Stockcar Omschrijving 2. Type auto

Transcriptie

1 Stockcar Omschrijving De Stockcar 1300 is een standaard productie auto tot 1310 cc met ijzerwerk zowel binnen als ook buiten de auto voor contact racen. Een auto mag van achteren geduwd worden,ter hoogte van het linker achterwiel waardoor deze spint of richting middenterrein gaat. Het is ten strengste verboden om een auto richting vangrail te duwen. Ook mag niet op de deur geduwd worden. 2. Type auto Iedere vierzitter, met de motor voorin zowel saloon als ook hatchback types, die gemaakt zijn van staal en maximaal 1310 cc zijn, als deze geproduceerd werden. Over het wel en niet gebruiken van een bepaald type auto word uiteindelijk en definitief besloten door de keurmeester (s) en een delegatie uit deze klasse. Vanaf 2012 mag de B-Corsa en ook de C-Corsa gebruikt worden, beiden moeten wel worden voorzien van de 1300cc motor zoals in de A-corsa geleverd (8kleppen). 3. Carrosserie Carrosserie en plaatwerk dienen standaard te blijven en dient het originele silhouet te behouden. Plaatwerk mag niet ingekort, aangepast of vervangen worden of er moet specifieke toestemming bestaan binnen dit reglement. Voorspoilers mogen verwijderd worden tot aan ijzerwerk. De draagbalken voor en achter mogen niet ingekort of terug gesneden worden, en indien mogelijk dient het voorpaneel te blijven. Het verwijderen van structurele verstevigingen is niet toegestaan, met uitzondering van deuren, motorkap en achterklep of kofferbak. De deuren dienen dicht gelast te worden. De bodem van de bagageruimte mag verwijderd worden (geen chassisdelen ) vanaf het hart van de achteras tot aan de achterwand. 4. Ijzerwerk Alle ijzerwerk dient van minimaal 3,0 mm en maximaal 4,0 mm wanddikte te zijn. Hierin moeten gaten geboord zijn zodat de TC de wandsterkte kan controleren. Mochten er geen gaten in zitten mogen die door de TC worden gemaakt. Voor en achter bumpers Aan de rechtervoorzijde van de auto, gezien vanaf de zitplaats van de coureur, dient de hoek afgeschuind te worden. Dit dient zodanig gemaakt te zijn dat er geen scherpe randen ontstaan. Vooren achterbumpers dienen minstens 2 horizontale stangen te hebben met vier of vijf even ver van elkaar afstaande verticale dwarsverbindingen van minimaal 40 x 40 x 3,0 mm doosprofiel. Bumpers dienen vlak te zijn en horizontale staven dienen minimaal 400 mm lang te zijn. De staven aan beide uiteinden van de bumper moeten minimaal 75 mm hoger te zijn dan de hoogte van de horizontale staven van de bumper. Deze uiteinden dienen af gesteund te worden naar zowel de zijbumper als ook de voorbumper. De bevestiging van deze verbinding mag op de zijbumper niet verder zitten dan het hart van de wielen en op de voorbumper niet verder dan de tweede dwars verbinder. De beide hoeken dienen afgeschermd te worden middels een plaat die een ronde vorm heeft, deze plaat dient 500 mm lang te zijn en het hart van de plaat dient zich op de hoek van de bumper te bevinden. Zijbumpers De zijbumpers dienen gemaakt te zijn van minimaal 40 x 40 x 3,0 mm doosprofiel en minimaal 300 mm van elkaar te staan, maximale maat 450mm. Tevens mag de bumper vast gelast worden aan de carrosserie. Het vlak tussen de bovenzijde en onderzijde van de voor- en achterwielen mag gemaakt worden van 3 mm plaat en het verwijderen van de originele panelen is toegestaan. Voorwielbescherming Er mag aan de buitenzijde een stuk doosprofiel centraal over de voorwielen geplaatst worden om de veerpoten te beschermen. Dit stuk doosprofiel mag maximaal 600 mm lang zijn, met afgeronde hoeken

2 Achterwielbescherming IJzerwerk dient de bovenzijde van de velg te bedekken. Het lagere ijzerwerk mag uitgesneden worden tot een maximum van 50 mm van het originele ijzerwerk. Het doosprofiel dat het achterwiel beschermt, mag doorlopen tot aan de achterbumper. Het gebied tussen de bovenste zijbumper en de onderste zijbumper mag compleet bedekt worden met een 3 mm dikke plaat. Aan beide zijden (achterkant)is het aanbrengen van een bladveer verplicht om zo te voorkomen dat wielen weg vliegen. Deze dient constructief aangebracht te worden doormiddel van lassen en/of schroeven. Extra beschermend ijzerwerk Dit is alleen toegestaan aan de binnenzijde van de auto en mag niet doorlopend zijn, er dient een onderbreking in te zitten van 150 mm. Één enkel stuk 40 mm x 40 x 3,0mm doosprofiel mag gebruikt worden om vanaf de bovenste chicken bar aan bestuurderszijde naar de horizontale balk onder het dashboard te steunen, maar deze mag niet verder gaan dan het hart van de raamopening. Het is verplicht om de vloerplaat onder de bestuurder tot onder de pedalen te versterken met een 3 mm dikke plaat. Versteviging achter as 1) = Buis rond 40 x 2mm ten behoeve van op het plaats houden van achteras bevestiging. (originele plaats ophangpunten) 2) = 1 maal buis 40 x 2mm welke dient als ophang punt voor uitlaat systeem. 5. Stuurkolom Hoogte mag aangepast worden aan de coureur, hoewel het aanbevolen is dat de bevestiging bij sommige auto s versterkt wordt. Afneembaar race stuur is verplicht. Schokbrekers Er mogen gasgevulde schokbrekers gebruikt worden (standaard). Er mogen er geen dubbelwerkende schokbrekers gebruikt worden. Ook mogen de schokbrekers niet van buitenaf verstelbaar zijn. Veren Veren zijn vrij, maar er dient gemakkelijk een blok van 150 mm hoog te kunnen worden geplaatst onder de auto, tussen de voor en achterwielen, zonder dat de coureur in de auto zit. Geen race-veren toegestaan. Per hoek is slechts één veer toegestaan. De veren moeten doormiddel van een kabel/ketting zo aan de carrosserie bevestigd worden, zo dat deze onder geen enkele omstandigheden los van de auto kunnen komen

3 Stabilasators. Deze mogen aan het linker voorwiel gebruikt worden. Geen verstelbare doormiddel van het aanbrengen van schroefdraad. (originele) 6. Rolkooi Rolkooi: Aluminium of lichtmetalen rolkooi is niet toegestaan. Ook zijn de zogenaamde schroefbare rolkooien verboden. De buizen dienen een minimale afmeting te hebben van 38mm buiten en een wanddikte van 2.5mm of 40mm buiten en een wanddikte van 2mm. Een 5mm gaatje moet geboord worden in de verticale buis aan de rechterzijde en 15cm boven de vloer zodat de keurmeester de dikte kan controleren. Waar verschillende buizen van verschillende maten worden gebruikt, moet er een gaatje in aangebracht worden voor controle van 5mm. Legende: A: Stalen 3mm voetplaat, deze moet rondom gelast zijn. De plaat moet vanaf voorkant stoel tot achter de pedalen zitten. B: Rolbeugel moet op staalplaten van 3mm dikte staan met een minimale oppervlakte van 100cm² (10x10cm). Deze dienen gelast te worden. Als extra moeten deze geborgd worden door minimaal 2x M8 met aan de onderkant een plaat van dezelfde grote als binnen (10 x 10cm). C: Stalen dwarsbuis tussen de B-zuilen moet tussen bovenkant tunnel en bovenkant deur zitten. Bumper hoogte is aanbevolen. D: Dwarsbuis op de tekening laat zien van links boven naar rechts onder. Omgekeerd is ook toegestaan. E: Onder de buizen die op de wielkasten zijn afgestut dient een 3mm stalen plaat te zijn aangebracht ook een tegen plaat onderkant wielkast. Deze dient gelast te zijn en wederom door minimaal 2 M8 bouten te zijn geborgd. F: De stang ter hoogte van de bovenkant stoel dient strak aan de stoel aan te liggen. Men mag hier ook een plaat op bevestigen om zo het te steunen vlak te vergroten. G: Er dient boven de Coureur een staalplaat te worden aangebracht met een dikte van minimaal 3mm. Deze dient rondom te zijn afgelast. H: Veerpoot brug achter en voor zijn toegestaan. Deze dienen gelast of doormiddel van bouten geborgd te zijn Versteviging onderkant tussen de draag armen is niet toegestaan. I: 2 Horizontale buizen die aan de vorm van de deur dienen te worden aangepast moeten verticaal minimaal met 2 buizen zijn verbonden

4 J: Extra bescherming is toegestaan en wordt zelfs aanbevolen. Als dit aanwezig is moet deze op de originele deurdorpel worden ondersteund door een hoeklijn van minimaal 3mm dikte. Deze dient wederom te worden gelast en door 2 bouten te worden geborgd. K: Het afstutten van de rolbeugel op de voorste veerpoten is toegestaan maar deze dienen dan een grondplaat te hebben van minimaal 3mm dikte en een minimale oppervlakte van 100cm² (10 x 10cm). L: Er dienen twee stangen in de voorruit te worden aangebracht van minimaal 19 x 19mm en maximaal 25 x 25mm(ook mag een doosprofiel worden gebruikt in deze maten). Deze dienen deugdelijk te worden gelast in de bestaande rolkooi raamopening. Men neme de raamopening breedte en deelt dit door 3 gelijke vlakken. +5 of -5 cm is geoorloofd. 7. Motoren De motor dient standaard bij de auto te behoren. Van standaard is een overmaat toegestaan tot 1,5 mm. Alle motor onderdelen dienen standaard te blijven en mogen niet uitgewisseld worden tussen modellen met verschillende motoren. Luchtfilters mogen verwijderd of vervangen worden. Geen luchtinlaatstukken, kelken of dergelijke toegestaan. Choke klep en koude startvoorziening mogen verwijderd worden, maar indien Economie onderdelen gemonteerd zijn, mogen deze niet verwijderd worden. De hoofdsproeier en luchtcorrectie voor stationair toerental, indien gemonteerd, mogen geboord worden maar alleen ter aanpassing van het mengsel. De carburateur venturi moet 20/24 zijn. Het carburateurhuis mag niet veranderd of gewijzigd worden. Uitlaatspruitstukken met een z.g. Hot spot onder de carburateur mag afgeblind worden. Het standaard oliecarter dient gebruikt te worden, tussenschotten zijn toegestaan en de olie opvang mag aangepast worden binnen het carter. Cilinder blok en kop mogen gevlakt worden, tot een minimum van 94.36mm. Klepveren dienen standaard te zijn. Wanneer de olietoevoer naar de cilinderkop een foute uitlijning heeft als de cilinderkop gevlakt is, mag deze opnieuw uitgelijnd worden. Cilinderkopbouten mogen ingekort worden of er mogen opvulringen gebruikt worden. De motorophanging mag massief zijn, maar ophangpunten moeten op de originele plaats blijven. De positie van de motor mag niet gewijzigd worden. Geen elektronische ontsteking mag gebruikt worden of deze moet standaard aanwezig zijn. Cilinderkop en zuiger combinaties moeten origineel blijven. De zuigers dienen hun originele merkteken te hebben op de bovenzijde. Motor en versnellingsbak mogen vastgezet worden doormiddel van een kabel. Door de TC is besloten dat de nokkenas lift van 6.05mm niet mag worden overschreden. De nokkenas moet ten alle tijden een origineel gemonteerde zijn (behorende bij het type auto), geen race of andere competitie nokkenassen. 8. Aandrijving De versnellingsbak en eindaandrijving moeten origineel blijven, maar versnellingen en verhoudingen van dezelfde fabrikant mogen uitgewisseld worden. Differentieel mag alleen vastgezet worden door lassen. Alle hierboven vermelde uitzonderingen dienen bereikt te worden zonder bewerking of aanpassing van de standaard onderdelen. Aandrijfas: Dient de originele en origineel gemonteerd te zijn en dient standaard te blijven. De montage van opvulstukken is niet toegestaan. Cardanas: Deze mag aangepast worden en uitgewisseld binnen hetzelfde fabrikaat auto. 9. Gewicht Iedere auto dient ten alle tijden minimaal 850 kg te wegen en maximaal 1000 kg. Dit betekent voor de race en na de race zonder bij vullen van vloeistoffen, en zonder coureur. Het toevoegen van extra ballast is niet toegestaan. 10. Remmen Deze dienen standaard te blijven en effectief te zijn op alle vier de wielen. Geen aanpassingen toegestaan. De handrem dient aanwezig te blijven en deze moet te allen tijde werken. 11. Banden en velgen

5 Alleen stalen en onveranderde velgen, maximaal 5,5J zijn toegestaan. Geen Wheller Wheels of andere soorten zijn toegestaan. Banden van het merk Toyo zijn verboden. Geen racebanden toegestaan. De verplichte band is de Yokohama A / De gemonteerde banden moeten rondom dezelfde serie en breedte maat hebben. De shore maat mag niet lager dan 44 zijn zowel voor als na de race. 11a. Camber De aangegeven maat van 50mm wordt gemeten op de velg rand. Dit geld bij het Rechter voorwiel, op de linkerkant mag het niet meer dan 30mm zijn. Achteras dient standaard te blijven. 12. Uitlaatsysteem Het standaard uitlaatspruitstuk waarmee het gebruikte model geproduceerd is moet gebruikt worden. Wanneer een uitlaatpijp door het rijders compartiment gaat, dient deze volledig door een metalen scherm bedekt te zijn. Het geluid van de uitlaat dient beneden 89 DB te blijven (hiervoor is een wettelijk voorschrift). De demper dient te liggen tussen de middenstijl van de auto en de achteras. Achter de demper mag pas na 20 cm een bocht komen, die naar het asfalt wijst. 13. Koelsysteem De radiateur is vrij maar dient zijn originele positie te behouden. Er is slechts één radiator toegestaan. Men mag alleen water gebruiken in de radiator. 14. Glas Alle glas dient verwijderd te worden. Er mogen geen restanten aanwezig zijn. 15. Spiegels Deze mogen niet gebruikt worden. Alleen tijdens trainingen i.v.m. de veiligheid van anderen en U zelf mogen deze gebruikt worden. 16. Opvangtank Een olie opvangtank met een minimum inhoud van 1 liter dient gemonteerd te zijn in het motor compartiment en dient minimum twee ontluchtingspijpen te hebben, één vanaf het kleppendeksel en één vanaf het carter. Indien de opvangtank gedurende de training of race zijn functie niet naar behoren vervuld zal de coureur een zwarte vlag krijgen

6 17. Accu en elektrisch systeem - Accu s dienen veilig vastgezet te worden en bedekt te zijn met een zuur bestendig materiaal indien ze binnen de auto of cabine gemonteerd zijn. - Contact tussen gordels en accu moet onmogelijk zijn. - Accu s dienen minimaal 150mm verwijderd te zijn van de benzinetank. En apart van elkaar afgedekt te zijn. - Een massa onderbreker dient ook gemonteerd te zijn. En moet goed bereikbaar zijn van buiten af zodat Officials deze kunnen bedienen. De verplichte plaats om deze aan te brengen is linker achter raam, let wel deze mag niet buiten de carrosserie uitsteken. Maar moet goed bereikbaar zijn voor Officials en hulpdiensten. - Indien een elektrische benzinepomp gebruikt wordt, dient een schakelaar gemonteerd te zijn, welke zich bevindt onder gemakkelijk handbereik van de rijder deze moet wel ook aangesloten zijn via de bovengenoemde schakelaar. De TC heeft het recht ten alle tijden deze schakelaar te bedienen om zo te kunnen testen of alles uitvalt. Er mag nergens meer stroom op staan ten tijde van bedienen van deze schakelaar. - Een startmotor dient gemonteerd te zijn en te allen tijde te werken. 18. Benzinetank - De benzinetank dient gemonteerd te zijn aan de achterzijde of in de kofferbak. - De tank mag niet onder de chassisbalken liggen. - Er dient een brandvrij schutbord aanwezig te zijn tussen coureur en benzinetank en benzinepomp. - Er mag 1 elektrische benzinepomp gebruikt worden, ter vervanging van de originele. - Alle benzinetanks dienen absoluut zeker vastgezet te zijn, dit houdt in door middel van metaalbanden of vastgeboud. - Vulopeningen dienen niet gevoelig te zijn voor morsen. Alleen schroefdoppen of veiligheidsdoppen. - Vulopeningen dienen voorzien te zijn van een brandvrij schot. - Aanzuiging van benzine dient van bovenuit de tank te komen. - Een ontluchtingspijp, die voorzien dient te zijn van een klep of een ventilatiepijp welke onder de tank eindigt, waardoor, indien omkering plaats vindt, verspilling te voorkomen, dient gemonteerd te zijn. - Alle benzineleidingen dienen zich aan de binnenzijde van de auto te bevinden. - Alleen benzine die normaal bij de benzinepomp te verkrijgen is mag gebruikt worden, dus geen race benzine. - Het gebruik van toevoegingen (b.v. octaan booster) is niet toegestaan. - Wanneer er een vloer is onder de tank dient deze voorzien te zijn van 2 gaten welke 50mm bedragen, zodat in geval van morsen of lekkage de benzine weg kan lopen. - Een benzine afsluitkraan dient gemonteerd te zijn binnen normaal handbereik van de coureur. - Benzine leidingen dienen van metaal te zijn of met metaal bedekt. - Benzine tanks dienen alleen van metaal te zijn of bij gebruik van een aluminium tank FIA gekeurd. 19. Nummers Het startnummer dient aan beide zijden van de auto aanwezig zijn. Het liefst zijn dit nummers in Amerikaanse stijl op een contrasterende achtergrond. De achtergrond dient minimaal 50mm groter te zijn dan de buitenzijde van de nummers. De minimum hoogte van de nummers dient 405mm en de minimale dikte 76mm te zijn. Een extra plaat dient aangebracht te worden indien het op de spoiler niet

7 aangebracht kan worden, waarbij de nummers minimaal 228mm hoog en 38mm breed te zijn en dienen zwart op een witte ondergrond te zijn. De plaat dient bevestigd te zijn boven de daklijn, maar mag in totaliteit niet hoger zijn dan 304mm. Indien nummers op de spoilers zelf aangebracht zijn, dienen deze minimaal 228mm te zijn en 38mm breed te zijn, in zwart op witte achtergrond aan beide zijden van de auto aangebracht te zijn. Het startnummer dient op normale wijze geschreven te worden, dus niet in spiegelschrift. Het startnummer mag op het dak geschilderd worden als extra. 20. Naam van de coureur - Er dient een zonneklep van ongeveer 150mm aangebracht te zijn, waarop duidelijk de gehele naam + het nummer in het klein geschilderd is. - Alle beschilderingen moeten goed gekeurd zijn, andere toegestane namen zijn die van sponsors en monteurs. 21. Bestuurdersstoel - Stoelen dienen hun originele plaats te behouden waar dit van toepassing is. - Stoelen dienen van het racetype te zijn en voldoende steun te geven op schouderhoogte. - De stoel dient stevig en voldoende veilig vastgezet te zijn en voorzien te zijn van een stevige hoofdbescherming anders dient dit onderdeel uit te maken van de rolkooi. - Indien een ingebouwde hoofdbescherming aanwezig is dient deze zowel aan de bovenzijde als ook aan de onderzijde bevestigd te zijn, om het hoofd te beschermen zowel voor- of achteroverslaan. 22. Nekband. Deze zijn verplicht, ook als deze al in de veiligheids gordel aanwezig zijn. Deze moeten wel aan de helm aansluiten en gekeurd zijn. Wij raden echter het gebruik van een H.A.N.S. Systeem aan. 23. VEILIGHEIDSGORDELS EN UITRUSTINGEN. Alleen gordels die de beide schouders afgezonderd kruisen, welke onder en boven vastgesnoerd worden, zijn toegelaten (5 of 6 puntgordels). De gordels moeten met een gesp worden gesloten. We moeten speciaal aandacht hebben voor de staat van gordels. 23 A. BESCHERMING COUREUR. In de voorruit opening mag het zogenaamde Draadgaas aangebracht worden ter bescherming van de coureur. Dit mag alleen tot op de helft van de voorruit opening in de breedte gedaan worden. Deugdelijk te bevestigen door klemmen of lassen. Denk hierbij altijd aan U eigen veiligheid. Officials moeten U te allen tijde goed kunnen bereiken en op een voor hun veilige manier. Een snelopenend metalen of nylon netwerk moet aan de bestuurderszijde aangebracht worden

8 24. Helmen/oog bescherming Één ieder wordt geacht dit volgens de Europese Normen te handhaven, maar vooral om Uw eigen veiligheid te waarborgen. 25. Kleding - De coureurs dienen race overalls te dragen van brandvertragend Proban of nog beter. - Coureurs en monteurs dienen helder gekleurde race overalls te dragen, en deze dienen in netjes en in zuivere staat te zijn indien ze in het openbaar vertoond worden. - Regenkleding dient als extra gedragen te worden en niet in plaats van race overalls. - Handschoenen en balaclavas zijn aanbevolen maar als deze wettelijk verplicht worden geldt dit per direct. 26. Brandblusser Deze mag met ingang van het seizoen 2007 niet meer in de auto gemonteerd te zijn dit uit geconstateerde onveilige situaties. Wel dient elk team een 5 of 6Kg blusser te hebben in het rennerskwartier. 27. Dakkleuren: Voor de baankampioen van het voorjaar geldt dat deze een zwart wit geblokt dak moet hebben. 28. Controle Alle referenties met betrekking tot de motor, constructie, wetten en reglementen, het principe zal altijd zijn; om veranderingen of omwisselen van standaard delen aan te brengen moet specifieke toestemming gegeven worden. Auto's, motoren, en brandstof zullen steekproefsgewijs gecontroleerd worden. Illegaliteiten en weigering van controle betekent onmiddellijke schorsing van alle race faciliteiten. Vanaf 2011 geld een nieuwe procedure ivm het verlaten van de wedstrijddag. Men dient zich altijd af te melden bij de Raceleider als men op een wedstrijddag eerder dan de laatste manche van zijn klasse verreden is, het terrein wil verlaten. Dit houdt verband met de eventuele controle aan U auto. Mocht men zonder zich af te melden toch de terreinen verlaten en dat moet blijken dat U geloot bent voor controle, volgt automatisch een schorsing van drie maanden. Vanaf 2011 is een afneembaar stuur verplicht. In de voorruit moeten 2 staven van Max. 25mm doorsnee, of koker van minimaal 25mm x 25mm x 2mm aangebracht zijn. Dit door het vlak van de voorruit in drie gelijke vlakken te verdelen, afwijking van +/- 5cm naar rechts of links. Deze zijn te bevestigen doormiddel van schroeven of lassen. Vanaf 2012 gaat de volgende regel gelden; Na een koprol moet men zich bij de Doktor melden voor een Pupillen check. Wordt dit niet gedaan kunt U de daarop volgende manches niet starten. Wij worden door de aanwezige Doktor hiervan op de hoogte gehouden. Pleeg alvorens U iets doet of monteert, waarvan U niet zeker bent of dit toegestaan is, eerst overleg met de P.A.C. Dit om teleurstellingen en het doen van onnodige uitgaven te voorkomen. ALS NIET IN HET REGLEMENT STAAT HET MAG, MAG HET DUS NIET