BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD ZITTING BEKNOPT VERSLAG. van de plenaire vergadering van DONDERDAG 17 OKTOBER (namiddagvergadering)

Transcriptie

1 BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD ZITTING BEKNOPT VERSLAG van de plenaire vergadering van DONDERDAG 17 OKTOBER 2002 (namiddagvergadering) Het beknopt verslag geeft een samenvatting van de debatten. De debatten worden in extenso weergegeven in de handelingen.

2 2 BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG INHOUD DRINGENDE VRAGEN van mevrouw Geneviève Meunier (circulaire over de gemeentebegroting), van de heer Johan Demol (subsidie aan de Brusselse Politieschool) en antwoorden van de heer François-Xavier de Donnea, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek; van de heer Albert Mahieu (werken aan het Meiserplein en de Wahislaan) en antwoord van de heer François- Xavier de Donnea, Minister-President Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek namens de heer Jos Chabert, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken, Vervoer, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp; van de heer Alain Daems (begroting van het Huisvestingsfonds) en antwoord van de heer Robert Delathouwer, Staatssecretaris van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, ambtenarenzaken, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp namens de heer Alain Hutchinson, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Huisvesting; van mevrouw Adelheid Byttebier (bescherming van de Meylemeersch te Anderlecht) en antwoord van de heer François-Xavier de Donnea, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek namens de heer Willem Draps, Staatssecretaris bij het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, belast met Ruimtelijke Ordening, Stadsvernieuwing, Monumenten en Landschappen en Bezoldigd Vervoer van Personen; van mevrouw Julie de Groote (het vastgoed en de infrastructuur van de RTBF), van de heer Bernard Ide (nieuwe gemeentewet) en antwoorden van de heer François-Xavier de Donnea, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek; van de heer Jos Van Assche (afschaffing van het kijk- en luistergeld) en antwoord van de heer Guy Vanhengel, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen. INTERPELLATIE van de heer Benoît Cerexhe (verslag "Nabholz- Haidegger") tot de heer François-Xavier de Donnea, Minister- President Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, (Sprekers : de heren Benoît Cerexhe, mevrouw Caroline Persoons, de heer Dominiek Lootens-Stael, mevrouw Brigitte Grouwels, de heren Rudi Vervoort, Sven Gatz, Christos Doulkeridis, Jean-Pierre Cornelissen en de heer François-Xavier de Donnea, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek) Brusselse Hoofdstedelijke Raad - Zitting

3 BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG 3 MONDELINGE VRAGEN van de heer Sven Gatz (nieuw stedenbouwkundig concept voor de Europawijk) en antwoord van de heer François-Xavier de Donnea, Minister-President Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek; van mevrouw Geneviève Meunier (eigen banen voor trams) en antwoord van de heer François-Xavier de Donnea, Minister-President Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, namens de heer Jos Chabert, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken, Vervoer, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp; van mevrouw Danielle Caron (krantenwinkels) en antwoord van de heer François-Xavier de Donnea, Minister-President Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, namens de heer Eric Tomas, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie, Energie en Huisvesting; van mevrouw Brigitte Grouwels (de indiening van de rekeningen bij de Raad) en van de heer Rudi Vervoort (nieuwe gewestbelasting) en antwoorden van de heer Guy Vanhengel, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen. NAAMSTEMMINGEN over het ontwerp van ordonnantie houdende instemming met het Samenwerkingsakkoord van 7 december 2001 tussen de Staat, de Gewesten en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de ontwikkeling van buurtdiensten en -banen; over het ontwerp van ordonnantie houdende instemming met het Verdrag betreffende toegang tot informatie, inspraak bij besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden; over de ontwerpen van ordonnantie houdende instemming met de Stabilisatie- en Associatieovereenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en de Republiek Kroatië, anderzijds; over het ontwerp van ordonnantie houdende instemming met het Zetelakkoord tussen het Koninkrijk België en de West-Afrikaanse Economische en Monetaire Unie; over het voorstel tot wijziging van het reglement van de heren Marc Cools en François Roelants du Vivier; over het voorstel tot wijziging van het reglement strekkende tot de oprichting van een adviescomité voor gelijke kansen voor mannen en vrouwen; over het voortel tot wijziging van het reglement tot vaststelling van een maximale termijn van een half uur tussen het tijdstip waarop de commissie is bijeengeroepen en het begin van de vergadering; over het voorstel tot wijziging van het reglement van de heer Rudi Vervoort, over het voorstel tot wijziging van het reglement van mevrouw Brigitte Grouwels.

4 4 BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG Voorzitter: mevrouw Magda De Galan - De vergadering wordt om uur geopend. DRINGENDE VRAGEN De heer Christos Doulkeridis (in het Frans).- De door mij voorgestelde dringende vraag over de uitlatingen van de heer Ducarme en de invloed ervan op de werkzaamheden van de regering werd geweigerd. Ik zou graag weten waarom. De Voorzitter.- Die reden is u meegedeeld. Die vraag kon niet op de agenda worden geplaatst, omdat de heer Ducarme geen lid is van onze regering en omdat de verantwoordelijkheid van de regering niet op het spel staat. De heer Christos Doulkeridis (in het Frans).- Ik zal op die vraag terugkomen. Circulaire over de gemeentebegroting Mevr. Geneviève Meunier (in het Frans).- De vakbonden hebben een gezamenlijke persconferentie over die circulaire belegd en hebben ook de beledigende houding van uw vertegenwoordiger in de adviescommissie gehekeld. In die circulaire wordt een onderscheid gemaakt tussen gemeenten met en zonder een tekort. De gemeenten zonder tekort mogen de loonmassa met 1,5% optrekken, maar die met een tekort op de begroting 2003 mogen geen verhoging toekennen. Vorig jaar hebt u een loonstijging van 2% toegestaan. De circulaire verbiedt de facto dat de lonen dit jaar opnieuw worden opgetrokken. Is de circulaire goedgekeurd door de Ministerraad? Is ze met spoed aan de adviescommissie overgezonden? Zou er geen overleg met de gemeenten moeten worden gepleegd? (in het Frans).- Protocol bepaalt dat de vakbonds- organisaties kunnen onderhandelen over een stijging van de weddenschalen met 2% op voorwaarde dat de budgettaire prognoses niet worden overschreden. Ik zal geen maatregelen nemen tegen loonsverhogingen die sommige gemeenteoverheden hebben toegestaan, mits de voorwaarden werden nageleefd. Afgezien van Brussel heeft geen enkele gemeente een dergelijk initiatief genomen. Ik ben niet gemachtigd om op te treden inzake loonsverhogingen van het gemeentepersoneel, behalve om te controleren of de wet en het financieel evenwicht zijn nageleefd. De circulaire leidt niet tot een groot aantal afdankingen. De vertegenwoordiger van het Gewest heeft terecht geweigerd om te onderhandelen. Het gaat om een technisch document dat niet in het comité C moet worden besproken. In de komende weken zal ik voor overleg zorgen. De Voorzitter.- Ik herinner de Minister-President eraan dat hij zijn antwoord op een dringende vraag niet mag voorlezen. Dat hoeft ook niet als je je materie kent. Mevr. Geneviève Meunier (in het Frans).- Het personeel is erg ongerust over de gevolgen van die circulaire. Uw vertegenwoordiger zal de mensen niet kunnen geruststellen als hij ze als luierikken bestempelt. (in het Frans).- Ik weet niet of onze vertegenwoordiger die woorden echt in de mond heeft genomen. Als dat het geval is, sta ik daar evenwel niet achter. Subsidie aan de Brusselse politieschool. De heer Johan Demol.- Op een bijzondere vergadering van de raad van bestuur van de Brusselse politieschool raakte bekend dat de 19 gemeenten hun subsidie aan de school stopzetten. Daardoor komt de werking in gevaar, te meer omdat er weinig kansen zijn dat het ministerie van Binnenlandse Zaken de kosten voortaan op zich zal nemen. Vorming van politiemensen is van het allergrootste belang. Zal het Gewest op een of andere wijze tussenkomen om de werking te verzekeren?.- Sinds de politiehervorming zijn de kosten voor de opleiding van politiemensen volledig voorbehouden aan de federale overheid. Het Gewest mag dus niet meer tussenkomen. Binnenlandse Zaken liet weten dat de erkenning en de subsidiëring van de school geenszins in het gdrang komt. Het gewestelijke geld dat vrijkomt, zal worden besteed aan de voorbereiding van kandidaten, taalopleidingen en de recrutering van parkwachters. Werken aan het Meiserplein en de Wahislaan De heer Albert Mahieu (in het Frans).- Ik loop nu al drie maanden zonder succes achter minister Chabert aan. Ik ben met een petitie begonnen bij de buurtbewoners van de Wahis- en de Lambermontlaan als reactie tegen de dramatische situatie. Wekelijks doen er zich drie tot vier ongevallen voor. De buurtbewoners willen een nieuwe rijstrook voor plaatselijk verkeer. Het Gewest doet net het tegenovergestelde en voert werken waardoor de rijstroken nog smaller worden. De minister kan voor die ongevallen aansprakelijk worden gesteld, want je kunt niet overal tegelijk kijken en de regels naleven als je je in bochten moet wringen om thuis te raken. De

5 PLENAIRE VERGADERING VAN DONDERDAG 17 OKTOBER buurtbewoners zouden van het Gewest dan ook schadevergoeding kunnen eisen en krijgen. (in het Frans).- De heer Chabert heeft me gevraagd zijn antwoord voor te lezen. De werken die momenteel uitgevoerd worden tussen het Meiserplein en de Leopold III-laan, hebben tot doel enerzijds de eigen baan van de tram te verbreden zodat ook de bussen deze kunnen gebruiken en anderzijds de aanleg van een fietspad. Daartoe dienen de rijvakken versmald te worden. Het openbaar onderzoek heeft geen aanleiding gegeven tot enige voorafgaandelijke opmerking. De heer Chabert heeft akte genomen van de vraag van de omwonenden om een zijweg aan te leggen maar daardoor zouden problemen ontstaan voor de vlotte doorstroming van het verkeer. Ik ben bereid om met hen naar een oplossing te zoeken maar er moet met alle weggebruikers rekening worden gehouden. De heer Albert Mahieu (in het Frans).- Ik zou aan de heer Chabert willen vragen wat zijn plannen zijn met betrekking tot de werken op het Meiserplein en ik vind het ongehoord dat ik geen afspraak met hem kan regelen. (in het Frans).- Ik zal dit aan de heer Chabert mededelen. Begroting van het Woningfonds De heer Alain Daems (in het Frans).- Het Woningfonds, dat inzake het gewestelijk huisvestingsbeleid een eersterangsrol speelt, onder meer via de huidige jongerenleningen, baart me zorgen. Ik heb namelijk vernomen dat potentiële kopers die bij het Fonds aankloppen sinds enige tijd een negatief antwoord krijgen en te horen krijgen dat dit tot eind december zo zal blijven. Blijkbaar is de begroting voor 2002 reeds volledig opgebruikt en ik zou graag willen weten of er wordt gedacht aan een begrotingsaanpassing, zoals aan de heer Hutchinson gevraagd. Zo ja, wanneer? Ik ben bang dat is dit gerucht de ronde zal doen, en het imago van het Woningfonds zal schaden. De heer Robert Delathouwer, Staatssecretaris van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, ambtenarenzaken, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp namens de heer Alain Hutchinson, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Huisvesting (in het Frans).- Het Woningfonds is uitgegroeid tot een niet meer weg te denken openbare vastgoedmakelaar op de Brusselse woningmarkt. Momenteel worden er per maand zo n 65 hypothecaire leningen toegekend, in totaal zo n 800 per jaar. In 1999 waren het er niet meer dan 300. Ondanks een verhoging van de gewestelijke dotatie met 90% in drie jaar tijd, zijn de middelen van het Fonds om te investeren en leningen toe te staan tegen lagere tarieven dan die welke op de markt worden gehanteerd, inderdaad op. Voor de resterende maanden van dit jaar heb ik een verhoging gevraagd van de oorspronkelijke dotatie, opdat het Woningfonds zijn beleid kan voortzetten. Deze aanpassing zal normaal gezien worden goedgekeurd. Intussen blijft het Fonds beslissingen nemen wat leningen betreft, maar het moet wachten op de bevestiging van deze aanpassing voordat het de leningen kan uitbetalen. Die situatie zou in november moeten worden opgelost. De heer Alain Daems (in het Frans).- Om toekomstige gegadigden niet te ontmoedigen, zorgt u er toch best voor dat er geen foutieve informatie de wereld wordt ingestuurd. De Voorzitter.- Het loketpersoneel moet dus instructies krijgen. De heer Robert Delathouwer, Staatssecretaris van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, ambtenarenzaken, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (in het Frans).- Ik zal de heer Hutchinson van uw opmerkingen op de hoogte brengen. Bescherming van de Meylemeers te Anderlecht Mevr. Adelheid Byttebier.- Op 20 juli 2000 heeft de regering bij het afleveren van de stedebouwkundige vergunning voor de Meylemeers te Anderlecht aan de GOMB voorwaarden opgelegd om de landschappelijke en de natuurlijke waardevolle elementen van dit gebied te respecteren. In het Staatsblad in 2001 lees ik eveneens dat er geen bestemmingswijziging van dit gebied is gebeurd en dat de landschappelijke kwaliteiten van de site zouden bewaard worden. Ook de hoeve met de daarrond liggende knotwilgen zou beschermd worden. Tot tweemaal toe werd dus de Meylemeers in geschreven documenten erkend als waardevol gebied. Tijdens een bijeenkomst van de begeleidingscommissie in 2002 is nochtans gebleken dat Agora, het studiebureau van de GOMB, geen rekening heeft gehouden met de opgelegde voorwaarden om de bestemming van het waardevol gebied niet te wijzigen. Zal Agora in de toekomst ernstig rekening houden met de randvoorwaarden die met betrekking tot dit gebied werden gesteld? (in naam van de heer Willem Draps, Staatssecretaris bij het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, belast met Ruimtelijke Ordening, Stadsvernieuwing, Monumenten en Landschappen en Bezoldigd Vervoer van Personen).- Ik kan mevrouw Byttebier

6 6 BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG voor 100% geruststellen. De regeringsbeslissing van 20 juli 2002 wordt integraal uitgevoerd. Zowel de GOMB als de studiedienst Agora zullen toezien op de naleving van de voorwaarden die in die beslissing geformuleerd zijn. Het plan bevat het volledige behoud van de natuurlijke omgeving van de site. Er wordt niet geraakt aan de knotwilgen en evenmin aan de hoeve. Beide worden geïntegreerd in het industriepark dat de GOMB zinnens is aan te leggen. De zone wordt geheel in het landschap opgenomen. Daarom wordt voorzien in lage gebouwen van 4 tot 6 verdiepingen. Zij worden bovendien verspreid over de hele oppervlakte. Het is dus niet zo dat men de beslissing naast zich neerlegt, wel integendeel. Vastgoed en infrastructuur van de RTBF. Mevr. Julie de Groote (in het Frans).- Betreffende het eventuele verzoek om steun van het gewest voor het vastgoed en de infrastructuur van de RTBF, ook het plan Magelan genoemd, zou ik graag vernemen of u al contacten heeft gehad met de heer Phillipot. Het spreekt natuurlijk voor zich dat dit plan het Brussels Gewest aanbelangt vermits de Reyerslaan op het grondgebied van ons Gewest ligt. (in het Frans).- Sinds de bekendmaking van het plan Magelan 6heb ik nog geen contacten gehad met de heer Phillipot. Toch heb ik tegen de journalisten mijn vrees uitgesproken dat de zender Bruxelles-Capitale zou verdwijnen. Mevr. Julie de Groote (in het Frans).- Ik dacht dat het ging om een gedeeltelijke verhuizing en niet het volledig wegtrekken van de RTBF. Binnen het Comité van het cdh vraagt men zich af wat uw bedoelingen zijn. Als u zoveel moeilijkheden ondervindt om contact te leggen met de heer Phillipot, ben ik bereid als uw tussenpersoon op te treden. (in het Frans).- Men heeft met mij geen contact opgenomen maar ik ben ook niet van plan om te investeren in infrastructuur die geen voldoende evenwichtig waarborgt. Nieuwe gemeentewet De heer Bernard Ide (in het Frans).- U hebt de Vereniging van steden en gemeenten een ontwerp toegezonden waarover ik graag twee vragen zou stellen. Mijn eerste vraag gaat over het statuut van dat ontwerp: gaat het uit van François-Xavier de Donnea of van de regering? Mijn tweede vraag is: had dat ontwerp niet via de COBRU en daarna via de regering moeten passeren? (in het Frans).- Ik heb een voorontwerp tot wijziging van de gemeentewet voorbereid waarin een aantal technische aspecten worden geregeld. De tekst is besproken in interkabinettenwerkgroepen en is voor advies overgezonden aan de Vereniging van steden en gemeenten. Wij zullen een beslissing erover nemen en het voorontwerp medio november naar het Parlement terugsturen. De heer Bernard Ide (in het Frans).- Is het uw ontwerp of dat van de regering? (in het Frans).- Het is mijn ontwerp en ik heb het advies van de steden en gemeenten ingewonnen alvorens het te laten goedkeuren. De heer Bernard Ide (in het Frans).- Er is dus geen consensus over binnen uw regering? (in het Frans).- Jawel, voor 98%, en ik heb het dus voor advies voorgelegd aan de Vereniging van steden en gemeenten om ervoor te zorgen dat de tekst volledig strookt met alle richtlijnen van de regering. Bovendien heb ik erover gepraat met de voorzitter van de COBRU, die dat ontwerp niet bij hem wil zien terechtkomen. De heer Bernard Ide (in het Frans).- U zegt dat het om een technisch ontwerp gaat, maar het is ook erg politiek gekleurd. (in het Frans).- Als u het niet goed vindt, stap er dan mee naar de regering. Afschaffing van het kijk- en luistergeld De heer Jos Van Assche.- Minister Vanhengel verklaarde voor TV-Brussel dat het kijk- en luistergeld dat betaald is voor de periode tussen 1 januari en 31 december 2001 in geen geval kan teruggevorderd worden bij de betrokken dienst. Wie voor de maanden die in 2002 vallen, niet betaalde, krijgt een aanmaningsbrief. Fiscalisten en inspecteurs van Financiën die ik raadpleegde, zeggen nochtans dat een te veel betaalde belasting altijd kan teruggevorderd worden. Van navraag bij de gewestelijke dienst wordt men niet veel wijzer. Daar verschuilt men zich achter het onderscheid tussen een gemeenschapstaks en een regionale belasting. In deze omstandigheden kan de

7 PLENAIRE VERGADERING VAN DONDERDAG 17 OKTOBER minister moeilijk volhouden dat hij belastingen afschaft en vermindert. In feite gaat het om een vestzak-broekzakoperatie. De Brusselse belastingbetaler wordt gerold. De heer Guy Vanhengel, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen.- Gelukkig leven wij in een democratie. Ook mensen die niet kunnen lezen en rekenen kunnen zich verkiesbaar stellen. Het is schandalig hoe de heer Van Assche de belastingbetaler probeert te misleiden. Ik heb al talloze keren geantwoord op vragen over deze kwestie. Voor alle deskundigen is dit een uitgemaakte zaak, die definitief is gesloten. Ik herhaal andermaal dat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest pas op 1 januari 2002 bevoegd werd voor de betreffende belasting. Op dat moment werd een nultarief ingevoerd. De belasting waarvan de schuld ontstond voor die dag, blijft hoe dan ook verschuldigd. De federale wet van 13 juli 1987 over het kijk- en luistergeld bepaalt dat die taks verschuldigd is voor een periode van 12 opeenvolgende maanden. Daaraan is niets veranderd. Deze regeling is overigens getroffen in een onverdachte periode, waarin er nog geen sprake was van overdracht van bevoegdheden over de invoering van het nultarief. De enige bedoeling was de dekking van de belastingbetaler vanaf een begindatum tot een einddatum. Welnu, na 1 januari 2002 zijn geen nieuwe periodes meer begonnen, maar liepen nog wel sommige oude door. De wet zegt dat ook wie tijdens een dergelijke periode zijn tv-toestel van de hand doet, de taks verschuldigd blijft voor de hele periode. (Woordenwisseling) INTERPELLATIE VAN DE HEER BENOIT CEREXHE TOT DE HEER FRANCOIS-XAVIER DE DONNEA, MINISTER-PRESIDENT VAN DE REGERING, betreffende "de evolutie van de bekrachtiging van de Raamovereenkomst over de bescherming van de nationale minderheden en het standpunt van de Brusselse Regering in het licht van het verslag Nabholz-Haidegger dat door de Raad van Europa is goedgekeurd op 26 september 2002". De heer Benoit Cerexhe (in het Frans).- Tijdens mijn laatste interpellatie ter zake, heb ik tot mijn ontsteltenis vernomen dat de werkzaamheden inzake de nationale minderheden aan technici waren toevertrouwd. Ik heb mij er toen ook over verbaasd dat u over het onderwerp geen mening had. Op 26 september jongstleden is het verslag-nabholz door de Raad van Europa aangenomen. In het verslag wordt het begrip nationale minderheid gedefinieerd en wordt het bestaan ervan in ons land erkent. Dat verslag zou de bekrachtiging van de raamovereenkomst moeten bespoedigen. De regionalisering van de bevoegdheden betekent niet dat internationale verdragen niet meer hoeven te worden nageleefd. Experts hebben het bestaan van minderheden in ons land erkend en daar kun je niet omheen. Voor de ondertekening van de raamovereenkomst moest het begrip nationale minderheid worden gedefinieerd. De Raad van Europa heeft thans een definitie geformuleerd. Heeft u nu eindelijk een mening over de raamovereenkomst? Bent u er nu van overtuigd dat er nationale minderheden in ons land bestaan? Vormen de Franstaligen van de rand volgens u een nationale minderheid in de zin van de raamovereenkomst? Wat is het standpunt van de gewestelijke minister van Externe Betrekkingen? Treedt hij het standpunt bij van Vlaams Minister-President De Wael die nonchalant op de conclusies van het verslag reageert? Vandaag kunt u zelf een eerste ontwerp van bekrachtiging van de raamovereenkomst indienen, aangezien het begrip nationale minderheid gedefinieerd is door een instantie waarvan de bevoegdheid die van de interministeriële conferentie overstijgt. Bent u dan ook van plan in te gaan op de voorstellen die sommige parlementsleden van uw partij op andere bevoegheidsniveaus formuleren om een ontwerp van ordonnantie in te dienen houdende instemming met die fameuze overeenkomst? Als u niet antwoordt, zullen we verplicht zijn een voorstel van motie in te dienen, waarin de inhoud van de resoluties die reeds door de parlementsleden van uw partij zijn ingediend, letterlijk wordt overgenomen. Zo zullen wij u ertoe aanzetten een ontwerpdecreet houdende instemming met de Raamovereenkomst bij de Brusselse Hoofdstedelijke Raad in te dienen en bij de federale overheid en bij de overheden van de andere deelgebieden aan te dringen hetzelfde te doen. Nu de Raad van Europa het begrip nationale minderheid heeft gedefinieerd, is er geen reden meer om een omweg te maken via de interministeriële conferentie. De minister van Buitenlandse Zaken heeft geen zin om werk te maken van dat dossier en daarom moet u uw verantwoordelijkheid op u nemen. U kunt hem trouwens aanraden zich weer wat meer te interesseren voor wat er hier aan de hand is. Tijdens de afgelopen onderhandelingen over de institutionele hervormingen heeft de cdh alles in het werk gesteld om België te overtuigen de raamovereenkomst te ondertekenen. s Lands handtekening had de gevolgen van de regionalisering van de organieke gemeentewet wellicht kunnen verzachten. Mijn waardering gaat evenwel uit naar de heer Georges Clerfayt die hemel en aarde heeft verzet opdat de Raad van Europa zich over de situatie van de Franstaligen uit de rand zou buigen. Je moet het ijzer smeden terwijl het heet is. Minister Michel lijkt dat niet te begrijpen. In veertien maanden tijd hebben wij onze doelstellingen bereikt, maar in plaats van te scoren heeft de heer Michel zo ver mogelijk naast het doel geschopt. Laten we onze verantwoordelijkheden op ons nemen en die test ombuigen tot een overwinning van de fundamentele waarden. Ik hoop dat de Vlamingen begrijpen dat de ratificatie van de raamovereen-

8 8 BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG komst geen overwinning is in hun nadeel, maar een daad van democratie. Ik zal de Franstaligen zeggen dat het geen zin heeft in Straatsburg hoog van de toren te blazen om vervolgens in Brussel de angsthaas uit te hangen. Mevr. Caroline Persoons (in het Frans).- Ik ben verheugd over de goedkeuring door de Raad van Europa in september jongstleden van resolutie 1301 betreffende de bescherming van de minderheden in België en van het rapport-nabholz. Ik betreur echter dat de EVP zich heeft onthouden. De heer Clerfayt heeft een werk van lange adem verricht door zich tot de internationale instanties te richten toen hij merkte dat de Franstaligen uit de rand in hun land niet meer beschermd waren. Mevrouw Nabholz heeft een verstandige analyse gemaakt waarin rekening is gehouden met de problemen van ons land. Is die resolutie een belangrijk punt of een detail? De Raad van Europa is de internationale instantie die borg staat voor de handhaving van de vrede in Europa. Bovendien is de raamovereenkomst in die zin belangrijk dat zij de erkenning van alle nationale minderheden mogelijk maakt. België en elk van de deelgebieden zijn erbij betrokken. Men kan die overeenkomst niet opdringen aan anderen en ze tegelijk zelf niet toepassen. Positief in die resolutie is dat erop wordt gewezen dat de verbintenis van een Staat om de raamovereenkomst na te leven, ook ten volle geldt voor alle deelgebieden. Een tweede positieve punt is dat de resolutie de nationale minderheden in België definieert. Dat was niet helemaal zo in de raamovereenkomst, waarin de groepen die een dominante of een gedeelde dominante positie bekleden, maar numeriek kleiner zijn, worden uitgesloten, zoals de Vlaamse minderheid in Brussel. Ten slotte betreurt onze Raad in de resolutie dat België zoveel voorbehoud maakt dat de meeste bepalingen van de raamovereenkomst dode letter dreigen te blijven. Door te vragen dat spoed wordt gezet achter de ratificatie, onderstrepen wij het belang ervan. Ik hoop dat het Brussels Gewest de ratificatie zal steunen. (Applaus van MR) De heer Dominiek Lootens-Stael.- Als democraat moeten alle thema s in dit parlement aan de orde kunnen komen. Ik betreur het echter dat het rapport "Nabholz- Haidegger" op de agenda van deze vergadering is geplaatst. Het Brussels Parlement is niet bevoegd om zich hierover uit te spreken omdat het enkel betrekking heeft op de gemeenten in Vlaanderen. Het taalhoffelijkheidsakkoord had beter wel in deze plenaire vergadering aan de orde geweest. De resolutie die op 26 september op voorstel van mevrouw Nabholz-Haidegger door het Parlement van de Raad van Europa is aangenomen, is een nederlaag voor Vlaanderen. De stelling dat enkel de Duitstaligen een minderheid zijn in België werd zogenaamd door de staatshervorming achterhaald zodat er ook in andere gewesten minderheden werden benoemd: de Franstaligen in Vlaanderen en de Nederlandstaligen in Wallonië. (Voorzitter: de heer Jean-Pierre Cornelissen). Mevrouw Persoons heeft allerlei interpretaties toegekend aan het rapport Nabholz-Haidegger. De twee goedgekeurde amendementen beperken de schade voor Vlaanderen. Zij veranderen echter niets aan het principe dat Vlaanderen voortaan de plichten maar niet de rechten van een natiestaat heeft. Vlaanderen en België worden door de resolutie veroordeeld, al zijn er geen onmiddellijke juridische gevolgen. Stemmingen in de Raad van Europa zijn veeleer een loterij dan ernstig parlementair werk. Het rapport- Columberg werd destijds verworpen door de 21 aanwezige leden. Ook nu waren bij de stemming over de resolutie maar 100 van de 306 leden aanwezig. Vertegenwoordigers uit Albanië, Dagestan en Azerbeidjan hebben mee bepaald wie zich in België op het statuut van minderheid kan beroepen. De communautaire pacificatie die door de machtspartijen werd afgekondigd, is een fictie. De taalgrens legt een scheiding der geesten vast. Dit is niet zomaar een accident de parcours, veroorzaakt door de extremist Clerfayt. Het hele Franstalige politieke spectrum stuurde overwinningsbulletins de wereld in. In Straatsburg stonden zowat alle Franstalige partijen te juichen voor de goedkeuring van een resolutie die een doelbewuste en flagrante aanval is op het Belgische pacificatiemodel. Dit is een internationale blamage voor de Belgische Staat. Wie zijn hier eigenlijk de extremisten en de incivieken? Wie tracht met buitenlandse hulp het Belgische model op te blazen? Hier botsen twee werelden, de Vlaamse, waarin de eentaligheid van Vlaanderen en Wallonië erkend wordt, en de Waalse, die opkomt voor de mogelijkheid om in heel België in het Frans terecht te kunnen. Voor die laatsten zijn Vlaanderen en Brussel te veroveren gebieden, die zij bejegenen met de racistische minachting van kolonisten. De Franstalige politici maken geen geheim van hun agenda. Zij willen de faciliteiten inhoudelijk en geografisch uitbreiden en vandaar overgaan via de tweetaligheid tot de aanhechting bij Brussel. Wij weten hoe men daar manifest weigert de taalwetgeving toe te passen. De resolutie mist elke grond. Er bestaat geen Franstalige minderheid in Vlaanderen. In feite maken in de faciliteitengemeenten alleen de Vlaamse manifestanten kennis met de wapenstok. In Brussel worden Vlamingen niet in hun taal geholpen. De Franstalige arrogantie kent geen grenzen en toch stelt men het voor alsof men gediscrimineerd wordt door het Vlaamse bezettingsleger. Dit hele verhaal is ronduit belachelijk. VKB-erevoorzitter Monteyne herinnerde er nog aan dat het de Walen waren die de tweetaligheid voor heel België hebben afgewezen, niet de Vlamingen. Het initiatief om de discriminatie van Vlamingen in de Brusselse ziekenhuizen bij de Raad van Europa aan te kaarten, is een doekje voor het bloeden. Tegenstemmen was beter geweest dan deze camouflage. Alle ogen zijn nu op de interministeriële conferentie voor Buitenlands Beleid gericht. Maar terwijl de heer Van Cauwenberghe de impuls geeft tot de opvoering van haar activiteiten,

9 PLENAIRE VERGADERING VAN DONDERDAG 17 OKTOBER is de bereidheid van zijn Vlaamse ambtsgenoot tot onder het vriespunt gezakt. De Vlamingen moeten hun medewerking staken. Er mag noch een definitie noch een ratificatie volgen. Het verhaal moet hier eindigen. Dat is de enige fatsoenlijke Vlaamse reactie die overblijft. Wij zullen nauwlettend de houding van de andere Vlaamse partijen in dit parlement blijven volgen. Mevr. Brigitte Grouwels.- De resolutie roept vele bedenkingen op. De Franstaligen zien er hun erkenning als nationale minderheid in heel Vlaanderen in. Maar dat impliceert ook dat zij de taalgrens als een staatsgrens erkennen, wat betekent dat alleen Vlaanderen bevoegd is in het Vlaams Gewest, ook voor de faciliteiten. Het waren inderdaad de Walen die de tweetaligheid voor heel België afwezen. In feite wil men op grond van de resolutie in België een soort subnationaliteit invoeren, die onafhankelijk is van waar men woont. Maar dat betekent dan ook dat Wallonië in rechte en in de feiten faciliteiten moet toekennen aan de Nederlandstaligen. Men kan bijvoorbeeld beginnen met overal in het Franstalige onderwijs Nederlands als tweede taal op te leggen. Op dit moment kiezen niet eens de helft van de Franstalige scholieren daarvoor. Men kan toch niet voor de Franstaligen in Vlaanderen eisen, wat men niet bereid is te gunnen aan de Nederlandstaligen in Wallonië? Het verdient evenwel de voorkeur om te zorgen voor echte tweetaligheid in Brussel. Dat kan vervolgens als lichtbaken fungeren. Want hoe kan men iets eisen van een eentalig gebied als het niet eens lukt in een tweetalig? Wie in België regionale minderheden wil erkend zien, zet de hele grondwettelijke orde op het spel, inclusief de pariteit in de regering, de bijzondere meerderheden en de taalkaders in administratie en rechtbanken. (Voorzitter : mevr. Magda De Galan) De heer Jean-Pierre Cornelissen (in het Frans).- U hebt het verslag van mevrouw Nabholz erg slecht gelezen, wat mij niet verbaast van u. Mevr. Brigitte Grouwels.- Het is een schande dat de federale minister van Buitenlandse Zaken wel de prille democratie in Nepal wil verdedigen, maar niet het constitutionele bestel van zijn eigen land. In elk ander land zou hij daarvoor ter verantwoording worden geroepen. De heer Dominiek Lootens-Stael.- Als CD&V consequent is, moet zijn minister uit de regering stappen. Mevr. Brigitte Grouwels.- Wij maken geen deel uit van de interministeriële conferentie. Wij zien wel in het Vlaams Parlement hoe daar gereageerd wordt op he belachelijke minderhedenverdrag. De ratificatie is alleen aanvaardbaar als er een ondubbelzinnige en juridisch sluitende interpretatieve verklaring van het begrip minderheid aan wordt toegevoegd. Daarin moet staan dat er in België geen minderheden zijn in de zin die de conventie bedoelt. Gebeurt dat niet, moet het hele rapport naar de prullenmand worden verwezen. De heer Rudi Vervoort (in het Frans).- De recente goedkeuring van het rapport Nabholz-Haideger is een doorslaggevend element om de eerbiediging van de rechten van de Franstaligen in de rand af te dwingen, maar het is essentieel dat de debatten in de interministeriële conferentie tot een uitkomst leiden. Het zou onbedachtzaam zijn dat rapport aan te grijpen om af te wijken van de overlegmethodes die in de Lambermontakkoorden zijn gebruikt. Het belangrijkste is nu dat dit akkoord wordt geratificeerd. De heer Benoît Cerexhe (in het Frans).- Louis Michel belooft al 14 maanden dat hij het dossier vooruit zal helpen en ik vraag mij af hoe het daarmee staat. De leden van de fractie van de heer de Donnea vragen dat de regering een ontwerp tot ratificatie van die overeenkomst voorstelt. Ik veronderstel dat de heer de Donnea zich naar de anderen zal richten en een initiatief zal nemen op het niveau van het Brussels Gewest, al was het maar ter wille van de politieke samenhang. De heer Rudi Vervoort (in het Frans).- Die democratische vooruitgang is nutteloos als ze niet op federaal niveau wordt geratificeerd. Een vroegtijdige ratificatie zonder gemeenschappelijke definitie van het begrip "minderheid" zou de tegenstanders ervan bovendien een voorwendsel geven om de onderhandelingstafel te verlaten. Mevr. Caroline Persoons (in het Frans).- Ik betreur dat u minder ver gaat dan de Europese socialistische volksvertegenwoordigers. De heer Rudi Vervoort (in het Frans).- Ik maak geen voorbehoud inzake de grond, maar wel wat de vorm betreft. Een stemming in de Franstalige instellingen zou de belangrijkheid van de overeenkomst maar in geringe mate vergroten. Dit zou pas echt de totale mislukking van de ratificatie van het raamakkoord betekenen en dit voor vele jaren lang. Wij zullen de resultaten van de heer Michel beoordelen aan de hand van de bewijsstukken. De heer Benoît Cerexhe (in het Frans).- Hoeveel uitstel geeft u hem? Moet hij nog vr de verkiezingen zijn handtekening zetten? De heer Sven Gatz.- In dit confederale land bestaat sinds lang de traditie om de eigen problemen intern op te lossen. Ik was dan ook geschokt toen die spelregel werd doorbroken toen het FDF zich tot de Raad van Europa heeft gewend met een probleem dat op ons eigen terrein had moeten worden beslecht. Het rapport Nabholz zelf houdt volgens mij problemen in die onze nationale problemen overstijgen. De Franstaligen zouden volgens het rapport hun rechten als minderheid in heel België kunnen doen gelden. Als men dat transplanteert naar Europa kan dat leiden naar een heel onstabiel Europa. Het rapport wordt echter pas afdwingbaar als het in overeenstemming is met het eigen Belgische kader. We zijn dus terug bij af. Er moet echter wel een oplossing komen. Daarom durf ik, in afwachting van die oplossing, een aantal problemen aankaarten samen met een aantal Brusselse collega s. Het recht op gezondheid bijvoorbeeld, dat een bestaand recht is, moet door

10 10 BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG de Vlamingen in de Brusselse rand kunnen worden afgedwongen. Ik heb aan den lijve ondervonden, toen ik onlangs in een Brussels ziekenhuis werd opgenomen, dat hiervoor de weg naar Straatsburg volledig legitiem is. Als men het nodig vindt om in dit parlement de democratische principes in Vlaanderen te hekelen, dan zullen wij hetzelfde doen voor het Brusselse Gewest. Ik besluit daarom met te herhalen dat het gestelde probleem op eigen terrein moet worden opgelost. De heer Christos Doulkeridis (in het Frans).- Naar aanleiding van de interpellatie van de heer Cerexhe betreffende het verslag-"nabholz" zou ik hier willen stellen dat "de integratie gefaald heeft". Het volstaat namelijk om de herhaalde uitspraak "we voelen ons niet meer thuis" van de autochtone Franstaligen en Belgen te horen om te beseffen dat er iets fout loopt met dit integratiebeleid. Er zijn zelfs partijen opgericht om dat probleem te regelen maar daardoor zijn de bestaande spanningen alleen maar toegenomen. Ik ben ervan overtuigd dat de mensen weer rond de tafel moeten gaan zitten. Door voortdurend te hameren op het vreedzaam samenleven, zet men veeleer de verschillen dan wel de overeenkomsten in de verf. (Applaus van Ecolo) De heer Jean-Pierre Cornelissen (in het Frans).- Overal in Europa hebben de wisselvalligheden van de geschiedenis geleid tot het naast elkaar leven van verschillende bevolkingsgroepen binnen dezelfde grenzen. Nu beweren sommigen dat de regionale grenzen staatsgrenzen worden. In ons land dateren de wetten betreffende de faciliteiten niet van 1963, want er was al sprake van in In 1963 werden taalgrenzen gecreëerd die door sommigen "Stadsgrens" worden genoemd zonder daarbij te vragen naar de mening van de mensen en vanuit een volstrekte willekeur in geografisch opzicht. Een staat die naam waardig kent zijn minderheden rechten toe. Vlaanderen zou dat moeten doen. Het rapport-"nabholz" bepaalt normen voor heel Europa en ik zou eindelijk communautaire vrede willen zien heersen. Daarvoor is het nodig iets te doen voor de minderheden met het oog op de naleving van deze raamovereenkomst. (Applaus van MR) (in het Frans).- Alvorens te antwoorden, toch enkele opmerkingen. Ik ben vooral verbaasd dat de heer Cerexhe hier een minister van een andere regering interpelleert. De heer Benoît Cerexhe (in het Frans).- U bent bevoegd om een ratificatie-ontwerp in te dienen. (in het Frans).- Gelukkig bestaat er volgens het verslag-"nabholz" geen minderheid in Brussel. Dat betekent dat de Franstaligen en de Nederlandstaligen in Brussel goed samenwerken. Naar aanleiding van de goedkeuring van het verslag heeft de interministeriële conferentie een werkgroep opgericht waarin het Gewest wordt vertegenwoordigd door twee deskundigen, een Franstalige en een Nederlandstalige. Die werkgroep baseert zich op het verslag-nabholz en op de Overeenkomst van Venetië om het begrip "nationale minderheid" in het internationaal en Belgisch recht te definiëren. Ik bevestig dus het mandaat van onze twee vertegenwoordigers. Het Brussels Gewest heeft zich niet uit te spreken over die zaak. Ik vertrouw op het advies van de groep van deskundigen en op de minister van Buitenlandse Zaken. Een andere houding zou deloyaal zijn tegenover de federale overheid en zou elke kans op een nationaal akkoord in de kiem smoren. De heer Benoît Cerexhe (in het Frans).- Ik had van u meer moed verwacht. Ik veronderstel dat u de wetten kent. De wet van 26 augustus 1996 bepaalt dat u een ratificatieontwerp kunt indienen. Daaraan is slechts één voorwaarde verbonden: in geval van ratificatie moet u de minister van Buitenlandse Zaken daarvan op de hoogte te brengen. Mijn vraag richt zich dus wel degelijk tot u. Aangezien u de bal in het kamp van de heer Michel legt, wil ik dat u bepaalt tegen wanneer de interministeriële conferentie een akkoord over de definitie van de nationale minderheden moet klaar hebben, namelijk tegen de parlementsverkiezingen van Zo niet, moet u uw verantwoordelijkheid opnemen en een ratificatieontwerp indienen. Wat denkt u persoonlijk over de inhoud van het verslag- Nabholz? Als u ermee instemt, zou ik erop kunnen vertrouwen dat u in staat bent om de resolutie te verdedigen. Welk standpunt moeten de deskundigen verdedigen die het Gewest in de interministeriële conferentie vertegenwoordigen? Wat kunnen ze daar aanvangen als ze het standpunt van de regering niet kennen? (in het Frans).- De heer Cerexhe wordt als leider van de democratische oppositie betaald om stokken in de wielen van de regeringsmeerderheid te steken en olie op het vuur te gooien. Eigenlijk maakt u veel drukte om niets. Ik, daarentegen, wordt betaald om ervoor te zorgen dat dit dossier, op het niveau van alle deelgebieden, leidt tot een eindresultaat dat gunstig is voor alle betrokken partijen en dit dankzij een verantwoordelijke houding van het Brussels Gewest. Wij zullen ons niet gedragen als een hond in een kegelspel. Wij handelen volgens de principes van behoedzaamheid, diplomatie en federale loyauteit. De heer Benoît Cerexhe (in het Frans).- Zonder drukdoenerij bereikt men niets. Wij hebben een constructieve bijdrage geleverd aan de Lambermont en de Lambermont- bis-akkoorden, waarin ook sprake is van de ondertekening van de raamo-

11 PLENAIRE VERGADERING VAN DONDERDAG 17 OKTOBER vereenkomst. Alles moet geratificeerd zijn voor de parlementsverkiezingen. Zo niet, moet u een ontwerp van ratificatie voorleggen. De Voorzitter.- Ten gevolge van de interpellatie van de heer Benoît Cerexhe, hebben de heren Joël Riguelle, Michel Lemaire, Benoît Cerexhe en mevrouw Julie de Groote een motie ingediend die luidt als volgt: "De Raad Gelet op de raamovereenkomst van de Raad van Europa betreffende de bescherming van de nationale minderheden, goedgekeurd op 10 november 1994 door het Comité van Ministers van de Raad van Europa, hierna aangeduid met de woorden "de raamovereenkomst" Gelet op de ondertekening door de Belgische Staat van de raamovereenkomst op 31 juli 2001 Gelet op de verklaring door de Raad dat er in België nationale minderheden bestaan die bescherming behoeven, waaraan concrete vorm is gegeven via de goedkeuring van resolutie nr van 26 september 2002 Gelet op het gemengd karakter van dit international verdrag en de toepassing van het samenwerkingsakkoord van 8 maart 1994 tussen de federale staat, de gemeenschappen en de gewesten, betreffende de modaliteiten voor het sluiten van gemengde verdragen, meer bepaald artikelen 9 tot 11 Gelet op het aanzienlijke tijdsverschil tussen de openstelling tot ondertekening van de overeenkomst door de lidstaten van de Raad van Europa en de ondertekening van de raamovereenkomst door België Teneinde nieuwe vertraging in het ratificatieproces van deze overeenkomst te voorkomen Vraagt dat België de raamovereenkomst van de Raad van Europa zonder verwijl en zonder voorbehoud ratificeert; Vraagt bijgevolg aan de Brusselse Hoofdstedelijke regering 1. om vlug een ontwerp van decreet tot goedkeuring van de raamovereenkomst in te dienen bij de Raad van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; 2. om bij de federale instellingen erop aan te dringen dat zij hetzelfde doen wat hen betreft; 3. om bij de overige deelgebieden erop aan te dringen dat zij hetzelfde doen wat hen betreft." Mevrouw Marion Lemesre, de heren Rudi Vervoort, Eric André, Sven Gatz en mevrouw Brigitte Grouwels hebben een eenvoudige motie ingediend. De Raad zal zich tijdens één van haar volgende vergaderingen over deze moties uitspreken. Ten gevolge van de interpellaties van de heren Marc Cools, Denis Grimberghs, Bernard Ide, Jean-Pierre Cornelissen, mevrouw Isabelle Emmery en de heer Dominiek Lootens-Stael betreffende de autolozedag van 22 september 2002 werd ook een motie ingediend. Deze motie ingediend door de heren Marc Cools, Jean-Pierre Cornelissen, Michel Moock, Jan Béghin, mevrouw Adelheid Bytttebier, de heren Denis Grimberghs, Jean-Luc Vanraes en Michel Van Roye luidt als volgt: «De Raad vindt wat volgt : De dag "Zonder auto mobiel in de stad", waarop dit jaar alle verkeer in Brussel verboden was, was onbetwistbaar een evenement; Een evenement dat gewild was door de Brusselse Regering en de burgemeesters van de negentien Brusselse gemeenten, ongeacht de politieke kleur; Dit evenement kende heel wat bijval bij de bevolking en was een waar feest; Heel wat Brusselaars hebben die dag van de gelegenheid gebruik gemaakt om hun wandelschoenen, fiets of rollerskates boven te halen en het openbaar vervoer zat overvol; Een dergelijke dag heeft de verdienste dat iedereen ervan bewust gemaakt wordt dat er andere vervoermodi dan de wagen bestaan; Een dergelijke dag heeft ook aangetoond dat het openbaar vervoer nog meer moet worden verbeterd en dat de weggebruikers meer respect voor het verkeersreglement moeten worden bijgebracht; Aangezien het thans onmogelijk is om het Brussels Gewest in de week voor alle verkeer af te sluiten, moet het Gewest op 21 september 2003, in het kader van de Europese dag, een reeks gerichte bewustmakingsacties op het touw zetten, in samenwerking met de negentien gemeenten, om de overschakeling naar andere vervoermodi te stimuleren en het gebruik van de wagen voor de verplaatsing naar het werk af te remmen; Op zondag 21 september 2003 zou een autoloze dag moeten worden georganiseerd, op voorwaarde dat de MIVB en de NMBS het vervoeraanbod uitbreiden in vergelijking met 22 september 2002; Op voorwaarde ook dat de toegang tot Brussel vergemakkelijkt wordt door een groter aantal park- en rideterrreinen." De Raad zal tijdens één van haar volgende vergaderingen over deze motie uitspreken. MONDELINGE VRAGEN Een nieuw stedenbouwkundig concept voor de Europawijk De heer Sven Gatz.- Deze mondelinge vraag dateert van de maand juli. Een aantal vragen zullen wellicht achterhaald zijn, andere vragen zullen pertinenter zijn. Brussel krijgt een belangrijke rol toebedeeld in de Europese Unie van morgen. Sinds 2002 is Brussel het centrum van de Europese besluitvorming geworden, met alle gevolgen vandien. Daarom is een doordachte en grondige aanpak van het infrastructurele deel van deze gevolgen zeer belangrijk. Dat concludeerden ook al de "wijzen" die door de Europese Commissie werden aangetrokken en het rapport Brussels, Capital of Europe, publiceerden.

12 12 BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG De uitvoering daarvan is echter vreemd verlopen. Er werd een offerte uitgeschreven om een stedenbouwkundig concept voor de Europese wijk uit te tekenen. Deze offerte verscheen in het Staatsblad op 17 juli en werd reeds afgesloten op 8 augustus. Deze periode valt samen met het bouwverlof. Bovendien bestond er heel wat onduidelijkheid over de samenstelling van de jury die de projecten moest beoordelen. Ten slotte bleek de verantwoordelijke voor het project tijdens deze periode met verlof. Waarom werd voor deze procedure gekozen? Was het niet mogelijk de aanstelling in het kader van dit project op een minder tijdrovende manier te regelen? Waarom werd ervoor gekozen om deze offerte net uit te schrijven tijdens de periode dat zowel parlement als bouwsector in verlof waren? Had men dit niet beter voor of na het reces uitgeschreven? Waarom werd voor de uitwerking van een dergelijk stedenbouwkundig project maar een drietal weken gegeven aan de kandidaat-indieners? Op welke manier krijgen de bewoners van de wijk inspraak in het hele project? Hoeveel offertes heeft de regering gekregen? Wie heeft de offertes beoordeeld en aan de hand van welke criteria werd de uiteindelijke winnaar bekend gemaakt? Hoe zal de verdere ontwikkeling van dit dossier verlopen? Welke timing wil de minister-voorzitter hanteren bij het invullen van het stedenbouwkundig kader dat deze offerte heeft opgeleverd? Welke initiatieven mogen we nog verwachten en op welke manier worden deze bekend gemaakt?.- Op 19 juli 2002 is een aankondiging van opdracht verschenen in het Bulletin der Aanbestedingen betreffende "de ontwikkeling van een globaal stedenbouwkundig concept voor de Europese wijk in Brussel". Voor de toekenning van deze opdracht die gezamenlijk door de diensten van de premier en door mijzelf is uitgeschreven, werd de volgende procedure gevolgd. Op 19 juli 2002 werd aan de geïnteresseerde adviesbureaus gevraagd zich voor 7 augustus kandidaat te stellen. Hun kandidaatstelling diende vergezeld te gaan van een dossier dat toeliet hun economische, financiële en technische bekwaamheden te evalueren. Het gaat om een "klassiek dossier" waarin de reglementering op de overheidsopdrachten voorziet. Deze aankondiging is tijdens de vakantie gepubliceerd omwille van de dringende noodzaak. Het doel is een omvattend stedenbouwkundig concept te ontwikkelen voor de Europese wijk die aansluit bij de beslissing om de topontmoetingen in Brussel te houden. De volgende uitbreiding van de Europese Unie is gepland voor 2004 en er mag dus niet worden getalmd. Dat een aantal personen kritiek hebben op de keuze van de periode van aankondiging is ongegrond. Het feit dat 22 adviesbureaus interesse hebben betoond voor deze opdracht is een onmiskenbaar bewijs van het open karakter van deze opdracht. Er werd voor deze procedure gekozen gelet op de dringende noodzakelijkheid die stoelt op het gegeven dat de uitbreiding van de Europese Unie nakend is. Bovendien is de gekozen procedure een onderhandelingsprocedure met voorafgaandelijke bekendmaking. De publicatie van de aankondiging van de opdracht is volledig in overeenstemming met deze procedure. De heer Sven Gatz betreurt dat de oproep tot de geïnteresseerde kandidaten tijdens het bouwverlof en het parlementair reces is uitgeschreven. Omdat het gaat om een oproep tot kandidaten is het dossier dat door de adviesbureaus moet worden ingediend een vrij "klassiek" dossier en is het naar mijn mening geen probleem een dergelijk dossier in de vakantieperiode samen te stellen. Over het algemeen hebben deze kantoren een permanentieregeling tijdens deze periode. De zin van uw opmerking betreffende het parlementair reces ontgaat mij. De termijn van drie weken voor de adviesbureaus dient uitsluitend om zich kandidaat te stellen. Deze periode is ruim voldoende gebleken. Het kandidaatsdossier omvat immers maximaal vijf bladzijden waarin de kandidaat zijn know how toelicht en meer in het bijzonder de toegepaste methode uitlegt om deel te nemen aan de huidige opdracht. Tussen de premier en mijzelf is bepaald dat zowel de bewoners als de Europese instellingen op de hoogte zullen worden gebracht van het resultaat van deze studie en dat de besluiten ervan een ruime verspreiding zullen genieten. De bewoners zullen zich kunnen uitspreken ter gelegenheid van de openbare onderzoeken die zullen georganiseerd worden in het kader van de behandeling van de stedenbouwkundige vergunningen. Er werden 22 offertes ingediend. Zij werden onderzocht door mijn kabinet en dat van de premier, bijgestaan door de diensten van de Regie voor Gebouwen en de federale overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer. Zij selecteerden uiteindelijk 4 adviesbureaus op grond van de criteria die in de aankondiging van de opdracht stonden vermeld. De selectie geschiedde volledig objectief. De 4 overblijvende adviesbureaus dienen hun offerte uit te werken op basis van het bestek dat zij vorige week ontvingen. Tegen 20 november 2002 moeten ze klaar zijn. Na verdere besprekingen zal het comité het bureau kiezen dat de studieopdracht krijgt toegewezen. Die naam moet voor de kerstvakantie bekend zijn. Het aangewezen bureau krijgt dan 6 maanden de tijd om de opdracht uit te voeren. Eigen banen voor de tram Mevr. Geneviève Meunier (in het Frans).- Op 18 september vernamen we via de pers dat het Gewest, de MIVB en de gemeente het erover eens zijn geworden dat niet geraakt wordt aan het tweerichtingsverkeer en de verkeerscapaciteit op de Charleroisesteenweg. Hoewel de MIVB meer dan tien jaar lang pogingen heeft gedaan om de reissnelheid van de tram te verhogen, houdt men