te bedenken dat bij het aanbrengen van het closet de valbuiseen lubberverbinding (of ring) moet hebben met de spoelopening van het hurkcloset, daar ijzer op ijzer meestal geen waterdichte verbinding geeft. Conclusie. Wanneer men zich tot gewoonte maakt bij het uitvoeren van een faecaalafvoer door middel van septic tank of zinkput alle bovengenoemde factoren te overwegen, zullen deze systemen zelden of ooit moeilijkheden geven. dr. f. A. de Nooy. HAL PERATOERAN. BAGAIMANA TJARANJA BIKIN BEKAS-KOTORAN (SEPTIC- TANKS) DAN SOEMOERAN KOTORAN (ZINKPUTTEN) DI NEGERI PANAS (TROPEN). Menoeroet pendapatannja toean Prof. Mom dan Ir. Schaafsma, jang soedah disiarkan di Ondang^" dari D.V.G. di Ned. Indie, djilid III 1933, sesoenggoehnja peratoeran memboeang kotoran kakoes dengan memakai bekas kotoran atau soemoeran tida baik adanja. Lebih teroetama djikamemakai got^didalam tanah (riooleering), dan dialirkan ka soengai atau laoet, kalau bisa ka soeatoe tempat jang ada disediakan peratoeran boeat membersihkan kotoran (centrale biologische reinigings installatie), akan tetapi hanja kotta^ besar sadjalah jang koeat inemikoel ongkos goena peratoeran terseboet. Didalam karangan bahasa Belanda diterangkan lebih djaoeh lagi, mengapa di kotta^ besar maoepoen ketjil kita terpaksa memakai peratoeran soepaja dipakainja bekas kotoran atau soemoeran. Akan mengambil ringkasnja sadja kita moeatkan jang amat perloe, dari hal apa jang haroes diperhatikan, djikalau membikin bekas kotoran atau soemoeran, jaitoe: a matjamnja tanah, padat (tida bisa mengisap air) atau banjak lobang^, pasir dan kresik (bisa mengisap air): b. tingginja air tanah (grondwater); c. tjatjah-djiwa jang akan memakai kakoesnja: d. apa ada air boeat membasoeh kotoran. Bekas kotoran. Tjonto^ dari B.O. W., besarnja dibikin dengan mengira^ berapa tjatjah-djiwanja jang akan memakai kakoes, ini soedah kenjataan amat bagoes. Tjonto^ jang dahoeloe memakai bendoengan (tusschenschotten ada djelek. tida menjoekoepi. Djikalau bikin tjonto pakai 2 bekas, di moeka dan di blakang, lobang antaranja bekas doewa ini haroes dibikin sedikit rendah dari atasnja air kotoran. Tjatjah-djiwa jang akan memakai. Seandenja jang memakai kakoes amat banjak dan lebih dari moestinja, bekas mendjadi lekas terak, dan menjebabkan pembersihan (biologische omzetting) tida bisa kedjadian Oekoeran dalemnja. Paling sedikit 1 m.; lebar dan pandjangnja dibikin jang tjoekoep, soepaja diatas kedjadian kotoran kental (sedikit kering) ada banjak, pembersihan lantas bisa lebih sampoerna. Air goena membasoeh (spoelwater). Pembersihan djoega tida bisa kedjadian, djikalau tida ada air goena membasoeh jang sampai tjoekoep. Paloeng kresik (grindbed). Boeat mengisap air kotoran jang keloewar dari bekas (tank effluent), paloeng haroes dibikin lebar dan pandjang, tida perloe amat dalam, teristimewa djikalau tanah dibawah soedah mengisap air dari tanah bawah. Apa bila di paloengnja kelihatan banjak air jang keloewar dari tanah, dan djikalau tanahnja amat padat (tida bisa mengisap air), itoe paloeng kresik djoega boleh dibikin mendjoelang sedikit diatas tanah, soepaja air kotoran dan bekas bisa meroeap. 94

27 Sering sekali kedjadian itoe kotoran dialirkan ka soemoeran batoe (stapelpunt), tetapi ini atoerau tida benar poela, ketjoeali djika tida ada tempat jang lebar boeat memakai paloeng kresik. Matjamnja paloeng kresik. Paling bagoes tjontoh^ dari B.O.W. Acoeran jang haroes diperhatikan jaitoe: a. batoe^ dibawah tida perloe diatoer, lebih baik dilemparkan sedjatoehnja sadja ; b. bacoe^ sebeloemnja dibikin bersih ; c. diatas pakai seloeran dari batoe diïsi penoeh dan diatoer sementara; d. lobang antaranja bekas dan paloeng tida boleh dikasih id]oek, ketjoeali disamping- dan atasnja paloeng sadja. Memakainja bekas kotoran. a. Sebeloemnja bekas dipakai, haroes diïsi lebih doeloe dengan air kotoran sedikit dari lain bekas jang soedah dipakai. b. Djikalau bekas perloe dibikin bersih (dikoeras), djaugan loepa taroeh air lagi didalemnja. Bekas jang koerang sempoerna. Djikalau air kotoran tida dapat mengalir, haroeslah dipriksa didalemnja bekas itoe. Apa bila kotoran jang ada sedikit kering ada kira^ 30 cm, jang tida baik itoe paloengnja ; haroeslah diboeka batoe^nja dan laloe dibikin bersih (koerang lobang). Kotoran jang kering didalem bekas tida boleh lebih dari 30 cm tebelnja, oleh karena pembersihan tida akan bisa sempoerna ; begitoelah akan terdjadi djikalau air goena membasoeh ada koerang tjoekoep, atau modelnja bekas ada keliroe ; djoega kalau didalem kakoesdibasoeh dengan karbol, lisol dlsb., jang seharoesnja fida boleh, oleh karena bisa membikin matinja baksif jang bergoena boeat pembersihan (biologische omzetting) didalem bekas SOEMOERAN KOTORAN (ZINKPUT). Matjamnja. Dalemnja tjoekoep 1 m dibawah air tanah jang paling rendah (temponja tida hoedjan). Dibawah sampai tingginja ini air dipasang dengan batoe kosongan; diatasnja pakai pasangan batoe, boleh djoega diplester. Dasarnja soemoeran tida boleh dikasi pasangan, djadi tingal tanah sadja. Tjatjah'djiwa jang memakai. Djikalau boeat tjatjah djiwa seperti biasa, boleh ambil oekoeran garis menengah 50 cm. Menoeroet pertjobaan dirocraah-hoekoeman di Semarang, ada terbilang saban 1 m^ tjoekoep boeat 60 orang jang memakainja. Pembersihan. Kotoran keloear dari pasangan batoe kosong, tjampoer dan diïsap oleh air tanah di sekoelilingnja soemoeran. Disini air boeat membasoeh tida perloe. Air dari tanah (grondwater), Djikalau air tanah atasnja amat tinggi, lebih teroetama apabila pasangan soemoeran dibikin ada lebih tinggi dari tanah terseboet, oleh karena lobang soemoeran diatas moesti ada tjoekoep boeat tempat air dari kakoes Didalem gambar I, II dan III diterangkan bagaimana atoerannja soepaja soemoeran tida bisa penoeh dan terak. Pipa asep (stankpijp). Lebih teroetama dari pipa besi ^/i jang pandjangnja ada 2 2,5 m. Membasoeh kakoes (spoeling). Apa bila kakoes memakai leher bengkok (stankbocht), perloe memakai air jang tjoekoep boeat membasoeh; pipa berdiri (stankbuis) tida boleh amat ketjil. Dl gambar No. IV diterangkan bagaimana akalnja soepaja air boeat membasoeh bisa djalan betoel. Kiasnja. Barang siapa jang akan membikin bekas atau soemoeran kotoron, haroeslah memperhatikan atoeran^ jang terseboet diatas, soepaja itoe pembikinan betoel bisa bergoena. VANDEBOEKEN^ TAFEL. Dr. Ir. ]. Emmen. Gewapend'Beton en IJzer in den Brugbouw. uitgave H. ]. Paris Amsterdam prijs gebonden f ,,Een vergelijkend onderzoek naar de toepassing van ijzeren gewapend-beton constructies voor belangrijke bruggen" aldus noemt de schrijver in een ondertitel dit in groot formaat uitgevoerd boekwerk. Het ons hier gebodene wijkt in vele opzichten af van hetgeen de gewapend-beton literatuur der laatste jaren heeft voortgebracht ; met stijgende belangstelling hebben we deze studie doorgenomen. Met recht een studie want vergissen we ons niet, dan ligt hier voor ons het proefschrift waarop ir. Emmen zijn doctorstitel behaalde. Het is geen leerboek over gewapend-beton bruggen, maar het geeft aan de hand van een 4-tal uitgewerkte projecten een voor den betonbouw propagandistische verhandeling van zeer hooge waarde. Het zijn voornamelijk de balkbruggen in gewapendbeton met groote overspanningen die de speciale aandacht van den auteur hebben gehad : 3 projecten resp. met overspanningen van 40, 150 en 300 meter worden gesteld tegenover bruggen met ijzeren bovenbouw en gewapend-beton onderbouw. Het meest treft de groote doordachtheid die uit de overgelegde berekeningen spreekt, en de vormgeving der projecten die zich hieraan geheel heeft aangepast. Veelal is dan ook van de conservatieve berekeningsmethoden afgeweken, of, om de eigen woorden te gebruiken;,,de wijze waarop een constructie berekend wordt, kan een grooten invloed op haar karakter uitoefenen Van overwegend belang voor de economie der constructie is vooral nauwkeurigheid, welke bereikt kan worden bij de bepaling van de grootte der materiaalspanningen". Het is bij eerste beschouwing eenigszins moeilijk aan de speciaal voor deze studie gemaakte ontwerpen te wennen ; daarvoor verschillen ze nog te veel van het algemeen gebruikelijke, vooral de brug met een overspanning van 300 m., bestaande uit 2 elkaar kruisende bogen met trekband, van exorbitante afmetingen, doet ons vreezen dat hiervoor de tijden nog niet rijp zijn. Echter, we leven snel en ook bij ons in Indië verandert er dikwijls noodgedwongen veel. Wie zegt ons, of ook voor dit land waar de voornaamste materialen voor den beton-bouw (zand, grind en cement) al aanwezig zijn, de groote statisch bepaalde, dus onafhankelijk van steunpuntzetting balkbrug niet een vooraanstaande plaats zal gaan innemen. Het boekwerk wordt beëindigd, behalve met eenige algemeene slotopmerkingen, met een weergave van de inzending voor de Int. Prijsvraag voor de vernieuwing der Koninginnebrug te Rotterdam" in Een ieder die toenmaals deze voor Rotterdam zeer brandende kwestie heeft gevolgd, herinnert zich nog de groote waardeering die het stoute ontwerp van deze hefbrug van Emmen oogstte! Het geheele boek is een meesterstuk van hedendaagsch drukwerk; de vele plaatwerken waaronder reproducties van zeer verdienstelijke aquarellen, welke blijkbaar ook van de hand van den schrijver zijn, motiveeren alleen al de aanschaffing. Zelden zullen we zoo gaarne een boekwerk aan onze lezers aanbevelen! V. 95

28 Materialen leer door A, F. Troch, electr. ing. Uitgave N. V. Standaard boekhandel Antwerpen. Wij ontvingen ter beoordeeling een exemplaar van bovengenoemde werkje. Het besloot ruim 200 blz. en is in zijn beknoptheid een welkome vorm tusschen standaard werken en kleinere schoolboekjes. De titel Materialen leer" deed ons in den beginne een meer uitgebreider stof vermoeden ; bij nadere kennismaking werd ons echter duidelijk, dat uitsluitend het onderdeel : metalen ca. het doel van den schrijver geweest is. De bereiding en toepassing van alle metalen en legeeringen, de scheikundige samenstellingen, de bij-producten, oliën en ten slotte de vormen, waarin zij in den handel verkrijgbaar zijn, worden achtereenvolgens op deskundige, volledige en overzichtelijke wijze door den bevoegden schrijver behandeld. Ten slotte eenige praktische tabellen. Voor allen, die zich, direkt of indirekt, begeven op het terrein van de metaal- en werktuigtechniek, in den meest uitgebreiden zin, zal dit werkje een schat van praktische en wetenschappelijke gegevens verschaffen. H. UIT.,PUBLIEKE WERKENr In het ]uni-nummer 1934 komt een hoofdartikel voor over Hilversum geschreven door ir. ]. F. Groote, directeur van Publieke Werken, waarin zeer in 't kort eenige bijzonderheden over dit dorp" van inwoners (in 1890:12.000!) werden verteld. Schrijver vertelt dan iets over een zeer floreerend grondbedrijf, zegt wat over het nieuwe raadhuis, scholenbouw, (waarvan eenige zeer fraaie foto's het temin aan tekst ruimschoots vergoeden), wegenbouw : waterwegen, spoorwegen, betonwegen, noleering enz. Nemen we graag een der foto's, nml. die waarop de binnenplaats van het raadhuis is afgebeeld, verkleind over, zoo komt ons één passage zoo interessant voor, dat we deze onverkort laten volgen: Toen de heer Dudok in 1915 zijn werkkring als gemeente-architect aanvaardde, achtte hij het dan ook een belangrijk deel van zijn taak om ten aanzien van de uitbreidingen de lessen te behartigen, welke het oude dorpsbeeld in zoo menig opzicht, zij het in negatieven zin te leeren gaf. Een zoo regelmatig mogelijke ontwikkeling werd van stonde af bevorderd: de stersgewijze ontwikkeling" moest plaats maken voor de centrale groeiwijze, als van een bloem. Waar het inwonertal sindsdien bijna verdubbelde, is het nieuwe in menig deel der gemeente thans zoo overheerschend, dat de fouten van het oude minder aan den dag treden of ten deele konden worden ondervangen. Die snelle groei veroorzaakte dat menigeen zich met angst afvroeg of het hart van het heerlijke Gooi niet dreigde te vol te worden gebouwd, of het dorp door dien groei zijn eigen bestaansreden niet ging vernietigen. De stemmen tot beperking werden luider en luider, tot nu voor twee jaren op initiatief van den heer Commissaris der Koningin in Noord-Holland het Gooireservaat tot stand kwam, hetwelk bijna 2000 ha heide en bosch voor immer als natuurschoon zal behouden. Deze stichting, een zeldzaam schoon voorbeeld van intercommunale samenwerking, kwam tot stand door daadwerkelijke medewerking van de provincie, hoofdstad en alle Gooische gemeentes. Daar eenige gemeentes zelf ook belangrijke aankoopen deden, is het behoud van een groot deel van het Gooische schoon thans gewaarborgd. Hilversum is zelfs zoodanig door een gordel van natuurbezit omsloten dat in het uitbreidingsplan aan den lang gekoesterden wensch van den heer Dudok om van dit plan een beëindigingsplan te maken, kon worden voldaan. Hoe zijn de begrijpen toch gevorderd! Nog voor luttele jaren gold als hoogste ideaal van menigen bestuurder een snelle groei, werd die maandelijksche aanwas met een 300 zielen met blijdschap begroet, dat gaf werk en welvaart... thans is het plan, volgens hetwelk Hilversum nimmer meer dan inwoners zal hebben, met algemeene instemming aanvaard I" UIT DE TIJDSCHRIFTEN. Het m deze rubriek weergeven van meeningen houdt niet in dat de redactie het daarmede eens is. doch uitsluitend, dat het onderwerp haar belangrijk voorkomt. Auto en autobus. Het vraagstuk tram of autobus trekt niet alleen de belangstelling van vervoersdeskundigen; ook op aanverwante gebieden doet het zijn invloed gelden. En waar in stedebouwkundige vraagstukken de vervoersbelangen zich hoe langer hoe sterker op den voorgrond dringen, is het geen wonder, dat ook opdit gebied deskundigen zich in bovengenoemd alternatief verdiepen. Zulks blijkt weer eens duidelijk uit een zeer interessant rapport van ir. P. Bakker Schut, den directeur van den dienst der stadsontwikkeling en volkshuisvesting te 's-gravenhage, dat in het tijdschrift.,wegen" (No. 5 van l-3-'34) is gepubliceerd. In dit rapport wordt nagegaan of bij de vaststelling van dwarsprofielen van hoofdverkeerswegen (in den Haag) rekening behoort te worden gehouden met een tram, hetzij dadelijk, hetzij in de toekomst. Waar dit vraagstuk ook voor onze Indische steden van belang is moge hier in het kort e.e.a. over dit rapport vermeld worden. Het verslag geeft een objectief en zeer goed gedocumenteerd overzicht van de kansen der beide vervoersmiddelen. Men dient er echter op te letten, dat in het bijzonder de gestelde vraag onder de loupe wordt genomen voor wat betreft breede hoofdwegen, waar het dwarsprofiel onderverdeeld kan worden door een in de wegas geplaatst dubbelsporige tramlijn op eigen baan. Na een inleiding wordt eerst gegeven een uitvoerige uiteenzetting betreffende stedelijke vervoermiddelen in het algemeen. De exploitatie-resultaten der vervoersnetten in de drie groote Hollandsche steden worden onderzocht en verge- 96

29 leken met die in buitenlandsche centra. Daarna worden gedetailleerd de voor- en nadeelen van autobus en tram tegenover elkaar gezet en daarmede de tusschenvorm van deze beide vervoersmiddelen, de trolleybus, vergeleken. De als vrucht van deze vergelijking gewonnen gezichtspunten worden vervolgens in betrekking gebracht tot de plaatselijke omstandigheden en zoo komt de schrijver tot conclusies, die wij hier onverkort weergeven. Conclusies. 1. Voor massa-vervoer in steden van de grootte van 's-gravenhage is de tram het aangewezen en onmisbaar vervoermiddel. 2. Autobuslijnen (eventueel trolleybuslijnen) zijn voorsteden van de grootte van 's-gravenhage een noodzakelijke aanvulling van het tramwegnet. Zij zijn noodig in de volgende gevallen: a. voor het vervoer door die straten der binnenstad waar een tram niet kan worden toegelaten; b. in de buitenwijken als voedingslijn voor het tramwegnet; c. als proeflijn in buitenwijken waar althans voorloopig geen zoodanig intensief vervoer is te verwachten, dat een tramlijn levensvatbaarheid heeft. 3. In verhouding tot andere steden van vergelijkbare grootte is 's-gravenhage, wat de rentabiliteit van het tramwegnet betreft, in ongunstige conditie tengevolge van de volgende factoren: a. een geringe en zeer onregelmatig verspreide dichtheid der bevolking binnen het verkeersgebied; b. buitengewoon groote ontwikkeling van het rijwielverkeer en, vergeleken bij Amsterdam en Rotterdam, een relatief grooter motorrijtuigverkeer; c. minder intensieve city-vorming dan in vele andere steden; d. vrij ongunstige dispositie der hoofdverkeerswegen en dientengevolge uit vervoersoogpunt onvoordeelig roosternet. Gunstige omstandigheden daartegenover zijn; a. een dikwijls zeer intensief massa-vervoer tijdens het badseizoen; b. een minder uitgesproken karakter van de spitsuren dan in vele andere steden. 4. Evenals in alle andere steden in binnen-en buitenland lijdt het tram- en busbedrijf te 's-gravenhage in hooge mate onder den invloed van de economische crisis. De volgende omstandigheden leiden er toe, dat de invloed van de crisis op het vervoerbedrijf bijzonder funest is: a. de snelle uitbreiding van het net juist vóór de crisis; b. het zeer groote en relatief nog toenemend aantal rijwielen; c. de scherpe concurrentie van de taxi's. Niettemin lijkt op den duur een gezonde ontwikkeling van de exploitatie van tram en bus waarschijnlijk. 5. Er is geen aanleiding om te verwachten, dat te s-gravenhage het tramnet in zijn geheel of grootendeels door een autobus-jrespectievelijk trolleybus-) net zal kunnen worden vervangen. Er dient rekening te worden gehouden met de waarschijnlijkheid, dat de toekomst een gecombineerd tram- en busbedrijf te zien zal geven. 6. Uit verkeersoogpunt bestaan tegen tramlijnen in de buitenwijken niet de bezwaren, welke voor een deel terecht^worden geopperd tegen tramlijnen in de binnenstad. 7. Het is zeer waarschijnlijk, dat gedurende de naaste toekomst in de eventueel toenemende behoeften aan openbaar vervoer, zoo niet uitsluitend, dan toch in hoofdzaak, zal kunnen worden voorzien door nieuwe autobuslijnen. 8. Niettemin moet rekening worden gehouden met de mogelijkheid, dat in een verdere toekomst zoo niet alle, dan toch verscheidene bestaande en nieuw in te stellen autobuslijnen op den duur door tramlijnen zullen worden vervangen. Het tempo, waarin deze vervanging zal geschieden, wordt in hooge mate beheerscht door den duur en de gevolgen van de huidige economische crisis. 9. Bij het ontwerp en den aanleg van nieuwe stadsgedeelten mag de mogelijkheid van nieuwe tramlijnen niet uit het oog worden verloren Het profiel van de daarvoor in aanmerking komende hoofdverkeerswegen dient daarom zoodanig te worden bepaald, dat een tram op vrije baan daarin kan worden aangelegd. Mocht, tegen deze verwachting, van nieuwe tramlijnen in de toekomst geen sprake zijn, dan zal die vrije baan dienst kunnen doen voor snel-autobusverkeer. De phase, waarin de vraag tram of autobus" thans verkeert, geeft derhalve geen aanleiding om principieel wijziging te brengen in de praktijk, welke de laatste jaren is gevolgd ten aanzien van de afmetingen en de profileering van de hoofd verkeerswegen in de buitenwijken. Deze conclusies zijn zeker ook \ oor Indië gezette overweging waard, al zal men zich moeten wachten voor het klakkeloos overnemen daarvan; eigen onderzoek op grond van nauwkeurige analyses (als b.v. te Semarang geschiedde) zal de voor Indische toestanden te vo'gen richtlijnen moeten aangeven. De conclusies stuk voor stuk op hun toepasselijkheid voor Indische steden na te gaan blijve voorbehouden aan uitvoeriger behandeling van dit vraagstuk dan bij bespreking van een tijdschriftartikel doenlijk is. Slechts moge hier de bijzondere aandacht gevraagd worden voor no. 9, de laatste conclusie. Hierin komt de schrijver tot de slotsom dat, onafhankelijk van het vervoersmiddel, dat t.z.t. het openbaar verkeer zal bedienen, het wenschelijk is in het profiel van thans te ontwerpen hoofdverkeerswegen reeds ruimte te reserveeren voor een centrale afgescheiden baan voor dit openbare snelverkeer. Wat ook de waarde der overige conclusies voor Indië moge zijn, deze laatste schijnt zonder meer overgenomen te mogen worden en aanbevolen aan degenen, die voor onze Indische stadsuitbreiding waken. Verkeerseconomie. In De Ingenieur " No 47 van 24 Nov stond een belangwekkende voordracht over de Beginselen van Verkeerseconomie", die door prof. Mr. F. de Vries in October 1933 voor het K. I. v.i, te 's Gravenhage gehouden is. Dat wij daarop eerst thans terugkomen is een gevolg van het feit, dat pas in dit tijdschrift No. 20 van 18 Mei jl. de op deze voordracht gevolgde discussie is opgenomen, zoodat eerst nu e.e.a. als geheel is te bezien. Prof. de Vries heeft zijn betoog in een negental stellingen vervat, welke wegens het groote belang van deze kwestie hier allen kort worden weergegeven. 1. Centralisatie is het levensbeginsel van alle verkeer. Alle verschillende vervoerswijzen dienen als één eenheid te worden bezien en volgens dezelfde beginselen te worden gecoördineerd 2. In het algemeen belang kan bemoeienis der Overheid niet worden gemist Exploitatie-en vervoersplicht en toezicht op vrachttarieven vloeien daaruit voort. 3. Transportbedrijven moeten volgens commercieele regelen worden geleid, waarbij er naar te streven is, dat de opbrengsten alle kosten van het vervoer dekken. 4. Zoo overvloedig mogelijke gelegenheid tot vervoer tegen lage prijzen is wenschelijk. 5. Aan de onder 2. 3 en 4 genoemde desiderata kan slechts worden voldaan bij voldoende vervoersdichtheid, bevorderd door differentieele vracht-tarieven. 6. Vrije concurrentie kan hiertoe niet leiden. Geschiktheid van vervoerswijzen kan niet alleen op verkeers-technischen grondslag worden beoordeeld. 7. De huidige (Hollandsche) verkeerspolitiek waarborgt noch vrije concurrentie en prijsvorming, noch gelijke concurrentie-voorwaarden, noch algemeene verkeersregeling; zij moet worden herzien. 8. Deze herziening moet meer geleid worden in de richting van verkeersregeling dan naar gelijkmaking der concurrentievoorwaarden. 9. Er blijkt, dat het verkeersvraagstuk in bijna alle landen hetzelfde aspect vertoont en overal de oplossing wordt gezocht in de boven aangegeven richting. Deze stellingen geven het betoog van prof. de Vries zoo goed weer. dat het verdere overzicht aan zijn voordracht kort kan zijn. De basis van zijn betoog is de omstandigheid, dat bij den tegenwoordigen stand der techniek vervoersbedrijven sterk kapitaals-intensieve ondernemingen zijn. Mede hieruit volgt het feit, dat, onafhankelijk van het vervoersvolume, de kosten van het vervoer voor een groot deel uit vaste lasten bestaan. Daardoor zal elke vervoerstoename, waarbij de vrachtprijs de (kleinere) directe kosten net even overschrijdt, voordeelig zijn. Bij onderlinge concurrentie zal er dus een streven zijn elkaar tot op dit minimum te onderbieden, zoodat het algemeene vrachtpeil tot op deze basis O. 97

30 zal worden neergedrukt en de vaste lasten ongedekt zullen blijven. Naar de meening van prof. de Vries zal men dus onafwendbaar moeten komen tot een concessioneering van alle vervoer, dac tegen betaling voor derden wordt verricht, teneinde op deze wi)ze de tot ondergang der vervoersbedrijven leidende concurrentie op te heffen Uit de gedachtenwisseling over deze voordracht bleek, dat het meerendeel der debateis van oordeel was, dat prof de Vries te sterk aanstuurde op een regeling van het geheele vervoer in den trant van het bestaande spoorwegbedrijf. Met name werd bestreden, dat in het algemeen belang per se noodig zou zijn exploitatie en vervoersplicht en toezicht op vrachttarieven Duidelijk merkbaar was verder de ge dachtengang dat, waar de voortschrijdende techniek nieuwere vervoerswijzen meer economisch doet worden, men niet moet terugschrikken voor het afschrijven van in oude vervoersinstallaties belegde kapitalen daar deze verliezen in wezen toch reeds bestaan en niet te ontgaan doch alleen te camoufleeren zijn. Waar ook in Ned tndie dit onderwerp aan de orde IS, moge kennisneming van deze belangwekkende artikelen worden aanbevolen O Wieringermeer. Bijzonder belangwekkend is het Wieringermeernummer van het Tijdschrift voor Volkshuisvesting en Stedebouw (Mei 1933), waarin door enkele bekwame medewerkers een karakteristiek wordt gegeven van het werk dat gedaan is en wordt om van dezen drooggemaakten zeebodem een goed en mooi stuk Holland te maken Verwacht wordt een bevolkingsdichtheid van ca. 100 inw/km^, de normale boerderij wordt er ca 20 ha groot. Alph. Roebroïk geeft algemeene beschouwingen, waarin van de veelvuldige factoren, die dit werk bepalen zoowel juridische en sociaal economische als agrarische, technische en esthetische een overzicht wordt gegeven Ir Ligtenberg bespreekt de civiele" werken, polderindeeling, wegen enz, die in belangrijke mate bepaald werden door de vrij sterk wisselende bodemgesteldheid (die varieert van schrale zandbodem tot zwaarste klei) en bodemhoogte (die verschillen van meerdeie meters vertoont), en voorts door technische overwegingen van water- en landverkeer, bemahng enz Als altijd ten zeerste lezenswaard is wat Prof Ir. Granpre Molière, die als adviseur medewerkte, schrijft over den verderen aanleg Door den op het stoffelijke en technische gerichten drang van onzen tijd heeft men verleerd om de schoonheid als de hoogste, en dus meest noodzakelijke, levenswaarde te zien Daarom kunnen wij beter een ingenieurswerk tot stand brengen dan een werk van huisvesting en stedebouw. Dit drukte zich ook uit in de hierachieder eischen, waardoor, zooals bekend, de stedebouwkundige en de landschapsarchitect te laat werden ingeschakeld. De schrijver mist dan ook bepaald m den opzet een zekere klaarheid in het rythme der hoofdverkeersaders", doch er is hard en door velen (aan het plan) gewerkt, en daarvan draagt het ook het stempel, het al te sche matische, wat het kenmerk is van onverschilligheid, is er wel uit, en daarmee biedt het een stramien, waarop zich heel goed een prettig landschap ontwikkelen kan'.de dorpsplattegronden zijn zeer leerzaam en merkwaardig, grootendeels welbewust onregelmatig, open en met scherp-begrensd, hier en daar zelfs met lintbebouwing; doch alle hebben aandachtig bewerkte kernen, met school, kerk, postkantoor en winkels, gevat in hoogopgaande boombeplantingen De hoofdverkeerswegen gaan niet zelden dwars door de dorpen heen, doch dan meestal als middenweg van een zeer ruim profiel, met smalle nevenwegen beiderzijds langs de huizen; overal wordt direct gezorgd voor trottoir, beplanting, verlichting, rioleering, waterleiding enz De bebouwing der dorpen, uitvoerig en met veel afbeeldingen beschreven door A D. van Eek, geschiedt deels in eigen beheer, en slechts voor enkele objecten door particuheren; zij is niet modernistisch, doch eerder landelijkconservatief De gronduitgifte in de dorpen heeft voorshands geheel in erfpacht plaats, en de regeling der bebouwing uitsluitend door... privaatrechterlijke overeenkomst in het erfpachtscontract! een wonder bij de huidige regeeringsopvattingen daarover in Holland! Suggestief is ook het laatste artikel van Dr. Ir Bij houwer, over de beplanting van den polder Men begint met sterke snelgroeiers (wilg en populier), doch plant tevens zoo spoedig mogelijk de blijvers, die in de stukken met ongelijke bodemsoort verschillend worden, met de door dien bodem bepaalde cultuurvorm graanteelt, veehouderij en tuinbouw, zelfs bollenteelt I zullen zij een sterk wisselend landschap geven De dorpsbeplanting wordt dan meer bijzonder en rijker. De Bebouwing ter Wieringermeer beoordeeld. In het Tijdschrift voor Volkshuisvesting 1934 No 1 treft men een belangwekkende principieele kritiek ^an, van de Ned Groep van het Intern Congres voor het Nieuwe Bouwen, op wat in de Wieringermeer in bouw- en stedebouwkundig opzicht tot stand is gebracht Er was een kans, zooals in geheel West-Europa practisch niet voorkomt Een geheel nieuw land, een volkomen autonome leiding, die alle factoren beheerscht, geen enkele rem van historischen of privaatrechtelijken aard, voorts uiterst gemakkelijke financieringsvoorwaarden, bekwame en ervaren medewerkers ' Sterk wordt gewaardeerd, dat tenminste planmatig is gewerkt In stedebouwkundigen zin mist men bij den aanleg van den polder als geheel klaarheid en eenvoud en verraadt.een zekere hardheid van detail een gemis aan innerlijke harmonie Zoowel ten aanzien van de dorpsolannen als van de (intensief ook esthetisch geregelde) bebouwingen wordt een zekere romantiek betreurd, als strijdig met het omgevende landschap met zijn zeer eigeneen grootsche, maar geheel onhistorische on-,,natuurlijke schoonheid Men heeft de nieuwe omgeving naar eigen persoonlijke overtuiging willen vormen, in plaats van de feitelijke bepaaldheid der opgave te aanvaarden Voor dit laatste ontbrak het vertrouwen in de opbouwende en cultuurvormende krachten van eigen tijd Zeker, onze tijd mist innerlijke eenheid, maar wel zijn er eenheidvormende krachten aanwezig, die men slechts in zuiverheid behoeft te laten werken, om die kunstmatigheid te vermijden, welke hier het resultaat kenmerkt Men had beter meer van eigen tijd (desnoods ook in minder gunstigen zin) kunnen blijven Zelfs een zeker element van hardheid (zie een Amerikaansch landbouwdorp) zou beter, want reeier en eerlijker zijn geweest dan deze toch in wezen vooze idylle" Hiertegenover wordt kort een moderner programma verdedigd, met opener en zakelijker dorpsaanleg en bebouwing. In het volgende nummer dient Prof Granpre Molière, die van het stedebouwkundige en bouwkundige werk in den polder de leiding had, van antwoord ; met geest en beslistheid Belangwekkend is, hoe hij het verschil in wenschen met betrekking tot den uitwendigen stijl ten rechte herleidt tot verschillend maatschappelijk en geestelijk inzicht de gerezen bedenkingen (zijn) eerst te ondervangen door een principieele verandering in de richting van een geordende gemeenschap en een geordende samenwerking Dat is het, waar Europa, en Europa niet alleen om vecht, en waar het naar verlangt En omdat het er zoo naar verlangt, daarom laten er zich zoo velen misleiden door de schijn-orde van het mechanisme". Toch geeft ook hij toe, dat in een volgende polder nieuwe mogelijkheden onder het oog te zien, bv een corporatief bouwbedrijf" Stedebouwmusea. Naar het drietalige tijdschrift Wohnen und Bauen, het orgaan van het Internationales Verband fur Wohnungswesen, bericht (Jaargang V. No. 2), zullen binnenkort musea voor stedebouw geopend worden in Parijs en Brussel Voor het Panjsche museum zal als grondslag dienen een deel van het materiaal der stedebouwtentoonstelling, die in '31 in Berlijn is gehouden: ait zal verder zoo internationaal mogelijk worden aangevuld Antwcrpen-linkeroever. Antwerpen zoo leeren ons twee artikelen in het Tijdschrift voor Volkshuisvesting, '34, Nos 4 en 5 is een der zeer weinige groote riviersteden, die zich tot nu uitsluitend aan een oever hebben ontwikkeld (rechter Schelde-oever), en wel als gevolg van bijzondere historische verhoudingen. ') Volgens de Nederlandsche Woningwet kunnen merkwaardiger-wijze de bouwvoorschriften voor een uitbreidingsplan met in een bouwverordening vervat zijn. 98

31 van de ligging van het achterland alléén aan die zijde, en vooral van de voor havengebruik zeer ongunstige oever aan den anderen kant. Dat aldus recht tegenover het hart der stad op geringen afstand groote oppervlakken bijna maagdelijk terrein beschikbaar waren, heeft echter reeds lang aanleidiag gegeven tot uitbreidingsplannen aldaar (o.a. van Napoleon en Leopold II), zonder dat tot voor kort iets tot stand kwam. De voortdurende en vooral na den oorlog versnelde stadsgroei op den rechteroever heeft thans echter de totstandkoming ook van die uitbreiding welhaast afgedwongen. Hierbij is vooral belangwekkend, dat men erin geslaagd is deze volkomen In één hand te houden, door de oprichting vaneen half-openbare maatschappij, de Imalso, waarvan het kapitaal door staat, provincies en gemeenten bij elkaar is gebracht, en die door staatshulp de beschikking kreeg over alle in aanmerking komende grond, ca ha. Men is begonnen met den aanleg van 2 (zeer kostbare) tunnels onder de Schelde, een voor rij- en een voor voetverkeer (welke thans reeds gereed zijn')), en heeft vervolgens een internationale prijsvraag uitgeschreven voor een uitbreidingsplan. Ook bij deze gelegenheid bleek weer, dat men langs dezen prijsvraagweg waarschijnlijk door de onmogelijkheid van grondig en voortdurend overleg van den ontwerper met alle andere betrokkenen niet tot een bruikbaar plan komt, en hoogstens een aantal goede ideeën oogst, die voor het definitieve plan bruikbaar zijn; daarvoor ware echter een ideëen-prijsvraag juister geweest. De jury gispt in haar rapport overigens ook de onvoldoende voorbereiding der prijsvraag en het gebrek aan gegevens (die zelfs oorzaak waren dat de Nederlandsche B.N A. haar boycotte en het Hollandsche jurylid zich terugtrok); zelfs het vereischte globale inwonertal der uitbreiding was niet opgegeven, zoodat dat bij de inzendingen varieert van tot 2.5 miljoen! Uit de uitvoerige behandeling van het juryrapport zij hier slechts gereleveerd, dat dit zich o. m. uitspreekt: voor een zoo sterk mogelijke scheiding tusschen het, bij den rijtunnel aansluitende, doorgaande interlocale verkeer en het verdere stadsverkeer, voor een welbewuste algemeene orienteering der woonstraten zóó, dat voor de woningen de gunstigste zonneligging verkregen wordt, en voor een zoodanige doordringing van de woonbuurten met parkstrooken, dat ook in de stad betr. veilige wandelwegen ontstaan, waaraan o.a. scholen hun juiste plaats kunnen vinden ; voorts acht zij merkwaardigerwijze den aanleg van grachten gewenscht. Bij de bekroonde plannen, waarvan vele bij het artikel zijn gereproduceerd, valt vaak een zekere dogmatische schematiseering op, een beteekenislooze symmetrie of andere teekenplank-effecten, en eenige Prinzipien-reiterei," alles typisch het gevolg van te veel op fantasie en te weinig op reëele eischen berustende plannen, als meestal bij een prijsvraag. Als gevolg van,,deze gezamenlijke mislukking" is dan ook geen eerste prijs toegekend, en is (naar het schijnt zonder inachtname van de aanwijzigingen der jury!) een plan door de Imalso zelf opgemaakt, met de uitvoering waarvan reeds is begonnen. Bouwbedrijf Grootbedrijf. In de Ingenieur van '34 No. 23 worden besproken de voorloopige uitkomsten der Nederlandsche bedrijfstelling, waarbij een verkorte tabel wordt weergegeven. Waar het moderne Europeesche bouwen zich veelal pleegt in te stellen op typische grootbedrijfs-methodes (normaliseering, fabriekmatige aanmaak van onderdeelen enz.) is het wel belangwekkend, dat uit die cijfers blijkt een hoe belangrijke rol in het bouwvak in Nederland nog het zéér kleine bedrijf speelt. Van de timmer- en metselbedrijven" werken er van de ca bedrijven (.,vestigingen") bijna of ca. 84% et 5 man of minder; het aantal personen dat daarin arbeidt, is ca. 2/5 van het totaal. Neemt men het geheele gewone bouwvak, dus met de voornoemde bedrijven ook de stukadoors en de schilders (buiten de timmerfabrieken), dan wordt het percentage van deze dwergbedrijven 88 O/o, en het aantal daarin werkzamen bijna de helft van het totaal. K. ') Rijtunnel: rijwegbreedte 6.75 m, hoogte 4.46 m, helling opritten 3.50%; voetgangerstunnel: padbreedte 3.8 m,ingangen door roltrappen en liften. Trilbcton. In het maandblad Beton" (bijlage van de Ingenieur) vinden we in de nummers van 4 Mei en 1 Juni eenige zeer belangrijke artikelen over,,trilbeton". Beide artikelen geven weer voordrachten, op eenzelfden dag gehouden voor de Betonvereeniging te Amsterdam. De eerste voordracht is van den heer E. Treves, ingénieur des Arts et Manufactures te Parijs, en behandelt het doel, toepassing, voor- en nadeelen van getrild beton, terwijl verschillende tril-methoden worden besproken. De eerste zin van het artikel luidt;,,de toepassing van het trillen van beton heeft als eenig doel het verbeteren van de kwaliteit." Als voordeelen worden opgegeven: 1. Het soortelijk gewicht is grooter, de leege ruimte is in vergelijking tot ongevibreerd beton tot minstens de helft teruggebracht. 2. De weerstand tegen druk, buiging en trek wordt opvallend vergroot. Men kan nml. beton met een zeer geringe,,slump" (O 3 cm.) toepassen. 3. Het trilbeton is volkomen waterdicht. 4. Dank zij het feit, dat de stukken grint dicht aaneen liggen, zijn diverse oppervlakiebehandelingen mogelijk (zandstraal, metalen schuiers, enz.) Vervolgens worden verschillende tril-methoden besproken. Men kan nml. uitwendig trillen, d.w.z. een trilapparaat klopt tegen de bekisting; men kan ook met een trilapparaat het oppervlak behandelen; 3e kan men inwendig trillen, door indompeling van vibrateurs in de betonmassa. De meest gebezigde methode is die van het uitwendige trillen. Oppervlakte-trilling vindt alleen plaats wanneer het beton zich over een groot oppervlak uitstrekt. Deze methode is dus ook op zijn plaats bij wegenbouw. Een eenigszins afwijkende werkmethode wordt in dit verband beschreven, nml. de gebruikmaking van Travi-toestellen", welke hieiin bestaan, dat eerst het grint wordt gestort en daarna de mortel door de vibreerende geperforeerde plaat van het toestel wordt gegoten. Voor het inwendig trillen worden vlotters gebezigd die tijdens het storten in de betonmassa worden opgehangen, en door het steeds meer dichter worden van de onderste lagen, zich al trillende naar boven werken. Zij worden gebruikt voor muren, groote betonmassa's. staande pijlers en kolommen wanneer de bewapening zich in de hoeken bevindt. Vervolgens vindt dan nog de energie-bron, welke bij het trillen kan worden gebruikt, besproken. Door den heer Treves wordt de voorkeur gegeven aan toestellen werkende met perslucht. In de tweede voordracht, welke gehouden werd door ir. H.A.M.C. Dibbits, ingenieur van den Rijkswaterstaat, worden zeer belangrijke mededeelingen gedaan van ervaringen in Nederland met vibrateurs opgedaan. Het geheele artikel is veel critischer gesteld en geeft vooral voor hen, die op dit gebied nog geen ervaring, hebben zeer belangrijke aanwijzingen. Aan de hand van een duidelijke uiteenzetting met foto's, tabellen en grafieken worden waarschuwingen, hoofdpunten en conclusies naar voren gebracht, die we, hoewel we ieder die zich meer voor dit vraagstuk interresseert met klem de lezing van het artikel aanbevelen, in 't kort hierna laten volgen: De nadruk wordt er op gelegd dat: 1. men de specie gedurende het vibreeren moet kunnen observeeren; 2. men al naar gelang van de omstandigheden, over voldoende apparatuur van verschillenden vorm moet kunnen beschikken. Ten aanzien van de techniek van het trillen wordt medegedeeld, dat teneinde een max. effect te bereiken er een juiste verhouding moet bestaan tusschen de vochtigheidsgraad van de beton en den tijdsduur van het vibreeren. Tevens lette men er op dat het trillen geheel volgens een vooraf opgemaakt plan moet plaats vinden. In het algemeen zijn geschoolde en met het systeem vertrouwde arbeiders noodzakelijk (N. B. Dit laatste zal dus bij toepassing in Indië wel zeer goed onder de oogen moeten worden gezien V.) Na het e.e.a. gezegd te hebben over de commercieele kant van het vraagstuk en over de kwestie van het transport van de beton, worden eenige zeer belangrijke dingen vermeld t.a.v. de uitvoeringsrisico. 99

32 We laten het hier letterlijk volgen: Men kan in het algemeen zeggen, dat het gewenschtis: het aantal factoren te beperken, waaraan men op de bouwplaats moet voldoen, om een zekere kwaliteit werk te verkrijgen; daarnaast zal de toelaatbare variatie van die factoren zoo groot mogelijk dienen te zijn. Nu wordt bij het toepassen van vibrateurs, het aantal factoren waaraan men op de bouwplaats moet voldoen gtooter, terwijl bovendien de variatie van die factoren (met name watergehalte van de beton en tijdsduur van het vibreeren) binnen zeer nauwe grenzen moet worden gehouden. Dat zijn punten, die bij toepassing van béton-vibré yoor gewapende beton op de bouwplaats in het nadeel van dat systeem zijn. Voor toepassing van vibrateurs bij de vervaardiging van gewapend betonwaren in de fabriek, zijn deze bezwaren van minder belang. Ook voor verwerken van stampbeton op de bouwplaats of in de fabriek gelden deze bezwaren in mindere mate, daar de daarvoor gebezigde, uiteraard zeer droge, beton niet zoo gevoelig is voor te lang vibreeren. Ook de eindconclusie nemen we nagenoeg onverkort over: Daar bij stampbeton-constructies uit den aard der zaak het oppervlak van de specie steeds goed bereikbaar en zichtbaar is en daar bovendien steeds droge specie kan en moet worden verwerkt, schijnt het gebruik van vibrateurs, pervibrateurs en oppervlakte-vibrateurs, onder voorbehoud van een zorgvuldige uitvoering, voor het verwerken van stampbeton aanbeveling te verdienen. Door de minimum waterhoeveelheid wordt de krimpmaat van de beton geringer, wat de duurzaamheid van het geheel zal verhoogen en het onderhoud zal verminderen (waterkeerende constructies). Betonwaren-industrie. Voor de betonwaren-industrie m het bijzonder, waar men dag in, dag uit, hetzelfde voorwerp maakt, en door een tot in de finesses doorgezette beproeving vermoedelijk alle moeilijkheden, die zich met het systeem zouden kunnen voordoen, zal kunnen elimineeren, schijnt het vibreeren een nader onderzoek zeer zeker waard. Gewapend beton. De vraag of beton-vibré de tot heden gangbare wijze van beton verwerken in den gewapend betonbouw geheel dient te vervangen, moet voorloopig in ontkennenden zin worden beantwoord. Toepassing van vibrateurs daar, moet met voorzichtigheid worden aanbevolen. Voor ieder geval afzonderlijk zal moeten worden nagegaan of gebruik van vibrateurs in zulk een speciaal geval bijzondere voordeelen biedt. Men dient vooral in het oog te houden, dat de slump van de specie voor gewapend beton tenminste 1 a 11^2 t^ moet bedragen, en men bij deze consistentie reeds niet die hooge vastheidscijfers kan verwachten, die worden bereikt bij zeer droog gevibreerde beton. Ten aanzien van de uitvoering wordt voorts nog op de volgende punten gewezen: Ie. De bekisting eischt bijzondere zorg; voorwanden wordt een veelvuldig gebruik van centerpennen raadzaam geacht. 2e. Het is wenschelijk, dat men de specie gedurende het vibreer-proces kan observeeren, teneinde den juisten duur van het vibreeren te kunnen regelen. 3e. Stortnaden vorderen een zeer zorgvuldige behandeling ; nog liever vermijde men stortnaden bij toepassing van vibrateurs 4e. In het algemeen zal men, bij de bestudeering van het vraagstuk van de eventueele toepassing van vibrateurs op eenigszins belangrijke werken, tot de slotsom komen, dat in zoo'n geval alleen een gemengde toepassing van vibrateurs, pervibrateurs en oppervlaktevribateurs in aanmerking zou kunnen komen. In hetzelfde nummer van Beton" vinden we een korte mededeeling over den bouw van een 100 m. lang viaduct over de Trient-kloof, waarbij trilbeton was toegepast. De toename van de vastheid bedroeg 15 tot 25ü/o, het percentage aanmaakwater was 7 a 7,5 O/o, terwijl de hoogst bereikte kubusvastheid 503 kg/cm^ bedroeg. Het s.g. van het verkregen beton schommelde tusschen 2,42 en V. UIT DE DAGBLADEN, Het in deze rubriek weergeven van meeningen houdt niet in dat de redactie het daarmede eens is. doch uitsluitend, dat het onderwerp haar belangrijk voorkomt. De Javabode van 3 Mei j.l. heeft melding gemaakt van het feit, dat het in de bedoeung ligt een.twaalftal woningen door de abituriënten van de technische scholen te doen bouwen. Momenteel is men bezig met de afbraak van een achttiental onbewoonbaar verklaarde woningen, van hout en bamboe opgetrokken, welke krotten tot voor kort nog huurprijzen van f 15 tot f 20 per maand hebben gemaakt. De woningen zullen bevatten twee slaapkamers, n.l. een van 3 bij 4 m. en een 3 bij 3.40 m, een binnengalerij van 3 bij 4 m en een voorgalerij van 2.30 bij 2.80 m. Een belangrijk moment voor Semarang en zijn achterland noemt de Locomotief ia zijn nummer van 7 Mei j.l. de ingebruikstelling van den Nieuwen Gombelweg. Het verkeer over den Gombel is enorm; hier ligt ongetwijfeld een der drukste verkeersaderen van Java. Men moest dus wel ingrijpen ; geld of geen geld! Het achterland van Semarang kon niet van zijn haven worden gescheiden. In verband met den ernst van den toestand en de onbekendheid met de natuurkrachten die hier in het spel waicn, heeft de gemeente Semarang den geologischen dienst te hulp geroepen om raad te geven hoe gehandeld moest worden. De nieuwe Gombelweg is een novum, in zooverre dat die over een lengte van bijna helling heeft van 10% meter een constante Te Batavia acht het coll. v. B. 6 W. een spoedige herziening van de BouW' en Woningverordening urgent, omdat het in den tegenwoordigen tijd niet verantwoord is, verschillende zware eischen ten aanzien van de bouwvergunningen te handhaven. Het komt tevens noodzakelijk voor, dat die verordening tevens in haar geheel aan een grondige herziening zal worden onderworpen. De aan eene herziening der verordening verbonden werkzaamheden zullen geschieden in de hierna aangegeven volgorde: 1. het vaststellen der bouwtypen. 2. het opstellen van een overzicht der voor de bouwtypen vast te stellen voornaamste gedifferentieerde bepalingen. 3. het opstellen van het ontwerp der bouwverordening. Naar het Nieuws v.d. Dag van 26 Juli j.l. verneemt, is de kans groot dat de plannen voor den bouw van een centralen pasar te Semarang toch zullen doorgaan. Zooals men weet, was de oorspronkelijke raming voor deze bouwplannen een millioen drie ton. Op de Jaarbeurs te Bandoeng trof men aan de expositie van het Keramische Laboratorium van het departement van Economische Zaken, waar geheel gesloten holle baksteenen worden vervaardigd, aldus het A.I.D. van 5/u/i j.l. De groote verdienste van de uitvinding ligt nu hierin, dat de machine eerst de kleistreng tot steenen snijdt en tijdens het afdichten der gaten kleine openingen in het sluitwandje achterlaat, waardoor tijdens het bakken de lucht kan ontsnappen en bij het afkoelen lucht weer kan toetreden. De voordeelen van deze steenen zijn voor den fabrikant: + 50 O/Q minder kleiverbruik ; + 50 O/o minder brandstofverbruik (voor het bakken); ± 50 O/Q besparing in de transportkosten. De voordeelen voor den bouwer zijn: ± 50O/o specie-besparing, ± 50O/Q werkloon-besparing; een lichtere fundeering. De drukvastheid is door het Lab, v. d. B. O. W. onderzocht; de gemiddelde druk is 162 kg. De eisch van de Norm.-Cie v. Ned.-Indië is min, 60 kg. De Medewerkers in dit Nummer. Ir. E. H. de Roo, bouwkundig ingenieur, hoofd van het gemeentelijk ontwerpbureau Bandoeng. Dr. J. A. de Nooy, inspecteur v.d. D. v. G. met verlof. 100

PUBLICATIE VAN DE. NEDERLANDSCH-INDISCHE WECxENVEREENIGING CENTRAAL PROEFSTATION EN STUDIE BUREAU OP WEGENGEBIED VOLKENBONDS - A ANBE VELIN GEN

PUBLICATIE VAN DE. NEDERLANDSCH-INDISCHE WECxENVEREENIGING CENTRAAL PROEFSTATION EN STUDIE BUREAU OP WEGENGEBIED VOLKENBONDS - A ANBE VELIN GEN No. 146 28-3-'36 PUBLICATIE VAN DE NEDERLANDSCH-INDISCHE WECxENVEREENIGING CENTRAAL PROEFSTATION EN STUDIE BUREAU OP WEGENGEBIED VOLKENBONDS - A ANBE VELIN GEN OMTRENT DE BEBAKENING VOOR SPOORBAAN OVERWEGEN

Nadere informatie

No. 33 PUBLICATIE VAN DE NEDERLANDSCH-INDISCHE WEGENVEREENIGING RESULTATEN VAN PRAKTIJKPROEVEN. VERWERKING VAN KOUD ASPHALT. No.

No. 33 PUBLICATIE VAN DE NEDERLANDSCH-INDISCHE WEGENVEREENIGING RESULTATEN VAN PRAKTIJKPROEVEN. VERWERKING VAN KOUD ASPHALT. No. No. 33 PUBLICATIE VAN DE NEDERLANDSCH-INDISCHE WEGENVEREENIGING RESULTATEN VAN PRAKTIJKPROEVEN. VERWERKING VAN KOUD ASPHALT. No. 1 NIX BANUOHNG VERWERKING VAN KOUD ASPHALT. No. L Inleiding, 1. Het werkplan

Nadere informatie

No. 108 PUBLICATIE VAN DE NEDERLANDSCH-INDISCHE WEGENVEREENIGING 2«PRIJSVRAAG VERBETERING VAN KAMPONGWEGEN. «.amixtco.bandoelie

No. 108 PUBLICATIE VAN DE NEDERLANDSCH-INDISCHE WEGENVEREENIGING 2«PRIJSVRAAG VERBETERING VAN KAMPONGWEGEN. «.amixtco.bandoelie No. 108 PUBLICATIE VAN DE NEDERLANDSCH-INDISCHE WEGENVEREENIGING 2«PRIJSVRAAG VERBETERING VAN KAMPONGWEGEN. «.amixtco.bandoelie PRIJSVRAAG van de N. L W. V- Nu de verschillende stadsgemeenten in Ned.-Indië

Nadere informatie

een ernstige belemmering voor de ontwikkeling van dit onderwijs dreigt te worden.

een ernstige belemmering voor de ontwikkeling van dit onderwijs dreigt te worden. ONDERWIJSRAAD. nkis 2 N". 'S-GRAVENHAGE, WÊÊËÈÈiM ) 9 2 Bericht op schrijven van ^ ^ Ä e n gelieve bij het antwoord n ä$&p dagteekening en 'nummer van Betreffende: MÀ?..?.Ï.Y...Y an 2,KXC, dit schrijven

Nadere informatie

Rederlandschlndisde laatschappij

Rederlandschlndisde laatschappij J VAN-PE Rederlandschlndisde laatschappij VAN NIJVERHEID en LANDBOUW. i:, o-i, Handel enz. JK ^f ",. 'T 4 STATUTEN VAN DE Rederlandsch-Indische Maatschappij VAN NIJVERHEID en LANDBOUW. OGILVIE & Co. 1885.

Nadere informatie

Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten

Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten (Tekst geldend op: 26-08-2014) Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin

Nadere informatie

VOORWAARDELIJKE VEROORDEELING

VOORWAARDELIJKE VEROORDEELING VOORWAARDELIJKE VEROORDEELING DOOR MR. O. E. G. GRAAF VAN LIMBURG STIRUM Nu bij de behandeling van de begrooting voor 1925 (o. m. in het Voorloopig Verslag van de Commissie van Rapporteurs) wederom de

Nadere informatie

HOOFDSTUK IV. Seinen op bepaalde plaatsen te geven. (Vaste seinen).

HOOFDSTUK IV. Seinen op bepaalde plaatsen te geven. (Vaste seinen). 42 Omschrijving der seinen en seinmiddelen. HOOFDSTUK IV. Seinen op bepaalde plaatsen te geven. (Vaste seinen). Hoofdseinpalen. Een hoofdseinpaal bestaat uit een paal met een naar rechts uitstekenden draaibaren

Nadere informatie

Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten

Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten pagina 1 van 5 Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten (Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren

Nadere informatie

STAATSBLAD VAN HBT KONINKRIJK DER NEDERLANDEN.

STAATSBLAD VAN HBT KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. STAATSBLAD VAN HBT KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. (F. 521.) BESLUIT van den 16den Augustus 1918, houdende nadere voorschriften betreffende het tooezicht op hier te lande vertoevende vreemdelingen. WIJ WILHELMINA,

Nadere informatie

No. 44 PUBLICATIE VAN DE NEDERLANDSCH.INDISCHE WEGENVEREENIGING TRACTIE-WEERSTANDEN ^«BANDOENG

No. 44 PUBLICATIE VAN DE NEDERLANDSCH.INDISCHE WEGENVEREENIGING TRACTIE-WEERSTANDEN ^«BANDOENG No. 44 PUBLICATIE VAN DE NEDERLANDSCH.INDISCHE WEGENVEREENIGING TRACTIE-WEERSTANDEN r / Q,\ ^«BANDOENG TRACTIE. WEERSTANDEN. Het moderne verkeer, het verkeer in mechanische tractie, over den gewonen weg,

Nadere informatie

COMMISSIE VENNOOTSCHAPSRECHT

COMMISSIE VENNOOTSCHAPSRECHT COMMISSIE VENNOOTSCHAPSRECHT Datum: Kenmerk: De Minister van Justitie, mr A.H. Korthals Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Excellentie, inzake: Adviesaanvraag commissie vennootschapsrecht over het wetsvoorstel

Nadere informatie

17e Jaargang. 1 Juni 1930. Afl. 11.

17e Jaargang. 1 Juni 1930. Afl. 11. 17e Jaargang. 1 Juni 1930. Afl. 11. Locale Belangen Orgaan van de Vereeniging voor Locale Belangen. Verschijnt den Isten en 16den van elke maand. De Vereeniging is opgericht in 1913 en als rechtspersoon

Nadere informatie

VR DOC.0099/1BIS

VR DOC.0099/1BIS VR 2018 0202 DOC.0099/1BIS DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Standpuntbepaling van de Vlaamse Regering betreffende

Nadere informatie

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 21 d.d. 2 april 2009 (mr. M.M. Mendel, voorzitter, mr. E.M. Dil - Stork en mr. B. Sluijters) 1. Procedure De Commissie beslist met inachtneming

Nadere informatie

DE RAAD VAN BEROEP VOOR DE DIRECTE BELASTINGEN TE s-gravenhage,

DE RAAD VAN BEROEP VOOR DE DIRECTE BELASTINGEN TE s-gravenhage, RAAD VAN BEROEP voor de DIRECTE BELASTINGEN te s-gravenhage. Aangeteekend per post aan partijen toegezonden 26 Mei 1937 De Secretaris van den Raad van Beroep voor de directe belastingen te s-gravenhage

Nadere informatie

Naklanken van het congres.

Naklanken van het congres. 15e Jaargang. 16 Mei 1928. Afl. 10. Locale Belangen Orgaan van de Vereeniging voor Locale Belangen Verschijnt den Isten en 16den van elke maand. De Vereeniging is opgericht in 1913 en als rechtspersoon

Nadere informatie

Staatsblad April WET tot bescherming van de bevolking tegen luchtaanvallen.

Staatsblad April WET tot bescherming van de bevolking tegen luchtaanvallen. Staatsblad 302. 23 April 1936. WET tot bescherming van de bevolking tegen luchtaanvallen. Wij WILHELMINA, enz.... doen te weten: Alzoo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenschelijk is bepalingen

Nadere informatie

SJb Mei Maart 1938,Nr.1295,Afd.H.0. Wijziging en aanvulling der hooger-onaerwijswet#

SJb Mei Maart 1938,Nr.1295,Afd.H.0. Wijziging en aanvulling der hooger-onaerwijswet# 162 30. SJb Mei 8. 19 Maart 1938,Nr.1295,Afd.H.0. Wijziging en aanvulling der hooger-onaerwijswet# De Berste Af deeling van den Onderwijsraad heeft de eer hierbij ter kennis van Uwe Excellentie te brengen

Nadere informatie

Rapport. Datum: 18 oktober 2001 Rapportnummer: 2001/325

Rapport. Datum: 18 oktober 2001 Rapportnummer: 2001/325 Rapport Datum: 18 oktober 2001 Rapportnummer: 2001/325 2 Klacht Verzoeker klaagt er over dat de Belastingdienst/Particulieren/Ondernemingen Venlo tot het moment van indienen van de klacht bij de Nationale

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 62.707/3 van 18 januari 2018 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het koninklijk besluit van 12 maart 1999

Nadere informatie

«JNIDERWIJSRAAD. S-GRAVENHAGE,.0. Juli N A..

«JNIDERWIJSRAAD. S-GRAVENHAGE,.0. Juli N A.. «JNIDERWIJSRAAD. ' N....7.354... A.. L. Bericht op schrijven van...1 Juni 192.7...No.l702,Afd.H.O. ^ ~ Betreffende : Techni sehe herz i en ing..aca.d.e.mis.cji...s.t.a.t.uu.t.» S-GRAVENHAGE,.0. Juli 192

Nadere informatie

Verordening opslag gas, huisbrand- en stookolie

Verordening opslag gas, huisbrand- en stookolie CVDR Officiële uitgave van Eemsmond. Nr. CVDR57414_1 11 oktober 2016 Verordening opslag gas, huisbrand- en stookolie De raad der gemeente Hefshuizen: op voorstel van burgemeester en wethouders gelet op

Nadere informatie

(Gelden voor de Kweekschool van Militaire Geneeskundigen).

(Gelden voor de Kweekschool van Militaire Geneeskundigen). ^ 1 i>l Caveant consules, ne quid detrimenti res publica capiat!" (Gelden voor de Kweekschool van Militaire Geneeskundigen). Aan de HH. Leden van de Staten-Generaal worden hij al de vorigen nog de volgende

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2005:AT3000

ECLI:NL:CRVB:2005:AT3000 ECLI:NL:CRVB:2005:AT3000 Instantie Datum uitspraak 21-03-2005 Datum publicatie 01-04-2005 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 05-1503 MAW-VV Bestuursrecht

Nadere informatie

D E H O O G E R A A D D E R N E D E R L A N D E N,

D E H O O G E R A A D D E R N E D E R L A N D E N, 21 October 1959. F. No. 14043. D E H O O G E R A A D D E R N E D E R L A N D E N, Gezien het beroepschrift in cassatie van X te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te s-hertogenbosch van 6 Maart 1959

Nadere informatie

Beweerdelijk te lage taxatie. Verschil van 10 % tussen verschillende taxatie niet onaanvaardbaar.

Beweerdelijk te lage taxatie. Verschil van 10 % tussen verschillende taxatie niet onaanvaardbaar. Beweerdelijk te lage taxatie. Verschil van 10 % tussen verschillende taxatie niet onaanvaardbaar. In het kader van het uit elkaar gaan van klager en zijn partner moet de gemeenschappelijke woning getaxeerd

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie L 170/7

Publicatieblad van de Europese Unie L 170/7 1.7.2005 Publicatieblad van de Europese Unie L 170/7 VERORDENING (EG) Nr. 1002/2005 VAN DE COMMISSIE van 30 juni 2005 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1239/95 betreffende het verlenen van dwanglicenties

Nadere informatie

WBÈBBÊB'''' 2/ IDA. 193Ö

WBÈBBÊB'''' 2/ IDA. 193Ö QNDE A A D. N. 140 40 S.O. Bericht op schrijven van...^ Betreffende: -l.f$80ntw«çp J_YePlaglllg van ds. openbare uitgaven. 'S-GRAVENHAGE, 1 Statenlaan 125. & WBÈBBÊB'''' 2/ IDA. 193Ö Men gelieve bij het

Nadere informatie

vast te stellen de navolgende Verordening Georganiseerd Overleg Hefpunt

vast te stellen de navolgende Verordening Georganiseerd Overleg Hefpunt Verordening Georganiseerd Overleg Hefpunt Het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Hefpunt, overwegende dat: - het in het kader van de Sectorale Arbeidsvoorwaardenregeling Waterschapspersoneel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2013:3359

ECLI:NL:RBOVE:2013:3359 ECLI:NL:RBOVE:2013:3359 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 17-12-2013 Datum publicatie 19-12-2013 Zaaknummer Awb 13/843 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

Bijlage 1: Klachtenregeling externe klachtencommissie

Bijlage 1: Klachtenregeling externe klachtencommissie Bijlage 1: Klachtenregeling externe klachtencommissie Klachtenregeling externe klachtencommissie SMO Traverse en RIBW Brabant De tekst van deze klachtenregeling is in de mannelijke vorm geschreven, hiermee

Nadere informatie

De herziene wegverkeerswetgeving en de lagere wetgevers

De herziene wegverkeerswetgeving en de lagere wetgevers 22e Jaargang 1 FEBRUARI 1935 Aflevering 3. 33 De herziene wegverkeerswetgeving en de lagere wetgevers door Mr. Dr. F. J. W. H. SANDBERGEN. De laatste herziening van de wegverkeerswetgeving bij de regeeringsverordening

Nadere informatie

Wijze van afhandelen van bezwaarschriften door Gedeputeerde Staten CBE Inleiding

Wijze van afhandelen van bezwaarschriften door Gedeputeerde Staten CBE Inleiding 1 Wijze van afhandelen van bezwaarschriften door Gedeputeerde Staten CBE03.068 1. Inleiding Op grond van de Algemene wet bestuursrecht is het mogelijk om tegen besluiten van Gedeputeerde Staten bezwaar

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr (A.M.T. Wigger, voorzitter en mr. Z. Bonoo, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr (A.M.T. Wigger, voorzitter en mr. Z. Bonoo, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr. 2017-536 (A.M.T. Wigger, voorzitter en mr. Z. Bonoo, secretaris) Klacht ontvangen op : 10 februari 2017 Ingediend door : Consument Tegen :

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2001:AB2258

ECLI:NL:CRVB:2001:AB2258 ECLI:NL:CRVB:2001:AB2258 Instantie Datum uitspraak 05-04-2001 Datum publicatie 02-08-2001 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 99/3213 AW Bestuursrecht

Nadere informatie

Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming

Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming (Wet op de loonvorming [Versie geldig vanaf: 17-02-1999]) Geschiedenis: Staatsblad 1997, 63;Staatsblad

Nadere informatie

STAATSBLAD 'VAN HET KONINGRIJK DER NEDERLANDEN.

STAATSBLAD 'VAN HET KONINGRIJK DER NEDERLANDEN. STAATSBLAD 'VAN HET KONINGRIJK DER NEDERLANDEN. (ET. 44.) WET van den 2$sten Juli) i85o, ter uitvoering van art, j der Grondwet. WIJ WILLEJI III, BIJ DE GRATIE GODS, KONING DER NEDERLANDEN, PRINS VAN ORANJE

Nadere informatie

ONDERWIJSRAAD.. IVjo 148 00. 'S-GRAVENHAGE, Jjf&jj>Jfl... 193 & 2 i j ne Sxc.e Henti de n Minis t er van Onderwijs». Kunsten en Wetenschappen

ONDERWIJSRAAD.. IVjo 148 00. 'S-GRAVENHAGE, Jjf&jj>Jfl... 193 & 2 i j ne Sxc.e Henti de n Minis t er van Onderwijs». Kunsten en Wetenschappen ONDERWIJSRAAD.. IVjo 148 00. 'S-GRAVENHAGE, Jjf&jj>Jfl... 193 & Statenlaan 125. Bericht op schrijven van Meiv^gsèïieve bij het antwoord dagteekening 17. JU\XJ

Nadere informatie

ECLI:NL:CBB:2002:AE1633

ECLI:NL:CBB:2002:AE1633 ECLI:NL:CBB:2002:AE1633 Instantie Datum uitspraak 09-04-2002 Datum publicatie 17-04-2002 Zaaknummer AWB 00/25 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie College van Beroep voor het bedrijfsleven

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ3580

ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ3580 ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ3580 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 22-02-2011 Datum publicatie 06-05-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie AWB 10-504 AOW Bestuursrecht

Nadere informatie

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Provinciaal blad van Noord-Brabant Provinciaal blad van Noord-Brabant ISSN: 0920-1408 Onderwerp Publicatie Archiefverordening Havenschap Moerdijk 2014 Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Nummer 96/14 Bijlage(n) 1 Besluiten om over te

Nadere informatie

LOCALE TECHNIEK TECHNISCH ORGAAN VAN DE VEREENIGING VOOR LOCALE BELANGEN

LOCALE TECHNIEK TECHNISCH ORGAAN VAN DE VEREENIGING VOOR LOCALE BELANGEN LOCALE TECHNIEK TECHNISCH ORGAAN VAN DE VEREENIGING VOOR LOCALE BELANGEN 2c JAARGANG No. 4 OCTOBER 1933 Adres voor alle brieven en stukken betreffende Redactie en Administratie : Limburgiastraat 6, Bandoeng.

Nadere informatie

Wet van 24 december 1927, houdende nadere regeling van de Collectieve Arbeidsovereenkomst

Wet van 24 december 1927, houdende nadere regeling van de Collectieve Arbeidsovereenkomst (Tekst geldend op: 18-03-2009) Wet van 24 december 1927, houdende nadere regeling van de Collectieve Arbeidsovereenkomst Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,

Nadere informatie

artikel 40, eerste en tweede lid van de Archiefwet 1995 en artikel 36 van de gemeenschappelijke regeling RUD Utrecht

artikel 40, eerste en tweede lid van de Archiefwet 1995 en artikel 36 van de gemeenschappelijke regeling RUD Utrecht Archiefverordening RUD Utrecht 2014 Het algemeen bestuur van de RUD Utrecht gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van RUD Utrecht Gelet op: artikel 40, eerste en tweede lid van de Archiefwet 1995

Nadere informatie

Uw nummer (letter): 2016/ Uw brief van: 29 juni 2016 Ons nummer: Willemstad, 20 juli 2016

Uw nummer (letter): 2016/ Uw brief van: 29 juni 2016 Ons nummer: Willemstad, 20 juli 2016 Aan De Minister van Economische Ontwikkeling De heer E. Rhuggenaath AmiDos Building, Pletterijweg 43 Curaçao Uw nummer (letter): 2016/018577 Uw brief van: 29 juni 2016 Ons nummer: 20072016.01 Willemstad,

Nadere informatie

DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM. CR 11/2408 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM. Onvoldoende inzicht in gedachtegang bij taxatie. Bezwaar tegen kostenveroordeling bij

Nadere informatie

14e. Jaargang. Afl Jan

14e. Jaargang. Afl Jan 14e. Jaargang. Afl. 2. 16 Jan. 1927. dily t30 Orgaan van de Vereeniging voor Locale Belangen. (Goedgekeurd bij Qouvernements-Besluit ddo. 31 Juli 1922 No. 75.] Verschijnt den Isten en IGden van elke maand

Nadere informatie

Reglement van orde van het College van Beroep voor de examens

Reglement van orde van het College van Beroep voor de examens Reglement van orde van het College van Beroep voor de examens Artikel 1 - Begripsbepalingen In dit reglement wordt verstaan onder: a. de wet: de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek

Nadere informatie

SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD ADVIES INZAKE WIJZIGING VAN DE WET OP DE ONDERNEMINGSRADEN MET BETREKKING TOT DE INSTELLING VAN GROEPSONDERNEMINGSRADEN SER)

SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD ADVIES INZAKE WIJZIGING VAN DE WET OP DE ONDERNEMINGSRADEN MET BETREKKING TOT DE INSTELLING VAN GROEPSONDERNEMINGSRADEN SER) SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD ADVIES INZAKE WIJZIGING VAN DE WET OP DE ONDERNEMINGSRADEN MET BETREKKING TOT DE INSTELLING VAN GROEPSONDERNEMINGSRADEN SER) UITGAVE VAN DE SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 1973, no. 14-19

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2010:BO4829

ECLI:NL:RVS:2010:BO4829 ECLI:NL:RVS:2010:BO4829 Instantie Raad van State Datum uitspraak 24-11-2010 Datum publicatie 24-11-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201003576/1/H3 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

ARCHIEFVERORDENING VAN DE PROVINCIE LIMBURG BESLUIT van Provinciale Staten van Limburg d.d. 30 januari 2004 (Prov. Blad 2004, nr. 8).

ARCHIEFVERORDENING VAN DE PROVINCIE LIMBURG BESLUIT van Provinciale Staten van Limburg d.d. 30 januari 2004 (Prov. Blad 2004, nr. 8). ARCHIEFVERORDENING VAN DE PROVINCIE LIMBURG 2004 BESLUIT van Provinciale Staten van Limburg d.d. 30 januari 2004 (Prov. Blad 2004, nr. 8). Hoofdstuk I Algemene bepalingen Artikel 1 In deze verordening

Nadere informatie

nr.14.0008063 Klachtenregeling Veilig Thuis Gooi en Vechtstreek (AMHK Gooi en Vechtstreek)

nr.14.0008063 Klachtenregeling Veilig Thuis Gooi en Vechtstreek (AMHK Gooi en Vechtstreek) nr.14.0008063 Klachtenregeling Veilig Thuis Gooi en Vechtstreek (AMHK Gooi en Vechtstreek) Artikel 1 Wettelijke grondslag Deze klachtenregeling heeft betrekking op de behandeling van klachten in overeenstemming

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 107 d.d. 7 juni 2010 (mr. P.A. Offers, voorzitter, mr. E.M. Dil Stork en mr. B.F.

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 107 d.d. 7 juni 2010 (mr. P.A. Offers, voorzitter, mr. E.M. Dil Stork en mr. B.F. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 107 d.d. 7 juni 2010 (mr. P.A. Offers, voorzitter, mr. E.M. Dil Stork en mr. B.F. Keulen) 1. Procedure De Commissie beslist met inachtneming

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 Instantie Datum uitspraak 05-09-2006 Datum publicatie 06-10-2006 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 05/37675 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

Verkeerswetgeving fietsers

Verkeerswetgeving fietsers Verkeerswetgeving (Koninklijk besluit 1 december 1975) INDIVIDUELE FIETSERS of GROEPEN van MINDER DAN 15 FIETSERS Een verplicht fietspad wordt aangegeven met bord G11. Fietsers en snor MOETEN hier gebruik

Nadere informatie

Reclameverordening gemeente Utrecht 2017

Reclameverordening gemeente Utrecht 2017 Reclameverordening gemeente Utrecht 2017 (raadsbesluit van p.m.). De raad van de gemeente Utrecht, gelet op het voorstel van b. en w. d.d. 11 april 2017 Besluit vast te stellen de volgende RECLAMEVERORDENING

Nadere informatie

SOCIAAL-ECONOMISCHE ADVIES INZAKE WIJZIGING VAN DE WET OP HET PREVENTIEFONDS UITGAVE VAN DE SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD

SOCIAAL-ECONOMISCHE ADVIES INZAKE WIJZIGING VAN DE WET OP HET PREVENTIEFONDS UITGAVE VAN DE SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD ADVIES INZAKE WIJZIGING VAN DE WET OP HET PREVENTIEFONDS UITGAVE VAN DE SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD Bezuidenhoutseweg 60, 's-gravenhage SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD ADVIES INZAKE WIJZIGING

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2010 2011 32 424 Wijziging van de Wet personenvervoer 2000, houdende regels ter bevordering van de kwaliteit in het taxivervoer A GEWIJZIGD VOORSTEL VAN

Nadere informatie

Klachtenregeling Vereniging Spierziekten Nederland (VSN)

Klachtenregeling Vereniging Spierziekten Nederland (VSN) Klachtenregeling Vereniging Spierziekten Nederland (VSN) De VSN doet haar uiterste best om haar leden zo goed mogelijk van dienst te zijn. Toch is het mogelijk dat er zaken fout gaan of niet zoals afgesproken.

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over het college van burgemeester en wethouders van Ermelo. Datum: 24 juni Rapportnummer: 2011/196

Rapport. Rapport over een klacht over het college van burgemeester en wethouders van Ermelo. Datum: 24 juni Rapportnummer: 2011/196 Rapport Rapport over een klacht over het college van burgemeester en wethouders van Ermelo. Datum: 24 juni 2011 Rapportnummer: 2011/196 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het college van burgemeester

Nadere informatie

Wet financiële betrekkingen met het buitenland

Wet financiële betrekkingen met het buitenland Wfbb Artikel 1 In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaand onder: a. Ingezetenen: 1. natuurlijke personen, die hun woonplaats in Nederland hebben en in de bevolkingsregisters zijn opgenomen;

Nadere informatie

In dit besluit wordt verwezen naar de corresponderende nummers uit de inventarislijst, zodat per document duidelijk is wat is besloten.

In dit besluit wordt verwezen naar de corresponderende nummers uit de inventarislijst, zodat per document duidelijk is wat is besloten. In dit besluit wordt verwezen naar de corresponderende nummers uit de inventarislijst, zodat per document duidelijk is wat is besloten. Zienswijzen Er zijn derde belanghebbenden bij de openbaarmaking van

Nadere informatie

Zijne.Excellentie don Minister van Onderwijs, Kunst en en Wetenschappen. .'..s-gravenhaga» leden -ß en 3der 1» O» we t %

Zijne.Excellentie don Minister van Onderwijs, Kunst en en Wetenschappen. .'..s-gravenhaga» leden -ß en 3der 1» O» we t % ONDERWIJSRAAD. * ' r^téfë^ 0 ' : \' ' ' t '' &$ ^* N./128 70. 'S-GRAVENHA^E,*. + /f Maart 1934 Staten laan 125. Bericht op schrijven van fift***e e l' eve bü het antwoord dagteekening 24 AUgUStUS 1933»Nr»

Nadere informatie

Beheerovereenkomst. Extra betaalde werkzaamheden vanouds verricht. De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

Beheerovereenkomst. Extra betaalde werkzaamheden vanouds verricht. De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van: Beheerovereenkomst. Extra betaalde werkzaamheden vanouds verricht. Klager is sinds enige jaren eigenaar van een tweetal panden die voorheen eigendom van klagers vader waren. Beklaagde voert al sinds jaar

Nadere informatie

Het advies van de Commissie Wetenschappelijke Integriteit

Het advies van de Commissie Wetenschappelijke Integriteit LOWI Advies 2015, nr. 10 Advies van het LOWI van 17 september 2015 ten aanzien van een verzoek van, bij het LOWI ingediend op 17 augustus 2015 betreffende het voorlopig besluit van het Bestuur van, inzake

Nadere informatie

17e Jaargang. 16 October Afl. 20.

17e Jaargang. 16 October Afl. 20. 17e Jaargang. 16 October 1930. Afl. 20. Locale Belangen Orgaan van de Vereeniging voor Locale Belangen. Verschijnt den Isten en 16den van elke maand. De Vereeniging is opgericht in 1912 en als rechtspersoon

Nadere informatie

Generale regeling voor de opleiding en vorming van predikanten

Generale regeling voor de opleiding en vorming van predikanten Generale regeling voor de opleiding en vorming van predikanten als bedoeld in ordinantie 13 1 1 Wijziging generale regeling voor de opleiding en vorming van predikanten als bedoeld in ordinantie 13 in

Nadere informatie

VERORDENING SPEELAUTOMATENHALLEN GOOISE MEREN 2016

VERORDENING SPEELAUTOMATENHALLEN GOOISE MEREN 2016 VERORDENING SPEELAUTOMATENHALLEN GOOISE MEREN 2016 De raad van de gemeente Gooise Meren; gelezen het voorstel van 4 januari 2016, nr. RV16.007 gelet op het bepaalde in titel Va van de Wet op de kansspelen,

Nadere informatie

2. Beoordeling. 2.4 Artikel 2.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: de Wabo)

2. Beoordeling. 2.4 Artikel 2.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: de Wabo) LJN: BP4832,Voorzieningenrechter Rechtbank Breda, 11/816 Print uitspraak Datum uitspraak: 16-02-2011 Datum publicatie: 16-02-2011 Rechtsgebied: Bestuursrecht overig Soort procedure: Voorlopige voorziening

Nadere informatie

PROCEDUREREGLEMENT VAN HET VLAAMS DOPINGTRIBUNAAL (Goedgekeurd door de Raad van Bestuur van Vlaams Dopingtribunaal vzw 03.12.09)

PROCEDUREREGLEMENT VAN HET VLAAMS DOPINGTRIBUNAAL (Goedgekeurd door de Raad van Bestuur van Vlaams Dopingtribunaal vzw 03.12.09) Artikel 1. PROCEDUREREGLEMENT VAN HET VLAAMS DOPINGTRIBUNAAL (Goedgekeurd door de Raad van Bestuur van Vlaams Dopingtribunaal vzw 03.12.09) Titel I. De instellingen. Er bestaat een Disciplinaire Commissie

Nadere informatie

Verordening op de bezwaarschriften SNN

Verordening op de bezwaarschriften SNN Verordening op de bezwaarschriften SNN (geconsolideerde versie, geldend vanaf 21-6-2007) Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie provincie Drenthe Officiële naam regeling Verordening op de bezwaarschriften

Nadere informatie

Regeling ambtelijke bijstand aan raadsleden

Regeling ambtelijke bijstand aan raadsleden Gemeente Haarlem Regeling ambtelijke bijstand aan raadsleden Verordening nr. Datum in werking 15 Paragraaf 1 Begripsomschrijvingen Artikel 1 In deze regeling wordt verstaan onder: a. bijstand: het ambtelijke

Nadere informatie

instellingen, maar al is de beteekenis van den invloed dier bijzondere personen groot, na eene periode van belangstelling en enthousiasme voor

instellingen, maar al is de beteekenis van den invloed dier bijzondere personen groot, na eene periode van belangstelling en enthousiasme voor 27 wensch om eene nieuwe regeling te scheppen, maar niet van de gedachte, of men meer voelt voor de openbare school of de bijzondere school of omgekeerd. De Minister CORT VAN DER LINDEN zeide nog in de

Nadere informatie

Het college van burgemeester en wethouders van Moerdijk, in haar vergadering van 26 juli 2005;

Het college van burgemeester en wethouders van Moerdijk, in haar vergadering van 26 juli 2005; Het college van burgemeester en wethouders van Moerdijk, in haar vergadering van 26 juli 2005; gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, de artikelen 1, tweede lid, en 29a, tweede lid, van

Nadere informatie

B&W 7 september 2010 Gemeenteblad

B&W 7 september 2010 Gemeenteblad Jaar: 2010 Nummer: 81 Besluit: B&W 7 september 2010 Gemeenteblad GARAGEREGLEMENT HELMOND 2010 Artikel 1 Begripsbepalingen Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder: Parkeerder: de eigenaar/gebruiker

Nadere informatie

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN Jaargang 2010 GT no. 26 Landsverordening openbaarheid van bestuur 1 Hoofdstuk 1. Definities Artikel 1 In deze landsverordening en de daarop berustende bepalingen wordt

Nadere informatie

Koninkrijksdeel Curaçao. Wetstechnische informatie. Zoek regelingen op overheid.nl

Koninkrijksdeel Curaçao. Wetstechnische informatie. Zoek regelingen op overheid.nl Zoek regelingen op overheid.nl Koninkrijksdeel Curaçao Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl! LANDSVERORDENING van de 27 ste juli 1998 houdende regels, ter uitvoering

Nadere informatie

Volksgezondheidswetgeving GENEESKUNDIGE BEHANDELINGSOVEREENKOMST

Volksgezondheidswetgeving GENEESKUNDIGE BEHANDELINGSOVEREENKOMST GENEESKUNDIGE BEHANDELINGSOVEREENKOMST 13 Geneeskundige behandelingsovereenkomst (P.B. 2000, no. 118) Landsverordening van de 23ste oktober 2000 houdende vaststelling van de tekst van Boek 7 van het Burgerlijk

Nadere informatie

==================================================================== Artikel 1

==================================================================== Artikel 1 Intitulé : Landsverordening grensregeling Citeertitel: Landsverordening grensregeling Vindplaats : AB 1990 no. GT 23 Wijzigingen: Geen Artikel 1 1. Grensregeling wordt onderscheiden in: a. de geïsoleerde

Nadere informatie

OEKRAÏNE BENODIGDE TRANSPORTVERGUNNINGEN. 1. Benodigde transportvergunningen voor Nederlandse vervoerders

OEKRAÏNE BENODIGDE TRANSPORTVERGUNNINGEN. 1. Benodigde transportvergunningen voor Nederlandse vervoerders OEKRAÏNE BENODIGDE TRANSPORTVERGUNNINGEN 1. Benodigde transportvergunningen voor Nederlandse vervoerders - Gewaarmerkte kopie Eurovergunning voor grensoverschrijdend vervoer. - Voor het vervoer naar, van

Nadere informatie

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING Officiële uitgave van gemeenschappelijke regeling Werkplein Hart van West-Brabant. Nr. 111 19 juni 2015 Klachtenregeling Gemeenschappelijke Regeling Intergemeentelijke

Nadere informatie

Gerechtshof te 's-gravenhage negende enkelvoudige belastingkamer 29 maart 2002 Nr. BK-00/01073 UITSPRAAK

Gerechtshof te 's-gravenhage negende enkelvoudige belastingkamer 29 maart 2002 Nr. BK-00/01073 UITSPRAAK Gerechtshof te 's-gravenhage negende enkelvoudige belastingkamer 29 maart 2002 Nr. BK-00/01073 UITSPRAAK op het beroep van de Stichting X te Y tegen de uitspraak van de Inspecteur, het hoofd van de eenheid

Nadere informatie

27 JANUARI 2008. - Koninklijk besluit betreffende <praalwagens>

27 JANUARI 2008. - Koninklijk besluit betreffende <praalwagens> FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER 27 JANUARI 2008. - Koninklijk besluit betreffende VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het ontwerp van koninklijk besluit dat ik de eer heb aan Uwe Majesteit

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1987-1988 Nieuwe bepalingen met betrekkin gemeenten (Gemeentewet) g tot Nieuwe bepalingen met betrekking tot provincies (Provinciewet) ADVIES RAAD VAN STATE

Nadere informatie

Uitspraak geanonimiseerd

Uitspraak geanonimiseerd Uitspraak Geschillencommissie EZa inzake het geschil tussen (Klager) en de stichting Oogheelkundig Centrum Haarlemmermeer De procedure De Geschillencommissie EZa (hierna: de Commissie) heeft op 4 december

Nadere informatie

Instructie voor ambtenaren Bouw- en Woningtoezicht.

Instructie voor ambtenaren Bouw- en Woningtoezicht. CVDR Officiële uitgave van Deventer. Nr. CVDR14362_1 15 maart 2016 Instructie voor ambtenaren Bouw- en Woningtoezicht. HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 In deze instructie wordt verstaan onder:

Nadere informatie

De Hoge Raad der Nederlanden,

De Hoge Raad der Nederlanden, 2 januari 1980. nr. 19.623 DG. De Hoge Raad der Nederlanden, Gezien het beroepschrift in cassatie van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Y B.V. te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof

Nadere informatie

LJN: BX6509, Raad van State, 201201225/1/A1. Datum uitspraak: 05-09-2012 Datum publicatie: 05-09-2012

LJN: BX6509, Raad van State, 201201225/1/A1. Datum uitspraak: 05-09-2012 Datum publicatie: 05-09-2012 LJN: BX6509, Raad van State, 201201225/1/A1 Datum uitspraak: 05-09-2012 Datum publicatie: Rechtsgebied: 05-09-2012 Bestuursrecht overig Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Afwijzing handhavingsverzoek

Nadere informatie

CBE-1142 (030)

CBE-1142 (030) CBE-1142 (030) 253 1745 6 april 2004 beroep A. UITSPRAAK Het College van beroep voor de examens aan de Universiteit Utrecht (hierna: het College) heeft de volgende uitspraak gedaan op het beroep van: A.,

Nadere informatie

OMffiRWIJSRAAD. 'S-GRAVENHAGE, mjttbbjçgassamigqi Stat 125.

OMffiRWIJSRAAD. 'S-GRAVENHAGE, mjttbbjçgassamigqi Stat 125. OMffiRWIJSRAAD. Bericht op schrijven van.,...: i 13. ff ebruari 1930»Nr.436» Af d.h.o» Betreffende: eer-s-toexes.--vo-or de moderne...talen aim de Ri jksuniversi t ei t en# 'S-GRAVENHAGE, mjttbbjçgassamigqi

Nadere informatie

Verordening op de behandeling van klachten Baanbrekers

Verordening op de behandeling van klachten Baanbrekers Verordening op de behandeling van klachten Baanbrekers 1 Inhoudsopgave HOOFDSTUK 1 BEGRIPS- EN ALGEMENE BEPALINGEN... 3 HOOFDSTUK 2 BEHANDELING SCHRIFTELIJKE KLACHTEN... 4 HOOFDSTUK 3 KLACHTENREGISTRATIE

Nadere informatie

Hoofdstuk 9 Awb: Klachtbehandeling

Hoofdstuk 9 Awb: Klachtbehandeling Hoofdstuk 9 Awb: Klachtbehandeling Titel 9.1. Klachtbehandeling door een bestuursorgaan Afdeling 9.1.1. Algemene bepalingen Art. 9:1. 1. Een ieder heeft het recht om over de wijze waarop een bestuursorgaan

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders dd. 4 september 2007 gelet op artikelen 30 eerste lid en 32, tweede lid van de Archiefwet 1995

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders dd. 4 september 2007 gelet op artikelen 30 eerste lid en 32, tweede lid van de Archiefwet 1995 DE RAAD DER GEMEENTE SIMPELVELD; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders dd. 4 september 2007 gelet op artikelen 30 eerste lid en 32, tweede lid van de Archiefwet 1995 B e s l u i t : vast

Nadere informatie

Reglement voor conflictbeslechting AVVN

Reglement voor conflictbeslechting AVVN Reglement voor conflictbeslechting AVVN Artikel 1 Definities In dit reglement hebben de volgende woorden de volgende betekenis: a. AVVN Algemeen Verbond van Volkstuindersverenigingen in Nederland b. AVVN-bestuur

Nadere informatie

No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012

No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012 ... No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012 Bij Kabinetsmissive van 18 juni 2012, no.12.001344, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Veiligheid en Justitie, bij de Afdeling advisering

Nadere informatie

STICHTING GOOISE SCHOLEN FEDERATIE

STICHTING GOOISE SCHOLEN FEDERATIE 1 DOORLOPENDE TEKST van de statuten van de Stichting Gooise Scholen Federatie, zoals deze statuten luiden na de akte van statutenwijziging op 11 december 2018 voor mr. M.S.M. Bosse, notaris te Blaricum

Nadere informatie

Rapport. Onderzoek naar een klacht over het college van burgemeester en wethouders van Heerlen. Datum: 31 augustus 2016 Rapportnummer : 2016/080

Rapport. Onderzoek naar een klacht over het college van burgemeester en wethouders van Heerlen. Datum: 31 augustus 2016 Rapportnummer : 2016/080 Rapport Onderzoek naar een klacht over het college van burgemeester en wethouders van Heerlen. Datum: 31 augustus 2016 Rapportnummer : 2016/080 2 Wat is de klacht? Verzoeker klaagt, mede namens andere

Nadere informatie

Rapport. Datum: 4 maart 2004 Rapportnummer: 2004/073

Rapport. Datum: 4 maart 2004 Rapportnummer: 2004/073 Rapport Datum: 4 maart 2004 Rapportnummer: 2004/073 2 Klacht DE ONDERZOCHTE GEDRAGING Het in strijd met het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht niet informeren van betrokkene over de mogelijkheid

Nadere informatie