5. Reglement bestuur-directeuren, mandaat, taak&functieomschrijving

Transcriptie

1 5. Reglement bestuur-directeuren, mandaat, taak&functieomschrijving directeuren Hoogezand-Sappemeer, 7 oktober 2014 LS03/10) reglement bestuur directeuren Definitief Vastgesteld door de bestuurder d.d. 7 oktober 2014 A.J. de Boer

2 Inhoud 1 Reglement en mandaat directeuren 3 2 Taak- en functieomschrijving directeuren Directeur Maatschappelijk Presteren Directeur Financiën en Ondersteuning Directeur Vastgoed 11 3 Ondertekening Vaststelling door het bestuur Gezien en onderschreven door de directeuren 12

3 1 Reglement en mandaat directeuren Artikel 1 Bestuur 1. De stichting wordt bestuurd door een bestuur dat wordt benoemd door de raad van commissarissen (artikel 5 van de statuten). Op het bestuur rust de taak de stichting te besturen (artikel 2:291 lid 1 BW en artikel 5 lid 1 statuten) en te vertegenwoordigen (artikel 2:292 lid 1 BW en artikel 10 statuten). 2. Het bestuur bestaat uit één persoon: de bestuurder. Artikel 2 Directeuren 1. Het bestuur laat zich bij het uitvoeren van zijn taak bijstaan door medewerkers in dienst van de stichting. 2. De werkorganisatie van de stichting is verdeeld in drie sectoren, te weten: - Maatschappelijk Presteren; - Financiën en Ondersteuning; - Vastgoed. 3. De leiding van elk van de in lid 2 genoemde sectoren is door het bestuur in handen gelegd van een medewerker aan wie het bestuur de titel Directeur heeft verleend. 4. De in lid 3 bedoelde directeuren worden benoemd door het bestuur. Artikel 3 Status en doel van dit reglement 1. Dit reglement is opgesteld en vastgesteld door het bestuur. 2. In dit reglement geeft het bestuur algemene kaders aan waarbinnen de directeuren de hun opgedragen taken dienen te vervullen en geeft het bestuur aan welk mandaat hij de directeuren daarbij verleent. 3. Dit reglement wordt vastgesteld door het bestuur en ondertekend door de directeuren. Artikel 4 Taak en mandaat directeuren 1. De taak van de directeuren is om het bestuur bij te staan bij het uitvoeren van zijn taak als bedoeld in artikel 1 lid De specifieke taak van elk van de directeuren is vastgelegd in een taak- en functieomschrijving. Deze zijn opgenomen in hoofdstuk 2 van dit reglement. De kern van de taakverdeling is als volgt: a. De directeur Maatschappelijk Presteren is verantwoordelijk voor het stuurteam maatschappelijk presteren en het uitvoeren van activiteiten en leiding geven aan organisatieonderdelen op het gebied van verhuur, beheer, dagelijks- en mutatie onderhoud (het interieur). b. De directeur Financiën & Ondersteuning is verantwoordelijk voor het stuurteam financiën en ondersteuning en het uitvoeren van activiteiten en leiding geven aan organisatieonderdelen op het gebied van treasury, planning & beheersingscyclus, inkoop, financiële huishouding en bedrijfsinfrastructuur (ICT) van de organisatie. c. De directeur Vastgoed is verantwoordelijk voor het stuurteam vastgoed en het uitvoeren van activiteiten en leiding geven aan organisatieonderdelen op het gebied van het proces van de vastgoedsturing, (des-)investeringen waar onder het uitvoeren van nieuwbouw- en renovatieactiviteiten, planmatig onderhoud (het casco), de makelaardijfunctie (aankoop vastgoed/grond, verkoop van bestaand vastgoed/grond) en het niet DAEB bezit. Hij is procesverantwoordelijk voor de totstandkoming van de portefeuillestrategie. 3. Teneinde aan deze taak uitvoering te kunnen geven heeft het bestuur aan elk van de directeuren mandaat en procuratie verleend. 4. Binnen het verleende mandaat zijn de directeuren zelfstandig handelingsbevoegd. LS03/reglement bestuur directeuren definitief 3

4 5. Bij de uitvoering van hun taken informeren de directeuren het bestuur over alle aangelegenheden die voor het goed besturen van de stichting relevant zijn. 6. De verantwoordelijkheid van de organisatieonderdelen is als in onderstaande figuur over de directeuren verdeeld: 7. De mandaten van de directeuren liggen vast in het onderstaande schema. De bestuurder kan in aanvulling hierop specifieke nadere kaders formuleren. Rolverdeling en mandaat Bestuur Directeur Directeur Mts Directeur Onderwerp Financiën/o presteren Vastgoed 1 Volkshuisvestelijke en maatsch. doelen Op- vaststellen Ondersteunen Ondersteunen Ondersteunen 2 Randvoorwaarden achter de strategie Op- vaststellen Ondersteunen Ondersteunen Ondersteunen 3 Overkoepelende meerjarenstrategie Op- vaststellen Ondersteunen Ondersteunen Ondersteunen 4 Maatschappelijk kader, klant en markt Vaststellen Adviseren Opstellen Adviseren 5 Waarde- rendementsstrategie, fin. doelen Vaststellen Adviseren Adviseren Opstellen 6 Portefeuillestrategie en MIP Vaststellen Adviseren Adviseren Opstellen 7 Financiële Meerjaren Planning en -strategie Vaststellen Opstellen Adviseren Adviseren 8 Treasurystatuut en -beleidsplan Vaststellen Opstellen Adviseren Adviseren 9 Integriteitsbeleid Op- vaststellen Adviseren Adviseren Adviseren 10 (Beleid) Juridische Verbindingen Vaststellen Opstellen Adviseren Adviseren 11 Beleid risicobeheersing Vaststellen Opstellen Adviseren Adviseren 12 Onderhoudsbeleid Vaststellen Adviseren Adviseren Opstellen 13 Huurbeleid Vaststellen Adviseren Opstellen Adviseren 14 Beleid servicekosten Vaststellen Adviseren Opstellen Adviseren 15 a. Begroting en jaarplan t.i. (oper. doelen) Vaststellen Opstellen Ondersteunen Ondersteunen b. Begroting en jaarplan eigen onderdeel Nvt Op- vaststellen Op- vaststellen Op- vaststellen 16 Uitgaven binnen (deel)begroting Goedkeuren Bevoegd b/m Bevoegd b/m Bevoegd b/m 17 Besluit met impact t.o.v. jaarbegroting: Onderhoudskosten + of >20% Bedrijfskosten + of >10% Huurinkomsten + of >5% Vaststellen Opstellen Opstellen Opstellen LS03/reglement bestuur directeuren definitief 4

5 18 Besluit in regime invester.-treasurystatuut Vaststellen Opstellen Opstellen Opstellen 19 Maand- en viermaandsrapportage Vaststellen Opstellen Ondersteunen Ondersteunen 20 V&W-rek., balans (jaarrekening) Op- vaststellen Opstellen Ondersteunen Ondersteunen 21 Controle reglement (interne controle) Vaststellen Adviseren Adviseren Adviseren 22 Controleopdracht accountant Opstellen Ondersteunen Adviseren Adviseren 23 Jaar-/volkshuisvestingsverslag Vaststellen Opstellen Ondersteunen Ondersteunen 24 Decharge bestuur Nvt Nvt Nvt Nvt 25 Topstructuur (onder het bestuur) Op- vaststellen Adviseren Adviseren Adviseren 26 Benoem/schors/ontslaan 1 e lijn directeur Op- vaststellen Adviseren Adviseren Adviseren 27 Benoem/schors/ontslaan individuele mdw Vaststellen Opstellen Opstellen Opstellen 28 Wijzigingen groot aantal medewerkers Vaststellen Opstellen Opstellen Opstellen 29 Substantiële organisatiewijziging Vaststellen Opstellen Opstellen Opstellen 30 Uitgangspunten Corporate Governance Op- vaststellen Adviseren Adviseren Adviseren 31 Statutenwijzigingen Op- vaststellen Informeren Informeren Informeren 32 Reglement Bestuur Op- vaststellen Informeren Informeren Informeren 33 Reglement Bestuur - Directeuren Op- vaststellen Onderschrijven Onderschrijven Onderschrijven 34 Inrichting governance (afh. van onderwerp) Op- vastst/adv Informeren Informeren Informeren 35 Reglement RvC Adviseren Informeren Informeren Informeren 36 Opdracht en uitvoering visitatie Op- vaststellen Ondersteunen Ondersteunen Ondersteunen 37 Toetskader investeringen-verbindingen Op- vaststellen Ondersteunen Ondersteunen Ondersteunen 38 Investeringsbesluit binnen toetsingskader Vaststellen Adviseren Adviseren Opstellen 39 Investeringsbesluit buiten toetsingskader Vaststellen Adviseren Adviseren Opstellen 40 Aangaan en governance verbindingen Op- vaststellen Ondersteunen Ondersteunen Ondersteunen 41 Vergoeding RvC Adviseren Nvt Nvt Nvt 42 Arbeidsvoorwaarden bestuur Instemmen Nvt Nvt Nvt 43 Secundair arbeidsvoorwaardenpakket mdw Op- vaststellen Adviseren Adviseren Adviseren 44 Voordracht (1 of 2) leden RvC Adviseren Nvt Nvt Nvt 45 Benoemen lid RvC (niet zijnde 42) Adviseren Nvt Nvt Nvt 46 Schorsen/ontslaan lid RvC Adviseren Nvt Nvt Nvt 47 Benoem/schors/ontslaan bestuur Adviseren Adviseren Adviseren Adviseren 48 Fusie Op- vaststellen Adviseren Adviseren Adviseren 49 Ontbinding (en/of omzetting) faillissement Op- vaststellen Adviseren Adviseren Adviseren Specificatie regel 16: Bevoegd b/m = Bevoegd binnen mandaat van de bestuurlijk vastgestelde begroting en de vigerende procuratieregeling. Artikel 5. Werkwijze bij majeure besluiten van het bestuur 1. De bestuurder is verantwoordelijk voor het besturen van de stichting. Voor de directeuren relevante onderdelen van het besturen zijn bijvoorbeeld het ontwikkelen en vaststellen van de strategie van de stichting, het borgen van de prestaties en van de financiële continuïteit van de stichting, het vaststellen van het beleid van de stichting. 2. Alvorens omtrent dergelijke majeure onderwerpen enig besluit te nemen, bespreekt het bestuur deze zaken met de directeuren. 3. De directeuren staan het bestuur bij bij de uitvoering van zijn taak en hebben ieder daarbij eigen deeltaken (zoals bepaald in artikel 4, Lid 2 van dit reglement), zij hebben daarnaast aandacht voor een specifiek aandachtsgebied. In de strategische sturing van de stichting weegt het bestuur steeds drie aandachtsgebieden integraal af: maatschappelijk rendement (de volkshuisvestelijke prestaties), direct rendement (de jaarlijkse financiële prestaties), indirect rendement (de waardeontwikkeling van de portefeuille op lagere termijn). 4. De directeuren ondersteunen het bestuur in zijn sturingstaak bij majeure bestuursbesluiten. De rollen zijn: de directeuren adviseren, het bestuur besluit. Hoewel LS03/reglement bestuur directeuren definitief 5

6 elke directeur handelt in het overkoepelende bedrijfsbelang, beziet elke directeur in het rollenspel specifiek één invalshoek als primaire aandachtsgebied en adviseert het bestuur daarover: a. De directeur Maatschappelijk Presteren beziet dan vooral het maatschappelijk rendement (de volkshuisvestelijke prestaties). b. De directeur Financiën & Ondersteuning beziet dan vooral het directe rendement (de jaarlijkse financiële prestaties). c. De directeur Vastgoed beziet dan vooral het indirecte rendement (de waardeontwikkeling van de portefeuille op lagere termijn). De directeuren zijn als collectief verantwoordelijk voor het transparant maken van de afwegingen op basis waarvan majeure bestuursbesluiten genomen kunnen worden. 5. Het bestuur stimuleert het debat tussen en met de directeuren over de genoemde aandachtsgebieden. Het bestuur weegt de argumentaties en de dillema s die de directeuren naar voren brengen integraal af en neemt op grond daarvan de bestuursbesluiten. Schematisch is de door het bestuur voorgestane werkwijze als onderstaand weer te geven: De volkshuisvestelijke prestaties het primaire aandachtsgebied van de directeur Maatschappelijk presteren Maatschappelijk Rendement Risico Besturen = in overleg met de directeuren beslissingen nemen Direct Rendement Risico De financiële prestaties van de beheerrol, het primaire aandachtsgebied van de directeur Financiën en Ondersteuning Indirect Rendement Risico De beleggersrol,, de waardeontwikkeling het primaire aandachtsgebied van de directeur Vastgoed Artikel 6. Vergaderingen bestuur-directeuren, bestuursbesluiten 1. Het bestuur vergadert in de regel ten minste één keer per maand met de directeuren aan de hand van een rooster dat door het bestuur wordt vastgesteld. 2. Het secretariaat van het overleg bestuur-directeuren ligt in handen van de bestuurssecretaris. 3. De bestuurssecretaris stelt in overleg met het bestuur de agenda voor het overleg vast. Elk van de directeuren kan verzoeken zaken op de agenda te plaatsen. 4. De vergaderingen worden geleid door de bestuurder. 5. Het bestuur kan binnen en buiten de vergadering van bestuur-directeuren en al dan niet de directeuren gehoord hebbende bestuursbesluiten nemen. 6. Bestuursbesluiten worden afzonderlijk gedocumenteerd en zijn voor de directeuren inzichtelijk. Artikel 7. Vervanging van het bestuur en van directeuren 1. De vervanging van het bestuur is vastgelegd in de statuten en in het reglement bestuur. 2. Bij langere afwezigheid van een directeur wijst het bestuur daartoe één van de medewerkers als vervanger aan en communiceert dit aan de bestuurssecretaris, de controller en aan de directeuren. De bestuurder kan zichzelf als vervanger aanwijzen. LS03/reglement bestuur directeuren definitief 6

7 Artikel 8. Benoeming, ontslag, schorsing en de beoordeling van de directeuren 1. De benoeming, ontslag en schorsing van de directeuren geschiedt door het bestuur. 2. Het bestuur voert ten minste eenmaal per jaar een beoordelingsgesprek met elke directeur. 3. Het bestuur beoordeelt ten minste eenmaal per jaar de samenwerking tussen de directeuren en tussen het bestuur en de directeuren. 4. De directeuren worden beoordeeld op de mate waarin zij hun doelstellingen weten te realiseren, en op de wijze waarop zij invulling gegeven aan hun rol als directeur, waarbij begrippen als verantwoording, integraliteit en verbindend leiderschap centraal staan. Artikel 9. Controller 1. De bestuurder stelt in overleg met de directeur Financiën & Ondersteuning en met de auditcommissie van de raad van commissarissen een controllerreglement op waarin onder meer de positie van de interne controller en de rapportagelijnen van de controller zijn geregeld. 2. In dat controllerreglement is in elk geval vastgelegd dat bij aanwijzingen van malversatie de controller daarover rechtstreeks rapporteert aan het bestuur. Bij aanwijzingen van malversatie van het bestuur rapporteert de controller daarover rechtstreeks aan de voorzitter van de rvc en aan de voorzitter van de auditcommissie. Bij aanwijzingen van malversatie van (leden van) de rvc rapporteert de controller daarover rechtstreeks aan het bestuur en aan alle leden van de rvc. 3. De controller stelt jaarlijks, in overleg met het bestuur, de raad van commissarissen, en de directeuren, een controleplan op. In het controleplan zijn de werkzaamheden, aandachtpunten en prioriteiten voor het komende jaar vastgelegd. Artikel 10. Nevenfuncties van directeuren 1. Nevenwerkzaamheden zijn werkzaamheden die een werknemer in loondienst voor anderen of voor eigen rekening verricht. Voor alle nevenwerkzaamheden moet een werknemer (mede op grond van artikel 2.5 van de cao) altijd vooraf schriftelijke toestemming vragen aan het bestuur. Het bestuur geeft hiervoor toestemming, tenzij sprake is van concurrentie, overbelasting, strijdige belangen of een kennelijk nadelige invloed op het functioneren van de werknemer. 2. Als de werkgever geen toestemming geeft, laat hij dat schriftelijk weten aan de werknemer, binnen 14 dagen nadat hij diens verzoek heeft ontvangen. Daarna overleggen werkgever en werknemer over de voorwaarden waaronder wel toestemming kan worden gegeven. Artikel 11. Belangenverstrengeling 1. De directeuren onderschrijven de integriteitcode van Lefier en vermijden elke vorm en schijn van belangenverstrengeling. 2. Elke directeur meldt vooraf situaties waarbij mogelijk tegenstrijdige belangen kunnen spelen aan het bestuur. Artikel 12. Procuratie De vertegenwoordigingsbevoegdheid van een directeur wordt in een procuratieregeling vastgelegd en gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel. Artikel 13. Vaststelling, wijziging en werking van dit reglement LS03/reglement bestuur directeuren definitief 7

8 1. Dit reglement wordt vastgesteld door het bestuur en kan door het bestuur te allen tijde worden gewijzigd. 2. De bestuurlijke vaststelling van dit reglement blijkt uit de ondertekening van het bestuur. 3. De directeuren onderschrijven met de ondertekening van dit reglement de werking van dit reglement. LS03/reglement bestuur directeuren definitief 8

9 2 Taak- en functieomschrijving directeuren 2.1 Directeur Maatschappelijk Presteren De verantwoordelijkheid van de directeur en de teams maatschappelijk presteren is het formuleren van kaders voor de maatschappelijke doelen en het onderscheidend vermogen van corporatie Lefier in de maatschappij. Binnen de kolom maatschappelijk presteren worden brede programma s opgezet die vervolgens vertaald worden naar smallere vastgoedprogramma s, dit alles in nadrukkelijke verbinding met de vastgoedkolom. Doelstelling is het verder objectiveren van de maatschappelijke prestaties. De kolom maatschappelijk presteren is opgebouwd uit het stuurteam maatschappelijk presteren, acht gebiedsteams en het Klant Contact Centrum en omvat in totaal ruim 200 fte. Verantwoordelijkheden De directeur Maatschappelijk Presteren: is als één van de drie directeuren medeverantwoordelijk voor de realisatie van de gezamenlijke doelstellingen van Lefier; werkt aan de opbouw van het bedrijfsonderdeel maatschappelijk presteren en bouwt aan de teams die daarin functioneren; is verantwoordelijk voor de integrale bedrijfsvoering van het bedrijfsonderdeel; is verantwoordelijk voor het primaire proces van woningverhuur en de daaruit voortvloeiende klantcontacten; is verantwoordelijk voor de prestatieafspraken met de lokale overheden en huurders; stelt in overleg met de bestuurder de maatschappelijke doelen vast en stelt deze bij wanneer nodig; stuurt het bedrijfsonderdeel zo aan dat de maatschappelijke doelen worden gerealiseerd; legt verantwoording af aan de bestuurder. Competenties De directeur Maatschappelijke Presteren: heeft een academisch werk- en denkniveau; heeft zijn of haar ervaring opgedaan binnen een woningcorporatie en/of in het openbaar bestuur en kent de processen in het public management dus van binnenuit; heeft ervaring in het leidinggeven aan grote dienstverlenende organisaties; heeft een visie op volkshuisvestingsbeleid en de rol van een corporatie daarin en is in staat deze te vertalen naar objectieve outcome eisen voor Lefier op het terrein van bijvoorbeeld leefbaarheid, huurprijsbeleid, de rol van de corporatie als maatschappelijk beïnvloeder; heeft veel ervaring opgedaan in het aansturen van complexe organisatieveranderingen en is ervaren in het gelaagd sturen op afstand; is een verbinder (zowel intern als extern), heeft overtuigings- en doorzettingskracht en staat stevig in zijn of haar schoenen; bezit een gezonde combinatie tussen visie en realisatiekracht. LS03/reglement bestuur directeuren definitief 9

10 2.2 Directeur Financiën en Ondersteuning De verantwoordelijkheid van de directeur en de teams financiën en bedrijfsinfrastructuur is het voeren van een duurzaam financieel beheer en beleid en een adequate inrichting van de bedrijfsinfrastructuur. Het vermogen dient op zodanige wijze beheerd te worden dat Lefier haar maatschappelijke taak ten volle kan realiseren. De kolom financiën is opgebouwd uit het stuurteam financiën, steunteam financiën en steunteam bedrijfsinfrastructuur (inkoop, ICT en facilitair) en omvat in totaal ruim 50 fte. Verantwoordelijkheden De directeur Financiën en Ondersteuning: is als één van de drie directeuren medeverantwoordelijk voor de realisatie van de gezamenlijke doelstellingen van Lefier; werkt aan de opbouw van het bedrijfsonderdeel financiën en ondersteuning en bouwt aan de teams die daarin functioneren; is verantwoordelijk voor de integrale bedrijfsvoering van het bedrijfsonderdeel; stelt in overleg met de bestuurder de financiële rendementsdoelstellingen vast en stelt deze bij wanneer nodig; voert een dusdanig financieel beheer en beleid dat de financiële rendementsdoelstellingen worden gerealiseerd en is verantwoordelijk voor het treasurybeleid van Lefier; zorgt voor een integer en transparant systeem van financieel beheer; is verantwoordelijk voor een goed functionerende ondersteunende bedrijfsinfrastructuur; legt verantwoording af aan de bestuurder. Competenties De directeur Financiën en Ondersteuning: heeft een academisch werk- en denkniveau en een bedrijfseconomische of bedrijfskundige achtergrond; heeft meerjarige ervaring opgedaan in een financiële functie met treasuryverantwoordelijkheid, zo mogelijk ook binnen de corporatiewereld, dan wel heeft een grondige kennis van deze sector elders opgedaan; heeft een aantoonbaar sterke affiniteit dan wel ervaring met bedrijfsinfrastructuur zoals ICT, inkoop en facilitaire dienstverlening; heeft bij voorkeur ook ervaring opgedaan in een lijnverantwoordelijkheid en is in staat veranderingen te sturen door mensen te enthousiasmeren en te stimuleren, is communicatief vaardig; is resultaatsgericht, durft knopen door te hakken en mensen aan te spreken, gaat moeilijke besluiten niet uit de weg. bezit een gezonde combinatie tussen visie en realisatiekracht. LS03/reglement bestuur directeuren definitief 10

11 2.3 Directeur Vastgoed De verantwoordelijkheid van de directeur en de teams binnen het bedrijfsonderdeel vastgoed is gericht op marktconform sturen op vastgoed en zorg dragen voor voldoende rendement. De vastgoedportefeuille dient zodanig beheerd en ontwikkeld te worden dat de waarde toereikend blijft om haar maatschappelijke doelen te realiseren en haar doelgroep te huisvesten. De vastgoed kamer bestaat uit het stuurteam vastgoed, het realisatieteam vastgoed en makelaardij en omvat in totaal ruim 60 fte. Zowel de opdrachtgever als opdrachtnemer rol zijn binnen deze directeursfunctie belegd. Verantwoordelijkheden De directeur Vastgoed: is als één van de drie directeuren mede verantwoordelijk voor de realisatie van de gezamenlijke doelstellingen van Lefier; werkt aan de opbouw van het bedrijfsonderdeel vastgoed en bouwt aan de teams die daarin functioneren; is verantwoordelijk voor de integrale bedrijfsvoering van het bedrijfsonderdeel zodanig dat direct en indirect vastgoedrendement wordt gerealiseerd; is verantwoordelijk voor de goede ontwikkeling van de waarde van het vastgoed op de lange termijn en zorgt derhalve voor rendement op korte en lange termijn; is verantwoordelijk voor de realisatie van de vastgoedprojecten; stelt in overleg met de bestuurder de vastgoeddoelstellingen vast en stelt deze bij wanneer nodig; legt verantwoording af aan de bestuurder. Competenties De directeur Vastgoed: heeft academisch werk- en denkniveau; heeft vastgoedervaring in de marktsector, denkt en handelt vanuit de ratio s in deze sector maar combineert dit met een gevoel voor de maatschappelijke doelstelling van een corporatie; heeft ervaring met het ontwikkelen en uitvoeren van een marktconform vastgoedbeleid en het exploiteren van vastgoed op de lange termijn; is ervaren in en met projectmanagement maar heeft bij voorkeur ook ervaring opgedaan in een lijnverantwoordelijkheid; is in staat veranderingen te sturen door mensen te enthousiasmeren en te stimuleren; is zakelijk en resultaatsgericht, durft knopen door te hakken en gaat moeilijke besluiten niet uit de weg. bezit een gezonde combinatie tussen visie en realisatiekracht. LS03/reglement bestuur directeuren definitief 11

12 Ondertekening Aldus vastgesteld door het bestuur en onderschreven door de directeuren te Hoogezand-Sappemeer, 7 oktober Vaststelling door het bestuur. Het bestuur 2.5 Gezien en onderschreven door de directeuren. Directeur Maatschappelijke Presteren. Directeur Financiën en Ondersteuning. Directeur Vastgoed LS03/reglement bestuur directeuren definitief 12