De Rol van PTSS in de Ontwikkeling van Psychopathie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De Rol van PTSS in de Ontwikkeling van Psychopathie"

Transcriptie

1 De Rol van PTSS in de Ontwikkeling van Psychopathie Laurens Adam Studentnummer: Begeleider: B. J. Verschuere Datum: Aantal woorden:

2 Inhoudsopgave 1. Abstract 3 2. De Rol van PTSS in de Ontwikkeling van Psychopathie na Trauma Ervaring 4 3. Traumatische Ervaringen, PTSS en Psychopathie bij Mannen 8 4. Traumatische Ervaringen, PTSS en Psychopathie bij Vrouwen Traumatische Ervaringen, PTSS en Psychopathie bij Adolescenten Conclusie en Discussie Literatuurlijst 26 2

3 Abstract Post traumatische stress stoornis (PTSS) speelt mogelijk een rol in de relatie tussen traumatische ervaringen en de ontwikkeling van psychopathie. Psychopathie wordt door het meest gebruikte meetinstrument de PCL R opgedeeld in Facet 1 (affectieve en interpersoonlijke componenten) en Facet 2 (gedragsmatige en antisociale componenten). In dit literatuuroverzicht wordt de rol van PTSS onderzocht aan de hand van twee hypotheses bij mannen, vrouwen en adolescenten. PTSS blijkt bij mannen alleen gerelateerd te zijn aan Facet 1 en bij vrouwen alleen aan Facet 2. Opmerkelijk is dat PTSS geen rol speelt in de ontwikkeling van psychopathie bij adolescenten. Verder onderzoek is vereist om deze relatie in kaart te brengen. Speciale behandelprogramma s zouden ontwikkeld kunnen worden ter preventie en beperking van psychopathie. 3

4 De Rol van PTSS in de Ontwikkeling van Psychopathie na Trauma Ervaring Psychopathie is wereldwijd de meest bestudeerde persoonlijkheidsstoornis (Cooke en Michie, 1999). Deze stoornis kenmerkt zich voornamelijk door een disregulatie van het internaliserend en externaliserend gedrag. De Psychopathy Checklist Revised (PCL R) is het meest gebruikte meetinstrument voor psychopathie en maakt onderscheid tussen twee factoren, Facet 1 en Facet 2 (Hare et al., 1990). Facet 1 hangt samen met het internaliserend gedrag en kan verdeeld worden in interpersoonlijke en affectieve trekken. Mensen met psychopathie hebben het onvermogen om interpersoonlijke relaties aan te gaan, voelen zich grandioos en zijn gevoelloos. Tevens is het affect vervlakt en hebben zij een gebrek aan onder andere schuldgevoelens en angst (Willemsen, De Ganck en Verhaeghe, 2012). Het externaliserend gedrag hangt samen met Facet 2 en is te onderscheiden in gedragsmatige en antisociale trekken van psychopathie, dat zich onder andere kenmerkt door onverantwoordelijk en regelovertredend gedrag, impulsiviteit en de neiging om sociale normen en waarden te negeren of te schenden (Willemsen, De Ganck en Verhaeghe, 2012). Er zijn vele verklaringen gegeven voor de ontwikkeling van psychopathie, waaronder genetische factoren (Lang, af Klinteberg en Alm, 2002). Een andere verklaring die in de literatuur gegeven wordt, is ongunstige omstandigheden in de jeugd. Vooral traumatische ervaringen in de jeugd worden genoemd als risicofactoren voor de ontwikkeling van psychopathie (Karpman, 1955). Hiernaast vonden Krischer en Sevecke (2008) ook dat er een associatie is tussen traumatische ervaringen in de jeugd en de ontwikkeling van psychopathie in de volwassenheid. Traumatische ervaringen worden gedefinieerd als stressvolle gebeurtenissen waaraan iemand in de jeugd is blootgesteld. Hierbij ervaart het individu een situatie met een mate van levensbedreiging of ernstige verwondingen met 4

5 angst en hulpeloosheid als gevolg (Willemsen, De Ganck en Verhaeghe, 2012). De meest voorkomende vormen van traumatische ervaringen in de jeugd zijn emotionele en fysieke verwaarlozing en emotioneel, fysiek en seksueel misbruik. Traumatische ervaringen zijn echter niet alleen risicofactoren voor de ontwikkeling van psychopathie. Een ander mogelijk gevolg van blootstelling aan een traumatische ervaring is de ontwikkeling van de angststoornis posttraumatische stress stoornis (PTSS) (Pratchett en Yehuda, 2011; Willemsen, De Ganck en Verhaeghe, 2012). Om gediagnosticeerd te worden met PTSS moet er minstens een maand sprake zijn van symptomen die binnen de volgende drie categorieën vallen: Herbeleving van de traumatische ervaring, affectvervlakking en vermijding van trauma gerelateerde stimuli en hyperarousal (APA, 2000, aangehaald in Willemsen, De Ganck en Verhaeghe, 2012). Hoewel traumatische ervaringen worden genoemd als risicofactoren voor de ontwikkeling van psychopathie, is dit lang niet bij iedereen het geval. Angst zou een derde factor kunnen zijn die hier invloed op uitoefent. Eén van de centrale aspecten waar in de literatuur onderzoek naar wordt gedaan binnen het gebied van psychopathie is de relatie met angst (Hare en Neumann, 2008; Lilienfeld, 1994; Patrick, 2006; Skeem en Cooke, 2010). Aangezien angst een relatie blijkt te hebben met zowel traumatische ervaringen als psychopathie is het mogelijk dat angst een rol speelt in de etiologie van psychopathie na een traumatische ervaring. Specifieker gezegd zou het mogelijk kunnen zijn dat PTSS een rol speelt in de ontwikkeling van psychopathie. Willemsen, De Ganck en Verhaeghe (2012) hebben een model met twee hypotheses ontwikkeld dat de relatie tussen traumatische ervaringen, posttraumatische stress en psychopathie in kaart brengt. Aangezien er bewijs is gevonden dat veel individuen PTSS 5

6 symptomen ontwikkelen na een traumatische ervaring en niet de stoornis op zich (Helzer, Robins en McEvoy, 1987; Stein, Walker, Hazen en Forde, 1997), wordt er in dit model gekeken naar symptomen van PTSS. In de literatuur wordt gesteld dat psychopathie onder andere gekarakteriseerd wordt door een emotionele deficiëntie. Hierdoor is het onmogelijk om bepaalde emotionele toestanden zoals angst te ervaren (Cleckley, 1976). Door dit gebrek is het volgens deze theorie onwaarschijnlijk dat psychopaten PTSS symptomen hebben ontwikkeld. De eerste hypothese stelt daarom dat de interpersoonlijke en affectieve componenten van psychopathie niet samen kunnen gaan met PTSS. De aanwezigheid van PTSS zou daarom een negatieve relatie hebben met het al dan niet (verder) ontwikkelen van Facet 1 van psychopathie. Er zijn echter gemengde resultaten gevonden in de literatuur. Zo hebben Moeller en Hell (2003) ondersteunend bewijs gevonden voor deze hypothese, terwijl er in ander onderzoek (Kubak en Salekin, 2009) juist is gevonden dat deze constructen positief met elkaar samenhangen. Deze hypothese, dat stelt dat er een negatieve relatie is tussen PTSS en facet 1, moet daarom nader onderzocht worden. Hoewel de meeste mensen geen psychopathie ontwikkelen na een traumatische ervaring is er uit onderzoek naar voren gekomen dat traumatische ervaringen (e.g. misbruik en verwaarlozing) niet alleen gerelateerd is met Facet 1, maar ook met Facet 2 van psychopathie: het antisociale en het gedragsmatige component (Harpur et al., 1989). Willemsen, De Ganck en Verhaeghe (2012) leggen in hun model een tweede hypothese voor dat stelt dat mensen die een hoge mate van antisociale en gedragsmatige trekken van psychopathie vertonen een bepaalde levensstijl hebben, waardoor de kans groter is dat zij te maken krijgen met stressvolle ervaringen, resulterend in posttraumatische stress (Willemsen, De Ganck en Verhaeghe, 2012). Het is echter mogelijk dat de posttraumatische stress op haar beurt weer invloed heeft op de Facet 2 trekken. Er zou dan sprake kunnen zijn 6

7 van een circulair verband tussen PTSS en Facet 2. Deze hypothese wijkt, door het circulaire verband, iets af van die van Willemsen, De Ganck en Verhaeghe (2012), maar zou desalniettemin onderzocht moeten worden om de rol van PTSS in Facet 2 trekken van psychopathie beter in kaart te brengen. In dit literatuuroverzicht wordt gekeken naar de rol van PTSS bij de ontwikkeling van psychopathie na het ervaren van traumatische gebeurtenissen (e.g. misbruik en verwaarlozing). Hoewel er een hoge prevalentie is van trauma en psychopathie bij vrouwelijke gevangenen (Warren et al., 2002), is er weinig onderzoek gedaan naar de vrouwelijke populatie met betrekking tot psychopathie. Daarom zal er ook gekeken worden naar de mogelijke rol van PTSS bij de ontwikkeling van psychopathie bij vrouwen. Tevens is er in de laatste jaren veel onderzoek gedaan naar psychopathie bij adolescenten (Vaughn, Edens, Howard en Toney Smith, 2009). Er is gesteld dat er sprake is van overeenkomsten tussen psychopathische trekken bij volwassenen en bij adolescenten (Edens en Campbell, 2007; Edens, Campbell en Weir, 2007 en Vaughn en DeLisi, 2008). Daarom zal er naast volwassenen ook gekeken worden naar adolescenten. Een ander belangrijk punt in de literatuur is het onderscheid tussen primaire en secundaire psychopathie. Waar primaire psychopathie zich kenmerkt door een genetisch bepaalde onvermogen om interpersoonlijke relaties aan te gaan en tevens gekenmerkt wordt door een gebrek aan empathie en geweten, zijn deze symptomen bij secundaire psychopathie het gevolg van traumatische ervaringen in de jeugd (Porter, 1996). Hoewel dit onderscheid in subtypes niet door iedereen wordt geaccepteerd, wordt er gesteld dat het onderscheid terug is te zien in de PCL R factoren. Primaire psychopathie zou vergelijkbaar zijn met Facet 1 en zou een lage samenhang hebben met angst en dus ook met PTSS. 7

8 Secundaire psychopathie zou daarentegen vergelijkbaar zijn met Facet 2, waarbij er wel een hoge samenhang is met traumatische ervaringen en PTSS (Hicks et al., 2004). Omdat de subtypes vergelijkbaar zijn met de facetten van psychopathie zal hier tevens naar gekeken worden om de twee hypotheses te onderzoeken. Wanneer de mogelijke rol van PTSS in kaart is gebracht, kan hier op worden ingespeeld om het risico op de ontwikkeling van psychopathie te beperken. Eerst zal gekeken worden naar de rol van PTSS bij mannelijke volwassenen. Hierna wordt er gekeken naar hoe deze relatie is bij vrouwelijke volwassenen. Als laatst zal er gekeken worden naar traumatische ervaringen, psychopathie en PTSS bij adolescenten. Traumatische Ervaringen, PTSS en Psychopathie bij Mannen In deze paragraaf zal gekeken worden naar de relatie tussen traumatische ervaringen en psychopathie en de mogelijke rol van PTSS bij mannen. Zoals in de inleiding beschreven staat, is er in eerdere onderzoeken een relatie gevonden tussen traumatische ervaringen (e.g. misbruik en verwaarlozing) en psychopathie. In de onderzoeken werden traumatische ervaringen echter onderzocht door middel van retrospectieve metingen, waarvan de betrouwbaarheid van uitkomsten onzeker is. Om eerst na te gaan of dezelfde resultaten worden gevonden, wanneer er een analyse wordt gedaan van de data die verkregen is tijdens de jeugd, wordt eerst het onderzoek van Lang, af Klinteberg en Alm (2002) besproken. Lang, af Klinteberg en Alm (2002) keken met behulp van hun follow up studie naar de relatie tussen misbruik en verwaarlozing in de jeugd enerzijds en psychopathie in de volwassenheid anderzijds. Aan het onderzoek namen 199 volwassen mannen deel die in hun jeugd in de gevangenis hebben gezeten. Alle deelnemers hadden twee keer eerder 8

9 meegedaan aan eerdere delen van het onderzoek, toen zij tussen de 11 en 14 jaar oud waren en tussen de 32 en 40 jaar. Gegevens die tijdens deze delen verkregen waren, werden geëvalueerd om te kijken naar de mate van ervaringen met misbruik en verwaarlozing in de jeugd. Hierbij werd gekeken naar schooldossiers, interviews met de ouders van de deelnemers en met henzelf toen zij kinderen waren en ook werden zelfrapportages bekeken. Psychopathie werd beoordeeld door middel van de Psychopathy Checklist (PCL) (Hare, 1980, aangehaald in Lang, Af Klinteberg en Alm, 2002) toen zij tussen de 32 en 40 jaar oud waren. Deelnemers werden geïnterviewd en beoordeeld door een psycholoog. De onderzoekers concludeerden dat een hoge mate van misbruik en verwaarlozing bij jeugdige criminelen sterk gerelateerd was aan een hoge mate van psychopathie in de volwassenheid. De gevonden resultaten uit bovenstaand onderzoek leveren ondersteunend bewijs voor de aanwezigheid van een relatie tussen traumatische ervaringen en psychopathie dat ook gevonden wordt met retrospectieve metingen. Het onderzoek kijkt echter alleen naar de mate waarin deelnemers slachtoffers waren van misbruik in het algemeen. Het is relevant om te onderzoeken of het soort traumatische ervaring de ontwikkeling van psychopathie bepaalt. Borja en Ostrosky ( 2013) deden onderzoek naar de prevalentie van traumatische ervaringen bij mensen met psychopathie. Aan het onderzoek namen 194 mannelijke gevangenen deel. De deelnemers werden geïnterviewd door getrainde psychologen om de mate van psychopathie te beoordelen. Dit werd gedaan met behulp van het beoordelingsinstrument Psychopathy Checklist Revised (PCL R). De score op de PCL R was tevens gebaseerd op dossieronderzoek. Hierna werden deelnemers verzocht om de Early Trauma Inventory Short Form (ETI) in te vullen, een zelfbeoordelingsvragenlijst met 9

10 betrekking tot traumatische ervaringen. Het type traumatische ervaring dat hiermee onderzocht werd, waren algemene stressvolle ervaringen, fysiek misbruik en emotioneel en seksueel misbruik. De onderzoekers concludeerden dat er een relatie aanwezig was tussen het type traumatische ervaring en de mate van psychopathie. Gevangenen die een hoge mate van psychopathie vertoonden, waren meer blootgesteld aan algemene stressvolle ervaringen en fysiek en seksueel misbruik. Gevangenen met een lage tot gemiddelde mate van psychopathie bleken daarentegen meer ervaring te hebben met emotioneel misbruik. Er kan gesteld worden dat het type trauma gerelateerd is aan de mate waarin psychopathie zich kan ontwikkelen. In de inleiding is aangegeven dat PTSS een rol kan spelen in deze ontwikkeling. Afgaande op de eerste hypothese van Willemsen, De Ganck en Verhaeghe (2012) kan er worden verwacht dat de mate van PTSS negatief gecorreleerd is met Facet 1 van psychopathie. Aangezien het stress hormoon cortisol sterk gerelateerd is aan angst (Buss et al., 2004) wordt er eerst gekeken naar cortisol als mediërende factor tussen traumatische ervaringen en Facet 1 van psychopathie. Omdat Facet 1 gekenmerkt wordt door een emotionele deficiëntie, kan er een lage mate van cortisol verwacht worden. Cima, Smeets en Jelicic (2008) onderzochten de relatie tussen traumatische ervaringen, de mate van cortisol en psychopathie. Aan het onderzoek namen 74 mannen deel, waarvan 47 gevangenen. De overige deelnemers werden ingedeeld in een controlegroep. Alle deelnemers werden verzocht de zelfbeoordelingsvragenlijst Psychopathic Personality Inventory (PPI) (Lilienfeld en Andrews, 1996, aangehaald in Cima, Smeets en Jelicic, 2008) in te vullen. Ook vulden zij de Childhood Trauma Questionnaire (CTQ) (Bernstein et al., 1994, aangehaald in Cima, Smeets en Jelicic, 2008) in om traumatische ervaringen te onderzoeken. Om de basislijn van cortisol te meten bij zowel de 10

11 gevangenen als de controlegroep, werd er verder vier keer per dag speeksel afgenomen bij de deelnemers. Uit het onderzoek kon geconcludeerd worden dat er een relatie bleek te zijn tussen psychopathie, traumatische ervaringen en cortisol. Een hoge mate van psychopathie was gerelateerd aan een hoge mate van traumatische jeugdervaringen en tevens aan een lage mate van cortisol, wat wijst op minder angst, bij gevangenen. Na verdere analyses kwam echter naar voren dat PPI 1 (Facet 1) scores positief gecorreleerd was met de mate van cortisol. De bevinding uit bovenstaand onderzoek spreekt de eerste hypothese van Willemsen, De Ganck en Verhaeghe (2012) tegen. Hoewel de mate van cortisol laag blijkt te zijn, wat wijst op minder angst, blijkt er toch een positieve samenhang te zijn met Facet 1. Dit kan mogelijk verklaard worden dat cortisol geen goede meting is voor de mate van posttraumatische stress. Er zal daarom gekeken moeten worden naar een betere manier om posttraumatische stress te onderzoeken. Zowel hypothese 1 als 2 worden onderzocht. Pham (2012) keek met behulp van zijn studie naar de relatie tussen traumatische ervaringen, traumatische stress en de vier componenten van psychopathie (e.g. affectief, interpersoonlijk, antisociaal en gedragsmatig). Deelnemers waren 48 mannen die allen verbleven in een streng beveiligd forensisch psychiatrisch ziekenhuis. PCL R (Hare, 2003, aangehaald in Pham, 2012) beoordelingen voor psychopathie werden verkregen met behulp van dossieronderzoek en interviews. De 13 deelnemers met de hoogste en de 13 deelnemers met de laagste PCL R totaalscore werden vervolgens verdeeld in een psychopathie en niet psychopathie groep. Door middel van zelfrapportage werd er gekeken naar traumatische ervaringen en symptomen van traumatische stress. De deelnemers werden hiervoor verzocht de Stanford Acute Stress Reactions Questionnaire (SASRQ) 11

12 (Cardena, Classen, Koopman en Spiegel, 1996, aangehaald in Pham, 2012) in te vullen. Uit de resultaten kon geconcludeerd worden dat er een matige negatieve correlatie aanwezig was tussen de traumatische stress en psychopathie. Een lage mate van traumatische stress was gecorreleerd met een hoge mate van psychopathie. Hoewel alle componenten negatief gecorreleerd waren met traumatische stress, bleek alleen het affectieve component significant te zijn. De eerste hypothese van Willemsen, De Ganck en Verhaeghe (2012) wordt deels gesteund door bovenstaande bevinding. Het blijkt dat het affectieve en niet het interpersoonlijke component negatief gecorreleerd is met posttraumatische stress. Voor de tweede hypothese is geen bewijs gevonden. In bovenstaand onderzoek is echter gebruik gemaakt van een kleine steekproef, dat kan leiden tot twijfels over de betrouwbaarheid van de uitkomsten. Ook zijn de onderzochte deelnemers forensische patiënten. Om de relatie beter te onderzoeken, zal er gekeken moeten worden naar een grotere steekproef. Ook zal er gekeken worden naar gevangenen, omdat zij mogelijk meer blootgesteld worden aan stressvolle situaties in hun verblijf. Poythress, Skeem en Lilienfeld (2006) onderzochten de relatie tussen een geschiedenis van misbruik en facetten van psychopathie. Aan het onderzoek namen 615 mannelijke gevangenen deel. Psychopathie werd gemeten aan de hand van de PCL R. Om de geschiedenis van misbruik in kaart te brengen, werden deelnemers verzocht om de zelfbeoordelingsvragenlijst Child Abuse and Trauma Scale (CATS) (Sanders en Giolas, 1991, aangehaald in Poythress, Skeem en Lilienfeld, 2006) in te vullen. De onderzoekers concludeerden dat traumatische ervaringen niet gerelateerd is aan Facet 1 van psychopathie. Het bleek echter wel een effect te hebben op de ontwikkeling van Facet 2. 12

13 Er is naar voren gekomen dat traumatische ervaringen niet gerelateerd zijn aan Facet 1 en wel aan Facet 2 van psychopathie, wanneer er wordt gekeken naar een grote steekproef die zich in een omgeving bevinden met veel blootstelling aan stressvolle situaties. De mogelijke rol van PTSS symptomen wordt hier echter buiten beschouwing gelaten. Willemsen, De Ganck en Verhaeghe (2012) keken met behulp van hun onderzoek naar de relatie tussen traumatische ervaringen in de volwassenheid, traumatische stress en de vier componenten van psychopathie (interpersoonlijk, affectief, gedragsmatig en antisociaal). De deelnemers waren 81 mannelijke gevangenen. Psychopathie werd gemeten aan de hand van de PCL R (Hare, 2003, aangehaald in Willemsen, De Ganck en Verhaeghe, 2012). Verder werd er bij de deelnemers de Structural Clinical Interview for DSM IV R Axis 1 Disorders (SCID I) afgenomen om te kijken naar traumatische ervaringen en posttraumatische stress. De onderzoekers berekenden een totaalscore voor posttraumatische stress door de score op alle 17 symptomen bij elkaar op te tellen. De onderzoekers konden uit de resultaten opmaken dat er een negatieve relatie was tussen de Facet 1 en posttraumatische stress. Facet 2 bleek echter niet gerelateerd te zijn met posttraumatische stress. In bovenstaand onderzoek van Willemsen, De Ganck en Verhaeghe (2012) is er gebruik gemaakt van een redelijk grote gevangenispopulatie. Uit de resultaten kan worden afgeleid dat de eerste hypothese van Willemsen, De Ganck en Verhaeghe (2012) deels bevestigd kan worden; er bestaat een negatieve relatie tussen posttraumatische stress en Facet 1. Hoewel er een relatie is tussen traumatische ervaringen en Facet 2, blijkt PTSS hier geen rol in te spelen. Hypothese twee kan daarom vooralsnog niet bevestigd worden voor mannen. 13

14 Zoals in de inleiding beschreven staat, is een traumatische ervaring het belangrijkste onderscheid tussen primaire en secundaire psychopathie. Aangezien deze subtypes vergelijkbaar zijn met de facetten van psychopathie, is het interessant om te onderzoeken wat de rol van PTSS is in de ontwikkeling van de subtypes. Blackburn, Logan, Donnelly en Renwick (2008) deden onderzoek naar het onderscheid tussen primaire en secundaire psychopathie met behulp van de Antisocial Personality Questionnaire (APQ) (Blackburn en Fawcett, 1999, aangehaald in Blackburn, Logan, Donnelly en Renwick, 2008). Hierbij werd er tevens gekeken naar de relatie met traumatische ervaringen en PTSS. Aan het onderzoek namen 79 forensische patiënten deel, die allen werden verzocht om de zelfbeoordelingsvragenlijst APQ in te vullen. Tevens werd de PCL R gebruikt om te kijken naar psychopathie. De deelnemers werden verder in een gestructureerd interview, de Composite International Diagnostic Interview (CIDI) (World Health Organization, 1997, aangehaald in Blackburn, Logan, Donnelly en Renwick, 2008), gevraagd naar PTSS symptomen. Ook werden zij met behulp van items uit de International Personality Disorder Examination (IPDE) (World Health Organization, 1995, aangehaald in Blackburn, Logan, Donnelly en Renwick, 2008) gevraagd naar traumatische ervaringen. De onderzoekers concludeerden dat er een relatie bleek te zijn tussen traumatische ervaringen en posttraumatische stress enerzijds en secundaire psychopathie anderzijds. Deelnemers met secundaire psychopathie bleken meer traumatische ervaringen te hebben meegemaakt en tevens meer last te hebben van posttraumatische stress vergeleken met de primaire psychopathie groep. Met behulp van bovenstaande studies is er een beeld geschetst van de relatie tussen traumatische ervaringen, PTSS en psychopathie bij mannen. De eerste hypothese die 14

15 onderzocht wordt, stelt dat PTSS en Facet 1 negatief met elkaar samenhangen vanwege een emotionele deficiëntie. De tweede hypothese stelt daarentegen dat Facet 2 positief samenhangt met PTSS middels een circulair verband. Pham (2012) vond een negatieve correlatie tussen traumatische stress en Facet 1 en Willemsen, De Ganck en Verhaeghe (2012) vonden bij een grotere populatie dezelfde resultaten. Er is hiermee bewijs geleverd voor de eerste hypothese. Hoewel er wel een relatie blijkt te zijn tussen traumatische ervaringen en Facet 2, blijkt dit niet te worden gemedieerd door PTSS; de tweede hypothese kan niet worden bevestigd (Poythress, Skeem en Lilienfeld, 2006; Willemsen, De Ganck en Verhaegh, 2012). Ten slotte vonden Blackburn, Logan, Donnelly en Renwick (2008) zowel bewijs voor de eerste als de tweede hypothese wanneer er naar de subtypes wordt gekeken. De eerste hypothese blijkt voornamelijk ondersteund te worden, terwijl er voor de tweede hypothese minimaal bewijs is gevonden. In de literatuur wordt gesteld dat bepaalde persoonlijkheids en gedragskenmerken die geassocieerd zijn met psychopathie bij mannen ook zichtbaar is bij vrouwen (Verona, Hicks en Patrick, 2005). Tevens blijkt de PCL R een betrouwbaar instrument te zijn om psychopathie ook te meten bij vrouwen (Salekin, Rogers en Sewell, 1997). Hoewel er overeenkomsten blijken te zijn tussen mannen en vrouwen, zijn er ook verschillen. Zo blijken bepaalde correlaties tussen psychopathie en externe factoren wel aanwezig te zijn bij vrouwen, maar niet bij mannen (Salekin, Rogers, Ustad en Sewell, 1998; Zagon en Jackson, 1994). Om te kijken naar eventuele sekseverschillen in de relatie tussen PTSS en psychopathie moet er ook gekeken worden naar vrouwen. Traumatische Ervaringen, PTSS en Psychopathie bij Vrouwen 15

16 De eerste hypothese van Willemsen, De Ganck en Verhaeghe (2012) blijkt grotendeels ondersteund te worden bij mannen, terwijl er voor de tweede hypothese minimaal bewijs is gevonden. Aangezien vrouwen zowel overeenkomsten als verschillen vertonen met mannen met betrekking tot psychopathie is het interessant om te toetsen wat de rol van PTSS is bij de ontwikkeling van psychopathie bij vrouwen. De sekseverschillen kunnen leiden tot verschillende uitkomsten. Verona, Hicks en Patrick (2005) onderzochten de relatie tussen misbruik in de jeugd en de twee facetten van psychopathie. Hierbij keken zij naar het onderscheid tussen seksueel en fysiek misbruik. Aan het onderzoek namen 226 vrouwelijke gevangenen deel. Psychopathie werd beoordeeld door middel van de PCL R (Hare, 1991, aangehaald in Verona, Hicks en Patrick, 2005). In het PCL R interview werd er tevens gevraagd naar misbruik ervaringen en hier voor werd er ook dossieronderzoek gedaan. De onderzoekers konden concluderen dat er een positieve relatie is tussen seksueel en fysiek misbruik in de jeugd en Facet 2 bij vrouwelijke gevangenen. Facet 1 bleek niet gerelateerd te zijn aan misbruik in de jeugd. Net als bij mannen, blijken seksueel en fysiek misbruik gerelateerd te zijn aan psychopathie bij vrouwen. Dit is bij vrouwen alleen het geval voor Facet 2 en niet voor Facet 1. Traumatische ervaringen zijn echter onderzocht door middel van het PCL R interview. In volgend onderzoek wordt dit tevens onderzocht door een meetinstrument, dat onder andere ontwikkeld is voor traumatische ervaringen. Ook zal de rol van PTSS onderzocht worden. Blonigen, Sullivan, Hicks en Patrick (2012) keken naar de relatie tussen traumatische ervaringen, PTSS en de vier componenten van psychopathie (e.g. affectief, interpersoonlijk, 16

17 antisociaal en gedragsmatig). De deelnemers van het onderzoek waren 226 vrouwelijke gevangenen. Psychopathie werd gemeten aan de hand van de PCL R. De deelnemers werden verzocht delen van de zelfbeoordelingsvragenlijst Life Events Checklist (LEC) (Gray, Litz, Hsu en Lombardo, 2004, aangehaald in Blonigen, Sullivan, Hicks en Patrick, 2012) in te vullen. Hier voor zijn items geselecteerd die betrekking hebben op misbruikervaringen in de jeugd. Traumatische ervaringen zijn tevens bepaald door middel van het PCL R interview en dossieronderzoek. Verder werden de deelnemers verzocht om de PTSD Checklist Civilian Version (PCL C) (Weathers, Litz, Herman, Huska en Keane, 1993, aangehaald in Blonigen, Sullivan, Hicks en Patrick, 2012) in te vullen. De mate van PTSS symptomen werd gemeten aan de hand van een score op deze beoordelingsvragenlijst. Uit het onderzoek kon geconcludeerd worden dat de traumatische ervaringen en PTSS ongerelateerd waren met Facet 1 bij vrouwelijke gevangenen. Er was wel een positieve relatie gevonden tussen traumatische ervaringen en Facet 2. Hierbij bleek alleen het antisociale component positief gerelateerd te zijn aan PTSS. PTSS speelt bij vrouwen geen rol in de ontwikkeling van Facet 1 en deels bij Facet 2. PTSS is alleen positief gerelateerd aan het antisociale component. Er is bij mannen gevonden dat onderzoek naar de subtypes van psychopathie ondersteunend bewijs heeft geleverd voor zowel de eerste als de tweede hypothese. Er zal gekeken moeten worden of dit ook het geval is voor vrouwen om te controleren op eventuele sekseverschillen. Hicks, Vaidyanathan en Patrick (2010) deden onderzoek naar primaire en secundaire psychopathie bij vrouwen en hun relatie tot traumatische ervaringen en PTSS. Deelnemers van het onderzoek waren 226 vrouwelijke gevangenen. Psychopathie werd gemeten met de PCL R (Hare, 2003, aangehaald in Hicks, Vaidyanathan en Patrick, 2010). Informatie over 17

18 traumatische ervaringen werden tevens via deze methode verkregen. Ook werden de deelnemers verzocht om de Life Events Checklist (LEC) (Gray, Litz, Hsu en Lombardo, 2004, aangehaald in Hicks, Vaidyanathan en Patrick, 2010) in te vullen. Hierna vulden de deelnemers de PTSD Checklist (Lang, Laffaye, Satz, Dresselhaus en Stein, 2003, aangehaald in Hicks, Vaidyanathan en Patrick, 2010) in. Deze zelfbeoordelingsvragenlijst bevatte items over de 17 symptomen van PTSS. De onderzoekers concludeerden dat deelnemers met secundaire psychopathie significant meer last van PTSS symptomen hadden vergeleken met de primaire psychopathie groep. De eerste hypothese, waarbij er werd gekeken naar de negatieve relatie tussen PTSS en Facet 1, kan niet worden bevestigd door bovenstaande bevindingen. PTSS blijkt bij vrouwen ongerelateerd te zijn met Facet 1. De tweede hypothese, die stelt dat er een positieve relatie is, kan deels worden bevestigd. Er is gevonden dat Facet 2 gerelateerd is aan traumatische ervaringen, maar alleen het antisociale component is positief gerelateerd aan PTSS. Verder hebben vrouwelijke secundaire psychopaten meer last van PTSS dan primaire psychopaten, dat hiermee steun levert aan beide hypotheses. Nu de rol van PTSS bekend is bij volwassenen, is het van belang om dit te onderzoeken bij adolescenten. Hoewel psychopathie bij adolescenten en volwassenen veel overeenkomsten hebben (Edens en Campbell, 2007; Edens, Campbell en Weir, 2007 en Vaughn en DeLisi, 2008), zijn er ook belangrijke verschillen waaronder de veelvoorkomende comorbiditeit met internaliserende stoornissen bij adolescenten (Frick, 2002). Het is daarom mogelijk dat PTSS als internaliserende stoornis een grotere rol zou spelen in de ontwikkeling van psychopathie bij adolescenten dan bij volwassenen. Traumatische Ervaringen, PTSS en Psychopathie bij Adolescenten 18

19 De relatie tussen traumatische ervaringen, PTSS en psychopathie wordt onderzocht bij adolescenten om na te gaan of dit mogelijk andere uitkomsten heeft vergeleken met volwassenen. Er zal eerst gekeken worden naar de relatie tussen traumatische ervaringen en psychopathie. Hierbij worden callous unemotional (CU) trekken onderzocht; antecedenten van Facet 1 trekken van psychopathie bij adolescenten. Kimonis, Cross, Howard en Donoghue (2013) onderzochten de link tussen traumatische ervaringen (e.g. misbruik en verwaarlozing) en CU trekken bij adolescenten. Aan het onderzoek namen 227 jeugdige gevangenen deel. De deelnemers werden verzocht de Childhood Trauma Questionnaire (CTQ), een zelfbeoordelingsvragenlijst voor traumatische ervaringen, in te vullen. CU trekken werden gemeten door middel van de zelfbeoordelingsvragenlijst Inventory of Callous Unemotional Traits Youth Version. Uit de resultaten konden de onderzoekers opmaken dat alleen emotionele verwaarlozing positief gerelateerd was aan CU trekken. Een hoge mate van emotionele verwaarlozing was gerelateerd aan een hoge mate van CU trekken. Uit bovenstaand onderzoek is naar voren gekomen dat emotionele verwaarlozing en CU trekken een positieve relatie hebben met elkaar. Dit spreekt de eerste hypothese tegen, dat stelt dat er een negatieve relatie is tussen Facet 1 trekken en traumatische ervaringen. Waar bij volwassenen is gebleken dat misbruik gerelateerd is aan psychopathie en verwaarlozing niet, is dit bij adolescenten andersom. Om dit nader te onderzoeken zal er naar psychopathie zelf gekeken moeten worden. Krischer en Sevecke (2008) keken met behulp van hun onderzoek naar de relatie tussen traumatische ervaringen en de ontwikkeling van psychopathie bij adolescenten. Deelnemers waren 283 adolescenten, waarvan 185 gevangenen. De overige 98 waren 19

20 studenten die dienden als controle groep. Om traumatische ervaringen te meten, vulden de deelnemers de CTQ (Bernstein en Fink, 1998, aangehaald in Krischer en Sevecke, 2008) in. Psychopathie werd gemeten aan de hand van de Psychopathy Checklist Youth Version (PCL YV) (Forth et al., 2003, aangehaald in Krischer en Sevecke, 2008). Uit het onderzoek kon worden opgemaakt dat fysiek en emotioneel misbruik geassocieerd was met het antisociale en affectieve component van psychopathie bij gevangenen. Deze associatie was echter alleen zichtbaar bij jongens en niet bij meisjes. Nu bekend is dat er een relatie is tussen de antisociale en affectieve componenten van psychopathie en zowel misbruik als verwaarlozing bij jongens, zal er gekeken worden of de mate van PTSS een rol speelt in de gevonden relatie. Moeller en Hell (2003) onderzochten de prevalentie van PTSS en traumatische ervaringen bij adolescente gevangenen met psychopathie. Aan het onderzoek namen 102 mannelijke adolescenten deel. Met behulp van de Structural Clinical Interview for DSM IV Axis I Disorders (SCID I) (Wittchen, Zaudig en Fydrich, 1997, aangehaald in Moeller en Hell, 2003) werd er gekeken naar traumatische ervaringen en symptomen van PTSS. Psychopathie werd gemeten door middel van de PCL R (Hare, Hart en Harpur, 1991, aangehaald in Moeller en Hell, 2003). De onderzoekers concludeerden dat psychopathie gecorreleerd was met het aantal meegemaakte traumatische ervaringen. Er was echter geen sprake van PTSS bij de deelnemers die een hoge mate van psychopathie vertoonden. Hoewel er bij jongens wel een relatie aanwezig is tussen traumatische ervaringen en componenten van psychopathie, blijkt dit niet te worden beïnvloed door PTSS klachten. Bij meisjes is er voor zover bekeken helemaal geen relatie aanwezig (Krischer en Sevecke, 2008). Voor beide hypothesen is tot nu toe geen bewijs gevonden bij adolescenten. Als laatst 20

21 zal er gekeken worden naar de rol van PTSS in de subtypes van psychopathie, dat overeenkomsten vertoont met de twee facetten. Vaughn, Edens, Howard en Smith (2009) deden onderzoek naar het onderscheid tussen primaire en secundaire psychopathie bij adolescenten. Deelnemers van het onderzoek waren 723 adolescente gevangenen. Psychopathie werd gemeten door middel van twee meetinstrumenten. Als eerst werden de deelnemers verzocht de zelfbeoordelingsvragenlijst Antisocial Process Screening Device (APSD) (Frick en Hare, 2002, aangehaald in Vaughn, Edens, Howard en Smith, 2009) in te vullen. Ook werd er naar psychopathie gekeken met behulp van de Psychopathic Personality Inventory Short From (PPI SF) (Vaughn, Howard en DeLisi, 2008, aangehaald in Vaughn, Edens, Howard en Smith, 2009). Deelnemers vulden hierna een subschaal van de Massachusetts Youth Screening Inventory (MAYSI 2) betreffende traumatische ervaringen en de Brief Symptom Inventory (BSI) (Derogatis, 1993, aangehaald in Vaughn, Edens, Howard en Smith, 2009) voor angstsymptomen in. De onderzoekers concludeerden dat secundaire psychopaten meer traumatische ervaringen en meer last hadden van angstsymptomen dan primaire psychopaten. Er kan geconcludeerd worden dat er voor de eerste hypothese, die stelt dat er een negatieve relatie is tussen PTSS en Facet 1, geen bewijs is gevonden. Het blijkt zelfs dat traumatische ervaringen en psychopathie helemaal niet gerelateerd zijn met elkaar bij meisjes. Verder kan gesteld worden dat er voor de tweede hypothese, die stelt dat PTSS en Facet 2 positief gerelateerd is, ook geen bewijs is gevonden. Een mogelijke verklaring is dat PTSS tijdsgebonden is en het zich pas later ontwikkelt. Hierdoor kan er nog geen beeld verkregen worden van de rol van PTSS bij adolescenten. Beide hypotheses blijken vooralsnog 21

22 niet bevestigd te kunnen worden voor adolescenten. Wanneer er wordt gekeken naar de subtypes van psychopathie, blijken secundaire psychopaten, vergelijkbaar met Facet 2, wel meer angst te vertonen dan primaire psychopaten, die vergelijkbaar zijn met Facet 1. Het is voor nu echter onduidelijk of deze angst verbonden is met PTSS. Conclusie en Discussie In dit literatuuroverzicht is de rol van PTSS bij de ontwikkeling van psychopathie onderzocht. Door dit in kaart te brengen, kan er op worden ingespeeld om (de ontwikkeling van) psychopathie zo goed mogelijk te behandelen. Uit de genoemde studies blijkt dat PTSS een kleine rol speelt in de ontwikkeling van psychopathie en dat dit verschilt voor mannen, vrouwen en adolescenten. Er is een schets verkregen van de rol van PTSS aan de hand van twee hypotheses. De eerste hypothese, die stelt dat er een negatieve relatie is tussen PTSS en Facet 1, wordt voor mannen ondersteund door de bevindingen. Uit de onderzoeken kan worden opgemaakt dat Facet 1 en PTSS negatief met elkaar samenhangen. Bij vrouwen is er voor deze hypothese echter geen bewijs gevonden. Er is geen relatie gevonden tussen PTSS en Facet 1. Hoewel er bij adolescenten alleen bij jongens een relatie is gevonden tussen traumatische ervaringen en PTSS, blijkt deze hypothese tevens niet op te gaan voor deze groep. PTSS blijkt hier geen rol te spelen in de relatie tussen traumatische ervaringen en psychopathie. De tweede hypothese waar naar werd gekeken, stelt dat er een circulair verband is tussen PTSS en Facet 2, waarbij de twee factoren een positieve invloed op elkaar hebben. Hoewel er voor mannen een relatie is tussen traumatische ervaringen en Facet 2, blijkt dit niet verklaard te kunnen worden door PTSS. De tweede hypothese kan dus niet worden 22

23 bevestigd voor mannen. Bij vrouwen is er echter deels bewijs gevonden voor deze hypothese. Er is een positief verband tussen PTSS en Facet 2; dit verband bestaat echter alleen met het antisociale component en niet het gedragsmatige. Ook voor de tweede hypothese is er voor adolescenten geen bewijs gevonden. PTSS blijkt geen rol te spelen in de ontwikkeling van psychopathie na een traumatische ervaring. Dit kan mogelijk verklaard worden dat PTSS zich over de tijd ontwikkeld. Het onderscheid tussen primaire en secundaire psychopathie, zoals gesteld in de inleiding, is aangetoond bij alle bestudeerde groepen. Het primaire subtype zou vergelijkbaar zijn met Facet 1 en daarmee dus negatief samenhangen met PTSS en het secundaire subtype zou vergelijkbaar zijn met Facet 2 en daarmee positief samenhangen met PTSS. Zowel mannen en vrouwen die gediagnosticeerd zijn met secundaire psychopathie ervaren meer posttraumatische stress dan diegenen met primaire psychopathie. Hiermee kan worden geconcludeerd dat beide hypotheses bevestigd kunnen worden wanneer er gekeken wordt naar de subtypes van psychopathie. Bij adolescenten is gebleken dat er sprake is van meer angst bij secundaire psychopaten; het is echter onduidelijk of deze angst samenhangt met PTSS. Hoewel de relatie tussen traumatische ervaringen, psychopathie en PTSS in kaart is gebracht, kunnen er enkele kanttekeningen geplaatst worden. Zo maken de onderzoeken van Cima, Smeets en Jelicic (2008) en Vaughn, Edens, Howard en Smith (2009) gebruik van zelfbeoordelingsvragenlijsten om psychopathie te meten. De deelnemers van hun onderzoek zijn echter delinquenten, waarvan sommigen nog in afwachting zijn op de uitspraak van hun zaak. Dit kan ertoe geleid hebben dat de vragenlijsten op een sociaal wenselijke manier zijn ingevuld. Hierdoor kunnen er vraagtekens worden gezet bij de uitkomsten van de metingen. 23

24 In vervolgonderzoek is het aan te raden om, wanneer er met deze doelgroep wordt gewerkt, gebruik te maken van een ander meetinstrument voor psychopathie. Een mogelijkheid is de PCL R van Hare, het meest gebruikte beoordelingsinstrument, waarvan de betrouwbaarheid hoog is. Naast deze methodologische kanttekening bij de onderzoeken kunnen er ook kanttekeningen worden gezet bij dit literatuuroverzicht. Er is namelijk alleen gekeken naar de relatie tussen traumatische ervaringen, PTSS en psychopathie. In de literatuur wordt echter gewezen op de veelvoorkomende comorbiditeit met zowel psychopathie als PTSS. Een specifieke stoornis die wordt gerelateerd aan zowel PTSS als psychopathie is de borderline persoonlijkheidsstoornis (BPS) (Graham, Kimonis, Wasserman en Kline, 2012; Harned, Rizvi en Linehan, 2010). Tevens wordt er gesteld dat er veel overlap is tussen psychopathie en BPS bij vrouwen (Sprague, Javdani, Sadeh, Newman en Verona, 2012). Doordat er vaak sprake is van comorbiditeit is het mogelijk dat dit tevens een rol speelt in de relatie tussen PTSS en psychopathie. Het is mogelijk dat de aanwezigheid van BPS een belangrijke schakel is tussen PTSS en de uiteindelijke ontwikkeling van psychopathie. In vervolgonderzoek is het aan te raden ook te kijken naar comorbide stoornissen en in het bijzonder naar BPS om een breder beeld te verkrijgen. Ten derde kan er een kanttekening worden geplaatst bij de meting van PTSS. In de inleiding is gesteld dat er in vele gevallen sprake is van een ontwikkeling van traumatische stress symptomen als gevolg van een traumatische ervaring en niet de stoornis PTSS op zich. In de besproken onderzoeken is dan ook gekeken naar symptomen van PTSS als mediërende factor tussen traumatische ervaringen en psychopathie. Hierbij is echter niet gekeken naar de specifieke symptomen en hun invloed op de ontwikkeling van psychopathie. Het is 24

25 interessant om in vervolgonderzoek te kijken naar deze specifieke symptomen om een breder beeld te verkrijgen van de relatie. Mogelijk hebben symptomen als affectvervlakking een grotere bijdrage aan de ontwikkeling van psychopathie dan andere symptomen als geheugenproblemen. Als er in kaart wordt gebracht welke symptomen specifiek verantwoordelijk zijn voor een mogelijke ontwikkeling van psychopathie, kan hier extra op worden ingespeeld door middel van behandeling. Hoewel er beperkingen zijn bij bovenstaande onderzoeken, kan er voorzichtig geconcludeerd worden dat PTSS een kleine rol speelt in de etiologie van psychopathie na traumatische ervaringen. Aan de hand van de besproken hypotheses is naar voren gekomen dat PTSS en Facet 1 alleen met elkaar samenhangen bij mannen. Hiernaast blijkt PTSS alleen bij vrouwen samen te hangen met Facet 2. Voor adolescenten blijkt psychopathie niet samen te hangen met PTSS. Hier kan op ingespeeld worden door PTSS al vroeg te behandelen en in te spelen op de sekseverschillen. Er kunnen speciale behandelprogramma s ontwikkeld worden ter preventie van psychopathie. Wanneer psychopathie zich reeds heeft ontwikkeld, kan de behandeling van PTSS nut hebben om de psychopathische trekken in beperking te houden. Er is echter vervolgonderzoek nodig om deze relatie beter in kaart te brengen om behandelingen van PTSS en psychopathie te optimaliseren. 25

26 Literatuur Blackburn, R., Logan, C., Donnelly, J. P., & Renwick, S. J. D. (2008). Identifying psychopathic subtypes: Combining an empirical personality classification of offenders with the psychopathy checklist revised. Journal of Personality Disorders, 22, doi: /pedi Blonigen, D. M., Sullivan, E. A., Hicks, B. M., & Patrick, C. J. (2012). Facets of psychopathy in relation to potenially traumatic events and posttraumatic stress disorder among female prisoners: The mediating role of borderline personality disorder traits. Personality Disorders: Theory, Research, and Treatment, 3, doi: /a Borja, K., & Ostrosky, F. (2013). Early traumatic events in psychopaths. Journal of Forensic Sciences. doi: / Buss, K.A., Davidson, R.J., Kalin, N.H., Goldsmith, H.H., Context specific freezing and associated physiological reactivity as a dysregulated fear response. Development and Psychopathology 40, doi: / Cima, M., Smeets, T., & Jelicic, M. (2008). Self reported trauma, cortisol levels, and agression in psychopathic and non psychopathic prison inmates. Biological Psychology, 78, doi: /j.biopsycho Cleckley, H. (1976). The mask of sanity (5th ed.). St. Louis, MO: Mosby Cooke, D. J., & Michie, C. (1999). Psychopathy across cultures: North America and Scotland compared. Journal of Abnormal Psychology, 108, doi: / X

27 Edens, J. F., & Campbell, J. S. (2007). Identifying youths at risk for institutional misconduct: A meta analytic investigation of the psychopathy checklist measures. Psychological Services, 4, doi: / Edens, J. F., Campbell, J. S., & Weir, J. M. (2007). Youth psychopathy and criminal recidivism: A meta analysis of the psychopathy checklist measures. Law and Human Behavior, 31, doi: /s y Frick, P. J. (2002). Juvenile psychopathy from a developmental perspective: implications for construct development and use in forensic assessments. Law and Human Behavior, 26, doi: /A: Graham, N., Kimonis, E. R., Wasserman, A. L., & Kline, S. M. (2012). Associations among childhood abuse and psychopathy facets in male sexual offenders. Personality Disorders: Theory, Research and Treatment, 3, doi: /a Hare, R. D., & Neumann, C. S. (2008). Psychopathy as a clinical and empirical construct. Annual Review of Clinical Psychology, 4, doi: /annurev.clinpsy Hare, R. D., Harpur, T. J., Hakstian, A. R., Forth, A. E., Hart, S. D., & Newman, J. P. (1990). The Revised Psychopathy Checklist: Reliability and factor structure. Psychological Assessment, 2, doi: // Harned, M. S., Rizvi, S. L., & Linehan, M. M. (2010). Impact of co occurring posttraumatic stress disorder on suicidal women with borderline personality disorder. American Journal of Psychiatry, 167, doi: /appi.ajp

28 Harpur, T. J., Hare, R. D., & Hakstian, A. R. (1989). Two factor conceptualization of psychopathy: Construct validity and assessment implications. Psychological Assessment, 1, doi: // Helzer, J. E., Robins, L. N., & McEvoy, L. (1987). Post traumatic stress disorder in the general population: Findings of the epidemiological catchment area survey. New England Journal of Medicine, 317, doi: /NEJM Hicks, B. M., Markon, K. E., Patrick, C. J., Krueger, R. F., & Newman, J. P. (2004). Identifying psychopathy subtypes on the basis of personality structure. Psychological Assessment, 16, DOI: / Hicks, B. M., Vaidyanathan, U., & Patrick, C. J. (2010). Validating female psychopathy subtypes: differences in personality, antisocial and violent behavior, substance abuse, trauma, and mental health. Personality Disorders: Theory, Research, and Treatment, 1, doi: /a Karpman, B. (1955). Criminal psychodynamics: A platform. Archives of Criminal Psychodynamics, 1, doi: / Kimonis, E. R., Cross, B., Howard, A., & Donoghue, K. (2013). Maternal care, maltreatment and callous unemotional traits among urban male juvenile offenders. Journal of Youth and Adolescence, 42, doi /s Krischer, M. K., & Sevecke, K. (2008). Early traumatization and psychopathy in female and male juvenile offenders. International Journal of Law and Psychiatry, 31, doi: /j.ijlp

29 Kubak, F. A., & Salekin, R. T. (2009). Psychopathy and anxiety in children and adolescents: New insights on developmental pathways to offending. Journal of Psychopathology and Behavioral Assessment, 31, doi: /s Lang, S., Af Klinteberg, B., & Alm, P. O. (2002). Adult psychopathy and violent behavior in males with early neglect and abuse. Acta Psychiatrica Scandinavica, 106, doi: /j s x Moeller, A. A., & Hell, D. (2003). Affective disorder and psychopathy in a sample of younger male delinquents. Acta Psychiatrica Scandinavica, 107, doi: /j Patrick, C. J. (2006). Back to the future: Cleckley as a guide to the next generation of psychopathy research. In C. J. Patrick (Ed.), Handbook of psychopathy (pp ). New York, NY: Guildford. Pham, T. (2012). Psychopathy and traumatic stress. Journal of Personality Disorders, 26, doi: /pedi Porter, S. (1996). Without conscience or without active conscience? The etiology of psychopathy revisited. Agression and Violent Behavior, 1, doi: / (95) Poythress, N. G., Skeem, J. L., & Lilienfeld, S. O. (2006). Associations among early abuse, dissociation, and psychopathy in an offender sample. Journal of Abnormal Psychology, 115, doi: / X Pratchett, L. C., & Yehuda, R. (2011). Foundations of posttraumatic stress disorder: Does early life trauma lead to adult posttraumatic stress disorder? Development and Psychopathology, 23, doi: /s

30 Skeem, J. L., & Cooke, D. J. (2010). One measure does not a construct make: Directions toward reinvigorating psychopathy research Reply to Hare and Neumann (2010). Psychological Assessment, 22, doi: /a Sprague, J., Javdani, S., Sadeh, N., Newman, J. P., & Verona, E. (2012). Borderline personality disorder as a female phenotypic expression of psychopathy. Personality Disorders: Theory, Research and Treatment, 3, doi: /a Stein, M. B., Walker, J. R., Hazen, A. L., & Forde, D. R. (1997). Full and partial posttraumatic stress disorder: Findings from a community survey. American Journal of Psychiatry, 154, Vaughn, M. G., & DeLisi, M. (2008). Were Wolfgang s chronic offenders psychopaths? On the convergent validity of psychopathy and career criminality. Journal of Criminal Justice, 36, doi: /j.jcrimjus Vaughn, M. G., Edens, J. F., Howard, M. O., & Smith, S. T. (2009). An investigation of primary and secundary psychopathy in a statewide sample of incarcerated youth. Youth Violence and Juvenile Justice, 7, doi: / Verona, E., Hicks, B. M., & Patrick, C. J. (2005). Psychopathy and suicidality in female offenders: mediating influences of personality and abuse. Journal of Consulting and Clinical Psychology, 73, doi: / X Warren, J., Hurt, S., Loper, A., Bale, R., Friend, R., & Chauhan, P. (2002). Psychiatric symptoms, history of victimization, and violent behavior among incarcerated female felons: An American perspective. International Journal of Law & Psychiatry, 25, doi: /s (01)

31 Willemsen, J., De Ganck, J., & Verhaeghee, P. (2012). Psychopathy, traumatic exposure, and lifetime posttraumatic stres. International Journal of Offender Therapy and Comparative Criminology, 56, doi: / X

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Addendum A 173 Nederlandse samenvatting Het doel van het onderzoek beschreven in dit proefschrift was om de rol van twee belangrijke risicofactoren voor psychotische stoornissen te onderzoeken in de Ultra

Nadere informatie

Psychopathie, een eenduidig construct of een verhaal met twee kanten?

Psychopathie, een eenduidig construct of een verhaal met twee kanten? Psychopathie, een eenduidig construct of een verhaal met twee kanten? Naam: Robin Bouma Studentnummer: 10203265 Instelling: Universiteit van Amsterdam Begeleider: Lieke Nentjes Datum: 14-05-14 Aantal woorden

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/54850 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Zwaanswijk, W. Title: Psychopathy in 3D : using three dimensions to model psychopathic

Nadere informatie

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon Zelfwaardering en Angst bij Kinderen: Zijn Globale en Contingente Zelfwaardering Aanvullende Voorspellers van Angst bovenop Extraversie, Neuroticisme en Gedragsinhibitie? Self-Esteem and Fear or Anxiety

Nadere informatie

S1: Chronische vermoeidheid: onderzoek naar kwetsbaarheid. S1: Chronische vermoeidheid: onderzoek naar kwetsbaarheid

S1: Chronische vermoeidheid: onderzoek naar kwetsbaarheid. S1: Chronische vermoeidheid: onderzoek naar kwetsbaarheid S1: Chronische vermoeidheid: onderzoek naar kwetsbaarheid Drs. Maud De Venter Drs. Jela Illegems Prof. dr. Filip Van Den Eede S1: Chronische vermoeidheid: onderzoek naar kwetsbaarheid Chronische vermoeidheid:

Nadere informatie

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positive, Negative and Depressive Subclinical Psychotic

Nadere informatie

Is er een verband tussen psychopathische trekken en psychosociale problemen bij jongens en meisjes in de leeftijd van 10 tot en met 12 jaar?

Is er een verband tussen psychopathische trekken en psychosociale problemen bij jongens en meisjes in de leeftijd van 10 tot en met 12 jaar? Is er een verband tussen psychopathische trekken en psychosociale problemen bij jongens en meisjes in de leeftijd van 10 tot en met 12 jaar? Studenten: Julia ter Beest 3770591 Susanne Exterkate 3465608

Nadere informatie

Screening van gedragsproblemen en consequenties hiervan op effect van interventies. Walter Matthys

Screening van gedragsproblemen en consequenties hiervan op effect van interventies. Walter Matthys Screening van gedragsproblemen en consequenties hiervan op effect van interventies Walter Matthys Preventie en behandeling Wezenlijk verschillend? Voorbeeld: Coping Power (Minder boos en opstandig) bij

Nadere informatie

Individuele verschillen in. persoonlijkheidskenmerken. Een genetisch perspectief

Individuele verschillen in. persoonlijkheidskenmerken. Een genetisch perspectief N Individuele verschillen in borderline persoonlijkheidskenmerken Een genetisch perspectief 185 ps marijn distel.indd 185 05/08/09 11:14:26 186 In de gedragsgenetica is relatief weinig onderzoek gedaan

Nadere informatie

Onbezorgdvliegen SVL- vragenlijst

Onbezorgdvliegen SVL- vragenlijst Onbezorgdvliegen SVL- vragenlijst Om uw deelname zo goed mogelijk voor te bereiden en uw kans op een succesvolle deelname te vergroten vinden wij het belangrijk om te weten of u iets heeft meegemaakt dat

Nadere informatie

Samenhang tussen psychopathie en het gebruik van cognitieve. distorsies bij adolescenten

Samenhang tussen psychopathie en het gebruik van cognitieve. distorsies bij adolescenten Samenhang tussen psychopathie en het gebruik van cognitieve distorsies bij adolescenten Bachelorthesis Forensische Psychologie Departement Psychologie en Gezondheid Forensische Psychologie - Universiteit

Nadere informatie

N ederlandse samenvatting

N ederlandse samenvatting N ederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Alle kinderen doen wel eens dingen die niet mogen of waarmee ze anderen benadelen. Maar, sommige kinderen doen dat vaker dan andere. Het is bekend dat

Nadere informatie

Kindermishandeling: Prevalentie. Psychopathologie

Kindermishandeling: Prevalentie. Psychopathologie Wereldwijd komt een schrikbarend aantal kinderen in aanraking met kindermishandeling, in de vorm van lichamelijke mishandeling of seksueel misbruik, verwaarlozing, of gebrek aan toezicht. Soms zijn kinderen

Nadere informatie

Hoofdstuk 3 hoofdstuk 3 hoofdstuk 4

Hoofdstuk 3 hoofdstuk 3 hoofdstuk 4 Dutch summary Chapter 7 Het concept psychopathie duidt op een complexe problematiek met patholologische afwijkingen op affectief, interpersoonlijk en gedragsmatig gebied. Psychopaten worden beschreven

Nadere informatie

Jan Dirk van der Ploeg publicaties (4)

Jan Dirk van der Ploeg publicaties (4) Jan Dirk van der Ploeg publicaties (4) Artikelen in tijdschriften 2015 Effectieve interventies voor agressie bij kinderen. PsychoPraktijk, 6, 14-17. 2014 Scheiding en stress. PsychoPraktijk, 6, 22-26.

Nadere informatie

Eindscriptie bacheloropleiding Klinische Gezondheidspsychologie. Departement Psychologie en Gezondheid, Klinische en Ontwikkelingspsychologie,

Eindscriptie bacheloropleiding Klinische Gezondheidspsychologie. Departement Psychologie en Gezondheid, Klinische en Ontwikkelingspsychologie, De invloed van omgevingsfactoren op de kans op de ontwikkeling van psychopathie Eindscriptie bacheloropleiding Klinische Gezondheidspsychologie Departement Psychologie en Gezondheid, Klinische en Ontwikkelingspsychologie,

Nadere informatie

Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit

Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit 1 Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit Nicola G. de Vries Open Universiteit Nicola G. de Vries Studentnummer 838995001 S71332 Onderzoekspracticum scriptieplan

Nadere informatie

PSYCHOPATHIE EN EMOTIEVERWERKING PSYCHOPATHY AND EMOTIONAL PROCESSING

PSYCHOPATHIE EN EMOTIEVERWERKING PSYCHOPATHY AND EMOTIONAL PROCESSING PSYCHOPATHIE EN EMOTIEVERWERKING PSYCHOPATHY AND EMOTIONAL PROCESSING M.E.Slaats-Gels 836470258 Dr. M. J. Cima-Knijff Eerste scriptiebegeleider Prof. Dr. L. Lechner Tweede scriptiebegeleider Open Universiteit

Nadere informatie

Behandeleffecten. in Forensisch Psychiatrisch Center de Rooyse Wissel. Treatment effects in. Forensic Psychiatric Centre de Rooyse Wissel

Behandeleffecten. in Forensisch Psychiatrisch Center de Rooyse Wissel. Treatment effects in. Forensic Psychiatric Centre de Rooyse Wissel Behandeleffecten in Forensisch Psychiatrisch Center de Rooyse Wissel Treatment effects in Forensic Psychiatric Centre de Rooyse Wissel S. Daamen-Raes Eerste begeleider: Dr. W. Waterink Tweede begeleider:

Nadere informatie

Stress en Psychose 59 Noord. Stress and Psychosis 59 North. A.N.M. Busch

Stress en Psychose 59 Noord. Stress and Psychosis 59 North. A.N.M. Busch Stress en Psychose 59 Noord Stress and Psychosis 59 North A.N.M. Busch Prevalentie van Subklinische Psychotische Symptomen en de Associatie Met Stress en Sekse bij Noorse Psychologie Studenten Prevalence

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

Psychometrische Eigenschappen van de Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometric Properties of the Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5)

Psychometrische Eigenschappen van de Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometric Properties of the Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometrische Eigenschappen van de Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometric Properties of the Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Hester A. Lijphart Eerste begeleider: Dr. E. Simon Tweede

Nadere informatie

Publiekssamenvatting PRISMO. - De eerste resultaten-

Publiekssamenvatting PRISMO. - De eerste resultaten- Publiekssamenvatting PRISMO - De eerste resultaten- Inleiding In maart 2005 is de WO groep van de Militaire GGZ gestart met een grootschalig longitudinaal prospectief onderzoek onder militairen die werden

Nadere informatie

Chapter 9. Nederlandse samenvatting (Dutch summary)

Chapter 9. Nederlandse samenvatting (Dutch summary) Chapter 9 Nederlandse samenvatting (Dutch summary) Samenvatting Samenvatting Depressie en angst klachten bij Nederlandse patiënten met een chronische nierziekte Het onderwerp van dit proefschrift is depressieve

Nadere informatie

De Relatie tussen Hechting en Welbevinden bij Ouderen: De mediërende Invloed van Mindfulness en Zingeving

De Relatie tussen Hechting en Welbevinden bij Ouderen: De mediërende Invloed van Mindfulness en Zingeving De Relatie tussen Hechting en Welbevinden bij Ouderen: De mediërende Invloed van Mindfulness en Zingeving Relationships between Attachment and Well-being among the Elderly: The mediational Roles of Mindfulness

Nadere informatie

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering The relation between Mindfulness and Psychopathology: the Mediating Role of Global and Contingent

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting. 1. Wat zijn trauma-gerelateerde stoornissen, dissociatieve stoornissen en

Nederlandse samenvatting. 1. Wat zijn trauma-gerelateerde stoornissen, dissociatieve stoornissen en Nederlandse samenvatting 1. Wat zijn trauma-gerelateerde stoornissen, dissociatieve stoornissen en persoonlijkheidsstoornissen? Van de trauma- en stressorgerelateerde (kortweg trauma-gerelateerde) stoornissen

Nadere informatie

PSYCHOPATHIE, TRAUMATISCHE ERVARING EN DE KANS OP RECIDIVE BIJ ZEDENDELINQUENTEN

PSYCHOPATHIE, TRAUMATISCHE ERVARING EN DE KANS OP RECIDIVE BIJ ZEDENDELINQUENTEN ZEDENDELINQUENTEN Psychopathie, Traumatische Ervaring en de kans op Recidive bij Zedendelinquenten Laura Beerens ANR: 663623 Bachelorthesis 2 e versie Psychologie en Gezondheid Forensische Psychologie

Nadere informatie

De Relatie tussen Trauma, Psychopathie en Hostiliteitsbias. Kelsey Alice Timmer

De Relatie tussen Trauma, Psychopathie en Hostiliteitsbias. Kelsey Alice Timmer De Relatie tussen Trauma, Psychopathie en Hostiliteitsbias Kelsey Alice Timmer Naam begeleider: Lieke Nentjes Studentnummer: 10581383 Studieonderdeel: Bachelorproject Aantal woorden abstract: 119 Aantal

Nadere informatie

Het verband tussen de PCL-R Score, Index-Delict, en Incidenten in de TBSkliniek

Het verband tussen de PCL-R Score, Index-Delict, en Incidenten in de TBSkliniek Het verband tussen de PCL-R Score, Index-Delict, en Incidenten in de TBSkliniek Kim Broeders (ANR:737406) Begeleider: J.J. Sijtsema Datum: 23-12-2013 Bachelorthesis Forensische Psychologie, Tilburg University

Nadere informatie

op het latere leven Anja Huizink Vrij Universiteit Amsterdam Radboud Universiteit Nijmegen

op het latere leven Anja Huizink Vrij Universiteit Amsterdam Radboud Universiteit Nijmegen De gevolgen van prenatale stress op het latere leven Anja Huizink Vrij Universiteit Amsterdam Radboud Universiteit Nijmegen De ontwikkeling begint prenataal Dierstudies: prenatale stress Programmerend

Nadere informatie

General Personality Disorder. A study into the Core Components of Personality Pathology J.G. Berghuis

General Personality Disorder. A study into the Core Components of Personality Pathology J.G. Berghuis General Personality Disorder. A study into the Core Components of Personality Pathology J.G. Berghuis SAMENVATTING General Personality Disorder H. Berghuis Hoofdstuk 1 is de inleiding van dit proefschrift.

Nadere informatie

Disclosure belangen Dyllis van Dijk

Disclosure belangen Dyllis van Dijk Disclosure belangen Dyllis van Dijk (Potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Geen Geen Sponsoring of onderzoeksgeld Honorarium of andere (financiële)

Nadere informatie

Het verband tussen psychopathie en PTSS: de modererende rol van lage angst en de mediërende rol van trauma exposure

Het verband tussen psychopathie en PTSS: de modererende rol van lage angst en de mediërende rol van trauma exposure Het verband tussen psychopathie en PTSS: de modererende rol van lage angst en de mediërende rol van trauma exposure Masterthese Klinische Forensische Psychologie Madelon Hoes Studentnummer: 10411623 Universiteit

Nadere informatie

Disclosure belangen Dyllis van Dijk

Disclosure belangen Dyllis van Dijk Disclosure belangen Dyllis van Dijk (Potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Sponsoring of onderzoeksgeld Honorarium of andere (financiële) vergoeding

Nadere informatie

TO PCL-R OR NOT TO PCL-R? DE PSYCHODIAGNOSTIEK VAN PSYCHOPATHIE ONDER DE LOEP GENOMEN

TO PCL-R OR NOT TO PCL-R? DE PSYCHODIAGNOSTIEK VAN PSYCHOPATHIE ONDER DE LOEP GENOMEN TO PCL-R OR NOT TO PCL-R? DE PSYCHODIAGNOSTIEK VAN PSYCHOPATHIE ONDER DE LOEP GENOMEN Kasia Uzieblo Thomas More UGent 1 OVERZICHT 1. PCL-R psychopathie 2. De PCL-R in de praktijk 3. Het PCL-R stigma 4.

Nadere informatie

Meetinstrumenten voor een landelijk onderzoek bij seksueel geweldplegers in een. forensisch psychiatrische instelling

Meetinstrumenten voor een landelijk onderzoek bij seksueel geweldplegers in een. forensisch psychiatrische instelling Meetinstrumenten voor een landelijk onderzoek bij seksueel geweldplegers in een forensisch psychiatrische instelling Risicotaxatieinstrumenten De Historical Clinical Risk Management-20, versie 3 (HCR-20

Nadere informatie

De Verklaring van de Hostiliteitsbias door de Combinatie van Psychopathie en Jeugdtrauma

De Verklaring van de Hostiliteitsbias door de Combinatie van Psychopathie en Jeugdtrauma De Verklaring van de Hostiliteitsbias door de Combinatie van Psychopathie en Jeugdtrauma Bachelorthese klinische psychologie, 2015-2016 Universiteit van Amsterdam Naam: Kelly van Olphen Studentnummer:

Nadere informatie

De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij. Verslaafde Patiënten met PTSS

De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij. Verslaafde Patiënten met PTSS Persoonskenmerken en ervaren lijden bij verslaving en PTSS 1 De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij Verslaafde Patiënten met PTSS The Relationship between Personality Traits and Suffering

Nadere informatie

Bijlagen J. Wiersma et al., Neem de regie over je depressie, DOI / , 2015 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media

Bijlagen J. Wiersma et al., Neem de regie over je depressie, DOI / , 2015 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media Bijlagen J. Wiersma et al., Neem de regie over je depressie, DOI 10.1007/978-90-368-1003-6, 2015 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media 50 neem de regie over je depressie Bijlage 1 Beloopstabel

Nadere informatie

Harteloos of ongeremd?

Harteloos of ongeremd? Harteloos of ongeremd? Juliette van Gent 27-06-2014 Universiteit van Amsterdam Studentnummer: 10014020 Begeleider: Hans Phaf Aantal woorden: 5147 Aantal woorden abstract: 125 Inhoudsopgave Abstract...

Nadere informatie

bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie of Children with a Severe Form of Dyslexia Ans van Velthoven

bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie of Children with a Severe Form of Dyslexia Ans van Velthoven Neuropsychologische Behandeling en Sociaal Emotioneel Welzijn bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie Neuropsychological Treatment and Social Emotional Well-being of Children with a Severe Form

Nadere informatie

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten?

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten? De Modererende rol van Persoonlijkheid op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten 1 Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve

Nadere informatie

Visual Analogue Scale for Fatigue (VAS-F)

Visual Analogue Scale for Fatigue (VAS-F) Visual Analogue Scale for Fatigue (VAS-F) Lee KA, Hicks G, Nino-Murcia G. (1991) Validity and reliability of a scale to assess fatigue. Meetinstrument Visual Analogue Scale for Fatigue (parfois Lee Fatigue

Nadere informatie

Gezondheidsklachten bij conservatorium studenten

Gezondheidsklachten bij conservatorium studenten Gezondheidsklachten bij conservatorium studenten de aanzet tot langdurig monitoren Suze Steemers, MSc Codarts Rotterdam/Erasmus MC 30-09-2017 aanleiding zware fysieke/mentale eisen relatief weinig studies

Nadere informatie

Voor wie doen we de Meldactie NZa?

Voor wie doen we de Meldactie NZa? Stichting STRAKX Onderzoek en Innovatie Vroegkinderlijke Chronische Traumatisering Volwassenen (VCT-V) STRAKX is een schakel tussen in de kinderjaren chronisch getraumatiseerde volwassenen, behandelaren,

Nadere informatie

Lijst met publicaties

Lijst met publicaties Lijst met publicaties Forensische psychiatrie (boeken) Hornsveld, R. H. J., & Kanters, T. (2015). Held zonder seksueel geweld, deel 3. Tweede editie: Cognitieve vervormingen (draai- en werkboek). Rijswijk:

Nadere informatie

Multidimensional Fatigue Inventory

Multidimensional Fatigue Inventory Multidimensional Fatigue Inventory (MFI) Smets E.M.A., Garssen B., Bonke B., Dehaes J.C.J.M. (1995) The Multidimensional Fatigue Inventory (MFI) Psychometric properties of an instrument to asses fatigue.

Nadere informatie

recidiverende en aanhoudende dwanggedachten (obsessies) die duidelijke angst

recidiverende en aanhoudende dwanggedachten (obsessies) die duidelijke angst Nederlandse samenvatting Patiënten met een obsessieve-compulsieve stoornis (OCS) hebben last van recidiverende en aanhoudende dwanggedachten (obsessies) die duidelijke angst veroorzaken. Om deze angst

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Genderdysforie in kinderen: Oorzaken en Gevolgen Chapter ELEVEN De studies, beschreven in dit proefschrift, richten zich op vier thema s. De eerste hoofdstukken beschrijven twee

Nadere informatie

Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar Eerste examenperiode

Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar Eerste examenperiode Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar 2010-2011 Eerste examenperiode PSYCHOPATHISCHE PERSOONLIJKHEIDSKENMERKEN BIJ VROUWELIJKE ADOLESCENTEN IN EEN GEMEENSCHAPSINSTELLING VOOR

Nadere informatie

Patient reported Outcomes in Cognitive Impairement (PROCOG)

Patient reported Outcomes in Cognitive Impairement (PROCOG) Patient reported Outcomes in Cognitive Impairement (PROCOG) Bowman, L. (2006) "Validation of a New Symptom Impact Questionnaire for Mild to Moderate Cognitive Impairment." Meetinstrument Patient-reported

Nadere informatie

Summary & Samenvatting. Samenvatting

Summary & Samenvatting. Samenvatting Samenvatting De meeste studies na rampen richten zich op de psychische problemen van getroffenen zoals post-traumatische stress stoornis (PTSS), depressie en angst. Naast deze gezondheidsgevolgen van psychische

Nadere informatie

Psychological Determinants of Absenteeism at Work by Pregnant Women. Psychologische determinanten van uitval uit het arbeidsproces door zwangere

Psychological Determinants of Absenteeism at Work by Pregnant Women. Psychologische determinanten van uitval uit het arbeidsproces door zwangere Psychological Determinants of Absenteeism at Work by Pregnant Women Psychologische determinanten van uitval uit het arbeidsproces door zwangere vrouwen: Onderzoek naar de relatie tussen angst, depressieve

Nadere informatie

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility.

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility. RELATIE ANGST EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility Jos Kooy Eerste begeleider Tweede

Nadere informatie

Onderzoek naar fysiologische stress (re)activiteit als een endofenotype voor middelengebruik in de adolescentie

Onderzoek naar fysiologische stress (re)activiteit als een endofenotype voor middelengebruik in de adolescentie Nederlandse samenvatting NEDERLANDSE SAMENVATTING Onderzoek naar fysiologische stress (re)activiteit als een endofenotype voor middelengebruik in de adolescentie Stoornissen in het gebruik van middelen

Nadere informatie

Jeugdige zedendelinquenten een cohortstudie gedurende 12 jaar

Jeugdige zedendelinquenten een cohortstudie gedurende 12 jaar Kinder- en jeugdpsychiatrie Jeugdige zedendelinquenten een cohortstudie gedurende 12 jaar Lucres Nauta-Jansen Tom, 14 jaar 14 jaar Verdacht van plegen van ontuchtige handelingen met 6 jarig buurjongetje

Nadere informatie

Schrik om het hart! CoRPS. Dr. Annelieke Roest. Promotoren: Peter de Jonge, PhD. Johan Denollet, PhD

Schrik om het hart! CoRPS. Dr. Annelieke Roest. Promotoren: Peter de Jonge, PhD. Johan Denollet, PhD Schrik om het hart! Center of Research on Psychology in Somatic diseases Promotoren: Peter de Jonge, PhD Johan Denollet, PhD Dr. Annelieke Roest Anxiety and Depression In Coronary Heart Disease: Annelieke

Nadere informatie

Running head: OPVOEDSTIJL, EXTERNALISEREND PROLEEMGEDRAG EN ZELFBEELD

Running head: OPVOEDSTIJL, EXTERNALISEREND PROLEEMGEDRAG EN ZELFBEELD 1 Opvoedstijl en Externaliserend Probleemgedrag en de Mediërende Rol van het Zelfbeeld bij Dak- en Thuisloze Jongeren in Utrecht Parenting Style and Externalizing Problem Behaviour and the Mediational

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 134 Nederlandse samenvatting De inleiding van dit proefschrift beschrijft de noodzaak onderzoek te verrichten naar interpersoonlijk trauma en de gevolgen daarvan bij jongeren in

Nadere informatie

Dit proefschrift presenteert de resultaten van het ALASCA onderzoek wat staat voor Activity and Life After Survival of a Cardiac Arrest.

Dit proefschrift presenteert de resultaten van het ALASCA onderzoek wat staat voor Activity and Life After Survival of a Cardiac Arrest. Samenvatting 152 Samenvatting Ieder jaar krijgen in Nederland 16.000 mensen een hartstilstand. Hoofdstuk 1 beschrijft de achtergrond van dit proefschrift. De kans om een hartstilstand te overleven is met

Nadere informatie

Risk factors for the development and outcome of childhood psychopathology NEDERLANDSE SAMENVATTING

Risk factors for the development and outcome of childhood psychopathology NEDERLANDSE SAMENVATTING Risk factors for the development and outcome of childhood psychopathology EDERLADSE SAMEVATTIG 157 Het komt regelmatig voor dat psychiatrische klachten clusteren in families. Met andere woorden, familieleden

Nadere informatie

Masterscriptie. Clinical Child and Adolescent Studies. Willemijn Valstar, s augustus Eerste lezer: Mw. W.

Masterscriptie. Clinical Child and Adolescent Studies. Willemijn Valstar, s augustus Eerste lezer: Mw. W. Psychopathische trekken en internaliserend en externaliserend probleemgedrag: Verschillen en overeenkomsten tussen jongens en meisjes in de adolescentie Masterscriptie Clinical Child and Adolescent Studies

Nadere informatie

De psychopathologische gevolgen van pijnklachten Eric de Heer

De psychopathologische gevolgen van pijnklachten Eric de Heer De psychopathologische gevolgen van pijnklachten Eric de Heer Psycholoog i.o. tot GZ-psycholoog Senior onderzoeker VIP (Vroege Interventie Psychose) Tilburg GGz Breburg Pijn! pijn is een stressvolle ervaring

Nadere informatie

Overige (Overig, ongespecificeerd)

Overige (Overig, ongespecificeerd) Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Voice Related Quality of Life Measure (V-RQOL) 21 oktober 2011 Review 1: T. Dassen, K. v Nes, N. v Wersch Review 2: M. Jungen Invoer: E. Van Engelen 1 Algemene

Nadere informatie

Differences in stress and stress reactivity between highly educated stay-at-home and working. mothers with spouse and young children

Differences in stress and stress reactivity between highly educated stay-at-home and working. mothers with spouse and young children 1 Differences in stress and stress reactivity between highly educated stay-at-home and working mothers with spouse and young children Verschil in stress en stressreactiviteit tussen hoogopgeleide thuisblijf-

Nadere informatie

Ketenzorg voor suïcidaliteit

Ketenzorg voor suïcidaliteit Ketenzorg voor suïcidaliteit Marie Van Broeckhoven Suïcidepreventiewerking DAGG Lommel marie.vanbroeckhoven@dagg-cgg.be Meer onderzoek nodig Sterke evidentie Acties gezondheidszorg Beperking toegang tot

Nadere informatie

De psychopathologische gevolgen van pijnklachten. Eric de Heer

De psychopathologische gevolgen van pijnklachten. Eric de Heer De psychopathologische gevolgen van pijnklachten Eric de Heer Psycholoog i.o. tot GZ-psycholoog Senior onderzoeker VIP (Vroege Interventie Psychose) Tilburg GGz Breburg Pijn! pijn is een stressvolle ervaring

Nadere informatie

When things are getting out of hand: Prevalence, assessment, and treatment of substance use disorder(s) and violent behavior Kraanen, F.L.

When things are getting out of hand: Prevalence, assessment, and treatment of substance use disorder(s) and violent behavior Kraanen, F.L. UvA-DARE (Digital Academic Repository) When things are getting out of hand: Prevalence, assessment, and treatment of substance use disorder(s) and violent behavior Kraanen, F.L. Link to publication Citation

Nadere informatie

Neurobiologie, criminaliteit en strafrecht. SWR 27 september 2014. Arne Popma

Neurobiologie, criminaliteit en strafrecht. SWR 27 september 2014. Arne Popma Neurobiologie, criminaliteit en strafrecht SWR 27 september 2014 Arne Popma Interactie in ontwikkeling en onderzoek van antisociaal gedrag Moran Cohn / Arne Popma Interactie in ontwikkeling en onderzoek

Nadere informatie

The Development of Personality and Problem Behaviour in Adolescence - J. Akse SAMENVATTING. (Summary in Dutch)

The Development of Personality and Problem Behaviour in Adolescence - J. Akse SAMENVATTING. (Summary in Dutch) SAMENVATTING (Summary in Dutch) Ontwikkeling van Persoonlijkheid en Probleemgedrag tijdens de Adolescentie Ieder individu is uniek. Echter, niemand is uniek genoeg om een persoonlijkheidstype te vormen

Nadere informatie

Executief Functioneren en Agressie. bij Forensisch Psychiatrische Patiënten in PPC Den Haag. Executive Functioning and Aggression

Executief Functioneren en Agressie. bij Forensisch Psychiatrische Patiënten in PPC Den Haag. Executive Functioning and Aggression Executief Functioneren en Agressie bij Forensisch Psychiatrische Patiënten in PPC Den Haag Executive Functioning and Aggression in a Forensic Psychiatric Population in PPC The Hague Sara Helmink 1 e begeleider:

Nadere informatie

Psychopathie: Geslachtsverschillen en Comorbiditeit met Persoonlijkheidsgerelateerde Kenmerken in een Niet-Klinische Steekproef

Psychopathie: Geslachtsverschillen en Comorbiditeit met Persoonlijkheidsgerelateerde Kenmerken in een Niet-Klinische Steekproef Psychopathie: Geslachtsverschillen en Comorbiditeit met Persoonlijkheidsgerelateerde Kenmerken in een Niet-Klinische Steekproef Master Thesis Forensische Psychologie 2013-2014 Departement Psychologie en

Nadere informatie

Inhoudsopgave Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.

Inhoudsopgave Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Validatie van het EHF meetinstrument tijdens de Jonge Volwassenheid en meer specifiek in relatie tot ADHD Validation of the EHF assessment instrument during Emerging Adulthood, and more specific in relation

Nadere informatie

rapporteerden. Er werden geen verschillen gevonden in schoolprestaties, spijbelgedrag en middelengebruik tussen de verschillende groepen.

rapporteerden. Er werden geen verschillen gevonden in schoolprestaties, spijbelgedrag en middelengebruik tussen de verschillende groepen. Samenvatting Samenvatting Depressie en angst zijn de meest voorkomende psychische stoornissen in de adolescentie met een enorme impact op het individu. Veel adolescenten rapporteren depressieve en angst

Nadere informatie

Onderzoekssessie over dementie op jonge leeftijd UKON symposium, 10 april 2018

Onderzoekssessie over dementie op jonge leeftijd UKON symposium, 10 april 2018 Onderzoekssessie over dementie op jonge leeftijd UKON symposium, 10 april 2018 Britt Appelhof, psycholoog/ promovenda, Archipel Zorggroep Ans Mulders, specialist ouderengeneeskunde/ promovenda, Thebe Inleiding

Nadere informatie

Invloed van Coping en Ziektepercepties op Depressie- en Angstsymptomen. bij Voormalige Borstkankerpatiënten

Invloed van Coping en Ziektepercepties op Depressie- en Angstsymptomen. bij Voormalige Borstkankerpatiënten Invloed van Coping en Ziektepercepties op Depressie- en Angstsymptomen bij Voormalige Borstkankerpatiënten Influence of Coping and Illness Perceptions on Depression and Anxiety Symptoms among Former Breast

Nadere informatie

Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst

Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst Samenvatting 141 Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst Hoofdstuk 1 is de inleiding van dit proefschrift. Internetbehandeling voor depressie en angst is bewezen effectief. Dit opent

Nadere informatie

Samenvatting: Summary in Dutch

Samenvatting: Summary in Dutch Samenvatting: Summary in Dutch Hoofdstuk 1: Kindermishandeling en Psychopathologie in een Multi-Culturele Context: Algemene Inleiding Dit proefschrift opent met een korte geschiedenis van de opkomst van

Nadere informatie

Inleiding. Familiale kwetsbaarheid en geslacht. Samenvatting

Inleiding. Familiale kwetsbaarheid en geslacht. Samenvatting Inleiding Depressie en angst zijn veel voorkomende psychische stoornissen. Het ontstaan van deze stoornissen is gerelateerd aan een breed scala van risicofactoren, zoals genetische kwetsbaarheid, neurofysiologisch

Nadere informatie

Persoonlijkheidsstoornissen bij ouderen: Meten en weten. Prof. Dr. Bas van Alphen

Persoonlijkheidsstoornissen bij ouderen: Meten en weten. Prof. Dr. Bas van Alphen Persoonlijkheidsstoornissen bij ouderen: Meten en weten Prof. Dr. Bas van Alphen Inhoud Temporele stabiliteit Leeftijdsneutraliteit DSM-5 Behandelperspectief Klinische implicaties Casuïstiek Uitgangspunten!

Nadere informatie

Het Effect van Gender op de Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive

Het Effect van Gender op de Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive Gender, Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive 1 Het Effect van Gender op de Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive Gender Effect on the Relationship between Personality Traits and Sex Drive

Nadere informatie

De Invloed van Altruïsme op de Samenhang tussen Leeftijd en Mentale Veerkracht

De Invloed van Altruïsme op de Samenhang tussen Leeftijd en Mentale Veerkracht De Invloed van Altruïsme op de Samenhang tussen Leeftijd en Mentale Veerkracht Study of the Influence of Altruism in the Association of Age and Resilience Maik P.W. de Vos Eerste begeleider: Tweede begeleider:

Nadere informatie

Verwevenheid van Temperament en Hechtingsstijl: verbanden tussen de temperamentkenmerken negatief affect, extraversie/energie en

Verwevenheid van Temperament en Hechtingsstijl: verbanden tussen de temperamentkenmerken negatief affect, extraversie/energie en Verwevenheid van Temperament en Hechtingsstijl: verbanden tussen de temperamentkenmerken negatief affect, extraversie/energie en verbondenheid en de hechtingsstijl in een volwassenen populatie. Interrelationships

Nadere informatie

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Does Gentle Teaching have Effect on Skills of Caregivers and Companionship and Anxiety

Nadere informatie

Wanneer de vlag de lading niet meer dekt: over het gebruik van labels voor stoornissen

Wanneer de vlag de lading niet meer dekt: over het gebruik van labels voor stoornissen Wanneer de vlag de lading niet meer dekt: over het gebruik van labels voor stoornissen Het moeilijke kind stelt ons vragen: Wie is de volwassene is die hem of haar zo moeilijk vindt? Met welke ver(w)achtingen

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/43602 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Fenema, E.M. van Title: Treatment quality in times of ROM Issue Date: 2016-09-15

Nadere informatie

De relatie tussen intimiteit, aspecten van seksualiteit en hechtingsstijl in het dagelijks leven van heteroseksuele mannen en vrouwen.

De relatie tussen intimiteit, aspecten van seksualiteit en hechtingsstijl in het dagelijks leven van heteroseksuele mannen en vrouwen. De relatie tussen intimiteit, aspecten van seksualiteit en hechtingsstijl in het dagelijks leven van heteroseksuele mannen en vrouwen. The Relationship between Intimacy, Aspects of Sexuality and Attachment

Nadere informatie

Psychopathie en de Multidimensionale. Persoonlijkheidsvragenlijst (MPQ)

Psychopathie en de Multidimensionale. Persoonlijkheidsvragenlijst (MPQ) Psychopathie en de Multidimensionale Persoonlijkheidsvragenlijst (MPQ) Abstract: Psychopathie kan gezien worden als een deviante configuratie van persoonlijkheidstrekken. Als gevolg hiervan is de vraag

Nadere informatie

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de

Nadere informatie

EEN NETWERKBENADERING

EEN NETWERKBENADERING EEN NETWERKBENADERING VOOR PSYCHOSE DE ROL VAN SYMPTOMEN EN TRAUMA dr. Hanneke Wigman Januari 2017 De Amsterdamse School DISCLOSURES (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante

Nadere informatie

Psychopathie en Persoonlijkheidsproblematiek De Samenhang tussen LSRP, PPI-R en DSM-IV As II Persoonlijkheidsstoornissen

Psychopathie en Persoonlijkheidsproblematiek De Samenhang tussen LSRP, PPI-R en DSM-IV As II Persoonlijkheidsstoornissen Psychopathie en Persoonlijkheidsproblematiek De Samenhang tussen LSRP, PPI-R en DSM-IV As II Persoonlijkheidsstoornissen Masterthese Jamie de Jong 5804809 Klinische Forensische Psychologie Master Gezondheidspsychologie

Nadere informatie

Auteur Bech, Rasmussen, Olsen, Noerholm, & Abildgaard. Meten van de ernst van depressie

Auteur Bech, Rasmussen, Olsen, Noerholm, & Abildgaard. Meten van de ernst van depressie MAJOR DEPRESSION INVENTORY (MDI) Bech, P., Rasmussen, N.A., Olsen, R., Noerholm, V., & Abildgaard, W. (2001). The sensitivity and specificity of the Major Depression Inventory, using the Present State

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De adolescentie is lang beschouwd als een periode met veelvuldige en extreme stemmingswisselingen, waarin jongeren moeten leren om grip te krijgen op hun emoties. Ondanks het feit

Nadere informatie

22/11/2011. Inhoud LITERATUUR BRUSSEN. Gezonde kinderen

22/11/2011. Inhoud LITERATUUR BRUSSEN. Gezonde kinderen Een chronisch ziek kind in het gezin: Kwaliteit van leven van gezonde broers en zussen Trui Vercruysse Psychosociale oncologie, 25 november 2011 Inhoud Literatuur siblings/brussen Gezonde kinderen Zieke

Nadere informatie

SPEELT EFFORTFUL CONTROL EEN ROL TER VERKLARING VAN HET VERBAND TUSSEN STRAF- EN BELONINGSGEVOELIGHEID EN EETSTIJLEN BIJ ADOLESCENTEN?

SPEELT EFFORTFUL CONTROL EEN ROL TER VERKLARING VAN HET VERBAND TUSSEN STRAF- EN BELONINGSGEVOELIGHEID EN EETSTIJLEN BIJ ADOLESCENTEN? VAKGROEP ONTWIKKELINGS-, PERSOONLIJKHEID- EN SOCIALE PSYCHOLOGIE (PP07) ONDERZOEKSGROEP KLINISCHE ONTWIKKELINGSPSYCHOLOGIE SPEELT EFFORTFUL CONTROL EEN ROL TER VERKLARING VAN HET VERBAND TUSSEN STRAF-

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

Verschilt de voorkeur voor copingmechanisme van primaire psychopaten ten opzichte van secundaire psychopaten? Bachelor Thesis Suad Donlagic

Verschilt de voorkeur voor copingmechanisme van primaire psychopaten ten opzichte van secundaire psychopaten? Bachelor Thesis Suad Donlagic Verschilt de voorkeur voor copingmechanisme van primaire psychopaten ten opzichte van secundaire psychopaten? Bachelor Thesis Suad Donlagic Begeleider: Jeroen Borghuis MSc Departement Ontwikkelingspsychologie,

Nadere informatie