Alles-in-1. Alles-Apart TOTAALONDERWIJS INFORMATIEBROCHURE EENVOUDIG AANSPREKEND. Een nieuwe leerweg voor basisscholen, groep 5 t/m 8.

Transcriptie

1 INFORMATIEBROCHURE Alles-in-1 + Alles-Apart = TOTAALONDERWIJS Een nieuwe leerweg voor basisscholen, groep 5 t/m 8 AANSPREKEND voor leerlingen EENVOUDIG voor leerkrachten

2 Totaalonderwijs, wat is dat? Totaalvoetbal en Totaaltheater bestaan al: met behulp van een groot aantal technieken en werkvormen die wisselend worden ingezet wordt een maximum aan effect en rendement bereikt. Hetzelfde gebeurt met Totaalonderwijs: de beste ouderwetse en moderne didactische werkvormen en leermiddelen worden afwisselend ingezet, waardoor 21e eeuwse kinderen intrinsiek gemotiveerd leren wat ze moeten leren. In de afgelopen eeuw hebben we veel geleerd over de voor- en nadelen van diverse pedagogisch-didactische werkvormen en concepten. Bekend zijn o.a. Daltononderwijs, Ervaringsgericht onderwijs (EGO), Freinetonderwijs, Jenaplanonderwijs, Klassikaal onderwijs, Montessorionderwijs, Ontwikkelingsgericht onderwijs (OGO), het Nieuwe Leren, het onderwijs aan Vrije scholen en aan Iederwijs-scholen. Ieder concept heeft zijn waarde en zijn beperkingen, zijn voordelen en nadelen. Totaalonderwijs verenigt het beste uit alle concepten en houdt tevens rekening met: de groepsgrootte van de meeste klassen; de werktijden en de capaciteiten van de leerkrachten; de mogelijkheden van Nederlandse kinderen in deze eeuw; nieuwe technische mogelijkheden, zoals computers, films, games en digi-borden. een bladzij uit het projectboek over Europa Opdrachten - Extra Info Extra Info 3DEF 1. In een informatieve tekst staan veel feiten. Lees de tekst en let op feiten over Griekenland die je nog niet wist. Griekenland - Extra Info Griekenland is drie keer zo groot als Nederland. De hoofdstad is Athene. Griekenland heeft vele duizenden eilandjes. Hiervan zijn er nog geen 140 bewoond. Het grootste eiland is Kreta. De hoofdstad van Kreta is Heraklion. Santorini Geschiedenis Griekenland kent een bijzondere geschiedenis jaar geleden liepen zij voorop op het gebied van cultuur, architectuur, democratie en wetenschap. Griekenland staat ook bekend om de mythologie. De verhalen over goden en godinnen hebben de Europese cultuur sterk beïnvloed. Ook de naam Europa komt voort uit de Griekse mythologie. Europa 1DEF tempel amfitheater ingang naar het Olympisch Stadion. Athene is al duizenden jaren het centrum van de Griekse samenleving. Veel filosofen, schrijvers en dichters leefden en werkten er. Socrates en Aristoteles waren filosofen, die nadachten over het leven en de mensen. Ze worden nog altijd veel gelezen. De manier waarop nu in veel landen de macht is georganiseerd, door democratie, komt uit Athene. Dit was de eerste cultuur waarbij (een deel van) het volk inspraak had door kiesrecht. Door de vele eilanden en zee is het voor de Grieken makkelijker om per boot te reizen en handel te drijven. Waar verdienen Grieken geld mee? Veel Grieken werken in de scheepvaart. Ze bouwen of repareren schepen, of werken op de schepen. Bijvoorbeeld op de veerboten naar de eilanden en Italië. In de kustplaatsen werken mensen als visser. De gevangen vis verkopen ze aan de markten en de Veerboot restaurants. Maar het meeste geld verdienen de Grieken aan het verblijf van de toeristen. Griekenland is een bekend vakantieland. De Grieken zijn wel bang dat al dat toerisme de natuur aantast. De eilanden Kreta, Kos en Rhodos zijn het populairst. De toeristen komen vaak niet alleen voor de zon, maar ook voor de vele oude bezienswaardigheden. Aristoteles Socrates Homerus De stad Olympia is bekend om de wereldberoemde Olympische Spelen. De eerste spelen werden waarschijnlijk al rond 1370 voor Chr. gehouden. Er mochten toen alleen mannen meedoen. Zonder kleren! Griekse haven

3 Om een idee te krijgen van de middelen die wisselend ingezet worden, volgt hier een willekeurige en niet volledige opsomming: thematisch/projectmatig werken vele soorten vragen: open, gesloten, filosofisch, kritisch, reflecterend, etc eigen werkstukken (in groepjes) raadsels, moppen en quizzes interactief en coöperatief leren degelijke instructies zelfstandig werken: individueel, in tweetallen en in groepjes gedichten en informatieve teksten verhalen, waaronder de klassieken van vele culturen doe- en onderzoekactiviteiten dans, drama, muziek, tekenen, schilderen en handvaardigheid vèrgaande differentiatie computeropdrachten zelf fouten inzien en herstellen werken in teamverband met ieder een eigen taak en rol (powerpoint)presentaties verzorgen De leerkrachten zijn de regisseurs van dit totaalonderwijs: zij bepalen of, wanneer en in welke mate deze mogelijkheden worden ingezet. De school kan dus zijn en worden zoals de mensen die er werken, dat willen. Door deze gereedschappen kunnen leerkrachten en leerlingen maximaal competent worden. Dat geeft diepgang, rust, motivatie en plezier. Ouders merken dit en zijn daar gelukkig mee. 3

4 Structuur van Alles-in-1 1 De kerndoelen zijn verspreid over 20 projecten en Alles-Apart. 2 De 20 projecten zijn verdeeld in 5 groepen van 4 projecten: Aardrijkskunde Geschiedenis Techniek Cultuur Natuur Nederland Prehistorie, Romeinen Bouwen Voeding Dieren Europa Middeleeuwen Vervoer Kleding Planten Afrika en Azië Gouden Eeuw Energie Kunst Mensen Amerika, Australië Moderne Geschiedenis Communicatie Geloof Milieu, Kringloop 3 Ieder project duurt 5 weken (alleen het project Dieren duurt 7 weken). 4 Uitvoering van alle activiteiten kost ± 15 uur per week (= ± 60% van de lestijd). 5 In totaal vergen deze projecten 5 x 5 = 25 weken per jaar weken per jaar zijn projectloos. Gemiddeld gaat het om drie weken tussen twee projecten. Daarvoor is gekozen vanwege de afwisseling en om de leerstof te behandelen die niet (volledig) in de projecten opgenomen is. Daarnaast is er in deze weken ook ruimte voor Kerst, Sint, schoolreis en afsluiting van het schooljaar. Voor deze projectloze weken is Alles-Apart ontwikkeld (zie pag 5-6). 7 Ieder project kent vier soorten activiteiten: projectboeken: behandeling films, teksten, spelling, Engels en (computer)opdrachten; werkstukken: uitwerken van één onderdeel van het thema (in groepjes); doe-opdrachten: leren-door-doen via leskisten met tipkaarten; expressie: dans, drama, tekenen, schilderen, handvaardigheid en muziek. Deze activiteiten komen iedere week aan bod. Per project kan de invulling van de activiteiten sterk variëren. 8 Ieder project is onderverdeeld in subthema s. Iedere week één. 9 De projectboeken beginnen wekelijks met een film, waarmee het subthema wordt ingeleid. Daarna volgen teksten, fictie en non-fictie, vaak ook gedichten en spelling. De teksten kennen eerst een basistekst voor alle kinderen. Daarna volgt een Extra-tekst die kinderen zelfstandig behandelen, op het eigen niveau. Het wekelijkse subthema wordt afgesloten met Engels. 4

5 Screenshots van de cd-rom Engels 10 De projectboeken, de computeropdrachten en de toetsen zijn er in 6 niveaus: niveau A is voor kinderen die nog niet goed en vlot kunnen lezen (vanaf AVI 5); niveau B ligt op gemiddeld groep 5-niveau; niveau C ligt op gemiddeld groep 6-niveau; niveau D ligt op gemiddeld groep 7-niveau; niveau E ligt op gemiddeld groep 8-niveau; niveau F is voor de begaafde kinderen die daarboven uit komen. Elk niveau is met en naast elkaar te gebruiken binnen één groep. Het is dus zelfs geen probleem als alle niveaus in één groep gebruikt worden. 11 Iedere dag begint met een gezamenlijke activiteit. Daarna werken de kinderen zelfstandig, in tweetallen of kleine groepjes, verder. 12 De cognitieve verwerking is afwisselend schriftelijk en op de computer. De computeropdrachten zijn o.a. verwijzingen naar internetsites. Via onze site zijn de links up-to-date en toegankelijk voor de leerlingen. 13 Ieder project wordt afgesloten met een quiz, een toets, een tentoonstelling en/of een opvoering. De expressielessen leveren de bouwstenen voor de afsluiting. 14 Alle hiervoor benodigde materialen kunnen besteld worden. Per project zijn dit: rijk geïllustreerde projectboeken voor de kinderen; antwoordenboeken; leskisten met de materialen voor de doe-opdrachten en expressie; een of meer DVD s voor de films; CD s voor expressie, liedjes, geluidsfragmenten en voorgelezen teksten CD-rom voor Engels met games voor de kinderen; CD met bordplaten en de projectboeken digitaal, voor het digibord; bordplaten (voor scholen zonder digibord); map met instructie voor de werkstukken; handboek voor de leerkracht; incl. lessen voor doe-opdrachten en expressie; bij de geschiedenisprojecten: tijdbalk; bij de aardrijkskundeprojecten: cd-roms en topo-kaarten voor topografie; bij het project Vervoer: verkeersborden en verkeersregels; tevens worden optioneel extra artikelen aangeboden. 5

6 projectboeken voor de kinderen handboek voor de leerkracht antwoordenboeken voor leerkracht en/of de kinderen leskist met materiaal voor expressie- en doe-opdrachten tipkaarten geplastificeerde instructie voor de kinderen bordplaten beeldmateriaal Henna Copyright 2008 Alles-in-1 Expressie Project Afrika en Azië Wees voorzichtig met de scherpe mesjes! Recept: Apfelstrudeltjes Verwarm de oven voor. De oventemperatuur moet zijn: 200 C voor een elektrische oven. Laat 6 plakjes bladerdeeg ontdooien. Copyright 2008 Alles-in-1 Expressie Project Afrika en Azië Wat heb je nodig? Ingrediënten Materialen 6 plakjes bladerdeeg (diepvries) -6 snijplankjes* 3 appels -6 schilmesjes* 6 eetlepels rozijnen -6 kommetjes 6 theelepels suiker -6 eetlepels 1 theelepel kaneel -6 theelepels 1 ei -bakpapier water -2 kommetjes (voor water en het ei) poedersuiker -een kwastje (voor het ei) -een bakplaat -een oven -bordjes of servetjes * in de leskist In bijna elk Europees land wordt appelgebak gemaakt. Overal wordt een ander recept gebruikt. In Centraal-Europa maken ze Apfelstrudel. Vandaag bakken jullie kleine Apfelstrudeltjes. Vóór je met koken begint: Was je handen. Lees het recept eerst goed door. Leg alle ingrediënten en materialen klaar. Bedek de bakplaat met bakpapier. Neem elk een halve appel. Schil de appel. Verwijder klokhuizen en pitjes. Snijd de appel in heel kleine stukjes. Doe de appelstukjes in een kommetje. Meng ze met: 1 theelepel suiker, 1 eetlepel rozijnen en een klein beetje kaneel. z.o.z Wat heb je nodig: - naald* - flessenkurk* - mesje* - magneet* * in de leskist - plastic bak (of diep bord) Een kompas kan je gebruiken om te weten waar je bent en waar je naar toe moet. De naald van een kompas wijst altijd naar het noorden! Hoe kan dat? De aarde is magnetisch. Dat komt omdat in het binnenste deel van de aarde magnetisch ijzer zit. De ijzerdeeltjes van een magneet liggen dezelfde kant op als de ijzerdeeltjes in de aarde: naar het noorden! De naald in het kompas is ook magnetisch gemaakt. Zo komt het dus dat een kompasnaald ook naar het noorden wijst! Jullie gaan een simpel drijvend kompas maken! oog Neem de naald. Houd hem vast bij het oog. Pak de magneet. Strijk met de magneet langs de naald. Begin bij je vingers en strijk omhoog naar de punt. Doe dit rustig en 50x. Telkens op dezelfde manier. Zo maak je de naald magnetisch. Snij met het mesje een dun, rond plakje van de kurk. Vul de bak met water. Zet de bak niet in de buurt van ijzeren voorwerpen! Leg de magneet ver weg van de bak. Leg het plakje kurk op het water. Leg de naald rustig op de kurk. De naald draait met de punt naar het noorden! Draait de naald niet? Dan is de naald nog niet magnetisch genoeg. Copyright 2007 Alles-in-1 Doe-opdracht Project Europa punt Copyright 2007 Alles-in-1 Doe-opdracht Project Europa 6

7 digitaal materiaal films, audio-cd s, cd-rom Engels, cd-roms Alles-Apart lesboeken, invulwerkboeken en spellingklapper voor de kinderen handboek voor de leerkracht antwoordenboeken voor de leerkracht en/of de kinderen 4 kijkplaten voor ei-ij-ou-au poster voor vervoeging werkwoorden 7

8 Structuur van Alles-Apart 1 Alles-Apart vormt de aanvulling op de 20 projecten van Alles-in-1. 2 Samen bevatten ze de leerstof voor de groepen 5 t/m 8 buiten rekenen en gym. 3 Alles-Apart bevat leerstof voor 15 schoolweken, maar kan uitgesmeerd worden over meer dan 15 weken. 4 Iedere week omvat één leerstofgeheel. 5 De lesboeken en werkboeken voor de leerlingen zijn uitgewerkt op 6 niveaus (A t/m F). Ieder niveau heeft een apart lesboek en werkboek. Bij niveau F voor zeer begaafde kinderen, zijn het lesboek en het werkboek één geheel. 6 De lesboeken en werkboeken voor de leerlingen bevatten die leerstofonderdelen van spelling, grammatica, begrijpend lezen en Engels die instructie nodig hebben en elkaar strikt op moeten volgen. 7 In verband daarmee kan met de volgorde van de weken niet flexibel omgegaan worden. 8 Iedere leerling beschikt over de volgende leermiddelen: een lesboek op het eigen niveau, met teksten en opdrachten; een invul-werkboek op het eigen niveau; een spellingklapper, met tabbladen voor belangrijke spellingregels. A 8

9 9 Er zijn grote posters (A1) met een schema voor het vervoegen van de werkwoorden en vier platen voor woorden met ei - ij - au - ou 10 Iedere leerkracht beschikt over een handboek met uitleg over alle lessen en activiteiten, niet alleen over spelling, grammatica, begrijpend lezen en Engels, maar ook over aardrijkskunde, geschiedenis, kennis der natuur, verkeer en alle expressievakken. 1 1 De weekindeling kan er als volgt uitzien: DAG INSTRUCTIE ZELFSTANDIG WERKEN maandag (1½ uur) - begrijpend lezen - spelling I + schrijven van Weekwoorden I in - spellingblad I de spellingklapper dinsdag (45 min) - spelling II + schrijven van Weekwoorden II in de spellingklapper - spellingblad II woensdag (1 uur) - werkwoorden - werkbladen werkwoorden donderdag (1½ uur) - extra instructie Spelling I en II waar nodig. - toets 1: werkwoorden - spellingbladen I en II - toets 2: dictee vrijdag (1 uur) - zinsbouw, woordbenoemen - nabespreken dictee/toets - extra instructie waar nodig - werkbladen grammatica - herhaling en verrijking pagina s uit de spellingklapper pagina uit een werkboek 3 Spelling I klankgroepen A. Kijk naar de grijze woorden in het recept. Hebben de woorden een lange of een korte klank? Schrijf de grijze woorden in de goede rij. Werkboek B B. Bedenk bij alle woorden een rijmwoord. 1. pakken 6. malen 2. lekker 7. kopen 3. rotten 8. muren 4. rekken 9. wegen 5. mannen 10.vaten C. Kleur de vier woorden met een lange klank ROOD. Kleur de drie woorden met een korte klank BLAUW. komen roken lopen zetten petten grazen pakken Deze woorden had ik fout geschreven: 29 9