Rutte Groep te Amsterdam; Luchtkwaliteit in de omgeving ten gevolge van uitbreiding van de inrichting aan de Santoriniweg 27 te Amsterdam

Transcriptie

1 Rutte Groep te Amsterdam; Luchtkwaliteit in de omgeving ten gevolge van uitbreiding van de inrichting aan de Santoriniweg 27 te Amsterdam Onderdeel van de aanmeldingsnotitie m.e.r.-beoordeling en van een vergunningaanvraag voor het veranderen van de werking van de inrichting krachtens artikel 2.1 van de Wabo Rapportnummer FC RA-3 d.d. 28 april 216

2 Rutte Groep te Amsterdam; Luchtkwaliteit in de omgeving ten gevolge van uitbreiding van de inrichting aan de Santoriniweg 27 te Amsterdam Onderdeel van de aanmeldingsnotitie m.e.r.-beoordeling en van een vergunningaanvraag voor het veranderen van de werking van de inrichting krachtens artikel 2.1 van de Wabo o p d r a c h t g e v e r Rutte Groep te Amsterdam r a p p o r t n u m m e r F C RA-3 d a t u m 2 8 a p ril 216 r e f e r e n t i e P v V / DT r / T v d E / F C RA-3 v e r a n t w o o r d e l i j k e i r. P. P. A. v a n V u g t o p s t e l l e r D. J. T r o o s t e r d. t r o o s t e p e u t z. n l peutz bv, postbus 696, 27 ar zoetermeer, , zoetermeer@peutz.nl, kvk , opdrachten volgens DNR 211, lid NLingenieurs, btw NL B1, ISO-91:28 mook zoetermeer groningen düsseldorf dortmund berlijn leuven parijs lyon FC RA-3 2

3 I n h o u d s o p g a v e 1 I n l e i d i n g e n s a m e n v a t t i n g 4 2 G r e n s w a a r d e n e n w e t t e l i j k e a s p e c t e n W e t m i l i e u b e h e e r M i n i s t e r i ë l e r e g e l i n g B e o o r d e l i n g l u c h t k w a l i t e i t N i e t i n b e t e k e n e n d e m a t e 8 3 U i t g a n g s p u n t e n M e n g i n s t a l l a t i e e n b e d r i j f s v o e r i n g E m i s s i e t e n g e v o l g e v a n o v e r s l a g E m i s s i e s t e n g e v o l g e v a n t r a n s p o r t b e w e g i n g e n 1 4 B e r e k e n i n g e n R e k e n m e t h o d e V e r s p r e i d i n g s b e r e k e n i n g B e s c h o u w d e b e o o r d e l i n g s p o s i t i e s R e k e n r e s u l t a t e n A c h t e r g r o n d c o n c e n t r a t i e s B i j d r a g e n i e u w e a c t i v i t e i t e n B e o o r d e l i n g e n c o n c l u s i e 1 4 Bijlage 1 Bijlage 2 Invoergegevens rekenmodel luchtkwaliteit (Stacks) Rekenresultaten FC RA-3 3

4 1 I n l e i d i n g e n s a m e n v a t t i n g In opdracht van Rutte Groep BV te Amsterdam (hierna te noemen: Rutte) is onderzoek verricht naar de luchtkwaliteit in de omgeving ten gevolge van het uitbreiden van de inrichting aan de Santoriniweg 27 te Amsterdam (Monumentenwerf ). In figuur 1.1 is de ligging van de inrichting in de omgeving weergegeven. f1.1 Ligging van Monumentenwerf in de omgeving, alsmede de beschouwde beoordelingsposities De activiteiten binnen de inrichting worden uitgebreid met: opslaan, overslaan en verwerken van 7. ton bodemassen en 25. ton cement/cementvervangers/vulstoffen/toeslagmaterialen/hulpstoffen; het in werking hebben van een inpandig opgestelde menginstallatie ten behoeve van de productie van een premix, bestaande uit een mengsel van betongranulaat en bovengenoemde stoffen. Dit rapport is onderdeel van de vergunningaanvraag voor het veranderen van de werking van de inrichting krachtens artikel 2.1 van de Wabo. Aangetoond dient te worden dat voldaan wordt aan de gestelde luchtkwaliteitseisen uit de Wet milieubeheer voor betreffende activiteiten. In onderhavig onderzoek is de bijdrage aan de luchtkwaliteit bepaald ten gevolge van de uitbreiding van de activiteiten van de Monumentenwerf. Uit de resultaten blijkt dat de uitbreiding van activiteiten op de Monumentenwerf een dusdanig kleine bijdrage leveren (< 3% van de grenswaarde van PM 1 en NO 2 ) dat er sprake is van een niet in betekenende mate (NIBM) bijdrage zoals gedefinieerd in de Wet milieubeheer. Toetsing van de lokale luchtkwaliteit (na uitbreiding) aan de grenswaarden is in een dergelijk geval niet noodzakelijk. Ter hoogte van het onderzoeksgebied kan voor de overige in de Wet FC RA-3 4

5 milieubeheer opgenomen stoffen zonder verder onderzoek worden geconcludeerd dat wordt voldaan aan de genoemde grenswaarden. Aldus gelden er vanuit het aspect luchtkwaliteit geen beperkingen voor de uitbreiding. FC RA-3 5

6 2 G r e n s w a a r d e n e n w e t t e l i j k e a s p e c t e n 2.1 W e t m i l i e u b e h e e r De belangrijkste wet- en regelgeving voor luchtkwaliteit is vastgelegd in titel 5.2 Luchtkwaliteitseisen van de Wet milieubeheer, ook wel de Wet luchtkwaliteit genoemd. In de Wet luchtkwaliteit en bijlage 2 van de Wet milieubeheer zijn regels en grenswaarden opgenomen voor zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxiden, zwevende deeltjes, lood, koolmonoxide en benzeen. t2.1 Grenswaarden conform Wet milieubeheer, bijlage 2 Stof Type norm Concentratie in μg/m 3 NO 2 Jaargemiddelde 4 Uurgemiddelde dat 18 keer per jaar mag worden overschreden 2 PM 1 Jaargemiddelde 4 Daggemiddelde dat 35 keer per jaar mag worden overschreden 5 PM 2,5 Jaargemiddelde 25 De overige in de Wet milieubeheer opgenomen verbindingen vormen geen probleem meer in Nederland. Deze verbindingen worden dan ook niet nader beschouwd. 2.2 M i n i s t e r i ë l e r e g e l i n g B e o o r d e l i n g l u c h t k w a l i t e i t 2 7 In de Regeling beoordeling luchtkwaliteit 27 (RBL 27) zijn regels vastgelegd voor de wijze van uitvoering van luchtkwaliteitsonderzoeken. De regeling bevat bepalingen over de plaats waar bij wegen of inrichtingen beoordeeld dient te worden. Eén van de belangrijkste onderdelen van de regeling zijn de vastgelegde meetafstanden voor NO 2, PM 1 en PM 2,5. Bij het berekenen van de luchtkwaliteit langs wegen worden de concentraties stikstofdioxide en fijn stof maximaal 1 meter van de wegrand bepaald. Als de rooilijn van bebouwing dichter bij de weg staat dan de hierboven gestelde afstand dient de afstand vanaf de wegrand tot de rooilijn aangehouden te worden. In de Regeling beoordeling luchtkwaliteit 27 is het ''toepasbaarheidsbeginsel'' opgenomen. Dit beginsel geeft aan op welke plaatsen de luchtkwaliteitseisen toegepast moeten worden: de werkingssfeer en de beoordelingssystematiek. Dit is een uitwerking van bijlage III uit de nieuwe Europese Richtlijn luchtkwaliteit (28). De belangrijkste consequenties van het toepasbaarheidsbeginsel zijn: geen beoordeling van de luchtkwaliteit op plaatsen waar het publiek geen toegang heeft en waar geen bewoning is; geen beoordeling van de luchtkwaliteit op bedrijfsterreinen of terreinen van industriële inrichtingen (hier gelden de arbo-regels). Dit omvat mede de (eigen) bedrijfswoning. FC RA-3 6

7 Uitzondering: publiek toegankelijke plaatsen; deze worden wél beoordeeld (hierbij speelt het zogenaamde blootstellingscriterium een rol). Toetsing vindt plaats vanaf de grens van de inrichting of bedrijfsterrein, op een punt dat representatief is voor de luchtkwaliteit in een gebied van (minimaal) 25 bij 25 meter, gelegen langs de grens van het terrein van de inrichting of het bedrijfsterrein; geen beoordeling van de luchtkwaliteit op de rijbaan van wegen, en op de middenberm van wegen, tenzij voetgangers normaliter toegang hebben tot de middenberm. Voor het bepalen van de rekenpunten speelt het blootstellingscriterium een rol. Het blootstellingscriterium houdt in dat de luchtkwaliteit alleen wordt beoordeeld op plaatsen waar een significante blootstelling van mensen plaatsvindt. Het gaat dan om een blootstellingsperiode die in vergelijking met de middelingstijd van de grenswaarde (jaar, etmaal, uur) significant is. In de toelichting bij de RBL 27 is het volgende opgenomen ten aanzien van het blootstellingscriterium. Voor uitwerking van de verplichting tot beoordeling van de luchtkwaliteit daar waar mensen worden blootgesteld gedurende een periode die significant is ten opzichte van de bepaalde middelingstijd kan het volgende worden gehanteerd: S i g n i f i c a n t t e n o p z i c h t e v a n m i d d e l i n g s t i j d v a n e e n j a a r woningen en andere voor wonen bestemde gebouwen en woonboten; kinderopvang, scholen, verzorgings- en bejaardentehuizen; revalidatie instellingen; overige gebouwen als penitentiaire inrichtingen en asielzoekerscentra. S i g n i f i c a n t t e n o p z i c h t e v a n m i d d e l i n g s t i j d v a n e e n e t m a a l tuinen bij woningen; recreatiewoningen en campings; sport- en recreatieterreinen, zwembaden etc.; havens voor recreatievaartuigen. S i g n i f i c a n t t e n o p z i c h t e v a n m i d d e l i n g s t i j d v a n e e n u u r Voor een belangrijk deel gaat het hierbij om weggebonden activiteiten of activiteiten die in het verlengde van gebruik van de weg liggen zoals bijvoorbeeld stations en haltes openbaar vervoer, parkeerterreinen en winkels. Relevant in dit kader zijn ook voetpaden, trottoirs en fietspaden. Echter, binnen 1 meter van de wegrand is ingevolge de RBL 27 toetsing niet aan de orde. Op de rijbaan van wegen wordt evenmin getoetst. FC RA-3 7

8 In de RBL 27 is opgenomen de manier waarop het aantal dagen bepaald wordt dat de PM 1 concentratie een daggemiddelde waarde van 5 µg/m 3 overschrijdt. Dit dient voor inrichtingen te gebeuren door directe telling van het gemiddelde aantal overschrijdingsdagen per jaar in een verspreidingsberekening, waarbij gebruik wordt gemaakt van een tienjarige meteorologische database. Indien er sprake is van een verkeersaantrekkende werking dient het aantal verspreidingsdagen dat hier het gevolg van is ook berekend te worden op basis van berekende concentratiebijdragen en een in de wijziging gegeven relatie. De som van beide berekeningen geeft het totale aantal overschrijdingsdagen dat getoetst dient te worden aan de grenswaarde van 35 overschrijdingen per jaar, zoals weergegeven in tabel N i e t i n b e t e k e n e n d e m a t e Onderdeel van de Wet milieubeheer is het begrip niet in betekenende mate. Indien een nieuw initiatief in niet-betekenende mate bijdraagt kan toetsing aan de wettelijke grenswaarden achterwege blijven. Conform het 'Besluit niet in betekenende mate bijdragen' (Besluit NIBM) en de ministeriële regeling (Regeling NIBM), is het begrip NIBM als 3% van de grenswaarde voor PM 1, PM 2,5 en NO 2 gedefinieerd. FC RA-3 8

9 3 U i t g a n g s p u n t e n 3.1 M e n g i n s t a l l a t i e e n b e d r i j f s v o e r i n g Rutte is voornemens de activiteiten binnen op de Monumentenwerf inpandig uit te breiden en de bedrijfsvoering gedeeltelijk te veranderen. De uitbreiding betreft het mengen van de volgende stoffen (per jaar) tot een zogenaamde 'Premix': 7. ton betongranulaat; 7. ton AEC-bodemassen; 25. ton cement/binders. De totale productie Premix per jaar bedraagt daarmee 165. ton. Nieuw onderdeel op de Monumentenwerf is het mengen van voornoemde stoffen en de open overslag van AEC-bodemassen en cement/binders. Het breken van betonpuin (tot betongranulaat) en de op- en overslag vormt reeds onderdeel van de vergunde situatie. Bij de nieuwe activiteiten zal een inpandig 1 te plaatsen menginstallatie in gebruik worden genomen (zie figuur 3.1). Deze is voorzien van: Menger met vulunit ten behoeve van beladen vrachtwagen; Twee silo's voor cement en binders; Een transportbandensysteem voor de aanvoer van betongranulaat en bodemassen naar de menger; De op- en overslag van AEC-bodemassen en cement/binders en het transport naar de menginstallatie vindt volledig inpandig plaats. De menginstallatie staat volledig inpandig opgesteld. f3.1 Menginstallatie (bron afbeelding: BHS Sonthofen) 1 Vanwege de complexiteit van de emissieberekening bij een inpandige opstelling is bij de berekening is uitgegaan van opstelling in de open lucht, hierdoor worden de rekenresultaten van de werkelijke emissie naar de omgeving wellicht overschat. FC RA-3 9

10 De menginstallatie zal worden aangesloten op een vast stroompunt. De bij deze activiteit behorende emissies vanuit de inrichting ten gevolge van een (diesel)aggregaat zijn aldus niet aan de orde. Verder zal de installatie gedurende 8 uur per dag, 26 dagen per jaar in bedrijf zijn. 3.2 E m i s s i e t e n g e v o l g e v a n o v e r s l a g Bij de handling van de stoffen vindt stofemissie plaats (PM 1 ). Voor het bepalen van de emissie is het mengproces opgedeeld in een aantal stappen waarin de stoffen gemanipuleerd worden. De eerste stap is bij aankomst van de grondstoffen per vrachtwagen. Wanneer de vrachtwagen de stoffen in het stortvak lost zal stofemissie plaatsvinden. De tweede manipulatie vindt plaats bij het door een shovel deponeren van grondstoffen via en vultrechter op de transportband, waarna het vervolgens via het transportbandensysteem uiteindelijk bij de menger uitkomt, dit is de derde manipulatie. De laatste vindt plaats bij het storten van de Premix in de vrachtwagen. Resumerend vinden de volgende (voor stofemissie relevante) manipulaties plaats: Vrachtwagen (shovel) stortvak; Vultrechter transportband; Transportband menger; Menger vrachtwagen. Betongranulaat wordt binnen de inrichting geproduceerd (komt dus niet van buiten de inrichting in die vorm) en is reeds als activiteit onderdeel van de vigerende vergunde situatie. Voor betongranulaat geldt dat de eerste manipulatie dus door een shovel wordt gedaan. Immers van de (vergunde) opslag betongranulaat (op verschillende bergen/compartimenten op het terrein afhankelijk van de korrelgrootte) gaat het bij het stortvak voor het mengproces. Voor de berekening van de emissie ten gevolge van de manipulaties is aansluiting gezocht bij de database emissiefactoren zoals opgenomen in de NTA 829. Hierin is een emissiefactor voor de handling bulkgoederen opgenomen van,5 gram PM 1 per ton. In totaal zal 14. ton aan stoffen (betongranulaat en bodemassen) per jaar via de transportbanden worden aangevoerd naar de menger. Dit komt neer op een PM 1 -emissie van,5 g x 14. t x 4 manipulaties = 21 kg PM 1 /jaar. Uitgaande van een bedrijfstijd van 8 uur per dag en 26 werkdagen per jaar is de emissievracht,1 kg PM 1 /uur. 3.3 E m i s s i e s t e n g e v o l g e v a n t r a n s p o r t b e w e g i n g e n De grondstoffen worden (behoudens het betongranulaat) van buitenaf aangevoerd middels vrachtwagens. Circa viermaal per dag zal een silowagen de silo's van de menginstallatie bijvullen met cement/binders. De bodemassen worden middels circa 11 vrachtwagens per dag aangevoerd en zullen in de hal worden gelost in de aanwezige stortvakken. De afvoer van het eindproduct (Premix) vindt plaats middels 25 vrachtwagens per dag. De vrachtwagens leggen over het terrein een afstand af van circa 215 m. In figuur 3.2 is de route van de vrachtwagens afgebeeld. FC RA-3 1

11 f3.2 Route vrachtwagens over het terrein Voor de emissiefactoren is gebruik gemaakt van het document 'Emissiefactoren wegverkeer voor niet-snelwegen' d.d. 15 maart 215. In onderstaande tabel zijn de emissies ten gevolge van het vrachtverkeer berekend aan de hand van de in het voornoemde document gehanteerde emissiefactoren voor zwaar wegverkeer in de situatie 'stagnerend'. t3.1 Gehanteerde emissies voor zwaar wegverkeer (rekenjaar 216) Stof Emissiefactor (g/km) Afstand (km) Aantal bewegingen per jaar Jaaremissie (kg) Emissievracht (kg/uur) * NO X 12,89 28,81 1,4 x 1-2 PM 1 PM 2,5,73,215 14,54 2,6 x 1-4,24,32 1,6 x 1-4 Verder wordt bij de activiteiten een shovel ingezet. De inzet van een shovel vormt onderdeel van de reeds vergunde activiteiten op het terrein. Tevens zal een viertal silowagens elke werkdag de silo's bijvullen. Hierbij zal de motor van de vrachtwagen verhoogd stationair draaien vanwege het in bedrijf zijn van de bij het overslagproces horende compressor op de vrachtwagen. Elke silowagen zal circa 45 minuten lossen. Totaal zal dus 3 uur per dag emissie hieruit plaatsvinden. De emissie kan op basis van het vermogen en de emissie volgens de Euro III-norm voor zwaar vervoer dieselmotoren worden bepaald (5 gram NOx per kwh en,13 gram PM1 per kwh, zie Richtlijn 1999/96/EC). De motor levert een vermogen van 25 kw. Dit betekent voor de emissies NO X en PM 1 het volgende: 5 gram x 25 kw = 1.25 gram NO X per uur = 1,25 kg NO X /uur,13 gram x 3 kw = 32,5 gram PM 1 per uur =,325 kg PM 1 /uur Voor de emissie PM 2,5 is een fractie van 1% van PM 1 aangehouden. * op basis van 8 uur per dag, 26 dagen per jaar FC RA-3 11

12 4 B e r e k e n i n g e n 4.1 R e k e n m e t h o d e Ve r s p r e i d i n g s b e r e k e n i n g De verspreidingsberekeningen zijn gebaseerd op het Nieuw Nationaal Model en uitgevoerd met de STACKS implementatie Geomilieu versie V3.11. Met dit model kunnen de concentraties fijn stof (PM 1 en PM 2,5 ) en stikstofdioxide (NO 2 ) worden berekend. De concentraties van andere stoffen zijn niet berekend, omdat de concentraties van deze stoffen in Nederland zodanig laag zijn dat mag worden aangenomen dat aan de grenswaarden wordt voldaan. In het model is gebruik gemaakt van de volgende aannamen c.q. gegevens: de brongegevens per afzonderlijke bron (bedrijfsduur, emissie in kg/s, locatie en de hoogte); voor de afgasstroom geldt dat 5% van de NO x -fractie uit NO 2 bestaat; voor de terreinruwheid van de omgeving is gebruik gemaakt van PreSRM versie (geïmplementeerd in Geomilieu); voor de meteogegevens is gerekend over de periode B e s c h o u w d e b e o o r d e l i n g s p o s i t i e s Aan de hand van het toepasbaarheidsbeginsel zoals opgenomen in gewijzigde RBL 27 is een zestal beoordelingsposities op basis van de bestemmingen in het bestemmingsplan bepaald. Dit is in figuur 4.1 weergegeven. f4.1 Beoordelingsposities op basis van bestemming en toepasbaarheidsbeginsel RBL 27 FC RA-3 12

13 De invoergegevens van het rekenmodel zijn opgenomen in bijlage R e k e n r e s u l t a t e n A c h t e r g r o n d c o n c e n t ra t i e s In tabel 4.1 zijn de achtergrondconcentraties opgenomen ter hoogte van de beschouwde beoordelingsposities. De achtergrondconcentraties zijn afkomstig uit de GCN-kaart en verkregen via Geomilieu versie Het gehanteerde rekenjaar is 216. t4.1 Achtergrondconcentraties ter hoogte van de beschouwde beoordelingsposities Positie (figuur 4.1) Jaargemiddelde concentratie µg/m 3 (216) Aantal malen overschrijding per jaar NO 2 PM 1 PM 2,5 NO 2 (uurgemiddeld) 16,9 21,5 13,1 18,5 21,6 12,9 18,5 21,4 12,8 2,4 21,7 12,8 2,9 22, ,1 29,3 14,2 PM 1 (daggemiddeld) B i j d r a g e n i e u w e a c t i v i t e i t e n In tabel 4.2 is een overzicht gegeven van de optredende concentraties NO 2, PM 1 en PM 2,5 in 216. Tussen haakjes is de bijdrage van de nieuwe activiteiten gegeven. Toetsing van het resultaat vindt plaats aan de grenswaarde (zie tabel 2.1) en aan het criterium 'niet in betekenende mate' (3% van de grenswaarde). Indien sprake is van een overschrijding is het resultaat vet weergegeven. De rekenresultaten zijn tevens in bijlage 2 gegeven. t4.2 Optredende concentraties in 216 voor de stoffen NO 2, PM 1 en PM 2,5 Positie (zie figuur 4.1) Jaargemiddelde concentratie µg/m 3 (216) Aantal malen overschrijding per jaar NO 2 PM 1 PM 2,5 NO 2 (uurgemiddeld) PM 1 (daggemiddeld) 1 16,9 (,6) 21,5 (,) 13,1 (,1) ,5 (,1) 21,6 (,1) 12,9 (,1) ,5 (,11) 21,4 (,) 12,8 (,1) 9 4 2,4 (,4) 21,7 (,) 12,8 (,) 1 5 2,9 (,2) 22,4 (,) 13, (,) ,1 (,3) 29,3 (,) 14,2 (,) 28 FC RA-3 13

14 5 B e o o r d e l i n g e n c o n c l u s i e Uit de resultaten van het onderzoek volgt dat de berekende concentraties NO 2, PM 1, PM 2,5 ter hoogte van de beschouwde beoordelingsposities ten gevolge van de nieuwe activiteiten met betrekking tot de verandering in de bedrijfsvoering en de activiteiten ten aanzien van de menginstallatie in niet-betekenende bijdragen (NIBM) aan de achtergrondconcentraties. Daarmee zijn de nieuwe activiteiten inpasbaar en vergunbaar. In de situatie na uitbreiding is geen sprake van overschrijding van grenswaarden. Dit rapport bevat 14 pagina's. Bijlage 1 bevat 4 pagina's en 1 figuur. Bijlage 2 bevat 4 pagina's. Zoetermeer, FC RA-3 14

15 B i j l a g e 1 I n v o e r g e g e v e n s r e k e n m o d e l l u c h t k w a l i t e i t ( S t a c k s ) FC RA

16 Oppervlaktebronnen Model: Groep: FC luchtkwaliteit - uitbreiding menginstallatie (hoofdgroep) Lijst van Oppervlaktebronnen, voor rekenmethode Luchtkwaliteit - STACKS Naam Omschr. Hoogte Emis NOx Emis PM1 Emis SO2 Emis Benz Emis BaP Emis CO Emis Pb Emis PM2.5 Emis EC %NO2 Bedr. uren 1 manipulatie grondstoffen 4,,,3739,,,,,,561, 5, 28, Geomilieu V :18:11 FC RA-3 1.2

17 Schoorstenen Model: Groep: FC luchtkwaliteit - uitbreiding menginstallatie (hoofdgroep) Lijst van Schoorstenen, voor rekenmethode Luchtkwaliteit - STACKS Naam Omschr. X Y Hoogte Int.diam. Ext.diam. Emis NOx %NO2 Emis PM1 Emis PM2.5 Flux Gas temp Warmte Bedr. uren 2 vrw stationair (compressor) 11493, ,4 1,5,2,3, ,,93,93,1 4,,2 78, 3 vrachtwagens 11415, ,5 1,5,2,3,96 5,,2,1,1 4,,2 28, 4 vrachtwagens 1141, ,27 1,5,2,3,96 5,,2,1,1 4,,2 28, 5 vrachtwagens 1141, ,65 1,5,2,3,96 5,,2,1,1 4,,2 28, 6 vrachtwagens , ,79 1,5,2,3,96 5,,2,1,1 4,,2 28, Geomilieu V :39: FC RA-3 1.3

18 Toetspunten Model: Groep: FC luchtkwaliteit - uitbreiding menginstallatie (hoofdgroep) Lijst van Rekenpunten, voor rekenmethode Luchtkwaliteit - STACKS Naam Omschr. X Y , , , , , , , , , , , ,4 Geomilieu V :39:37 FC RA-3 1.4

19 FC RA-3 1.5

20 B i j l a g e 2 R e k e n r e s u l t a t e n FC RA

21 Rekenresultaten Rapport: Resultatentabel Model: FC luchtkwaliteit - uitbreiding menginstallatie Resultaten voor model: FC luchtkwaliteit - uitbreiding menginstallatie Stof: NO2 - Stikstofdioxide Referentiejaar: 216 Naam Omschrijving X coördinaat Y coördinaat NO2 Concentratie [µg/m³] NO2 Achtergrond [µg/m³] NO2 Bronbijdrage [µg/m³] NO2 # Overschreidingen uur limiet [-] , ,62 16,933 16,927, , ,1 18,537 18,527, , ,29 18,47 18,459, , ,24 2,424 2,42, , ,35 2,882 2,88, , ,4 21,139 21,136,3 Geomilieu V :41:1 FC RA-3 2.2

22 Rekenresultaten Rapport: Resultatentabel Model: FC luchtkwaliteit - uitbreiding menginstallatie Resultaten voor model: FC luchtkwaliteit - uitbreiding menginstallatie Stof: PM1 - Fijnstof Zeezoutcorrectie: Nee Referentiejaar: 216 Naam Omschrijving X coördinaat Y coördinaat PM1 Concentratie [µg/m³] PM1 Achtergrond [µg/m³] PM1 Bronbijdrage [µg/m³] PM1 # Overschreidingen 24 uur limiet [-] , ,62 21,5 21,5, , ,1 21,64 21,63, , ,29 21,41 21,41, , ,24 21,71 21,71, , ,35 22,43 22,43, , ,4 29,25 29,25, 28 Geomilieu V :41:21 FC RA-3 2.3

23 Rekenresultaten Rapport: Resultatentabel Model: FC luchtkwaliteit - uitbreiding menginstallatie Resultaten voor model: FC luchtkwaliteit - uitbreiding menginstallatie Stof: PM2.5 - Zeer fijnstof Referentiejaar: 216 Naam Omschrijving X coördinaat Y coördinaat PM2.5 Concentratie [µg/m³] PM2.5 Achtergrond [µg/m³] PM2.5 Bronbijdrage [µg/m³] , ,62 13,55 13,54, , ,1 12,89 12,889, , ,29 12,754 12,753, , ,24 12,761 12,761, , ,35 12,997 12,997, , ,4 14,165 14,165, Geomilieu V :41:31 FC RA-3 2.4