Naleving geluidproductieplafonds rijkswegen 2015

Transcriptie

1 Naleving geluidproductieplafonds rijkswegen 2015 Akoestisch onderzoek op referentiepunten Wet milieubeheer Datum September 2016 Status Definitief

2 Projectnaam Naleving geluidproductieplafonds rijkswegen 2015 Document Rapportage akoestisch onderzoek Uitgegeven door Royal HaskoningDHV Bertus van t Wout, tel Versie 1 Rapport Definitief Status Definitief Datum september 2016 Projectnummer BE Referentie MD-AF /SUE Auteur(s) Collegiale toets Bertus van t Wout Andries van der Veen Datum/paraaf 16 september 2016 Vrijgegeven door Bertus van t Wout Datum/paraaf 19 september 2016

3 INHOUD BLAD 1 INLEIDING 2 2 DE ALGEMENE SYSTEMATIEK VAN GELUIDPRODUCTIEPLAFONDS Wet milieubeheer Wettelijke basis voor het berekenen van de geluidproductieplafonds Geluidproductieplafond Referentiepunt Ontheffingen Vrijstellingen Geluidbelastingindicator L den 6 3 ONDERZOEKSAANPAK EN GEHANTEERDE UITGANGSPUNTEN Inleiding Het geluidregister van 31 december is de basis Actualisatie verkeersgegevens Actualisatie rijsnelheden Actualisatie verhardingen Lokale aanpassingen van de wegligging Vrijstellingen voor recente projecten die nog niet zijn opengesteld Verleende ontheffingen Tracébesluiten conform de Wet milieubeheer Bepaling van het jaar van volledige benutting 25 4 RESULTATEN ONDERZOEK 26 BIJLAGEN 1 Overzicht lokale aanpassing snelheden 2 Overzicht lokale aanpassing verhardingen 3 Lokale aanpassing van de wegligging 4 Overzicht wegvakken met vrijstellingen 5 Berekende geluidwaarde op referentiepunten 6 Referentiepunten met een tijdelijke ontheffing van naleving Naleving geluidproductieplafonds rijkswegen 2015 Akoestisch onderzoek op referentiepunten - 1 -

4 1 INLEIDING Voorliggend rapport bevat het verslag van het Akoestisch onderzoek op referentiepunten dat is uitgevoerd ten behoeve van het Nalevingsverslag geluidproductieplafonds rijkswegen Op 1 juli 2012 is Hoofdstuk 11 van de Wet milieubeheer in werking getreden. Met deze wet wordt de geluidproductie van o.a. rijkswegen beheerst door jaarlijks te controleren of de zogenaamde geluidproductieplafonds op referentiepunten langs rijkswegen niet worden overschreden. De wegbeheerder, bij rijkswegen is dat Rijkswaterstaat, heeft de plicht zorg te dragen voor de naleving van deze geluidproductieplafonds. Dit betekent dat de beheerder moet anticiperen en tijdig maatregelen moet treffen om overschrijdingen zoveel mogelijk te voorkomen. Bij alle relevante ontwikkelingen op het hoofdwegennet beoordeelt Rijkswaterstaat of deze gevolgen hebben voor het naleven van de geluidproductieplafonds. Het Nalevingsverslag geluidproductieplafonds rijkswegen (hierna te noemen: nalevingsverslag) is het voornaamste instrument van Rijkswaterstaat om in de eerste plaats te monitoren of de geluidproductieplafonds niet worden overschreden en in de tweede plaats de minister en het publiek te informeren over de wijze waarop RWS zorgdraagt voor de naleving van de geluidproductieplafonds. Het nalevingsverslag 2015 rapporteert over de periode van 1 januari tot en met 31 december Het geeft een overzicht van de geluidmaatregelen die in 2015 getroffen zijn en de voorgenomen maatregelen om (dreigende) overschrijdingen zoveel mogelijk te voorkomen. Bovendien wordt voor vrijwel alle referentiepunten inzicht gegeven over de geluidproductie in het jaar 2015 en met hoeveel deze geluidproductie nog kan toenemen voordat het geluidproductieplafond wordt bereikt. Daarnaast geldt voor een aantal referentiepunten een ontheffing, omdat een voorgenomen maatregel nog niet is gerealiseerd, of een vrijstelling vanwege een project dat nog in uitvoering is. Dit rapport is het verslag van het onderliggende akoestisch onderzoek en beschrijft volgens welke methode de geluidproductie in het jaar 2015 is bepaald en de toetsing aan de geldende geluidproductieplafonds is uitgevoerd. Leeswijzer In hoofdstuk 2 is in grote lijnen de systematiek van de geluidproductieplafonds opgenomen, zoals beschreven in hoofdstuk 11 van de Wet milieubeheer. In hoofdstuk 3 is de methodiek beschreven waarmee de geluidproductie in 2015 is bepaald en welke uitgangspunten daarbij gehanteerd zijn. Hierin wordt ook ingegaan op het jaar van volledige benutting, aan de hand waarvan een inschatting gegeven kan worden of er binnen Naleving geluidproductieplafonds rijkswegen 2015 Akoestisch onderzoek op referentiepunten - 2 -

5 vijf jaar mogelijke overschrijdingen zullen optreden en er mogelijk maatregelen moeten worden getroffen. De resultaten van het onderzoek zijn ten slotte beschreven in hoofdstuk 4. Hierin is een overzicht opgenomen van de toetsing van de geluidproductie over het jaar 2015 aan de geldende geluidproductieplafonds het verwachte jaar van benutting. Naleving geluidproductieplafonds rijkswegen 2015 Akoestisch onderzoek op referentiepunten - 3 -

6 2 DE ALGEMENE SYSTEMATIEK VAN GELUIDPRODUCTIEPLAFONDS 2.1 Wet milieubeheer Hoofdstuk 11 van de Wet milieubeheer heeft als doel om de omgeving te beschermen tegen groei van verkeersgeluid, maar tegelijkertijd niet de mobiliteit te belemmeren. Met dit hoofdstuk 11 van de Wet milieubeheer zijn de geluidproductieplafonds geïntroduceerd. Deze plafonds geven de beheerder van de weg een gewaarborgde geluidruimte die tevens het belang van mobiliteit dient. Het verkeer kan zich ontwikkelen zolang de geluidproductie daarvan onder het geldende geluidproductieplafond blijft. Door de vaststelling van geluidproductieplafonds heeft de burger een waarborg dat een bepaalde geluidbelasting op zijn woning niet overschreden zal worden. Pas in geval van een wijziging van het geluidproductieplafond kan ook de ten hoogste toelaatbare geluidbelasting op de woning veranderen. Een wijziging kan slechts in een met waarborgen omklede procedure plaatsvinden. Het uitvoeren van een akoestisch onderzoek op woningniveau is daarbij een vereiste, inclusief een onderzoek naar de doelmatigheid van geluidreducerende maatregelen. Als geluidreducerende maatregelen niet mogelijk of onvoldoende doeltreffend zijn, wordt de geluidwering van de gevel van de woning onderzocht. 2.2 Wettelijke basis voor het berekenen van de geluidproductieplafonds Voor de naleving van de geluidproductieplafonds is een aantal regelingen voor het akoestisch onderzoek van toepassing, te weten: Wet milieubeheer, Hoofdstuk 11 Besluit geluid milieubeheer (Bgm) Regeling geluid milieubeheer (Rgm) Regeling geluidplafondkaart milieubeheer Reken- en meetvoorschrift geluid 2012 (Rmg 2012), specifiek bijlage V Daarnaast is sprake van jurisprudentie (rechterlijke uitspraken) waarmee rekening gehouden wordt bij de uitvoering van een akoestisch onderzoek. 2.3 Geluidproductieplafond Het geluidproductieplafond (GPP) is de maximaal toegestane geluidproductie op een referentiepunt langs de (rijks)weg, berekend op basis van de in het geluidregister vastgelegde brongegevens. Geluidproductieplafonds zijn van toepassing op wegen die op de geluidplafondkaart staan, in dit verslagjaar betreft dit alleen wegen in beheer van het rijk. Op de geluidplafondkaart kunnen door de minister andere al dan niet nog aan te leggen wegen worden aangegeven waar de geluidproductieplafonds eveneens van toepassing zijn. Geluidproductieplafonds voor bestaande rijkswegen zijn bij de inwerkingtreding van de wet van rechtswege tot stand gekomen. De hoogte van het geluidproductieplafond is de berekende geluidproductie op een referentiepunt zoals die in 2008 was, met daarbij opgeteld Naleving geluidproductieplafonds rijkswegen 2015 Akoestisch onderzoek op referentiepunten - 4 -

7 een werkruimte van 1,5 db. Daar waar sprake is van recente besluiten (zie bijlage 2 Bgm) is niet de informatie over de situatie in 2008 gebruikt, maar de gegevens uit het akoestisch onderzoek behorende bij deze besluiten (inclusief de daarin gehanteerde verkeersprognose). Hierbij is geen 1,5 db werkruimte opgeteld, maar komt de geluidruimte voort uit de in het besluit gehanteerde verkeersprognoses. Door de werkruimte is het voor de beheerder mogelijk om in een situatie met structurele groei tijdig geluidbeperkende maatregelen voor te bereiden, voordat een plafond wordt overschreden. Bovendien kunnen binnen de werkruimte kleine projecten met een minimale impact op de geluidproductie worden uitgevoerd. Daarnaast is deze geluidruimte noodzakelijk vanwege normale fluctuaties die van jaar tot jaar optreden en om het systeem uitvoerbaar te houden. Brongegevens voor de bepaling van het geluidproductieplafond zijn onder andere wegligging, verkeersintensiteit, toegestane verkeerssnelheid, soort wegverharding en eventuele geluidschermen. De gebruikte brongegevens bij het berekenen van de geluidproductie in het verslagjaar, zijn op te vragen bij Rijkswaterstaat via In hoofdstuk 3 staat beschreven op welke wijze de gegevens zijn verkregen. 2.4 Referentiepunt Afbeelding 2-1 Schematische weergave referentiepunten Referentiepunten zijn virtuele punten die zich aan weerszijden van de weg bevinden. Elk referentiepunt ligt circa 50 meter van de buitenste rijstrook van de rijksweg, circa 100 meter van andere referentiepunten en vier meter boven het lokale maaiveld. De ligging van de referentiepunten is opgenomen in het openbare geluidregister waarin ook de geluidproductieplafonds zijn opgenomen. Dit register is te raadplegen via Naleving geluidproductieplafonds rijkswegen 2015 Akoestisch onderzoek op referentiepunten - 5 -

8 2.5 Ontheffingen De minister van Infrastructuur en Milieu kan in verband met bijzondere omstandigheden op grond van artikel van de Wet milieubeheer aan Rijkswaterstaat een ontheffing voor het naleven van een geluidproductieplafond verlenen. Deze ontheffing kan voor een periode van maximaal 5 jaar worden verleend. Bij de verlening kunnen voorschriften aan de ontheffing worden verbonden met betrekking tot de mate en de duur van de overschrijding van het geluidproductieplafond. 2.6 Vrijstellingen De beheerder is in bepaalde situaties van rechtswege tijdelijk vrijgesteld van de plicht tot naleving van geluidproductieplafonds. Zo geldt er op basis van artikel 11.45, lid 6 van de Wet milieubeheer een vrijstelling wanneer de geluidproductieplafonds zijn gebaseerd op een (tracé)besluit dat in bijlage 2 van het Besluit geluid milieubeheer (Bgm) is opgenomen maar nog niet is gerealiseerd. Daarnaast geldt er een vrijstelling voor wegen waar nog geen enkellaags ZOAB, hierna ZOAB te noemen, is aangebracht, maar bij de berekening van de geluidproductieplafonds wel van ZOAB is uitgegaan. Voor alle rijkswegen geldt conform art. 7 van het Bgm dat bij vervanging van het wegdek er een wegdek moet worden aangelegd dat voldoet aan de minimum vastgestelde akoestische kwaliteit. Specifiek voor autosnelwegen met een maximumsnelheid van 100km/uur of hoger en waar dat technisch mogelijk is, geldt dat uiterlijk 2016 aan de akoestische kwaliteit moet worden voldaan. Er moet dan ten minste een verharding van ZOAB zijn aangebracht of een stillere verharding. Voor de wegvakken van bijlage 3 van het Bgm, waar nog geen ZOAB is aangebracht, bij de berekening van het geluidproductieplafond toch uitgegaan van deze verharding. Als op deze wegen het plafond wordt overschreden, geldt tot 1 januari 2016 een vrijstelling van de nalevingplicht. 2.7 Geluidbelastingindicator L den De geluidbelastingindicator L den is een maat om de geluidbelasting uit te drukken in decibel (db) op een plaats en vanwege een bron over alle perioden van uur, van uur en van uur van een jaar. Dit wordt omschreven in bijlage I, onderdeel 1, van richtlijn nr. 2002/49/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 25 juni 2002 inzake de evaluatie en de beheersing van omgevingslawaai (PbEG L 189). De weging die in de berekening van het L den wordt toegepast bestaat uit twee onderdelen. Ten eerste wordt er rekening mee gehouden dat de drie beoordelingsperioden (dag-, avond- en nachtperiode) niet even lang duren; dit wordt "energetisch middelen" genoemd. Ten tweede wordt voor de avond- en nachtperiode een toeslag gehanteerd omdat geluid in de avond- en nachtperioden extra hinderlijk is. Voor de avondperiode bedraagt deze toeslag 5 db, voor de nachtperiode 10 db. Naleving geluidproductieplafonds rijkswegen 2015 Akoestisch onderzoek op referentiepunten - 6 -

9 Geluidproductieplafonds en de geluidproductie over het verslagjaar worden uitgedrukt in de 'eenheid' L den in db en afgerond op één cijfer achter de komma. Naleving geluidproductieplafonds rijkswegen 2015 Akoestisch onderzoek op referentiepunten - 7 -

10 3 ONDERZOEKSAANPAK EN GEHANTEERDE UITGANGSPUNTEN 3.1 Inleiding In hoofdstuk 11 van de Wet milieubeheer (Wm) is opgenomen dat jaarlijks moet worden onderzocht of de geluidproductie over dat jaar de geluidproductieplafonds zoals vastgelegd in het geluidregister niet overschrijdt. Als basis voor dat onderzoek wordt het geluidregister op 31 december van dat jaar als uitgangspunt gehanteerd. De op dat moment geldende geluidproductieplafonds en de gegevens waarmee deze plafonds zijn berekend, dienen als uitgangssituatie voor het onderzoek. Voor de berekening van de geluidproductie over 2015 wordt deze uitgangssituatie tevens als basis gebruikt. In dit onderzoek is als uitgangssituatie het geluidregister van 31 december 2015 gehanteerd. Om de geluidproductie over 2015 te kunnen bepalen, moet deze uitgangssituatie geactualiseerd worden, zodat deze in lijn is met de regelgeving en de werkelijke situatie zoals die in 2015 van kracht was. Dit betekent dat de verkeersgegevens over het jaar 2015 zijn ingevoerd en er landelijke en lokale aanpassingen zijn doorgevoerd. De lokale wijzigingen betreffen wijzigingen in het wegennetwerk tussen de invoering van hoofdstuk 11 Wm (1 juli 2012) en de peildatum (31 december 2015) die niet in het register zijn opgenomen maar in de werkelijkheid wel zijn aangebracht. Deze lokale wijzigingen zijn aangeleverd door de regionale onderdelen van RWS, kortweg regio s. In de volgende paragrafen wordt nader ingegaan op de gevolgde methodiek en de gehanteerde uitgangspunten. Jaar van volledige benutting Als er sprake is van een (dreigende) overschrijding van de geluidproductieplafonds, moet de bronbeheerder overwegen om geluidbeperkende maatregelen te treffen om de geluidproductieplafonds te kunnen naleven. Om inzicht te verkrijgen op welke termijn deze maatregelen getroffen moeten worden, is tevens bepaald in welk jaar naar verwachting het geluidproductieplafond volledig benut zal zijn. Als het jaar van volledige benutting binnen 5 jaar zal optreden, dient de bronbeheerder uiterlijk in het verslag over het volgende kalenderjaar aan te geven op welke wijze de (dreigende) overschrijding van de geluidproductieplafonds zoveel mogelijk kan worden voorkomen. Naleving geluidproductieplafonds rijkswegen 2015 Akoestisch onderzoek op referentiepunten - 8 -

11 Rekenmethode De berekeningen zijn uitgevoerd met het landelijk rekenmodel Silence 4, versie 4.1. Deze rekenmethode voldoet aan de voorschriften van het Reken- en meetvoorschrift geluid 2012, bijlage V. 3.2 Het geluidregister van 31 december is de basis De wettelijke basis voor het onderzoek is de situatie van het geluidregister op 31 december van het nalevingsjaar. In het geluidregister zijn de geldende geluidproductieplafonds vastgelegd en de gegevens waarmee deze plafonds zijn berekend: De rijlijnen zijn de modellering van de verkeersstromen op een wegvak. In de rijlijnen is vastgelegd: o De gemiddelde verkeersintensiteit van het wegvak, verdeeld over lichte, middelzware en zware voertuigen; o Het type verharding; o De snelheid van licht, middelzwaar en zwaar verkeer. Harde bodemgebieden onder de rijlijnen, deze reflecteren het geluid. Als er sprake is van een open verhardingstype, zoals enkellaags ZOAB of tweelaags ZOAB, dan wordt een deels absorberend bodemgebied bij dat wegvak gehanteerd; Afschermende objecten zoals geluidschermen en wallen en de taluds van het baanlichaam. Ten behoeve van de berekening van de geluidproductie in 2015 zijn ten opzichte van het geluidregister van 31 december 2015 de volgende wijzigingen doorgevoerd: Aanpassingen in kenmerken van rijlijnen: intensiteiten, verhardingen en snelheden, inclusief het aanpassen van de kenmerken van bijbehorende bodemgebieden; Het inpassen van fysieke wijzigingen in de wegligging, zodat de geluidproductie gebaseerd is op de werkelijke wegligging; Het terugzetten van de huidige wegligging op locaties waar een besluit dat ná 1 juli 2012 is genomen wel in het geluidregister is opgenomen maar nog niet is gerealiseerd; Het toepassen van vrijstellingen van de naleving, voor deze trajecten is de verkeersintensiteit van de wegvakken op 0 gezet. De overige kenmerken van het geluidregister, zoals de ligging en hoogte van afschermende voorzieningen en de hoogteligging van wegvakken is niet gewijzigd, tenzij er sprake is van een fysieke wijziging. Dit geldt eveneens voor de ligging en de rekenhoogte van de referentiepunten: deze is in de berekening voor 2015 gelijk aan die in het geluidregister. Naleving geluidproductieplafonds rijkswegen 2015 Akoestisch onderzoek op referentiepunten - 9 -

12 3.3 Actualisatie verkeersgegevens De actualisatie van de verkeersgegevens omvat twee stappen: Het inbrengen van de verkeersgegevens voor alle wegvakken Aanpassing intensiteiten op basis van bijzondere ontwikkelingen Verkeersgegevens inbrengen voor alle wegvakken De verkeersintensiteiten voor 2015 zijn voor de rijkswegen samengesteld volgens het INWEVAproces (INschatting WEgVAkintensiteiten). Op basis van tellingen van het verkeer op een groot aantal wegvakken van het rijkswegennet, zijn de verkeersintensiteiten voor de overige wegvakken rekenkundig afgeleid of is een inschatting gemaakt aan de hand van een verkeersmodel (VISUM). Dit proces van tellingen en inschattingen leidt tot een consistente set van gegevens die de INWEVA-lijst wordt genoemd. Deze set bevat voor alle wegvakken op het rijkswegennet een verkeersintensiteit. Voor geluid bevat INWEVA een onderverdeling naar voertuigtype (licht, middelzwaar of zwaar) en periode (dag, avond, nacht), zodat op basis van deze gegevens de gemiddelde geluidproductie over het etmaal kan worden bepaald. Intensiteiten op toe- en afritten Gebleken is dat deze methodiek voor de meeste toe- en afritten en enkele andere niet bemeten wegvakken leidt tot niet realistische sprongen in de geluidproductie. Op de meeste toe- en afritten wordt het verkeer niet geteld en de rekenkundige inschattingen vertonen een relatief groot verschil van jaar op jaar, terwijl er over het algemeen geen aanwijsbare verklaringen zijn voor dit verschil. Voor toe- en afritten wordt daarom in beginsel de methodiek toegepast waarbij de groei op deze wegvakken wordt afgeleid van de groei op de hoofdrijbanen: De groeifactor van de naastgelegen hoofdrijbaan, afgeleid uit de verkeersgegevens voor 2015 en de verkeersgegevens van het geluidregister, worden van toepassing verklaard op de toe- of afrit. Hiermee wordt de verkeersintensiteit op de toe- en afrit met dezelfde factor verhoogd of verlaagd als de hoofdrijbaan; Voor de verschillende voertuigtypen en perioden is deze groeifactor gelijk. De hierboven beschreven methode wordt niet toegepast bij toe- en afritten, waar sprake is van ruimtelijke ontwikkelingen die de verkeersgroei of -afname veroorzaken (zie paragraaf 3.3.2). Verdeling verkeer over meerdere rijlijnen Het bestand uit INWEVA levert per rijbaan één set verkeersgegevens op. In het geluidregister zijn voor diverse wegvakken meerdere rijlijnen opgenomen. In die gevallen zijn de verkeersgegevens uit INWEVA volgens de geldende richtlijnen over deze rijlijnen verdeeld. Naleving geluidproductieplafonds rijkswegen 2015 Akoestisch onderzoek op referentiepunten

13 3.3.2 Aanpassing intensiteiten vanwege bijzondere ontwikkelingen Bij toe- of afritten waar lokale, nieuwe ontwikkelingen een toename of afname van de verkeersintensiteiten kunnen veroorzaken, zijn de verkeersintensiteiten niet bepaald aan de hand van het groeipercentage van de aansluitende hoofdrijbaan (zie par ), maar zonder aanpassing uit INWEVA overgenomen. Een voorbeeld van een dergelijke ontwikkeling is nieuwbouw van een bedrijventerrein of een woonwijk, die is aangesloten op de betreffende toe- of afrit. Op deze locaties is de relatieve groei van het verkeer op de toe- en afrit veel groter of kleiner dan de groei op de hoofdrijbaan. In afbeelding 3-1 zijn de locaties opgenomen die door de regio s zijn benoemd als bijzondere ontwikkeling en waar de verkeerintensiteiten direct afkomstig zijn uit INWEVA. Afbeelding 3-1 s met aanpassing intensiteiten vanwege lokale ontwikkelingen Naleving geluidproductieplafonds rijkswegen 2015 Akoestisch onderzoek op referentiepunten

14 3.3.3 Verkeersgegevens 2015 De verkeersintensiteiten voor het jaar 2015 zijn uit het bestand INWEVA 2015 overgenomen op de homogene wegvakken van het geluidregister. In onderstaande afbeelding is per rijrichting aangegeven wat het totale aantal motorvoertuigen dat voor de berekening over 2015 is gehanteerd per etmaal. Afbeelding 3-2 Aantal motorvoertuigen per etmaal per richting Naleving geluidproductieplafonds rijkswegen 2015 Akoestisch onderzoek op referentiepunten

15 3.3.4 Gehanteerde intensiteiten voor het jaar van volledige benutting Voor de berekening van de geluidproductie voor de zichtjaren 2021 en 2030, waaruit het jaar van volledige benutting kan worden bepaald, is gebruik gemaakt van de vigerende Basisprognoses van Rijkswaterstaat (vigerend per 1 april 2016). Deze prognoses voor 2021 en 2030 zijn overgenomen op het netwerk van het register waarmee de geluidproductie is bepaald. Bij toe- of afritten waar lokale, nieuwe ontwikkelingen de verklaring zijn voor de toename van de verkeersintensiteiten, zijn de verkeersintensiteiten zonder aanpassing toegepast. Zichtjaar 2021 Voor het zichtjaar 2021 betreft dit de Middellange termijn Prognose (MLT2021), die enerzijds is gebaseerd op de gemonitorde verkeersintensiteiten uit INWEVA, anderzijds gebaseerd op de meest recente beschikbare korte en middellange termijn prognose van het CPB 1 en het KiM 2 Zichtjaar 2030 Voor het zichtjaar 2030 betreft het de NRM Basisprognose versie 2016, gebaseerd op het WLO scenario Hoog. Het NRM is het strategisch verkeersmodel van Rijkswaterstaat dat wordt gebruikt voor het opstellen van lange termijn prognoses van de totale personenmobiliteit en het wegverkeer. Op basis van deze prognoses worden de effecten van beleidsmaatregelen bepaald en worden effecten op de leefomgeving berekend. De uitgangspunten voor de prognoses van het NRM worden jaarlijks geactualiseerd op basis van nieuwe beleidsuitgangspunten, investeringsbeslissingen en ruimtelijke plannen. 1 CPB (2016), Middellange termijn verkenning , Centraal Planbureau, Den Haag 2 Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (2016), Trendprognose wegverkeer voor RWS, Den Haag Naleving geluidproductieplafonds rijkswegen 2015 Akoestisch onderzoek op referentiepunten

16 3.4 Actualisatie rijsnelheden Bij het bepalen van de geluidproductie over 2015 dient de werkelijke situatie op de wegen te worden gehanteerd. Daarom zijn ten opzichte van het geluidregister de volgende wijzigingen doorgevoerd: De landelijke invoering van de maximumsnelheid van 130 km/h; De wijziging van de representatieve snelheden; Lokale veranderingen van de snelheden. In de volgende paragrafen wordt nader op deze wijzigingen ingegaan Landelijke invoering 130 km/h In 2012 is de wettelijke maximumsnelheid op autosnelwegen verhoogd van 120 km/h naar 130 km/h. In het geluidregister zijn voornamelijk de snelheden opgenomen, zoals die golden vóór de invoering van de nieuwe maximumsnelheid op een deel van het rijkswegennet. Op de wegvakken waar de maximumsnelheid is verhoogd, gedurende de gehele dag of een deel daarvan, zijn voor de berekening van de geluidproductie over 2015 de snelheden aangepast aan de werkelijke situatie met de hogere snelheid. In onderstaande afbeelding zijn de wegvakken aangegeven waar een verhoging van de maximumsnelheid naar 130 km/u is ingevoerd. Daarbij is onderscheid gemaakt naar een algehele verhoging of een verhoging van de snelheid over een deel van het etmaal. Afbeelding 3-3 Wegvakken met verhoging maximum snelheid naar 130 km/u Naleving geluidproductieplafonds rijkswegen 2015 Akoestisch onderzoek op referentiepunten

17 3.4.2 Aanpassing representatieve snelheden Bij geluidberekeningen wordt per voertuigcategorie een representatieve snelheid gehanteerd, die gerelateerd is aan de maximumsnelheid. Deze representatieve snelheden zijn opgenomen in het geluidregister. Voor wegvakken in het geluidregister die afkomstig zijn uit oude besluiten, zijn de representatieve snelheden gebaseerd op inmiddels verouderde uitgangspunten. Voor de berekeningen van de geluidproductie over 2015 zijn de snelheden daarom aangepast volgens actueel inzicht in de representatief te achten snelheden, zie onderstaande tabel. Tabel 3-1 Gehanteerde rekensnelheden bij berekening geluidproductie 2015 Maximumsnelheid Licht verkeer Gehanteerde rekensnelheden Middelzwaar verkeer Zwaar verkeer Naleving geluidproductieplafonds rijkswegen 2015 Akoestisch onderzoek op referentiepunten

18 Snelheidsverloop toe- en afritten De snelheid van de voertuigen op een toerit naar de rijksweg neemt toe, naarmate de voertuigen dichter bij de rijksweg komen. Andersom neemt de snelheid op afritten af, als voertuigen zijn uitgevoegd. Als gevolg hiervan is de representatieve snelheid op toe- en afritten niet constant, daarom worden deze wegvakken in drie gelijke delen verdeeld met snelheden van 50, 65 en 80 km/u. Voor de toe- en afritten in het geluidregister waar deze snelheidsverdeling niet op deze wijze is toegepast, zijn de snelheden ten behoeve van de berekening van de geluidproductie over 2015 aangepast. In onderstaande afbeelding is links een voorbeeld opgenomen van een aansluiting, waar de snelheden zijn aangepast conform de rechter afbeelding. Afbeelding 3-4 Aanpassing representatieve snelheden op toe- en afritten Naleving geluidproductieplafonds rijkswegen 2015 Akoestisch onderzoek op referentiepunten

19 3.4.3 Lokale aanpassingen rijsnelheid Door de regio s is aangegeven welke wijzigingen aan de weg zijn aangebracht ten opzichte van de situatie die in het geluidregister is opgenomen. Voor een aantal wegvakken is daarom voor de berekening van de geluidproductie over 2015 de snelheid aangepast, zodat wordt gerekend met de werkelijke snelheden. In bijlage 1 is een gedetailleerde lijst met de regionale snelheidsmutaties opgenomen, in onderstaande afbeelding zijn de locaties uit deze bijlage weergegeven. Afbeelding 3-5 Wegvakken met snelheidsmutaties regio s Naleving geluidproductieplafonds rijkswegen 2015 Akoestisch onderzoek op referentiepunten

20 3.4.4 Gehanteerde rijsnelheden in de naleving 2015 Op basis van de landelijke en de regionale wijzigingen zijn de snelheden van het geluidregister aangepast ten behoeve van de berekening van de geluidproductie over In onderstaande afbeelding zijn de gehanteerde snelheden weergegeven voor de hoofdrijbanen. Afbeelding 3-6 Gehanteerde maximum snelheden bij berekening geluidproductie over 2015 Naleving geluidproductieplafonds rijkswegen 2015 Akoestisch onderzoek op referentiepunten

21 3.5 Actualisatie verhardingen Door de regio s is aangegeven welke wijzigingen aan de weg zijn aangebracht ten opzichte van de situatie die in het geluidregister is opgenomen. Voor een aantal wegvakken is daarom voor de berekening van de geluidproductie over 2015 de verharding aangepast, zodat wordt gerekend met de werkelijke verharding. In bijlage 2 is een gedetailleerde lijst met de regionale verhardingsmutaties opgenomen, in onderstaande afbeelding zijn de locaties uit deze bijlage weergegeven. Afbeelding 3-7 Wegvakken met verhardingsmutaties regio s In de afbeelding op de volgende pagina is voor alle wegvakken weergegeven van welke verharding is uitgegaan bij de berekening van de geluidproductie over Naleving geluidproductieplafonds rijkswegen 2015 Akoestisch onderzoek op referentiepunten

22 Afbeelding 3-8 Gehanteerde verhardingstypes voor berekening geluidproductie over Lokale aanpassingen van de wegligging Door de regio s is aangegeven welke fysieke wijzigingen aan de weg zijn aangebracht ten opzichte van de situatie die in het geluidregister is opgenomen. Voor een aantal wegvakken is daarom voor de berekening van de geluidproductie over 2015 de ligging van de weg aangepast, zodat wordt gerekend met de werkelijke ligging van de wegen. In bijlage 3 is in detail een overzicht opgenomen van de wegvakken waar sprake is van een aanpassing van de wegligging t.o.v. het geluidregister, in onderstaande afbeelding is de ligging van deze wegvakken weergegeven. Naleving geluidproductieplafonds rijkswegen 2015 Akoestisch onderzoek op referentiepunten

23 Afbeelding 3-9 Overzicht wegvakken met een aanpassing van de ligging Naleving geluidproductieplafonds rijkswegen 2015 Akoestisch onderzoek op referentiepunten

24 3.7 Vrijstellingen voor recente projecten die nog niet zijn opengesteld In artikel 11.45, lid 6 Wm is een vrijstelling tot naleving van de geluidproductieplafonds vastgelegd voor delen van de weg die zijn genoemd in 2 bij het Besluit geluid milieubeheer. De vrijstelling geldt tot het moment waarop de aanpassing van deze delen van de weg is uitgevoerd, of uiterlijk tot het moment waarop de maatregelen moeten zijn uitgevoerd ingevolge het besluit op grond waarvan zij moeten worden getroffen. Door de regio s is informatie aangeleverd over het moment waarop de maatregelen zoals genoemd in deze bijlage zijn uitgevoerd, of uiterlijk tot het moment waarop de maatregelen moeten zijn uitgevoerd. Op basis van deze informatie is per wegvak uit 2 van het Besluit geluid milieubeheer bepaald of deze nog geldt voor de berekening van de geluidproductie over 2015: als een vrijstelling op 1 januari 2015 nog van kracht was, dan geldt deze voor het hele kalenderjaar. De regio s hebben geïnventariseerd voor welke wegvakken een vrijstelling geldt. Indien een wegvak valt onder twee of meer besluiten dan is sprake van een vrijstelling indien tenminste één van deze besluiten leidt tot een vrijstelling. Onderstaande afbeelding geeft aan voor welke wegvakken zoals genoemd in 2 van het Besluit geluid milieubeheer nog altijd sprake is van een vrijstelling, of een vrijstelling geldt vanwege het overgangsrecht. In bijlage 4 zijn de wegvakken in detail beschreven. Afbeelding 3-10 Overzicht projecten met vrijstelling naleving Naleving geluidproductieplafonds rijkswegen 2015 Akoestisch onderzoek op referentiepunten

25 3.8 Verleende ontheffingen De minister van Infrastructuur en Milieu kan in verband met bijzondere omstandigheden op grond van artikel van de Wet milieubeheer aan Rijkswaterstaat een ontheffing voor het naleven van een geluidproductieplafond verlenen. Een dergelijke bijzondere omstandigheid kan een tijdelijke wijziging van de wegligging zijn of een voorziene maatregel die niet meteen wordt uitgevoerd. Dit laatste kan het geval zijn bij de toepassing van een stiller wegdek, dat wordt aangelegd als de verharding van het wegvak in het kader van onderhoud moet worden vervangen. Uit een opgave van de regio s is gebleken dat er voor drie locaties sprake is van een verleende ontheffing van de naleving van de geluidproductieplafonds, die in 2015 van kracht was. In onderstaande tabel en onderstaande afbeelding zijn deze locaties weergegeven. Tabel 3-2 s met verleende ontheffingen Rijksweg Km van Km tot A2 Ten noorden van de Leidsche-Rijntunnel 58,85 60,0 A13 Aansluiting Delft-Zuid 11,1 11,8 A59 Drongelens kanaal 117,6 118,2 Afbeelding 3-11 Overzicht locaties met verleende ontheffingen Naleving geluidproductieplafonds rijkswegen 2015 Akoestisch onderzoek op referentiepunten

26 3.9 Tracébesluiten conform de Wet milieubeheer Voor de projecten, die na 1 juli 2012 in het geluidregister zijn opgenomen geldt geen vrijstelling voor naleving, behalve als deze nog vielen onder het overgangsrecht. Voor deze locaties van Tracébesluiten conform de Wet milieubeheer wordt ten behoeve van de berekening van de geluidproductie over 2015 de situatie van het geluidregister teruggezet, zoals die was voor opname van het project in het register. Op die manier kan toch inzicht worden gegeven in de geluidproductie over Voor de toetsing van de geluidproductie 2015 aan de ten gevolge van deze projecten gewijzigde geluidproductieplafonds geeft de verschilberekening echter een onbetrouwbare uitkomst van de geluidruimte, omdat de bestaande situatie te veel afwijkt van de projectsituatie. In onderstaande afbeelding zijn de locaties opgenomen waar voor de berekening van de geluidproductie 2015 gebruik wordt gemaakt van de situatie van het geluidregister voor opname van het project. Afbeelding 3-12 Overzicht locaties berekening van de geluidproductie op basis van de situatie vóór project Naleving geluidproductieplafonds rijkswegen 2015 Akoestisch onderzoek op referentiepunten

27 3.10 Bepaling van het jaar van volledige benutting Voor de berekeningen van de geluidproductie in de jaren 2021 en 2030 is hetzelfde netwerk aangehouden als voor de berekening voor 2015: alle landelijke en lokale wijzigingen zijn daarin meegenomen. Met de berekende geluidproducties voor deze jaren kan het jaar van volledige benutting worden bepaald. In onderstaande afbeelding is aangegeven hoe deze methodiek is toegepast. Afbeelding 3-13 Methodiek interpolatie geluidproductie t.b.v. jaar van volledige benutting Als de geïnterpoleerde geluidproductie in een jaar gelijk of hoger is dan het geldende geluidproductieplafond, dan is dat het jaar van volledige benutting. Naleving geluidproductieplafonds rijkswegen 2015 Akoestisch onderzoek op referentiepunten

28 4 RESULTATEN ONDERZOEK De toetsing aan de geldende geluidproductieplafonds is uitgevoerd voor referentiepunten langs het Rijkswegennet. Voor deze referentiepunten is een vergelijking gemaakt tussen de geluidproductie in het jaar 2015 en de geldende geluidproductieplafond uit het geluidregister. In bijlage 5 is een overzicht opgenomen van deze toetsing voor alle referentiepunten. In onderstaande tabel is aangegeven wat de uitkomsten van deze toetsing zijn. Per categorie is aangegeven wat het aandeel in procenten is t.o.v. het totaal. De verdeling is daaronder gevisualiseerd in een grafiek. Tabel 4-1 Resultaten toets geluidproductie 2015 aan geldende geluidproductieplafonds Categorie Aantal Percentage punten Geluidruimte groter dan 0,5 db % Geluidruimte tussen 0,5 en 0,0 db (dreigende plafondoverschrijding) % Geluidruimte kleiner dan 0 db (plafondoverschrijding) % Ontheffing % Vrijstelling van naleving % Tracébesluit conform Wet milieubeheer % Ten behoeve van het nalevingsverslag zijn de plafondoverschrijdingen en de dreigende plafondoverschrijdingen nader geanalyseerd. Hieruit bleek dat er op enkele locaties de (dreigende) overschrijding wordt veroorzaakt door onjuiste gegevens in het geluidregister en/of het nalevingsbestand. Afbeelding 4-1 Procentuele verdeling resultaten toets geluidproductie 2015 aan geldende geluidproductieplafonds Naleving geluidproductieplafonds rijkswegen 2015 Akoestisch onderzoek op referentiepunten

29 Geluidruimte groter dan 0,5 db De berekende geluidproductie is meer dan 0,5 db lager dan de geldende geluidproductieplafonds. Er is voldoende geluidruimte om de komende jaren te kunnen voldoen aan de plafonds. Geluidruimte tussen 0,5 en 0,0 db: dreigende overschrijding De berekende geluidproductie over 2015 is het geldende geluidproductieplafond tot minder dan 0,5 db genaderd. De bronbeheerder moet anticiperen op een dreigende overschrijding en het proces opstarten om een overschrijding op korte termijn te voorkomen. De urgentie voor het opstarten van het onderzoek naar mogelijke maatregelen om de dreigende overschrijdingen te voorkomen is het jaar van volledige benutting. Voor van de referentiepunten met een dreigende overschrijding, wordt een overschrijding van het geluidproductieplafond in 2021 of eerder verwacht. In afbeelding 4-3 is een overzicht van het jaar van volledige benutting opgenomen. Geluidruimte kleiner dan 0,0 db: overschrijding Dit is een overschrijding van de geldende geluidproductieplafonds en vereist onmiddellijk een onderzoek naar maatregelen om zo mogelijk deze overschrijdingen ongedaan te maken. De (dreigende) overschrijdingen van de geluidproductieplafonds kunnen worden veroorzaakt door één van onderstaande oorzaken: Een groei van het verkeer of een andere verdeling van het verkeer, zoals een toename van het aandeel vrachtverkeer op het wegvak; Een wijziging van de snelheid op het wegvak, bijvoorbeeld het verhogen van de maximum snelheid; Een verandering in het wegennetwerk, zoals een andere wegdekverharding, de aanleg van extra rijstroken of een omvangrijkere wijziging in het netwerk; Onvolkomenheden in het rekenmodel en modelverschillen. Vrijstellingen Voor 7,6% van de referentiepunten (4.578) is er sprake van een vrijstelling. Ontheffing van de naleving Voor 0,1% van de referentiepunten (42) is er sprake van een ontheffing. In bijlage 6 is een overzicht opgenomen van deze referentiepunten met de geldende ontheffingswaarde. Geen toetsing vanwege recente besluiten Voor 1,3% van de gevallen (768) is er sprake van een recent opgenomen Tracébesluit in het register waardoor geen betrouwbare geluidruimte berekend kan worden. Naleving geluidproductieplafonds rijkswegen 2015 Akoestisch onderzoek op referentiepunten

30 In onderstaande afbeelding is aangegeven wat per referentiepunt de geluidruimte is op basis van de geluidproductie over Afbeelding 4-2 Geluidruimte naleving 2015 t.o.v. geldende geluidproductieplafonds Naleving geluidproductieplafonds rijkswegen 2015 Akoestisch onderzoek op referentiepunten

31 In onderstaande afbeelding is voor alle referentiepunten het verwachte jaar van volledige benutting van het geluidproductieplafond aangegeven. In de kaart is n.v.t. (niet van toepassing) weergegeven wanneer: het jaar van volledige benutting van het geluidproductieplafond niet correct te bepalen is; er geen jaar van volledige benutting is bepaald doordat sprake is van een afname van verkeer. Afbeelding 4-3 Jaar van volledige benutting geluidproductieplafond Naleving geluidproductieplafonds rijkswegen 2015 Akoestisch onderzoek op referentiepunten

32 BIJLAGE 1 Overzicht lokale aanpassing snelheden In deze bijlage is een overzicht van de wegvakken opgenomen, waar volgens opgave van de regio s een andere maximum snelheid geldt dan nu in het geluidregister opgenomen. In de tabel is voor de betreffende wegen een aanduiding van de rijbaan en het wegvak (Km van, Km tot voor begin- en eindkilometrering) aangegeven en de snelheid die op dat wegvak van toepassing is. Weg Rijbaan Km van Km tot Nieuwe snelheid [km/h] A1 Hoofdrijbaan links 52,1 51,5 70 A2 Hoofdrijbaan rechts 58,3 59,2 50/65/80 A2 Hoofdrijbaan links 58, /65/80 A2 Verbindingsweg M 155,78 156,95 80 A2 Verbindingsweg E 156,05 156, A2 Verbindingsweg D 158,35 158,12 80 A2 Verbindingsweg N 158,67 156, A2 A12 Verbindingsweg G 63,6 64,9 80 A4 Toerit rechts 8,1 8,35 50 A4 Toerit rechts 8,35 8,45 65 A4 Afrit rechts 8,35 8,5 50 A4 Afrit rechts 8,25 8,35 65 A4 Verbindingsweg H 10,25 10,6 70 A4 Verbindingsweg H 10,6 10,8 80 A4 - A12 Verbindingsweg 45,7 46,3 100 A8 Beide hoofdrijbanen 9,1 10,5 Deels 80, deels 100 A9 Verbindingsweg H rechts 41,1 41,8 70 A9 Verbindingsweg E links 41,66 41, A10 Beide hoofdrijbanen 25,1 26,1 80 A12 Hoofdrijbaan rechts 3,2 6,2 100 A12 Afrit links 134,2 134,6 70 A12 Afrit Velperbroek rechts 134,2y 135,33y 70 A12 A4 Verbindingsweg richting Rotterdam A12 6,3 100 A12 A4 Verbindingsweg richting Amsterdam A12 6,9 100 A15 Verbindingsweg G 59,6 60,1 100 A15 Hoofdrijbaan rechts A16 Hoofdrijbaan rechts 45,475 45, A16 Hoofdrijbaan rechts 67, Naleving geluidproductieplafonds rijkswegen Akoestisch onderzoek op referentiepunten - 1 -

33 Weg Rijbaan Km van Km tot Nieuwe snelheid [km/h] A20 Hoofdrijbaan links 32,8 28,4 100 A31 Beide hoofdrijbanen 7,1 7,7 100 N31 Beide hoofdrijbanen 49, N33 Beide hoofdrijbanen 5,8 6,9 100 N33 Hoofdrijbaan rechts 43,2 44,4 100 A50 Hoofdrijbaan links 98,675 99, N57 Beide hoofdrijbanen 35,85 47,3 80 A58 Hoofdrijbaan links 13 12, A58 Beide hoofdrijbanen 13,42 13,1 120 A73 Beide hoofdrijbanen 12 16, A73 Beide hoofdrijbanen 17,5 17, A73 Beide hoofdrijbanen 42,5 45,5 100 A73 Hoofdrijbaan links 103,8 102,2 100 A79 Hoofdrijbaan links 16,78 17,43 80 A79 Hoofdrijbaan rechts 16,9 17,4 80 A200 Beide hoofdrijbanen 6,6 11,8 100 Naleving geluidproductieplafonds rijkswegen Akoestisch onderzoek op referentiepunten - 2 -

34 BIJLAGE 2 Overzicht lokale aanpassing verhardingen In deze bijlage is een overzicht van de wegvakken opgenomen, waar volgens opgave van de regio s een andere verharding aanwezig is dan nu in het geluidregister opgenomen. In de tabel is voor de betreffende wegen een aanduiding van de rijbaan en het wegvak (Km van, Km tot voor begin- en eindkilometrering) aangegeven en het type verharding dat op het wegvak aanwezig is: 2L zoab tweelaags zoab 2L zoab fijn tweelaags zoab fijn zoab enkellaags zoab DAB dicht asfaltbeton DGD-A dunne geluidreducerende deklaag, type A SMA-NL5 steenmastiekasfalt, type NL5 Weg Rijbaan Km van Km tot Nieuwe verharding Opmerking A1 Beide hoofdrijbanen 22 22,5 2L zoab A1 Afrit rechts 53,9 54,25 DAB A1 Verbindingsweg E ca 29,1 ca 29,5 zoab A1 Verbindingsweg F ca 29,7 ca 29,3 zoab A1 Verbindingsweg J ca 29,7 ca 30,1 zoab A2 Beide hoofdrijbanen L zoab Tot aan puntstuk op toe- en afritten 2Lzoab A2 Hoofdrijbaan rechts 61,8 62,3 DGD-A Toe- en afrit west A2 Toerit links 62,1 62,4 2L zoab A2 Afrit links 62,3 62,4 2L zoab A2 Beide hoofdrijbanen 63,4 64 2L zoab A2 Hoofdrijbaan rechts 70,7 72,9 DAB Diverse toe- en afritten A2 Beide hoofdrijbanen 67,4 68,8 2L zoab Diverse toe- en afritten A2 Hoofdrijbaan rechts 107,28 107,95 zoab A2 Verbindingswegen links en rechts 143,1 143,2 2L zoab A2 Hoofdrijbaan rechts 200,3 200,4 zoab A2 Beide hoofdrijbanen 239,53 239,732 2L zoab A4 Hoofdrijbaan rechts 102,2 102,5 2L zoab A4 Hoofdrijbaan rechts 102, L zoab A4 Hoofdrijbaan rechts 103,8 104,4 2L zoab A4 Hoofdrijbaan links 104,2 104,5 2L zoab A4 Hoofdrijbaan rechts 104,4 104,5 2L zoab Naleving geluidproductieplafonds rijkswegen Akoestisch onderzoek op referentiepunten - 1 -

35 Weg Rijbaan Km van Km tot Nieuwe verharding Opmerking A4 Hoofdrijbaan rechts 106,4 107,4 2L zoab A4 Hoofdrijbaan rechts 107,4 107,7 2L zoab A4 Hoofdrijbaan links ,6 2L zoab A4 Hoofdrijbaan rechts ,6 2L zoab A7 Beide hoofdrijbanen 5 6,9 2L zoab A7 Beide hoofdrijbanen 5,065 5,15 2L zoab A8 Hoofdrijbaan rechts 2,98 4,33 2L zoab fijn N9 Beide hoofdrijbanen 90,6 92,3 zoab N9 Beide hoofdrijbanen 108,5 108,8 zoab A10 Beide hoofdrijbanen 16,7 20,6 zoab A12 Beide hoofdrijbanen 63,5 82 2L zoab Tot aan puntstuk op toe- en afritten 2Lzoab A12 - A30 Hoofdrijbaan links 7, zoab A30 noord --> A12 oost A12 - A30 Verbindingsweg S links 7, ,5 zoab A30 noord --> A12 west A12 - A30 Hoofdrijbaan rechts 106,42 7,96 zoab A12 west --> A30 noord A12 - A30 Verbindingsweg J rechts 106,72 107,02 zoab A12 oost --> A30 noord A13 Afrit links en oprit rechts 11,2 11,8 DAB A16 Hoofdrijbaan rechts 53,2 54,2 2L zoab A16 Hoofdrijbaan links 54 54,5 2L zoab A16 Hoofdrijbaan rechts 44,315 45,355 DAB A16 Hoofdrijbaan links 44,315 45,355 DAB A16 Hoofdrijbaan links 45,355 45,434 DAB A16 Hoofdrijbaan rechts 45,434 45,462 DAB A16 Hoofdrijbaan links 45,434 45,462 DAB A17 Verbindingsweg J 24,89 24,45 DAB A17/A59 Hoofdrijbaan links 29,565 30,43 zoab A27 Hoofdrijbaan links, verbindingsweg C 103, ,769 DAB A27/A1 Verbindingsweg T ca 97,4 ca 29,1 zoab A28 Alle verbindingswegen 169,6 171,1 DAB A28 Hoofdrijbaan links, verbindingsweg C 103, ,769 DAB N35 Beide hoofdrijbanen 8,705 9,5 DGD-A N36 Beide hoofdrijbanen 30,7 39,7 DGD-A A50 Beide hoofdrijbanen 93,9 94 2L zoab A50 Hoofdrijbaan rechts 151,4 151,68 2L zoab A50 Beide hoofdrijbanen 202,1 202,9 2L zoab Alle verbindingswegen A28 Zuid ri. N33 zijn in DAB uitgevoerd. Dat wijkt af van het TB. Naleving geluidproductieplafonds rijkswegen Akoestisch onderzoek op referentiepunten - 2 -

36 Weg Rijbaan Km van Km tot Nieuwe verharding Opmerking A58 Verbindingsweg W 55,1 55,705 SMA-NL5 A58 Verbindingsweg A 103,72 103,92 DAB A58 Beide hoofdrijbanen 121,8 122,2 DAB A58 Hoofdrijbaan rechts 138,9 139,5 zoab A58 Hoofdrijbaan rechts 162,9 163,3 zoab A59 Hoofdrijbaan links 88,18 88,61 DAB N59 Beide hoofdrijbanen 18,9 19,4 DGD-B N59 Beide hoofdrijbanen 19,7 20,55 DGD-B N59 Beide hoofdrijbanen 20,9 22,67 DGD-B N59 Beide hoofdrijbanen 23,1 23,8 DGD-A N59 Hoofdrijbaan rechts 24,45 25,3 DGD-B N59 Hoofdrijbaan links 24,45 25,4 DGD-B N59 Hoofdrijbaan rechts 25,46 26,24 DGD-B N59 Hoofdrijbaan links 25,59 26,3 DGD-B N59 Hoofdrijbaan rechts 26,52 27,7 DGD-B N59 Hoofdrijbaan links 26,54 27,7 DGD-B A65 Toerit 19,3 19,5 DAB A65 Verbindingsweg T 20,315 20,7 DAB N65 Opstelstroken 15 15,5 zoab A67 Hoofdrijbaan rechts 6,1 8 2L zoab A67 Hoofdrijbaan rechts L zoab A73 Beide hoofdrijbanen 42,5 43,5 DAB Diverse toe- en afritten A73 Beide hoofdrijbanen 43,9 46,2 2L zoab Diverse (korte) stukken zoab die ook 2Lzoab moeten zijn Naleving geluidproductieplafonds rijkswegen Akoestisch onderzoek op referentiepunten - 3 -

37 BIJLAGE 3 Wegvakken met lokale aanpassing van de wegligging In deze bijlage is een overzicht van de wegvakken opgenomen, waar volgens opgave van de regio s sprake is een aanpassing van de wegligging t.o.v. het geluidregister. Rijksweg Wijziging A1 Aansluiting Apeldoorn-Zuid (20) Verdubbeling zuidelijke toerit A1 Aansluiting Bunschoten (12) - Knooppunt Hoevelaken Aanleg extra rijstrook zuidzijde A1/A30 Aansluiting Barneveld (15) Verbreding verbindingsboog A1/A27 Knooppunt Eemnes Aanleg busbaan A2 Aansluiting Kerkdriel (19) Verlegging oostelijke toe- en afrit A2 Aansluiting Oost-Maarland (57) Verlegging afrit, extra verharding langs afrit A2/N2 Aansluiting Centrum Strijp (30) Verlegging toe- en afrit A2/N2 Aansluiting Meerhoven-Zuid (30a) Verlegging westelijke afrit A2/N2 Aansluiting Veldhoven-Zuid (32) Verlegging oostelijke toerit A2/N2 Aansluiting Veldhoven-Zuid (32) Verlegging westelijke toerit A2/A12 Knooppunt Oudenrijn Verbreding verbindingsbogen A2/A12 Knooppunt Oudenrijn Verbreding Y-baan A2/A27 Knooppunt Everdingen Verlegging verbindingsbogen A2/A58 Knooppunt Batadorp Toevoeging bypass A2/A67 Knooppunt De Hogt Toevoeging/verlegging bypass A4 Aansluiting Hoofddorp-Zuid (3a) Nieuwe aansluiting A4 Knooppunt Prins Clausplein Ontvlechting weefvak zuidoostzijde A6 Aansluiting Lelystad (10) Verlenging en verbreding van toe- en afrit A7 Aansluiting Sneek-Oost (22) Verlegging oostelijke afrit A12 Aansluiting Laagraven (18) Aanleg extra rijstrook op zuidelijke afrit A12 Aansluiting Veenendaal West (23) Ophoging toerit A12 Aansluiting Veenendaal (23a) Verlegging noordelijke toe- en afrit A12 Aansluiting Westervoort (27) Verbreding zuidelijke afrit A12 Knooppunt Velperbroek Verdubbeling zuidelijke toerit N14 Aansluiting Leidschendam (8) Verbreding toerit, versmalling paralelbaan A4 A15 Knooppunt Ridderkerk Extra rijstrook parallelbaan A15 naar A38 A16 Aansluiting Dordrecht (21) Ontbrekend wegvak toegevoegd A22 Aansluiting Beverwijk (N197) Aanpassing aansluiting A27 Aansluiting Breda (15) Verlegging toerit A27 Aansluiting Hank (21) Verlegging afrit A27 Aansluiting Werkendam (23) Verlegging toe- en afritten A27 Aansluiting Nieuwendijk (22) Verlegging toerit Naleving geluidproductieplafonds rijkswegen Akoestisch onderzoek op referentiepunten - 1 -

38 Rijksweg Wijziging N36 Kruising Beezerweg, Mariënberg Verlenging opstelstroken A50 Aansluiting Veghel (11) Verhoging hoofdrijbaan, verlegging toe- en afrit A50 Aansluiting Ravenstein (17) Verlegging toerit, extra verharding langs toerit A50 Knooppunt Valburg Verlegging verbindingsbogen N57 Ouddorp Aanleg rotonde N57 Visschershoek Aanleg rotonde A58 Knooppunt De Poel Aanleg weefvak A58 Knooppunt Galder Aanleg extra rijstrook aan middenbermzijde A58 Aansluiting Etten-Leur (18) Verlenging zuidelijke invoegstrook A59 Brug over het Drongelens Kanaal Aanleg van een tijdelijke brug A59 Aansluiting Drunen (41) Aansluiting vervallen A59 Aansluiting Heusden (42) Verdubbeling van de zuidelijke toe- en afrit A65 Aansluiting Tilburg-Noord (3) Verbreding noordelijke toerit A67 Aansluiting Hapert (29) Nieuwe aansluiting A67 Aansluiting Someren (35) Verplaatsing puntstuk A67 Aansluiting Velden (40) Verlegging toe- en afritten A73 Aansluiting Malden (3) Verbreding afritten A73/A783 Knooppunt Neerbosch Verdubbeling f-lus A76 Knooppunt Kunderberg Verlegging afrit Naleving geluidproductieplafonds rijkswegen Akoestisch onderzoek op referentiepunten - 2 -

39 Aansluiting Apeldoorn-Zuid (20) Verdubbeling zuidelijke toerit A1 RWS ON 13ON

40 Aansluiting Bunschoten (12) - Knooppunt Hoevelaken Aanleg extra rijstrook zuidzijde A1 RWS MN 15MN

41 Aansluiting Barneveld (15) Verbreding verbindingsboog A1/A30 RWS MN 13MN

42 Knooppunt Eemnes Aanleg busbaan A1/A27 RWS MN 14MN

43 Aansluiting Kerkdriel (19) Verlegging oostelijke toe- en afrit A2 RWS ZN 13ZN

44 Aansluiting Oost-Maarland (57) Verlegging afrit, extra verharding langs afrit A2 RWS ZN 14ZN

45 Aansluiting Centrum Strijp (30) Verlegging oostelijke toe- en afrit A2 RWS ZN 13ZN

46 Aansluiting Meerhoven-Zuid (30a) Verlegging westelijke afrit A2/N2 RWS ZN 13ZN