De locatie van het te realiseren crematorium binnen Begraafplaats Rijnhof wordt weergegeven in figuur 2.1.

Transcriptie

1 Kenmerk R KMS-sbb-V01-NL KMS 2 De gemeente Woerden is bezig met het opstellen van een nieuw bestemmingsplan voor begraafplaats Rijnhof. Daarmee wordt het vestigen van een crematorium mogelijk maken. In dit hoofdstuk worden de relevante bronnen voor luchtkwaliteit beschreven en wordt de ligging van het plangebied weergegeven. 2.1 Omschrijving Het crematorium bestaat uit een of meerdere gebouwen met buitenruimte waar nabestaanden afscheid nemen van de overledene en waar de overledene wordt gecremeerd. Dit betekent dat in ieder geval een aula, condoleanceruimte, keuken, urnenwinkel, ovenruimte en technische ruimten nodig zijn. Deze basisvoorzieningen kunnen worden uitgebreid met opbaarruimtes (rouwkamers) en een koeling. Onderstaand worden de bronnen weergegeven met voor luchtkwaliteit relevante emissies: Verkeer van en naar het crematorium en op het terrein (parkeerplaatsen) Crematieoven 2.2 Ligging De locatie van het te realiseren crematorium binnen Begraafplaats Rijnhof wordt weergegeven in figuur 2.1. Figuur 2.1 Ligging crematorium (grijs vlak: mogelijke afmetingen gebouw, doorzichtig vlak: bouwvlak) 10\24 Luchtkwaliteitsonderzoek crematorium Woerden

2 Kenmerk R KMS-sbb-V01-NL KMS 3 In dit hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van de verwachte emissies ten gevolge van activiteiten die relevant zijn vanuit het oogpunt van luchtkwaliteit. Het gaat om emissies van NOX, kwik en fijn stof (PM10 en PM2,5) die plaatsvinden ten gevolge van de crematieoven en ten gevolge van verkeersaantrekkende werking van bezoekers, personeel en toeleveranciers. 3.1 Crematieoven Jaarlijks zullen circa 500 crematies op locatie plaatsvinden. In dit onderzoek wordt uitgegaan van het worst case scenario voor kleinschalige crematoria: maximaal 600 crematies per jaar. Ten behoeve van het bepaworst case aangehouden dat het crematorium gedurende 12 maanden per jaar, zes dagen per week tussen 9:00 en 19:00 uur in bedrijf kan zijn. Op jaarbasis kan zodoende maximaal gedurende 3120 uur emissie plaatsvinden ten gevolge van het verstoken van gas. Bij het verstoken van aardgas ontstaan de voor luchtkwaliteit relevante emissies van NOX en fijn stof. Tevens wordt kwik geëmitteerd tijdens de crematie. De emissie zal plaatsvinden vanuit een emissiehoogte van circa zes meter NOX De NOX-emissie ten gevolge van de oven wordt ingeschat door uit te gaan van een rookgasdebiet van 2000 Nm 3 /uur 1. Om de emissies in te schatten, is aangesloten bij het Activiteitenbesluit. In afdeling 2.3 lucht en geur worden in artikel 2.5 grensmassastromen en emissiegrenswaarden gegeven voor NOX. Aanvullend daarop is het voorschrift gegeven dat de oven voorzien moet zijn van een low NOX-brander (bron: Infomil, Luchtvoorschriften voor menselijke crematoria). Derhalve wordt de NOX-emissievracht berekend met de concentratie van 70 mg/nm 3. Uitgaande van deze gegevens en de bedrijfsduur van 3120 uur/jaar, wordt op jaarbasis 436,8 kilogram NOX geëmitteerd Stof In artikel 4.118a van het Activiteitenbesluit staat een emissiegrenswaarde voor stof voor dierlijke crematoria. De emissiegrenswaarde voor menselijke crematoria ontbreekt daarbij. Om toch de emissievracht van stof in te schatten, wordt gerekend met de algemene emissie-eisen uit artikel 2.5 uit afdeling 2.3 lucht en geur van het Activiteitenbesluit. De emissiegrenswaarde voor stof is maximaal 5 mg/nm 3 g/uur en 20 mg/nm 3 bij een grensmassastroom < 200 g/uur. 1 Tauw expertise, gebaseerd op uitgevoerde onderzoeken ten behoeve van crematoria Luchtkwaliteitsonderzoek crematorium Woerden 11\24

3 Kenmerk R KMS-sbb-V01-NL KMS Bij het rookgasdebiet van 2000 Nm 3 /uur en 20 mg/nm 3 zal de stofvracht 40 g/uur bedragen. Uitgaande van deze gegevens en de bedrijfsduur van 3120 uur/jaar wordt op jaarbasis 124,8 kilogram stof geëmitteerd Kwik Bij crematieprocessen kan kwikemissie vrijkomen door de kwik in amalgaamvullingen. Het Activiteitenbesluit stelt daarom een emissiegrenswaarde voor kwik en kwikverbindingen (artikel 4.119). De emissiegrenswaarde van kwik en kwikverbindingen is maximaal 0,05 mg/nm 3 bij een massastroom groter of gelijk aan 0,25 gram/uur. Bij het rookgasdebiet van 2000 Nm 3 /uur en 0,05 mg/nm 3 bedraagt de massastroom 0,1 gram/uur. Omdat de berekende massastroom van 0,1 gram/uur lager is dan de grensmassastroom (< 0,25 gram/uur) geldt de emissie-eis van 0,05 mg/nm 3 niet en wordt in de verspreidingsberekeningen gerekend met de grensmassastroom van 0,25 gram/uur. Uitgaande van deze gegevens en de bedrijfsduur van 3120 uur/jaar, wordt op jaarbasis 0,78 kilogram kwik geëmitteerd. 3.2 Verkeersaantrekkende werking Het crematorium zal zorgen voor een verkeersaantrekkende werking. De uitgangspunten worden verkregen uit de rapportage verkennend onderzoek ten behoeve van Crematorium Woerden, uitgevoerd door de gemeente Woerden (september 2015). De verkeersaantrekkende werking is hierin berekend op basis van CROW-kentallen. Een kleinschalig crematorium heeft maximaal 600 crematies per jaar. Dit betekent gemiddeld twee crematies per dag. In een crematorium kunnen ook condoleances georganiseerd worden. Het aantal bezoekers bij een begrafenis/crematie is gemiddeld 60 personen. Omdat mensen vaak uitgegaan van twee crematies per dag en een condoleance en daarnaast enkele losse bezoekers, leidt dit tot 200 motorvoertuigbewegingen extra per dag over Geestdorp ten gevolge van bezoekers, personeel en toeleveranciers. De verwachting is dat de meeste verkeersbewegingen richting westen zijn: 75 %. Hier ligt ook de kern van Woerden. De 12\24 Luchtkwaliteitsonderzoek crematorium Woerden

4 Kenmerk R KMS-sbb-V01-NL KMS Gehanteerde rekenmodel De berekeningen zijn uitgevoerd met Geomilieu 3.10 (goedgekeurd voor berekeningen conform standaardrekenmethode 1, 2 en 3 uit de Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007). 4.2 Beschouwde componenten De berekeningen zijn uitgevoerd voor de componenten fijn stof (PM10 en PM2,5) en NO2. Dit zijn voorgenomen ontwikkeling. De in paragraaf berekende emissie van stof (totaal PM) wordt gehanteerd als de emissievracht ten behoeve van de PM10 en PM2,5 modellering. PM10 en PM2,5 zijn beide kleinere fracties uit het totaal stof. Door de emissievracht voor totaal stof te hanteren worden worst case concentraties voor PM10 en PM2,5 berekend. Daarnaast zal ook de verspreiding van kwik inzichtelijk gemaakt worden. Omdat kwik niet als stof is voorgedefinieërd in Geomilieu wordt de verspreiding van kwik gemodelleerd door uit te gaan van fijn stof (PM10). Het kwik dat vrijkomt bij verbrandingsprocessen is gebonden aan fijn stof. 4.3 Uitgangspunten bronnen Er is voor de crematieoven gerekend met 5 % directe NO2-emissie uit de NOX-vracht. Voor de crematieoven is geen warmte-inhoud aan het rookgas toegekend, zodat het effect van thermische pluimstijging genegeerd wordt. Normaliter treedt thermische pluimstijging op wanneer de ontsnappende gassen warmer zijn dan de omgevende lucht wat resulteert in een betere verspreiding van de concentraties in de atmosfeer. Het negeren is worst case omdat nabij de bron hogere concentraties berekend zullen worden. De schoorsteenparameters zijn zo gekozen zodat een afgassnelheid van 3 m/s ontstaat (Tauw expertise). De gebouwhoogte van het gebouw waarop de schoorsteen zich zal bevinden zal circa 4 à 5 meter hoog zijn. Met een schoorsteenhoogte van circa één meter vanaf het dakniveau, wordt de schoorsteenhoogte in de modellering ingesteld op zes meter. De ligging van het gebouw is gemodelleerd binnen het bouwvlak zoals weergegeven in figuur 2.1. De gebouwafmetingen zijn eveneens gebaseerd op de afmetingen in figuur 2.1. De positie van het gebouw is zo gekozen zodat, rekening houdend met de gebouwinvloed, de hoogste concentraties verwacht worden. ten behoeve van bezoekers, personeel en toeleveranciers worden gemodelleerd door middel van lijnbronnen op het terrein en buiten het terrein (indirecte emissies). De rijsnelheid voor verkeer op Geestdorp bedraagt 60 km/uur. Voor de modellering in Geomilieu wordt gerekend met een rijsnelheid van gemiddeld 44 km/uur, overeenkomend met de emissiefactoren voor een buitenweg. Luchtkwaliteitsonderzoek crematorium Woerden 13\24

5 Kenmerk R KMS-sbb-V01-NL KMS Vanaf de oprit naar begraafplaats Rijnhof wordt gerekend met een gemiddelde snelheid van 13 km/uur, passend bij emissiefactoren voor stagnerend verkeer. De emissiefactoren zoals opgenomen in Geomilieu zijn tevens de emissiefactoren welke zijn bepaald door het RIVM in opdracht van het ministerie van I&M en zijn vrijgegeven in maart De invoer van deze parameters wordt weergegeven in bijlagen 2 en Uitgangspunten modellering Over de modellering merken we het volgende op: De berekeningen zijn uitgevoerd met meerjarige meteorologische gegevens ( ) De terreinruwheid is bepaald op basis van de PreSRM-module welke in Geomilieu is opgenomen en bedraagt 0,38 meter De berekeningen voor de stoffen NO2 en fijn stof zijn uitgevoerd voor het rekenjaar 2016 Er is gerekend met gebouwinvloed In Geomilieu dient de emissievracht ingevoerd te worden in kilogram per seconde. Bij de lage emissievracht van kwik van 0,25 gram/uur levert dit de zeer lage invoerwaarde van 6,94x10-8 kg/s en zal dit tevens lage resultaten opleveren. Derhalve is de emissie vermenigvuldigd met de factor Op deze manier kunnen immissieconcentraties (contouren) afgelezen worden in de eenheid nanogram per kubieke meter in plaats van de reguliere eenheid microgram per kubieke meter In figuur 4.1 zijn de rekenparameters opgenomen. In bijlage 2 is een plattegrond van de inrichting opgenomen en wordt een afdruk van het model weergegeven. In bijlage 3 zijn de modelitems opgenomen. 14\24 Luchtkwaliteitsonderzoek crematorium Woerden

6 Kenmerk R KMS-sbb-V01-NL KMS Figuur 4.1 Rekenparameters model ten gevolge van bronbijdrageberekening 4.5 Beoordelingswijze de Wet milieubeheer). In bijlage 1 is een beschrijving opgenomen van het wettelijk kader. Er is onderzocht of de som van de achtergrondconcentratie en de bijdrage van het crematorium op de relevante beoordelingspunten voldoet aan de grenswaarden. Uit de Wet luchtkwaliteit (artikel 5.16) volgt dat een milieuvergunning vanuit het oogpunt van luchtkwaliteit verleend kan worden, indien aangetoond is dat in ieder geval aan één van de volgende voorwaarden wordt voldaan: Er worden geen grenswaarden voor de luchtkwaliteit overschreden (lid 1a) De luchtkwaliteit verslechtert niet door de voorgenomen activiteit, of er vindt per saldo een verbetering van de luchtkwaliteit plaats (lid 1b) De voorgenomen ontwikkeling draagt niet in betekenende mate bij aan de luchtverontreiniging (lid 1c) De voorgenomen ontwikkeling is opgenomen in het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (lid 1d) Luchtkwaliteitsonderzoek crematorium Woerden 15\24

7 Kenmerk R KMS-sbb-V01-NL KMS In tabel 4.1 zijn de relevante grenswaarden opgenomen. Tabel 4.1 Grenswaarde uit de Wet luchtkwaliteit Stof Criterium Grenswaarde NO 2 Jaargemiddelde concentratie 40 µg/m3 Aantal overschrijdingen van uurgemiddelde grenswaarde van 200 µg/m 3 18 keer per jaar PM 10 Jaargemiddelde concentratie 40 µg/m 3 Aantal overschrijdingen van daggemiddelde grenswaarde van 50 µg/m 3 35 keer per jaar PM 2,5 Jaargemiddelde concentratie 25 µg/m 3 Een aantal specifieke locaties is uitgezonderd voor het beoordelen van de luchtkwaliteit (het toepasbaarheidsbeginsel, artikel 5.19 lid 2b van de Wm): Locaties die zich bevinden in gebieden waartoe leden van het publiek geen toegang hebben en waar geen vaste bewoning is Op bedrijfsterreinen of terreinen van industriële inrichtingen waar Arbo-regels gelden Op rijbanen van wegen en op de middenberm van wegen, tenzij voetgangers toegang hebben tot de middenberm Voor de toetsing aan de luchtkwaliteitseisen zijn toetspunten opgenomen langs op- en afritten naar de begraafplaats en langs Geestdorp. Conform de Regeling Beoordeling Luchtkwaliteit dient gerekend te worden op maximaal tien meter vanaf de wegrand. Voor de toetspunten langs voorgenoemde wegen is doorgaans dichterbij gerekend. De bermen, waar mensen kunnen verblijven, zijn ondiep. Achter de berm kan zich een sloot bevinden of geen toegankelijke locatie zijn voor voetgangers. Er is niet gerekend op andere gevoelige locaties, waaronder woningen. De woningen zijn op een grotere afstand gelegen dan de ligging van de gekozen toetspunten nabij de omliggende wegen. Op grotere afstand is te verwachten dat de bronbijdrage van het crematorium lager is. In bijlage 2 worden deze toetspunten weergegeven. 16\24 Luchtkwaliteitsonderzoek crematorium Woerden

8 Kenmerk R KMS-sbb-V01-NL KMS 5 In dit hoofdstuk worden de rekenresultaten weergegeven. Voor de voor luchtkwaliteit relevante stoffen NO2, PM10 en PM2,5 wordt de bijdrage van het crematorium in contouren weergegeven. Tevens wordt de totale concentratie op het maximale toetspunt gepresenteerd. De totale concentratie bestaat uit de achtergrondconcentratie (uit de GCN: Grootschalige Concentratiekaarten Nederland) gesommeerd met de bijdrage van het crematorium. 5.1 Resultaten NO 2 Figuur 5.1 geeft de jaargemiddelde bronbijdrage NO2 weer ten gevolge van het crematorium voor het rekenjaar Figuur 5.1 Bijdrage inrichting aan jaargemiddelde concentratie NO 2 (µg/m 3 ) Luchtkwaliteitsonderzoek crematorium Woerden 17\24

9 Kenmerk R KMS-sbb-V01-NL KMS Naast een contourberekening worden de concentraties op toetspunten langs op- en afritten en Geestdorp inzichtelijk gemaakt. In tabel 5.1 worden de resultaten weergegeven van de locatie met de maximaal berekende totale concentratie (achtergrondconcentratie plus de bijdrage van het crematorium). De bronbijdrage van het crematorium, de GCN-concentratie en de totale concentratie worden weergegeven voor de stof NO2. Ook het aantal uren overschrijding van de uurgemiddelde grenswaarde van 200 µg/m 3 worden weergegeven. In bijlage 4 worden de rekenresultaten als uitvoer van Geomilieu weergegeven. Tabel 5.1 Overzicht rekenresultaten voor NO 2 Toetspunt Achtergrond- Bijdrage Totale Grens- Overschrijding Grens- concentratie- crematorium concentratie waarde uurgem. waarde [µg/m 3 ] [µg/m 3 ] [µg/m 3 ] [µg/m 3 ] grenswaarde [uren] [uren] Maximale concentratie 17,1 1,9 19, De resultaten in tabel 5.1 laten zien dat de berekende waarden voldoen aan de grenswaarden uit de Wet luchtkwaliteit. 5.2 Resultaten Fijn stof (PM 10) Figuur 5.2 geeft de jaargemiddelde bronbijdrage PM10 weer ten gevolge van het crematorium voor het rekenjaar \24 Luchtkwaliteitsonderzoek crematorium Woerden

10 Kenmerk R KMS-sbb-V01-NL KMS Figuur 5.2 Bijdrage inrichting aan jaargemiddelde concentratie PM 10 (µg/m 3 ) Naast een contourberekening worden de concentraties op toetspunten langs de op- en afritten en Geestdorp inzichtelijk gemaakt. In tabel 5.2 worden de resultaten weergegeven van de locatie met de maximaal berekende totale concentratie. De bijdrage van het crematorium, de achtergrondconcentratie en de totale concentratie wordt weergegeven voor de stof PM10. Ook het aantal uren overschrijding van de uurgemiddelde grenswaarde van 200 µg/m 3 wordt weergegeven. In bijlage 4 worden de rekenresultaten als uitvoer van Geomilieu weergegeven. Luchtkwaliteitsonderzoek crematorium Woerden 19\24

11 Kenmerk R KMS-sbb-V01-NL KMS Tabel 5.2 Overzicht rekenresultaten voor PM 10 Toetspunt Achtergrond Bijdrage Totale Grens- Overschrijding Grens- concentratie crematorium concentratie waarde daggem. waarde [µg/m 3 ] [µg/m 3 ] [µg/m 3 ] [µg/m 3 ] grenswaarde [dagen] [dagen] Maximale concentratie 21,3 1,2 22, De resultaten in tabel 5.2 laten zien dat de berekende waarden voldoen aan de grenswaarden uit de Wet luchtkwaliteit. 5.3 Resultaten zeer fijn stof (PM 2,5) Figuur 5.3 geeft de jaargemiddelde bronbijdrage PM2,5 weer ten gevolge van het crematorium voor het rekenjaar Figuur 5.3 Bijdrage inrichting aan jaargemiddelde concentratie PM 2,5 (µg/m 3 ) 20\24 Luchtkwaliteitsonderzoek crematorium Woerden

12 Kenmerk R KMS-sbb-V01-NL KMS Naast een contourberekening worden de concentraties op toetspunten langs de op- en afritten en de Geesdorp inzichtelijk gemaakt. In tabel 5.3 worden de berekende resultaten weergegeven. De bijdrage van het crematorium, de achtergrondconcentratie en de totale concentratie worden weergegeven voor de stof PM2,5. In bijlage 4 worden de rekenresultaten als uitvoer van Geomilieu weergegeven. Tabel 5.3 Overzicht rekenresultaten voor PM 2,5 Toetspunt Achtergrondconcentratie Bijdrage crematorium Totale conc. Grenswaarde [µg/m 3 ] [µg/m 3 ] [µg/m 3 ] [µg/m 3 ] Maximale concentratie 13,4 1,2 14,6 25 De resultaten in tabel 5.3 laten zien dat de berekende waarden voldoen aan de grenswaarden uit de Wet luchtkwaliteit. 5.4 Beoordeling Wet luchtkwaliteit stoffen De resultaten in paragraaf 5.1 (NO2), paragraaf 5.2 (PM10) en paragraaf 5.3 (PM2,5) laten zien dat de totale concentraties (de sommatie van de bijdrage van het crematorium opgeteld bij de achtergrondconcentratie) voldoen aan de grenswaarden uit de Wet luchtkwaliteit. De bijdrage met de achtergrondconcentratie ligt voor zowel NO2, PM10 als PM2,5 ruim onder vigerende grenswaarden. Ook wordt het aantal overschrijdingen van de uur- en daggemiddelde concentratie voor respectievelijk NO2 en PM10 niet overschreden. 5.5 Beoordeling Kwik Naast de stoffen NO2, PM10 en PM2,5, de relevante stoffen uit de Wet luchtkwaliteit, is de bijdrage van kwik inzichtelijk gemaakt. Figuur 5.4 geeft de jaargemiddelde bronbijdrage van kwik weer ten gevolge van het crematorium. Luchtkwaliteitsonderzoek crematorium Woerden 21\24

13 Kenmerk R KMS-sbb-V01-NL KMS Figuur 5.4 Bijdrage inrichting aan jaargemiddelde concentratie kwik (ng/m 3 ) Voor de stoffen NO2 en fijn stof zijn de concentraties op toetspunten langs de op- en afritten en Geestdorp inzichtelijk gemaakt. Deze rekenpunten zijn ook voor de verspreidingsberekening voor kwik gehanteerd. Deze locaties zijn immers locaties waar mensen toegang tot hebben. Er is niet gerekend op andere gevoelige locaties waaronder woningen daar de gekozen rekenpunten dichterbij gelegen zijn dan bijvoorbeeld woningen. De maximaal berekende bijdrage bedraagt 7,2 nanogram/m 3 ten gevolge van het crematorium. In bijlage 4 worden de rekenresultaten als uitvoer van Geomilieu weergegeven. Zoals vermeld in paragraaf 4.1 en 4.3 is de bijdrage van kwik gemodelleerd als fijn stof (PM10). Door de lage emissievracht is de invoer in Geomilieu met een factor vermenigvuldigd. De resultaten in de gepresenteerde contouren en in de berekende kwik bijdrage in bijlage 4 dienen daarom afgelezen te worden in de eenheid nanogram/m 3. 22\24 Luchtkwaliteitsonderzoek crematorium Woerden

14 Kenmerk R KMS-sbb-V01-NL KMS Kwik is echter een niet bij Wet gereguleerde stof. Er zijn geen concentratie eisen gesteld voor de luchtkwaliteit aan de stof kwik. Wel kunnen de berekende concentraties vergeleken worden met de gezondheidskundige waarden van het RIVM en de WHO. Door het RIVM is voor de blootstelling aan kwik een gezondheidskundige norm van 0,2 3 afgeleid als jaargemiddelde concentratie in de lucht (Baars et al, 2001). Deze luchtnorm heeft geen wettelijke status. In de richtlijnen van de WHO- 3 als jaargemiddelde opgenomen. De maximaal berekende bijdrage van 7,2 nanogram/m 3 is veel lager dan de gezondheidskundige norm van het RIVM en de richtlijn van de WHO. 6 Het onderzoek toont aan dat vanuit het oogpunt van luchtkwaliteit de realisatie van een crematorium op begraafplaats Rijnhof inpasbaar is. De sommatie van de achtergrondconcentratie en de bijdrage van het crematorium leidt voor NO2 niet tot overschrijdingen van de grenswaarden voor de jaargemiddelde en uurgemiddelde concentraties. Ook voor PM10 worden de maximaal toegestane jaargemiddelde concentratie van 40 µg/m 3 en de daggemiddelde grenswaarde niet overschreden. De jaargemiddelde concentratie PM2,5 blijft tevens ruim onder de grenswaarde van 25 µg/m 3. Hieruit kan geconcludeerd worden dat de ontwikkeling inpasbaar is vanuit het oogpunt van luchtkwaliteit op basis van artikel 5.16 lid 1a van de Wet luchtkwaliteit. Naast de stoffen NO2, PM10 en PM2,5, de relevante stoffen uit de Wet luchtkwaliteit, is de verspreiding van kwik inzichtelijk gemaakt. De maximaal berekende bijdrage ligt vele malen lager dan de gezondheidskundige norm van het RIVM en de richtlijn van de WHO. Luchtkwaliteitsonderzoek crematorium Woerden 23\24

15 Kenmerk R KMS-sbb-V01-NL KMS 24\24 Luchtkwaliteitsonderzoek crematorium Woerden

16 Bijlage 1 Wettelijk kader

17 Bestuursorganen nemen bij de uitoefening van bevoegdheden die gevolgen voor de luchtkwaliteit kunnen hebben, de regelgeving omtrent luchtkwaliteit in acht. Vanaf 15 november 2007 is de voorgenomen ontwikkeling vanuit het oogpunt van luchtkwaliteit inpasbaar is, indien in ieder geval aan één van de volgende voorwaarden wordt voldaan: 1. Er worden geen grenswaarden voor de luchtkwaliteit overschreden 2. Er treedt geen verslechtering van de luchtkwaliteit op, of er vindt per saldo een verbetering van de luchtkwaliteit plaats door compenserende maatregelen 3. De voorgenomen ontwikkeling draagt niet in betekenende mate bij aan de luchtverontreiniging 4. De voorgenomen ontwikkeling is onderdeel van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) De ontwikkeling is niet opgenomen in het NSL, waardoor alleen de eerste drie voorwaarden gronden zijn waarop een bestuursorgaan kan besluiten dat de voorgenomen ontwikkeling inpasbaar is vanuit het oogpunt van luchtkwaliteit. Ad 1. Geen overschrijding van grenswaarden Een voornemen is inpasbaar vanuit het oogpunt van luchtkwaliteit indien in de situatie met planontwikkeling nu en in de toekomst geen grenswaarden voor de luchtkwaliteit worden overschreden. Daarbij wordt ook rekening gehouden met onlosmakelijk met het plan verbonden maatregelen. Onderstaande tabel vat de meest relevante grenswaarden voor de luchtkwaliteit samen. Het betreft grenswaarden voor de concentraties van stikstofdioxide (NO2) en fijn stof (PM10 en PM2,5). Tabel B1.1 Meest relevante grenswaarden uit de Wet van 11 oktober 2007 tot wijziging van de Wet milieubeheer Stof Criterium Grenswaarde NO 2 Jaargemiddelde concentratie 40 µg/m3 Aantal overschrijdingen van uurgemiddelde grenswaarde van 200 µg/m 3 18 keer per jaar PM 10 Jaargemiddelde concentratie 40 µg/m 3 Aantal overschrijdingen van daggemiddelde grenswaarde van 50 µg/m 3 35 keer per jaar PM 2,5 Jaargemiddelde concentratie 25 µg/m 3

18 Ad 2. De luchtkwaliteit verslechtert niet Indien de ontwikkeling van een project, inclusief de daarmee samenhangende maatregelen, nergens leidt tot een verslechtering van de luchtkwaliteit, of de luchtkwaliteit verbetert ten gevolge van de planontwikkeling, is de voorgenomen ontwikkeling inpasbaar vanuit het oogpunt van luchtkwaliteit. Dit geldt ook in gebieden waar grenswaarden worden overschreden. Daarnaast is het toegestaan een geringe verslechtering van de luchtkwaliteit te compenseren met behulp van compenserende maatregelen (saldobenadering), zodat de luchtkwaliteit per saldo niet verslechtert. Ook in dat geval is de voorgenomen ontwikkeling inpasbaar vanuit het oogpunt van luchtkwaliteit. In de Regeling projectsaldering is vastgelegd op welke wijze saldering plaats dient te vinden. Ad 3. Projecten die niet in betekenende mate bijdragen hoeven op grond van artikel 5.16 van de Wet milieubeheer niet individueel getoetst te worden aan de genoemde grenswaarden. Het is in dat geval voldoende om aan te tonen dat een

19 Bijlage 2 Afdrukmodel Geomilieu V3.10

20

21

22

23 Bijlage 3 Afdruk model items Geomilieu V3.10

24 Crematorium Woerden NO2 en fijn stof model Tauw bv Model: eerste model versie van Gebied - Gebied Groep: (hoofdgroep) Lijst van Schoorstenen, voor rekenmethode Luchtkwaliteit - STACKS Groep ItemID Grp.ID Datum Naam Omschr. Vorm X Y Hoogte Rel.H Int.diam. Ext.diam. Emis NOx Emis PM10 Emis PM2.5 Flux :51, 2 mrt 2016 oven schoorsteen oven Punt Geomilieu V :30:47

25 Crematorium Woerden NO2 en fijn stof model Model: eerste model versie van Gebied - Gebied Groep: (hoofdgroep) Lijst van Schoorstenen, voor rekenmethode Luchtkwaliteit - STACKS Groep Gas temp Warmte %NO2 Geb.bron Bedr. uren Ja Geomilieu V3.10 Tauw bv :30:47

26 Crematorium Woerden NO2 en fijn stof model Tauw bv Model: eerste model versie van Gebied - Gebied Groep: (hoofdgroep) Lijst van Wegen, voor rekenmethode Luchtkwaliteit - STACKS Groep ItemID Grp.ID Datum Naam Omschr. Vorm X-1 Y-1 X-n Y-n Vormpunten Lengte :04, 2 mrt 2016 wegw wegverkeer west Polylijn :04, 2 mrt 2016 wego wegverkeer oost Polylijn :03, 2 mrt 2016 wegmid wegverkeer mid Polylijn :36, 2 mrt 2016 oprit oprit eenrichtingverkeer Polylijn :27, 2 mrt 2016 parkeren parkeren Polylijn Geomilieu V :30:47

27 Crematorium Woerden NO2 en fijn stof model Tauw bv Model: eerste model versie van Gebied - Gebied Groep: (hoofdgroep) Lijst van Wegen, voor rekenmethode Luchtkwaliteit - STACKS Groep Min.lengte Max.lengte Type Wegtype MZ V Breedte Vent.F Hscherm Can. H(L) Can. H(R) Can. br Vent.X Vent.Y Vent.H Int.diam. Ext.diam. Flux Gas temp Verdeling Normaal False Verdeling Normaal False Verdeling Normaal False Verdeling Normaal False Verdeling Normaal False Geomilieu V :30:47

28 Crematorium Woerden NO2 en fijn stof model Model: eerste model versie van Gebied - Gebied Groep: (hoofdgroep) Lijst van Wegen, voor rekenmethode Luchtkwaliteit - STACKS Groep Warmte Hweg Fboom Totaal aantal %Int(D) %Int(A) %Int(N) %LV(D) %LV(A) %LV(N) %MV(D) %MV(A) %MV(N) %ZV(D) %ZV(A) %ZV(N) %Bus(D) %Bus(A) %Bus(N) Geomilieu V3.10 Tauw bv :30:47

29 Crematorium Woerden NO2 en fijn stof model Tauw bv Model: eerste model versie van Gebied - Gebied Groep: (hoofdgroep) Lijst van Grids, voor rekenmethode Luchtkwaliteit - STACKS Groep ItemID Grp.ID Datum 1e kid NrKids Naam Omschr. Vorm X-1 Y-1 Vormpunten Omtrek Gebied Min.lengte :56, 2 mrt grid grid Rechthoek Geomilieu V :30:47

30 Crematorium Woerden NO2 en fijn stof model Model: eerste model versie van Gebied - Gebied Groep: (hoofdgroep) Lijst van Grids, voor rekenmethode Luchtkwaliteit - STACKS Groep Max.lengte DeltaX DeltaY X-aantal Y-aantal Geomilieu V3.10 Tauw bv :30:47

31 Crematorium Woerden NO2 en fijn stof model Model: eerste model versie van Gebied - Gebied Groep: (hoofdgroep) Lijst van Rekenpunten, voor rekenmethode Luchtkwaliteit - STACKS Groep ItemID Grp.ID Datum 1e kid NrKids Naam Omschr. Vorm X Y :32, 2 mrt Punt :32, 2 mrt Punt :31, 2 mrt Punt :31, 2 mrt Punt :31, 2 mrt Punt :31, 2 mrt Punt :34, 2 mrt Punt :34, 2 mrt Punt :35, 2 mrt Punt :35, 2 mrt Punt :35, 2 mrt Punt :34, 2 mrt Punt :34, 2 mrt Punt :34, 2 mrt Punt :34, 2 mrt Punt :33, 2 mrt Punt :33, 2 mrt Punt :33, 2 mrt Punt :32, 2 mrt Punt :32, 2 mrt Punt :32, 2 mrt Punt :32, 2 mrt Punt :32, 2 mrt Punt :31, 2 mrt Punt :31, 2 mrt Punt :32, 2 mrt Punt :31, 2 mrt Punt :32, 2 mrt Punt :31, 2 mrt Punt :31, 2 mrt Punt :31, 2 mrt Punt :31, 2 mrt Punt :31, 2 mrt Punt :31, 2 mrt Punt :31, 2 mrt Punt :31, 2 mrt Punt :31, 2 mrt Punt :31, 2 mrt Punt :35, 2 mrt Punt :34, 2 mrt Punt :34, 2 mrt Punt :34, 2 mrt Punt :34, 2 mrt Punt :34, 2 mrt Punt Geomilieu V3.10 Tauw bv :30:47

32 Crematorium Woerden NO2 en fijn stof model Model: eerste model versie van Gebied - Gebied Groep: (hoofdgroep) Lijst van Rekenpunten, voor rekenmethode Luchtkwaliteit - STACKS Groep ItemID Grp.ID Datum 1e kid NrKids Naam Omschr. Vorm X Y :31, 2 mrt Punt :31, 2 mrt Punt :31, 2 mrt Punt :31, 2 mrt Punt :31, 2 mrt Punt :31, 2 mrt Punt :31, 2 mrt Punt :31, 2 mrt Punt :31, 2 mrt Punt :31, 2 mrt Punt :31, 2 mrt Punt :31, 2 mrt Punt :31, 2 mrt Punt Geomilieu V3.10 Tauw bv :30:47

33 Crematorium Woerden NO2 en fijn stof model Tauw bv Model: eerste model versie van Gebied - Gebied Groep: (hoofdgroep) Lijst van Gebouwen, voor rekenmethode Luchtkwaliteit - STACKS Groep ItemID Grp.ID Datum Naam Omschr. Vorm X-1 Y-1 Hoogte Rel.H Vormpunten Omtrek Gebied Min.lengte :55, 2 mrt 2016 Rechthoek Geomilieu V :30:47

34 Crematorium Woerden NO2 en fijn stof model Model: eerste model versie van Gebied - Gebied Groep: (hoofdgroep) Lijst van Gebouwen, voor rekenmethode Luchtkwaliteit - STACKS Groep Max.lengte Geomilieu V3.10 Tauw bv :30:47

35 Crematorium Woerden Kwik model Tauw bv Model: eerste model kwik - emissie x1000 versie van Gebied - Gebied Groep: (hoofdgroep) Lijst van Schoorstenen, voor rekenmethode Luchtkwaliteit - STACKS Groep ItemID Grp.ID Datum Naam Omschr. Vorm X Y Hoogte Rel.H Int.diam. Ext.diam. Emis NOx Emis PM :13, 2 mrt 2016 oven schoorsteen oven emissie x1000 Punt Geomilieu V :32:26

36 Crematorium Woerden Kwik model Model: eerste model kwik - emissie x1000 versie van Gebied - Gebied Groep: (hoofdgroep) Lijst van Schoorstenen, voor rekenmethode Luchtkwaliteit - STACKS Groep Emis PM2.5 Flux Gas temp Warmte %NO2 Geb.bron Bedr. uren Ja Geomilieu V3.10 Tauw bv :32:26

37 Crematorium Woerden Kwik model Tauw bv Model: eerste model kwik - emissie x1000 versie van Gebied - Gebied Groep: (hoofdgroep) Lijst van Gebouwen, voor rekenmethode Luchtkwaliteit - STACKS Groep ItemID Grp.ID Datum Naam Omschr. Vorm X-1 Y-1 Hoogte Rel.H Vormpunten Omtrek Gebied Min.lengte :55, 2 mrt 2016 Rechthoek Geomilieu V :32:26

38 Crematorium Woerden Kwik model Model: eerste model kwik - emissie x1000 versie van Gebied - Gebied Groep: (hoofdgroep) Lijst van Gebouwen, voor rekenmethode Luchtkwaliteit - STACKS Groep Max.lengte Geomilieu V3.10 Tauw bv :32:26

39 Crematorium Woerden Kwik model Model: eerste model kwik - emissie x1000 versie van Gebied - Gebied Groep: (hoofdgroep) Lijst van Rekenpunten, voor rekenmethode Luchtkwaliteit - STACKS Groep ItemID Grp.ID Datum 1e kid NrKids Naam Omschr. Vorm X Y :32, 2 mrt Punt :32, 2 mrt Punt :31, 2 mrt Punt :31, 2 mrt Punt :31, 2 mrt Punt :31, 2 mrt Punt :34, 2 mrt Punt :34, 2 mrt Punt :35, 2 mrt Punt :35, 2 mrt Punt :35, 2 mrt Punt :34, 2 mrt Punt :34, 2 mrt Punt :34, 2 mrt Punt :34, 2 mrt Punt :33, 2 mrt Punt :33, 2 mrt Punt :33, 2 mrt Punt :32, 2 mrt Punt :32, 2 mrt Punt :32, 2 mrt Punt :32, 2 mrt Punt :32, 2 mrt Punt :31, 2 mrt Punt :31, 2 mrt Punt :32, 2 mrt Punt :31, 2 mrt Punt :32, 2 mrt Punt :31, 2 mrt Punt :31, 2 mrt Punt :31, 2 mrt Punt :31, 2 mrt Punt :31, 2 mrt Punt :31, 2 mrt Punt :31, 2 mrt Punt :31, 2 mrt Punt :31, 2 mrt Punt :31, 2 mrt Punt :35, 2 mrt Punt :34, 2 mrt Punt :34, 2 mrt Punt :34, 2 mrt Punt :34, 2 mrt Punt :34, 2 mrt Punt Geomilieu V3.10 Tauw bv :32:26

40 Crematorium Woerden Kwik model Model: eerste model kwik - emissie x1000 versie van Gebied - Gebied Groep: (hoofdgroep) Lijst van Rekenpunten, voor rekenmethode Luchtkwaliteit - STACKS Groep ItemID Grp.ID Datum 1e kid NrKids Naam Omschr. Vorm X Y :31, 2 mrt Punt :31, 2 mrt Punt :31, 2 mrt Punt :31, 2 mrt Punt :31, 2 mrt Punt :31, 2 mrt Punt :31, 2 mrt Punt :31, 2 mrt Punt :31, 2 mrt Punt :31, 2 mrt Punt :31, 2 mrt Punt :31, 2 mrt Punt :31, 2 mrt Punt Geomilieu V3.10 Tauw bv :32:26

41 Crematorium Woerden Kwik model Tauw bv Model: eerste model kwik - emissie x1000 versie van Gebied - Gebied Groep: (hoofdgroep) Lijst van Grids, voor rekenmethode Luchtkwaliteit - STACKS Groep ItemID Grp.ID Datum 1e kid NrKids Naam Omschr. Vorm X-1 Y-1 Vormpunten Omtrek Gebied Min.lengte :56, 2 mrt grid grid Rechthoek Geomilieu V :32:26

42 Crematorium Woerden Kwik model Model: eerste model kwik - emissie x1000 versie van Gebied - Gebied Groep: (hoofdgroep) Lijst van Grids, voor rekenmethode Luchtkwaliteit - STACKS Groep Max.lengte DeltaX DeltaY X-aantal Y-aantal Geomilieu V3.10 Tauw bv :32:26

43 Bijlage 4 Resultaten

44 Crematorium Woerden Resultaten Rapport: Resultatentabel Model: eerste model Resultaten voor model: eerste model Stof: NO2 - Stikstofdioxide Referentiejaar: 2016 Naam Omschrijving X coördinaat Y coördinaat NO2 Concentratie [µg/m³] NO2 Achtergrond [µg/m³] NO2 Bronbijdrage [µg/m³] NO2 # Overschreidingen uur limiet [-] Geomilieu V3.10 Tauw bv :33:07

45 Crematorium Woerden Resultaten Rapport: Resultatentabel Model: eerste model Resultaten voor model: eerste model Stof: NO2 - Stikstofdioxide Referentiejaar: 2016 Naam Omschrijving X coördinaat Y coördinaat NO2 Concentratie [µg/m³] NO2 Achtergrond [µg/m³] NO2 Bronbijdrage [µg/m³] NO2 # Overschreidingen uur limiet [-] Geomilieu V3.10 Tauw bv :33:07

46 Crematorium Woerden Resultaten Rapport: Resultatentabel Model: eerste model Resultaten voor model: eerste model Stof: PM10 - Fijnstof Zeezoutcorrectie: Nee Referentiejaar: 2016 Naam Omschrijving X coördinaat Y coördinaat PM10 Concentratie [µg/m³] PM10 Achtergrond [µg/m³] PM10 Bronbijdrage [µg/m³] PM10 # Overschreidingen 24 uur limiet [-] Geomilieu V3.10 Tauw bv :33:58

47 Crematorium Woerden Resultaten Rapport: Resultatentabel Model: eerste model Resultaten voor model: eerste model Stof: PM10 - Fijnstof Zeezoutcorrectie: Nee Referentiejaar: 2016 Naam Omschrijving X coördinaat Y coördinaat PM10 Concentratie [µg/m³] PM10 Achtergrond [µg/m³] PM10 Bronbijdrage [µg/m³] PM10 # Overschreidingen 24 uur limiet [-] Geomilieu V3.10 Tauw bv :33:58

48 Crematorium Woerden Resultaten Rapport: Resultatentabel Model: eerste model Resultaten voor model: eerste model Stof: PM2.5 - Zeer fijnstof Referentiejaar: 2016 Naam Omschrijving X coördinaat Y coördinaat PM2.5 Concentratie [µg/m³] PM2.5 Achtergrond [µg/m³] PM2.5 Bronbijdrage [µg/m³] Geomilieu V3.10 Tauw bv :34:20

49 Crematorium Woerden Resultaten Rapport: Resultatentabel Model: eerste model Resultaten voor model: eerste model Stof: PM2.5 - Zeer fijnstof Referentiejaar: 2016 Naam Omschrijving X coördinaat Y coördinaat PM2.5 Concentratie [µg/m³] PM2.5 Achtergrond [µg/m³] PM2.5 Bronbijdrage [µg/m³] Geomilieu V3.10 Tauw bv :34:20

50 Crematorium Woerden Resultaten (Kwik als PM10) in nanogram/m3 (emissie x1000) Rapport: Resultatentabel Model: eerste model kwik - emissie x1000 Resultaten voor model: eerste model kwik - emissie x1000 Stof: PM10 - Fijnstof Zeezoutcorrectie: Nee Referentiejaar: 2016 Naam Omschrijving X coördinaat Y coördinaat PM10 Bronbijdrage [µg/m³] Geomilieu V3.10 Tauw bv :35:13

51 Crematorium Woerden Resultaten (Kwik als PM10) in nanogram/m3 (emissie x1000) Rapport: Resultatentabel Model: eerste model kwik - emissie x1000 Resultaten voor model: eerste model kwik - emissie x1000 Stof: PM10 - Fijnstof Zeezoutcorrectie: Nee Referentiejaar: 2016 Naam Omschrijving X coördinaat Y coördinaat PM10 Bronbijdrage [µg/m³] Geomilieu V3.10 Tauw bv :35:13

52 51 Bijlage 4 Onderzoek verkeer Rho adviseurs voor leefruimte

53 52 Rho adviseurs voor leefruimte

54 Notitie / Memo HaskoningDHV Nederland B.V. Infrastructure Aan: mw. J. Rateland Van: Arie Vijfhuizen Datum: 1 oktober 2015 Kopie: mw. A. Nobel Ons kenmerk: INFRA2015-BE memo Geestdorp Woerden Classificatie: Klant vertrouwelijk Onderwerp: Second opinion verkeer Geestdorp 1. Aanleiding De gemeente Woerden onderzoekt momenteel de haalbaarheid van een crematorium op de locatie Rijnhof langs Geestdorp. Het gaat om een kleinschalig crematorium met naar verwachting crematies per jaar, mogelijke uitgroei tot 600 crematies per jaar. Dit betekent dan gemiddeld twee crematies per dag. Indien daar één condoleance per dag bij wordt opgeteld, betekent dit naar verwachting circa 200 extra verkeersbewegingen van motorvoertuigen. Vooral personenauto s, maar soms ook een uitvaartbus en een aantal leveranciers. In relatie tot deze mogelijke ontwikkeling is het huidige verkeer op Geestdorp geteld en is er door de gemeente Woerden zelf een verkeersonderzoek uitgevoerd. Aanwonenden en overige betrokkenen vinden het echter op Geestdorp nu al te druk en nog meer verkeer is in hun ogen niet gewenst. Daarom heeft de gemeente Woerden aan Royal HaskoningDHV gevraagd om een onderzoek uit te voeren in de vorm van een second opinion, waarbij de volgende vragen worden beantwoord: a. Is het vanuit verkeerskundig oogpunt mogelijk en verantwoord om een kleinschalig crematorium op Rijnhof te vestigen? b. Heeft dit gevolgen voor de verkeersafwikkeling en de verkeersveiligheid? c. Aanvullend daarop: waar liggen eventuele knelpunten? Onderdeel van dit onderzoek is tevens het uitvoeren van fietstellingen. Figuur 1 Overzicht Geestdorp 1 oktober 2015 INFRA2015-BE memo Geestdorp Woerden 1/12

55 2. Wegtype Geestdorp Geestdorp is een erftoegangsweg (verder ETW) type 2 buiten de bebouwde kom met een maximum snelheid van 60 km/h, waarbij vanaf het kruispunt De Kruipin Van Teylingenweg en vanaf de Utrechtsestraatweg er een inrijdverbod geldt voor motorvoertuigen op 2 en meer wielen van maandag tot en met vrijdag tijdens de spitstijden ( uur en uur), uitgezonderd tractoren en bestemmingsverkeer. Figuur 2 Inrijdverbod spitstijden De uitzondering is niet helemaal gelijk qua onderbord (links bestemmingsverkeer tractoren en rechts tractoren en bestemmingsverkeer). Uiteraard moet dit met elkaar overeenstemmen. Meest logische is om uitgezonderd tractoren en bestemmingsverkeer toe te passen. De CROW heeft in het Handboek Wegontwerp voor wat betreft de Erftoegangswegen (waar Geestdorp onder valt) het volgende opgenomen De verkeersintensiteit en verkeerssamenstelling maken het noodzakelijk binnen de categorie erftoegangswegen twee wegtypen te onderscheiden: Erftoegangsweg type 1 (ETW-1) Erftoegangsweg type 2 (ETW-2). De keuze voor deze twee typen erftoegangswegen houdt vooral verband met de functie die de weg vervult in het netwerk. In de praktijk kennen erftoegangswegen in Nederland een verscheidenheid aan verschijningsvormen. 1 oktober 2015 INFRA2015-BE memo Geestdorp Woerden 2/12

56 Zo zijn er smalle plattelandsweggetjes met een laag verkeersaanbod die hoofdzakelijk dienen om enkele landbouwgronden te ontsluiten (ETW-2). Daarnaast zijn er erftoegangswegen met een hoog verkeersaanbod (5.000 tot mvt/etm) die relatief grote gebieden ontsluiten of meerdere kernen verbinden (ETW-1). Deze twee typen verschillen duidelijk qua functie, vorm en gebruik. Op de erftoegangswegen maken fietsers en overig langzaam (gemotoriseerd) verkeer in beginsel gebruik van de rijbaan. Bij een lage intensiteit van het autoverkeer is een gemengde afwikkeling van fietsers en auto s of toepassing van suggestiestroken geen probleem, mits de rijsnelheid van het autoverkeer lager is dan de maximumsnelheid. Bij verkeersintensiteiten hoger dan à motorvoertuigen/etmaal zijn fietsvoorzieningen noodzakelijk (zie CROW-publicatie 230 Ontwerpwijzer fietsverkeer ). In de praktijk varieert de verhardingsbreedte van erftoegangswegen van 2,50 meter tot 6,00 meter. Factoren die van invloed zijn op de verhardingsbreedte, zijn de intensiteit en de samenstelling van het verkeer, de kans op bermschade en de herkenbaarheid van de weg. Voor de herkenbaarheid van de erftoegangsweg moeten de wegkenmerken die voor deze categorie uniek zijn duidelijk domineren. Basiskenmerken Ideaal ETW-2 Ideaal ETW-1 A Verharding Geen voorschrift Geen voorschrift B Fysieke rijrichtingscheiding Niet aanwezig Niet aanwezig C Lengtemarkering Niet aanwezig Kantmarkering D Openbare verlichting Bij gevaarpunten Bij gevaarpunten E Voorzieningen landbouwverkeer Niet aanwezig Niet aanwezig F Oversteken langzaam verkeer op wegvakken Toegestaan Toegestaan G Erfaansluiting op de rijbaan Aanwezig Aanwezig H Menging verkeerssoorten Gemengd Gemengd I Fietsvoorzieningen Niet aanwezig Toegestaan bij hoge fietsintensiteiten J Redresseerstrook (uitwijkstrook) Geen voorschrift Aanwezig K Obstakelafstand Aanwezig Aanwezig L Ov-haltes (bus/tram) Geen voorschrift Halteren op de rijbaan M Parkeren Geen voorschrift Geen voorschrift N Horizontaal en verticaal alignement Ontwerpsnelheid 60 km/h Ontwerpsnelheid 60 km/h O Hectometerpaaltjes Geen voorschrift Geen voorschrift P Reflectorpaaltjes Geen voorschrift Geen voorschrift Q Helling talud (indien aanwezig) Veilige hellingshoek Veilige hellingshoek R Pechvoorzieningen Geen voorschrift Niet aanwezig S Draagkrachtige berm Aanwezig Aanwezig Tabel Erftoegangswegen, basiskenmerken per wegtype Qua maximum snelheden zijn er twee mogelijkheden voor erftoegangswegen buiten de bebouwde kom, namelijk 30 en 60 km/h (zones). De 60 km/h zone is het meest gebruikelijk en komt ook vaak voor. Vanwege de aanwezigheid van aaneengesloten bebouwing over lange lengte in diverse buitengebieden is er ook de mogelijkheid om dergelijke gebieden in te richten als 30 km/h zone. Als de bovenstaande wegtypen en de bijbehorende tabel worden toegepast op Geestdorp, komt daar uit naar voren dat Geestdorp een erftoegangsweg is met wegtype 2 en een maximum snelheid van 60 km/h. Een lage verkeersintensiteit qua autoverkeer (gemiddeld ca. 740 mvt/etmaal), geen aaneengesloten bebouwing over lange lengte, geen fietsvoorzieningen, geen markering en een smal wegprofiel van ca. 4,50 m. Hieruit blijkt dat de weg overeenkomt met de functie. 1 oktober 2015 INFRA2015-BE memo Geestdorp Woerden 3/12

57 3. Beantwoording van de vragen a. Is het uit het verkeerskundig oogpunt mogelijk en verantwoord om een kleinschalig crematorium op Rijnhof te vestigen? b. Heeft dit gevolgen voor de verkeersafwikkeling en de verkeersveiligheid? c. Aanvullend daarop: waar liggen eventuele knelpunten? Antw. a. is het vanuit verkeerskundig oogpunt mogelijk en verantwoord om een kleinschalig crematorium op Rijnhof te vestigen? Geestdorp is een rustige landweg met in de huidige situatie ca. 740 mvt/etmaal, waarbij opvalt dat het op de zaterdag drukker is met ca. 940 mvt/etmaal. Het aandeel zwaar vrachtverkeer ligt gemiddeld op 2,6%, in combinatie met middelzwaar vrachtverkeer is het aandeel vrachtverkeer gemiddeld ca. 5,8%. De maximum snelheid op Geestdorp is 60 km/h. Dit is aan de zijde van de Utrechtsestraatweg aangegeven bij het bord einde bebouwde kom. Aan de zijde van Kruipin Van Teylingenweg staat echter geen bord maximum snelheid 60 km/h. Normaal gesproken worden buiten de bebouwde kom zones van 60 km/h toegepast. Hier is dit echter niet het geval en is alleen het bord maximum snelheid 60 km/h gebruikt. Deze borden staan nu vanuit Woerden gezien bij het einde van de bebouwde kom op de Oudelandseweg en vanuit Kamerik gezien net voorbij het kruispunt Spruitweg Van Teylingenweg in de richting van Woerden. Vanwege het feit dat er geen sprake is van een zone 60 km/h dienen er op het kruispunt Geestdorp Kruipin Van Teylingenweg ook borden te worden geplaatst met een maximum snelheid van 60 km/h (borden A0160). Uit de metingen die zijn gehouden op vijf punten op Geestdorp blijkt dat er alleen in de nacht iets harder wordt gereden. Gemiddeld genomen is de V85 1 op Geestdorp 53 km/h. Dit geeft aan dat men zich vanwege de bochtigheid, het smalle wegprofiel, de aanwezigheid van fietsers en (soms) zwaarder verkeer en de in- en uitritten van de aanwezige percelen goed aan de snelheid houdt. 1 V85 is de snelheid die door 85% van de automobilisten niet wordt overschreden. De V85-regel is een eenvoudige manier om na te gaan of een snelheidslimiet overeenstemt met de weg en zijn omgeving. Deze regel weerspiegelt de snelheid die een ruime meerderheid van automobilisten als redelijk en veilig beschouwt. Meteen wordt ook duidelijk wie tot de harde kern snelheidsduivels gerekend mag worden. 1 oktober 2015 INFRA2015-BE memo Geestdorp Woerden 4/12

58 Figuur 5-8 Overzicht wegbeeld Geestdorp Geestdorp is een erftoegangsweg met een slingerend, meanderend verloop (zicht op tegemoetkomend verkeer is hierdoor lastig!) en heeft daarnaast de volgende kenmerken: een smal wegprofiel ziet er groen uit heeft nauwelijks uitwijkplaatsen om tegemoetkomend verkeer te passeren veel in- en uitritten een inrijdverbod op maandag t/m vrijdag tijdens de spitstijden van en van uur met uitzondering van tractoren en bestemmingsverkeer. Dit laatste, het inrijdverbod met uitzonderingen, wordt niet of nauwelijks gehandhaafd. De uitzondering bestemmingsverkeer is namelijk juridisch gezien een heel lastig punt. In de praktijk is iedereen die een weg oprijdt met een dergelijk verbod bestemmingsverkeer. Voor de politie is niet te controleren of iemand daadwerkelijk ergens naar toe rijdt. Het is zelfs zo dat als iemand aangeeft even naar een huis, hek of de natuur te willen gaan kijken, dit ook bestemmingsverkeer is. In Nederland adviseren de verkeerskundigen dan ook om de uitzondering bestemmingsverkeer zo min mogelijk toe te passen. De vraag is of het uit verkeerskundig oogpunt mogelijk en verantwoord is om een kleinschalig crematorium op Rijnhof te vestigen. Verkeerskundig gezien gaat het dan om de vraag of de ontsluitende weg (hier Geestdorp) het extra verkeer dat wordt gegenereerd door de vestiging van een kleinschalig crematorium kan verwerken. Een erftoegangsweg type 2, wat de weg Geestdorp is, wordt vanuit het Handboek Wegontwerp (deel Erftoegangswegen) aanbevolen zolang de verkeersintensiteit niet boven de mvt/etmaal uitkomt. De verkeersintensiteit op Geestdorp ligt momenteel op ca. 740 mvt./etmaal. Vanuit verkeerskundig oogpunt is een toename van het verkeer met 200 mvt/etmaal hier dan mogelijk én verantwoord. Antw. b. heeft dit gevolgen voor de verkeersafwikkeling en de verkeersveiligheid? Een crematorium zoals dat in Woerden wordt voorzien, begint niet voor uur. De ochtendspits, waarin ook de meeste fietsbewegingen van scholieren plaatsvinden, zal geen toename van het verkeer te verwerken krijgen. Vanuit het oogpunt van afwikkeling en verkeersveiligheid is dit ook niet gewenst. Dit betekent dat een toename van het verkeer als gevolg van de vestiging van een kleinschalig crematorium in de ochtendspits niet voor problemen zal zorgen. Buiten de ochtendspits zullen er dus gemiddeld twee crematies plaatsvinden en misschien een condoleance in de avonduren. In het worst case scenario houden we rekening met drie gebeurtenissen per dag (twee crematies en een condoleance). Dit betekent dan op die dag een toename van ca. 200 motorvoertuigen. De stoet zelf bestaat vaak uit een rouwauto/lijkwagen en één of meerdere volgwagens. Andere bezoekers van een crematie komen vaak met eigen auto en zullen in een tijdspanne van ca. een half uur voor de crematie aan komen rijden. Het is mogelijk dat eerst een kerkdienst wordt gehouden en vervolgens de hele stoet in één keer achter elkaar aan komt rijden. 1 oktober 2015 INFRA2015-BE memo Geestdorp Woerden 5/12

59 Het valt op dat er nauwelijks goed zichtbare verwijzingen zijn naar Rijnhof. Alleen bij de ingangen van Geestdorp en bij de inrit van Rijnhof zelf staan relatief kleine verwijzingen. Figuur 9-12 Ingangen Geestdorp met verwijzingen Rijnhof Mensen moeten dus goed op de hoogte zijn waar Rijnhof is gelegen om het te kunnen vinden. Dit mede vanwege het feit dat er slechts twee mogelijke aanrijdroutes zijn naar Rijnhof, enerzijds vanaf Kamerik en Woerden west en anderzijds vanuit Harmelen en Woerden zuidoost. Mensen via een andere route sturen is nauwelijks mogelijk, de mogelijkheden hierin zijn vanwege de ligging van de Rijnhof beperkt. Qua toename autoverkeer gaat het dan per crematie om gemiddeld ca. 30 á 40 voertuigen die aan komen rijden en na afloop weer weggaan. Deze toename is verkeerskundig gezien geen probleem en neemt zodanig weinig extra capaciteit van de weg in beslag, dat hier geen problemen te verwachten zijn. Antw. c. aanvullend daarop: waar liggen eventuele knelpunten? Verkeerskundig zijn er wel mogelijke knelpunten te verwachten: a. volgens de tellingen is er sprake van doorgaand verkeer op Geestdorp, hoe is dit te voorkomen b. er zijn te weinig echt goede mogelijkheden voor twee auto s om elkaar te passeren c. het aanwezige aandeel landbouwverkeer op Geestdorp d. de aanwezigheid van ruiters en paarden op Geestdorp e. vanwege het vele groen en het meanderende verloop van de weg is het uitzicht op het tegemoetkomende verkeer soms slecht f. er zijn nauwelijks verwijzingen langs de openbare weg richting Rijnhof g. crematie op zaterdag in combinatie met bijvoorbeeld een drukke dag bij manege Morgenstond en rijvereniging De Tournoyruiters h. de uitvaartbus 1 oktober 2015 INFRA2015-BE memo Geestdorp Woerden 6/12

60 Ad. a. Het doorgaande verkeer op Geestdorp dat door de tellingen is geconstateerd kan een probleem zijn. Het is een probleem indien het een substantieel deel vormt van de totale verkeerintensiteit. Zoals gezegd geldt er nu weliswaar een inrijdverbod tijdens spitstijden, maar dit wordt niet of nauwelijks gehandhaafd en heeft daardoor weinig effect. Verkeerskundig is de vraag van belang welk verkeer dit dan is en is dit doorgaande verkeer dan ook sluipverkeer? Wat is sluipverkeer? De definitie is als volgt: Sluipverkeer is de benaming voor (ongewenste) verkeersstromen die ontstaan als gevolg van capaciteitsproblemen (zoals ongevallen of files) op snelwegen of andere belangrijke wegen. Hierdoor wordt het onderliggende wegennet overbelast en ondervinden het lokale verkeer en de omwonenden hinder. Kijkend naar Geestdorp in de verkeersstructuur valt op dat sluipverkeer hier vreemd is. Snelwegen liggen niet in de buurt en de omliggende wegen kunnen het verkeer goed verwerken. Vanuit Harmelen is het goed mogelijk om via de gebiedsontsluitingswegen bestemmingen te bereiken in Woerden, Kamerik enz. Ook vanuit Kamerik is het goed mogelijk om via de gebiedsontsluitingswegen bestemmingen te bereiken in andere delen van Woerden, of naar Harmelen te rijden. Intern verkeer in Woerden heeft ook vele mogelijkheden om naar hun bestemmingen te rijden. De term sluipverkeer is daarom niet van toepassing op dit doorgaande verkeer op Geestdorp. Duidelijk is wel dat dit verkeer geen bestemming op Geestdorp heeft. Het is echter heel goed mogelijk dat de bestemming van dit verkeer wel dichtbij Geestdorp ligt en dat Geestdorp een logische weg is in de route van huis naar werk of andere bestemming. Als de Utrechtsestraatweg of de Steinhagenseweg structureel voor problemen zouden zorgen qua doorstroming van het verkeer, dan is het mogelijk dat een deel van dit verkeer de route Geestdorp gebruikt als alternatief. Een groot deel van het verkeer op de Steinhagenseweg rijdt echter richting snelweg en daar is Geestdorp geen alternatief voor. Kortom het is aannemelijk dat het doorgaande verkeer over Geestdorp een bestemming heeft dichtbij Geestdorp. Voor dit verkeer is Geestdorp een logische route en zal dan ook geen andere route gaan zoeken. Verkeerskundig gezien is op Geestdorp dit doorgaande verkeer qua intensiteit geen probleem. Er verandert niets, Geestdorp is en blijft hoe dan ook een erftoegangsweg type 2. Om doorgaand verkeer tegen te gaan of te verminderen kan worden gedacht aan drastischer maatregelen dan nu het geval is. Denk hierbij dan aan palen die tijdens bepaalde tijden omlaag zijn, of een permanente afsluiting met een pasjessysteem of een videosysteem met kentekenregistratie. Vanwege de lage verkeersintensiteit zijn op Geestdorp drastische maatregelen overbodig. Aanbeveling is om hier geen aanvullende maatregelen te treffen. Ad. b. Geestdorp is een smalle weg, maar gezien de intensiteiten is dit geen groot probleem. Wel een knelpunt is de afwezigheid aan weerszijden van de weg van passeerplekken voor personenauto s. Passeerplekken indien men met een personenauto een vrachtauto (klein of groot) of tractor tegenkomt, hoeven er niet te worden gemaakt. De personenauto kan dan aan de kant en de vrachtauto of tractor kan dan doorrijden. De kans dat grotere, zware voertuigen elkaar tegenkomen is heel erg klein en daarom is een passeerplek hiervoor niet noodzakelijk. Stilstaan is dan mogelijk bij een inrit van een erf of anderszins. Een ander mogelijk probleem is het passeren van fietsers. Door de smalle weg voelen fietsers zich niet prettig indien zij worden ingehaald of gepasseerd door een personenauto of ander voertuig. Daar komt bij dat de bermen niet aansluiten op dezelfde hoogte als de weg zelf. Vaak ligt de berm lager of hoger dan het asfalt. Uitwijken is hierdoor niet mogelijk en kan leiden tot gevaarlijke situaties. Dit komt vooral voor op het deel van Geestdorp waar veel groen dicht op de weg staat (zie rode veelhoek). Figuur 13 Delen van Geestdorp met veel groen langs de weg 1 oktober 2015 INFRA2015-BE memo Geestdorp Woerden 7/12

61 Aanbeveling is om hier bij het bespreken van de plannen voor groot onderhoud van Geestdorp goed op in te gaan. De locaties, de vorm / lengte en het aantal van de passeerplekken zijn hierbij van groot belang. Ad. c. Een aandachtspunt bij wegvakken op erftoegangswegen buiten de bebouwde kom is de aanwezigheid van landbouwverkeer. Bij relatief veel landbouwverkeer kan een breder wegprofiel gewenst zijn dan vanuit verkeerskundig oogpunt noodzakelijk is, om daarmee te voldoen aan de hoofdeis veiligheid ten aanzien van fietsverkeer. Ook het voorkómen van het kapot rijden van de kanten van de verharding is in dat verband een veiligheidsaspect. Benodigde extra breedte kan eventueel voor een deel worden gevonden in (semi-)bermverharding, om daarmee de rijloper voor het autoverkeer smal te houden. Daarbij moet voorkomen worden dat de bermverharding wordt opgevat als echte verharding. Ribbelasfalt wordt om die reden ontraden en dat geldt evenzeer voor puinverharding. Als fietsers onverhoopt van de weg af raken, geeft een dergelijke verharding weinig kans op een goede afloop. Het meest gebruikelijke en toegepast in Nederland als (semi-)bermverharding zijn grasbetonstenen. Voor Geestdorp geldt dat er zeker sprake is van landbouwverkeer, maar dat het aandeel in de totale verkeersintensiteit niet hoog is. Extra breedte is vanuit dit oogpunt dan ook niet noodzakelijk. De grasbetonstenen zijn ook aan te bevelen bij het passeren van fietsers, de extra breedte geeft een veiliger gevoel indien men door een landbouwvoertuig wordt gepasseerd. Aanbeveling is om bij het bespreken van de plannen voor groot onderhoud van Geestdorp goed op in te gaan en in overleg met de bewoners te kijken naar mogelijke maatwerkoplossingen qua inrichting van de bermen om te vermijden dat de bermen of de inritten van percelen mogelijk kapot worden gereden. Ad. d. Vanwege de aanwezigheid van manege Morgenstond en PSV rijvereniging De Tournoyruiters komt het voor dat ruiters en paarden met begeleiding gebruik maken van de weg Geestdorp. Dit past prima in de aanduiding erftoegangsweg van Geestdorp. Weggebruikers moeten rekening houden met de mogelijke aanwezigheid van ruiters en paarden met begeleiding op de rijweg. De gemiddelde snelheid van het autoverkeer zoals dat gebruik maakt van Geestdorp past prima bij de geldende maximum snelheid van 60 km/h. Men kent Geestdorp vrij goed en weet wat men kan verwachten. De toename van het verkeer als gevolg van de mogelijke vestiging van een kleinschalig crematorium bij Rijnhof zal niet leiden tot problemen. Zoals bij de andere punten al is aangegeven past de intensiteit van het verkeer prima bij de weg en het gebruik van Geestdorp. Daarnaast zijn ruiters en de begeleiders van paarden ook verantwoordelijk voor het gedrag en de reacties van paarden op passerend en naderend verkeer of dit nu gemotoriseerd verkeer is of dat het fietsers zijn. Ad. e. Vanwege het meanderende verloop van Geestdorp is het zicht op het tegemoetkomende verkeer soms slecht. Veel groen en een bocht die men nadert zorgt ervoor dat er mogelijk een situatie zou kunnen ontstaan waarbij de verkeersveiligheid in gevaar komt. Figuur Zicht op het tegemoetkomende verkeer (rechter foto is vanuit de uitgang van Rijnhof) 1 oktober 2015 INFRA2015-BE memo Geestdorp Woerden 8/12

62 Enerzijds is zicht een belangrijk onderwerp in het verkeer. Dit bepaalt of er gevaarlijke situaties kunnen ontstaan of niet. Anderzijds leidt een verminderd zicht er toe dat de gemiddelde snelheid (V85) niet boven de 60 km/h komt. Op de wegdelen waar het smaller is, bij de huizen en de minder overzichtelijke wegdelen leidt dit tot structureel lagere snelheden. Bij hogere snelheden wordt verkeerskundig dan vaak de toepassing van verticale snelheidsremmers (drempels, plateau s enz.) overwogen. Gezien het verloop van de weg (veel bochten, verminderd zicht op naderend verkeer) is het toepassen van verticale verkeersremmers hier niet aan te bevelen. Dit zou de verkeersveiligheid in gevaar kunnen brengen. Verkeersdeelnemers verwachten op een weg als Geestdorp geen snelheidsremmende maatregelen en zullen daar mogelijk verkeerd (remmen, uitwijken enz.) op reageren, met alle gevolgen van dien. Aanbeveling is om het zicht waar mogelijk iets te verbeteren, maar ook niet weer zodanig dat dit leidt tot hogere snelheden op de wegvakken. Ad. f. Wat wij verkeerskundig missen is een opname van belangrijke bestemmingen in de bewegwijzering. Hiermee kun je verkeer sturen en begeleiden naar hun bestemming. Nu is er slechts sprake van een fietsbewegwijzering en kleine verwijsborden bij de ingangen van Geestdorp voor het autoverkeer. Belangrijke bestemmingen zijn begraafplaatsen, kerken enz. Eén en ander is afhankelijk van het beleid in de gemeente. Om het verkeer, dat naar Rijnhof wil rijden, op een goede manier te sturen, bevelen wij aan om na te denken over een bewegwijzeringsplan dat de belangrijke bestemmingen opneemt. Ad. g. Een crematie op zaterdag in combinatie met bijvoorbeeld een druk event bij manege Morgenstond of bij beide maneges zou kunnen leiden tot doorstromingsproblemen. De weg Geestdorp is echter een erftoegangsweg en hier is doorstromen niet de functie, wel het verblijven en bereikbaar maken van bestemmingen. Het bereikbaar zijn komt door de lage hoeveelheden verkeer niet in gevaar en vormt verkeerskundig geen knelpunt. Ad. h. De uitvaartbus zal niet vaak worden gebruikt, maar het zal in de toekomst vaker gaan voorkomen. Geestdorp is een smalle weg waar grote voertuigen moeilijk kunnen manoeuvreren. Zeker de westzijde van Geestdorp is qua wegbreedte smal en eigenlijk niet geschikt voor grote voertuigen of dit nu een bus of een vrachtauto is. Vanwege de maneges en boerenbedrijven komen er hier echter wel grote voertuigen zoals vrachtwagens. Een uitvaartbus past hier ook bij. Aanbeveling is om de uitvaartbus alleen toe te staan indien er wordt aan- en afgereden via de route Harmelen/Woerden-Oost Utrechtsestraatweg Geestdorp v.v. 1 oktober 2015 INFRA2015-BE memo Geestdorp Woerden 9/12

63 4. Fietstellingen Begin september zijn fietstellingen gehouden om de stromen fietsers die gebruik maken van Geestdorp in beeld te brengen. Vanwege de schoolvakanties zijn de tellingen pas in september gehouden. De dinsdag en donderdag zijn de meest gebruikelijke dagen om te tellen. De handmatige tellingen zijn daarom gehouden op dinsdag 1 en 8 september en donderdag 3 en 10 september. De tijden zijn geweest van uur en van uur. Dinsdag 1 september is de hele dag geteld (van uur). De uitkomsten zijn als volgt: Ochtendspits uur Richting Harmelen Richting kruispunt Waarvan naar Woerden Dinsdag 1 sept Donderdag 3 sept Dinsdag 8 sept Donderdag 10 sept Gemiddelde per 2 uur Avondspits uur Richting Harmelen Richting kruispunt Waarvan naar Woerden Dinsdag 1 sept Donderdag 3 sept Dinsdag 8 sept Donderdag 10 sept Gemiddelde per 3 uur Het meeste fietsverkeer speelt zich tussen Woerden en Kamerik en maakt gebruik van het fietspad. Deze fietsintensiteiten zijn tweemaal in de ochtendspits geteld: Ochtendspits uur Woerden - Kamerik Kamerik - Woerden Kamerik Harmelen Dinsdag 8 sept Donderdag 10 sept Gemiddelde In de periode van uur is er eenmalig geteld op dinsdag 1 september 2015: Dagperiode uur Richting Harmelen Richting kruispunt Waarvan naar Woerden Dinsdag 1 sept Deze laatste meting is een indicatie van wat er aan fietsers buiten de spits gebruik maakt van de weg Geestdorp. In de tellingen zijn de pieken te vinden tussen: uur (ochtendspits) uur en uur (avondspits) Hierbij is in de ochtendspits duidelijk zichtbaar dat fietsers vanuit Harmelen richting de Kalsbeek scholen fietsen. De avondspits is veel meer een verdeeld geheel. Dit is ook logisch daar de scholieren dan op diverse tijden uit school komen. Gemiddeld rijden er = 700 fietsers tussen uur over Geestdorp. De publicatie van het CROW Ontwerpwijzer fietsverkeer zegt het volgende over ETW s en fietsverkeer: Voor erftoegangswegen (60 km/h) is het algemene uitgangspunt dat er menging van verkeerssoorten plaatsvindt. Bij een lage intensiteit van het autoverkeer en een rijsnelheid van het gemotoriseerd verkeer die overeenkomt met de maximumsnelheid, is dat geen probleem. In het Handboek Wegontwerp is dit type wegen aangeduid als erftoegangsweg type 2. 2 In deze periode ging een groep leerlingen van 47 kinderen inclusief begeleiding voorbij (naar de Boerinn?) 1 oktober 2015 INFRA2015-BE memo Geestdorp Woerden 10/12

64 Overigens geldt dat een snelheid van 60 km/h (van het gemotoriseerd verkeer) uit het oogpunt van veiligheid en comfort niet ideaal is voor fietsers. Vooral in situaties met veel auto's of veel fietsers (erftoegangsweg type 1) zijn dan fietsvoorzieningen te overwegen. De tabel hieronder is een hulpmiddel om te komen tot de juiste voorziening. Functie Functie wegvak autoverkeer I = Intensiteit Erftoegangsweg Snelheid (km/h) > Gebiedsontsluitingsweg 80 Niet relevant 60 Intensiteit (mvt/etm) Functie wegvak fietsverkeer Basisnetwerk (hoofd) Fietsroute (I fiets>2.000/etm) fietsstraat, als I auto < 500 mvt/etm fietspad, eventueel fietsstroken gemengd verkeer fietsstrook of fietspad fietspad fiets-/bromfietspad of parallelweg In deze tabel is te zien hoe Geestdorp hierin past: De functie wegvak is een ETW met 60 km/h Een intensiteit van het autoverkeer is ca. 740 mvt/etmaal (na realisatie kleinschalig crematorium wordt dit ca. 950 mvt/etmaal) Een gemiddelde fietsintensiteit gemeten tussen uur van in totaal 700 fietsers. In de periode tussen uur zullen daar niet zoveel fietsers bij komen dat er in totaal meer dan fietsers/etmaal gebruik zullen maken van Geestdorp Dit betekent dat voor Geestdorp de tekst in de tabel geldt die weergegeven is in de gekleurde (licht oranje) vlakken met een groene tekstkleur. Het mengen van het verkeer (fiets en gemotoriseerd verkeer) is hier geen probleem. 1 oktober 2015 INFRA2015-BE memo Geestdorp Woerden 11/12

65 5. Conclusie en aanbevelingen Conclusie Op basis van ons onderzoek naar de verkeerssituatie op Geestdorp trekken wij de conclusie dat de realisatie van een kleinschalig crematorium niet zal leiden tot een verkeerskundig ongewenste situatie. De weg Geestdorp kan de toename van het verkeer als gevolg van het crematorium verwerken zonder dat de doorstroming of de verkeersveiligheid in gevaar komt. Aanbevelingen 1. Aanbeveling is om bij het bespreken van de plannen voor groot onderhoud van Geestdorp in te gaan op het realiseren van passeerplekken voor auto s. De locaties, de vorm / lengte en het aantal zijn hierbij van groot belang. Tevens is het in het belang van de verkeersveiligheid voor met name fietsers om de bermen op dezelfde hoogte aan te sluiten op de verharding. 2. Aanbeveling is om bij het bespreken van de plannen voor groot onderhoud van Geestdorp in te gaan op de aanwezigheid van landbouwverkeer en in overleg met de bewoners te kijken naar mogelijke maatwerkoplossingen om te vermijden dat de bermen of de inritten van percelen kapot worden gereden. 3. Aanbeveling is om het zicht waar mogelijk iets te verbeteren, maar ook niet weer zodanig dat dit leidt tot hogere snelheden op de wegvakken. 4. Om het verkeer dat naar Rijnhof op een goede manier te sturen bevelen wij aan om na te denken over een bewegwijzeringsplan dat belangrijke bestemmingen opneemt. 5. Onderzoeken in hoeverre het haalbaar is om de uitvaartbus te verplichten aan- en af te rijden via de route Woerden-Oost Utrechtsestraatweg Geestdorp v.v. 1 oktober 2015 INFRA2015-BE memo Geestdorp Woerden 12/12

66 53 Bijlage 5 Watertoets Rho adviseurs voor leefruimte

67 54 Rho adviseurs voor leefruimte

68 datum dossiercode Gegevens: aanvrager: Arja Nobel adres aanvrager: Organisatie: gemeente Woerden Naam project: crematorium Woerden Plangebied grootte (m2): Tekenen: Heeft u een beperkingsgebied geraakt? ja Welke gemeente omvat het grootste deel van het door u getekende plangebied? Woerden Vragen: Blijft de bebouwing staan en gaat het alleen om een interne functiewijziging? nee Maakt het plan deel uit van een groter plan dat in ontwikkeling is? ja Is er sprake van een toename van verhard oppervlak van méér dan 500 vierkante meter in stedelijk gebied of méér dan 1000 vierkante meter in landelijk gebied? ja Gaat u hemelwater bergen buiten uw plangebied? nee Vindt er een lozing plaats van verontreinigingen en/of verontreinigd water naar oppervlaktewater? nee Neemt door het plan de hoeveelheid verharding toe? Zo ja, hoeveel? 2100 Hoe wordt het hemelwater behandeld? Hemelwater riool Oppervlaktewater ja Geinfiltreerd Gemengd Op welke manier wordt afvalwater verwerkt? drukriool. Er is nu al drukriool op begraafplaats Rijnhof. Worden er materialen gebruikt waardoor het afstromende hemelwater verontreinigd kan raken? nee Vinden er binnen het plan agrarische activiteiten plaats? nee Is er in of aangrenzend aan het plangebied oppervlaktewater aanwezig? ja

69 Bevat het bouwplan ondergrondse bouwwerken, zoals parkeergarage, grote kelders? nee Vindt er een tijdelijke of permanente onttrekking van grondwater plaats met een afvoer naar oppervlaktewater? Denk aan bronnering of drainage. ja Overzicht kaartlagen geraakt Afbeeldingen per geraakte kaartlaag

70

71 De WaterToets 2014

72 55 Bijlage 6 Ecologisch onderzoek Rho adviseurs voor leefruimte

73 56 Rho adviseurs voor leefruimte

74

75

76

77

78

79

80

81

82

83

84

85

86

87

88

89

90

91