KvL/GL Objectief meten bewegen; Resultaten en conclusies fase I state of the art en fase II patroonherkenning
|
|
- Benjamin Brouwer
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 TNO-rapport T F KvL/GL Objectief meten bewegen; Resultaten en conclusies fase I state of the art en fase II patroonherkenning Datum mei 2009 Auteur(s) SI de Vries LH Engbers VH Hildebrandt Exemplaarnummer Oplage Aantal pagina's 10 Aantal bijlagen 1 Opdrachtgever Ministerie van VWS Projectnaam Programmasubsidie 2008 Projectnummer Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, foto-kopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande toestemming van TNO. Indien dit rapport in opdracht werd uitgebracht, wordt voor de rechten en verplichtingen van opdrachtgever en opdrachtnemer verwezen naar de Algemene Voorwaarden voor onderzoeksopdrachten aan TNO, dan wel de betreffende terzake tussen de partijen gesloten overeenkomst. Het ter inzage geven van het TNO-rapport aan direct belang-hebbenden is toegestaan TNO
2 TNO-rapport 2 / 10 Inhoudsopgave 1 Inleiding Resultaten en conclusies Fase I: State of the art Resultaten fase I Directlife versnellingsmeter Conclusies fase Resultaten en conclusies Fase II: Patroonherkenning Resultaten fase II Conclusies fase II Conclusies en aanbevelingen Referenties... 10
3 TNO-rapport 3 / 10 1 Inleiding Er wordt de laatste jaren in toenemende mate gebruik gemaakt van objectieve methoden om bewegen te meten. Deze trend wordt mede ingegeven door de huidige technologische ontwikkelingen waardoor het mogelijk is geworden om tegen steeds lagere prijzen steeds nauwkeuriger en langer te meten. Het gaat hier bijvoorbeeld om de toegenomen en goedkopere opslagcapaciteit, het grootschalig beschikbaar komen van Global Positioning Systems (GPS) in mobiele telefoons en de ontwikkeling van kleine, maar hoogst intelligente stappentellers c.q. personal coaches, die het individuele beweeggedrag nauwkeurig registreren. Ook de ontwikkelingen op het gebied van hightech sensoren waarmee menselijke verplaatsingen en houdingen nauwkeurig kunnen worden geregistreerd, moet hier worden genoemd. In het project Objectief meten bewegen dat TNO Kwaliteit van Leven met financiering van het Ministerie van VWS, directie Sport heeft uitgevoerd, zijn de mogelijkheden verkend voor het ontwikkelen van een in de praktijk toepasbare objectieve methode die een zo breed mogelijk spectrum van het beweeg- en sedentaire gedrag kan meten bij de doelgroepen jeugd, volwassenen en ouderen. Om dit doel te bereiken is allereerst de literatuur op dit terrein bestudeerd en zijn via een veldverkenning de huidige technologische ontwikkelingen in kaart gebracht. De resultaten van deze fase zijn uitgebreid beschreven in het TNO-rapport Objectief meten bewegen; State of the art (De Vries et al., 2008). In de tweede fase van het project is bekeken of er meer informatie gehaald kan worden uit data verzameld met een veelgebruikt objectief meetinstrument om bewegen te meten ( ActiGraph versnellingsmeters) door gebruik te maken van geavanceerde statistische methoden. De resultaten van deze fase worden in een internationaal artikel gepubliceerd. In de huidige rapportage worden de resultaten van beide fasen van het project samengevat en worden conclusies en aanbevelingen gedaan voor vervolgonderzoek.
4 TNO-rapport 4 / 10 2 Resultaten en conclusies Fase I: State of the art 2.1 Resultaten fase I In de eerste fase van het project is met inbreng van een aantal experts een programma van eisen en wensen opgesteld waaraan een ideale objectieve methode om bewegen te meten zou moeten voldoen in de context van (grootschalig) epidemiologisch onderzoek. Naast een optimale validiteit en betrouwbaarheid is daartoe ook een aantal praktische eisen geformuleerd. Er is tevens een literatuurstudie uitgevoerd. Hieruit kwamen 13 verschillende objectieve methoden om bewegen te meten naar voren, variërend van versnellingsmeters tot voetdrukmeters. Geen van deze methoden voldeed volledig aan het opgestelde programma van wensen en eisen. In de huidige onderzoekspraktijk wordt momenteel vooral gebruik gemaakt van versnellingsmeters om de frequentie, duur en intensiteit van bewegen te meten. Aan dit type meetinstrument kleeft echter een aantal nadelen. Zo kunnen versnellingsmeters een aantal belangrijke beweegactiviteiten die van belang zijn voor het schatten van het energieverbruik niet onderscheiden of registreren (o.a. zwemmen, fietsen en traplopen). Informatie over het type activiteiten kan o.a. bijdragen aan het concretiseren van beweegnormen, het geeft inzicht in de bijdrage van verschillende activiteiten aan het totale energieverbruik en verbetert het inzicht in de dosisrespons relatie tussen verschillende beweegactiviteiten en gezondheidsmaten. Ondanks dat versnellingsmeters geen onderscheid kunnen maken tussen verschillende typen activiteiten, worden zij nog steeds veel gebruikt in onderzoek, waarschijnlijk mede omdat geen enkel ander instrument momenteel beter lijkt te voldoen aan de eerder genoemde eisen. Echter er vinden momenteel technologische ontwikkelingen plaats op het gebied van versnellingsmeters die op termijn mogelijk uitkomst bieden, te weten: De overgang van een-assige naar drie-assige versnellingsmeters. De integratie van verschillende sensoren, zoals de combinatie van een versnellingsmeter met een hartslagmeter (bijv. de Actiheart) en/of een GPS. Het literatuuronderzoek en congresbezoeken brachten daarnaast een nieuwe ontwikkeling aan het licht waarbij met geavanceerde statistische methodieken (patroonherkenning) verschillende typen activiteiten herkend kunnen worden uit versnellingsmeterdata. Hiermee wordt aan een belangrijke tekortkoming van versnellingsmeters tegemoet gekomen. Er heeft eveneens een landelijke veldverkenning in deze fase van het project plaatsgevonden waarin personen binnen zes bedrijven en drie opleidingen in Nederland zijn benaderd. Daarnaast is met een aantal deskundigen binnen de andere TNO kerngebieden een aparte interne sessie belegd. Ook de veldverkenning heeft laten zien dat er diverse veelbelovende technologische ontwikkelingen gaande zijn op het terrein van het objectief meten van bewegen. Geen daarvan is echter al zodanig uitgerijpt dat deze op dit moment een alternatief vormen voor bovengenoemde, veelbelovende combinatie van versnellingsmeter, hartslagmeter, GPS en patroonherkenningsoftware. Ook de recent op de markt gekomen newwellness solution DirectLife versnellingsmeter van Philips biedt geen soelaas. Aangezien de DirectLife pas na de eerste fase van het project naar buiten is gebracht, wordt dit apparaatje in onderstaande paragraaf nader beschreven.
5 TNO-rapport 5 / Directlife versnellingsmeter De newwellness solution DirectLife van Philips (2 x 2 cm) is de Tracmor (Philips research) drie-assige versnellingsmeter in een nieuw jasje. De Tracmor is ontworpen aan de Universiteit van Maastricht (professor Klaas Westerterp) in samenwerking met Philips Research. De Tracmor is gevalideerd in een aantal studies waarbij Klaas Westerterp betrokken is (Bouten et al., 1996; Plasqui et al., 2005; Levine et al., 2001; Westerterp et al., 1999). Uit deze studies wordt geconcludeerd dat de Tracmor geschikt is voor gebruik in wetenschappelijke studies, doordat het betrouwbare en valide data produceert (o.a. hoge correlaties met o.a. dubbel gelabeled water). Tegelijkertijd komt uit deze studies naar voren dat deze drie-assige versnellingsmeter qua resultaat niet uitgesproken beter is dan de meest gebruikte (een-assige) versnellingsmeter, de ActiGraph. Uit twee reviews van Plasqui et al. (2007) en Westerterp (2009) wordt de Tracmor expliciet genoemd als veelbelovend, maar wordt er tevens de melding gemaakt dat het apparaat (nog) niet commercieel verkrijgbaar is. De Tracmor (cq. DirectLife) meet dezelfde aspecten als de ActiGraph, dat wil zeggen de duur, frequentie en intensiteit van bewegen. Dit wordt weergegeven als activity counts als functie van de tijd. Deze score wordt omgerekend naar energieverbruik (kcal). De DirectLife is gekoppeld aan een website waarop persoonlijke feedback wordt gegeven aan de hand van een 1-week durende nulmeting. Op basis hiervan wordt een persoonlijk plan geformuleerd en kan men met behulp van de DirectLife de voortgang monitoren. Door middel van betaalde abonnementen ( 299,- per apparaat inclusief een licentie) kunnen consumenten en werkgevers van deze service gebruik maken. De verzamelde data blijft in handen van Philips. De DirectLife heeft voor onderzoeksdoeleinden naast de gekoppelde interventie (i.e., de persoonlijke website) niet een uitgesproken voordeel ten opzichte van reeds bestaande kwalitatief vergelijkbare versnellingsmeters. De DirectLife is bijvoorbeeld niet in staat om typen activiteiten te differentiëren (bijv. fietsen of traplopen). Dat wil zeggen, verschillende typen activiteiten worden vooralsnog niet apart weergegeven in de feedback voor gebruikers op de website. Overigens geeft Westerterp (2009) in zijn review, in overeenstemming met de resultaten uit het TNO-rapport Objectief meten bewegen; State of the art (De Vries et al., 2008) ook aan dat een combinatie van versnellinsgmeters met patroonherkenningsmethodieken en/of GPS de toekomst zijn van het objectief meten van bewegen. Het voordeel van de DirectLife is dat het qua draagbaarheid in vergelijking met de ActiGraph een vooruitgang heeft geboekt. Het kan los in de broekzak of aan een koortje om de nek worden gedragen, dit in tegenstelling tot de gestandaardiseerde positie (boven de heup) van de ActiGraph. Welk gevolg deze vrijheid in draagpositie heeft op de kwaliteit van de data is tot op heden niet bekend. Bovendien zijn er over de registratiecapaciteit en batterijduur van de DirectLife geen gegevens bekend, maar de verwachting is dat deze aspecten met de huidige stand der technologie geen problemen meer opleveren. Tenslotte is het belangrijk te vermelden dat de Universiteit Maastricht momenteel bezig is met een pilot onderzoek naar het gebruiksgemak van de Directlife. Al met al kan men concluderen dat er momenteel nog te veel onbekend of niet volledig uitontwikkeld is om te kunnen concluderen dat de DirectLife meerwaarde heeft ten opzichte van de ActiGraph. Grootste nadelen van de DirectLife zijn dat het apparaatje nog steeds niet commercieel verkrijgbaar is, voornamelijk ontwikkeld is voor de consumentenmarkt en dientengevolge dat de data die verzameld worden in bezit komen van Philips. Het apparaat is niet direct uitleesbaar en maakt analyses lastig. Mogelijk komt hier op termijn verandering in. Het is dus wel een apparaatje om in de gaten te houden.
6 TNO-rapport 6 / Conclusies fase 1 Uit het literatuuronderzoek, de verkenning en de congresbezoeken kan geconcludeerd worden dat het met de huidige objectieve meetmethoden nog niet mogelijk is om alle gewenste aspecten van bewegen te kunnen meten zonder daarbij afbreuk te doen aan de nauwkeurigheid, draagbaarheid of betaalbaarheid van het meetinstrument. De verwachting is dat een (verbeterde) versnellingsmeter, al dan niet geïntegreerd met andere sensoren, nu en in de nabije toekomst het meeste geschikte objectieve instrument voor het meten van bewegen zal blijven voor grootschalige epidemiologische onderzoeken. Daarom heeft TNO op basis van de State of the Art studie besloten om in een pilot de mogelijkheden van de ActiGraph versnellingsmeter in combinatie met innovatieve statistische methodieken (patroonherkenning) ten behoeve van het classificeren van verschillende typen lichamelijke activiteiten verder te verkennen en ontwikkelen. De resultaten van deze pilot staan beschreven in hoofdstuk 3.
7 TNO-rapport 7 / 10 3 Resultaten en conclusies Fase II: Patroonherkenning 3.1 Resultaten fase II In de tweede fase van het project is bekeken of met behulp van geavanceerde statistische methoden (artificiële neurale netwerk modellen 1 ) de nauwkeurigheid van versnellingsmeters verbeterd kon worden. Specifieke onderzoekvragen waren: 1.) Is het mogelijk door middel van patroonherkenning onderscheid te maken tussen verschillende typen activiteiten?; en 2.) Kan door middel van patroonherkenning een betere inschatting worden gemaakt van de intensiteit van bewegen (licht, gemiddeld en zwaar)? Om deze onderzoeksvragen te beantwoorden hebben 28 volwassen proefpersonen een gestandaardiseerd beweegparcours afgelegd waarbij zij twee ActiGraph versnellingsmeters hebben gedragen, één op de heup en één om de enkel, en een Polar hartslagmeter om de borst. Het beweegparcours (45 minuten) bestond uit de volgende activiteiten: zitten, staan, lopen, fietsen en traplopen. Alle proefpersonen hebben op twee zelfgekozen snelheden buiten gelopen en gefietst, eenmaal op een rustig tempo en eenmaal op een wat steviger tempo. Vervolgens zijn op basis van de versnellingsmeterdata twee artificiële neurale netwerk modellen ontwikkeld en getest voor het classificeren van de activiteiten. Zowel het model gebaseerd op de versnellingsmeterdata van de heup als die van de enkel waren goed in staat om de vijf verschillende typen activiteiten te onderscheiden. Vierentachtig procent van de activiteiten werd correct geclassificeerd. Echter de intensiteit van de activiteiten werd door beide modellen minder goed onderscheiden. Zo werd stevig wandelen relatief vaak geclassificeerd als rustig wandelen. Ook het onderscheid tussen stevig fietsen en rustig fietsen en het onderscheid tussen stilstaan en zitten kon met deze modellen moeilijk worden gemaakt. De volledige resultaten van deze pilot zijn vastgelegd in een artikel dat wordt ingediend bij een peer reviewed internationaal tijdschrift. 3.2 Conclusies fase II Uit de pilot kan geconcludeerd worden dat artificiële neurale netwerk modellen goed in staat zijn de activiteiten zitten, staan, lopen, fietsen en traplopen te classificeren uit versnellingsmeterdata van de heup of de enkel van volwassenen. De ontwikkelde modellen zijn echter nog niet goed in staat onderscheid te maken tussen activiteiten uitgevoerd op verschillende snelheden. 1 Artificiële neurale netwerken zijn ontworpen naar analogie van het biologische brein, m.a.w. het zijn zeer uitgebreide en onderling verbonden netwerken van neuronen. Een typisch neuraal netwerk bestaat uit drie lagen neuronen, een ingangslaag, een tussenlaag en een uitgangslaag. Door in een trainingssessie ingangswaarden met hun bijbehorende gewenste uitgangswaarden aan het netwerk aan te bieden raken bepaalde verbindingen van het netwerk ingesleten. Vervolgens worden nieuwe ingangswaarden aan het netwerk aangeboden en kan het resultaat gecontroleerd worden. Op die manier kan bepaald worden in hoeverre het netwerk 'volleerd' is, en hoe betrouwbaar de resultaten zijn.
8 TNO-rapport 8 / 10 4 Conclusies en aanbevelingen In het project Objectief meten bewegen zijn de mogelijkheden verkend voor het ontwikkelen van een in de praktijk toepasbare objectieve methode die een zo breed mogelijk spectrum van het beweeg- en sedentaire gedrag kan meten bij de doelgroepen jeugd, volwassenen en ouderen. In de eerste fase van het project kwam uit een literatuuronderzoek, een veldverkenning en congresbezoeken naar voren dat het met de huidige objectieve meetmethoden nog niet mogelijk is om alle gewenste aspecten van bewegen te kunnen meten zonder daarbij afbreuk te doen aan de nauwkeurigheid, draagbaarheid of betaalbaarheid van het meetinstrument. Wel is er een aantal veelbelovende ontwikkelingen gaande, zoals de integratie van verschillende typen sensoren en de toepassing van geavanceerde statistische methoden bij het analyseren van objectief verzamelde beweegdata. Uit de tweede fase van het project kwam uit een pilot naar voren dat de combinatie van versnellingsmeter en statistische patroonherkenningmethodieken veelbelovend is. De ontwikkelde statische modellen bleken goed in staat verschillende typen activiteiten te classificeren uit versnellingsmeterdata van de heup of de enkel. Iets wat versnellingsmeters tot op heden niet kunnen. De ontwikkelde modellen waren echter nog niet goed in staat onderscheid te maken tussen activiteiten uitgevoerd op verschillende intensiteitniveaus (bijv. rustig versus stevig fietsen). Het verdient dan ook aanbeveling deze combinatie van methoden verder te ontwikkelen. Bovengenoemde statistische patroonherkenningmethodieken kunnen mogelijk verbeterd worden door gegevens over de snelheid van een activiteit gemeten met een GPS of gegevens over de intensiteit van een activiteit gemeten met een hartslagmeter of variabelen als leeftijd, gewicht en geslacht aan de modellen toe te voegen. Tevens verdient het aanbeveling veelbelovende technologische ontwikkelingen op het gebied van beweegsensoren te blijven volgen. In de volgende fase van het project zal TNO een nieuwe pilot opzetten waarbij 30 volwassenen gevraagd worden een gestandaardiseerd beweegparcours af te leggen waarbij zij een ActiGraph versnellingsmeter en een GPS op de heup dragen, een ActiGraph versnellingsmeter om de enkel en een Polar hartslagmeter om de borst. Tevens zal bij hen lengte en gewicht worden gemeten. Het beweegparcours (50 minuten) bestaat uit de volgende activiteiten: zitten, staan, lopen, fietsen en traplopen. Alle activiteiten, met uitzondering van traplopen, zullen zowel binnen als buiten uitgevoerd worden. Binnen de onderzoekspopulatie zal worden gestreefd naar een gelijke verdeling tussen mannen en vrouwen. De nieuwe pilot heeft als hoofddoel om meer inzicht te krijgen in de toegevoegde waarde van GPS data (locatie, snelheid), hartslagdata (intensiteit) en achtergrondvariabelen als leeftijd, gewicht en geslacht in een patroonherkenningsmodel gebaseerd op versnellingsmeter data voor het classificeren van het type en de intensiteit van een activiteit. Een subdoelstelling van de pilot is om meer inzicht te krijgen in de haalbaarheid van het gebruik van de GPS-apparaten binnen onderzoeksprojecten. Specifieke vragen die met de pilot beantwoord zullen worden, zijn: 1. Bestaat er een verband tussen het aantal counts/min van de ActiGraph versnellingsmeter en de snelheid zoals weergegeven door de GPS? 2. Bestaat er een verband tussen het aantal counts/min van de ActiGraph versnellingsmeter en de hartslag zoals gemeten met een hartslagmeter?
9 TNO-rapport 9 / Wat is de toegevoegde waarde van GPS data (locatie, snelheid) in een patroonherkenningsmodel gebaseerd op versnellingsmeter data voor het classificeren van het type en de intensiteit van een activiteit? 4. Wat is de toegevoegde waarde van hartslagdata (intensiteit) in een patroonherkenningsmodel gebaseerd op versnellingsmeter data voor het classificeren van het type en de intensiteit van een activiteit? 5. Wat is de toegevoegde waarde van achtergrondvariabelen als leeftijd, gewicht en geslacht in een patroonherkenningsmodel gebaseerd op versnellingsmeter data voor het classificeren van het type en de intensiteit van een activiteit? 6. Welke combinatie van gegevens (versnellingsmeter data, GPS data, hartslag data en achtergrondgegevens) leidt tot het beste model voor het classificeren van het type en de intensiteit van een activiteit?
10 TNO-rapport 10 / 10 5 Referenties Bouten CV, Verboeket-van de Venne WP, Westerterp KR, Verduin M, Janssen JD. Daily physical activity assessment: comparison between movement registration and doubly labeled water. J Appl Physiol 1996; 81 (2): Levine JA, Baukol PA, Westerterp KR. Validation of the Tracmor triaxial versnellingsmeter system for walking. Med Sci Sports Exerc 2001; 33 (9): Plasqui G, Joosen AM, Kester AD, Goris AH, Westerterp KR. Measuring free-living energy expenditure and physical activity with triaxial accelerometry. Obes Res 2005; 13 (8): Plasqui G, Westerterp KR Physical activity assessment with accelerometers: an evaluation against doubly labeled water. Obesity 2007; 15: Vries SI de, Schermers P, Gielis F, Engbers LH. Objectief meten bewegen; State of the art. Engbers LH, Hildebrandt VH, red. Leiden: TNO Kwaliteit van Leven. TNO-rapport KvL/B&G Westerterp KR. Assessment of physical activity: a critical appraisal. Eur J Appl Physiol 2009; 105: Westerterp KR. Physical activity assessment with accelerometers. Int J Obes Relat Metab Disord 1999; 23 Suppl 3: S45-9.
Fit For the Future. Workshop Beweeggedrag meten bij kinderen met een fysieke beperking. Dr. H.J.G. van den Berg-Emons. K.M. Lankhorst PT. MSc.
Fit For the Future Workshop Beweeggedrag meten bij kinderen met een fysieke beperking Dr. H.J.G. van den Berg-Emons Erasmus MC Revalidatiegeneeskunde K.M. Lankhorst PT. MSc. HU Lectoraat Leefstijl & Gezondheid
Nadere informatieBIJDRAGE VAN LICHAMELIJKE OPVOEDING EN ACTIEF TRANSPORT AAN HET ENERGIEVERBRUIK VAN ADOLESCENTEN
BIJDRAGE VAN LICHAMELIJKE OPVOEDING EN ACTIEF TRANSPORT AAN HET ENERGIEVERBRUIK VAN ADOLESCENTEN Menno Slingerland Lectoraat fysieke activiteit en gezondheid Fontys Sporthogeschool 1 Percentage Normactief
Nadere informatieWeet/meet jij hoeveel je zit?
Weet/meet jij hoeveel je zit? Annemarie Koster, PhD Associate Professor Universiteit Maastricht - Sociale Geneeskunde 24 september 2015 1 Objectief of Subjectief? Subjectief Vragenlijst Dagboekje Objectief
Nadere informatieSleutels tot interventiesucces: welke combinaties van methodieken zorgen voor gezond beweeg- en voedingsgedrag?
TNO-rapport TNO/LS 2012 R10218 Sleutels tot interventiesucces: welke combinaties van methodieken zorgen voor gezond beweeg- en voedingsgedrag? Behavioural and Societal Sciences Wassenaarseweg 56 2333 AL
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting Het is een uitdaging om ouderen te identificeren die baat kunnen hebben bij een interventie gericht op de preventie van beperkingen in het dagelijks leven op het moment dat dergelijke
Nadere informatieSamenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek.
Samenvatting In september 2003 publiceerde TNO de resultaten van een onderzoek naar de effecten op het welbevinden en op cognitieve functies van blootstelling van proefpersonen onder gecontroleerde omstandigheden
Nadere informatieSummery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers
ummery amenvatting Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers 207 Algemene introductie Werkgerelateerde arm-, schouder- en nekklachten zijn al eeuwen
Nadere informatieDigitale Platforms: een analytisch kader voor het identificeren en evalueren van beleidsopties
TNO-rapport TNO 2015 R11271 NL Samenvatting Digitale Platforms: een analytisch kader voor het identificeren en evalueren van beleidsopties Earth, Life & Social Sciences Anna van Buerenplein 1 2595 DA Den
Nadere informatieFormulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een systematische review. Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 2
Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een systematische review Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 2 Toelichting bij de criteria voor het beoordelen van de kwaliteit van een
Nadere informatieBijlagen bij: Rapportage over meting 1 tot en met 6 van de Monitor Gezond Gewicht
Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek / Netherlands Organisation for Applied Scientific Research BIJLAGEN BIJ TNO-rapport Jeugd 2011.002 Bijlagen bij: Rapportage over
Nadere informatieHoe ziek word je van zitten?
Hoe ziek word je van zitten? Evi van Ekris EMGO + Instituut afd. Sociale Geneeskunde VU Medisch Centrum Er is altijd wat te doen Naast het stimuleren van sporten is het belangrijk bewegen meer te integreren
Nadere informatieInleiding Deel I. Ontwikkelingsfase
Inleiding Door de toenemende globalisering en bijbehorende concurrentiegroei tussen bedrijven over de hele wereld, de economische recessie in veel landen, en de groeiende behoefte aan duurzame inzetbaarheid,
Nadere informatieObjectief meten bewegen; State of the art
TNO-rapport KvL/B&G 2008.123 Objectief meten bewegen; State of the art Preventie en Zorg Wassenaarseweg 56 Postbus 2215 2301 CE Leiden www.tno.nl T +31 71 518 18 18 F +31 71 518 19 10 info-zorg@tno.nl
Nadere informatieS a m e n v a t t i n g 149. Samenvatting
S a m e n v a t t i n g 149 Samenvatting 150 S a m e n v a t t i n g Dit proefschrift richt zich op de effectiviteit van een gezinsgerichte benadering (het DMOgespreksprotocol, gebruikt binnen het programma
Nadere informatieHet gebruik van mobiele technologie ter bevordering van fysieke activiteit en gezondheid. Gymmen in de toekomst!
Het gebruik van mobiele technologie ter bevordering van fysieke activiteit en gezondheid Gymmen in de toekomst! Jan-Willem van Dijk Kris Bevelander Thabo van Woudenberg rouwer et al., 2011, Human movement
Nadere informatieOnderzoeksmogelijkheden voor de gevolgen van het opnemen van ouderschapsverlof
TNO-rapport Onderzoeksmogelijkheden voor de gevolgen van het opnemen van ouderschapsverlof Datum 29 juni 2009 Auteurs Dr. D.L. Ooms Dr. M.J. Huiskamp Alle rechten voorbehouden. Niets uit dit rapport mag
Nadere informatie- 172 - Prevention of cognitive decline
Samenvatting - 172 - Prevention of cognitive decline Het percentage ouderen binnen de totale bevolking stijgt, en ook de gemiddelde levensverwachting is toegenomen. Vanwege deze zogenaamde dubbele vergrijzing
Nadere informatieInitiatieven richting duurzame ontwikkeling ondergrond succesvoller met Grondslagen voor Governance
Behavioural and Societal Sciences Van Mourik Broekmanweg 6 2628 XE Delft Postbus 49 2600 AA Delft TNO-rapport TNO 2013 R10274 Initiatieven richting duurzame ontwikkeling ondergrond succesvoller met Grondslagen
Nadere informatieMogelijke problemen met stappentellers
Mogelijke problemen met stappentellers Stappentellers door het 10.000 stappen-project ondersteund (via onafhankelijke criteria): Yamax digiwalker (SW-200) Omron Walking Style One (ouder model) Omron Walking
Nadere informatieVitale oudere werknemer krijgt steeds meer aandacht Belangrijke rol weggelegd voor leefstijlbeleid
TNO-rapport KvL/GB 9.126 Vitale oudere werknemer krijgt steeds meer aandacht Belangrijke rol weggelegd voor leefstijlbeleid Preventie en Zorg Wassenaarseweg 56 Postbus 2215 21 CE Leiden www.tno.nl T +31
Nadere informatieInnovatieve dienstverlening. Een scenario-onderzoek onder de gebruikers van Loket.nl.
Innovatieve dienstverlening. Een scenario-onderzoek onder de gebruikers van Loket.nl. In het kader van het project Innovatieve Dienstverlening doet kenniscentrum ICOON onderzoek naar de omstandigheden
Nadere informatieTechnology-based measurement of arm-hand skill performance in daily life conditions Ry L n
Technology-based measurement of arm-hand skill performance in daily life conditions Technology-based measurement of arm-hand skill performance in daily life conditions Ry L n Ryanne Lemmenн cover_ryanne_lemmens.indd
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Docenten in het hoger onderwijs zijn experts in wát zij doceren, maar niet noodzakelijk in hóe zij dit zouden moeten doen. Dit komt omdat zij vaak weinig tot geen training hebben gehad in het lesgeven.
Nadere informatieHet voorspellen van de kans op vallen de hoeveelheid en kwaliteit van het alledaags lopen als risicofactoren
amenvatting 123 amenvatting 125 Het voorspellen van de kans op vallen de hoeveelheid en kwaliteit van het alledaags lopen als risicofactoren Vallen is één van de meest belangrijke oorzaken van letsel
Nadere informatieRapportage relatieve effectbepaling SALTO 2
TNO-rapport TNO 2015 R10073 Rapportage relatieve effectbepaling SALTO 2 Earth, Life & Social Sciences Princetonlaan 6 3584 CB Utrecht Postbus 80015 3508 TA Utrecht www.tno.nl T +31 88 866 42 56 Datum 14
Nadere informatieDe wijde wereld in wandelen
127 De wijde wereld in wandelen Valrisico schatten door het meten van lopen in het dagelijks leven Om een stap verder te komen in het schatten van valrisico heb ik het lopen in het dagelijks leven bestudeerd.
Nadere informatieValidatie schattingsmethodiek Defensie. Rapportage Klankbordgroep
Validatie schattingsmethodiek Defensie Rapportage Klankbordgroep 21 december 2011 Rapportage Klankbordgroep Inleiding / Samenvatting De Klankbordgroep heeft op verzoek van het ministerie van Defensie toezicht
Nadere informatieBepaling van het energetische rendement van het warmteterugwinapparaat Euroair325 Meetbrief volgens EN 308/EN
TNO-briefrapport TNO 2012 M10896 Bepaling van het energetische rendement van het warmteterugwinapparaat Euroair325 Meetbrief volgens EN 308/EN 13141-7 Technical Sciences Laan van Westenenk 501 7334 DT
Nadere informatie218 SAMENVATTING De prevalentie van overgewicht en obesitas bij kinderen is de laatste jaren sterk toegenomen. In Nederland hebben 12.8% van de jongen
Samenvatting 217 218 SAMENVATTING De prevalentie van overgewicht en obesitas bij kinderen is de laatste jaren sterk toegenomen. In Nederland hebben 12.8% van de jongens en 14.8% van de meisjes overgewicht,
Nadere informatieGebitsletsel door sport
TNO-rapport KvL/B&G/2009.004 Gebitsletsel door sport Preventie en Zorg Wassenaarseweg 56 Postbus 2215 2301 CE Leiden www.tno.nl T +31 71 518 18 18 F +31 71 518 19 10 info-zorg@tno.nl Datum 13 januari 2009
Nadere informatieMethodologie voor onderzoek in de verpleegkunde. Foeke van der Zee
Methodologie voor onderzoek in de verpleegkunde Foeke van der Zee Inhoudsopgave 1. Onderzoek, wat is dat eigenlijk... 1 1.1 Hoe is onderzoek te omschrijven... 1 1.2 Is de onderzoeker een probleemoplosser
Nadere informatieSamenvatting. Introductie
143 Introductie Werpers spelen een belangrijke rol in honkbalwedstrijden en hebben een groot aandeel in het wedstrijdresultaat. Het succes van een werper wordt voor een belangrijk deel bepaald door diens
Nadere informatieWelkom bij de workshop Aan de slag met de beweegrichtlijnen? Robert Gelinck 13 mei 2019
Welkom bij de workshop Aan de slag met de beweegrichtlijnen? Robert Gelinck 13 mei 2019 Vraag minister aan Gezondheidsraad Update Nederlandse Norm Gezond Bewegen, Fitnorm en Combinorm vanuit gezondheidsperspectief.
Nadere informatieReinaerdt deuren BV Postbus AA Haaksbergen
Efectis Nederland BV Efectis Nederland-rapport 2009-Efectis-R0111 Beoordeling van de brandwerendheid in de zin van Bijlage A van NEN 6069:2005 van houten, beglaasde wanden, al dan niet voorzien van deuren
Nadere informatieKopie van het rapport opgesteld door TNO kwaliteit van leven,
Kopie van het rapport opgesteld door TNO kwaliteit van leven, Leiden, februari 2007 Lichamelijke belastingintensiteit van Lasersquash Inleiding Het is inmiddels algemeen geaccepteerd dat voldoende lichaamsbeweging
Nadere informatieHet gebruik van de Wigli tijdens kantoorwerk
TNO Kwaliteit van Leven TNO-rapport R09433/031-20074 Het gebruik van de Wigli tijdens kantoorwerk Arbeid Polarisavenue 151 Postbus 718 2130 AS Hoofddorp www.tno.nl/arbeid T 023 554 93 93 F 023 554 93 94
Nadere informatieProtocol Actigraph (wgt3x+)
Protocol Actigraph (wgt3x+) De wgt3x+ is een draadloze triaxiale accelerometer voor het monitoren van dagelijkse activiteiten. De gemeten activiteiten kunnen op 3 assen geanalyseerd worden en bepalen daarnaast
Nadere informatieOptimalisatie van de eerste klinische studies in bi ondere patie ntengroepen: op weg naar gebruik van semifysiologische
Nederlandse samenvatting Optimalisatie van de eerste klinische studies in bi ondere patie ntengroepen: op weg naar gebruik van semifysiologische farmacokinetische modellen Algemene inleiding Klinisch onderzoek
Nadere informatieGeluidabsorptie van een aantal Sonaspray constructies
Stieltjesweg 1 Postbus 155 2600 AD Delft TNO-rapport MON-RPT-033-DTS-2008-00750 Geluidabsorptie van een aantal Sonaspray constructies www.tno.nl T +31 15 269 20 00 F +31 15 269 21 11 Datum 5 maart 2008
Nadere informatieLaagdrempelige zorg op afstand
Laagdrempelige zorg op afstand Gemoedsrust voor gebruiker als zorgverleners State of the art en 55+ proof Healthcare Technology Tour 2014 24 april 2014 Ambitie Gociety: Morgen: Geavanceerde sensoren en
Nadere informatieLanger leven? LICHAAMSBEWEGING EN Meer bewegen. Marjolein Visser. ACA Congres 2012
ACA Congres 2012 LICHAAMSBEWEGING EN SUCCESVOL OUDER WORDEN Meer bewegen - Afdeling Gezondheidswetenschappen, Faculteit der Aard- en Levenswetenschappen, Vrije Universiteit; - Afdeling Epidemiologie en
Nadere informatieHoofdstuk 1: Inleiding 1.1 Achtergrond
Hoofdstuk 1: Inleiding 1.1 Achtergrond Het wordt algemeen erkend dat de werkzaamheid van geneesmiddelen bij kinderen kan afwijken van die bij volwassenen. Om te komen tot passende farmacotherapeutische
Nadere informatiePRESS BOOK // METEN VAN DE ACTIVITEIT //
PRESS BOOK // METEN VAN DE ACTIVITEIT // 2014 Bij Geonaute zijn we ervan overtuigd dat elektronica de sport verrijkt door ze te vernieuwen en op te waarderen. We bedenken en creëren onze producten en
Nadere informatiesa m e n v A t t i n G
sa m e n v A t t i n G In dit proefschrift staat de samenwerking tussen ouders, revalidatieprofessionals en onderwijsprofessionals in de zorg voor kinderen met een cerebrale parese (CP) centraal. Het belang
Nadere informatieBepaling van functiebehoud bij brand volgens NPR 2576: 2005 van JMV bevestigingsbeugels, type FBB 6, 8, 10, 12, 14, 16, 19 en 25 mm
TNO-rapport 2005-CVB-R0485 Bepaling van functiebehoud bij brand volgens NPR 2576: 2005 van JMV bevestigingsbeugels, type FBB 6, 8, 10, 12, 14, 16, 19 en 25 mm Centrum voor Brandveiligheid Van Mourik Broekmanweg
Nadere informatieAanpak fysieke onderbelasting
Aanpak fysieke onderbelasting Aanbevelingen voldoende bewegen tijdens het werk Dianne Commissaris Marjolein Douwes, Michiel de Looze, Elsbeth de Korte, Noortje Schoenmaker, Vincent Hildebrandt TNO Kwaliteit
Nadere informatieHet meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Onderste extremiteit Bewegingsapparaat (Overige, ongespecificeerd)
Uitgebreide toelichting van de subcategorie Activiteiten-monitoring: Stappenteller, pedometer 30-05-2007 review: B.C Bongers invoer: I. Dackweiler 1 Algemene gegevens Lichaamsregio Aandoening (ICD) Domein
Nadere informatieValidatie CO2-reductiemodel Nuon warmtenetten Publieke samenvatting. TNO-rapport TNO 2018 R10435
TNO-rapport TNO 2018 R10435 Validatie CO2-reductiemodel Nuon warmtenetten 2017 Leeghwaterstraat 44 2628 CA Delft Postbus 6012 2600 JA Delft www.tno.nl T +31 88 866 22 00 Publieke samenvatting Datum 19
Nadere informatieicoach, een Web-based en Mobiele Applicatie voor Stoppen-met-roken: Verschillen tussen Gebruikersgroepen, Beïnvloedende Factoren voor Adherence,
icoach, een Web-based en Mobiele Applicatie voor Stoppen-met-roken: Verschillen tussen Gebruikersgroepen, Beïnvloedende Factoren voor Adherence, en het Verband tussen Adherence en Effect icoach, a Web-based
Nadere informatieSamenvatting (Summary in Dutch)
Samenvatting (Summary in Dutch) Dit proefschrift bestudeert het gebruik van handelskrediet in de rijstmarkten van Tanzania. 18 We richten ons daarbij op drie aspecten. Ten eerste richten we ons op het
Nadere informatieProjectplan overzicht (deel 1)
Projectplan overzicht (deel 1) Naam umc Projectleider + email Titel activiteit Programmathema Werkplaats Draagt bij aan de volgende deliverables -zie programma- Algemeen VUmc Koen Neijenhuijs; k.i.neijenhuijs@vu.nl
Nadere informatieSAMENVATTING. MVW_proefschrift_170x240_17042013.indd 172
SAMENVATTING MVW_proefschrift_170x240_17042013.indd 172 ALIFE@WORK DE EFFECTEN VAN EEN LEEFSTIJLPROGRAMMA MET BEGELEIDING OP AFSTAND VOOR GEWICHTSCONTROLE BIJ WERKNEMERS ACHTERGROND Overgewicht, waarvan
Nadere informatieLage SES mannen en voorbeeldgedrag
TNO-rapport KvL/GB 2009.100 Lage SES mannen en voorbeeldgedrag Preventie en Zorg Wassenaarseweg 56 Postbus 2215 2301 CE Leiden www.tno.nl T +31 71 518 18 18 info-zorg@tno.nl Datum November 2009 Auteur(s)
Nadere informatieSport & Gezondheid. Arnhem, Juli 2012
Sport & Gezondheid Arnhem, Juli 2012 Positieve gezondheidseffecten van sporten en bewegen Er zijn een aantal aandoeningen waarvan bewezen is dat het risico hierop wordt verkleind, of de aandoening kan
Nadere informatieFactsheet nulmeting pilot-onderzoek B-Fit bij kinderen, jongeren en volwassenen
TNO-rapport KvL/GB 2009.111 Factsheet nulmeting pilot-onderzoek B-Fit bij kinderen, jongeren en volwassenen Preventie en Zorg Wassenaarseweg 56 Postbus 2215 2301 CE Leiden www.tno.nl T +31 71 518 18 18
Nadere informatieBerekening van de saliniteit uit de geleidendheid en de temperatuur
Berekening van de saliniteit uit de geleidendheid en de temperatuur Project: NAUTILUS Werkdocument: RIKZ/OS-98.145X Ministerie van Verkeer en Waterstaat In opdracht van: Directie Noordzee Directie Zuid-Holland
Nadere informatieVerminderen van de impact van geriatrische aandoeningen door fysieke activiteit
Verminderen van de impact van geriatrische aandoeningen door fysieke activiteit Eén van de belangrijkste gevolgen van veroudering en geriatrische aandoeningen is het ontstaan van beperkingen. De weg van
Nadere informatieNEDERLANDSE SAMENVATTING. Nederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting 121 Dit proefschrift beschrijft een onderzoek naar nieuwe biomarkers voor het beter classificeren van rectumtumoren. Hoofdstuk 1 betreft een algemene inleiding. Rectum- of endeldarmkanker
Nadere informatieOntwikkeling van een beweegnorm voor ouderen in verpleeg- en verzorgingshuizen
TNO-rapport KvL/B&G 2008.046 Ontwikkeling van een beweegnorm voor ouderen in verpleeg- en verzorgingshuizen Preventie en Zorg Wassenaarseweg 56 Postbus 2215 2301 CE Leiden www.tno.nl T +31 71 518 18 18
Nadere informatieDe inzet van familienetwerkberaden in de jeugdzorg:
De inzet van familienetwerkberaden in de jeugdzorg: Een systematische review en meta-analyse van de uitkomsten van studies naar de effectiviteit van familienetwerkberaden Universiteit van Amsterdam, Forensische
Nadere informatieBeslissingscriteria meerwaarde integreer baar in de hoofdtelefoon van User Experience Muziekervaring Haalbaarheid. Hoe innovatief is het idee?
Beslissingscriteria Biedt het concept een meerwaarde aan de? Is het concept integreer baar in de (fysiek, niet puur software)? Meerwaarde op vlak van User Experience? Muziekervaring verbeteren?. Is de
Nadere informatieEffectiveness of a self-regulated remedial program for handwriting difficulties
Effectiveness of a self-regulated remedial program for handwriting difficulties Van Waelvelde, De Roubaix A, Steppe L, et al. (2017) Effectiveness of a self-regulated remedial program for handwriting difficulties.
Nadere informatiePIMEX Fysieke belasting
PIMEX Fysieke belasting NVvA Symposium, 21 maart 07 Sessie 1H: Aanpak fysieke belasting Giel Beijer, arbeidshygiënist, ArboUnie Oss Janneke Mikkers Jolanda Willems Petra Beurskens 1 PICTURE MIX EXPOSURE
Nadere informatieSchoorsteentechniek Brummen BV Dhr. E. Kurble Postbus AA BRUMMEN
TNO-rapport 22-CVB-R5576 Bepaling van de brandveiligheid van het STB dubbelwandig schoorsteensysteem met omkokering van Schoorsteentechniek Brummen B.V. toegepast als rookgasafvoersysteem van stooktoestellen
Nadere informatieBEWEGEN IN NEDERLAND 2000-2010
R E S U LTAT E N T N O - M O N I TO R B E W EG E N E N G E ZO N D H E I D BEWEGEN IN NEDERLAND 2000-2010 Sinds 2000 meet de TNO-Monitor Bewegen en Gezondheid trends in het beweeggedrag van de Nederlandse
Nadere informatieWat kan kunstmatige intelligentie voor het huishouden betekenen
Onderzoeksrapport Wat kan kunstmatige intelligentie voor het huishouden betekenen Auteur: Rob Vlaar Versie: 0.1 Datum: 13 mei 2012 ITopia is onderdeel van de Hogeschool van Amsterdam Samenvatting Deze
Nadere informatieBewegen in Nederland 2000-2010
R e s u ltaten tno - M on i tor B ewegen en G ezond h e i d Bewegen in Nederland 2000-2010 Sinds 2000 meet de TNO-Monitor Bewegen en Gezondheid trends in het beweeggedrag van de Nederlandse bevolking om
Nadere informatieOnderzoek Nefit Topline CV-ketels
TNO-rapport TNO 2018 R11383 Onderzoek Nefit Topline CV-ketels Leeghwaterstraat 44 2628 CA Delft Postbus 6012 2600 JA Delft www.tno.nl T +31 88 866 22 00 Datum 19 november 2018 Auteur(s) Aantal pagina's
Nadere informatieSupplement op rapport regionale studie aardwarmtepotentie provincie Limburg
TNO-rapport TNO 2012 R11208 Supplement op rapport regionale studie aardwarmtepotentie provincie Limburg Princetonlaan 6 3584 CB Utrecht Postbus 80015 3508 TA Utrecht www.tno.nl T +31 88 866 42 56 F +31
Nadere informatieOp weg naar een ambulante methode voor het meten van rugbelasting op de werkplek
SAMENVATTING Op weg naar een ambulante methode voor het meten van rugbelasting op de werkplek Pijn in de lage rug is een belangrijk medisch en economisch probleem in de westerse samenleving. Uitkomsten
Nadere informatieSensor technologie: huidige en toekomstige mogelijkheden voor real-time persoonlijke blootstellingsmetingen bij werknemers
Sensor technologie: huidige en toekomstige mogelijkheden voor real-time persoonlijke blootstellingsmetingen bij werknemers NVvA symposium, (Zeist, 12-4-2018) Max Hennekes, MSc NVvA symposium 2018 1 Overzicht
Nadere informatieStructuur van wetenschappelijke verslagen
Structuur van wetenschappelijke verslagen In de wetenschap is een structuur ontwikkeld voor de verslaglegging van toegepast onderzoek. Deze structuur wordt in de meeste wetenschappelijke artikelen aangehouden
Nadere informatieBEWEGEN IN NEDERLAND
BEWEGEN IN NEDERLAND 2000-2012 Sinds 2000 meet de TNO-Monitor Bewegen en Gezondheid trends in het beweeggedrag van de Nederlandse bevolking om het beleid van de overheid te evalueren. In 2012 bewoog 70
Nadere informatieBEWEGEN IN NEDERLAND 2000-2013
BEWEGEN IN NEDERLAND 2000-203 TNO-MONITOR BEWEGEN EN GEZONDHEID De TNO-Monitor Bewegen en Gezondheid, onderdeel van Ongevallen en Bewegen in Nederland (OBiN), is een continue uitgevoerde enquête naar het
Nadere informatieBepaling R bf en R bw volgens NEN 1068:2012 bij toepassing kruipruimte isolatie (Drowa chips en EPS-platen)
TNO-rapport TNO 2015 R10125 Bepaling R bf en R bw volgens NEN 1068:2012 bij toepassing kruipruimte isolatie (Drowa chips en EPS-platen) Gebouwde Omgeving Van Mourik Broekmanweg 6 2628 XE Delft Postbus
Nadere informatieMeten van lichamelijke activiteit van kinderen: vragenlijsten vergeleken met versnellingsmeter
Meten van lichamelijke activiteit van kinderen: vragenlijsten vergeleken met versnellingsmeter D.F. Schokker, 1 K.D. Hekkert, 1 P.L. Kocken, 1 C.L. van den Brink, 2 S.I. de Vries 1 Inleiding: De mate van
Nadere informatieDe Relatie tussen de Fysieke Omgeving en het Beweeggedrag van Kinderen gebruik. makend van GPS- en Versnellingsmeterdata
De Relatie tussen de Fysieke Omgeving en het Beweeggedrag van Kinderen gebruik makend van GPS- en Versnellingsmeterdata The relationship Between the Physical Environment and Physical Activity in Children
Nadere informatieBelastingproeven PVC stellingkasten
TNO-rapport TNO-034-DTM-2010-04905 Belastingproeven PVC stellingkasten Van Mourik Broekmanweg P.O. Box 49 2600 AA Delft The Netherlands www.tno.nl T +31 88 866 30 00 F +31 88 866 30 10 wegwijzer@tno.nl
Nadere informatieDorine Collard (Mulier instituut) Peter-Jan Mol (KCsport) namens het SMART MOVES! consortium 1
Dorine Collard (Mulier instituut) Peter-Jan Mol (KCsport) namens het SMART MOVES! consortium 1 2 Er is in toenemende mate aandacht voor de mogelijke positieve effecten van bewegen op cognitieve processen
Nadere informatieSamenvatting Onderzoeksrapportage ReSpAct Deel II
Samenvatting Onderzoeksrapportage ReSpAct Deel II Femke Hoekstra, Trynke Hoekstra Inleiding Het programma Revalidatie, Sport en Bewegen Het doel van het programma Revalidatie, Sport en Bewegen is het stimuleren
Nadere informatieOostzaan Buiten gewoon
GESCAND OP Gemeente Oostzaan Buiten gewoon Gemeenteraad Oostzaan P/a Postbus 20 153OAA Wormeriand - 8 APR. Comeents Oostzaan Gemeentehuis ockadrcs Kerkbuurt 4, 1 511 BD Oostzaan Postadres Postbus 20, 1
Nadere informatieKlantprofilering. Objectieve meting voortgang en resultaten trajecten
Klantprofilering Objectieve meting voortgang en resultaten trajecten Concept projectvoorstel, versie 0.4 26 oktober2004 Documenthistorie Versie/Status Datum Wijzigingen Auteur 0.1 16/06/2004 B.G. Langedijk
Nadere informatieVerwijdering van gascondensaat uit productiewater
Utrechtseweg 48 3704 HE Zeist Postbus 360 3700 AJ Zeist TNO-rapport TNO 2017 R10312 Final report Verwijdering van gascondensaat uit productiewater www.tno.nl T +31 88 866 60 00 F +31 88 866 87 28 Datum
Nadere informatieDeelrapportage 1: Opzet van het project. Project verandering van spijs. TNO Kwaliteit van Leven. TNO-rapport. KvL/APRO/2007.
TNO Kwaliteit van Leven TNO-rapport KvL/APRO/2007.198/11410/Hef/stn Deelrapportage 1: Opzet van het project Arbeid Polarisavenue 151 Postbus 718 2130 AS Hoofddorp www.tno.nl/arbeid T 023 554 93 93 F 023
Nadere informatieEn zijn mogelijkheden. Joost Vos, Student nr:
En zijn mogelijkheden Joost Vos, Student nr: 1635179 Selftracking and the Quantified Self movement are a contemporary process into the mystery, part of our feeble attempt to figure out who we are Bron:
Nadere informatieVoorwoord... iii Verantwoording... v
Inhoudsopgave Voorwoord... iii Verantwoording... v INTRODUCTIE... 1 1. Wat is onderzoek... 2 1.1 Een definitie van onderzoek... 2 1.2 De onderzoeker als probleemoplosser of de onderzoeker als adviseur...
Nadere informatieSamenvatting Onderzoek Pilot ISO Milieuprestatiemeting
Samenvatting Onderzoek Pilot ISO 14001 Milieuprestatiemeting 28 november 2018 door Mart van Assem N181101 VERSI E 28 NOVEMB ER 2018 SAMENVATTING ONDERZOEK PILOT ISO 14001 MILIEUPRESTATIEMETING 1 1 Achtergrond
Nadere informatieCOACH methode EEN EVIDENCE BASED METHODE OM MENSEN MET BEWEGINGSARMOEDE TE STIMULEREN OM MEER TE BEWEGEN
COACH methode EEN EVIDENCE BASED METHODE OM MENSEN MET BEWEGINGSARMOEDE TE STIMULEREN OM MEER TE BEWEGEN - wetenschappelijke eindrapportage SAMENVATTING Dr. M.H.G. de Greef Interfacultair Centrum Bewegingswetenschappen,
Nadere informatieHet vormen van een eerste indruk en vertrouwen in virtuele project teams (2)
Het vormen van een eerste indruk en vertrouwen in virtuele project teams (2) Ellen Rusman 18 februari 2008 m.m.v. Prof. Dr. M. Valcke Gastcollege Praxis, Pedagogische wetenschappen Universiteit Gent Probleemstelling
Nadere informatiePaper 3 Onderzoeksinstrumenten
Paper 3 Onderzoeksinstrumenten Auteur: Erik de Vries Gonggrijp September/oktober 2014 1 Inhoudsopgave 1: samenvatting paper 1 blz. 22 2: beschrijving van de onderzoeksmethode blz. 22 Literatuur blz. 28
Nadere informatieRapportage voor Saffier De Residentiegroep. Lerende Evaluatie: De stand voor de transitie naar een nieuw woonzorgconcept
Rapportage voor Saffier De Residentiegroep Lerende Evaluatie: De stand voor de transitie naar een nieuw woonzorgconcept 24 februari 2015 Lerende Evaluatie: De stand voor de transitie naar een nieuw woonzorg-
Nadere informatieTNO Runalyser; real time monitoring van looptechniek. John Willems
TNO Runalyser; real time monitoring van looptechniek John Willems Inhoud Korte intro TNO Wat is runalyser? Waarom runalyser? Voorbeeld data runalyser Onderzoek naar running economy Toekomst 2 TNO personal
Nadere informatiePubliekssamenvatting Onderzoek sportdeelname. Gemeente Zeewolde
Publiekssamenvatting Onderzoek sportdeelname Gemeente Zeewolde 16 2 Achtergrond en doel onderzoek De gemeente Zeewolde heeft recentelijk haar ambities verwoord in nota sport en bewegen met de titel Sportief
Nadere informatieProgramma. - Construct-> dimensies -> indicatoren -> items vragenlijst. - Pilot met de vragenlijst. - Plannen van het onderzoek.
Bijeenkomst 3 1 Programma Mini-presentaties Vragenlijst maken Kwaliteit van de vragenlijst: betrouwbaarheid en validiteit Vooruitblik: analyse van je resultaten Aan de slag: - Construct-> dimensies ->
Nadere informatieHet meten van loopkarakteristieken
SAMENVATTING Ongeveer 45% van alle mensen na een beroerte valt tenminste één keer per jaar. Een val kan leiden tot tijdelijk letsel zoals een gebroken heup. Ook leidt vallen bij mensen met een beroerte
Nadere informatieNulmeting Zwolle Gezonde Stad 2009. Ingrid van Aart, Silvia de Roos en Tommy Visscher 13 september 2012, CIAO bijeenkomst
Nulmeting Zwolle Gezonde Stad 2009 Ingrid van Aart, Silvia de Roos en Tommy Visscher 13 september 2012, CIAO bijeenkomst Inhoud - Doelstellingen - Indicatoren - Gebruikte bronnen/ meetinstrumenten - Ervaringen/
Nadere informatieEffectiviteit van veiligheidsverbeterprogramma's (VVP s)
Effectiviteit van veiligheidsverbeterprogramma's (VVP s) Behavioural Based Safety Laurens Clignett en Johan Gort Oefening in veranderen (leren veranderen) Doel van de oefening Inzicht in wat verandering
Nadere informatieInternetpeiling ombuigingen
Internetpeiling ombuigingen In opdracht van: Gemeente Sittard-Geleen januari 2012 Flycatcher Internet Research, 2004 Dit materiaal is auteursrechtelijk beschermd en kopiëren zonder schriftelijke toestemming
Nadere informatiePeer review van RIVM-rapport Gezondheidsonderzoek vliegbasis Geilenkirchen
TNO-rapport TNO 2014 R11375 Peer review van RIVM-rapport Gezondheidsonderzoek vliegbasis Geilenkirchen Earth, Life and Social Sciences Princetonlaan 6 3584 CB Utrecht Postbus 80015 3508 TA Utrecht www.tno.nl
Nadere informatieOndersteuning en certificering van digitaal leren voor laagopgeleiden
Ondersteuning en certificering van digitaal leren voor laagopgeleiden Kaders voor een digitale leer- en oefenomgeving Onderzoekssamenvatting Drs. Maurice de Greef Onderzoeker, Adviseur en Trainer Artéduc
Nadere informatie