Beeldkwaliteitplan Locatie Castor Veenendaal. 7 september 2015

Transcriptie

1 Beeldkwaliteitplan Locatie Castor Veenendaal 7 september 2015 Beeldkwaliteitplan Locatie Castor 7 september 2015 A12 architectuur bna 1

2 Beeldkwaliteitplan Locatie Castor 7 september 2015 A12 architectuur bna 2

3 Inhoudsopgave Blz. 1. Aanleiding Aanleiding Waarom een beeldkwaliteitplan? Leeswijzer 5 2. Stedenbouwkundige situatie en randvoorwaarden Hoofdstructuur Hoofdopzet bebouwing Wegenstructuur Groenstructuur Duurzame invulling Beeldkwaliteit woningtypen Beeldkwaliteit openbare ruimte Bomensingel Groene zones Woonstraten Fietssnelweg Vijgendam Fiets- en voetpaden Overige aspecten van de openbare ruimte 19 Colofon 20 Beeldkwaliteitplan Locatie Castor 7 september 2015 A12 architectuur bna 3

4 Beeldkwaliteitplan Locatie Castor 7 september 2015 A12 architectuur bna 4

5 1. Inleiding 1.1 Aanleiding Het hoveniersbedrijf en het hoofdkantoor van de Koninklijke Ginkel Groep gaan hun huidige locatie aan de Castor verlaten en zullen elders in Veenendaal een nieuwe accommodatie in gebruik gaan nemen. De vrijgekomen locatie biedt dan ruimte voor andere functies die beter aansluiten bij de aangrenzende woonwijken en het Dragonderpark. Met de herontwikkeling ontstaan daarbij mogelijkheden voor het benutten van aanwezige kwaliteiten en het opheffen van knelpunten. Een stedenbouwkundig plan geeft aan hoe dit kan plaatsvinden. Het plan voorziet in de vervanging van de bebouwing van het hoveniersbedrijf door 66 grondgebonden woningen binnen de bestaande groenstructuur. 1.2 Waarom een beeldkwaliteitplan? Het stedenbouwkundig plan en het ontwerp bestemmingsplan geven een ruimtelijke visie voor de toekomstige Locatie Castor in Veenendaal. Het bestemmingsplan biedt onvoldoende kader om de beeldkwaliteit van bouwplannen te beoordelen. Met beeldkwaliteit ligt de aandacht op sfeer, materialisatie en uitstraling van gebouwen en open ruimten. Dit beeldkwaliteitplan is een aanvulling op het stedenbouwkundig plan en beschrijft de sferen, impressies en referenties voor de uitwerking van de gebouwen en de openbare ruimte op deze locatie. Het beeldkwaliteitplan dient als toetsingskader voor de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit voor de te ontwikkelen bouwplannen van de grondgebonden woningen, alsmede voor de inrichting van de openbare ruimte. Het stedenbouwkundig plan en dit beeldkwaliteitplan zijn de belangrijke kaderstellende documenten bij de toetsing en beoordeling van het bouwplan door gemeente en Commissie Ruimtelijke Kwaliteit. Het beeldkwaliteitplan maakt integraal onderdeel uit van het bestemmingsplan Locatie Castor Leeswijzer In hoofdstuk 2 worden de belangrijkste uitgangspunten van het stedenbouwkundig plan gegeven. Hoofdstuk 3 geeft de eisen voor de beeldkwaliteit van de woningtypen weer. Voor de openbare ruimte komt dat in hoofdstuk 4 aan de orde. Beeldkwaliteitplan Locatie Castor 7 september 2015 A12 architectuur bna 5

6 Figuur 1. Stedenbouwkundig plan Locatie Castor Beeldkwaliteitplan Locatie Castor 7 september 2015 A12 architectuur bna 6

7 2. Stedenbouwkundige situatie en randvoorwaarden 2.1. Hoofdstructuur De belangrijkste kwaliteiten van het huidige gebied bestaan uit de structurerende houtwallen en bomensingels lans westelijk en oostelijk watergangen, de rij esdoorns langs het fietspad en de bomen langs de achtererven van Dissel 30-40, evenals de grote parkboom bij het zuidelijke fietspad. Behoud van deze waardevolle beplanting is het uitgangspunt. Het behoud van deze beplanting maakt het mogelijk dat ze in grote mate de structuur van de nieuwe woonwijk bepalen. Tevens ontstaat ook een onderscheid tussen het westelijk en oostelijk deel waartussen de centrale bomensingel ligt, dat thans het tuincentrum begrenst. Doel is, dat door behoud van de structurerende groene elementen, vanaf het begin dat hier mensen wonen, het groene karakter wordt beleefd. Nagenoeg vanuit alle delen van de woonwijk zijn de volwassen bomen zichtbaar. Daar waar lacunes in het groenbeeld zijn, worden bomen aangeplant. Alle woningen zijn georiënteerd op de openbare ruimte, veelal op het omringende volwassen groen. De hoofdopzet van het plangebied bestaat uit het projecteren van bouwblokken met grondgebonden woningen ter plaatse van de voormalige kassen en van de gebouwen van het hoveniersbedrijf (ten westen van de bomensingel) en bouwblokken met grondgebonden woningen aan de oostzijde (ter plaatse van de oorspronkelijke opslagterreinen). De stedenbouwkundige opzet van de Locatie Castor sluit aan op de aangrenzende woonwijken, op het Dragonderpark en op de rondweg (Kleine Beer). Met de situering van o.a. de bebouwing, wegen en openbaar groen wordt in het plan rekening gehouden met de belangen van de aangrenzende gebieden. De compositie van de bouwblokken staat in relatie tot de te behouden structurele, waardevolle beplanting op het terrein zelf. Afbeelding 1 geeft het stedenbouwkundig plan Locatie Castor weer. Het gehele plangebied wordt een woonwijk waar alleen woningen gebouwd worden. In het stedenbouwkundig plan wordt voorzien in maximaal 66 woningen. 2.2 Hoofdopzet bebouwing Twee plandelen Het plangebied kent twee delen met ieder een eigen hoofdopzet: het betreft de plandelen ten westen en oosten van de centrale houtwal. Het westelijk deel heeft de vorm van een gesloten bouwblok, dat aan de noordzijde open is en een binnenterrein heeft. Dit binnenterrein bestaat uit parkeerplekken en achtertuinen. Het oostelijke plandeel heeft een verkaveling waarbij afwisselend voorgevels, achtertuinen, en zijgevels gericht zijn op de openbare ruimte. Deze verkaveling vraagt aandacht voor de overgangen naar de openbare ruimte, inrichting van voorgevels en zijgevels. Deze opzet vraagt een architectuur die inspeelt op de ligging aan de openbare ruimte, ligging ten opzichte van bijzondere elementen zoals water of groen, zichtbaarheid van bebouwing en de ligging ten opzichte van de zon. Ditzelfde geldt voor de voor- en zijtuinen en erfafscheidingen. Ook de inrichting van de openbare ruimte vraagt aandacht: soms is het wenselijk of noodzakelijk om groen in te zetten als afscherming of verfraaiing. In dit beeldkwaliteitplan is om die reden aandacht besteed aan de erfafscheidingen, zijgevels van bebouwing en het groen in de openbare ruimte Hoofdopzet westelijk deel De bouwblokken in het westelijk deel vormen een U-vormige opzet, dat georiënteerd is op de Kleine Beer en Castor, evenals op de centrale groene strook. De aaneengesloten bebouwing staat in relatie tot de dichtere bebouwing aan de westzijde van de rotonde aan de Kleine Beer. Deze grondgebonden woningen bestaan uit twee lagen met kap. Het zijn rijwoningen in blokken van 7, 8 of 9 woningen, waarbij elk blok een verspringing heeft van ca 1,2m, om daarmee enige geleding in de relatief lange wanden te krijgen. Bij de entrees tot dit woongebied hebben de koppen van de blokken een dakopbouw vanuit de voorgevel als accenten. Daarbij zijn kopgevels die grenzen aan het openbaar gebied en volop Beeldkwaliteitplan Locatie Castor 7 september 2015 A12 architectuur bna 7

8 zichtbaar zijn, gelijkwaardig met een voorgevel. De vormgeving van deze hoekwoningen wordt hierop afgestemd. Om de privacy van de woningen langs Dissel te behouden is gekozen voor lage bouwvolumes. Daarbij zijn de noordelijke zijgevels op de eerste en tweede bouwlaag, die gericht zijn op de Dissel, dichte gevels. Naast de geslotenheid op de verdieping van deze zijgevels worden bovendien van de bestaande woningen de tuinen vergroot met ca 5m en begrensd met een muur van ca 3m hoog. Daarbij worden waar ten zuiden van de muur mogelijk bomen geplant. De parkeerplaatsen zijn aan de noordzijde en in het hof gesitueerd. Hoofdopzet oostelijk deel De hoofdstructuur ten oosten van de bomensingel bestaat uit drie parallelle bouwstroken, parallel aan de watergang van het Dragonderpark en voortzetting van de stedenbouwkundige lijn bij Dissel De bebouwing is gesitueerd op het oorspronkelijk opslagterrein, waarbij de oostelijke en westelijke wegen, die het opslagterrein begrensden, worden behouden. De situering, oriëntering en woningtypen wijken af de van Dissel, zodat de nieuwe woonwijk een zelfstandige schakel vormt tussen Dissel en Castor/Orion/Pollux. Daarom ook ligt de gevel van de meest oostelijk bouwstrook niet exact in het verlengde van dat van bijvoorbeeld Dissel 44. Deze bouwstrook is georiënteerd op het Dragonderpark en ligt aan het oorspronkelijke fietspad langs het opslagterrein. Het bestaande fietspad en de ruimte tussen dit pad en de watergang langs het Dragonderpark blijven dus behouden. Bij de entrees tot dit woongebied hebben ook in het oostelijke plandeel de koppen van de blokken een dakopbouw vanuit de voorgevel als accenten. Daarbij zijn kopgevels die grenzen aan het openbaar gebied en volop zichtbaar zijn, gelijkwaardig met een voorgevel. De vormgeving van deze hoekwoningen wordt hierop afgestemd. Net als bij het westelijk deel is om de privacy van de woningen langs Dissel te behouden, gekozen voor lage bouwvolumes. Daarbij worden bovendien van de bestaande woningen langs Dissel de tuinen vergroot met ruim 5m en begrensd door een achterpad. Figuur 2. Dwarsprofielen van het plangebied Locatie Castor Beeldkwaliteitplan Locatie Castor 7 september 2015 A12 architectuur bna 8

9 De zijgevels van de hoekwoningen, die georiënteerd zijn op de groene openbare ruimte, hebben ramen, hetgeen bijdraagt aan de sociale veiligheid. Door de aanplant van groenblijvende struiken wordt het zicht en de inkijk op de percelen Dissel beperkt. Alleen de middenstrook bevat twee bouwblokken georiënteerd op een woonstraat. Aan deze straat zijn de parkeerplaatsen gesitueerd, evenals dat het geval is in twee parkeerkoffers dwars op de woonstraat. De overige blokken grenzen met achterzijden aan een straat, aan achtertuinen of aan een parkeerkoffer. De woningen (parallel aan de centrale houtwal) hebben een carport in de achtertuin die grenst aan de openbare weg. Deze carports met prefab schuurtjes vragen gezien de ligging om meer kwaliteit, bijvoorbeeld metselwerk langs de straat. Figuur 2. Geeft dwarsprofielen van het plangebied 2.3 Wegenstructuur De gehele woonwijk wordt voor auto s ontsloten vanaf de rotonde aan de Kleine Beer. De wegenstructuur is erop gericht dat het autoverkeer vanaf de entree tot deze woonwijk op zo kort mogelijke afstand gesplitst wordt in de automobilisten gericht op de westelijke en op de oostelijke woonbuurt, en dat ze daarna op korte afstand een parkeerplaats kunnen vinden. Langs de bomensingel is een rijweg gesitueerd voor ontsluiting van de parkeerplaatsen van de westelijke woonbuurt en voor de routing van de vuilniswagen. De zuidelijk gelegen fietssnelweg (3m breed) wordt versterkt door een doorgaande verbinding tot stand te brengen langs de rijweg Castor en directe aansluiting op de rotonde. In de nieuwe situatie krijgt de fietssnelweg dus een onafgebroken verbinding met de rotonde. De verkeerssituatie wordt hierdoor voor fietsers en ook voor voetgangers veel duidelijker dan in de bestaande situatie. Het voetpad vanaf de Dissel, parallel aan de Kleine Beer, blijft behouden en legt voor voetgangers een korte verbinding naar het voetpad ten zuiden van de fietssnelweg. Vanuit de Dissel zijn er bovendien twee langzaam verkeersroutes naar de fietssnelweg met parallelle voetpad. Eén is er langs de oostzijde van de bomensingel die het hoveniersbedrijf begrensde en één aan de oostzijde, langs de watergang van het Dragonderpark. Deze routes (met een breedte van 3m) benutten de oorspronkelijke verharde wegen. Met deze langzaam verkeersroutes zal de nieuwe woonwijk onderdeel worden van het totale netwerk van routes en deel uitmaken maken van relaties met aangrenzende woonwijken. De rijweg langs de centrale bomensingel heeft een doorsteek (ca. 3m breed) door deze bomensingel, zodat er een goede doorstroming van verkeer mogelijk is. Bij calamiteiten (waarbij o.a. brandweerauto en ziekenwagen nodig zijn) is het brede pad aan de oostzijde, langs het Dragonderpark en met verbinding via Dissel bij huisnummers 48 en 50, beschikbaar. Via passende verkeersobstakels wordt ongewenst verkeer hier geweerd. De parkeerbehoefte is op grond van Stedenbouwkundige visie Locatie Castor (2007) gesteld op 1,6 parkeerplaats per woning. Dit is opgenomen in de Project Realisatie Overeenkomst (2008). Daarbij wordt bovendien voorgestaan dat er parkeergelegenheid geboden wordt voor bestemmingsverkeer (bewoners en bezoekers). Eventueel worden passende verkeersmaatregelen genomen om ongewenst verkeer te weren. Voor de inpassing van de rijwegen, parkeerplaatsen en langzaam verkeersroutes, evenals voor de inrichting van de openbare ruimte, vindt afstemming plaats met de richtlijnen uit de IVOR 2011 van de gemeente Veenendaal. Tabel 1. geeft de parkeerbalans weer. Bij de grondgebonden woningen in het oostelijk deel zijn 10 carports op eigen terrein en 55 parkeerplaatsen langs de rijwegen gesitueerd. Voor o.a. bezoekers zijn aanvullend 9 parkeerplaatsen aanwezig langs de rijweg ten westen van de centrale bomensingel. Voor deze rijweg met langsparkeren is behoud van de oostelijke rand van verharding aangehouden. Desondanks is een strook langs de bestaande bomensingel, waar een korte haag coniferen staat, verhard ten behoeve van het langsparkeren. Beeldkwaliteitplan Locatie Castor 7 september 2015 A12 architectuur bna 9

10 De route van de vuilniswagen is langs het westelijk plandeel naar het noorden en vervolgens door de bomensingel naar het oostelijk gedeelte. Aan de rechter wegzijde van deze route wordt ruimte gereserveerd voor het aanbieden van de afvalcontainers. In het westelijk plandeel zijn 14 parkeerplaatsen gesitueerd in het binnenhof en 19 parkeerplaatsen langs de muur dat de kavelgrens vormt van de woningen aan Dissel Figuren 3 tot en met 8 geven enkele straatprofielen weer. Figuur 3. Profiel EE Straatprofiel tussen muur en woongevel bij Dissel Figuur 4. Profiel FF. Straatprofiel woonstraat met carports Figuur 5. Profiel GG. Straatprofiel binnenhof. Beeldkwaliteitplan Locatie Castor 7 september 2015 A12 architectuur bna 10

11 Figuur 6. Profiel HH. Straatprofiel noordelijk parkeerstrook. Figuur 7. Profiel ll. Straatprofiel woonstraat met parkeerkoffer. Figuur 8. Profiel JJ. Straatprofiel zuidelijke parkeerstrook. Beeldkwaliteitplan Locatie Castor 7 september 2015 A12 architectuur bna 11

12 2.4 Groenstructuur Door behoud van al het structurerende en waardevolle groen blijven de meeste bomen behouden. Vanaf het betrekken van de woningen door de nieuwe bewoners zijn al volwassen bomen rondom en in de woonwijk aanwezig. Hiermee wordt een belangrijke bestaande kwaliteit bepalend voor het karakter van de nieuwe woonwijk. De structurerende beplanting in de bestaande situatie bepaalt zo ook de groenstructuur in de nieuwe woonwijk. Het pad langs de bomensingel dat het hoveniersbedrijf begrensde, blijft met naastgelegen pad behouden. Dit geldt ook voor de bomensingel parallel aan het Dragonderpark met het ernaast gelegen pad. Aan de noordzijde blijven de bomen langs percelen aan Dissel behouden. Bovendien wordt het speelveld bij Dissel 48 behouden en wordt het grootste gedeelte van het kleine opslagterrein nu ingericht als speelveld. Aan de zuidzijde blijven de forse parkboom (vleugelnoot) en de doorgeschoten beukenhaag beeldbepalend. Hier ontstaan bovendien twee kleine grasvelden voor sport- en spel. Langs het fietspad blijft de bestaande rij esdoorns behouden en wordt het verlengd tot aan de rotonde van Kleine Beer. Hierdoor begeleidt een forse esdoornlaan het gehele fietspad, zodat de groene verbinding met het Dragonderpark ruimtelijk versterkt wordt. Langs het fietspad zijn tussen de Kleine Beer en het Dragonderpark, enkele groene plekken ten behoeve van sport en spel gesitueerd. Daarbij dragen de gehele bomensingel en de behouden grasveldjes langs de watergang bij aan de groene en recreatieve uitstraling van het Dragonderpark naar de nieuwe woonwijk. Op deze wijze worden ook recreatieve functies aan het park toegevoegd. Zoals hiervoor aangegeven wordt door behoud van de structurerende groene elementen vanaf het begin dat hier mensen wonen het groene karakter beleeft. Nagenoeg vanuit alle delen van de woonwijk zijn de volwassen bomen zichtbaar of worden bomen aangeplant om de lacunes in het groenbeeld op te heffen. Alle woningen zijn georiënteerd op de openbare ruimte, veelal op het omringende volwassen groen. Aan de noord- en zuidzijde bevinden zich enkele grasvelden, die ruimten bieden voor sport en spel voor de jeugd. Grotere speelruimten zijn gesitueerd in het Dragonderpark. Ook is er ruimte voor verblijf op het verbrede pad aan de oostzijde van de centrale bomensingel. Mogelijk kan hier ook verbijzondering van de bestrating aangebracht worden. De bestaande achtertuinen van de woningen aan de Dissel 18 tot en met 28 worden voorzien van een nieuwe tuinmuur, ter vervanging van de bestaande muur van de schuren die behoorden bij het hoveniersbedrijf. Onderzocht wordt of ten zuiden van de muur groene beplanting wordt aangebracht in een strook van ca 1m. Bovendien worden de tuinen ca 5m verlengd (inclusief muur en ca 1m brede groene aanplant). Aan de zuidzijde van deze muur komt een parkeerstrook met enkele bomen. Door poorten in de muur kunnen de bewoners hun achtertuinen vanaf de parkeerstrook bereiken. Vanuit de bestaande woningen wordt het zicht op en vanaf de geprojecteerde rijwoningen verder beperkt met behulp van bomen ten zuiden van de muur en in het binnenhof. Ten zuiden van de percelen aan de Dissel 30 tot en met 40 gebruiken de bewoners een strook openbaar groen als zijnde een onderdeel van hun achtertuin. In de nieuwe situatie is de gemeente bereid onder voorwaarden deze strook tussen achterpad en tuingrens toe te voegen aan de achtertuinen. Tot de voorwaarden behoren onder ander behoud van de bestaande bomen in deze strook en aanleg van een groene afscherming tussen privé en openbare ruimte. Ten zuiden van deze grens zullen de bestaande bomen behouden worden en zullen via de aanplant van hulststruiken de doorzichten naar en vanaf de nieuwe woonwijk beperkt of ontnomen worden. Ook de vormgeving van de begrenzing van de voor- en achter tuinen van de nieuwe woningen draagt bij aan het groene beeld van de nieuwe wijk. Langs de perceelscheidingen van de achtertuinen die grenzen aan de rijwegen worden beukenhagen van 1,8m hoog aangeplant. De bergingen die georiënteerd zijn op de woonstraat staan op 1m van het voetpad. De ruimte tussen deze berging en de beukenhaag langs de perceelsgrens kan bijvoorbeeld gebruikt worden voor de stalling van de kliko s. Met de uitstraling van de voortuinen wordt ingespeeld op de ligging in het plan ten opzichte van de zon en de openbare ruimte. Een voortuin op het noorden kan minder diep en eventueel verhard, want door Beeldkwaliteitplan Locatie Castor 7 september 2015 A12 architectuur bna 12

13 schaduwwerking zal er weinig groeien. Andere voortuinen worden voorzien van een groene afscheiding. Bij voortuinen op het zuiden kan een zitplek of inspelen op de gevelindeling een meerwaarde hebben. Zie afbeelding 9. Waar mogelijk worden parkeerkoffers begrensd met hagen (of andere passende groenvoorziening) om de auto s zo veel mogelijk aan het zicht te onttrekken. Het verbrede voetpad ten oosten van de centrale groensingel krijgt een bijzondere verharding/bestratingspatroon (in overleg met de wijkbeheerder). Afbeelding 9. Situering hagen grenzend aan openbare ruimte. 2.5 Duurzame invulling Voor het plangebied wordt een duurzame gebiedsontwikkeling voorgestaan. De duurzaamheid wordt op meerdere fronten bereikt. Hiertoe behoren onder andere de afstemming van de ontwikkeling op de wensen en eisen van de bewoners en belanghebbenden en het inspelen op de sterke-zwakte analyse van het gebied, zodat de kwaliteiten benut en de knelpunten opgeheven worden. Daartoe behoren ook het zoveel mogelijk gebruik van duurzame materialen bij de realisering van de woningen en de openbare ruimte en het tegengaan van onnodig energiegebruik, alsmede indien mogelijk opwekken van energie in het plangebied. Daarbij wordt duurzaam omgegaan met de kwaliteiten van o.a. bodem, water, ecologie en groen en het tegengaan van hinder zoals van geluid en vervuiling. Beeldkwaliteitplan Locatie Castor 7 september 2015 A12 architectuur bna 13

14 3. Beeldkwaliteit woningtypen De grondgebonden woningen van zowel de westelijke als de oostelijke woonbuurt hebben een eenvoudige indeling van de voor- en achtergevels. Hierbij is het onderscheid tussen de kleuren bakstenen van de begane grond en van de verdieping beeldbepalend. Als uitgangspunt voor het beeld geldt, dat de bouwblokken aan de buitengrenzen van het plan geheel worden opgetrokken in grijze gebakken stenen met witte kleuraccenten, goten en lijsten, terwijl bij deze bouwblokken de achtergevels, aan de binnenzijde van het plan dus, in witte gebakken stenen worden opgetrokken. Deze witte gevelsteen wordt ook toegepast in de voor-, achter- en zijgevels van de bouwblokken, die geheel aan de binnenzijde van het plan liggen. Zie voor impressies afbeeldingen 12, 13 en 14. Om bij langere straatgevels de ononderbroken gootlijn te breken, zijn plaatselijk als kantelen uit de voorgevels opgetrokken dakopbouwen aangebracht. Dit vindt plaats op markante posities in de verkaveling (zie hiervoor afbeelding 10): 1,2 en 3 bij de entree van de Castor vanaf de Kleine Beer; 4 en 5 ter weerszijden van de planentree via de langzaam verkeersroute vanaf de Dissel; 6 en 7 aan beide einden van de bouwstrook aan de oostzijde van het plan, langs het stadspark. Om de lengte van de lange bouwstroken te verzachten zijn hier bovendien verspringingen in de bouwblokken opgenomen. Afbeelding 10. Situering van kantelen en verspringingen in bouwblokken Beeldkwaliteitplan Locatie Castor 7 september 2015 A12 architectuur bna 14

15 Van de hoekwoningen die georiënteerd zijn op de groene open ruimte is ook de zijgevel voorzien van enkele ramen ter bevordering van de sociale veiligheid. De zijgevels georiënteerd op Dissel en hebben op de verdieping geen ramen, ter beperking van de inkijk op hun percelen. De bouwblokken hebben bij de entrees tot de woongebieden een dakopbouw vanuit de voorgevels, ter accentuering van de entrees. Voor de vormgeving van de zijgevels is onderscheid gemaakt uit drie typen (zie figuur 11): 1. Kopgevels georiënteerd op de openbare ruimte, die gelijkwaardig zijn aan voorgevels met aandacht voor metselwerk, ramen en eventueel een entree. 2. Zijgevels die deels zichtbaarheid zijn door verspringing, knik of ligging ten opzichte van parkeerplekken, met aandacht voor ramen en metselwerk 3. Zijgevels die in verband met oriëntatie op openbare (groene) ruimte en volgens afspraak met bewoners aan de Dissel een gesloten verdieping hebben. De bergingen in de achtertuin bestaan uit houten wanden. Figuur 11: Situering type kopgevels. Beeldkwaliteitplan Locatie Castor 7 september 2015 A12 architectuur bna 15

16 Afbeelding 12. Impressie grondgebonden woningen, die georiënteerd zijn Castor/Kleine Beer, met grijze gebakken stenen en witte kleuraccenten, goten en lijsten. Afbeelding 13. Impressie grondgebonden woningen georiënteerd op centrale groene singel met witte gebakken stenen met grijze kleuraccenten, goten en lijsten. Afbeelding 14. Impressie vogelvlucht vanuit het zuidwesten gezien. Beeldkwaliteitplan Locatie Castor 7 september 2015 A12 architectuur bna 16

17 4. Beeldkwaliteit openbare ruimte 4.1 bomensingels Sfeerbeeld De bomensingels bestaan uit de centrale bomensingel, de noordelijke bomensingel en de zone tussen het oostelijke fiets- voetpad en de watergang langs het Dragonderpark. Deze bomensingels bepalen de sfeer en het beeld van Locatie Castor. De singels zijn opgeschoond, dat wil zeggen dat de onderbegroeiing, zoals struiken, is verwijderd en de bomen staan vrij in een ruig kruidenmengsel. Je kunt dus door de bomensingel, onder de kronen heen kijken. Alle bestaande gezonde bomen blijven bestaan; open plekken worden voorzien van nieuwe bomen. Groen De bomensingels bestaat uit eiken, elzen, berken, essen en beuken. Op open plekken, of ter vervanging van bomen, worden zomer- of wintereiken aangeplant. De kronen worden zover opgesnoeid dat vanaf het maaiveld minstens 2m zicht onder de kronen door is. Alleen tussen de bomen in noordelijk bomensingel worden enkele hulststruiken aangeplant om het zicht op ooghoogte te beperken. Het maaiveld van de bomensingels bestaat uit ruig beheerd gras en kruiden. Figuur 15. Ruig beheerde maaiveld en doorzicht onder de kronen. 4.2 Groene zones Sfeerbeeld De groene zones bestaan uit de doorgeschoten beukenhaag naast de vleugelnoot en de open zone met verspreide parkbomen op gras tussen het westelijke voetpad en de watergang langs de Kleine Beer, alsmede de open ruimten aan de noordrand, grenzend aan de woningen langs Dissel Deze zones hebben een open parkachtig karakter. De bomen zijn hoog opgesnoeid en staan in een grasveld. De ruimten rondom de boomstammen en de grasvelden aan de noordrand bieden gelegenheid voor verblijf, sport en spel. Groen De beukenhaag wordt zodanig gesnoeid dat er voldoende ruimte is dat het aangrenzende grasveld verblijfsruimte biedt. De westelijke groenstrook kan voorzien worden met nieuwe parkbomen. De noordelijke grasvelden zijn geschikt voor sport en spel. Beeldkwaliteitplan Locatie Castor 7 september 2015 A12 architectuur bna 17

18 4.3 Woonstraten Sfeer De woonstraten vormen de verbindingen tussen de woningen en de rijweg Castor. Het zijn rustige straten, waarlangs geparkeerd kan worden. De maximale snelheid is 30km/h. Enkele straatbomen, met ca 10m2 onverharde ruimte rondom de stam, staan naast of tussen de parkeerstroken. Hoewel langs deze straten het verkeer (autoverkeer, fietsers en voetgangers) gemengd kan worden vanwege de lage rijsnelheid van de voertuigen, zijn hier voetpaden aangelegd. Om de snelheid terug te dringen worden in de oostelijke woonstraat, ter plaatse van de afslagen naar de twee parkeerkoffers, dorpelachtige verhoging aangebracht. Dit gebeurt ook in de westelijke woonstraat, bij de afslag naar het binnenhof. Verharding De woonstraten zijn bestraat met betonklinkers, keiformaat, heidepaars in keperverband. Een parkeerplaats bestaat uit donkere betonklinkers, keiformaat in keperverband, met een rand van heidepaarse betonklinkers. De voetpaden bestaan uit grijze trottoirtegels, 30x30 cm. Tussen trottoir en rijweg en tussen gras en rijweg is een (standaard) grijze trottoirband aanwezig. De overgang van de geasfalteerde rijweg Castor naar de heidepaarse betonklinkers van de woonstraten van Locatie Castor maakt de overgang duidelijk van algemene openbare ruimte van Veenendaal naar de rustige woonwijk Locatie Castor. 4.3 Fietssnelweg Vijgendam Sfeerbeeld Het huidig beeld van de fietssnelweg wordt gecontinueerd en versterkt. Hiertoe komt er rechtstreekse verbinding met de rotonde aan de Kleine Beer, voorrang op het autoverkeer en een gladde asfaltverharding (met rode kleur). Het tracé van deze weg wordt nader uitgewerkt door de gemeente. Aan de zuidzijde wordt de rij laanbomen verlengd tot aan de rotonde. In dit gedeelte staan de esdoorns tussen het fietspad en het voetpad en tussen het fietspad en de rijweg Castor. Aan de zuidzijde van het voetpad komt een esdoornhaag, als ruimtelijke grens tussen het voetpad en de oever van de watergang. Verharding Het fietspad bestaat uit rood asfalt. Het voetpad dat naast het fietspad ligt, wordt voorzien van grijze trottoirbanden, 30x30 cm. Daar waar het fietspad de toegangsweg kruist ligt het fietspad op een voor auto s snelheidsremmend plateau. Bij de inrichting en vormgeving moet duidelijk worden dat de fietsers voorrang hebben op het autoverkeer. Figuur 16. Fietssnelweg Beeldkwaliteitplan Locatie Castor 7 september 2015 A12 architectuur bna 18

19 4.5. Fiets- en voetpaden Sfeer De oost- en westgrens van de oostelijke wijkdeel bestaan uit een brede voetpaden van minstens 3m breed, die zorgen voor verbinding van woningen aan de Dissel met Castor en met de recreatieve route langs de fietssnelweg. Verharding Het fietspad wordt voorzien van rode trottoirtegels en het voetpad van grijze trottoirtegels, 30x30 cm. Begrenzing naar aanleggende terreinen (erven en groen) bestaat uit een grijze betonband, zonder hoogteverschil met de aangrenzende terreinen. Het brede voetpad langs de oostzijde van de centrale groene zone heeft op het breedste punt van dit pad verbijzondering in de bestrating, bijvoorbeeld klinkers in wildverband. De nadere invulling zal in overleg met de beheerder plaatsvinden (zie afbeelding 9) 4.6. Overige aspecten van de openbare ruimte Erfafscheidingen Het is wenselijk dat bij de start van de bewoning van de woonwijk grenzen tussen openbaar en privé duidelijk zichtbaar zijn. Daartoe worden alle voortuinen bij de oplevering voorzien van een eenduidige voorziening, bijvoorbeeld een haag van 60cm hoog. De zij- en achtertuinen krijgen een open gaaswerk met klimop. Aan de noordrand van het binnenhof vormen een rij leilinden een belemmering van het zicht van de woningen aan de Dissel richting Castor en zorgen ze zo voor enige privacy van bewoners aan de Dissel. Rioolgemaal Het riool krijgt voorzieningen zodat er geen geurhinder ontstaat. Indien mogelijk wordt het zelfs verplaatst naar een geschikte locatie. Dit wordt nog nader onderzocht. Afvalinzameling Bij de grondgebonden woningen vindt gescheiden afvalinzameling met zogeheten kliko s plaats. Deze kunnen worden aangeboden langs de woonstraat. De vuilniswagen zal langs de levensloopbestendige woningen rijden, een doorsteek door de bomensingel maken en vervolgens langs de woningen met carports rijden. De kliko s staan opgesteld langs de rechterkant van de weg (gezien vanuit de vuilniswagen). De bewoners brengen hun kliko s naar stroken die langs de woonstraat zijn gereserveerd. Recreatie, sport en spel Langs de randen van het oostelijk wijkdeel zijn relatief kleine open ruimten voor sport en spel. Hier hoeven geen speelvoorzieningen te komen, wel bieden deze plekken waar mogelijk spelaanleidingen voor kinderen. Figuur 12. Voorbeelden van spelaanleidingen op de grasvelden Beeldkwaliteitplan Locatie Castor 7 september 2015 A12 architectuur bna 19

20 Colofon Beeldkwaliteitplan Locatie Castor, Veenendaal 7 september 2015 Auteur: A12 architectuur bna Landjuweel PG Veenendaal Opdrachtgever: Koninklijke Ginkel Groep Castor SJ Veenendaal Beeldkwaliteitplan Locatie Castor 7 september 2015 A12 architectuur bna 20

21 Beeldkwaliteitplan Locatie Castor 7 september 2015 A12 architectuur bna 21