De erfrechtelijke positie van stiefkinderen de lege lata en de lege ferenda.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De erfrechtelijke positie van stiefkinderen de lege lata en de lege ferenda."

Transcriptie

1 Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar De erfrechtelijke positie van stiefkinderen de lege lata en de lege ferenda. Masterproef van de opleiding Master in het notariaat Ingediend door Lisa Borny (Studentennummer: ) Promotor: Prof. Dr. Jan Bael Commissaris: Daan De Witte

2 WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen in het kader van het behalen van de masteropleiding master in het notariaat aan de Universiteit Gent. Deze masterproef luidt enerzijds het einde in van mijn studentenleven, maar vormt anderzijds ook het beginpunt van een nieuw hoofdstuk in mijn leven. Graag had ik van de gelegenheid gebruik willen maken om een oprecht woord van dank te richten aan een aantal personen die op een of de andere manier betrokken zijn geweest bij de verwezenlijking van deze masterproef. Vooreerst wens ik professor Jan Bael te bedanken die mij toeliet over dit boeiend onderwerp te schrijven. Verder wens ik ook mijn ouders te bedanken die mij de kans wilden geven om deze bijkomende masteropleiding aan te vatten, en uiteraard ook voor de onvoorwaardelijke steun tijdens mijn studies. In het bijzonder wil ik hen ook bedanken om mijn masterproef na te kijken op taalkundige fouten. Tot slot wil ik ook mijn vriend bedanken voor zijn luisterend oor en de steun wanneer het nodig was. Lisa Borny, mei

3 INHOUDSOPGAVE WOORD VOORAF... 2 INHOUDSOPGAVE... 3 INLEIDING... 5 TITEL I. DE ERFRECHTELIJKE POSITIE VAN HET STIEFKIND... 8 Hoofdstuk I. De rechtshistorische evolutie van de erfrechtelijke positie van het stiefkind... 8 Hoofdstuk II. Het stiefkind ratione personae Het huwelijk als samenlevingsvorm tussen stiefouder en juridische ouder De socio- affectieve band tussen stiefouder en stiefkind De afwezigheid van een afstammingsband tussen stiefouder en stiefkind TITEL II. DE ERFRECHTELIJKE POSITIE VAN STIEFKINDEREN DE LEGE LATA Hoofdstuk I. Wettelijke devolutie Het stiefkind is geen wettelijke erfgenaam van de stiefouder Stiefouderadoptie: het stiefkind is wettelijke erfgenaam van de stiefouder Gewone stiefouderadoptie Volle stiefouderadoptie Gemeenschappelijke bepalingen Fiscale positie van geadopteerde stiefkinderen Ter illustratie Kritische noot Hoofdstuk II. Testamentaire devolutie Het stiefkind als testamentaire erfgerechtigde Het stiefkind in samenloop met reservataire erfgenamen De reserve van de juridische afstammelingen van de stiefouder De reserve van de langstlevende (niet van tafel en bed gescheiden) echtgenoot De reserve van de ascendenten van de stiefouder Het beschikbaar deel legateren aan het stiefkind De vordering tot inkorting Fiscale positie van testamentaire erfgerechtigde stiefkinderen Kritische noot Hoofdstuk III. Conventionele devolutie Onmogelijkheid voor de stiefouder om een erfovereenkomst vóór het openvallen van zijn nalatenschap te sluiten Mogelijkheid voor de stiefouder om een erfovereenkomst na het openvallen van zijn nalatenschap te sluiten

4 Hoofdstuk IV. De onrechtstreekse bevoordeling van het stiefkind via de langstlevende echtgenoot Bevoordeling via huwelijksvoordelen Bevoordeling via giften Fiscale positie van het onrechtstreeks bevoordeeld stiefkind TITEL III. DE ERFRECHTELIJKE POSITIE VAN STIEFKINDEREN DE LEGE FERENDA.. 40 Hoofdstuk I. Algemene en specifieke wetsvoorstellen ter verbetering van de erfrechtelijke positie van het stiefkind in de nalatenschap van diens stiefouder Algemeen wetsvoorstel tot wijziging van het Belgisch erfrecht Reserve van de kinderen wordt afgezwakt Mogelijkheid om te verzaken aan de reserve Toelaatbaarheid van een familiepact Specifiek wetsvoorstel om het stiefkind op te nemen in de nalatenschap van diens stiefouder De invoering van een wettelijke definitie van het begrip stiefkind De mogelijkheid om het stiefkind op te nemen in de wettelijke devolutie van de stiefouder Hoofdstuk II. Eigen wetsvoorstel Afzwakking verbod erfovereenkomsten Afzwakking van de reserve De reserve van de ascendenten De reserve van de descendenten De invoering van een testamentaire betrekkingsclausule TITEL IV. SLOTBESCHOUWINGEN BIBLIOGRAFIE Wetgeving Rechtspraak Rechtsleer Bijdragen in tijdschriften Verzamelwerken en reeksen Boeken Onlinebronnen

5 INLEIDING 1. De laatste decennia zijn er in België een stijgend aantal echtscheidingen en hierdoor ook een groter aantal mensen die een tweede of zelfs derde huwelijk aangaan 1. Steeds meer kinderen groeien dan ook op in nieuw samengestelde gezinnen, waarbij het kind dient samen te leven met de nieuwe echtgenoot van zijn vader of moeder. Hun pad gaat niet steeds over rozen, zeker niet op het ogenblik van het overlijden van één van de partners. 2. Deze masterproef heeft tot doel stil te staan bij de erfrechtelijke positie van het stiefkind in de nalatenschap van zijn stiefouder. In dit kader wordt niet alleen het huidig recht onder de loep genomen, maar ook het wenselijk recht wordt grondig onderzocht. Aan de erfrechtelijke behoeften die uit de stiefouder- stiefkindrelatie ontstaan, biedt het huidig juridisch kader immers een onvoldoende antwoord. 3. De erfrechtelijke positie van het stiefkind in de nalatenschap van zijn stiefouder is een actueel thema. Al geruime tijd gaan er stemmen op om het erfrecht te moderniseren. Dit komt onder meer tot uiting in het federaal regeerakkoord van Michel I dat het voornemen van de vorige regering herneemt om op erfrechtelijk vlak het hervormen van het huwelijksvermogensrecht en erfrecht voorop te stellen, rekening houdend met de maatschappelijke ontwikkelingen en nieuwe samenlevingsvormen Sommige auteurs spreken niet van stiefkinderen maar gebruiken andere begrippen zoals niet- gemeenschappelijke kinderen en kinderen uit een vorig huwelijk 3. Gemakkelijkheidshalve zal in deze masterproef steeds het begrip stiefkind gehanteerd worden. 1 Wetsvoorstel tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek teneinde het stiefkind als erfgenaam te kunnen benoemen, Parl. St., Belgische Senaat buitengewone zitting 2010, nr. 5-39/1. 2 Regeerakkoord 9 oktober 2014, _Regeerakkoord.pdf. 3 A. VERBEKE, Belgisch erfrecht in kort bestek met IPR- aspecten en praktische tips voor Nederbelgen, Antwerpen Groningen, Intersentia, 2002, 83; M. PEULINCKX- COENE, De tweede grote promotie van de 5

6 5. Over het algemeen kan men twee soorten van relaties tussen stiefouder en stiefkind onderscheiden 4. In een eerste scenario hertrouwt één van de ouders als de kinderen nog jong zijn. In dat geval zal de stiefouder vaak tussenkomen in de opvoeding van zijn stiefkind, en zal er al snel een hechte band ontstaan tussen stiefouder en stiefkind. Het is ook mogelijk dat één van de ouders hertrouwt als de kinderen al tieners zijn. Dan is het veel moeilijker om een hechte band op te bouwen tussen stiefouder en stiefkind, omdat vanaf de puberjaren kinderen geen nood meer hebben aan een nieuwe ouderfiguur. Het spreekt dan ook voor zich dat het vooral in het eerste scenario is dat de stiefouder zijn stiefkind als een eigen kind is gaan beschouwen en de wens koestert om zijn stiefkind, al dan niet op gelijke voet met zijn eigen juridische kinderen, in zijn nalatenschap te betrekken. 6. De problematiek zal telkens toegelicht worden aan de hand van voorbeelden. Uitgangspunt hierbij is volgende situatie: In 2000 trad de toen 27- jarige weduwe Els in het huwelijk met de 30- jarige Marc. Els verloor haar eerste echtgenoot in een auto- ongeval. Zij bleef achter met een erg jong kind nl. Tom. Marc wierp zich van in het begin op als een tweede vader voor Tom. Samen kreeg het echtpaar nog een zoon Sam. Dit betekent dat schematisch gezien onderstaande situatie zich voordoet: Marc Els Sam Tom Het uitgangspunt is aldus dat Marc en Els één gemeenschappelijk kind (Sam) en één niet- gemeenschappelijke kind (Tom) hebben. Indien nodig zal in de verdeling bijkomende kinderen worden betrokken. buitenhuwelijkse kinderen na de vele recente wetswijzigingen in W. PINTENS en J. DU MONGH (eds.), Patrimonium 2007, Antwerpen Oxford, Intersentia, 2007, 310; P. NIJS, P. VAN RYCKEGHEM en L. VOSSEN, Erven en schenken: maximaal optimaliseren, Leuven, Indicator, 2011, Wetsvoorstel tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek teneinde het stiefkind als erfgenaam te kunnen benoemen, Parl. St., Belgische Senaat buitengewone zitting 2010, nr. 5-39/1. 6

7 7. In TITEL I. wordt de rechtshistorische evolutie van de erfrechtelijke positie van het stiefkind kort onder de loep genomen. Daarnaast is het ook van belang om de problematiek ratione personae voldoende af te bakenen. In TITEL II. komt de erfrechtelijke positie van het stiefkind de lege lata aan bod. Er wordt onderzocht wat de huidige erfrechtelijke positie is van het stiefkind onder het Belgisch recht. Bij de wettelijke devolutie stelt zich de vraag of het stiefkind al dan niet plaats neemt in de wettelijke erfopvolging van zijn stiefouder. Vervolgens wordt ook de testamentaire devolutie onderzocht: als blijkt dat het stiefkind niet opgenomen is in de wettelijke erfopvolging van zijn stiefouder, dient immers onderzocht te worden of de stiefouder deze situatie door middel van een testament kan rechtzetten. Daarnaast is er ook nog de conventionele devolutie waarbij wordt nagegaan of de stiefouder een erfovereenkomst kan sluiten met het oog op de regeling van zijn nalatenschap. Ten slotte stelt zich de vraag of, indien zou blijken dat het voor de stiefouder de lege lata onmogelijk is stiefkinderen in zijn nalatenschap te betrekken, een alternatief kan gevonden worden in de maximale bevoordeling van de langstlevende echtgenoot die ook de juridische ouder van de kinderen is. TITEL III. handelt over de erfrechtelijke positie van het stiefkind de lege ferenda. Doel hiervan is om op zoek te gaan naar een regeling die het meeste bescherming biedt aan de erfrechtelijke positie van het stiefkind. In het Belgisch rechtstelsel werden reeds verscheidene wetsvoorstellen ingediend die de erfrechtelijke positie van de stiefkinderen beogen te verbeteren. Hieraan zal uiteraard aandacht geschonken worden. Waar nuttig formuleer ik enkele kritische bedenkingen en doe ik een eigen voorstel de lege ferenda. 7

8 TITEL I. DE ERFRECHTELIJKE POSITIE VAN HET STIEFKIND Hoofdstuk I. De rechtshistorische evolutie van de erfrechtelijke positie van het stiefkind 8. Deze bijdrage onderzoekt de erfrechtelijke positie van het stiefkind in de nalatenschap van zijn stiefouder. Het erfrecht biedt een antwoord op de vraag aan wie de nalatenschap van de erflater zal toekomen bij zijn overlijden en op welke wijze dit zal gebeuren. Wat het Napoleontisch erfrecht betreft ging deze uit van één soort familie. Dit is echter achterhaald 5. Zoals in de inleiding reeds besproken, is het gezinsgebeuren vandaag de dag heel wat complexer geworden. 9. In tegenstelling tot zijn stiefouder heeft het stiefkind zich steeds in een gunstige erfrechtelijke positie bevonden. Reeds ten tijde van de Romeinen kondigden Romeinse keizers wetten af ten gunste van kinderen uit een vorig huwelijk 6. Slechts in 1981, en na eeuwen van ongelijke behandeling, kregen stiefouders in principe dezelfde erfrechten als de gemeenschappelijke ouder 7. Dat de positie van de stiefkinderen er hierdoor op achteruit zou gaan was een onvermijdelijk gevolg. Erfrechtelijke compensaties ten gunste van de stiefkinderen dienden dan ook de erfrechtelijke positie van stiefouder en stiefkind opnieuw in evenwicht te brengen Wat de rechtspositie betreft van stiefkind en stiefouder hebben er zich in ons Belgisch rechtstelsel heel wat ontwikkelingen voor gedaan. Toch blijkt de wetgever vooralsnog niet bereidt te zijn om ook de erfrechtelijke positie van het stiefkind in de nalatenschap van zijn stiefouder onder handen te nemen. 5 R. BARBAIX en A. VERBEKE, Beginselen erfrecht, Brugge, die Keure, 2013, 3. 6 A. SIBIET, De langstlevende stiefouder, de zwakke weggebruiker in het Belgisch rechtsverkeer? De invloed van stiefkinderen op de uitwerking van huwelijksvoordelen (artikel 1465 B.W.), Not.Fisc.M. 2004, afl.1, 3. 7 M. PEULINCKX - Coene, Erfrecht, Kluwer Rechtswetenschappen België, 1996, M. PEULINCKX- COENE, De tweede grote promotie van de buitenhuwelijkse kinderen na de vele recente wetswijzigingen in W. PINTENS en J. DU MONGH (eds.), Patrimonium 2007, Antwerpen Oxford, Intersentia, 2007,

9 Hoofdstuk II. Het stiefkind ratione personae 11. Het Belgisch recht bevat vooralsnog geen wettelijke definitie van het begrip stiefkind. De Belgische rechtspraak en rechtsleer brengen evenwel ietwat verduidelijking. Drie belangrijke vaststellingen kunnen gedaan worden 9. Ten eerste is er slechts sprake van een stiefkind indien tussen stiefouder en juridische ouder een huwelijk gesloten werd (zie punt 1). Bovendien dient vastgesteld te worden dat er geen socio- affectieve band tussen stiefouder en stiefkind vereist is opdat sprake zou kunnen zijn van een stiefkind (zie punt 2). Van groot belang is ten slotte de afwezigheid van een afstammingsband tussen stiefouder en stiefkind (zie punt 3). 1. Het huwelijk als samenlevingsvorm tussen stiefouder en juridische ouder. 12. Als we de rechtspraak van het toenmalige Arbitragehof en het huidige Grondwettelijk Hof bestuderen, valt het op dat telkens uitsluitend over stiefkinderen gesproken wordt in de context waarin de stiefouder is gehuwd met de juridische ouder van de kinderen 10. Deze visie wordt ook gevolgd door de meerderheid van de rechtsleer. Een nieuw samengesteld gezin bestaat volgens de meerderheid van de Belgische rechtsleer uit de echtgenoten zelf die, al dan niet in combinatie met gemeenschappelijke kinderen, beiden geboren of geadopteerde afstammelingen uit voorgaande relaties hebben 11. Het vereiste van het huwelijk als samenlevingsvorm komt ook naar voren in de definitie van stiefouderadoptie. Dit is een adoptie door de 9 S. WOUTERS, De erfrechtelijke positie van het stiefkind: een rechtsvergelijkende studie, masterproef Rechten UHasselt, , Arbitragehof 19 december 1998, nr. 128/98; Arbitragehof 15 juli 1999, nr. 82/99; GwH 18 februari 2010, nr. 15/2010; GwH 20 december 2012, nr. 163/ A. SIBIET, De langstlevende stiefouder, de zwakke weggebruiker in het Belgisch rechtsverkeer? De invloed van stiefkinderen op de uitwerking van huwelijksvoordelen (artikel 1465 B.W.), Not.Fisc.M. 2004, afl.1, 2; A. WYLLEMAN, Huwelijkse voorwaarden bij hersamengestelde gezinnen in KONINKLIJKE FEDERATIE VAN HET BELGISCH NOTARIAAT (ed.), Familie op maat Famille sur mesure, Mechelen, Kluwer, 2005, 317; M. PEULINCKX - Coene, Erfrecht, Kluwer Rechtswetenschappen België, 1996,

10 echtgenoot van de ouder van het kind Een minderheidstrekking in de rechtsleer is het hier niet mee eens. Zij spreken over koekoekskinderen eerder dan stiefkinderen. Dit zijn: alle niet gemeenschappelijke kinderen van een paar ( ). 13 De vraag stelt zich wat precies met een paar bedoeld wordt. Enerzijds zou hieruit immers afgeleid kunnen worden dat een louter feitelijke relatie tussen stiefouder en juridische ouder volstaat, anderzijds kan men toch nog het huwelijk als vereiste samenlevingsvorm voor ogen hebben. Hoewel deze laatste hypothese juridisch het meest relevant is, lijkt de eerste hypothese ook de niet- gemeenschappelijke kinderen van ongehuwde partners onder de noemer van koekoekskinderen te willen betrekken. 14. Een belangrijke problematiek in deze context handelt over de vraag welke gevolgen de beëindiging van het huwelijk tussen stiefouder en de juridische ouder heeft op de stiefouder- stiefkindrelatie. Aangezien er in het Belgisch recht geen wettelijke definitie van een stiefkind terug te vinden is, is er logischerwijze ook geen bepaling die handelt over het voortbestaan van de stiefouder- stiefkindrelatie na beëindiging van de relatie tussen de stiefouder en de juridische ouder. Uit de rechtspraak van het Grondwettelijk Hof dient echter vastgesteld te worden dat de beëindiging van het huwelijk tussen de stiefouder en de juridische ouder geen enkele repercussie heeft op de relatie tussen stiefouder en stiefkind. De relatie tussen stiefouder en stiefkind zal m.a.w. blijven bestaan, zelfs wanneer een einde dreigt te komen aan het huwelijk tussen de stiefouder en de juridische ouder. Het Grondwettelijk Hof heeft immers in zijn arrest van 12 juli 2012 bepaald dat zelfs na 12 J. GERLO, Stiefouderadoptie, wettige redenen en belang van het kind (noot onder Jeugdrb. Kortrijk 17 oktober 1989), RW , 932; P. SENAEVE, Compendium van het Personen- en Familierecht, Leuven, Acco, 2013, 276; R. UYTTENDAELE, De volle stiefouderadoptie: dode letter of uitzondering?, RW , R. BARBAIX, Koekoekskinderen in het familiaal vermogensrecht in R. BARBAIX, S. EGGERMONT, N. GEELHAND en F. SWENNEN, Handboek Estate Planning, Bijzonder deel 2. Koekoekskinderen, Brussel, Larcier, 2009, (37)

11 het einde van het huwelijk tussen de stiefouder en de juridische ouder het nog steeds mogelijk moet zijn dat de stiefouder het stiefkind adopteert 14. Dit wijst op het voortbestaan van de stiefouder- stiefkindrelatie, zelf na een breuk tussen stiefouder en juridische ouder. 2. De socio- affectieve band tussen stiefouder en stiefkind 15. Een socio- affectieve band tussen stiefouder en stiefkind is niet steeds aanwezig. Tussen stiefouder en stiefkinderen bestaan immers niet perse dezelfde genegenheidsbanden als tussen ouders en kinderen 15. Dit vormt meteen al een eerste verklaring voor het feit dat in ons huidig recht een stiefkind niet erfgerechtigd is in de nalatenschap van zijn stiefouder. Het intestaat erfrecht is immers gebaseerd op de vermoedelijke wil van de erflater: men vermoedt een affectieve band tussen de erflater en de intestate erfgenamen In een arrest van 19 december 2002 van het toenmalig Arbitragehof haalt het Hof aan dat de relatie tussen stiefouder en stiefkind heel erg hecht kan zijn, aangezien zij vaak geruime tijd met elkaar hebben samengeleefd 17. Het betreft een mogelijkheid en geen verplichting. Het is bijgevolg niet vereist dat het stiefkind het grootste deel van zijn jeugd opgroeit in het nieuwe gezin van zijn stiefouder en juridische ouder. Bijkomend argument voor het feit dat de stiefouder- stiefkindrelatie niet dient te ontstaan op jonge leeftijd, betreft de vaststelling dat de gewone stiefouderadoptie ook openstaat voor meerderjarige stiefkinderen 18. Hieruit blijkt duidelijk dat het niet de wil was van de wetgever om alleen het stiefkind dat opgegroeid is onder het toeziend oog van de stiefouder als stiefkind te beschouwen. 14 GwH 12 juli 2012, nr. 93/ M. PEULINCKX- COENE, De tweede grote promotie van de buitenhuwelijkse kinderen na de vele recente wetswijzigingen in W. PINTENS en J. DU MONGH (eds.), Patrimonium 2007, Antwerpen Oxford, Intersentia, 2007, Wetsvoorstel tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek teneinde het stiefkind als erfgenaam te kunnen benoemen, Parl. St., Belgische Senaat buitengewone zitting 2010, nr. 5-39/1. 17 Arbitragehof 19 december 2002, RTDF 2003, Art en art BW. 11

12 3. De afwezigheid van een afstammingsband tussen stiefouder en stiefkind 17. De relatie tussen stiefouder en stiefkind wordt gekenmerkt door de afwezigheid van een biologische en/of juridische afstammingsband 19. Beide vormen van ouderschap staan het stiefouderschap in de weg. M.a.w. het is niet mogelijk de stiefouder te zijn van een kind waarvan men juridisch en/of biologisch ouder is. Het ontbreken van dergelijke afstammingsbanden duidt op het feit dat het stiefkind voorkomt uit een andere relatie met een andere partner van één van de echtgenoten D. VAN GRUNDERBEECK, Beginselen van personen- en familierecht, een mensenrechtelijke benadering, Antwerpen, Intersentia, 2003, 321; E. BUYSSE, Een nieuw hersamengesteld gezin! Denk eerder aan later, Gent, Story Publishers, 2011, 8; P. BLOKLAND, Het fusiegezin in het Nederlandse Huwelijksvermogens- en erfrecht., T. Not. 2010, 7, E. BUYSSE, Een nieuw hersamengesteld gezin! Denk eerder aan later, Gent, Story Publishers, 2011, 8; P. BLOKLAND, Het fusiegezin in het Nederlandse Huwelijksvermogens- en erfrecht., T. Not. 2010, 7,

13 TITEL II. DE ERFRECHTELIJKE POSITIE VAN STIEFKINDEREN DE LEGE LATA Hoofdstuk I. Wettelijke devolutie 18. Men spreekt van wettelijke devolutie (of devolutie bij versterf of ab intestaat devolutie of ab intestato devolutie) als de erfovergang wordt geregeld door de wet zelf 21. Het wettelijk erfrecht vindt toepassing als de erflater gedurende zijn leven zelf geen maatregelen heeft getroffen voor de verdeling van zijn goederen na zijn overlijden 22. M.a.w. het wettelijk erfrecht is het erfrecht dat uitgaat van het feit dat de overledene geen bijzondere beschikkingen heeft getroffen bij testament, huwelijkscontract of schenking. In principe wordt bij het overlijden van een persoon zijn nalatenschap in dergelijk geval verdeeld onder zijn wettelijke erfgenamen. Daarom zal worden nagegaan of het stiefkind een wettelijke erfgenaam van zijn stiefouder is (zie punt 1), en als dat niet het geval is, of er toch een manier bestaat om hieraan tegemoet te komen (zie punt 2). 1. Het stiefkind is geen wettelijke erfgenaam van de stiefouder 19. De wettelijke erfgenamen van de erflater kunnen onderverdeeld worden in twee categorieën. Een eerste categorie betreft de bloedverwanten in de juridische zin 23. Hiermee worden de personen bedoeld wiens afstammingsband ten aanzien van de stiefouder juridisch vaststaat of komt vast te staan 24. Het gaat meer bepaald over de afstammelingen van de stiefouder (zijn al dan niet binnen het huwelijk geboren kinderen, kleinkinderen, achterkleinkinderen, enz.), zijn ascendenten (zijn ouders, 21 H. COOLS, Almanak erven en schenken de theorie en de praktijk, Antwerpen, Standaard Uitgeverij, 2006, 79; R. BARBAIX en A. VERBEKE, Beginselen erfrecht, Brugge, die Keure, 2013, H. COOLS, Almanak erven en schenken de theorie en de praktijk, Antwerpen, Standaard Uitgeverij, 2006, R. BARBAIX en A.L. VERBEKE, Beginselen erfrecht, Brugge, Die Keure, 2013, M. PEULINCKX- COENE, De tweede grote promotie van de buitenhuwelijkse kinderen na de vele recente wetswijzigingen in W. PINTENS en J. DU MONGH (eds.), Patrimonium 2007, Antwerpen Oxford, Intersentia, 2007,

14 grootouders, enz.) en bepaalde zijverwanten (broers en zussen, (groot)ooms en (groot)tantes, en hun afstammelingen) 25. De echtgenoot van de stiefouder, van wie hij niet uit het echt, noch van tafel en bed gescheiden is of de persoon met wie de stiefouder wettelijk samenwoonde op het ogenblik van zijn overlijden, vormt een tweede categorie wettelijke erfgenamen Uit deze opsomming blijkt duidelijk dat het stiefkind niet is opgenomen in de wettelijke devolutie van zijn stiefouder. De beweegreden hiervoor is historisch te verklaren 27. De twee categorieën wettelijke erfgenamen vertalen volgens de wetgever van 1804 de vermoedelijke wil van de erflater 28. De wetgever ging er dus vanuit dat de erflater zijn nalatenschap wil doen toekomen aan zijn bloedverwanten. Later is hier de langstlevende echtgenoot en langstlevende wettelijke samenwonende partner bijgekomen 29. Kenmerkend aan de relatie tussen stiefouder en stiefkind is echter de afwezigheid van een juridische of biologische afstammingsrelatie 30. Bovendien is het stiefkind geen echtgenoot of wettelijk samenwonende partner van de stiefouder. Dit betekent aldus dat er geen ab intestaat erfgerechtigdheid bestaat tussen de stiefouder en zijn stiefkind. Nochtans kan men zich afvragen of de wettelijke devolutie nog steeds vastgesteld kan worden op basis van de vermoedelijke wil van de doorsnee burger, omdat er vandaag de dag een veel te grote diversiteit is met betrekking tot eenieders wil daaromtrent. 25 Art. 731 BW; H. COOLS, Almanak erven en schenken de theorie en de praktijk, Antwerpen, Standaard Uitgeverij, 2006, R. BARBAIX en A.L. VERBEKE, Beginselen erfrecht, Brugge, Die Keure, 2013, 100 en R. BARBAIX en A.L. VERBEKE, Beginselen erfrecht, Brugge, Die Keure, 2013, R. BARBAIX en A.L. VERBEKE, Beginselen erfrecht, Brugge, Die Keure, 2013, Sinds de invoering van de wet van 14 mei 1981 en de wet van 28 maart 2007 zijn de langstlevende echtgenoot en langstlevende wettelijk samenwonende partner volwaardig erfgenamen geworden: zie R. BARBAIX en A.L. VERBEKE, Beginselen erfrecht, Brugge, Die Keure, 2013, Zie supra nr

15 2. Stiefouderadoptie: het stiefkind is wettelijke erfgenaam van de stiefouder 21. Door middel van stiefouderadoptie verkrijgt het stiefkind een wettelijk erfrecht in de nalatenschap van zijn stiefouder. Stiefkinderen worden na stiefouderadoptie immers geherkwalificeerd tot gemeenschappelijke kinderen van de echtgenoten 31. Naar Belgisch recht bestaan er verschillende soorten adoptie voor stiefkinderen. Een eerste soort betreft de gewone stiefouderadoptie en een tweede soort heeft betrekking op de volle stiefouderadoptie 32. Dit betekent dat de stiefouder de facto een derde categorie erfgenamen kan hebben nl. zijn adoptieve verwanten, waarbij het erfrecht verschilt naargelang er een gewone of volle adoptie heeft plaatsgevonden Dit alles betekent echter niet dat elke stiefouderadoptie zal worden aanvaard. De stiefouderadoptie dient immers gegrond te zijn op wettige redenen 34. De Belgische rechtspraak aanvaardt het doel om erfrechtelijke aanspraken in hoofde van het stiefkind te doen ontstaan evenwel als wettelijke reden voor stiefouderadoptie Via een aantal versoepelingen inzake leeftijdsvoorwaarden moedigt de Belgische wetgever stiefouderadoptie aan. Om te beginnen voorziet de wetgever in een gunstige leeftijdsvereiste in hoofde van de adoptant. Zo moet een adoptant in principe minimum vijfentwintig jaar oud zijn 36. Een uitzondering wordt echter gemaakt voor het geval waar het gaat om stiefouderadoptie. In dat geval moet de adoptant immers slechts achttien jaar oud zijn 37. Een tweede versoepeling die de wetgever heeft doorgevoerd, heeft betrekking op de leeftijd die de adoptant en de 31 F. SWENNEN, Is een gewoon geadopteerd kind van de echtgenoot een stiefkind? Pleidooi tegen de juridische dissociatieve identiteitsstoornis., TBBR 2008, afl. 3, Zie infra nr R. BARBAIX en A.L. VERBEKE, Beginselen erfrecht, Brugge, Die Keure, 2013, Art BW. 35 P. SENAEVE, Compendium van het Personen- en Familierecht, Leuven, Acco, 2013, 289; S. WOUTERS, De erfrechtelijke positie van het stiefkind: een rechtsvergelijkende studie, masterproef Rechten UHasselt, , Art. 345, lid 1 BW. 37 Art. 345, lid 2 BW. 15

16 adoptandus van elkaar dienen te verschillen. In beginsel moet tussen adoptant en adoptandus een leeftijdsverschil bestaan van minstens vijftien jaar 38. In het geval van stiefouderadoptie wordt dat leeftijdsverschil evenwel teruggeschroefd naar tien jaar 39. Dit leeftijdsverschil dient evenwel strikt te worden toegepast. De rechter kan hier niet van afwijken, ook niet op grond van billijkheidsoverwegingen Gewone stiefouderadoptie 24. Door gewone stiefouderadoptie ontstaat er een wettelijk erfrecht tussen het stiefkind dat geadopteerd wordt en de stiefouder die het kind adopteert. Het stiefkind verkrijgt immers in de nalatenschap van de stiefouder dezelfde rechten als een kind van de adoptant 41. Bovendien strekt deze band van verwantschap zich uit tot de afstammelingen van de adoptandus Dit alles brengt geen erfrechtelijke implicaties mee in de verhouding tussen het kind en zijn biologische ouders. Het stiefkind zal m.a.w. nog steeds kunnen erven van zijn juridische familie, daar de verwantschapsband tussen de adoptandus en zijn oorspronkelijke familie niet wordt verbroken 43. Op de nalatenschap van de bloedverwanten van de stiefouder zal het stiefkind daarentegen geen enkel recht kunnen uitoefenen 44. Er ontstaat immers geen verwantschapsband tussen de adoptandus en zijn afstammelingen enerzijds, en de verwanten van de adoptant anderzijds 45. Zij zijn geen erfgenamen van elkaar Art. 345, lid 1 BW. 39 Art. 345, lid 2 BW. 40 P. SENAEVE, Compendium van het Personen- en Familierecht, Leuven, Acco, 2013, Art BW. 42 P. SENAEVE, Compendium van het Personen- en Familierecht, Leuven, Acco, 2013, J. GERLO, Stiefouderadoptie, wettige redenen en belang van het kind (noot onder Jeugdrb. Kortrijk 17 oktober 1989), RW , 932; P. SENAEVE, Compendium van het Personen- en Familierecht, Leuven, Acco, 2013, Art BW. 45 P. SENAEVE, Compendium van het Personen- en Familierecht, Leuven, Acco, 2013, P. NIJS, P. VAN RYCKEGHEM en L. VOSSEN, Erven en schenken: maximaal optimaliseren, Leuven, Indicator, 2011,

17 26. Gewone stiefouderadoptie staat open voor zowel meerderjarige als minderjarige stiefkinderen 47. Dit is wenselijk omdat nieuw samengestelde gezinnen ook kunnen ontstaan nadat het stiefkind meerderjarig is geworden Volle stiefouderadoptie 27. Bij volle stiefouderadoptie wordt de erfrechtelijke band tussen het kind en zijn biologische ouders volledig doorgeknipt, behoudens wat de huwelijkspartner van de adoptant betreft 49. Volle adoptie heeft aldus tot gevolg dat het kind, met uitzondering van de echtgenoot van de adoptant, niet meer van zijn juridische familie zal kunnen erven 50. Voortaan zal hij immers worden behandeld als een rechtstreekse afstammeling van zijn stiefouder 51. Het stiefkind verkrijgt op die manier hetzelfde statuut en dezelfde rechten en plichten als de andere afstammelingen van de stiefouder 52. Meer zelfs, hij verkrijgt niet alleen een juridische afstammingsband ten opzichte van zijn stiefouder zelf, maar ook ten opzichte van de bloedverwanten van zijn stiefouder 53. Volle stiefouderadoptie doet aldus erfrechtelijke aanspraken ontstaan tussen de adoptandus en zijn afstammelingen enerzijds, en tussen zijn adoptieve familie anderzijds. 28. Deze vorm van adoptie is uitsluitend mogelijk voor minderjarige kinderen Art en art BW. 48 S. WOUTERS, De erfrechtelijke positie van het stiefkind: een rechtsvergelijkende studie, masterproef Rechten UHasselt, , Art. 345, lid 1 BW. 49 J. GERLO, Stiefouderadoptie, wettige redenen en belang van het kind (noot onder Jeugdrb. Kortrijk 17 oktober 1989), RW , 932; R. UYTTENDAELE, De volle stiefouderadoptie: dode letter of uitzondering?, RW , Art BW; J. GERLO, Stiefouderadoptie, wettige redenen en belang van het kind (noot onder Jeugdrb. Kortrijk 17 oktober 1989), RW , P. SENAEVE, Compendium van het Personen- en Familierecht, Leuven, Acco, 2013, Art BW; J. GERLO, Stiefouderadoptie, wettige redenen en belang van het kind (noot onder Jeugdrb. Kortrijk 17 oktober 1989), RW , 932; R. UYTTENDAELE, De volle stiefouderadoptie: dode letter of uitzondering?, RW , P. SENAEVE, Compendium van het Personen- en Familierecht, Leuven, Acco, 2013, Art. 355 BW. 17

18 29. Volle stiefouderadoptie zal slechts uitzonderlijk toepassing vinden. Net omwille van de verstrekkende gevolgen die een volle adoptie met zich meebrengt - de geadopteerde verliest alle erfaanspraken in zijn oorspronkelijke familie- dient de voorkeur gegeven te worden aan een gewone stiefouderadoptie, zeker wanneer de ouder die niet de echtgenoot van de adoptant is nog in leven is. Slechts indien de oorspronkelijke familieleden zich niet zouden bekommeren om de geadopteerde kan een volle stiefouderadoptie overwogen worden 55. Wanneer de adoptie wordt benut om de erfrechtelijke positie van het stiefkind in de nalatenschap van de stiefouder te waarborgen, wordt dit doel evenwel reeds vervuld via de gewone stiefouderadoptie Gemeenschappelijke bepalingen 30. Voor elke stiefouderadoptie moet toestemming gegeven worden door de betrokken partijen. Die betrokken partijen betreffen zowel de persoon die het kind wil adopteren, de juridische ouders van het kind, alsook het kind zelf die ouder is dan twaalf jaar op het ogenblik van de uitspraak van het vonnis van adoptie 56. Als een biologische ouder zijn toestemming weigert te geven, kan een maatschappelijk onderzoek gevoerd worden op basis waarvan de rechtbank van oordeel kan zijn de weigering te verwerpen 57. In dat maatschappelijk onderzoek wordt nagegaan of de ouder zich niet meer om het kind heeft bekommerd of zijn gezondheid, veiligheid of zedelijkheid in gevaar heeft gebracht 58. Echter, als blijkt dat dat niet zo is kan de rechter nog steeds beslissen dat de adoptie doorgaat rekening houdend met het welzijn van het kind. 55 I. ANNE, Stiefouderadoptie, wettige redenen en wettige belangen, A.J.T , A. ELEN, Stiefouderadoptie: de oorspronkelijke ouder die alimentatie betaalt maar het contact verhinderd ziet, bekommert zich om het kind, T. Fam. 2012, afl. 7, 159; G. VERSCHELDEN, Het belang van het kind bij stiefouderadoptie en partneradoptie: de onvoorspelbaarheid van artikel 21 I.V.R.K., TJK 2000, Art BW. 58 A. ELEN, Stiefouderadoptie: de oorspronkelijke ouder die alimentatie betaalt maar het contact verhinderd ziet, bekommert zich om het kind, T. Fam. 2012, afl. 7, 159; P. SENAEVE, Compendium van het Personen- en Familierecht, Leuven, Acco, 2013,

19 31. Tussen de geadopteerde en de adoptant mag geen biologische of juridische afstammingsband bestaan 59. Dit is logisch: indien dit wel het geval zou zijn, is men de juridische en/of biologische ouder van het kind en is men geen stiefouder Fiscale positie van geadopteerde stiefkinderen 32. De stiefouderadoptie wordt niet letterlijk in de Vlaamse Codex Fiscaliteit opgenomen. Het geadopteerde stiefkind dat van zijn stiefouder erft, wordt door de fiscale wetgever evenwel gelijkgesteld met een eigen natuurlijk kind 60. Dit impliceert dat op hetgeen het geadopteerd stiefkind erft, de tarieven in de rechte lijn van toepassing zijn. Als verkrijgers in de rechte lijn worden immers ook beschouwd de stiefouder en zijn stiefkind, ongeacht of het kind geadopteerd werd of niet 61. Het gunstig tarief geldt ook voor de afstammelingen van de gewoon geadopteerde Een verkrijging vanwege de bloedverwanten van de stiefouder wordt in geval van gewone stiefouderadoptie evenwel belast aan het vreemdentarief 63. Dit valt te betreuren. Ook tussen de bloedverwanten van de stiefouder en het stiefkind kan er immers een hechte band bestaan, een band die de bloedverwant van de stiefouder wil bekrachtigen door het vermaken van een legaat. 34. Ook in het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt de verkrijging tussen een stiefouder en zijn geadopteerd stiefkind gelijkgesteld met een verkrijging in de rechte lijn Art BW. 60 N. GEELHAND, Koekoekskinderen: successie- en schenkingsrechten in R. BARBAIX, S. EGGERMONT, N. GEELHAND en F. SWENNEN, Handboek Estate Planning, Bijzonder deel 2. Koekoekskinderen, Brussel, Larcier, 2009, (111) Art , zesde lid, ten vijfde, b) Vlaamse Codex Fiscaliteit. 62 Memorie van toelichting bij het ontwerp van decreet houdende de Vlaamse Codex Fiscaliteit, Parl. St., , nr N. GEELHAND, Koekoekskinderen: successie- en schenkingsrechten in R. BARBAIX, S. EGGERMONT, N. GEELHAND en F. SWENNEN, Handboek Estate Planning, Bijzonder deel 2. Koekoekskinderen, Brussel, Larcier, 2009, (111) Art Brussels W. Succ; Art. 52/2 Waals W. Succ. 19

20 3. Ter illustratie 35. In 2000 trad de toen 27- jarige weduwe Els in het huwelijk met de 30- jarige Marc. Els verloor haar eerste echtgenoot in een auto- ongeval. Zij bleef achter met een erg jong kind nl. Tom. Marc wierp zich van in het begin op als een tweede vader voor Tom. Samen kreeg het echtpaar nog een zoon Sam. Marc heeft gedurende zijn leven er steeds voor gezorgd dat beide kinderen gelijk werden behandeld. Hij wenst dat dit ook het geval zal zijn in zijn nalatenschap. Schematisch gezien doet evenwel onderstaande situatie zich voor: Marc Els Sam Tom De wetgever heeft er in 1981 voor gekozen om aan de langstlevende echtgenoot een erfrechtelijk vruchtgebruik toe te kennen. Els zal m.a.w. ab intestaat in samenloop met afstammelingen het vruchtgebruik erven van de goederen van de eerststervende echtgenoot (Marc) 65. De juridische afstammeling van de stiefouder, Sam, zal de blote eigendom bekomen van zijn nalatenschap. Tom is geen juridische afstammeling van Marc en zal aldus niets erven. Aan de wens van Marc om alle kinderen gelijk te behandelen in zijn nalatenschap kan aldus in principe niet tegemoet gekomen worden. 36. Marc kan evenwel Tom opnemen in zijn wettelijke devolutie via stiefouderadoptie: Marc Els Sam Tom 65 A. WYLLEMAN, Huwelijkse voorwaarden bij hersamengestelde gezinnen in KONINKLIJKE FEDERATIE VAN HET BELGISCH NOTARIAAT (ed.), Familie op maat Famille sur mesure, Mechelen, Kluwer, 2005,

21 Els zal opnieuw het vruchtgebruik erven van de goederen in de nalatenschap van Marc. Het stiefkind (Tom) zal na stiefouderadoptie geherkwalificeerd worden tot gemeenschappelijk kind. Dit betekent dat hij op gelijke voet met de eigen kinderen (Sam) de blote eigendom zal bekomen van de nalatenschap van Marc. Ook zal hij net zoals Sam recht hebben op een reservatair erfdeel in de nalatenschap van Marc. Via stiefouderadoptie kan dus wél aan de wens van Marc, om alle kinderen gelijk te behandelen in zijn nalatenschap, worden voldaan. 4. Kritische noot 37. Voor de stiefkinderen is de situatie klaar en duidelijk. Het overlijden van de stiefouder brengt principieel geen erfrechtelijke gevolgen met zich mee. Het stiefkind erft ab intestaat niet van de stiefouder, aangezien hij geen bloedverwant is van zijn stiefouder. Het is immers net die bloedverwantschap die nog steeds een criterium is om erfaanspraken te doen ontstaan. Dit komt omdat het erfrecht jammer genoeg nog steeds gebaseerd is op de vermoedelijke wil van de erflater: de wetgever gaat er van uit dat de erflater zijn nalatenschap wil doen toekomen aan zijn bloedverwanten. 38. Toch blijkt er een manier te zijn om het stiefkind een (reservatair) erfrecht te geven in de nalatenschap van zijn stiefouder. Door middel van stiefouderadoptie wordt het stiefkind immers opgenomen in de wettelijke devolutie en zal het stiefkind op gelijke voet erven met eigen juridische kinderen. De meest heilzame oplossing kan gevonden worden in de gewone stiefouderadoptie. Dit komt doordat bij volle stiefouderadoptie de band met de oorspronkelijke juridische familie van het kind volledig wordt doorbroken, behalve deze met de huwelijkspartner van de adoptant. Dit impliceert dat het stiefkind alle erfrechtelijke aanspraken in zijn oorspronkelijke familie verliest. De gewone stiefouderadoptie is minder verregaand: hier zal het stiefkind nog steeds bij zijn oorspronkelijke juridische familie blijven behoren en van zijn oorspronkelijke familie kunnen erven. Op fiscaal vlak voorzien alle drie de gewesten bovendien in gunstige tarieven voor de verkrijging tussen stiefouder en zijn geadopteerd stiefkind. 21

22 39. Dat stiefouderadoptie de enige mogelijkheid is voor een stiefouder om een stiefkind erfrechtelijk gelijk te stellen met een juridisch kind valt evenwel te betreuren, omdat adoptie een erg gevoelige en verregaande ingreep vormt, zeker wanneer beide ouders van het stiefkind nog in leven zijn en men de goede verstandhouding met de oorspronkelijke natuurlijke ouder niet wil verstoren 66. Bovendien is stiefouderadoptie definitief, ook als de relatie met de echtgenoot die juridisch ouder is van het kind stukloopt. Hoofdstuk II. Testamentaire devolutie 40. Het stiefkind wordt niet opgenomen in de wettelijke devolutie van zijn stiefouder. In sommige gevallen stemt dit overeen met de wil van de stiefouder. In andere gevallen is het nochtans niet zo dat de stiefouder zijn stiefkind volledig buitenspel wil zetten en wenst hij zelfs zijn stiefkind op gelijke voet te plaatsen met zijn eigen kinderen. Dat het stiefkind principieel geen aanspraken in de nalatenschap van de stiefouder heeft, heeft tot gevolg dat wanneer iemand zijn stiefkind iets wil nalaten een andere weg zal moeten inslaan. De stiefouder kan deze situatie door middel van stiefouderadoptie rechtzetten, maar dit brengt vaak ongewenste en verregaande gevolgen met zich mee. In dit hoofdstuk zal dan ook worden nagegaan of het opnemen van een stiefkind in de testamentaire devolutie van zijn stiefouder een andere mogelijkheid vormt om aan deze problematiek tegemoet te komen. Er is sprake van testamentaire devolutie als de overledene zijn uiterste wilsbeschikking in een testament heeft uitgedrukt 67. Hierna zal achtereenvolgens worden nagegaan: of het stiefkind kan worden aangeduid als testamentaire erfgenaam (zie punt 1), en zo ja hoe en binnen welke grenzen dit kan (zie punt 2 en 3) en wat de gevolgen (kunnen) zijn als de stiefouder deze grenzen overschrijdt (zie punt 4). In dit kader wordt ook ingegaan op de fiscale positie van stiefouder en stiefkind (zie punt 5). 66 J. GERLO, Stiefouderadoptie, wettige redenen en belang van het kind (noot onder Jeugdrb. Kortrijk 17 oktober 1989), RW , 932; R. BARBAIX, Koekoekskinderen in het familiaal vermogensrecht in R. BARBAIX, S. EGGERMONT, N. GEELHAND en F. SWENNEN, Handboek Estate Planning, Bijzonder deel 2. Koekoekskinderen, Brussel, Larcier, 2009, (37) L. DEBEN, E. DE WILDE en C. VAN DEN HOVE, Erfenissen en testamenten, Brussel, Creadif, 1989,

23 1. Het stiefkind als testamentaire erfgerechtigde 41. De stiefouder kan ervoor opteren om zijn stiefkind in zijn nalatenschap te betrekken via een testament 68. Op die manier wordt het stiefkind een testamentaire erfgerechtigde van zijn stiefouder. 42. Artikel 895 BW bepaalt dat het testament een akte is waarbij de erflater voor de tijd dat hij niet meer in leven zal zijn over het geheel of een deel van zijn goederen beschikt en die hij steeds kan herroepen. Kenmerkend aan het testament is zijn eenzijdig en herroepbaar karakter Het stiefkind in samenloop met reservataire erfgenamen 43. De beschikkingsvrijheid van de stiefouder wordt evenwel beperkt door het zogenaamd voorbehouden of reservatair erfdeel. Het voorbehouden of reservatair erfdeel is het deel van zijn erfenis, dat door de wet voorbehouden wordt aan zijn reservataire erfgenamen 70. Dit deel wordt aldus aan het vrije beschikkingsrecht van de stiefouder onttrokken. Tegenover het voorbehouden of reservatair erfdeel staat het deel waarover de erflater vrij mag beschikken 71. Dit wordt het beschikbaar deel genoemd. 44. Van het voorbehouden of reservatair erfdeel kan door de erflater niet worden afgeweken. Een verklaring hiervoor is te vinden in het feit dat de meerderheid van de recente rechtsleer van oordeel is dat het reservatair erfdeel van dwingend recht is daar zij privatieve belangen beschermd 72. In het verleden werd soms verdedigd 68 S. WOUTERS, De erfrechtelijke positie van het stiefkind: een rechtsvergelijkende studie, masterproef Rechten UHasselt, , L. DEBEN, E. DE WILDE en C. VAN DEN HOVE, Erfenissen en testamenten, Brussel, Creadif, 1989, L. DEBEN, E. DE WILDE en C. VAN DEN HOVE, Erfenissen en testamenten, Brussel, Creadif, 1989, 177; R. BARBAIX en A.L. VERBEKE, Beginselen erfrecht, Brugge, Die Keure, 2013, L. DEBEN, E. DE WILDE en C. VAN DEN HOVE, Erfenissen en testamenten, Brussel, Creadif, 1989, R. BARBAIX, Koekoekskinderen in het familiaal vermogensrecht in R. BARBAIX, S. EGGERMONT, N. GEELHAND en F. SWENNEN, Handboek Estate Planning - Bijzonder deel 2. Koekoekskinderen, Brussel, Larcier, 2009, (37) 62; R. BARBAIX en A.L. VERBEKE, Beginselen erfrecht, Brugge, Die Keure, 2013, 172; W. 23

24 dat deze reserve van openbare orde is daar zij betrekking heeft op de maatschappelijke en familiale organisatie 73. Dit standpunt is echter verouderd. Na het openvallen van de nalatenschap kunnen de reservataire erfgenamen immers verzaken aan hun reservataire bescherming. Dit neemt evenwel niet weg dat de stiefouder bij het opstellen van het testament steeds rekening dient te houden met zijn reservataire erfgenamen. De reservataire erfgenamen van de stiefouder zijn: zijn juridische afstammelingen (zie punt 2.1), zijn (niet van tafel en bed gescheiden) echtgenoot (zie punt 2.2) en zijn ascendenten (zie punt 2.3). 45. Aangezien de reserve een deel van de nalatenschap is, kunnen de reservataire erfgenamen van de stiefouder hun reserve enkel laten gelden wanneer zij ab intestato tot de nalatenschap worden geroepen 74. Bovendien moeten zij in nuttige orde en graad staan. Dit zal vaak niet het geval zijn voor ascendenten. Indien er bijvoorbeeld juridische kinderen zijn van de stiefouder, is het meteen uitgesloten dat zijn ascendenten aanspraak maken op hun reserve 75. Dat de reserve een deel van de nalatenschap is verklaard bovendien dat de reserve louter een individueel schuldvorderingsrecht is De reserve van de juridische afstammelingen van de stiefouder 46. De giften die de stiefouder vermaakt bij testament, mogen de helft van zijn goederen niet overschrijden indien hij bij zijn overlijden slechts één kind achterlaat wiens afstamming op juridische wijze werd vastgesteld 77. M.a.w. in deze hypothese bedraagt het reservatair erfdeel van het eigen kind van de stiefouder, alsook het beschikbaar deel de helft van zijn nalatenschap. Als de stiefouder twee kinderen PINTENS, C. DECLERCK en K. VANWINCKELEN, Schets van het familiaal vermogensrecht, Antwerpen, 2012, Cass. 20 maart 1944, Rev. Not. B. 1944, 314; Cass. 8 november 1963, RW , R. BARBAIX en A.L. VERBEKE, Beginselen erfrecht, Brugge, Die Keure, 2013, S. WOUTERS, De erfrechtelijke positie van het stiefkind: een rechtsvergelijkende studie, masterproef Rechten UHasselt, , Art. 345, lid 1 BW. 76 R. BARBAIX en A.L. VERBEKE, Beginselen erfrecht, Brugge, Die Keure, 2013, Art. 913 BW. 24

25 achterlaat wiens afstamming op juridische wijze werd vastgesteld, kan het erfdeel waarover de stiefouder kan beschikken niet meer bedragen dan een derde 78. Het reservatair erfdeel van de twee eigen kinderen van de stiefouder bedraagt dan aldus twee derde. Laat de stiefouder drie kinderen of meer achter wiens afstamming op juridische wijze werd vastgesteld, bedraagt het reservatair deel van zijn eigen kinderen drie vierde en het beschikbaar deel aldus een vierde Ook de afstammelingen van het eigen kind van de stiefouder wier afstamming op juridische wijze werd vastgesteld, zullen een reservataire aanspraak kunnen opeisen indien ze tot de nalatenschap worden geroepen, hetzij in eigen hoofde, hetzij via plaatsvervulling De reserve van de langstlevende (niet van tafel en bed gescheiden) echtgenoot 48. De langstlevende echtgenoot, die niet van tafel en bed gescheiden is, beschikt over een concrete en een abstracte reserve. De abstracte of kwantitatieve reserve zorgt er voor dat de langstlevende echtgenoot steeds een vruchtgebruik heeft op de helft van de nalatenschap 81. De concrete of kwalitatieve reserve slaat dan weer op de zogenaamde preferentiële goederen en houdt in dat de langstlevende echtgenoot steeds recht heeft op het vruchtgebruik van het onroerend goed dat op het ogenblik van het openvallen van de nalatenschap het gezin tot voornaamste woonplaats heeft gediend en van de daarin aanwezige huisraad 82. De langstlevende echtgenoot kiest zelf of zij een beroep wenst te doen op de abstracte dan wel op de concrete reserve Art. 913 BW. 79 Art. 913 BW. 80 L. DEBEN, E. DE WILDE en C. VAN DEN HOVE, Erfenissen en testamenten, Brussel, Creadif, 1989, Art. 915bis BW; L. DEBEN, E. DE WILDE en C. VAN DEN HOVE, Erfenissen en testamenten, Brussel, Creadif, 1989, Art. 915bis, 2 BW; L. DEBEN, E. DE WILDE en C. VAN DEN HOVE, Erfenissen en testamenten, Brussel, Creadif, 1989, R. BARBAIX en A.L. VERBEKE, Beginselen erfrecht, Brugge, Die Keure, 2013,

26 49. De concrete reserve wordt toegerekend op de abstracte reserve, maar beperkt zich daar niet toe 84. Dit komt doordat de wetgever van 1981 heeft willen vermijden dat iemand bij het overlijden van zijn echtgenoot zou kunnen beroofd worden van het leefkader van het gezin. Aldus kunnen er zich twee situaties voordoen: ofwel maken de preferentiële goederen meer dan de helft van de goederen van de nalatenschap uit, ofwel bedragen de preferentiële goederen minder dan de helft van de nalatenschap. In het eerste geval stelt er zich geen probleem. De reserve van de langstlevende echtgenoot zal slechts slaan op het vruchtgebruik van de preferentiële goederen 85. In het tweede geval zal evenwel een supplement in vruchtgebruik moeten worden toegekend aan de langstlevende echtgenoot, zijnde het verschil tussen de preferentiële goederen en de helft van de nalatenschap De reserve van de ascendenten van de stiefouder 50. Bij gebrek aan eigen afstammelingen kunnen zelfs de ascendenten van de stiefouder (ouders, grootouders, overgrootouders) hun reserve opeisen. De reserve van de ascendenten bedraagt een vierde in zowel de vaderlijke lijn als in de moederlijke lijn 87. Deze reserve kan wel worden uitgehold door giften aan de langstlevende echtgenoot. De ascendentenreserve vervalt dus niet bij stiefoudergiften Het beschikbaar deel legateren aan het stiefkind 51. De stiefouder kan aldus het volledig beschikbaar deel legateren aan zijn stiefkind. Hierdoor ontstaat evenwel geen wettelijk erfrecht en wordt het stiefkind ook geen 84 Art. 915bis, 2, al. 3 BW. 85 L. DEBEN, E. DE WILDE en C. VAN DEN HOVE, Erfenissen en testamenten, Brussel, Creadif, 1989, Art. 915bis, 2, al. 3 BW. 86 L. DEBEN, E. DE WILDE en C. VAN DEN HOVE, Erfenissen en testamenten, Brussel, Creadif, 1989, Art. 915bis, 2, al. 3 BW. 87 R. BARBAIX en A.L. VERBEKE, Beginselen erfrecht, Brugge, Die Keure, 2013, R. BARBAIX, Koekoekskinderen in het familiaal vermogensrecht in R. BARBAIX, S. EGGERMONT, N. GEELHAND en F. SWENNEN, Handboek Estate Planning - Bijzonder deel 2. Koekoekskinderen, Brussel, Larcier, 2009, (37)

27 reservataire erfgenaam 89. Van een effectieve gelijkstelling tussen stiefkind en eigen juridisch kind is m.a.w. geen sprake. 52. Slechts in bepaalde gevallen kan de stiefouder bovendien evenveel nalaten aan zijn stiefkind(eren) als aan zijn juridische kind(eren). Alles hangt af van de vraag om hoeveel kinderen het gaat. 53. Als er slechts één eigen kind is kan aan een stiefkind hetzelfde deel toegekend worden als eigen juridische kinderen, zonder dat één van de betrokkenen die regeling kan aanvechten: als de stiefouder nog geen andere giften gedaan heeft, bedraagt het beschikbare deel van de nalatenschap de helft. Dit gedeelte kan dan worden gelegateerd aan het stiefkind door middel van een testament, terwijl het eigen kind de andere helft (zijn reserve) krijgt. Dit kan worden verduidelijkt door onderstaand voorbeeld: Marc Els Sam Tom Als Marc nog geen andere giften gedaan heeft, bedraagt het beschikbaar deel van zijn nalatenschap de helft. Dit gedeelte kan hij legateren aan zijn stiefzoon Tom, terwijl Sam het andere deel krijgt (zijn reserve). Hierdoor zal het stiefkind dus een even groot aandeel in de nalatenschap ontvangen als het eigen kind: Tom en Sam zullen immers elk de helft van de nalatenschap ontvangen in blote eigendom. Els heeft als langstlevende echtgenote vruchtgebruik op de ganse nalatenschap. 54. Indien de stiefouder zelf twee eigen kinderen heeft, kan hij slechts één derde legateren aan zijn stiefkind(eren) via een testament. Dit is geen probleem zo er slechts één stiefkind is. Dit kan worden verduidelijkt door onderstaand voorbeeld: 89 S. WOUTERS, De erfrechtelijke positie van het stiefkind: een rechtsvergelijkende studie, masterproef Rechten UHasselt, ,

28 Marc Els Sam Jolien Tom Indien Marc geen eerdere giften gedaan heeft, zal Tom opnieuw een even groot deel verkrijgen als Sam en Jolien. Het beschikbaar deel bedraagt één derde in blote eigendom. Dit gedeelte kan gelegateerd worden aan Tom. Elk van de eigen juridische kinderen (Sam en Jolien) moeten ook minstens een derde van de nalatenschap in blote eigendom erven (hun individuele reserve). Op die manier wordt aldus aan het stiefkind hetzelfde deel toegekend als aan de juridische kinderen. Els zal opnieuw de ganse nalatenschap verkrijgen in vruchtgebruik. 55. Indien er meerdere eigen en/of stiefkinderen zijn, is een gelijke behandeling in principe niet mogelijk. Dit kan worden verduidelijkt aan de hand van onderstaande voorbeelden: Voorbeeld 1 Marc Els Sam Tom Mieke Indien er twee stiefkinderen zijn (Tom en Mieke) die de stiefouder in zijn testament wil legateren, zal het beschikbaar deel verdeeld moeten worden over deze stiefkinderen. Dit betekent dat wanneer de stiefouder één juridisch kind nalaat, het beschikbaar deel de helft van de nalatenschap bedraagt en zowel Tom als Mieke slechts elk een vierde zullen verkrijgen. Sam zal zijn reserve verkrijgen (de helft van de nalatenschap). Het betreft opnieuw blote eigendom, daar Els als langstlevende echtgenote het vruchtgebruik zal verkrijgen van de ganse nalatenschap. 28

29 Voorbeeld 2 Marc Els Sam Jolien Tom Mieke Laat de stiefouder twee juridische kinderen na, dan bedraagt het beschikbaar deel slechts een derde. Dit is een probleem als er meerdere stiefkinderen zijn: Tom en Mieke zullen dan elk slechts een zesde verkrijgen van de nalatenschap in blote eigendom. Sam en Jolien daarentegen verkrijgen dan elk een derde in blote eigendom (hun reserve). Opnieuw verkrijgt Els het vruchtgebruik van de ganse nalatenschap. Een gelijke behandeling van zowel de stiefkinderen als de juridische kinderen, zal in beide voorbeelden enkel mogelijk zijn als de stiefouder in zijn testament zijn nalatenschap gelijk verdeelt onder al de kinderen én de eigen kinderen de eventuele aantasting van hun reservatair erfrecht niet aanvechten De vordering tot inkorting 56. Wat nu als de stiefouder het beschikbaar deel heeft overschreden en aan zijn stiefkind meer heeft toegekend dan hij eigenlijk kan 91? Dit betekent immers dat de reserve van zijn reservataire erfgenamen is aangetast. De sanctie zal in dit geval niet de nietigverklaring van het legaat zijn. Dit komt omdat de reserve geen beschikkingsonbevoegdheid creëert 92. Het legaat is rechtsgeldig tot stand gekomen. De reservataire erfgenamen kunnen uitsluitend een vordering tot inkorting instellen en de schenking laten inkorten. Op deze manier kunnen zij alsnog aanspraak maken 90 Zie infra nr. 56 ev. 91 S. WOUTERS, De erfrechtelijke positie van het stiefkind: een rechtsvergelijkende studie, masterproef Rechten UHasselt, , R. BARBAIX, Koekoekskinderen in het familiaal vermogensrecht in R. BARBAIX, S. EGGERMONT, N. GEELHAND en F. SWENNEN, Handboek Estate Planning - Bijzonder deel 2. Koekoekskinderen, Brussel, Larcier, 2009, (37)

30 op hun reserve. Het betreft echter louter een mogelijkheid en geenszins een verplichting 93. De reservataire erfgenamen genieten hun reservataire bescherming niet van rechtswege: zij moeten zich effectief op dit aanvechtingsrecht beroepen om hun reservatair erfdeel op te eisen 94. Bovendien beslist iedere reservataire erfgenaam voor zichzelf of hij zijn reserve al dan niet zal opeisen De vordering tot inkorting is een zakelijke en persoonlijke vordering en verjaart slechts na een termijn van dertig jaar. De verjaringstermijn neemt een aanvang vanaf het openvallen van de nalatenschap van de stiefouder. 58. Om na te gaan of het beschikbaar deel overschreden is, dient vooreerst een fictieve massa gevormd te worden die bestaat uit alle bij het overlijden van de stiefouder aanwezige bestaande goederen 96. Fictief voegt men hier ook de schenkingen aan toe die de stiefouder gedurende zijn leven geschonken heeft 97. De waarde van de geschonken goederen op het ogenblik van het overlijden van de stiefouder volgens hun staat of toestand op het ogenblik van de schenking dient in aanmerking genomen te worden 98. De schulden van de erflater moeten bovendien van deze fictieve massa afgetrokken te worden. De tweede stap in de reservebescherming betreft de aanrekening van de giften buiten erfdeel op het beschikbaar deel 99. Wat de volgorde van inkorting betreft zullen schenkingen, te beginnen met de jongste, pas worden ingekort nadat alle legaten werden ingekort 100. De laatste stap van de reservebescherming is de vordering tot inkorting indien weliswaar zou blijken dat de schenkingen buiten erfdeel de grenzen van het 93 R. BARBAIX en A.L. VERBEKE, Beginselen erfrecht, Brugge, Die Keure, 2013, R. BARBAIX en A.L. VERBEKE, Beginselen erfrecht, Brugge, Die Keure, 2013, R. BARBAIX, Koekoekskinderen in het familiaal vermogensrecht in R. BARBAIX, S. EGGERMONT, N. GEELHAND en F. SWENNEN, Handboek Estate Planning - Bijzonder deel 2. Koekoekskinderen, Brussel, Larcier, 2009, (37) R. BARBAIX en A.L. VERBEKE, Beginselen erfrecht, Brugge, Die Keure, 2013, R. BARBAIX en A.L. VERBEKE, Beginselen erfrecht, Brugge, Die Keure, 2013, R. BARBAIX en A.L. VERBEKE, Beginselen erfrecht, Brugge, Die Keure, 2013, R. BARBAIX en A.L. VERBEKE, Beginselen erfrecht, Brugge, Die Keure, 2013, R. BARBAIX en A.L. VERBEKE, Beginselen erfrecht, Brugge, Die Keure, 2013,

31 beschikbaar deel overschrijden 101. Deze dient zowel wat roerende goederen als onroerende goederen betreft in principe te gebeuren in natura. 5. Fiscale positie van testamentaire erfgerechtigde stiefkinderen 59. De Vlaamse fiscale wetgever stelt stiefouderlegaten qua erfbelasting gelijk met legaten in de rechte lijn, zodat stiefkinderen van de laagste tarieven kunnen genieten 102. Art , zesde lid, ten vijfde, b) Vlaamse Codex Fiscaliteit bepaalt immers dat de stiefkinderen erven van hun stiefouder en omgekeerd, aan het tarief in de rechte lijn. 60. Gelet op de circulaire nr. 9 van 7 mei 2002 geldt het tarief in rechte lijn tussen stiefouder en stiefkind niet meer als het huwelijk tussen de juridische ouder en de stiefouder door echtscheiding is ontbonden 103. Dit valt te betreuren. Ondanks de echtscheiding kan er immers nog steeds een hechte band bestaan tussen stiefouder en stiefkind, een band die de stiefouder wil bekrachtigen door het vermaken van een legaat. 61. De gelijkstelling geldt niet voor kinderen of verdere afstammelingen van stiefkinderen 104. Omgekeerd, geldt de gunstregeling ook niet voor bloedverwanten van de stiefouders. Volgens het Grondwettelijk Hof is dit niet strijdig met het grondwettelijk gelijkheidsbeginsel R. BARBAIX en A.L. VERBEKE, Beginselen erfrecht, Brugge, Die Keure, 2013, K. DE PLUCKER en A. BIESMANS, Stiefkinderen/- ouders, zorgkinderen/- ouders en ex- partners kunnen voortaan genieten van Vlaamse schenkingstarieven in rechte lijn, Registratierechten 2014, afl. 1, 29; R. BARBAIX, Koekoekskinderen in het familiaal vermogensrecht in R. BARBAIX, S. EGGERMONT, N. GEELHAND en F. SWENNEN, Handboek Estate Planning - Bijzonder deel 2. Koekoekskinderen, Brussel, Larcier, 2009, (37) N. GEELHAND, Koekoekskinderen: successie- en schenkingsrechten in R. BARBAIX, S. EGGERMONT, N. GEELHAND en F. SWENNEN, Handboek Estate Planning - Bijzonder deel 2. Koekoekskinderen, Brussel, Larcier, 2009, (111) N. GEELHAND, Koekoekskinderen: successie- en schenkingsrechten in R. BARBAIX, S. EGGERMONT, N. GEELHAND en F. SWENNEN, Handboek Estate Planning, Bijzonder deel 2. Koekoekskinderen, Brussel, Larcier, 2009, (111) GwH 18 februari 2010, nr. 15/

32 62. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest geldt er thans geen specifieke regeling meer voor de stiefouder- stiefkindrelatie. De stiefkinderen zullen evenwel ook erven aan het tarief rechte lijn indien aan een aantal voorwaarden zijn voldaan. Zo moet het stiefkind gedurende zes opeenvolgende jaren voor zijn 21 jaar ingewoond hebben bij zijn juridische ouder en stiefouder, en gedurende die tijd van de erflater de hulp en verzorging gekregen hebben die kinderen normalerwijze van hun ouders krijgen In het Waals Gewest kunnen stiefkinderen erven aan het tarief in de rechte lijn ook al zijn ze niet opgevoed geweest door de stiefouder 107. In tegensteling tot de Brusselse wetgever, voorziet de Waalse wetgever immers niet in een wonings- en/of verzorgings- en/of opvoedingsplicht gedurende een bepaalde termijn. Net zoals in Vlaanderen geldt het tarief in rechte lijn tussen stiefouder en stiefkind niet meer als het huwelijk tussen de juridische ouder en de stiefouder door echtscheiding is ontbonden. 6. Kritische noot 64. Het gebeurt steeds vaker dat de stiefouder het stiefkind bij wijze van legaat een deel van zijn nalatenschap toekent. De drie gewesten speelden hier reeds op in door de verkrijging via testament tussen stiefouder en stiefkind gelijk te stellen met een verkrijging in rechte lijn. In alle drie de gewesten zijn de stiefkleinkinderen (nog) niet gelijkgeschakeld. Als zij erven van een stiefgrootouder zijn ze vooralsnog onderworpen aan het tarief vreemden en betalen ze de hogere successierechten. 65. Helaas is de stiefouder aan de grenzen van de erfrechtelijke reserve onderworpen. Er kunnen immers reservataire erfgenamen in het spel zijn, waardoor het stiefkind gevaar loopt om hetgeen hij verkregen heeft ingekort te zien. In het Belgisch recht wordt de grootte van de erfrechtelijke reserve berekend aan de hand van het aantal juridische kinderen van de erflater. Daarbij komt nog eens dat in 106 Art. 50, 1 Brussels W. Succ. 107 Art. 52/3 Waals W. Succ. 32

33 sommige gevallen het beschikbaar deel voor de stiefouder niet eens een mogelijkheid vormt om zijn stiefkind(eren) een even groot deel te legateren als de reserve van de eigen juridische kinderen. Dit is vooral het geval als de stiefouder ook eigen kinderen heeft. Het is ook onmogelijk om de eigen juridische kinderen en stiefkind(eren) evenveel te geven als de erflater ook nog andere personen in zijn testament wil bevoordelen of als er meer dan één stiefkind is. Ten slotte, kunnen bij gebrek aan eigen afstammelingen, zelfs de ascendenten van de stiefouder hun reservatair erfdeel opeisen. 66. Het stiefkind aanduiden als testamentaire erfgenaam brengt geen reservatair erfdeel met zich mee en creëert geen wettelijke erfaanspraken. Het beschikbaar deel betreft louter een breukdeel en geen recht op een reserve. Het stiefkind beschikt dan ook niet over dezelfde actiemogelijkheden als de reservataire erfgenamen. Van een daadwerkelijke gelijkstelling tussen stiefkinderen en eigen juridische kinderen is hier aldus geen sprake. 67. Tot slot dient opgemerkt te worden dat het stiefkind zich in een uiterst precaire toestand bevindt. Indien de relatie tussen het stiefkind en zijn stiefouder escaleert en de stiefouder zijn stiefkind niet meer of niet meer in gelijke delen als zijn juridische kinderen wenst te begunstigen kan hij zijn testament eenvoudig weg steeds herroepen. 33

34 Hoofdstuk III. Conventionele devolutie 68. Heeft de erflater zelf op rechtsgeldige wijze schikkingen getroffen, dan zijn de regels van de conventionele devolutie van toepassing 108. In dit hoofdstuk wordt specifiek de vraag gesteld of de stiefouder via een erfovereenkomst zijn stiefkind(eren) mee kan betrekken in zijn nalatenschap 109. Of anders gezegd, kan de stiefouder nog voor het openvallen van zijn nalatenschap een overeenkomst afsluiten met zijn kinderen over de precieze verdeling ervan? 1. Onmogelijkheid voor de stiefouder om een erfovereenkomst vóór het openvallen van zijn nalatenschap te sluiten 69. In het Belgisch recht kan een nalatenschap die nog niet is opengevallen niet het voorwerp uitmaken van een overeenkomst, behoudens wettelijke uitzonderingen 110. De mogelijkheid om een reservataire erfgenaam vooraf toe te laten aan zijn reserve te verzaken, dit betekent vooraleer de nalatenschap waarin hij erfgerechtigd is openvalt, maakt aldus een verboden erfovereenkomst uit. De mogelijkheid tot afstand van de vordering tot inkorting zou de erfrechtelijke positie van de stiefkinderen in de nalatenschap van hun stiefouder nochtans ten goede komen. Om dit te verduidelijken keren we terug naar volgend voorbeeld: Marc Els Sam Jolien Tom Mieke (1/3 e BE) (1/3 e BE) (1/6 e BE) (1/6 e BE) 108 R. BARBAIX en A. VERBEKE, Beginselen erfrecht, Brugge, die Keure, 2013, S. WOUTERS, De erfrechtelijke positie van het stiefkind: een rechtsvergelijkende studie, masterproef Rechten UHasselt, , Art. 1130, lid 2 BW; N., VAN HIMME, Het verbod van erfovereenkomsten - Quo vadimus? Rechtsvergelijkende studie over de toekomst van het verbod en mogelijke oplossingen voor het Belgische erfrecht, Not.Fisc.M. 2011, afl. 9,

35 In deze situatie hebben we gezien dat het beschikbaar deel slechts een derde bedraagt, en Sam en Jolien elk recht hebben op een derde (hun reserve) 111. Hierdoor kan Marc aan Tom en Mieke in totaal slechts een zesde van zijn nalatenschap legateren, indien hij de reserves van Tom en Jolien niet wil overschrijden. Opnieuw zal Els als langstlevende echtgenote een vruchtgebruik kunnen uitoefenen op de ganse nalatenschap. De overige erfgenamen verkrijgen aldus hun toegewezen aandeel slechts in blote eigendom. 70. Stel nu dat Marc in zijn testament bepaalt dat zowel Sam als Jolien, als zijn twee stiefkinderen Tom en Mieke, elk aanspraak zullen krijgen op een vierde van zijn nalatenschap: Marc Els Sam Jolien Tom Mieke (1/4 e BE) (1/4 e BE) (1/4 e BE) (1/4 e BE) Hierdoor wordt de reserve van Sam en Jolien evenwel aangetast (hun individuele reserve bedraagt immers een derde in blote eigendom). Het is evenwel niet mogelijk voor Sam en Jolien om nog voor het openvallen van de nalatenschap afstand te doen van hun vordering tot inkorting. 2. Mogelijkheid voor de stiefouder om een erfovereenkomst na het openvallen van zijn nalatenschap te sluiten 71. Kunnen de juridische kinderen dan na het openvallen van de nalatenschap afstand doen van hun vordering tot inkorting? In casu zal immers bij het openvallen van de nalatenschap blijken dat de reserve van Sam en Jolien aangetast is 112. Als Sam en Jolien na het overlijden van Marc afstand kunnen doen van hun vordering tot inkorting, kunnen Tom en Mieke evenwel hun gift behouden. 111 Zie supra nr Zie supra nr

36 72. Deze vraag dient positief beantwoord te worden. In het Belgisch recht kunnen de reservataire erfgenamen of legitimarissen ervoor opteren om na het openvallen van de nalatenschap afstand te doen van hun vordering tot inkorting. Een dergelijke afstand is niet aan vormvereisten onderworpen en kan aldus zowel uitdrukkelijk als stilzwijgend gebeuren. De afstand moet evenwel zeker zijn W. PINTENS, C. DECLERCK en K. VANWINCKELEN, Schets van het familiaal vermogensrecht, Antwerpen, 2012,

37 Hoofdstuk IV. De onrechtstreekse bevoordeling van het stiefkind via de langstlevende echtgenoot 73. Omdat het voorbehouden erfdeel van de juridische kinderen van de stiefouder legaten ten voordele van de stiefkinderen kan doorkruisen, wordt soms een omweg gemaakt via de maximale bevoordeling van de langstlevende partner die ook de juridische ouder van de kinderen is. Een dergelijke bevoordeling kan gebeuren via huwelijksvoordelen (zie punt 1) of via giften (zie punt 2). 1. Bevoordeling via huwelijksvoordelen 74. De stiefouder kan zijn langstlevende echtgenoot bevoordelen via huwelijksvoordelen waardoor de stiefkinderen uiteindelijk op een groter deel gerechtigd zullen zijn dan waar zij normaal gezien op konden hopen. Hetgeen de langstlevende partner immers erft in volle eigendom zal later worden geërfd door diens kinderen. 75. Huwelijksvoordelen worden telkens definitief verworven door de echtgenoot en zijn grotendeels reserve- immuun 114. Deze voordelen worden niet als schenkingen gekwalificeerd, maar als huwelijksovereenkomst, althans voor zover ze binnen bepaalde ruim afgebakende grenzen blijven 115. Zo zal in aanwezigheid van stiefkinderen elk beding dat in het huwelijkscontract aan de langstlevende echtgenoot meer toekent dan de helft van de huwelijkse aanwinsten toch als een schenking worden beschouwd. Een dergelijke herkwalificatie heeft tot gevolg dat het voordeel zal moeten worden toegevoegd bij de berekening van de fictieve massa. Daarna zal moeten gecontroleerd worden of het past binnen de grenzen van het beschikbaar deel en of de reserve van de kinderen gerespecteerd is. Heeft de 114 R. BARBAIX, Koekoekskinderen in het familiaal vermogensrecht in R. BARBAIX, S. EGGERMONT, N. GEELHAND en F. SWENNEN, Handboek Estate Planning - Bijzonder deel 2. Koekoekskinderen, Brussel, Larcier, 2009, (37) Art BW. 37

38 stiefouder zelf ook kinderen dan zijn zijn mogelijkheden dus veel beperkter 116. Dit alles kan worden verduidelijkt aan de hand van volgend voorbeeld: Marc Els Sam Tom Stel Marc en Els waren gehuwd onder het wettelijk stelsel. Marc heeft ook een aantal huwelijksvoordelen toegekend aan Els. Zo heeft hij het huis dat hij van zijn ouders heeft geërfd en dienst deed als gezinswoning, ingebracht in het gemeenschappelijk vermogen. Daarnaast hebben ze ook een verblijvingsbeding opgenomen waarbij werd bedongen dat het gemeenschappelijk vermogen zou toekomen aan de langstlevende echtgenoot. Ook hebben ze een contractuele erfstelling opgenomen, waarbij ze elkaar het grootst beschikbaar deel toekennen. Bij Marc zijn overlijden bedraagt het gemeenschappelijk vermogen euro. De gezinswoning heeft een waarde van euro. Het eigen vermogen van Marc bedraagt euro. Art BW vindt hier toepassing gezien het hier om een nieuw samengesteld gezin gaat met een niet- gemeenschappelijk kind. Bij de vereffening en verdeling van de nalatenschap bedraagt de fictieve massa euro (bestaande goederen = euro + (helft overgespaarde inkomsten + ingebrachte goed) = euro). Sam en Tom hebben elk een reserve van 1/3 e in blote eigendom en dus van euro in blote eigendom. Els zal aanspraak kunnen maken op het grootst beschikbaar deel, daar de reserve van de kinderen is gerespecteerd. 116 J., VERSTRAETE, Erfrecht en familierecht. De toestand van de nieuw samengestelde gezinnen, T. Not. 2010, afl. 7-8,

39 2. Bevoordeling via giften 76. De stiefouder kan er voor opteren om zijn stiefkind onrechtstreeks te bevoordelen via giften aan de langstlevende echtgenoot. Deze bevoordelingsmogelijkheid is evenwel aan de grenzen van het reservatair erfrecht onderworpen. Op grond van art. 1094, lid 1 BW is het beschikbaar gedeelte ten voordele van de langstlevende echtgenote evenwel vrij omvangrijk: heeft zij goederen in volle eigendom gekregen ten belope van het beschikbaar deel, dan behoudt zij niettemin haar aanspraken op het vruchtgebruik op de rest van de nalatenschap, behoudens andersluidend beding door de erflater zelf. De reserve van de afstammelingen zal worden herleid tot blote eigendom. 3. Fiscale positie van het onrechtstreeks bevoordeeld stiefkind 77. In eerste instantie is een dergelijke techniek zeer voordelig: de langstlevende echtgenoot kan de huwelijksvoordelen bekomen tegen het nultarief via sterhuisclausules en verrekenbedingen 117. In hoofde van het stiefkind brengt dergelijke constructie evenwel vaak grote kosten met zich mee. Aanleiding hiervoor vormt in het bijzonder de overdracht van onroerende goederen. Paradoxaal genoeg, kan het zijn dat het fiscaal gezien toch voordeliger is om de nalatenschap van de stiefouder te verdelen tussen de juridische ouder van het kind en de stiefkinderen 118. Het gans beschikbaar vermogen overmaken aan de langstlevende ouder is aldus, vanuit het oogpunt van het stiefkind, fiscaal gezien niet wenselijk. 117 N. GEELHAND, Koekoekskinderen: successie- en schenkingsrechten in R. BARBAIX, S. EGGERMONT, N. GEELHAND en F. SWENNEN, Handboek Estate Planning, Bijzonder deel 2. Koekoekskinderen, Brussel, Larcier, 2009, (111) N. GEELHAND, Koekoekskinderen: successie- en schenkingsrechten in R. BARBAIX, S. EGGERMONT, N. GEELHAND en F. SWENNEN, Handboek Estate Planning, Bijzonder deel 2. Koekoekskinderen, Brussel, Larcier, 2009, (111)

40 TITEL III. DE ERFRECHTELIJKE POSITIE VAN STIEFKINDEREN DE LEGE FERENDA Hoofdstuk I. Algemene en specifieke wetsvoorstellen ter verbetering van de erfrechtelijke positie van het stiefkind in de nalatenschap van diens stiefouder 78. In de loop van 2013 werd een omvangrijkere hervorming van het erfrecht verwacht, waarbij onder meer aandacht ging worden besteed aan de regels inzake de reserve, inzake de erfovereenkomsten en inzake de wijze van inbreng en inkorting van giften 119. Uiteindelijk heeft men deze hervorming, die de erfrechtelijke positie van het stiefkind in de nalatenschap van diens stiefouder aanzienlijk zou kunnen verbeteren, onder de vorige legislatuur niet doorgevoerd. Het desbetreffende wetsvoorstel werd in de huidige legislatuur evenwel opnieuw ingediend 120. Hierna zal dit wetsvoorstel dan ook grondig onder de loep worden genomen (zie punt 1). Daarnaast gaan er al geruime tijd stemmen op om het mogelijk te maken stiefkinderen evenveel te laten erven als eigen juridische kinderen, door stiefkinderen net zoals de eigen juridische kinderen een volwaardig erfrecht te geven in de nalatenschap van de stiefouder. Het wetsvoorstel van 2 september 2010 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek teneinde het stiefkind als erfgenaam te kunnen benoemen, beoogde hieraan tegemoet te komen. Dit wetsvoorstel is ondertussen evenwel vervallen en werd vooralsnog niet opnieuw ingediend. Toch blijft het interessant om dit wetsvoorstel eens van naderbij te bekijken (zie punt 2). 119 Wetsvoorstel tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het erfrecht, Parl. St., Belgische Senaat , nr / Wetsvoorstel tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het erfrecht, Parl. St., Belgische Senaat , nr. 0681/

41 1. Algemeen wetsvoorstel tot wijziging van het Belgisch erfrecht 79. Het wetsvoorstel tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het erfrecht werd op 3 december 2014 ingediend 121. Dit wetsvoorstel neemt de tekst over van het in de Senaat op 5 augustus 2013 ingediende wetsvoorstel, dat bij de vorige legislatuur vervallen was. 80. Een aantal wijzigingen die het wetsvoorstel vooropstelt zijn van belang, daar zij de erfrechtelijke positie van het stiefkind in de nalatenschap van diens stiefouder kunnen verbeteren (zie punt 1.1, 1.2 en 1.3) Reserve van de kinderen wordt afgezwakt 81. Vooreerst wordt er gesteld dat de reserve van de kinderen dient behouden te worden, maar dan wel in een afgezwakte vorm. Concreet stelt men voor om het beschikbaar deel van de nalatenschap uniform te bepalen op de helft van de nalatenschap. Dit impliceert dat het reservatair erfdeel van de kinderen teruggebracht wordt op de helft van de nalatenschap ongeacht hoeveel kinderen de erflater nalaat. Hierdoor geeft men aan de stiefouders ruimere mogelijkheden om hun nalatenschap te laten overgaan aan hun stiefkinderen. Kritische noot 82. Het voorstel om de reserve van de juridische kinderen van de erflater in te perken en het beschikbaar deel op de helft van de nalatenschap vast te klikken, zou de erfrechtelijke positie van het stiefkind in de nalatenschap van de erflater aanzienlijk kunnen verbeteren. Dit betekent dat de stiefouder, ongeacht het aantal juridische kinderen die hij heeft, de helft van zijn nalatenschap kan legateren aan zijn stiefkind(eren). Een dergelijke zienswijze ligt bovendien in de lijn met een groot deel 121 Wetsvoorstel tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het erfrecht, Parl. St., Belgische Senaat , nr. 0681/ S. WOUTERS, De erfrechtelijke positie van het stiefkind: een rechtsvergelijkende studie, masterproef Rechten UHasselt, ,

42 van de rechtsleer die van oordeel is dat het beschikbaar deel steeds minstens de helft van de nalatenschap moet zijn Mogelijkheid om te verzaken aan de reserve 83. Het wetsvoorstel voorziet ook in de mogelijkheid om onder voorwaarden en voorafgaandelijk aan het openvallen van de nalatenschap, aan een reservataire aanspraak te verzaken 124. Dit maakt het aldus mogelijk voor de juridische kinderen van de stiefouder om te verzaken aan hun reserve ten voordele van de giften die hun juridische ouder heeft gedaan aan zijn stiefkind(eren). Het betreft evenwel een verzaking in concreto en dus niet in abstracto. Dit betekent dat men enkel aan zijn reserve (of een deel daarvan) zal kunnen verzaken als men voldoende ingelicht is over de precieze intentie van de erflater 125. Zo moet het voor de reservataire erfgenaam duidelijk zijn wie men wil begunstigen in zijn plaats. Op die manier kunnen conflicten in de toekomst vermeden worden. 84. Aan de reservataire aanspraak verzaken kan maar rechtsgeldig gebeuren zo ze wordt vastgesteld in een akte die door de notaris wordt verleden 126. Hierbij is het van groot belang dat de verzaker alleen voor de notaris verschijnt. Op die manier kan de verzaker niet onder druk worden gezet door de erflater. De akte dient uitdrukkelijk de toekomstige juridische gevolgen van de verzaking en de aanvaarding ervan door de verzaker te vermelden. 123 Algemene toelichting, 3 (c), Wetsvoorstel tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het erfrecht, Parl. St., Belgische Senaat , nr. 0681/ Algemene toelichting, 3 (d) en artikelengewijze toelichting artikel 49 (4), Wetsvoorstel tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het erfrecht, Parl. St., Belgische Senaat , nr. 0681/ S. WOUTERS, De erfrechtelijke positie van het stiefkind: een rechtsvergelijkende studie, masterproef Rechten UHasselt, , Algemene toelichting, 3 (d) en artikelengewijze toelichting artikel 49 (5), Wetsvoorstel tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het erfrecht, Parl. St., Belgische Senaat , nr. 0681/

43 85. Belangrijk is ook dat men te allen tijde op de verzaking kan terugkomen 127. De verzaking is evenwel niet absoluut en kan slechts in bepaalde door de wet limitatief opgesomde gevallen ingeroepen worden 128. Zo zal de verzaker die behoeftig zou zijn geworden op het ogenblik waarop de nalatenschap openvalt, zijn verzaking kunnen herroepen 129. Kritische noot 86. Het wetsvoorstel komt tegemoet aan de problematiek inzake de verzaking van de reserve. Gezien het dwingend verbod van erfovereenkomsten is het vooralsnog niet mogelijk voor de reserverataire erfgenamen om aan hun reservataire aanspraak te verzaken, nog voor de nalatenschap van de erflater is opengevallen. Daar wil men nu verandering in brengen. Dit zou een enorme stap vooruit zijn voor de erfrechtelijke positie van het stiefkind in de nalatenschap van zijn stiefouder. Indien het mogelijk zou zijn om te verzaken aan de reserve van een nog niet opengevallen nalatenschap kan de stiefouder zijn nalatenschap immers steeds verdelen in gelijke delen onder zijn juridische kinderen en stiefkinderen. Voorlopig kan de stiefouder immers uitsluitend het beschikbaar deel legateren aan zijn stiefkinderen. Indien de juridische kinderen zouden kunnen verzaken aan hun reserve, kan het ganse vermogen van de erflater evenwel worden verdeeld onder zijn juridische kinderen en stiefkinderen. Dit kan worden verduidelijkt door het reeds hierboven besproken voorbeeld 130 : Marc Els Sam Jolien Tom Mieke 127 Algemene toelichting, 3 (d) en artikelengewijze toelichting artikel 49 (5), Wetsvoorstel tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het erfrecht, Parl. St., Belgische Senaat , nr. 0681/ Artikelengewijze toelichting artikel 49 (5), Wetsvoorstel tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het erfrecht, Parl. St., Belgische Senaat , nr. 0681/ S. WOUTERS, De erfrechtelijke positie van het stiefkind: een rechtsvergelijkende studie, masterproef Rechten UHasselt, , Zie supra nr

44 We hebben gezien dat in het huidig recht de reserve van Sam en Jolien in de nalatenschap van Marc elk een derde in blote eigendom bedraagt (Els bezit als langstlevende echtgenote immers een vruchtgebruik over de ganse nalatenschap). Het beschikbaar deel van Marc bedraagt een derde in blote eigendom. Enkel dit deel kan Marc legateren aan zijn stiefkinderen, waardoor Tom en Mieke elk maximaal een legaat van een zesde in blote eigendom kunnen verkrijgen. Dit is beduidend minder dan het erfdeel van Sam en Jolien. 87. Het wetsvoorstel laat nu toe om alle kinderen, dus zowel de juridische kinderen als de stiefkinderen, gelijk te behandelen in de verdeling van de nalatenschap. Marc kan daardoor aldus schenkingen en legaten doen ten gunste van Tom en Mieke voor de helft van zijn vermogen. Hierdoor wordt de reserve van Sam en Jolien aangetast. Als Marc Sam en Jolien van deze intentie echter op de hoogte brengt en zij bereid zijn om ten aanzien van Tom en Mieke te verzaken aan hun reserve, kan Marc hier zonder meer toe overgaan. Hier knelt evenwel het schoentje. Het is mogelijk dat de juridische kinderen hier niét mee akkoord zijn, en de stiefouder dus geen gelijke verdeling tussen alle kinderen kan bewerkstelligen zonder het gevaar te lopen dat zijn juridische kinderen een vordering tot inkorting zullen instellen. 88. Bovendien kan de reservataire erfgenaam in bepaalde gevallen zijn verzaking te allen tijde herroepen. Dit brengt de stiefouder en het stiefkind in een rechtsonzekere situatie. Zowel de stiefouder als het stiefkind kunnen er immers van overtuigd zijn dat de nalatenschap van de stiefouder verdeeld is in gelijke delen onder de stiefkinderen en de juridische kinderen, maar als blijkt dat een juridisch kind behoeftig is geworden bij het openvallen van de nalatenschap kan dit veranderen S. WOUTERS, De erfrechtelijke positie van het stiefkind: een rechtsvergelijkende studie, masterproef Rechten UHasselt, ,

45 1.3. Toelaatbaarheid van een familiepact 89. Ten slotte wordt voorgesteld om het dwingende verbod van het sluiten van erfovereenkomsten op te heffen 132. Erfovereenkomsten onder bijzondere titel en een familiepact wil men onder bepaalde voorwaarden toelaatbaar maken. Vooral de invoering van een familiepact zou een aanzienlijke verbetering betekenen voor de erfrechtelijke positie van het stiefkind in de nalatenschap van diens stiefouder. Het doel van zo n familiepact bestaat erin om een consensus te bereiken tussen alle kinderen (dus ook de stiefkinderen) wat betreft de schenkingen en voordelen die deze erfgerechtigden eerder reeds hebben verkregen of via de erfovereenkomst zullen verkrijgen 133. Op die manier kan de waarde van deze schenkingen en voordelen reeds worden vastgelegd in de erfovereenkomst met het oog op de vorming van de fictieve massa. Zo kan er geen discussie meer ontstaan bij de inbreng, de berekening van het beschikbaar deel, de aanrekening en eventueel de inkorting. 90. Het is hierbij niet noodzakelijk dat alle kinderen partij zijn bij de erfovereenkomst 134. Niet alle kinderen zullen immers altijd zonder meer akkoord zijn met de erfovereenkomst. Bijgevolg zullen zij in principe ook niet gebonden zijn door de hierin opgenomen bepalingen 135. Voorbehoud moet evenwel gemaakt worden voor de datum waarop de waarde van de schenkingen werd vastgelegd. De waardebepaling van de schenkingen op het ogenblik dat de erfovereenkomst gesloten wordt, is dus ook tegenwerpelijk aan de kinderen die niet akkoord zijn met deze erfovereenkomst. Dit neemt evenwel niet weg dat zij nog steeds hun reserve 132 Algemene toelichting, 5 (c) en artikelengewijze toelichting artikel 61, Wetsvoorstel tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het erfrecht, Parl. St., Belgische Senaat , nr. 0681/ Artikelengewijze toelichting artikel 61 (2), Wetsvoorstel tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het erfrecht, Parl. St., Belgische Senaat , nr. 0681/ S. WOUTERS, De erfrechtelijke positie van het stiefkind: een rechtsvergelijkende studie, masterproef Rechten UHasselt, , Algemene toelichting, 5 (c) en artikelengewijze toelichting artikel 61 (7), Wetsvoorstel tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het erfrecht, Parl. St., Belgische Senaat , nr. 0681/

46 kunnen inroepen om hun reservatair erfdeel te beschermen tegen deze schenkingen. Kritische noot 91. Deze nieuwe rechtsfiguur zou alvast een aanzienlijke verbetering betekenen voor de erfrechtelijke positie van het stiefkind. Zowel stiefouder als stiefkind vertoeven immers in een meer rechtszekere positie. Het familiepact maakt het immers mogelijk om de waarde van de schenking vast te klikken op datum van het openvallen van de nalatenschap van de erflater. Op die manier zal de stiefouder van te voren kunnen uitrekenen ten belope waarvan hij giften kan doen ten gunste van zijn stiefkind(eren), zonder zich te hoeven bloot stellen aan een mogelijke vordering tot inkorting van de juridische kinderen van de stiefouder Specifiek wetsvoorstel om het stiefkind op te nemen in de nalatenschap van diens stiefouder 2.1. De invoering van een wettelijke definitie van het begrip stiefkind 92. Het wetsvoorstel van 2 september 2010 beoogt het stiefkind als erfgenaam te kunnen benoemen 137. Met het oog hierop voegt het wetsvoorstel een artikel 1100bis toe aan het Burgerlijk Wetboek waarbij vooreerst een wettelijke definitie wordt voorzien voor het begrip stiefkind. Een stiefkind is volgens het desbetreffende artikel een kind van de echtgenoot of wettelijk samenwonende partner van de erflater, van welk kind de erflater niet zelf ouder is. Zodanig kind blijft stiefkind, indien het huwelijk of de wettelijke samenwoning is geëindigd 138. Men heeft zich hiervoor duidelijk laten inspireren door het Nederlandse Burgerlijk Wetboek S. WOUTERS, De erfrechtelijke positie van het stiefkind: een rechtsvergelijkende studie, masterproef Rechten UHasselt, , Wetsvoorstel tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek teneinde het stiefkind als erfgenaam te kunnen benoemen, Parl. St., Belgische Senaat buitengewone zitting 2010, nr. 5-39/ Algemene toelichting, Wetsvoorstel tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek teneinde het stiefkind als erfgenaam te kunnen benoemen, Parl. St., Belgische Senaat buitengewone zitting 2010, nr. 5-39/ Art. 4.8, derde lid NBW. 46

47 Kritische noot 93. Opvallend is de verruiming van het begrip stiefouder. Van een stiefkind is slechts sprake indien tussen de stiefouder en juridische ouder een huwelijk tot stand is gekomen. Het wetsvoorstel beschouwd evenwel ook de wettelijk samenwonende partner van de juridische ouder van het kind als stiefouder. Dit valt te betreuren daar er voor de relatie tussen stiefouder en stiefkind enige stabiliteit en duurzaamheid vereist is. Ondanks het feit dat het huwelijk in het Belgisch recht vrij snel kan worden beëindigd, biedt een dergelijke samenlevingsvorm nog steeds meer stabiliteit en duurzaamheid in vergelijking met het wettelijk of feitelijk samenwonen 140. De wettelijke samenwoning daarentegen kan onmiddellijk en op basis van een eenzijdige verklaring door één van de samenwonende partner worden beëindigd De mogelijkheid om het stiefkind op te nemen in de wettelijke devolutie van de stiefouder 94. Het nieuwe artikel voorziet evenwel niet alleen in een wettelijke definitie van het begrip stiefkind, maar biedt ook de mogelijkheid voor de stiefouder om zijn stiefkind(eren) te betrekken in zijn nalatenschap. Art. 1100bis BW bepaalt immers ook dat de erflater bij uiterste wilsbeschikkingen kan bepalen dat een stiefkind erft als eigen kind. In dat geval wordt de reserve van de reservataire erfgenamen berekend alsof het bevoordeelde stiefkind een eigen kind van de erflater was geweest. De afstammelingen van het stiefkind worden bij plaatsvervanging geroepen. Het stiefkind wordt hiermee aldus in de wettelijke devolutie opgenomen in gelijke orde als de juridische kinderen van de stiefouder. Dit brengt een aantal belangrijke gevolgen met zich mee. Vooreerst zullen de reserves van de reservataire erfgenamen van de stiefouder worden berekend alsof het stiefkind zijn juridisch kind is. Daarnaast maakt het nieuwe artikel ook de weg vrij voor plaatsvervulling. 140 S. WOUTERS, De erfrechtelijke positie van het stiefkind: een rechtsvergelijkende studie, masterproef Rechten UHasselt, , Art. 1476, 2, lid 2 BW. 47

48 Kritische noot 95. Het wetsvoorstel maakt het mogelijk om stiefkinderen op initiatief van de stiefouder te betrekken in zijn de nalatenschap. Dit zal dus enkel gebeuren als de stiefouder dat wil, en niet zomaar krachtens de wet 142. Het is dus niet zo dat het stiefkind bij het ontstaan van de stiefouder- stiefkindrelatie automatisch wordt opgenomen in de wettelijke devolutie van de stiefouder. De ratio legis hierachter is logisch: vaak zal de stiefouder pas na het ontstaan van een affectieve en stevige band willen dat zijn stiefkind kan erven in zijn nalatenschap De stiefouder kan ook steeds terugkomen op zijn beslissing om zijn stiefkind(eren) te betrekken in zijn nalatenschap. Een verklaring hiervoor is te vinden in het herroepelijk karakter van het testament. Dit betekent dat de stiefouder zijn testament te allen tijde kan herroepen indien de relatie met zijn stiefkind(eren) zou verslechteren 144. Dit brengt evenwel met zich mee dat het stiefkind in een onzekere rechtstoestand verkeerd daar hij steeds onterfd kan worden. 97. Van een werkelijke gelijkstelling tussen stiefkinderen en juridische kinderen is geen sprake. Het stiefkind wordt misschien wel volwaardig erfgenaam in de nalatenschap van zijn stiefouder, toch kan hij geen reservataire aanspraken uitoefenen 145. Dit betekent dus dat het stiefkind geen vordering tot inkorting kan instellen tegen giften die zijn erfdeel overschrijden. Voor de berekening van de reserve van de juridische kinderen dient het stiefkind nochtans wel mee in rekening genomen te worden. Dat dit niet wenselijk is kan worden verduidelijkt door onderstaand voorbeeld: 142 Algemene toelichting, Wetsvoorstel tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek teneinde het stiefkind als erfgenaam te kunnen benoemen, Parl. St., Belgische Senaat buitengewone zitting 2010, nr. 5-39/ S. WOUTERS, De erfrechtelijke positie van het stiefkind: een rechtsvergelijkende studie, masterproef Rechten UHasselt, , S. WOUTERS, De erfrechtelijke positie van het stiefkind: een rechtsvergelijkende studie, masterproef Rechten UHasselt, , S. WOUTERS, De erfrechtelijke positie van het stiefkind: een rechtsvergelijkende studie, masterproef Rechten UHasselt, ,

49 Marc Els Sam Jolien Tom Mieke Naar het huidige Belgisch recht toe bedraagt de reserve van Sam en Jolien in de nalatenschap elk een derde in blote eigendom (Els zal immers als langstlevende echtgenote recht hebben op het vruchtgebruik van de ganse nalatenschap). Ingevolge het wetsvoorstel zou Marc zijn stiefkinderen (Tom en Mieke) in gelijke orde als zijn juridische kinderen kunnen betrekken in zijn nalatenschap. De reserve van zowel Sam als Jolien zal op dat moment evenwel teruggebracht worden op 3/16 e blote eigendom. Dit komt doordat Tom en Mieke voor de berekening van de reserve ook als juridische kinderen beschouwd moeten worden. Tom en Mieke worden nochtans geen reservataire erfgenamen, hun erfrecht wordt dus niet beschermd door een eventuele reserve. Hoofdstuk II. Eigen wetsvoorstel 98. De bedoeling van deze zoektocht naar het gewenste recht is, op zoek te gaan naar een regeling die het meest bescherming biedt aan de positie van het stiefkind in de nalatenschap van de stiefouder. Op basis hiervan kan vervolgens dan ook een suggestie de lege ferenda worden gedaan aan de Belgische wetgever. Allereerst ben ik voorstander van een afzwakking van het verbod op erfovereenkomsten (zie punt 1). Daarnaast pleit ik voor een afschaffing van de ascendentenreserve en een beperking van de reserve van de descendenten (zie punt 2). Tot slot dient, naar analogie met het Nederlands recht, de testamentaire betrekkingsclausule te worden ingevoerd (zie punt 3). 1. Afzwakking verbod erfovereenkomsten 99. Het verbod van erfovereenkomsten ligt al enkele jaren onder vuur 146. Tot nu toe hield het evenwel stand als een van de pijlers van het Belgisch erfrecht. Toch 146 R. BARBAIX en A. VERBEKE, Beginselen erfrecht, Brugge, die Keure, 2013,

DE BESCHERMING VAN KINDEREN UIT EEN VORIGE RELATIE T.O.V. HUN STIEFOUDERS

DE BESCHERMING VAN KINDEREN UIT EEN VORIGE RELATIE T.O.V. HUN STIEFOUDERS DE BESCHERMING VAN KINDEREN UIT EEN VORIGE RELATIE T.O.V. HUN STIEFOUDERS Aantal woorden: 17.373 Jolien Boumkwo Stamnummer : 01102592 Promotor: Prof. dr. Bertel De Groote Co-promotor: Asst. Sarah van Brée

Nadere informatie

HET (NIEUWE) ERFRECHT ANNO 2018

HET (NIEUWE) ERFRECHT ANNO 2018 HET (NIEUWE) ERFRECHT ANNO 2018 INLEIDING AGENDA INLEIDING ERFRECHT ERFBELASTING WIJZIGING RESERVE WIJZIGING REGELS INBRENG ERFOVEREENKOMSTEN CASUS INLEIDING HERVORMING ERFRECHT NOODZAKELIJK Het erfrecht

Nadere informatie

Successieplanning voor nieuw samengestelde gezinnen. Anne Vander Heyde, fiscaal-notarieel juriste 24 mei 2014

Successieplanning voor nieuw samengestelde gezinnen. Anne Vander Heyde, fiscaal-notarieel juriste 24 mei 2014 Successieplanning voor nieuw samengestelde gezinnen Anne Vander Heyde, fiscaal-notarieel juriste 24 mei 2014 Nieuwe liefde? Nieuw samengesteld gezin? Iets voor mij? of niet soms? maar wat met onze kinderen?

Nadere informatie

Inhoud. Deel 1 Huwelijksvermogensrecht 17. Inleiding 13

Inhoud. Deel 1 Huwelijksvermogensrecht 17. Inleiding 13 Inhoud Inleiding 13 Deel 1 Huwelijksvermogensrecht 17 Hoofdstuk 1 Inleiding 19 Hoofdstuk 2 Het wettelijk stelsel 25 1 Algemeen 25 2 Samenstelling van het vermogen: actief 27 2.1 Het gemeenschappelijk vermogen

Nadere informatie

www.mentorinstituut.be

www.mentorinstituut.be www.mentorinstituut.be Weg met Napoleon erfenissen op maat! Finance Day, 1 juni 2013 2 Agenda Voorstellen justitieminister Beleidsnota 9 januari 2013 Belgisch erfrecht: ingewikkeld star niet aangepast

Nadere informatie

INHOUD VOORWOORD... KRONIEK FAMILIAAL VERMOGENSRECHT Coördinatie Prof. Dr. JOHAN DU MONGH... 1. Primair huwelijksvermogensstelsel VEERLE ALLAERTS...

INHOUD VOORWOORD... KRONIEK FAMILIAAL VERMOGENSRECHT Coördinatie Prof. Dr. JOHAN DU MONGH... 1. Primair huwelijksvermogensstelsel VEERLE ALLAERTS... INHOUD VOORWOORD... v DEEL I. KRONIEK FAMILIAAL VERMOGENSRECHT Coördinatie Prof. Dr. JOHAN DU MONGH... 1 Hfdst. I. Primair huwelijksvermogensstelsel VEERLE ALLAERTS... 3 I. Algemeen... 3 II. Verplichting

Nadere informatie

Successieplanning met verzekeringsproducten in nieuw samengestelde gezinnen

Successieplanning met verzekeringsproducten in nieuw samengestelde gezinnen Successieplanning met verzekeringsproducten in nieuw samengestelde gezinnen Samenlevingsvormen huwelijk wettelijke samenwoning feitelijke samenwoning Doelstellingen bescherming langstlevende echtgenoot

Nadere informatie

HOOFDSTUK 4. De reserve

HOOFDSTUK 4. De reserve HOOFDSTUK 4 De reserve 35. Grondbeginsel De wet (BW, art. 913 en volgende) legt een reserve vast ten gunste van sommige wettelijke erfgenamen (de wettige bloedverwanten in opgaande lijn, de bloedverwanten

Nadere informatie

Commentaar bij art BW

Commentaar bij art BW ADOPTIE BW ART. 353-9 1 353-9. Bij adoptie door echtgenoten of samenwonenden, of ingeval de geadopteerde het kind of het adoptief kind is van de echtgenoot van de adoptant, of van de persoon met wie hij

Nadere informatie

1. HET ERFRECHT VAN DE LANGSTLEVENDE ECHTGENOOT EN HET WETTELIJK OF CONVENTIONEEL RECHT VAN TERUG- KEER 2

1. HET ERFRECHT VAN DE LANGSTLEVENDE ECHTGENOOT EN HET WETTELIJK OF CONVENTIONEEL RECHT VAN TERUG- KEER 2 HOOFDSTUK 1 DE WISSELWERKING TUSSEN SCHENKINGEN EN UITERSTE WILSBESCHIKKINGEN Annelies Wylleman Hoofddocent Vakgroep Burgerlijk Recht Universiteit Gent Notaris Lise Voet Assistent Vakgroep Burgerlijk Recht

Nadere informatie

1. De wetgever heeft reeds in uw plaats gedacht

1. De wetgever heeft reeds in uw plaats gedacht 1. De wetgever heeft reeds in uw plaats gedacht 1.1. U HEEFT VOORAF NIETS GEREGELD Voor zover u geen testament opgemaakt heeft, heeft de wetgever de erfgenamen ingedeeld in vier categorieën, waarvan hij

Nadere informatie

Impact hervorming van het federale erfrecht op de Vlaamse erfbelasting

Impact hervorming van het federale erfrecht op de Vlaamse erfbelasting Impact hervorming van het federale erfrecht op de Vlaamse erfbelasting Hoorzitting, Vlaams Parlement, 20 februari 2018 1 Inleiding / agenda Verwijzing naar het verslag van de hoorzitting van 6 februari

Nadere informatie

Inhoud. Deel 1 Analyse van de situatie 17. Woord vooraf 3 Inleiding 11

Inhoud. Deel 1 Analyse van de situatie 17. Woord vooraf 3 Inleiding 11 Inhoud Woord vooraf 3 Inleiding 11 Deel 1 Analyse van de situatie 17 Hoofdstuk 1 Inleiding 19 Hoofdstuk 2 De persoonlijke situatie 23 1 Inleiding 23 2 De familiale aspecten 23 2.1 De huidige burgerlijke

Nadere informatie

Deel 1. Naar wie gaat uw nalatenschap?

Deel 1. Naar wie gaat uw nalatenschap? INHOUDSTAFEL Deel 1. Naar wie gaat uw nalatenschap? 1. Een aantal principes.................................................... 1 2. De zeven basisregels van het erfrecht....................................

Nadere informatie

INHOUD. Woord vooraf... v Over de auteurs... vii Algemene bibliografie... ix ERFRECHT

INHOUD. Woord vooraf... v Over de auteurs... vii Algemene bibliografie... ix ERFRECHT INHOUD Woord vooraf.................................................................... v Over de auteurs................................................................. vii Algemene bibliografie.............................................................

Nadere informatie

Rolnummer 4717. Arrest nr. 15/2010 van 18 februari 2010 A R R E S T

Rolnummer 4717. Arrest nr. 15/2010 van 18 februari 2010 A R R E S T Rolnummer 4717 Arrest nr. 15/2010 van 18 februari 2010 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 50 van het Wetboek der successierechten, gesteld door het Hof van Beroep te Antwerpen.

Nadere informatie

Begripsbepaling H OOFDSTUK

Begripsbepaling H OOFDSTUK H OOFDSTUK Begripsbepaling I 1. WETTELIJKE DEFINITIE Artikel 1075 van het Belgisch Burgerlijk Wetboek (hierna BW) bepaalt: De vader, de moeder en andere bloedverwanten in de opgaande lijn kunnen hun goederen

Nadere informatie

De hervorming van het erfrecht: grotere vrijheid om uw nalatenschap te regelen

De hervorming van het erfrecht: grotere vrijheid om uw nalatenschap te regelen 20 juli 2017 Persinfo: Bart Azare Fednot 02 505 08 14-0478 58 46 21 azare@fednot.be www.notaris.be De hervorming van het erfrecht: grotere vrijheid om uw nalatenschap te regelen Het federaal parlement

Nadere informatie

ERFENIS, SCHENKING EN SUCCESSIERECHTEN. Advocaten Meersman & Van Keer Willem Tellstraat 22 9000 GENT 09 225 80 30

ERFENIS, SCHENKING EN SUCCESSIERECHTEN. Advocaten Meersman & Van Keer Willem Tellstraat 22 9000 GENT 09 225 80 30 ERFENIS, SCHENKING EN SUCCESSIERECHTEN. Advocaten Meersman & Van Keer Willem Tellstraat 22 9000 GENT 09 225 80 30 ERVEN. 1. Erfgenamen kun je kiezen voor zover de reservataire erfgenamen hun deel krijgen.

Nadere informatie

H4 Wettelijk erfrecht

H4 Wettelijk erfrecht H4 Wettelijk erfrecht Samenvatting Personen- en familierecht Sharon Di Tore 99041355 14-12-16 Wanneer iemand geen testament heeft en overlijdt dan geldt het wettelijk erfrecht. Let op: echtgenote en geregistreerde

Nadere informatie

Inhoudstafel...I. Inleiding... 2

Inhoudstafel...I. Inleiding... 2 Inhoudstafel Inhoudstafel...I Inleiding... 2 Hoofdstuk 1. Stiefkinderen... 3 Afdeling 1. Overdrachten om niet ten gevolge van overlijden: successierechten... 3 1. Het overlijden van de stiefouder... 4

Nadere informatie

INHOUD. VOORWOORD... v. KRONIEK FAMILIAAL VERMOGENSRECHT Prof. Dr. Johan Du Mongh Primair huwelijksvermogensstelsel Veerle Allaerts...

INHOUD. VOORWOORD... v. KRONIEK FAMILIAAL VERMOGENSRECHT Prof. Dr. Johan Du Mongh Primair huwelijksvermogensstelsel Veerle Allaerts... INHOUD VOORWOORD.................................................... v DEEL I. KRONIEK FAMILIAAL VERMOGENSRECHT Prof. Dr. Johan Du Mongh.............................. 1 Hfdst. I. Primair huwelijksvermogensstelsel

Nadere informatie

VOORWOORD...v. KRONIEK FAMILIAAL VERMOGENSRECHT Coördinatie Prof. Dr. JOHAN DU MONGH...1. Primair huwelijksvermogensstelsel VEERLE ALLAERTS...

VOORWOORD...v. KRONIEK FAMILIAAL VERMOGENSRECHT Coördinatie Prof. Dr. JOHAN DU MONGH...1. Primair huwelijksvermogensstelsel VEERLE ALLAERTS... VOORWOORD...v DEEL I. KRONIEK FAMILIAAL VERMOGENSRECHT Coördinatie Prof. Dr. JOHAN DU MONGH...1 Hfdst I. Primair huwelijksvermogensstelsel VEERLE ALLAERTS...3 I. Algemeen...3 II. Verplichting tot hulp

Nadere informatie

Wie wil gaan samenwonen heeft twee keuzes: feitelijk of wettelijk samenwonen.

Wie wil gaan samenwonen heeft twee keuzes: feitelijk of wettelijk samenwonen. Wie wil gaan samenwonen kan er voor kiezen louter feitelijk samen te wonen, dan wel wettelijk te gaan samenwonen. De keuze die men daarbij maakt, heeft heel wat juridische en fiscale gevolgen. Hoe zit

Nadere informatie

Je rechten bij erfenis

Je rechten bij erfenis Je rechten bij erfenis Wie zijn je erfgenamen? De principes Bloedverwanten + echtgenoot + WSW partner + geadopteerden Volgorde? Eerst de ORDEN : de eerste orde sluit alle volgende uit Eerste orde : afstammelingen

Nadere informatie

Het nieuwe erfrecht. Prof. dr. Charlotte Declerck

Het nieuwe erfrecht. Prof. dr. Charlotte Declerck Het nieuwe erfrecht Prof. dr. Charlotte Declerck Overzicht Wettelijk erfrecht Wie zijn volgens de wet onze erfgenamen? Reserve en beschikbaar deel Kunnen wij onze erfgenamen zelf kiezen? Kan ik iemand

Nadere informatie

De hervorming van het erfrecht. Grote lijnen van de wet van 31 juli 2017 en aandachtspunten Vlaamse registratie- en erfbelasting

De hervorming van het erfrecht. Grote lijnen van de wet van 31 juli 2017 en aandachtspunten Vlaamse registratie- en erfbelasting De hervorming van het erfrecht Grote lijnen van de wet van 31 juli 2017 en aandachtspunten Vlaamse registratie- en erfbelasting Inleiding Inleiding Wet van 31 juli 2017 tot wijziging van het Burgerlijk

Nadere informatie

Het erfrecht van de langstlevende wettelijk samenwonende en de problematiek van de inbreng en de inkorting

Het erfrecht van de langstlevende wettelijk samenwonende en de problematiek van de inbreng en de inkorting Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2009-10 Het erfrecht van de langstlevende wettelijk samenwonende en de problematiek van de inbreng en de inkorting Masterproef van de opleiding

Nadere informatie

Enkele belangrijke begrippen en afkortingen

Enkele belangrijke begrippen en afkortingen 35 Enkele belangrijke begrippen en afkortingen De volgende lijst geeft een beknopte omschrijving 3 van enkele juridische termen die in dit boek aan bod komen, en dient enkel om die begrippen beter te kunnen

Nadere informatie

De Vlaamse successierechten.

De Vlaamse successierechten. De Vlaamse successierechten. Successierechten zijn, naast de schenkingsrechten, in België niet langer een federale bevoegdheid maar wel een regionale bevoegdheid! Iven De Hoon De Vlaamse successierechten

Nadere informatie

ACTUALIA VERMOGENSRECHT

ACTUALIA VERMOGENSRECHT ACTUALIA VERMOGENSRECHT Het Centrum voor Beroepsvervolmaking in de Rechten (CBR) is een feitelijk samenwerkingsverband tussen de Raad van de Orde der Advocaten bij de balie te Antwerpen en de faculteit

Nadere informatie

Redactie van begunstigingsclausules van levensverzekeringen = maatwerk

Redactie van begunstigingsclausules van levensverzekeringen = maatwerk Redactie van begunstigingsclausules van levensverzekeringen = maatwerk Studieavond KVK 1 februari 2011 Pieter Debbaut, fiscalist, opleider studiedienst Ergo Insurance nv 1 Programma Inleiding Theorie Wet

Nadere informatie

Stiefkinderen en geadopteerde kinderen in het schenkings- en successierecht (met interne vergelijking tussen de gewesten)

Stiefkinderen en geadopteerde kinderen in het schenkings- en successierecht (met interne vergelijking tussen de gewesten) FACULTEIT RECHTSGELEERDHEID Master Notariaat Academiejaar 2008-2009 Vakgroep fiscaal recht Successierechten Prom. Prof. Dr. N. Geelhand Comm. Prof. Dr. A. Wylleman & H. Baert Stiefkinderen en geadopteerde

Nadere informatie

Rolnummer 1041. Arrest nr. 67/97 van 6 november 1997 A R R E S T

Rolnummer 1041. Arrest nr. 67/97 van 6 november 1997 A R R E S T Rolnummer 1041 Arrest nr. 67/97 van 6 november 1997 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 370, 1, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Jeugdrechtbank te Luik.

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE ADLOCUTIO ROGERUM DILLEMANS HONORIFICANS FAMILIAAL VERMOGENSBEHEER IN RECENTE NATIONALE EN EUROPESE RECHTSPRAAK

INHOUDSOPGAVE ADLOCUTIO ROGERUM DILLEMANS HONORIFICANS FAMILIAAL VERMOGENSBEHEER IN RECENTE NATIONALE EN EUROPESE RECHTSPRAAK INHOUDSOPGAVE ADLOCUTIO ROGERUM DILLEMANS HONORIFICANS... v FAMILIAAL VERMOGENSBEHEER IN RECENTE NATIONALE EN EUROPESE RECHTSPRAAK Walter PINTENS...1 I. Inleiding...3 II. Huwelijksvoordelen...4 1. Artikel

Nadere informatie

4.1. Vooraf: soorten adoptie... 4. 4.2. De adoptanten gezamenlijk... 4 4.3. Eén adoptant... 5. 5.1. Wat is voogdij?... 5

4.1. Vooraf: soorten adoptie... 4. 4.2. De adoptanten gezamenlijk... 4 4.3. Eén adoptant... 5. 5.1. Wat is voogdij?... 5 Inhoudstafel Deel 1: Het beheer over de goederen van het minderjarige kind 1. Belang... 1 2. Wie is minderjarig?... 1 3. Bevoegdheid van de ouders... 2 3.1. Ouderlijk gezag... 2 3.2. Wettelijk genot...

Nadere informatie

DE WEERSLAG VAN DE HERVORMING VAN HET ERFRECHT OP NIEUWE SAMENGESTELDE

DE WEERSLAG VAN DE HERVORMING VAN HET ERFRECHT OP NIEUWE SAMENGESTELDE 1 / /Ê //, Ê Ê7 -,/ 1 / /Ê, /-, Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent 1 / /Ê7 / - ** Academiejaar 2014-2015 1 / /Ê - 1 Ê

Nadere informatie

Goed geven! Dirk Vercoutter van testament.be 20/09/14

Goed geven! Dirk Vercoutter van testament.be 20/09/14 Goed geven! Dirk Vercoutter van testament.be 20/09/14 Testamenten en legaten Een gebaar voor het leven 1 IS ER LEVEN NA DE DOOD? DE DOOD IS EEN DEEL VAN HET LEVEN. MAAR WAT GEBEURT ER MET MIJN BEZIT ALS

Nadere informatie

Wettelijk erfrecht Duitsland

Wettelijk erfrecht Duitsland De positie van de langstlevende echtgenoten in het Duitse, Franse, Luxemburgse, Belgische en Nederlandse erfrecht Dr. Rembert Süβ Deutsches Notarinstitut Wettelijk erfrecht Duitsland Beperkte vooruitneming

Nadere informatie

DE SUCCESSIE- EN SCHENKINGSRECHTEN: OFFICIËLE TARIEVEN

DE SUCCESSIE- EN SCHENKINGSRECHTEN: OFFICIËLE TARIEVEN DE SUCCESSIE- EN SCHENKINGSRECHTEN: OFFICIËLE TRIEVEN De successie- en schenkingsrechten verschillen per gewest.. DE SUCCESSIERECHTEN EN DE SCHENKINGSRECHTEN IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST 1. SUCCESSIERECHTEN

Nadere informatie

MAAK IK EEN TESTAMENT? Erven en onterven. Prof. Walter Pintens

MAAK IK EEN TESTAMENT? Erven en onterven. Prof. Walter Pintens MAAK IK EEN TESTAMENT? Erven en onterven Prof. Walter Pintens 1 Wettelijk stelsel 3 vermogens Eigen vermogen Man - Goederen verkregen vóór het huwelijk; - Goederen verkregen tijdens het huwelijk om niet:

Nadere informatie

Het Nieuwe Erfrecht. Roel Deseyn Federaal Volksvertegenwoordiger CD&V.

Het Nieuwe Erfrecht. Roel Deseyn Federaal Volksvertegenwoordiger CD&V. Het Nieuwe Erfrecht Roel Deseyn Federaal Volksvertegenwoordiger CD&V !2 PROGRAMMA INLEIDING OVERZICHT WETTELIJK ERFRECHT NIEUWE ERFRECHTWET GEEFT MEER VRIJHEID: WAT KAN IK ZELF REGELEN? ERF- EN SCHENKBELASTING

Nadere informatie

HERVORMING ERFRECHT ESTATE PLANNING. PHILIPP BOLLEN 26 april 2018

HERVORMING ERFRECHT ESTATE PLANNING. PHILIPP BOLLEN 26 april 2018 HERVORMING ERFRECHT ESTATE PLANNING PHILIPP BOLLEN 26 april 2018 Situering Oorsprong: 1804 Gebaseerd op - traditionele relatievorm/norm = (standvastig) huwelijk - bloedrecht - onroerend goed als waardevast

Nadere informatie

Hoofdstuk 3. Erven als huwelijkspartner

Hoofdstuk 3. Erven als huwelijkspartner 44 Hoofdstuk 3. Erven als huwelijkspartner Dag zei ik tegen haar dag kom Ik je nog eens tegen, glimlachend Maar de wind blies weg Haar gezicht in het water En ik knikte en ik werd onzichtbaar In het stille

Nadere informatie

TETRALERT FISCAAL RECHT

TETRALERT FISCAAL RECHT TETRALERT FISCAAL RECHT DE HERVORMING VAN HET ERFRECHT : WAT MOETEN WE DOEN VÓÓR 1 SEPTEMBER 2018? De wet van 31 juli 2017, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad, heeft ingrijpende wijzigingen aangebracht

Nadere informatie

Het nieuwe erfrecht Servais Verherstraeten Voorzitter CD&V-Kamerfractie

Het nieuwe erfrecht Servais Verherstraeten Voorzitter CD&V-Kamerfractie Het nieuwe erfrecht Servais Verherstraeten Voorzitter CD&V-Kamerfractie 2 PROGRAMMA INLEIDING OVERZICHT WETTELIJK ERFRECHT NIEUWE ERFRECHTWET GEEFT MEER VRIJHEID: WAT KAN IK ZELF REGELEN? ERF- EN SCHENKBELASTING

Nadere informatie

Het nieuwe erfrecht Servais Verherstraeten Voorzitter CD&V-Kamerfractie.

Het nieuwe erfrecht Servais Verherstraeten Voorzitter CD&V-Kamerfractie. Het nieuwe erfrecht Servais Verherstraeten Voorzitter CD&V-Kamerfractie 2 PROGRAMMA INLEIDING OVERZICHT WETTELIJK ERFRECHT NIEUWE ERFRECHTWET GEEFT MEER VRIJHEID: WAT KAN IK ZELF REGELEN? ERF- EN SCHENKBELASTING

Nadere informatie

Is er leven na de dood?

Is er leven na de dood? Is er leven na de dood? DE DOOD IS EEN DEEL VAN HET LEVEN. MAAR WAT GEBEURT ER MET MIJN BEZIT ALS IK NU PLOTS ZOU OVERLIJDEN? WAT HEB IK EN AAN WIE WIL IK WAT GEVEN? OF LAAT IK ALLES AAN DE STAAT? IS ER

Nadere informatie

KRONIEK FAMILIAAL VERMOGENSRECHT Prof. Dr. Johan Du Mongh en Dr. Charlotte Declerck.. 1

KRONIEK FAMILIAAL VERMOGENSRECHT Prof. Dr. Johan Du Mongh en Dr. Charlotte Declerck.. 1 INHOUD VOORWOORD.................................................... v DEEL I. KRONIEK FAMILIAAL VERMOGENSRECHT Prof. Dr. Johan Du Mongh en Dr. Charlotte Declerck.. 1 Hfdst. I. Primair huwelijksvermogensstelsel

Nadere informatie

Persoonlijke kopie van ()

Persoonlijke kopie van () PATRIMONIUM 2007 REDACTIERAAD PATRIMONIUM Prof. Dr. Walter Pintens (voorzitter redactieraad) Prof. Dr. Johan Du Mongh (hoofdredacteur) Charlotte Declerck PATRIMONIUM 2007 Prof. Dr. WALTER PINTENS Prof.

Nadere informatie

VERGELIJKING HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONEN FEITELIJK SAMEWONEN

VERGELIJKING HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONEN FEITELIJK SAMEWONEN VERGELIJKING HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONEN FEITELIJK SAMEWONEN HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONEN FEITELIJK SAMENWONEN = verbintenis tussen 2 ongehuwde personen van verschillend of hetzelfde geslacht die een

Nadere informatie

DE INBRENG VAN GIFTEN IN HET NIEUWE ERFRECHT

DE INBRENG VAN GIFTEN IN HET NIEUWE ERFRECHT DE INBRENG VAN GIFTEN IN HET NIEUWE ERFRECHT Aantal woorden: 23.022 Jean-Baptiste Louagie Studentennummer: 01104315 Promotor: Prof. dr. Jan Bael Commissaris: Elise Maes Masterproef voorgelegd voor het

Nadere informatie

Voorwoord 19 DEEL I SUCCESSIERECHTEN 21. HOOFDSTUK 1 Gewestelijk karakter Toestand vóór 1 januari

Voorwoord 19 DEEL I SUCCESSIERECHTEN 21. HOOFDSTUK 1 Gewestelijk karakter Toestand vóór 1 januari VGLSUCR_DO_1201.fm Page 3 Friday, September 14, 2012 9:53 AM INHOUDSTAFEL Voorwoord 19 DEEL I SUCCESSIERECHTEN 21 HOOFDSTUK 1 Gewestelijk karakter 23 1. Toestand vóór 1 januari 2002 23 2. Het Lambermont

Nadere informatie

Huwelijk, wettelijk samenwonen of feitelijk samenwonen voor partners met kinderen uit een vorige relatie: de voor- en nadelen afgewogen

Huwelijk, wettelijk samenwonen of feitelijk samenwonen voor partners met kinderen uit een vorige relatie: de voor- en nadelen afgewogen Huwelijk, wettelijk samenwonen of feitelijk samenwonen voor partners met kinderen uit een vorige relatie: de voor- en nadelen afgewogen SAMUEL WYNANT 15 mei 2009 Masterproef van de opleiding Master in

Nadere informatie

HANDBOEK BURGERLIJK RECHT

HANDBOEK BURGERLIJK RECHT RENE DEKKERS HANDBOEK BURGERLIJK RECHT DEEL IV Huwelijksstelsels - Erfrecht - Giften DERDE UITGAVE BEWERKT DOOR HELENE CASMAN Gewoon Hoogleraar Vrije Universiteit Brussel Hoogleraar Université Libre de

Nadere informatie

Stiefkinderen en successierechten: op naar volledige gelijkschakeling?

Stiefkinderen en successierechten: op naar volledige gelijkschakeling? Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2013-2014 Stiefkinderen en successierechten: op naar volledige gelijkschakeling? Masterproef van de opleiding Notariaat Ingediend door Celien

Nadere informatie

De gezinswoning voor 99,6 % legateren aan de langstlevende?

De gezinswoning voor 99,6 % legateren aan de langstlevende? De gezinswoning voor 99,6 % legateren aan de langstlevende? De laatste tijd komen steeds vaker testamenten voor waarbij de ene echtgenoot aan de andere 99,6 % van de gezinswoning in volle eigendom legateert

Nadere informatie

Inhoud. Inhoud... Titel 1. Juridische aspecten... 1. Hoofdstuk 1. Algemeen... 1

Inhoud. Inhoud... Titel 1. Juridische aspecten... 1. Hoofdstuk 1. Algemeen... 1 p. Inhoud... V Titel 1. Juridische aspecten.... 1 Hoofdstuk 1. Algemeen... 1 Hoofdstuk 2. Algemene beschouwingen over de schenking onder de levenden... 2 Afdeling 1. Definitie...... 2 Afdeling 2. Grondvereisten

Nadere informatie

De positie van stiefkinderen die door de stiefouder in de wettelijke verdeling worden betrokken "Wederkerige uiterste wilsbeschikking Fideicommis

De positie van stiefkinderen die door de stiefouder in de wettelijke verdeling worden betrokken Wederkerige uiterste wilsbeschikking Fideicommis De positie van stiefkinderen die door de stiefouder in de wettelijke verdeling worden betrokken "Wederkerige uiterste wilsbeschikking Fideicommis Werkstuk in het kader van het vak erfrecht I Maart 2008

Nadere informatie

Beknopte inhoudstafel

Beknopte inhoudstafel Beknopte inhoudstafel Inleiding... 1 Eerste titel. Erfenissen... 5 Eerste hoofdstuk. Openvallen van erfenissen en bezit van de erfgenamen... 5 Hoofdstuk II. Hoedanigheden vereist om te kunnen erven...

Nadere informatie

Hoe afwijken van het wettelijk erfrecht? Fundamenten van het nieuwe erfrecht

Hoe afwijken van het wettelijk erfrecht? Fundamenten van het nieuwe erfrecht Hoe afwijken van het wettelijk erfrecht? Fundamenten van het nieuwe erfrecht Bart Chiau Augustus 2018 1 september 2018 Hervorming wettelijk erfrecht Hervorming erfbelasting Hervorming huwelijksvermogensrecht

Nadere informatie

Hoe beveilig ik mijn partner?

Hoe beveilig ik mijn partner? Hoe beveilig ik mijn partner? Brussel, 22 oktober 2011 2 Agenda Planning tussen partners Samenwonenden Echtgenoten Civiel- en fiscaal statuut Instrumenten Van testament tot contract 3 Wettelijke bescherming

Nadere informatie

Hoofdstuk V Overige aanpassingen in het erfrecht bijzonder voor wettelijke samenwoners. Erfrecht na gewone adoptie

Hoofdstuk V Overige aanpassingen in het erfrecht bijzonder voor wettelijke samenwoners. Erfrecht na gewone adoptie 72 Erfrecht wettelijk samenwonenden Hoofdstuk V Overige aanpassingen in het erfrecht bijzonder voor wettelijke samenwoners A f d e l i n g 1 Erfrecht na gewone adoptie 99. Artikel 353-16, eerste lid BW

Nadere informatie

INHOUD. Deel I. Privaatrechtelijke aspecten... 1

INHOUD. Deel I. Privaatrechtelijke aspecten... 1 Deel I. Privaatrechtelijke aspecten..... 1 Hoofdstuk 1. Wettelijk kader van het samenwonen.... 3 1. Wet inwerkingtreding......... 5 2. Civielrechtelijk begrip wettelijke samenwoning..... 5 3. Verklaring

Nadere informatie

De wijziging van het erfrecht: wetsvoorstel tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het erfrecht

De wijziging van het erfrecht: wetsvoorstel tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het erfrecht Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2013-14 De wijziging van het erfrecht: wetsvoorstel tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het erfrecht Masterproef van de

Nadere informatie

Hoe kunt u voordelig vermogen overdragen aan uw kinderen? Schenken en Erven.

Hoe kunt u voordelig vermogen overdragen aan uw kinderen? Schenken en Erven. Hoe kunt u voordelig vermogen overdragen aan uw kinderen? Schenken en Erven. Wet Schenk- en erfbelasting 3 juni 2010 Wijziging Successiewet 1 januari 2010 - Erfbelasting schenkbelasting - Tariefverlaging/vereenvoudiging

Nadere informatie

Erfrecht. Wie erft wat?

Erfrecht. Wie erft wat? Erfrecht. Wie erft wat? Alle vragen rond erfenis en testament, kort en begrijpelijk uitgelegd. Iven De Hoon Wie erft wat? Alle vragen rond erfenis en testament, kort en begrijpelijk uitgelegd. Lees nu

Nadere informatie

Rolnummer 4097. Arrest nr. 136/2007 van 7 november 2007 A R R E S T

Rolnummer 4097. Arrest nr. 136/2007 van 7 november 2007 A R R E S T Rolnummer 4097 Arrest nr. 136/2007 van 7 november 2007 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 731 van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te Kortrijk.

Nadere informatie

PLEEG-, ZORG- EN ADOPTIEKINDEREN EN SUCCESSIERECHTEN

PLEEG-, ZORG- EN ADOPTIEKINDEREN EN SUCCESSIERECHTEN Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2012-2013 PLEEG-, ZORG- EN ADOPTIEKINDEREN EN SUCCESSIERECHTEN Masterproef van de opleiding Master in het notariaat Ingediend door Laure Van Hulle

Nadere informatie

VR DOC.0453/2BIS

VR DOC.0453/2BIS VR 2018 0405 DOC.0453/2BIS Ontwerp van decreet tot modernisering van de erf- en schenkbelasting, aangepast aan het nieuwe erfrecht DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Begroting,

Nadere informatie

FAQ Schenkingen en Legaten

FAQ Schenkingen en Legaten FAQ Schenkingen en Legaten SCHENKINGEN EN LEGATEN AAN DOMINIEK SAVIO Waarom kiezen voor Dominiek Savio voor een schenking of (duo)legaat? Dominiek Savio wil voor kinderen, jongeren en volwassenen met een

Nadere informatie

Beknopte inhoudstafel

Beknopte inhoudstafel Beknopte inhoudstafel Inleiding... 21 Eerste titel. Erfenissen... 25 Eerste hoofdstuk. Openvallen van erfenissen en bezit van de erfgenamen... 25 Hoofdstuk II. Hoedanigheden vereist om te kunnen erven...

Nadere informatie

2014 -- Successiewet -- Deel 1

2014 -- Successiewet -- Deel 1 Successiewet les 1 programma Eén wet, twee belastingen Woonplaats Successierecht Wettelijk erfrecht en wettelijke verdeling Testamenten Wetsficties 1 Eén wet, twee belastingen De Successiewet bestaat uit:

Nadere informatie

De erfopvolging. auteurs: André Culot, fiscaal adviseur Pierre Culot, kandidaat-notaris

De erfopvolging. auteurs: André Culot, fiscaal adviseur Pierre Culot, kandidaat-notaris Editie 2013 De erfopvolging auteurs: André Culot, fiscaal adviseur Pierre Culot, kandidaat-notaris 1. BEGRIPPEN Openvallen van de nalatenschap Wettelijke erfopvolging Erfgenamen Onregelmatige erfopvolger

Nadere informatie

Ruimere beschikkingsvrijheid Houdt rekening met de veelheid aan familievormen in de nieuwe complexe maatschappelijke realiteit

Ruimere beschikkingsvrijheid Houdt rekening met de veelheid aan familievormen in de nieuwe complexe maatschappelijke realiteit De Vlaamse erfbelasting : Gemoderniseerd Gematigd Afgestemd op het nieuwe federale erfrecht Window of opportunity 1) Hoge belastingdruk 2) In werking treding nieuwe federale erfrecht d.d. 1.09.2018 Ruimere

Nadere informatie

Mr H.M.L. Simons, notaris Notariskantoor Kunderlinde Voerendaal

Mr H.M.L. Simons, notaris Notariskantoor Kunderlinde Voerendaal Erfrecht Mr H.M.L. Simons, notaris Notariskantoor Kunderlinde Voerendaal Erfrecht Algemeen Wettelijke verdeling Legitieme portie Samenwoners 2-Trapsmaking Zuivere aanvaarding, beneficiaire aanvaarding,

Nadere informatie

HERVORMING ERFRECHT ESTATE PLANNING. PHILIPP BOLLEN 1 februari 2018

HERVORMING ERFRECHT ESTATE PLANNING. PHILIPP BOLLEN 1 februari 2018 HERVORMING ERFRECHT ESTATE PLANNING PHILIPP BOLLEN 1 februari 2018 Situering Oorsprong: 1804 Gebaseerd op - traditionele relatievorm/norm = (standvastig) huwelijk - bloedrecht - onroerend goed als waardevast

Nadere informatie

Gezagsdragers hebben (anders dan pleegouders) de plicht te voorzien in het levensonderhoud van het kind waarover zij het gezag uitoefenen.

Gezagsdragers hebben (anders dan pleegouders) de plicht te voorzien in het levensonderhoud van het kind waarover zij het gezag uitoefenen. GEZAG EN VOOGDIJ WAT IS GEZAG? De wet geeft als omschrijving van gezag: de plicht en het recht om een minderjarig kind (dat is een kind jonger dan 18 jaar) te verzorgen en op te voeden. Wat betekent dit

Nadere informatie

Rolnummer 2704. Arrest nr. 109/2003 van 22 juli 2003 A R R E S T

Rolnummer 2704. Arrest nr. 109/2003 van 22 juli 2003 A R R E S T Rolnummer 2704 Arrest nr. 109/2003 van 22 juli 2003 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 1, 3, eerste lid, van artikel III, overgangsbepalingen, van de wet van 14 juli 1976 betreffende

Nadere informatie

HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONENDEN FEITELIJK SAMENWONENDEN

HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONENDEN FEITELIJK SAMENWONENDEN Wie: 2 ongehuwde personen die minstens 18 jaar zijn en geen dichte verwantschap hebben Hoe: men doet aangifte bij de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente waar één van beide partners woont

Nadere informatie

SAMENLEVINGVORMEN EN SAMENLEVINGSCONTRACT

SAMENLEVINGVORMEN EN SAMENLEVINGSCONTRACT SAMENLEVINGSVORMEN SAMENLEVINGVORMEN EN SAMENLEVINGSCONTRACT Algemeen De gevolgen van het huwelijk en het geregistreerd partnerschap worden in de wet uitgebreid geregeld. Andere samenwonenden worden door

Nadere informatie

HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONENDEN FEITELIJK SAMENWONENDEN

HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONENDEN FEITELIJK SAMENWONENDEN Wie: 2 ongehuwde personen die minstens 18 jaar zijn en geen dichte verwantschap hebben 2 ongehuwde personen die minimum 18 jaar zijn en bekwaam zijn om een contract af te sluiten contract ook enkel mogelijk

Nadere informatie

HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONENDEN FEITELIJK SAMENWONENDEN

HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONENDEN FEITELIJK SAMENWONENDEN Wie: 2 ongehuwde personen die minstens 18 jaar zijn en geen dichte verwantschap hebben 2 ongehuwde personen die minimum 18 jaar zijn en bekwaam zijn om een contract af te sluiten contract ook enkel mogelijk

Nadere informatie

UPDATE SUCCESSIEPLANNING PIETER VAN DE SIJPE

UPDATE SUCCESSIEPLANNING PIETER VAN DE SIJPE UPDATE SUCCESSIEPLANNING PIETER VAN DE SIJPE Successieplanning anno 2018 Hervorming erfrecht VLABEL aan de macht: een overzicht van enkele standpunten Huwelijkscontract en fiscaliteit: een moeilijk huwelijk

Nadere informatie

PLANNEN ZONDER SCHENKEN. Legal Counsel Wealth Analysis & Planning

PLANNEN ZONDER SCHENKEN. Legal Counsel Wealth Analysis & Planning PLANNEN ZONDER SCHENKEN Legal Counsel Wealth Analysis & Planning Inhoud Inleiding Planning via huwelijkscontract Planning via testament Beding van aanwas Besluit 2 Inhoud Inleiding Planning via huwelijkscontract

Nadere informatie

VERMOGENSRECHTELIJKE BESCHERMING IN NIEUW SAMENGESTELDE GEZINNEN: EEN RECHTSVERGELIJKENDE STUDIE

VERMOGENSRECHTELIJKE BESCHERMING IN NIEUW SAMENGESTELDE GEZINNEN: EEN RECHTSVERGELIJKENDE STUDIE VERMOGENSRECHTELIJKE BESCHERMING IN NIEUW SAMENGESTELDE GEZINNEN: EEN RECHTSVERGELIJKENDE STUDIE Aantal woorden: 45.284 Eveline François Stamnummer: 01303611 Promotor: Prof. dr. Bertel De Groote Commissaris:

Nadere informatie

Rolnummer 5315. Arrest nr. 163/2012 van 20 december 2012 A R R E S T

Rolnummer 5315. Arrest nr. 163/2012 van 20 december 2012 A R R E S T Rolnummer 5315 Arrest nr. 163/2012 van 20 december 2012 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 50 van het Wetboek der successierechten, zoals van toepassing in het Vlaamse Gewest,

Nadere informatie

Samenvatting. Familiale vermogensplanning

Samenvatting. Familiale vermogensplanning Samenvatting Familiale vermogensplanning Jonathan Van Dooren 1 Inhoud Deel I: Wettelijk erfrecht (deels herhaling) Hoofdstuk 1: Bloedverwanten van de decuius o Afdeling 1: De bloedverwanten o Afdeling

Nadere informatie

Wezep / Oldebroek Erfrecht, eigen baas met testament

Wezep / Oldebroek Erfrecht, eigen baas met testament Wezep / Oldebroek Erfrecht, eigen baas met testament Notariaat Kremer Wezep, Stationsweg 87a, tel (038) 376 00 80 Oldebroek, Beeklaan 10, (0525) 63 13 35 Wet of testament De meeste zekerheid over verdeling

Nadere informatie

Erfopvolging in de praktijk. Wedersamengestelde gezinnen

Erfopvolging in de praktijk. Wedersamengestelde gezinnen Erfopvolging in de praktijk Wedersamengestelde gezinnen Diane 55 jaar en marketing manager Bart 56 jaar en zaakvoerder eigen IT-bedrijf Geen kinderen, wel 1 broer en 1 zus Eigen appartement wordt verhuurd

Nadere informatie

De erfopvolging. auteurs: André Culot, belastingconsulent Pierre Culot, kandidaat-notaris. Intestaat nalatenschap of ab intestato = zonder testament

De erfopvolging. auteurs: André Culot, belastingconsulent Pierre Culot, kandidaat-notaris. Intestaat nalatenschap of ab intestato = zonder testament Editie 2018 De erfopvolging auteurs: André Culot, belastingconsulent Pierre Culot, kandidaat-notaris 1. BEGRIPPEN Openvallen van de nalatenschap Wettelijke erfopvolging Erfgenamen Onregelmatige erfopvolger

Nadere informatie

BEGINSELEN VAN BELGISCH PRIVAATRECHT VI ERFRECHT DEELI OPENVALLEN EN TOEWIJZING VAN DE NALATENSCHAP, ERFOVEREENKOMSTEN, RESERVE EN INBRENG

BEGINSELEN VAN BELGISCH PRIVAATRECHT VI ERFRECHT DEELI OPENVALLEN EN TOEWIJZING VAN DE NALATENSCHAP, ERFOVEREENKOMSTEN, RESERVE EN INBRENG BEGINSELEN VAN BELGISCH PRIVAATRECHT VI ERFRECHT DEELI OPENVALLEN EN TOEWIJZING VAN DE NALATENSCHAP, ERFOVEREENKOMSTEN, RESERVE EN INBRENG M. PUELINCKX-COENE Prof. Emeritus Univ. Antwerpen 2011 LKluwer

Nadere informatie

Het nieuwe erfrecht. Inleiding De wet van31 juli 2017 tot hervormingvan het erfrecht. Belangrijkste krachtlijnen:

Het nieuwe erfrecht. Inleiding De wet van31 juli 2017 tot hervormingvan het erfrecht. Belangrijkste krachtlijnen: Het nieuwe erfrecht 1 Inleiding De wet van31 juli 2017 tot hervormingvan het erfrecht Publicatie BS op 1september 2017 Inwerkingtreding nieuwe wet op 1september 2018 Belangrijkste krachtlijnen: Uitbreiden

Nadere informatie

Estate planning. Inventarisatie van civiel- en fiscaalrechtelijke gevolgen bij overgang van vermogen. Hulpmiddel Schijf van vijf. Géén schenkbelasting

Estate planning. Inventarisatie van civiel- en fiscaalrechtelijke gevolgen bij overgang van vermogen. Hulpmiddel Schijf van vijf. Géén schenkbelasting Estate planning Stichting RB studiekring Utrecht, 11 november 2014 Mr. C.G.C. Engelbertink, Van Ewijk Estate Planning te Bussum Definitie van estate planning Inventarisatie van civiel- en fiscaalrechtelijke

Nadere informatie

HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONENDEN FEITELIJK SAMENWONENDEN

HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONENDEN FEITELIJK SAMENWONENDEN Wie: 2 ongehuwde personen die minstens 18 jaar zijn en geen dichte verwantschap hebben 2 ongehuwde personen die minimum 18 jaar zijn en bekwaam zijn om een contract af te sluiten contract ook enkel mogelijk

Nadere informatie

Rolnummer 3630. Arrest nr. 174/2005 van 30 november 2005 A R R E S T

Rolnummer 3630. Arrest nr. 174/2005 van 30 november 2005 A R R E S T Rolnummer 3630 Arrest nr. 174/2005 van 30 november 2005 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 320, 4, van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te

Nadere informatie

OUDERS EN KINDEREN: HET ERFRECHT

OUDERS EN KINDEREN: HET ERFRECHT OUDERS EN KINDEREN: HET ERFRECHT Sinds 1 januari 2003 is de wetgeving met betrekking tot het erfrecht gewijzigd. Het grootste deel van de wijzigingen in het erfrecht heeft betrekking op gehuwden (of geregistreerde

Nadere informatie

Hoofdstuk I: Inzake de toepasselijke wetgeving:

Hoofdstuk I: Inzake de toepasselijke wetgeving: Hoofdstuk I: Inzake de toepasselijke wetgeving: Afdeling I: De oorspronkelijke wet van 5 juli 1998 en de diverse wetswijzigingen: Bij wet van 5 juli 1998 2 werd een titel IV toegevoegd aan het Gerechtelijk

Nadere informatie

DE OVERGANG WEGENS OVERLIJDEN ENKELE OPLOSSINGEN DIE VERBAND HOUDEN MET EEN TESTAMENT

DE OVERGANG WEGENS OVERLIJDEN ENKELE OPLOSSINGEN DIE VERBAND HOUDEN MET EEN TESTAMENT DE OVERGANG WEGENS OVERLIJDEN ENKELE OPLOSSINGEN DIE VERBAND HOUDEN MET EEN TESTAMENT Naast de schenking, het voornaamste burgerrechtelijk vehikel om een toekomstige nalatenschap fiscaal te optimaliseren,

Nadere informatie

Verlies van een partner - Verwerking - Kinderen

Verlies van een partner - Verwerking - Kinderen Verlies van een partner - Verwerking - Kinderen Bron: Wet tot wijziging van verscheidene wetsbepalingen inzake de voogdij over minderjarigen 29 april 2001 Jeugdbeschermingswet 8 april 1965 Afstammingswet,

Nadere informatie