ABM. Adviesbureau Marketing & Onderzoek. - Afdeling van P&O zo BVBA

Transcriptie

1

2 ABM Adviesbureau Marketing & Onderzoek - Afdeling van P&O zo BVBA

3 Trends/evoluties over periode van 5-10 jaar Financieel luik Wat komt aan bod? Omzet Verkoopmarge Toegevoegde waarde Rendabiliteit, liquiditeit & solvabiliteit Vermogensverhouding Personeel

4 Wat komt aan bod? Trends/evoluties over periode van 5-10 jaar Organisatie van de sector Oppervlakte Aankoopgroeperingen Groepsstructuur Import & export Commercieel luik Consumentenanalyse Positionering

5 Statistieken afkomstig van Balanscentrale NBB Cijfers met betrekking tot Kleinhandel in meubels en artikelen voor wooninrichting (NACE-BEL2008: +4759*) Bedragen x euro Financieel luik Omzet Gemiddelde omzetrealisatie per onderneming: Volledig Verkort (*) Totaal Volledig Verkort (*) Totaal ,29 (56) 607,08 (567) 3.104,53 (623) ,20 (93) 585,36 (490) 3.919,62 (583) (*) Facultatieve vermelding van de verkorte schema s

6 Financieel luik Omzet Aantal ondernemingen (NBB): Volledig Verkort Totaal Volledig Verkort Totaal Stijging van het aantal ondernemingen met 1,57 % of in totaal 40 ondernemingen

7 Financieel luik Verkoopmarge Q1 Q2 Q3 Globaal Q1 Q2 Q3 Globaal Bruto verkoopmarge 1,5 % 6,2 % 12,2 % 9,3 % -1,3 % 5,1 % 11,1 % 6,0 % Netto verkoopmarge -2,5 % 2,5 % 6,9 % 7,2 % -5,4 % 1,7 % 6,6 % 4,0 % Zowel bruto- als nettoverkoopmarge daalde doorheen de jaren Dit geldt voor elk kwartiel en voor het globale cijfer (Q1 -> 75 % van de ondernemingen)

8 Financieel luik Toegevoegde waarde Toegevoegde waarde = indicator van de economische kwaliteit van de sector Toegevoegde waarde ten opzichte van de omzet daalt doorheen de jaren Evolutie Globaal Globaal Globaal Toegevoegde waarde / Bedrijfsopbrengsten 21,3 % 19,6 % Toegevoegde waarde / Bruto materiële vaste activa 52,4 % 43,2 % Toegevoegde waarde per personeelslid Personeelskosten / Toegevoegde waarde 56,8 % 67,1 % Financiële kosten / Toegevoegde waarde 6,2 % 6,3 %

9 Financieel luik Toegevoegde waarde Stijging van de arbeidsquote (= verhouding tussen personeelskost en toegevoegde waarde) Gevaarlijk indien dit hoger ligt dan 60 % -> Mogelijk gebrek aan efficiënt en effectief werk Evolutie Globaal Globaal Globaal Personeelskosten / Toegevoegde waarde 56,8 % 67,1 % Toegevoegde waarde / Bedrijfsopbrengsten 21,3 % 19,6 % Toegevoegde waarde / Bruto materiële vaste activa 52,4 % 43,2 % Toegevoegde waarde per personeelslid Financiële kosten / Toegevoegde waarde 6,2 % 6,3 %

10 Financieel luik Rendabiliteit Aandeelhouders willen rendement kennen van investering in de onderneming Netto-rendabiliteit van het eigen vermogen (na belastingen): Q1 Q2 Q3 Globaal ,7 % 8,8 % 23,5 % 19,0 % ,0 % 5,3 % 19,9 % 9,6 % Rendabiliteit daalde sterk de afgelopen jaren, en dit met 9,4 %

11 Financieel luik Rendabiliteit Bruto-rendabiliteit totaal activa (voor belastingen en kosten van schulden) -> Hoe goed renderen de investeringen? Q1 Q2 Q3 Globaal ,5 % 10,3 % 18,9 % 16,3 % ,8 % 8,6 % 17,3 % 11,3 % Ook hier stellen we een daling vast van de brutorendabiliteit met 5,0 %

12 Financieel luik Rendabiliteit Netto-rendabiliteit totaal activa (na afschrijvingen en voor belastingen en kosten van schulden) Q1 Q2 Q3 Globaal ,2 % 5,0 % 12,0 % 11,7 % ,1 % 3,7 % 10,5 % 7,3 % Gedaald met 4,4 % over de afgelopen jaren

13 Financieel luik Liquiditeit Liquiditeit = vergelijking tussen ontvangsten en uitgaven In welke mate is de onderneming in staat haar korte termijnschulden af te lossen? Liquiditeit in de ruime zin Q1 Q2 Q3 Globaal ,83 % 1,28 % 2,13 % 1,30 % ,73 % 1,26 % 2,26 % 1,39 % We zien dat dit percentage licht stijgt en zich boven de grenswaarde 1 bevindt Dit is echter niet het geval bij Q1 (75 % van de ondernemingen)

14 Financieel luik Liquiditeit Liquiditeit in de enge zin (zonder de minst liquide middelen in acht genomen; vb. voorraden) Q1 Q2 Q3 Globaal ,20 % 0,54 % 1,20 % 0,65 % ,19 % 0,56 % 1,30 % 0,78 % Ook hier zien we een lichte stijging en komt de waarde uit boven de grenswaarde 0,5 Hier is dit echter niet het geval in Q1 (75 % van de ondernemingen)

15 Financieel luik Rendabiliteit en liquiditeit De rendabiliteit en liquiditeit van de sector blijven beiden positief -> sector globaal gezien in goede gezondheid -> evenwichtig beheer en financiering is aangepast aan de bedrijvigheid -> Waakzaamheid is echter geboden zodat beide ratio s niet verder achteruit lopen en negatief worden!!!

16 Financieel luik Solvabiliteit In welke mate kan de onderneming of de sector aan haar verplichtingen voldoen? In hoeverre is men afhankelijk van schuldeisers? -> Solvabiliteitsratio = Eigen vermogen / Totaal vermogen x 100 %

17 Financieel luik Vermogensverhouding Solvabiliteitsratio meubelsector: Q1 Q2 Q3 Globaal ,6 % 24,8 % 49,8 % 33,9 % ,5 % 24,8 % 53,6 % 38,8 % Gestegen in de afgelopen jaren, met 4,9 % Waarde tussen 25 en 40 is gezond

18 Financieel luik Vermogensverhouding Verhouding cashflow / eigen vermogen -> geeft het rendement op je investering weer Q1 Q2 Q3 Globaal ,6 % 25,5 % 53,5 % 32,6 % ,4 % 19,7 % 50,0 % 19,7 % We zien dat dit sterk achteruitgegaan is (met 12,9 %), doch ruim positief blijft

19 Financieel luik Personeel Gemiddeld aantal werknemers in de meubelsector Evolutie Voltijds ,92 % Deeltijds ,36 % Totaal in VTE ,14 % VTE = Voltijds equivalent Gemiddeld aantal werknemers stijgt in deze periode met 9,14 %!

20 Financieel luik Personeel VTE per functie in de meubelsector Evolutie Directie ,82 % Bedienden ,91 % Arbeiders ,24 % Andere ,75 % We merken vooral de stijgingen op in de categorieën directie en bedienden

21 Gegevens van Fedustria Financieel luik Personeel Personeelsevolutie in de meubelindustrie Hout en meubel (bedienden) Hout en meubel (arbeiders) Totaal Stijging van het aantal bedienden Sterke daling van het aantal arbeiders en het totaal aantal werknemers

22 Organisatie van de sector Oppervlakte Evolutie inzake aantal meubelzaken in Oost- Vlaanderen (gegevens ABM) Evolutie < 500 m² ,7% m² ,0% m² ,8% > 3000 m² ,0% Totaal ,5%

23 Organisatie van de sector Oppervlakte In 2003: In 2013: 16,90 meubelzaken per inwoners in Oost-Vlaanderen 12,73 meubelzaken per inwoners in Oost-Vlaanderen De totale netto-verkoopoppervlakte meubelen in 2013 in Oost-Vlaanderen bedraagt m²

24 Organisatie van de sector Oppervlakte Procentuele verdeling van de meubelzaken in Oost- Vlaanderen naar netto-verkoopoppervlakte (gegevens ABM) Evolutie < 500 m² 31,60 % 59,14 % 187,1% m² 30,74 % 14,52 % 47,2% m² 22,51 % 15,05 % 66,9% > 3000 m² 15,15 % 11,29 % 74,5%

25 Belang van inkoopgroeperingen stijgt als reactie op de concurrentie tussen de ketens Voordelen: Organisatie van de sector Aankoopgroeperingen Bundelen van bestellingen Verlenen van advies en uitwisselen van informatie tussen leden Uitbrengen van gezamenlijke promotiefolder Bevorderen van de bekendheid van de leden bij de consument

26 Organisatie van de sector Aankoopgroeperingen Aankoopgroeperingen -> betere onderhandelingspositie over verkoopvoorwaarden (prijs, leveringstermijn, transportkosten, ) Voorbeelden van aankoopgroeperingen in de meubelmarkt: Classic Collection, Decor, Europa Möbel, Inhaus, Première, Unimeubel,...

27 De meubelsector bestaat uit tal van spelers: Grote spelers <-> kleine spelers Internationale <-> Belgische Één vestiging <-> ketens Organisatie van de sector Groepsstructuur Vb. Ikea, Weba, Heylen, -> elk met verschillende filialen in België -> franchising -> verenigd in aankoopgroepering

28 Organisatie van de sector Import & export Belgische uitvoer van meubelen bedroeg in 2013 drie miljard euro -> een daling met 3,1 % in vergelijking met 2012 De EU (89,0 %) blijft de belangrijkste exportzone; maar daalde met 4,5 % Voornamelijk naar Frankrijk (38,5 %); daling met 3 % Nederland (22,2 %); daling met 8,8 % Duitsland (12,2 %); daling met 8,1 % Verenigd Koninkrijk (4,1 %); daling met 4,4 %

29 Buiten EU: Organisatie van de sector Import & export Rusland forse daling: -17,9 % VS sterke stijging: + 29,9 % Zwitserland: + 6,3 % Import: China belangrijkste leverancier Lichte daling van de invoer

30 Commercieel luik Consumentenanalyse Consumentenvertrouwen Jan 13 -> Dec 13 Forse verbetering!!! Jan 14 -> Okt 14 Sterke terugval!!! Indicator consumentenvertrouwen (NBB) Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December

31 Commercieel luik Consumentenanalyse Relatie tussen consumentenvertrouwen en de meubelbranche Vroeger: significante verbetering van het consumentenvertrouwen -> na 3 maanden toename van het meubelverbruik Tegenwoordig geldt deze regel minder Huidige achteruitgang van het consumentenvertrouwen is slechte zaak

32 Uitgavenevolutie Commercieel luik Consumentenanalyse Circa 75 % van de consumenten wijzigde zijn merkkeuze niet door de crisis Types consumenten Pluk-de-dag-consumenten (circa 30 %, geen invloed van crisis) Consumenten die er warmpjes bij zitten (circa 24 %, behouden uitgavenpatroon) Hoopvolle crisisslachtoffers (circa 28 %, uitgaven beperken) Noodrem-consumenten (circa 18 %, besparen)

33 Commercieel luik Consumentenanalyse Consumentenonderzoek uitgevoerd door C-Change, Burat Research & Strategy, De Persgroep en Prof. Verleye (UGent) Zelfredzaamheid / eigen weg kiezen Zoektocht naar efficiëntie en autonomie Collectieve actie (consumenten samen sterk!) Nieuwe definitie van kwaliteit (do good en feel good)

34 Commercieel luik Consumentenanalyse Consumentenonderzoek uitgevoerd door C-Change, Burat Research & Strategy, De Persgroep en Prof. Verleye (UGent) Nieuwe onderverdeling van de consumenten: Have not jongeren (19%; wonen nog thuis) NextGen jongeren (15 %; innovatief, nieuwe oplossingen) Nieuwe stedelingen (19 %; laag inkomen, besparen) Fixers (15 %; hoger inkomen, efficiëntie, kostreductie) Babyboomers (32 %; optimisten, geld/tijd beschikbaar)

35 Commercieel luik Consumentenanalyse Consumentenonderzoek uitgevoerd door C-Change, Burat Research & Strategy, De Persgroep en Prof. Verleye (UGent) 2014 De nieuwe consument vindt graag zelf oplossingen, groepeert zich en is vooral met het product zelf bezig. Nieuwe spelers grijpen hierop in en bieden nieuwe oplossingen Grote klassieke spelers blijven wat achterop. Ze moeten de eigen creativiteit & innovatie aanspreken en zelf de stap zetten met relevante en duurzame oplossingen

36 Commercieel luik Consumentenanalyse Belangrijkste criteria bij winkelkeuze Wonen (NKVK, 2012) Assortiment 19 % Prijs/kwaliteit verhouding 18 % Prijsniveau 11 % Acties en prijsaanbiedingen 11 % Deskundig personeel 10 %

37 Commercieel luik Consumentenanalyse Studie door OIVO (2012): belangrijkste criteria bij keuze voor non-foodwinkel (meubelzaak): Kwaliteit Prijs Nabijheid Stevigheid Bekwaamheid en vriendelijkheid van het personeel Veiligheid van de materialen

38 Commercieel luik Consumentenanalyse Marketing Belang van folders Website (!): vaak gebruikt om prijzen te vergelijken en het aanbod te verkennen E-commerce Informatieve folders en persoonlijk advies in de winkel blijven het belangrijkst! -> Product voelen, bekijken, testen,

39 Commercieel luik Consumentenanalyse Stijltrends Verbondenheid tussen planten en interieur Duurzaamheid van de materialen is belangrijk Evolutie naar user generated design waarbij eindgebruiker de uiteindelijke vormgeving bepaalt Minder complete sets gekocht; eerder creatie van combinaties van aparte meubelstukken

40 Over het algemeen drie types woondetaillisten (NKVK, 2012): Wooninrichters (breed assortiment, opletten voor branchevervaging) Meubelzaken (deskundig advies en klantvriendelijkheid) Slaapspeciaalzaken Commercieel luik Positionering (deskundig advies en klantvriendelijkheid)

41 Commercieel luik Positionering Keuze tussen positionering als generalist of als specialist Specialist: professionele deskundige uitstraling, klantvriendelijkheid en ervaring Generalist: veel omloop in de winkel, lage marges Belgische meubelzaken worden nog teveel gezien als generalisten!! Nog meer aandacht moet gaan naar gericht advies!

42