Les 2 werkplaats (uitgewerkt Flits-verslag)

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Les 2 werkplaats (uitgewerkt Flits-verslag)"

Transcriptie

1 Les 2 werkplaats (uitgewerkt Flits-verslag) (J = jongen, M = meisje, ( ) = stilte, ( ) = onbelangrijk, [...] = stukje overgeslagen ) M: (slaat syllabus open) J: (kijkt mee) O ja, wat moeten we doen? We gaan gewoon bij opdracht 10 beginnen, joh. (zoekt opdracht op op computer) Ik begin effe bij de stok. (krijgt ondertussen lijst om in te vullen) M: O ja, dit is gewoon natuurkunde. J: O ja? Wat moet je doen? M: Hier je ziet dat het balletje steeds naar de balk bla, bla, bla (is verbaasd over wat op het scherm staat). J: Ja hoor, ik heb een andere foto gepakt. (klikt met muis) Kijk, we gaan gewoon weer terug. [...] M: Kom eens. (pakt de muis en gaat ermee naar het gele gedeelte in het scherm) J: (draait zich om en kijkt naar wat er achter hem gebeurt, draait terug) Zo, ik snap hem. M: Nou al? J: Ja, nou al. Zo, ze klikken hier ergens. Hier. (klikt nu op de balletjes) Moet je zien, dan krijg je hem hier in de (maakt zin niet af, maar doelt op het blokje ernaast) Jaha! Maar waarom moesten we nou de hele tijd op animeer drukken enzo? M: Weet ik niet. J: Zo. (kijken allebei naar de grafiek die ontstaat op het scherm) En nu? Wat moet je hiermee? Moeten we hem verder laten gaan ofzo? M: Nee, nou gaan we naar 10 J: Aha! Ik snap hem. M: Wat? J: O nee, ik snap hem niet. (Schuift weer naar beneden langs balletje) Kijk, daar gaat het balletje. Zie je het? M: Ja, cool. J: Okay. (Schuift helemaal naar beneden langs het balletje en komt weer boven uit). Okay, het is genoeg. Page 1

2 M: Dan: andere foto is stok. J: Stok. (klikt naar de andere foto) M: (Leest de opgave voor). J: Moet je dan de stipjes? M: Ja, je moet de stipjes eerst op het midden zetten en dan op de uiteinden ervan en dan hoe de bewegingen verschillen. J: (Klikt er net naast). O, ahum. M: Fout. J: Nou, dit is het midden. M: Nee, hij moet toch daar (wijst naar plek op foto) J: Ja, weet ik, maar gaat wel zo. (klikt wat met de muis) [...] J: Ja. En nu? M: Het uiteinde. Dat moet je rood aanklikken ofzo. (Wijst punt op foto aan). J: Welk uiteinde? M: Een uiteinde. J: Die? (Klikt er 1 aan links op de foto). M: Ja die. (jongen klikt) En dan die. (jongen klikt op punt rechts daarvan) En die. (etc., dan:) Het klopt niet. (wijst aan op het scherm) Kijk, hier bij 5 O, wacht J: Het klopt wel. M: O ja, ja, okay. (jongen gaat de foto langs en klikt op alle uiteinden, ze staren even naar het scherm) En nou hieronder kijken. Kijk die blauwe die gaat gewoon een beetje gelijk en die (wijst de lijn daarboven aan) gaat helemaal mmmmmmm (maakt schommelende lijn met haar pen). Page 2

3 J: Ze gaan tegen elkaar in. Als de een lager wordt, wordt de ander hoger. M: Cool J: Ja, he (M leest en schrijft in syllabus, J leest mee) Flits hierbij hebt gebruikt (J drukt wat toetsen in rechts op het toetsenbord, dat werkt kennelijk niet, geven M en J commentaar op, klikt weer wat op het scherm) Michiel: Lukt het jullie een beetje? J + M: Jawel Michiel: Wat hebben jullie bij die stok gevonden? (jongen schuift door foto met stok heen) Ah, ziet er netjes uit. J: Ja, ja Michiel: Wat was de vraag bij de stok? J: Wat was de vraag (M + J kijken in syllabus) M: De verschillende bewegingen. Michiel: Verschillen de bewegingen of niet? J: Jawel. De blauwe die gaat op en neer. Als de blauwe omhoog gaat, dan gaat de rode naar beneden en andersom. M: Die blauwe is redelijk constant volgens mij. J: Ja, maar die gaat ook een beetje (kijken alledrie een tijdje naar het scherm) J: Die rode die golft er in ieder geval doorheen en die blauwe niet. Michiel: En wat betekent dat, zo n beweging? (J en M denken tijdje na) J: Dat zou ik niet weten. Michiel: Wat staat er in deze grafiek? Wat betekenen de staafjes? (J herhaalt de vraag) M: De afstand tot de onderkant. Michiel: Dat lijkt wel een beetje, he, omdat hij ook zo golft. M: Ja. J: Nee, afstand tot de bovenkant. Michiel: Kijk, deze grafiek heet de verplaatsingsgrafiek. (kijken weer even naar het scherm) J: Afstand, het gaat over de afstand. Michiel: Ja, maar het is niet de afstand tot de onderkant. J: Nee, tot de bovenkant. ( ) Want hier bij 20 zit ie het hoogst en dan is ie hier klein. M: Ga eens naar 26 Ja, volgens mij is het hoe ver die iedere keer die stukjes (wijst stukjes aan op scherm) Michiel: Ja, precies. Dus de stukjes, de achtereenvolgende stukjes. Dus het is niet tussen de bovenkant of de onderkant, maar echt tussen de stukken zelf. J: Zo is het wel goed, he. Wat betekent het dan dat die rode golft? Michiel: Dat is die afstand tussen die stipjes. M: Dat soms het uiteinde sneller gaat en soms langzamer. Michiel: Ja. (richt zich tot J) Zie je dat ook? J: Ja. Michiel: Ja, dat is eigenlijk wat je in de foto ook wel ziet, dat Tenminste, kun je dat in de foto zien, dat soms het uiteinde sneller gaat? ( ) Want hoe zie je het in de foto? M: Dan zit er minder ruimte tussen twee stokken in. Tussen twee foto s, bedoel ik. Michiel: Als hij sneller gaat? M: Als hij langzamer gaat. (J bevestigt dat) Michiel: Nou, volgende vraag bij deze stok is of het midden meer aflegt dan de rode. (buigt zich naar syllabus) Dat staat hier ook bij, geloof ik. O nee, nou, dan is het een vraag die ik nu even stel: zou je hier uit (...) kunnen afleiden of het midden meer aflegt in totaal dan het uiteinde? M: Nee, de rode. Michiel: Waarom denk je dat? Page 3

4 M: Waarom denk je dat? Nou, ga eens naar beneden (J gaat naar grafiek onder foto, met de muis) Die rode die is, als je dat allemaal bij elkaar optelt, is ie meer dan als je de blauwe bij elkaar optelt. Michiel: Waarom is dat? M: Dat weet ik niet. Michiel: Nou, in ieder geval kan je dat het programma laten doen J: O ja? Michiel: Dat is niet door naar de verplaatsing te kijken, maar naar de afgelegde weg. J: Hij gaat niet hoger.... M: Dan heeft die rode meer afgelegd. (Michiel en J bevestigen dat) Michiel: Dus je schatting was goed. Snap je wat er nu is gebeurd? J: Ja, ja. Hij heeft gewoon al die dingen bij elkaar opgeteld. Michiel: Wat je daarnet zag was dat die rode rond die blauwe golfde en dat die blauwe redelijk constant was. Hoe zie je bijvoorbeeld hier dat die blauwe redelijk constant is? J: Dat als je er een lijn zou zetten, dat ie dan recht zou zijn. (M maakt rechte lijn op scherm) Die rode die golft toch nog een beetje. ( ) Ja, ik snap het wel, hoor. (M lacht) Michiel: Nee, dat begreep ik ook wel, maar ik wilde graag dat je het even zegt. Dan staat het ook op de band. J: Ja, ja, ja. (oftewel: snapt wat Michiel bedoelt) (Ze lezen lang in de syllabus en vullen e.e.a. in) [tussendoor doen ze de opgave met de 3 spiralen] J: Ah, de cheetah. (M schrijft e.e.a. op) Na iedere 5 seconden. Moet je nou gaan kijken wanneer de cheetah iemand anders inhaalt ofzo? (is aan het klikken met muis) ( ) J: Kijk, de cheetah haalt hem hier in, he? Zie je dat? (kijken samen) M: Ja. ( ) Zielig voor de zebra (schrijft) Ja, nou moet je het eerste dingetje moet je weghalen en dan daar beginnen en dan kijken of ie hem nog inhaalt. J: Ja, dat kan dus niet, he M: Jawel. J: Ja, maar je moet hem dan helemaal opnieuw gaan doen. Page 4

5 M: Ja, dan haalt ie hem nog steeds in. J: Ja. Hee, maar ho, volgens mij klopt dit niet. M: O nee, want je moet hier twee keer J: Ja, je moet hier twee keer klikken. M: Ja, hij haalt hem nog wel in. J: Het is gelijk, maar hij haalt hem niet in. Nou, hij haalt hem wel in, maar Nou, gewoon ja. M: Kan de cheetah dus een voorsprong op een zebra van 100 m. overbruggen? Allebei: ja. M: (mompelt nieuwe vraag ofzo) J: Weer een andere foto? Welke foto moeten we hebben? M: Weet ik veel. (leest verder uit syllabus) Haalt ie de zebra dan nog in? Ja, tuurlijk haalt ie de zebra dan nog in. Hij gaat toch harder? Tjongejonge (kijkt even in de camera) Michiel: Bij welke vraag zijn jullie nu? J + M: 15. Michiel: En lukt dat? J+M: Ja, hoor. Michiel: O ja, dat was de vraag of ie als ie later zou starten, of ie dan ook nog M: Ja, dan haalt ie hem ook nog in. Michiel: Ja? Waaruit hebben jullie dat geconcludeerd? M: Ehh, dan zet je er hier twee op elkaar en dan zie je hier dat ze allebei gelijk zijn. Michiel: Ja. En welke van de twee grafieken is dat? J+M: Dat is de afgelegde weg. Michiel: O ja. Want waarom heb je die van de afgelegde weg gekozen? J: Ja, omdat het de weg is die ze afleggen en dan kan je M: Dan kan je zien of ze elkaar inhalen. Michiel: En bij die andere kun je dat niet zien dan? Daar kan je toch ook zien dat de rode de blauwe inhaalt? J: Ja maar M: Ja maar dat is dan op 1 moment. Dat betekent alleen dat hij op dat moment harder gaat, maar niet dat ie ook de zebra inhaalt. Michiel: Ja, precies. (M schrijft antwoorden op, J helpt daarbij) Page 5

6 11 september 2001 Newton deel 1 hoofdstuk 8: Sport en beweging Tweede les van N&G-groep, dinsdag 7e uur (niet letterlijk) Leerlingen die aan het werk zijn: in de eerste 3 sec. is de gemiddelde snelheid 6 m/s. ll: maar 12/3 = 4. ll: maar van 0 tot 1 loopt hij toch al... ll: maar in 3 s. op 12 m/s... ll: de gemiddelde snelheid is toch 12/3 = 4. ll: nee, de gemiddelde snelheid is de helft toch, 6 m/s? Hoe kan dat... J: let op, s is verplaatsing. (vervolg van minidisc) J: ik heb zojuist ontdekt dat ik nog wat vergeten ben te zeggen. Ik zei je moet gegevens opschrijven en je moet formules opschrijven en je moet je goed realiseren wanneer ze geldig zijn. Maar de clou is: je moet je verdomd goed realiseren wat de betekenis van al die verschillende grootheden is, wat is nou snelheid, wat is nou versnelling en wat is verplaatsing en welke letters horen erbij, want ik merk dat het toch moeilijk is om dat te onderscheiden. Laten we eens kijken... Jan schrijft op het bord. J: Er staat een zeer goede sprinter... (hij leest de vraag 23). J: Nou, eerst eventjes een schets maken van v-t. Hoe komt die eruit te zien? Wat voor vorm heeft die? ll:... (moeilijk te verstaan) J: Ja, eerst schuin, dan constant. Dat is natuurlijk niet helemaal realistisch, he. In werkelijkheid zou je nooit zo n scherpe knik in een echte grafiek van een echte atleet krijgen. In de praktijk zal dit een beetje afgerond zijn, maar dat verwaarlozen we nu eventjes. (wijst naar de overgang van schuin naar horizontaal, vervolgens vult hij de grafiek aan) J: Hier staat het aantal secondes, hier staat het aantal meters per seconde. Jan tekent een stukje grafiek en vervolgt: Ja, en waar dat eindigt, dat weten we nog niet. Page 6

7 J: Je kunt dus duidelijk twee soorten bewegingen hier apart onderscheiden. Je hebt de eenparige beweging hier en de eenparig versnelde beweging daar. Dit noemen we stuk A en dit stuk B. (A is eenparig versneld en B is eenparig) v (m/s) 12 B A 3 J: En, als je het nou een beetje systematisch wil aanpakken, dan gaan we dat als volgt doen. We hebben eh, er komen vier grootheden in het verhaal voor, welke vier grootheden zijn dat? ll (die van de vorige les over gemiddelde snelheid): Ik snap niet waarom je een snelheid-tijd grafiek tekent en waarom niet een afstand-tijd grafiek? J: Omdat ik niet weet hoe ver hij,..., hoe ver hij na 3 seconden is. ll: dat weet je wel, hij gaat 12 m/s, hij gaat 3 s, dan heeft hij toch 12*3, is 36 m. afgelegd... Andere ll wil uitleggen. Jan onderbreekt: zullen we die discussie even uitstellen. J: Ik wil het volgende doen, er zijn vier grootheden die in het verhaal voorkomen. Die zijn... ll: verplaatsing. Jan herhaalt en schrijft op en vraag welke nog meer. ll: tijd J: Ja zullen we het even in logische volgorde doen... Hij maakt een kolom links van de verplaatsing voor de tijd. ll: snelheid J: en... ll: versnelling. Jan maakt de tabel af: en als ik dan kijk naar wat ik weet en wat ik wil weten. Dan kunnen we daarna gaan nakijken wat we moeten gaan doen. En ik kijk dan naar deel A apart en deel B apart. En van deel A weet ik dus, na 3 s heeft die een snelheid van 12 m/s (hij schrijft 12 in de tabel, zou kunnen verwarren). En verder weten we alleen maar dat als ik dit optel het samen 100 moet worden en als ik deze zaken optel, dan krijg ik de eindtijd en die wil ik dus, dat is de gevraagde tijd. En ik weet dat in, dat als de snelheid 12 is hij de hele tijd 12 blijft. Dus het enige wat ik eigenlijk hoef te doen is die uitrekenen en dan kan ik ze optellen en ben ik klaar. Jan wijst naar de tijd van B in de tabel: t (s) (track 5) s (m) t (s) v (m/s) a (m/s 2 ) A B ? J: dat is eigenlijk makkelijk zou je zeggen. Hoe reken ik nou uit hoe lang hij over dat horizontale stukje van de grafiek, met andere woorden die eenparige beweging doet? ll: dan moet je weten hoe lang dat is... Page 7

8 J: Dan moet ik dus weten hoeveel meter dat is (wijst naar B) en dan moet ik dus eerst weten hoeveel dat is (wijst naar A). Dan richt Jan zich op die ene leerling: en jij zegt dat dat 36 meter is? ll: nee, ik zie al wat ik fout heb... J: want, wat doe jij? ll: ik doe het te simpel. J: jij zegt s = v*t, en waarom geldt dat niet? ll: omdat het geen eenparig versnelde beweging is. Jan herhaalt : "omdat het geen eenparige beweging is." J: Dus wat mag je wel gebruiken hier? Je kunt verschillende wegen bewandelen. Minstens drie. Welke mogelijkheden hebben we om bij een eenparig versnelde beweging de... eh ll: gemiddelde snelheid. J: Precies v gemiddeld berekenen we dan. Jan vult de tabel met de formule voor de berekening. Vervolgens komt een leerling met v = 1/2 at 2. Jan: en de derde? waar we het de vorige keer even over gehad hebben. Als ik dat grafiekje heb (hij wijst op de driehoek) hoe kan ik dan... Leerling: oh ja eh die lijn he, hoe was het ook al weer... J: ja... niet de raaklijn he! ll: oh, niet. v (m/s) J: weet je het nog s-t naar v-t ging via de raaklijn en terug via de oppervlakte. Schrijft heen en weer pijltjes met de methoden. J: Nou als je die bovenste manier wilt toepassen (s =<v>*t), wat is dan de gemiddelde snelheid? Niemand reageert. J: Hoeveel meter per seconde gaat ie gemiddeld in stuk A? Stilte. J: doe eens een gok, begint bij 0, eindigt bij 12, wat zou hij gemiddeld gaan? ll: 4 ll: 6 J: 4, 6, 8, 2? Hoeveel gaat hij gemiddeld als hij begint bij 0 en gaat steeds harder, steeds harder, en je eindigt bij 12? ll (gedecideerd): nou 6 J: 6 andere ll: ik snap niet hoe je ernaar kijkt. Als je de formule gebruikt komt er 4 uit. J: Als je welke formule gebruikt komt er 4 uit? ll: voor v-gemiddeld. J: Hoe reken je <v> uit in dit geval? Wanneer komt er 4 uit? ll: 12/3 J: Als je 12/3 doet krijg je 4, maar wat heb je dan uitgerekend? Dan heb je niet de gemiddelde snelheid uitgerekend. Dan heb je a uitgerekend! Geroezemoes. J: Dat is iets totaal anders dan de gemiddelde snelheid. Dit (12/3 = 4) zegt alleen dat er elke seconde 4 m/s bij de snelheid bij komt. Na 1 sec. gaat ie 4, na 2 seconde 8 en na 3 sec. gaat ie 12 m/s. ll: als je a weet dan kan je ook... J: de gemiddelde snelheid is 6 natuurlijk, hij begint bij 0 en eindigt bij 12 en hij is gemiddeld 6 m/s gegaan. Je hebt 2 proefwerken gemaakt en voor de ene kreeg je een nul en de ander kreeg je een 12 voor, nou dan krijg je er 6 punten voor. Als ze allebei even zwaar meetellen tenminste. Dus de gemiddelde snelheid is 6. Dus de afstand, de verplaatsing is 18 meter volgens deze formule (s = <v>*t). 12 A 3 Page 8

9 J: Dan zou het natuurlijk ook erg leuk zijn als die andere formule ook 18 gaf. Hij laat zien dat dat klopt: 4*9/2 = 18. J: En dit oppervlak? Hij wijst naar het oppervlak onder de grafiek bij A. Het is even stil. Jan laat zien dat ook daar 18 uit komt. De leerlingen begrijpen dat daarna dus nog 82 meter moet worden afgelegd. J: Hij gaat 12 m/s. Nu is het een eenparige beweging, dus hoe vind je nu de tijd? ll: s/v J: Ja, nu kun je wel s/v gebruiken. De algemene formule is dus dit eigenlijk (wijst naar s =<v>*t), maar omdat v constant is mag je de haakjes weglaten. De leerlingen berekenen dat het 6.8 s. duurt en geconcludeert wordt dat de totale tijd 9.8 s. moet zijn (bijna een wereldrecord): s (m) t (s) v (m/s) a (m/s 2 ) A s = <v>. t = 18 s = 1/2 at 2 = 18 s = opp. onder de grafiek = a = v / t = 12/3 = 4 m/s 2 B J: Zie je hoeveel haken en ogen aan dit probleem zitten? En zie je dat het helpt als je dat probeert een beetje systematisch aan te pakken? Enkelen reageren bevestigend. J: Nou eh, ik geef jullie een advies: 24 gaat ook weer over een schaatswedstrijd. Niet ook weer, gaat over een schaatswedstrijd. Probeer dat op dezelfde manier aan te pakken. Maak een tabel waarin je de grootheden zet en de bekenden die je weet invult, en dan kijken of dat iets oplevert. Ik ben zeer benieuwd of dat gaat lukken. Leerlingen gaan aan de slag Page 9

10 11 september 2001 Tweede les van N&T-groep, dinsdag 1e uur Jan heeft op het bord de grafiek uit het boek getekend (verw. p. 174 linksboven, met foute schaal: grafiek begint op hoogte 10). Hij benoemt de 4 delen van de grafiek met A, B, C en D en vraagt om beschrijvingen van de beweging (vraag a). Tegelijk tekent hij een tabel met versnelling, vertraging en verplaatsing op het bord. J: Nou, deel A, wie? ll: een constante voorwaartse beweging J: constante voorwaartse beweging... wat bedoel je daar precies mee? ll: Dat ie vooruit gaat. J: als jij zegt constante beweging, dan denk ik hij beweegt de hele tijd. Ja klinkt misschien een beetje flauw, maar je moet je toch wel aanwennen om een beetje precies te formuleren. Een constante beweging is, hoeft niet een beweging met constante snelheid te zijn. In dit geval dus wel... ll: constante snelheid. J: Precies. (hij schrijft het op) Dit laatste mag je natuurlijk ook vervangen door één woord, namelijk... andere ll: eenparig J: wat is dus de versnelling of vertraging? ll: 0 J: ok hij vult het in op het bord met a = 0. En de verplaatsing? ll: 2 * 10 = 20 m. J: Je kunt het ook aan de grafiek zien... ll: het oppervlak is 20. Jan arceert het in de grafiek en vult 20 in. beschrijving a (m/s 2 ) s (m) A B C D voorwaarts constante snelheid (eenparig) 0 20 J: en B? ll: hij vertraagt, de snelheid neemt af ll: eenparig, eenparig vertraagt. J: precies, hij gaat nog steeds voorwaarts, maar steeds langzamer. Dus a is niet 0. ll: a = 5. andere ll: gemiddeld dan. Page 10

11 J: 10/2 he. Maar omdat het een vertraging is.... ll:...huh... J: de grootheid a is versnelling... Hij tekent een robotje met een pijl naar links en naar rechts om oriëntatie van beweging uit te leggen: de vector a.... ll: maar vorig jaar zeiden we de vertraging is 5 m/s 2? J: Mag ook, maar hier wil ik in de tabel het verschil kunnen zien tussen gaat die lijn nou zo of gaat ie zo. Daarom geef ik hier voor het gemak even aan... Maar de verplaatsing? (track 4) ll: 10 meter J: 10, waarom 10? ll: 2 seconden en dan 5 m/s... gemiddeld. J: ja, je kunt twee benaderingen kiezen. Je kunt zeggen de gemiddelde snelheid is 5, 5 maal 2 is 10. Je kunt ook zeggen weer: het is de oppervlakte onder de grafiek, en het oppervlak is hier een driehoek, en die driehoek onder B is half zo groot als de rechthoek onder A. In het algemeen kun je dit zeggen he: a= v/ t=v e v b / t =... hier komt het min-teken ook al tevoorschijn. Dan krijg je En s dat kun je op twee manieren benaderen. Je kunt zeggen dat is gemiddelde snelheid maal de tijd, of dat is oppervlakte... (schrijft op het bord: s =<v>*t = opp, met de vraag of ze zo gemiddelde snelheid schrijven)...ok, goed, we gaan naar C. De snelheid is nu negastief, dus hij gaat achterwaarts, dus de... (pijl?) die keert om, en gaat hij nu versneld of vertraagt? ll: Versneld. J: versneld, en wel eenparig versneld. Met een versnelling van... ll: 2.5. Jan bevestigt en schrijft 2,5 in de tabel, maar vraagt dan: Met of zonder min. Sommigen met anderen zonder. Moeilijk te verstaan. (track 5) Volgens mij wijzen sommige naar de grafiek, andere naar de formule en weer anderen naar het taalgebruik: nee want je zegt toch al achterwaarts? Jan doet het eerst met het plaatje, zelfde kant op, maar versnellend, dus logisch dat het ook een min krijgt. Dan laat hij zien dat de formule dat ook geeft. Een leerling wijst op de v-t-grafiek: als de grafiek naar beneden gaat is het min... J: Dat betekent inderdaad dat als de grafiek daalt, als de v-t-grafiek daalt, dan is a negatief. Vervolgens vraagt Jan naar de verplaatsing. ll: 5 (een leerling mompelt -5) J: +5 of -5? Het is even stil, een leerling: je hebt toch gewoon gemiddelde snelheid maal de tijd en dat is toch -2,5... J: Hij gaat die kant op, he. andere ll: Maar dat is het verschil tussen verplaatsing en afgelegde afstand. ll: maar verplaatsing blijft toch altijd gewoon positief. ll: de afgelegde weg is positief. J: ja, we moeten eigenlijk voordat we verder kunnen, we hebben iets niet goed afgesproken. Wat staat er steeds als getal in de tabel? ll: de verplaatsing... J: de totale verplaatsing? ll: nee, alleen dat stukje. J: alleen dat stukje he. J: Dus als ik ook daar een verschil maak tussen naar rechts en naar links... (wijst naar de beweging) hoe kan ik dat in het getal weergeven? Dus s ook een vector van maken... (vult verder Page 11

12 in) Dat betekent dus oppervlakte onder de as is negatief. En de laatste... Jan voegt twee kolommen aan de tabel toe voor s totaal en de afgelegde weg. Hij vraagt en de leerlingen roepen de antwoorden, tijdens het schrijven legt hij nog een keer het onderscheid tussen de laatste twee kolommen uit: beschrijving a (m/s 2 ) s (m) s totaal afgelegde weg A voorwaarts constante snelheid (eenparig) B voorwaarts eenparig vertraagd C achterwaarts (want v < 0) eenparig versneld D achterwaards eenparig , J: als je nou een s-t-grafiek gaat tekenen, eigenlijk om het nu helemaal netjes te doen maak ik daar s van (in de kolom: s (m) ). Als ik s uitzet dan doe ik dus de op één na laatste kolom. Jan tekent met 1-2-tjes met de klas. J: hoe de eerste 2 seconden? ll: schuin ll: recht J: dan na 4 seconden... hoe kom ik van hier naar daar... ll: een rechte lijn ll:... (versta ik niet) J (herhaalt?): Dus dat oog (?) wordt hier een rechthoek (?)... Leg uit. ll: ja, dat eh, een eenparige vertraging, eh... andere ll: dus kijg je een steeds langzamer stijgende... J: hij vertraagt, dus de totale... hij gaat steeds langzamer, en we weten inmiddels dat de rechte v-t heeft in s-t een... ll: parabool J: als het versneld is wordt het een dalparabool, dus als het vertraagd is wordt het een ll: bergparabool. Jan probeert het te schetsen. J: op het eindpunt van B is de snelheid 0 dus is de raaklijn horizontaal... ll: 0 J: en de grafiek... ll: horizontaal J: en hoe loopt hij nu verder? gemompel. ll: teken eerst het laatste stuk Page 12

13 J: Ja, dat vind ik een goede opmerking. Hij tekent het laatste stuk en verbindt dat vloeiend met de rest (maar dan netter) ( loopt iets minder steil af ): J: Jammer genoeg vroegen ze dit grafiekje niet in de opgave, anders had ik dat wel willen zien van jullie. Dit zijn dus een aantal van die basisprincipes die met de relatie verplaatsing, snelheid en versnelling te maken hebben. Ga nu verder met de opgaven (21 en 22 overslaan tijdens deze les)...nu zelfde dingen, maar dan in praktijk situaties. (p. 178: 23, 24, 25) Bij opgave 23 zie ik leerlingen geen grafieken maken. Jan vindt dat een inconsequentie van het boek. Eerst veel redeneren met grafieken, nu ineens alleen formules. leerling 1 leerling = 82 12/3 = 4 82/12 = 6,83 1/2 * 4 * 3 2 = ,83 s. In de berekening geven ze nauwelijks aan welke formule ze gebruiken. Ook opgave 24 gaat met formules, ik zie bijvoorbeeld: 20 = <v> * 3.2 en dan <v> = 20 / 3.2 = 6.25 m/s en: 6.25 * 3.2 = met daaronder = 480. Er gaan een aantal in de fout. J: er is een verschil tussen 23 en 24. Bij 23 is de snelheid gegeven, bij 24 de afstand na 3.2 s. Daarmee kan je niet op dezelfde manier rekenen. Dan verbetert die leerling: 6.25 * 2 = 12.5 m/s (de snelheid na het versnellen) = / 12.5 = = 41.6 s. Page 13

Werkblad 3 Bewegen antwoorden- Thema 14 (NIVEAU BETA)

Werkblad 3 Bewegen antwoorden- Thema 14 (NIVEAU BETA) Werkblad 3 Bewegen antwoorden- Thema 14 (NIVEAU BETA) Theorie In werkblad 1 heb je geleerd dat krachten een snelheid willen veranderen. Je kunt het ook omdraaien, als er geen kracht werkt, dan verandert

Nadere informatie

Maak een overzicht van de oplossingsmethoden die Bob toepast. Opdracht Kogel I: Je hebt de som al gelezen?

Maak een overzicht van de oplossingsmethoden die Bob toepast. Opdracht Kogel I: Je hebt de som al gelezen? Bijlage A: Opdracht tijdens college vakdidactiek wiskunde Hieronder zie je de opdracht Kogel. Deze opdracht is in het onderzoek van Roorda (2012) gebruikt om inzicht te krijgen in het denkproces van leerlingen.

Nadere informatie

Werkblad 2 Kracht is een vector -Thema 14 (NIVEAU BETA)

Werkblad 2 Kracht is een vector -Thema 14 (NIVEAU BETA) Werkblad 2 Kracht is een vector -Thema 14 (NIVEAU BETA) Practicum Bij een gedeelte van het practicum zijn minimaal 3 deelnemers nodig. Leerlingen die op niveau gevorderd, of basis werken kunnen je helpen

Nadere informatie

bij het oplossen van vraagstukken uit Systematische Natuurkunde -------- deel VWO4 --------- Hoofdstuk 2

bij het oplossen van vraagstukken uit Systematische Natuurkunde -------- deel VWO4 --------- Hoofdstuk 2 bij het oplossen van vraagstukken uit Systematische Natuurkunde -------- deel VWO4 --------- Hoofdstuk 2 B.vanLeeuwen 2010 Hints 2 HINTS 2.1 Vragen en Opgaven De vragen 1 t/m 6 Als er bij zulke vragen

Nadere informatie

Wiskunde - MBO Niveau 4. Eerste- en tweedegraads verbanden

Wiskunde - MBO Niveau 4. Eerste- en tweedegraads verbanden Wiskunde - MBO Niveau 4 Eerste- en tweedegraads verbanden OPLEIDING: Noorderpoort MBO Niveau 4 DOCENT: H.J. Riksen LEERJAAR: Leerjaar 1 - Periode 2 UITGAVE: 2018/2019 Wiskunde - MBO Niveau 4 Eerste- en

Nadere informatie

Extra opdrachten Module: bewegen

Extra opdrachten Module: bewegen Extra opdrachten Module: bewegen Opdracht 1: Zet de juiste letters van de grootheden in de driehoeken. Opdracht 2: Zet boven de pijl de juiste omrekeningsfactor. Opdracht 3: Bereken de ontbrekende gegevens

Nadere informatie

Natuurkundeles 8 januari 2007, 6 e uur (13.30-14.20 uur), klas 2a2 (2 vwo) 1 e les. 2a2, 26 leerlingen, 15 meisjes en 11 jongens.

Natuurkundeles 8 januari 2007, 6 e uur (13.30-14.20 uur), klas 2a2 (2 vwo) 1 e les. 2a2, 26 leerlingen, 15 meisjes en 11 jongens. Natuurkundeles 8 januari 2007, 6 e uur (13.30-14.20 uur), klas 2a2 (2 vwo) 1 e les ent: Klas: Onderwerp: Materialen: Lokaal: Bord: Man 2a2, 26 leerlingen, 15 meisjes en 11 jongens. Significante cijfers.

Nadere informatie

Een model voor een lift

Een model voor een lift Een model voor een lift 2 de Leergang Wiskunde schooljaar 213/14 2 Inhoudsopgave Achtergrondinformatie... 4 Inleiding... 5 Model 1, oriëntatie... 7 Model 1... 9 Model 2, oriëntatie... 11 Model 2... 13

Nadere informatie

REKENVAARDIGHEID BRUGKLAS

REKENVAARDIGHEID BRUGKLAS REKENVAARDIGHEID BRUGKLAS Schooljaar 008/009 Inhoud Uitleg bij het boekje Weektaak voor e week: optellen en aftrekken Weektaak voor e week: vermenigvuldigen Weektaak voor e week: delen en de staartdeling

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 7, Krachten

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 7, Krachten Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 7, Krachten Samenvatting door een scholier 1845 woorden 20 juni 2008 6,1 99 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Natuurkunde overal Natuurkunde samenvatting hoofdstuk

Nadere informatie

Stroomschema s maken in Word

Stroomschema s maken in Word 1 Stroomschema s maken in Word Een programma direct maken in Scratch gaat vaak wel goed als het een klein programma is. Als het programma groter en moeilijker is, is het lastig om goed te zien welk commando

Nadere informatie

Wiskunde - MBO Niveau 4. Eerste- en tweedegraads verbanden

Wiskunde - MBO Niveau 4. Eerste- en tweedegraads verbanden Wiskunde - MBO Niveau 4 Eerste- en tweedegraads verbanden OPLEIDING: Noorderpoort MBO Niveau 4 DOCENT: H.J. Riksen LEERJAAR: Leerjaar 1 - Periode 2 UITGAVE: 2018/2019 Wiskunde - MBO Niveau 4 Eerste- en

Nadere informatie

Dan komt Pat op het bed terecht. Maar het gaat niet helemaal goed. Ho, buur, roept Pat, dit gaat mis!

Dan komt Pat op het bed terecht. Maar het gaat niet helemaal goed. Ho, buur, roept Pat, dit gaat mis! Mat slingert het touw omhoog en het komt precies om de lamp terecht. Mat pakt een touw en begint ermee te slingeren. Wat ga je doen, buur? vraagt Pat. Wacht maar af, zegt Mat. Mat trekt het touw strak.

Nadere informatie

Afbeelding 12-1: Een voorbeeld van een schaakbord met een zwart paard op a4 en een wit paard op e6.

Afbeelding 12-1: Een voorbeeld van een schaakbord met een zwart paard op a4 en een wit paard op e6. Hoofdstuk 12 Cartesische coördinaten 157 Hoofdstuk 12 CARTESISCHE COÖRDINATEN In dit hoofdstuk behandelen we: Het Cartesisch coördinatenstelsel De X-as en de Y-as De commutatieve eigenschap van optellen

Nadere informatie

Theorie: Snelheid (Herhaling klas 2)

Theorie: Snelheid (Herhaling klas 2) Theorie: Snelheid (Herhaling klas 2) Snelheid en gemiddelde snelheid Met de grootheid snelheid geef je aan welke afstand een voorwerp in een bepaalde tijd aflegt. Over een langere periode is de snelheid

Nadere informatie

ATWOOD Blok A en blok B zijn verbonden door een koord dat over een katrol hangt. Er is geen wrijving in de katrol. Het stelsel gaat bewegen.

ATWOOD Blok A en blok B zijn verbonden door een koord dat over een katrol hangt. Er is geen wrijving in de katrol. Het stelsel gaat bewegen. ATWOOD Blok A en blok B zijn verbonden door een koord dat over een katrol hangt. Er is geen wrijving in de katrol. Het stelsel gaat bewegen. Bereken de spankracht in het koord. ATWOOD Over een katrol hangt

Nadere informatie

Antwoorden Natuurkunde Hoofdstuk 2

Antwoorden Natuurkunde Hoofdstuk 2 Antwoorden Natuurkunde Hoofdstuk 2 Antwoorden door Daan 4301 woorden 3 april 2016 6,8 6 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Systematische natuurkunde 2.1 Onderzoek naar bewegingen Opgave 1 a De (gemiddelde)

Nadere informatie

Lessen in Krachten. Door: Gaby Sondagh en Isabel Duin Eckartcollege

Lessen in Krachten. Door: Gaby Sondagh en Isabel Duin Eckartcollege Lessen in Krachten Door: Gaby Sondagh en Isabel Duin Eckartcollege Krachten werken op alles en iedereen. Sommige krachten zijn nodig om te blijven leven. Als er bijv. geen zwaartekracht zou zijn, zouden

Nadere informatie

Kwadratische verbanden - Parabolen klas ms

Kwadratische verbanden - Parabolen klas ms Kwadratische verbanden - Parabolen klas 01011ms Een paar basisbegrippen om te leren: - De grafiek van een kwadratisch verband heet een parabool. - Een parabool is dalparabool met een laagste punt (minimum).

Nadere informatie

Een opbouw in grafieken

Een opbouw in grafieken Bij de kinematica is een goed begrip van de onderliggende wiskundige concepten noodzakelijk. Als leerlingen dit ontberen, ontstaan al gauw verwarrende discussies over afstand, snelheid en versnelling.

Nadere informatie

Ga naar en remix het spel.

Ga naar   en remix het spel. Oversteken In deze handleiding maken we kennis met Hassan de Hond. Haasan is gek op lekker eten en aan de overkant van de weg ligt van alles om te smullen, een banaan, een taco, een taart, een watermeloen

Nadere informatie

opdracht 1 opdracht 2. opdracht 3 1 Parabolen herkennen Algebra Anders Parabolen uitwerkingen 1 Versie DD 2014 x y toename

opdracht 1 opdracht 2. opdracht 3 1 Parabolen herkennen Algebra Anders Parabolen uitwerkingen 1 Versie DD 2014 x y toename Algebra Anders Parabolen uitwerkingen 1 Versie DD 014 1 Parabolen herkennen opdracht 1. x - -1 0 1 3 y 4 1 0 1 4 9-3 -1 + 1 + 3 +5 toename tt + + + + a) + b) De toename is steeds een nieuwe rand. De randen

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 2, Beweging

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 2, Beweging Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 2, Beweging Samenvatting door een scholier 2829 woorden 15 oktober 2007 7 155 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Systematische natuurkunde 2.1 Onderzoek naar bewegingen

Nadere informatie

Samenvatting NaSk 1 Natuurkrachten

Samenvatting NaSk 1 Natuurkrachten Samenvatting NaSk 1 Natuurkrachten Samenvatting door F. 1363 woorden 30 januari 2016 4,1 5 keer beoordeeld Vak NaSk 1 Krachten Op een voorwerp kunnen krachten werken: Het voorwerp kan een snelheid krijgen

Nadere informatie

Scratch. Gemaakt door: Déjan van Noordt en Leroy van den Driesche Leerlingen HAVO 5 SG Spieringshoek Als onderdeel voor het vak Informatica

Scratch. Gemaakt door: Déjan van Noordt en Leroy van den Driesche Leerlingen HAVO 5 SG Spieringshoek Als onderdeel voor het vak Informatica Scratch sdas Gemaakt door: Déjan van Noordt en Leroy van den Driesche Leerlingen HAVO 5 SG Spieringshoek Als onderdeel voor het vak Informatica Inhoud Wat is scratch?... 2 Deel 1: Account aanmaken... 2

Nadere informatie

Relativiteitstheorie met de computer

Relativiteitstheorie met de computer Relativiteitstheorie met de computer Jan Mooij Mendelcollege Haarlem Met een serie eenvoudige grafiekjes wordt de (speciale) relativiteitstheorie verduidelijkt. In vijf stappen naar de tweelingparadox!

Nadere informatie

1. Zwaartekracht. Hoe groot is die zwaartekracht nu eigenlijk?

1. Zwaartekracht. Hoe groot is die zwaartekracht nu eigenlijk? 1. Zwaartekracht Als een appel van een boom valt, wat gebeurt er dan eigenlijk? Er is iets dat zorgt dat de appel begint te vallen. De geleerde Newton kwam er in 1684 achter wat dat iets was. Hij kwam

Nadere informatie

Vragen over algebraïsche vaardigheden aan het eind van klas 3 havo/vwo

Vragen over algebraïsche vaardigheden aan het eind van klas 3 havo/vwo Bijlage 7 Vragen over algebraïsche vaardigheden aan het eind van klas 3 havo/vwo Deze vragen kunnen gebruikt worden om aan het eind van klas 3 havo/vwo na te gaan in hoeverre leerlingen in staat zijn te

Nadere informatie

In het internationale eenhedenstelsel, ook wel SI, staan er negen basisgrootheden met bijbehorende grondeenheden. Dit is BINAS tabel 3A.

In het internationale eenhedenstelsel, ook wel SI, staan er negen basisgrootheden met bijbehorende grondeenheden. Dit is BINAS tabel 3A. Grootheden en eenheden Kwalitatieve en kwantitatieve waarnemingen Een kwalitatieve waarneming is wanneer je meet zonder bijvoorbeeld een meetlat. Je ziet dat een paard hoger is dan een muis. Een kwantitatieve

Nadere informatie

Zo gaat jouw kunstwerk er straks uitzien. Of misschien wel heel anders.

Zo gaat jouw kunstwerk er straks uitzien. Of misschien wel heel anders. Spirograaf in Python Een kunstwerk maken Met programmeren kun je alles maken! Ook een kunstwerk! In deze les maken we zelf een kunstwerk met Python. Hiervoor zal je werken met herhalingen en variabelen.

Nadere informatie

Scratch les 3: Quiz! Je eigen spelshow

Scratch les 3: Quiz! Je eigen spelshow Scratch les 3: Quiz! Je eigen spelshow Hoeveel weten jouw vriendjes en vriendinnetjes over jouw favoriete onderwerp? Test het met je zelfgemaakte quiz! Ga naar https://scratch.mit.edu/projects/112774047/.

Nadere informatie

Samenvatting snelheden en 6.1 6.3

Samenvatting snelheden en 6.1 6.3 Samenvatting snelheden en 6.1 6.3 Boekje snelheden en bewegen Een beweging kan je op verschillende manieren vastleggen: Fotograferen met tussenpozen, elke foto is een gedeelte van een beweging Stroboscopische

Nadere informatie

Meten met de ultrasoon afstandsensor:

Meten met de ultrasoon afstandsensor: Meten met de ultrasoon afstandsensor: Belangrijk!!!!!! 1. Om zo goed mogelijk met de sensor te kunnen meten moeten de ultrasoon geluiden (de klikjes die je hoort) zo goed mogelijk worden weerkaatst. Wij

Nadere informatie

de eenheid m/s omrekenen naar km/h en omgekeerd.

de eenheid m/s omrekenen naar km/h en omgekeerd. Oefentoets Hieronder zie je leerdoelen en toetsopdrachten. Kruis de leerdoelen aan als je denkt dat je ze beheerst. Maak de toetsopdrachten om na te gaan of dit inderdaad zo is. Na leren van paragraaf.

Nadere informatie

Naam van de kracht: Uitleg: Afkorting: Spierkracht De kracht die wordt uitgeoefend door spieren van de mens. F spier

Naam van de kracht: Uitleg: Afkorting: Spierkracht De kracht die wordt uitgeoefend door spieren van de mens. F spier Samenvatting door F. 823 woorden 3 maart 2015 7,4 32 keer beoordeeld Vak NaSk Sport, kracht en beweging 1 Naam van de kracht: Uitleg: Afkorting: Spierkracht De kracht die wordt uitgeoefend door spieren

Nadere informatie

6.1 Kwadraten [1] HERHALING: Volgorde bij berekeningen:

6.1 Kwadraten [1] HERHALING: Volgorde bij berekeningen: 6.1 Kwadraten [1] HERHALING: Volgorde bij berekeningen: 1) Haakjes wegwerken 2) Vermenigvuldigen en delen van links naar rechts 3) Optellen en aftrekken van links naar rechts Schrijf ALLE stappen ONDER

Nadere informatie

2.1 Onderzoek naar bewegingen

2.1 Onderzoek naar bewegingen 2.1 Onderzoek naar bewegingen Opgave 1 afstand a De (gemiddelde) snelheid leid je af met snelheid =. tijd Je moet afstand en snelheid bespreken om iets over snelheid te kunnen zeggen. afstand snelheid

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde H3 Beweging

Samenvatting Natuurkunde H3 Beweging Samenvatting Natuurkunde H3 Beweging Samenvatting door Marith 737 woorden 21 november 2016 2,7 2 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Nova Samenvatting H3 Beweging Klas 3 Inhoud Paragraaf 1 3 Paragraaf

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 1

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 1 Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 1 Samenvatting door een scholier 1494 woorden 8 april 2014 7,8 97 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Systematische natuurkunde Grootheden en eenheden Kwalitatieve

Nadere informatie

1.1 Rekenen met letters [1]

1.1 Rekenen met letters [1] 1.1 Rekenen met letters [1] Voorbeeld 1: Een kaars heeft een lengte van 30 centimeter. Per uur brand er 6 centimeter van de kaars op. Hieruit volgt de volgende woordformule: Lengte in cm = -6 aantal branduren

Nadere informatie

Pannenkoeken met stroop

Pannenkoeken met stroop Pannenkoeken met stroop Al een maand lang zegt Yvonne alleen maar nee. Heb je je best gedaan op school? Nee. Was het leuk? Nee. Heb je nog met iemand gespeeld? Nee. Heb je lekker gegeten? Nee. Heb je goed

Nadere informatie

Module D: Wie was waar op het moment van de moord?

Module D: Wie was waar op het moment van de moord? Module D: Wie was waar op het moment van de moord? Situatieschets Bij het onderzoek door de politie is gebleken dat Rachid om 24.00 uur de politie heeft gebeld met de mededeling dat hij het dode lichaam

Nadere informatie

Videometen met Coach7

Videometen met Coach7 Videometen met Coach7 Instructies voor het maken van een nieuwe activiteit Video opnemen 1. Neem een video op van een interessante beweging: a. Film de beweging zó dat deze zich geheel afspeelt in een

Nadere informatie

SNEL WERKEN MET EXCEL

SNEL WERKEN MET EXCEL SNEL WERKEN MET EXCEL 2013 Computertraining voor 50-plussers PC50plus computertrainingen Eikbosserweg 52 1214AK Hilversum tel: 035 6213701 info@pc50plus.nl www.pc50plus.nl Snel werken met Excel C O M P

Nadere informatie

Simon de schildpad. 2012 J van Weert 1

Simon de schildpad. 2012 J van Weert 1 Programmeren met Simon Simon de schildpad 2012 J van Weert 1 Inleiding: Wat is programmeren eigenlijk? Een computer doet niets zonder een programma. Die programma s worden geschreven door mensen: programmeurs.

Nadere informatie

Je kent natuurlijk Mondriaan wel. Teken eerst eens een mooie Mondriaan.

Je kent natuurlijk Mondriaan wel. Teken eerst eens een mooie Mondriaan. Met programmeren kun je alles maken, ook. een schilderij! Je kent natuurlijk Mondriaan wel. Teken eerst eens een mooie Mondriaan. Als je klaar bent, vergelijk de tekening dan maar eens met die van je buurman

Nadere informatie

opdracht 1 opdracht 2 opdracht 3 1 Parabolen herkennen Algebra Anders Parabolen 1 Versie DD 2014

opdracht 1 opdracht 2 opdracht 3 1 Parabolen herkennen Algebra Anders Parabolen 1 Versie DD 2014 Algebra Anders Parabolen 1 Versie DD 014 1 Parabolen herkennen opdracht 1 We beginnen heel eenvoudig met y = x Een tabel en een grafiek is snel gemaakt. top x - -1 0 1 3 y 0 1 4 + 1 + 3 toename tt + a)

Nadere informatie

Antwoorden Veranderingen van functies vwo5a

Antwoorden Veranderingen van functies vwo5a Antwoorden Veranderingen van functies vwo5a Hoofdstuk 0: Veranderingenn Opgave 1 a. b. c. Opgave 2 a. rechte lijn b. x 0 1 2 3 4 5 6 toename 909 1276 1792 2516 3532 4959 c. (17,5 5) / 15 = 0,83 miljoen

Nadere informatie

www.digitalecomputercursus.nl 6. Reeksen

www.digitalecomputercursus.nl 6. Reeksen 6. Reeksen Excel kan datums automatisch uitbreiden tot een reeks. Dit betekent dat u na het typen van een maand Excel de opdracht kan geven om de volgende maanden aan te vullen. Deze voorziening bespaart

Nadere informatie

Mooie samenvatting: http://members.ziggo.nl/mmm.bessems/kinematica%20 Stencil%20V4%20samenvatting.doc.

Mooie samenvatting: http://members.ziggo.nl/mmm.bessems/kinematica%20 Stencil%20V4%20samenvatting.doc. studiewijzer : natuurkunde leerjaar : 010-011 klas :6 periode : stof : (Sub)domeinen C1 en A 6 s() t vt s v t gem v a t s() t at 1 Boek klas 5 H5 Domein C: Mechanica; Subdomein: Rechtlijnige beweging De

Nadere informatie

Handleiding aanpassen Cito-excelbestanden

Handleiding aanpassen Cito-excelbestanden Handleiding aanpassen Cito-excelbestanden M. van den Berg GION Februari 2015 Analyse Cito-opgaven 1) Neem het blad Analyse Cito-toetsopgaven voor u; 2) Pak de Cito-toets die u wilt invoeren voor u; 3)

Nadere informatie

Windows is het meest gebruikte besturingssysteem ter wereld.

Windows is het meest gebruikte besturingssysteem ter wereld. 2 Windows, inleiding Windows is het meest gebruikte besturingssysteem ter wereld. 2.1 Windows, een eerste verkenning In het vorige hoofdstuk heb je gezien wat een besturingssysteem is. Nu ga je werken

Nadere informatie

snelheid in m/s Fig. 2

snelheid in m/s Fig. 2 Dit oefen-vt en de uitwerking vind je op Itslearning en op www.agtijmensen.nl 1. Oversteken. Een BMW nadert eenparig met 21 m/s een 53 m verder gelegen zebrapad. Ria die bij de zebra stond te wachten steekt

Nadere informatie

uit Jurres mond. Jasmijn kijkt op. Jij bent toch ook bij Maikel geweest? Ja, dat is waar. Oké, doe Maikel dan ook maar. Maar hij moet wel een beetje

uit Jurres mond. Jasmijn kijkt op. Jij bent toch ook bij Maikel geweest? Ja, dat is waar. Oké, doe Maikel dan ook maar. Maar hij moet wel een beetje Inhoud 1 Feestbeest... 7 2 Wij willen winnen!... 12 3 Maikel... 19 4 Zoektocht... 25 5 Briefjes... 31 6 Code Langnek... 37 7 Waar Mart bang voor is... 44 8 Een verdacht pakket... 50 9 Poederdoos... 56

Nadere informatie

Werkblad 1 - Thema 14 (NIVEAU GEVORDERD)

Werkblad 1 - Thema 14 (NIVEAU GEVORDERD) Werkblad 1 - Thema 14 (NIVEAU GEVORDERD) Wat is een kracht? Tijdens het afwassen laat Jeroen een kopje vallen. Zoals te zien op de plaatjes valt het kopje kapot. Er moet dus een kracht werken op het kopje

Nadere informatie

Hoofdstuk 2: Grafieken en formules

Hoofdstuk 2: Grafieken en formules Hoofdstuk 2: Grafieken en formules Wiskunde VMBO 2011/2012 www.lyceo.nl Hoofdstuk 2: Grafieken en formules Wiskunde 1. Basisvaardigheden 2. Grafieken en formules 3. Algebraïsche verbanden 4. Meetkunde

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Syllabus domein C: beweging en energie

Samenvatting Natuurkunde Syllabus domein C: beweging en energie Samenvatting Natuurkunde Syllabus domein C: beweging en energie Samenvatting door R. 2564 woorden 31 januari 2018 10 2 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Subdomein C1. Kracht en beweging Specificatie De kandidaat

Nadere informatie

Docentenversie. Hoofdstuk A9 Hellinggrafieken - alternatief. snelheid (m/s)

Docentenversie. Hoofdstuk A9 Hellinggrafieken - alternatief. snelheid (m/s) Docentenversie Vooraf Dit hoofdstuk bestaat uit drie delen: Wat zijn hellinggrafieken en hoe maak je ze? Met het differentiequotient voor alle punten van de grafiek de helling uitrekenen. Die waarden kun

Nadere informatie

6.1 Kwadraten [1] HERHALING: Volgorde bij berekeningen:

6.1 Kwadraten [1] HERHALING: Volgorde bij berekeningen: 6.1 Kwadraten [1] HERHALING: Volgorde bij berekeningen: 1) Haakjes wegwerken 2) Vermenigvuldigen en delen van links naar rechts 3) Optellen en aftrekken van links naar rechts Schrijf ALLE stappen ONDER

Nadere informatie

Havo 4 - Practicumwedstrijd Versnelling van een karretje

Havo 4 - Practicumwedstrijd Versnelling van een karretje Havo 4 - Practicumwedstrijd Versnelling van een karretje Vandaag gaan jullie een natuurkundig experiment doen in een hele andere vorm dan je gewend bent, namelijk in de vorm van een wedstrijd. Leerdoelen

Nadere informatie

Wat moet je weten en doen voor een goed examen natuurkunde.

Wat moet je weten en doen voor een goed examen natuurkunde. Wat moet je weten en doen voor een goed examen natuurkunde. De stof moet op dit moment al goed in je hoofd zitten. In de les gaan we alleen maar bezig met oefenen van examens en examenopgaven. Thuis ga

Nadere informatie

Bij de volgende opgaven vragen we je een kleine opteltabel in te vullen. De eerste hebben we zelf ingevuld om je te laten zien hoe zoiets gaat. 1.

Bij de volgende opgaven vragen we je een kleine opteltabel in te vullen. De eerste hebben we zelf ingevuld om je te laten zien hoe zoiets gaat. 1. I Natuurlijke getallen Dit deel gaat over getallen waarmee je aantallen kunt weergeven: vijf vingers aan je hand, twaalf appels op een schaal, zestig minuten in een uur, zestien miljoen Nederlanders, nul

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 8, Bewegen in functies

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 8, Bewegen in functies Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 8, Bewegen in functies Samenvatting door een scholier 1016 woorden 19 januari 2003 5,6 80 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Natuurkunde overal Samenvatting hoofdstuk

Nadere informatie

techniek Motor en as LEGO O P D R A C H T Maak het programma van rechtsboven na, op het open stuk van het scherm.

techniek Motor en as LEGO O P D R A C H T Maak het programma van rechtsboven na, op het open stuk van het scherm. Motor en as 1 Maak het programma van rechtsboven na, op het open stuk van het scherm. Sleep het startblokje en motor rechtsom tegen elkaar. Als je een fout maakt, dan kan je een blokje ook weer terugslepen

Nadere informatie

Noordhoff Uitgevers bv

Noordhoff Uitgevers bv Voorkennis V-a Hester houdt e 5,00 3 e,85 3 e 3,9 5 e 5,00 e 3,70 e 6,58 5 e,7 over. b e 5,00 3 (e,85 e 3,9) 5 e 5,00 3 e 5, 5 e 5,00 e 0,8 5 e,7 V-a 6 3 5 36 9 5 7 b 9 (5 ) 5 9 (5 ) 5 9 5 c 0 3 6 5 000

Nadere informatie

START WISKUNDE-ESTAFETTE RU 2007 Je hebt 60 minuten voor 20 opgaven. Het totaal aantal te behalen punten is 600.

START WISKUNDE-ESTAFETTE RU 2007 Je hebt 60 minuten voor 20 opgaven. Het totaal aantal te behalen punten is 600. START WISKUNDE-ESTAFETTE RU 2007 Je hebt 60 minuten voor 20 opgaven. Het totaal aantal te behalen punten is 600. Estafette-opgave 1 (20 punten, rest 580 punten) Vier bij vier. In een schema van vier maal

Nadere informatie

NASK1 - SAMENVATTING KRACHTEN en BEWEGING. Snelheid. De snelheid kun je uitrekenen door de afstand te delen door de tijd.

NASK1 - SAMENVATTING KRACHTEN en BEWEGING. Snelheid. De snelheid kun je uitrekenen door de afstand te delen door de tijd. NASK1 - SAMENVATTING KRACHTEN en BEWEGING Snelheid De snelheid kun je uitrekenen door de afstand te delen door de tijd. Stel dat je een uur lang 40 km/h rijdt. Je gemiddelde snelheid in dat uur is dan

Nadere informatie

Open de browser (Internet Explorer, Chrome of Firefox) en typ dit adres in de adresbalk:

Open de browser (Internet Explorer, Chrome of Firefox) en typ dit adres in de adresbalk: Scratch les 1 Taal Welkom bij deze Scratch workshop! Vandaag ga jij kennismaken met Scratch. Scratch is een programmeertaal speciaal gemaakt voor kinderen vanaf 8 jaar, dus dat moet ons als leerkrachten

Nadere informatie

Meer Blokken. 1. Dit is een functie genaamd Maximum, die twee argumenten heeft: number1 en number2.

Meer Blokken. 1. Dit is een functie genaamd Maximum, die twee argumenten heeft: number1 en number2. Meer Blokken Voorkennis: SuperDojo, Snake Leerdoelen: Meer Blokken Introductie Meer Blokken zijn Scratch s manier van functies. Functies zijn een heel belangrijk concept in alle programmeertalen. Het staat

Nadere informatie

Syllabus Leren Modelleren

Syllabus Leren Modelleren Syllabus Leren Modelleren Januari / februari 2014 Hervormd Lyceum Zuid Klas B1B SCHRIJF HIER JE NAAM: LES 1 Syllabus Modelleren; Les 1: Zoekproblemen Klas B1B Inleiding In de lessen voor de kerstvakantie

Nadere informatie

Grootheid: eigenschap die je kunt meten (met een meetinstrument) Eenheid: maat waarin de grootheid wordt uitgedrukt

Grootheid: eigenschap die je kunt meten (met een meetinstrument) Eenheid: maat waarin de grootheid wordt uitgedrukt 1.3 Grootheden en eenheden Grootheid: eigenschap die je kunt meten (met een meetinstrument) Eenheid: maat waarin de grootheid wordt uitgedrukt BINAS : BINAS 3A: BINAS 4: vermenigvuldigingsfactoren basisgrootheden

Nadere informatie

Scratch les 3: Spirograaf

Scratch les 3: Spirograaf Scratch les 3: Spirograaf Een kunstwerk maken Met programmeren kun je alles maken! Ook een kunstwerk! In deze les maken we zelf een kunstwerk met Scratch. En je leert ook over herhalingen en over variabelen.

Nadere informatie

Module 2: Wat is Scratch?

Module 2: Wat is Scratch? Module 2: Wat is Scratch? Inhoudsopgave Module 2: Wat is Scratch?...1 Wat is Scratch?...2 Eerste stappen...3 Je eerste Scratch programma...6 Scratch coördinaten...7 Verander de achtergrond van je werkgebied...10

Nadere informatie

5.1 Lineaire formules [1]

5.1 Lineaire formules [1] 5.1 Lineaire formules [1] Voorbeeld : Teken de grafiek van y = 1½x - 3 Stap 1: Maak een tabel met twee coördinaten van deze lijn: x 0 2 y -3 0 Stap 2: Teken de twee punten en de grafiek: 1 5.1 Lineaire

Nadere informatie

Gids voor Kids Hoe vind je de weg hier?

Gids voor Kids Hoe vind je de weg hier? Gids voor Kids Hoe vind je de weg hier? Inhoud Wat is edx?... 2 De goede volgorde... 4 Hoe haal ik het Scratch Star Diploma?... 6 Hoe stel je vragen in het vragenblok?... 8 Wat ga je allemaal doen in deze

Nadere informatie

Bepaalde Integraal (Training) Wat reken je uit als je een functie integreert

Bepaalde Integraal (Training) Wat reken je uit als je een functie integreert Bepaalde Integraal (Training) WISNET-HBO update april 2009 Wat reken je uit als je een functie integreert De betekenis van de integraal is een optelling van uiterst kleine onderdelen. In dit voorbeeld

Nadere informatie

jaar: 1989 nummer: 17

jaar: 1989 nummer: 17 jaar: 1989 nummer: 17 De snelheidscomponent van een deeltje voldoet aan : v x = a x t, waarin a x constant is en negatief. De plaats van het deeltje wordt voorgesteld door x. Aangenomen wordt dat x= 0

Nadere informatie

BIOFYSICA: Toets I.4. Dynamica: Oplossing

BIOFYSICA: Toets I.4. Dynamica: Oplossing 1 ste jaar Bachelor BIOMEDISCHE WETENSCHAPPEN Academiejaar 006-007 BIOFYSICA: Toets I.4. Dynamica: Oplossing 1 Opgave 1 Een blokje met massa 0, kg heeft onder aan een vlakke helling een snelheid van 7,

Nadere informatie

Scratch les 2: Vissen vangen!

Scratch les 2: Vissen vangen! Scratch les 2: Vissen vangen! Diep in de zee Gerrie de diepzeevis heeft honger! Hij lust graag andere visjes, maar zorg dat hij zich niet verslikt in giftige vissen! Dit materiaal is gemaakt door Felienne.

Nadere informatie

Examen HAVO. Wiskunde A1,2

Examen HAVO. Wiskunde A1,2 Wiskunde A1,2 Examen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 1 Donderdag 25 mei 13.30 16.30 uur 20 00 Dit examen bestaat uit 19 vragen. Voor elk vraagnummer is aangegeven hoeveel punten met een

Nadere informatie

Sabeth van der Voort GAR1B 03/10/2014< Grafische interface Docent: Leon Kranenburg

Sabeth van der Voort GAR1B 03/10/2014< Grafische interface Docent: Leon Kranenburg Sabeth van der Voort GAR1B 03/10/2014< Grafische interface Docent: Leon Kranenburg De regels hebben allemaal dezelfde regelafstand. Daardoor loopt de tekst aan een stuk door. Het is een lap tekst waar

Nadere informatie

Simon de schildpad. 2015 J van Weert 1

Simon de schildpad. 2015 J van Weert 1 Programmeren met Simon Simon de schildpad 2015 J van Weert 1 Inleiding: Wat is programmeren eigenlijk? Een computer doet niets zonder een programma. Die programma s worden geschreven door mensen: programmeurs.

Nadere informatie

Excel over transponeren en een tabel. Handleiding van Helpmij.nl. Auteur: CorVerm

Excel over transponeren en een tabel. Handleiding van Helpmij.nl. Auteur: CorVerm Excel over transponeren en een tabel Handleiding van Helpmij.nl Auteur: CorVerm juli 2016 Excel: over transponeren en een tabel Transponeren Stel dat je een model hebt gemaakt om ziekmeldingen in te noteren.

Nadere informatie

5.327 703 x 15.981 3.728.900 + 3.744.881. 2.160 3.007 x 15.120 6.480.000 + 6.495.120. 2.160 3.007 x 15.120 00.000 0 00.000 6.480.000 + 6.495.

5.327 703 x 15.981 3.728.900 + 3.744.881. 2.160 3.007 x 15.120 6.480.000 + 6.495.120. 2.160 3.007 x 15.120 00.000 0 00.000 6.480.000 + 6.495. Bij vermenigvuldigen van twee grote getallen onder elkaar staan de rijen onder de streep elk voor een tussenstap. De eerste rij staat voor het vermenigvuldigen met het cijfer dat de eenheden van het onderste

Nadere informatie

Groepsopdracht: Groeiseizoen

Groepsopdracht: Groeiseizoen Groepsopdracht: Groeiseizoen In een vochtig land als Nederland is de lengte van het groeiseizoen van belang. Het groeiseizoen bestaat uit de dagen met een middagtemperatuur boven de 5 o C. De jaarlijkse

Nadere informatie

1 Niets veranderlijker dan het weer

1 Niets veranderlijker dan het weer 1 Niets veranderlijker dan het weer 1 Niets veranderlijker dan het weer Van alles om ons heen verandert: je kledingmaat, de gemiddelde lengte van de Nederlander, het aantal levende diersoorten, de hoogte

Nadere informatie

Stroomschema s maken op papier

Stroomschema s maken op papier 1 Stroomschema s maken op papier Een programma direct maken in Scratch, gaat vaak wel goed als het een klein programma is. Als het programma groter en moeilijker is, is het lastig om goed te zien welk

Nadere informatie

3.1 Negatieve getallen vermenigvuldigen [1]

3.1 Negatieve getallen vermenigvuldigen [1] 3.1 Negatieve getallen vermenigvuldigen [1] Voorbeeld 1: 5 3 = 15 (3 + 3 + 3 + 3 + 3 = 15) Voorbeeld 2: 5-3 = -15 (-3 +-3 +-3 +-3 +-3 = -3-3 -3-3 -3 = -15) Voorbeeld 3: -5 3 = -15 Voorbeeld 4: -5 3 9 2

Nadere informatie

Greep op grafieken. Inleiding. Grafieken maken

Greep op grafieken. Inleiding. Grafieken maken Greep op grafieken Carolien Duijzer, Marja van den Heuvel-Panhuizen, Michiel Veldhuis & Michiel Doorman, Universiteit Utrecht: Freudenthal Group, Faculteit Sociale Wetenschappen & Freudenthal Instituut,

Nadere informatie

1 Niets veranderlijker dan het weer

1 Niets veranderlijker dan het weer 1 Niets veranderlijker dan het weer 1 Niets veranderlijker dan het weer Van alles om ons heen verandert: je kledingmaat, de gemiddelde lengte van de Nederlander, het aantal levende diersoorten, de hoogte

Nadere informatie

Noordhoff Uitgevers bv

Noordhoff Uitgevers bv Voorkennis V-a Hester houdt e 5,00 3 e,85 3 e 3,9 = e 5,00 e 3,70 e,58 = e,7 over. b e 5,00 3 (e,85 + e 3,9) = e 5,00 3 e 5, = e 5,00 e 0,8 = e,7 V-a 3 = 3 9 = 7 b 9 (5 ) = 9 (5 ) = 9 = c 0 3 = 000 3 =

Nadere informatie

wiskunde B pilot vwo 2017-II

wiskunde B pilot vwo 2017-II wiskunde B pilot vwo 017-II Formules Goniometrie sin( tu) sin( t)cos( u) cos( t)sin( u) sin( tu) sin( t)cos( u) cos( t)sin( u) cos( tu) cos( t)cos( u) sin( t)sin( u) cos( tu) cos( t)cos( u) sin( t)sin(

Nadere informatie

Goed aan wiskunde doen

Goed aan wiskunde doen Goed aan wiskunde doen Enkele tips Associatie K.U.Leuven Tim Neijens Katrien D haeseleer Annemie Vermeyen Maart 2011 Waarom? Dit document somt de belangrijkste aandachtspunten op als je een wiskundeopgave

Nadere informatie

Let s play baseball! Let s get ready! Voorkennis: Sprites, Lopen, Variabelen, Scores, xy. Leerdoelen: 3D illusie, Klonen

Let s play baseball! Let s get ready! Voorkennis: Sprites, Lopen, Variabelen, Scores, xy. Leerdoelen: 3D illusie, Klonen Let s play baseball! Voorkennis: Sprites, Lopen, Variabelen, Scores, xy Leerdoelen: 3D illusie, Klonen Let s get ready! Jullie weten ongetwijfeld wat het belangrijkste is van het succes van elk goed spel

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Beweging in beeld. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Hoofdstuk 1 Beweging in beeld. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal Hoofdstuk 1 Beweging in beeld Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 1.1 Beweging vastleggen Het verschil tussen afstand en verplaatsing De verplaatsing (x) is de netto verplaatsing en de

Nadere informatie

Inleiding opgaven 3hv

Inleiding opgaven 3hv Inleiding opgaven 3hv Opgave 1 Leg uit wat een eenparige beweging is. Opgave De maan beweegt met (bijna) constante snelheid om de aarde. Leg uit of dit een eenparige beweging is. Opgave 3 Geef twee voorbeelden

Nadere informatie

- Je spreekt leerlingen aan op ongewenst gedrag. Je geeft af en toe positieve feedback.

- Je spreekt leerlingen aan op ongewenst gedrag. Je geeft af en toe positieve feedback. Evaluatieformulier Lerarenopleiding (talen, exact, sociale vakken) Versie schoolcontactpersoon Student: Aldert Kasimier Schoolcontactpersoon: C. Vidon Opleiding: Geschiedenis Stageschool: Zernike Datum:

Nadere informatie

VAARDIGHEDEN EXCEL. MEETWAARDEN INVULLEN In de figuur hieronder zie je twee keer de ingevoerde meetwaarden, eerst ruw en daarna netjes opgemaakt.

VAARDIGHEDEN EXCEL. MEETWAARDEN INVULLEN In de figuur hieronder zie je twee keer de ingevoerde meetwaarden, eerst ruw en daarna netjes opgemaakt. VAARDIGHEDEN EXCEL Excel is een programma met veel mogelijkheden om meetresultaten te verwerken, maar het was oorspronkelijk een programma voor boekhouders. Dat betekent dat we ons soms in bochten moeten

Nadere informatie

Industrie tussen grafisch en begrijpen Opgave A. Leuk!

Industrie tussen grafisch en begrijpen Opgave A. Leuk! Industrie tussen grafisch en begrijpen Opgave A Leuk! Een opgave met een grafische toepassing, waarbij het aankomt op goed analyseren, redeneren, een beetje rekenen, ietsje tekenen en: de juiste theoretische

Nadere informatie

Topscorer. Marian Hoefnagel. Daar kun je. 2 op rekenen! BOEKEN BOEIEN

Topscorer. Marian Hoefnagel. Daar kun je. 2 op rekenen! BOEKEN BOEIEN Topscorer Marian Hoefnagel Daar kun je BOEKEN BOEIEN 2 op rekenen! Scoren Kijk, daar! Die jongen met dat blonde haar! Daan wijst naar een jongen die net de tram inkomt. Hij heeft een grote sporttas bij

Nadere informatie