Nota van uitgangspunten Buitengebied

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Nota van uitgangspunten Buitengebied"

Transcriptie

1 Nota van uitgangspunten Buitengebied 18 maart 2010 Projectteam Buitengebied

2 Inhoud Inleiding 4 Gebiedskenmerken 5 Landschapswaarden 6 Ecologische waarden 9 Archeologie 11 Gebouwde cultuurhistorie 11 Nieuwe landgoederen 11 Veiligheid 12 Agrarische sector 13 Toekenning agrarische bouwvlakken 14 Groei van agrarische bedrijven 15 Nieuwvestiging en omschakeling Intensieve veehouderij 16 Tweede agrarische bedrijfswoningen 18 Teelt ondersteunende voorzieningen 18 Nevenfuncties bij agrarische bedrijven 19 Paardensector 20 Drie typen paardenbedrijven 21 Productie gerichte paardenhouderij 21 Gebruik gerichte paardenhouderij 22 Manege 22 Bouwwerken ten behoeve van de paardenhouderij 23 Niet-agrarische bedrijven 24 Bestaande niet-agrarische bedrijven 25 Maatschappelijke doeleinden 27 Wonen 28 Burgerwoningen 29 Wonen met agrarische activiteiten 29 Aan-huis-gebonden beroep of bedrijf 30 Woningsplitsing 31 Mantelzorg 32 2

3 Recreatie en toerisme 33 Verblijfsrecreatieterreinen 34 Recreatieverblijven 35 Overige vormen van verblijfsrecreatie 35 Dagrecreatie 37 Functieverandering 38 Beleid voor functieverandering 39 3

4 Inleiding De gemeente Barneveld werkt aan een Structuurvisie en een nieuw Bestemmingsplan voor haar buitengebied. Een omvangrijk project dat betrekking heeft op een plangebied van ongeveer ha. Met daarin ruim 9300 adressen en circa 2600 individuele bestemmingsvlakken. Maar, het is niet alleen een omvangrijk project vanwege deze grote aantallen. Het buitengebied van Barneveld biedt plaats aan een groot aantal zeer uiteenlopende functies, van agrarische bedrijven tot militaire oefenterreinen. Al deze functies vragen om een beleidslijn (de Structuurvisie) en een juridisch kader (het bestemmingsplan). Ook zullen wij regelmatig op vraagstukken stuiten waarin de verschillende functies en belangen met elkaar conflicteren. Dit vraagt om inzicht in de vraagstukken en het maken van een belangenafweging. Omdat het een omvangrijk project is met een looptijd van circa 3 jaar, is gekozen voor een gefaseerde aanpak. De eerste fase bestaat uit het formuleren van uitgangspunten voor het gehele project, dus zowel voor de Structuurvisie als voor het Bestemmingsplan. Sinds de vaststelling van het geldende bestemmingsplan is er een keur aan nieuwe wet- en regelgeving vastgesteld, zoals: het Streekplan Gelderland 2005; het reconstructieplan Gelderse Vallei/ Utrecht-Oost 2005 en het reconstructieplan Veluwe 2005; de actualisatie van het reconstructieplan Gelders Vallei/ Utrecht-Oost 2010; de Regionale beleidsinvulling functieverandering en nevenactiviteiten de regionaal opgestelde handreiking voor de vertaling van het reconstructieplan Gelderse Vallei/ Utrecht-Oost in bestemmingsplannen; een regionale handreiking Paardenhouderij Gelderse Vallei/ Utrecht-Oost; de Strategische Visie van de gemeente Barneveld; de (nieuwe) Wet ruimtelijke ordening. Al deze stukken vragen om een herijking van ons eigen beleid. In dit document vindt u de relevante thema s voor het buitengebied. Per thema hebben wij aangegeven welke uitgangspunten wij hanteren bij het opstellen van de structuurvisie en het bestemmingsplan voor het buitengebied. Dit document is een leidraad en inspiratiebron voor het beleidvormingsproces voor ons buitengebied. Belangrijke kanttekening bij dit document is dat de hier genoemde uitgangspunten niet rechtstreeks vertaald kunnen worden naar individuele vraagstukken. In de eerste plaats omdat deze uitgangspunten nog vertaald moeten worden in concreet beleid. In de tweede plaats omdat iedere locatie beoordeeld moet worden op de daar geldende randvoorwaarden en de wet- en regelgeving voor het milieu. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de invloed van de Wet geurhinder en veehouderij, de Wet milieubeheer of de Wet geluidhinder. Een tweede kanttekening heeft betrekking op de milieueffecten die kunnen ontstaan op basis van de hier geformuleerde uitgangspunten. In het vervolg van het planvormingsproces zullen deze milieueffecten nadrukkelijk aan de orde komen in een milieu effect rapportage (verder kortweg m.e.r. genoemd). Voor zowel de structuurvisie als het bestemmingsplan zullen de uitkomsten van deze m.e.r. onderdeel vormen van de beleidsvorming. Naast de specifieke milieudoelstellingen zal ook de ruimtelijke vertaling van het begrip duurzaamheid een plek krijgen in ons nieuwe beleid. 4

5 5 Gebiedskenmerken

6 In de strategische visie hebben wij benoemd dat we streven naar duurzame economische ontwikkeling. Wij stellen hierbij het volgende Een duurzame economische ontwikkeling draagt bij aan ecologische waarden. Bij duurzame ecologische ontwikkeling gaat het om zaken als het bestrijden en voorkomen van vervuiling, bescherming van dieren en planten, zuinig energiegebruik en werken aan een duurzame relatie tussen landbouw, recreatie en natuur. Dit vraagt om een goede balans tussen de verschillende functies van het buitengebied. Ons buitengebied bevat ook nu al een keur aan landschappen en natuurwaarden. Denkt u hierbij aan het natuurgebied Veluwe, het Paradijs en het landgoed Schaffelaar. In de strategische visie stellen wij hierbij ook dat: De variatie aan landschappen, natuur- en cultuurwaarden en het Barneveldse karakter moeten gewaarborgd worden en in samenhang worden ontwikkeld met een economisch gezonde gemeente waar het goed wonen, werken en leven is. Landschapswaarden Wij willen landschapswaarden behouden en zoeken daarbij naar een evenwichtige situatie ten opzichte van andere functies, zoals de agrarische sector en wonen. In de Strategische Visie; balans in ambitie en kwaliteit (2009, verder kortweg strategische visie genoemd) zijn de kernkwaliteiten van Barneveld verwoord. Onderdeel van deze kernkwaliteiten is een grote variatie in landschappen en het Natuurgebied Veluwe. De gemeente Barneveld kent in hoofdzaak de volgende landschapstypen: kampenlandschap, bos, (jonge) heide, essen, kampen, zandverstuivingen, veenontginningen en broekontginningen. Ook de sterke agrarische sector wordt genoemd als een kernkwaliteit. Samen bepalen deze functies in belangrijke mate het gebruik en het aanzien van ons buitengebied. De ligging nabij de meer verstedelijkte gebieden richting het westen (zoals Amersfoort), het Natuurgebied Veluwe en de verkeersaders als de A1 zorgt ervoor dat Barneveld te maken heeft met een verstedelijkingsdruk. Deze druk brengt een behoefte aan woningbouw en bedrijventerreinen met zich mee. In de strategische visie hebben wij benoemd dat wij de stedelijke ontwikkeling met name willen concentreren op de as Voorthuizen-Barneveld. In de overige kernen mag alleen uitbreiding plaatsvinden als dit nodig is voor de eigen natuurlijke bevolkingsgroei. Het buitengebied willen wij zoveel mogelijk ontzien. In het streekplan stelt de provincie Gelderland dat de open ruimte in de regio Vallei dient als groene contramal tegen oprukkende verstedelijking. Het gebied is zelf echter ook aan veranderingen onderhevig. Denk bijvoorbeeld aan de schaalvergroting in de landbouw of de groei van het aantal niet-agrarische bedrijven in het buitengebied (mede op basis van ons functieveranderingsbeleid). Daarom wil de provincie een nieuw evenwicht tussen landbouw, natuur, waardevolle landschappen en de relatief nieuwe functies als landelijk wonen in vrijkomende agrarische bebouwing en de berging van water. Wij onderschrijven het belang van het vinden van balans. Mede op basis hiervan kiezen wij voor een drieledige aanpak voor het landschap: Het beschermen van bestaande landschapswaarden. 6

7 Het ontzien van het landschap door het concentreren van stedelijke ontwikkelingen, met name op de as Voorthuizen-Barneveld. Het realiseren van nieuwe landschapselementen (zoals houtwallen en andere houtopstanden) op basis van het vastgestelde Landschap Ontwikkelingsplan (2005), al dan niet als herstel van verloren waarden of ter versterking van bestaande waarden. In het regiospecifieke deel van het streekplan is de hoofdopgave voor de regio De Vallei beschreven. Dit deel van het streekplan is geschreven mede op basis van onze inbreng en van die van de andere gemeenten in de Gelderse Vallei. Voor ruimtelijke ontwikkelingen in de Vallei wordt de volgende koers ingezet: beken als drager voor natte natuur, waterberging, routegebonden recreatie, functieverandering van vrijkomende agrarische bebouwing; verbeteren van de kwaliteit en vitaliteit van landelijk gebied in het groene valleilint als ecologische verbinding tussen de Veluwe en de Utrechtse Heuvelrug; Heuvelrug/Veluwe als berging voor water, als recreatiegebied en als buffer Randstad/Amersfoort met Oost Nederland; ontwikkeling toerisme en recreatie, geënt op cultuurhistorische en landschappelijke waarden; regionale knooppunten strategie voor de ontwikkeling van wonen, werken en voorzieningen, met onder andere Barneveld (A1) als één van de knooppuntlocaties. Ook het geldende gemeentelijke beleid is gericht op behoud, versterking en vernieuwing van de structuurbepalende natuur en landschapselementen in het gebied. Het beleid is er verder op gericht de bestaande natuurgebieden met elkaar te verbinden als onderdeel van de ecologische hoofdstructuur. Dit ter versterking van de samenhang tussen afzonderlijke natuur- en bosgebieden, het Centraal Veluws Natuurgebied en de Utrechtse Heuvelrug. De landschapwaarde kaart (uit het geldende bestemmingsplan) en het Landschapsontwikkelingsplan Gelderse Vallei zijn onze basis voor het beschermen van bestaande, het herstellen van waarden die verloren zijn gegaan en het realiseren van nieuwe landschapswaarden. Acht gemeenten in de Gelderse Vallei hebben in 2005 een Landschapsontwikkelingsplan (verder kortweg LOP genoemd) laten ontwikkelen. In dit landschapsontwikkelingsplan is het landschapsbeleid van de acht gemeenten op elkaar afgestemd. Het belangrijkste doel van het LOP is het stimuleren van initiatieven voor landschaps- en natuurontwikkeling in het buitengebied door particulieren, instanties en gemeenten. In het LOP is aangegeven dat landschapskarakteristieken en het ecologisch netwerk versterkt en vernieuwd moeten worden. Dit kan door stimulering van kleinschalige landschapselementen op basis van de lokale ontginningsgeschiedenis. Bij ruimtelijke ontwikkelingen moet daarnaast ook aandacht besteedt worden aan de waterkwaliteit, waterkwantiteit en de ecologische waarden en verbindingen. Het LOP wordt gebruikt als landschappelijk toetsingskader bij nieuwe plannen. Een voorbeeld hiervan is de toetsing van de vereveningsbijdrage en landschappelijke inpassing bij functieveranderingprojecten. Bij dit laatste speelt natuurlijk ook het regionaal opgestelde Beeldkwaliteitplan voor functieveranderingen in de Gelderse Vallei (SVGV, 2008) een belangrijke rol. Gelijktijdig met het nu geldende bestemmingsplan Buitengebied is de Ontwikkelingsschets buitengebied opgesteld. De ontwikkelingsschets bevat de visie van het (toenmalige) gemeentebestuur op de ontwikkelingsmogelijkheden van het buitengebied (1998). Zoals verwoord in de ontwikke- 7

8 lingsschets, streeft de gemeente ernaar om bij ontwikkelingen aan te sluiten bij de bestaande landschapselementen. Zo wordt in een aantal deelgebieden gestreefd naar behoud van de verkavelingsrichting. Bij de open gebieden vormt het behoud van de openheid een belangrijk punt. In de ontwikkelingsschets zijn een drietal basisprincipes opgenomen voor structuurbeplanting: laanbeplanting langs wegen; gesloten lijnvormige landschapselementen langs beken; lijnvormige landschapselementen op de overgang naar stuwwallen (op bescheiden schaal). De beleidslijn uit de ontwikkelingsschets is nog steeds actueel en wordt meegenomen bij het ontwikkelen van de structuurvisie en het bestemmingsplan voor het thema landschapswaarden. In het buitengebied van Barneveld komen verschillende landschaptypen voor. Wij vinden het waardevol om deze landschaptypen (en de onderlinge) verschillen te behouden. Dit uitgangspunt is ook gehanteerd bij het opstellen van het nu geldende bestemmingsplan. Destijds is hiervoor een landschapwaarde kaart gemaakt. Deze kaart vormt ook nu een uitgangspunt voor het opstellen van ons beleid op dit punt. Doormiddel van (gebieds)bestemmingen en, waar nodig, een aanlegvergunningstelsel worden de landschapswaarden beschermd. Naast de verschillende landschapstypen hebben we ook te maken met een beleidsmatige gebiedsindeling. Zoals genoemd streven wij naar een goede balans tussen de verschillende functies van het buitengebied. Daarnaast willen wij landschapsbeleid formuleren dat aangeeft welke doelen realiseerbaar zijn binnen een planperiode van 10 jaar (na vaststelling van dit beleid). Het vinden van balans en het formuleren van uitvoerbare doelen willen wij vertalen in de keuzes die wij maken voor de verschillende gebiedstypen in onze gemeente: Landbouw Ontwikkelingsgebied (verder kortweg LOG genoemd): primaat bij de agrarische sector. In het LOG gaan we uit van behoud van bestaande landschapswaarden. Indien dit (ecologisch en cultuurhistorisch) aanvaardbaar is willen wij groenstructuren verplaatsbaar maken als daar een noodzaak toe is. We zijn terughoudend in het toestaan van nieuwe grote groenstructuren (meer dan één hectare). Dit omdat dit de kans op conflicten met het agrarische belang vergroot. Particuliere initiatieven (kleiner dan één hectare) voor vernieuwing van het landschap blokkeren wij niet, mits dit niet leidt tot een conflict met het agrarische belang. Wel willen we de landschappelijke inpassing van groeiende agrarische bedrijven opnemen in ons beleid. Natuurgebied Veluwe: primaat bij de natuur. In het natuurgebied De Veluwe streven we naar behoud en versterking van bestaande natuur- en landschapswaarden. Agrarische enclaves: primaat bij het landschap. De agrarische enclaves binnen het natuurgebied Veluwe hebben een zeer hoge landschappelijke waarde. Wij zetten ons als gemeente in om de bestaande waarden te behouden en waarden die verloren zijn gegaan te herstellen. De hoge landschapswaarde van deze enclaves maken deze ook kwetsbaar voor nieuwe ontwikkelingen. De ontwikkeling van grote aaneengesloten natuurgebieden (zoals bij een nieuw landgoed) staan wij dan ook niet toe. De overige gebieden: behoud van grote structuren, versterking van de EHS en ruimte voor initiatieven. Zoals genoemd willen wij als gemeente realistische doelen stellen op het gebied van landschap. Dit betekent dat wij onze aandacht moeten spreiden. Voor de overige gebieden geldt dat er een balans moet worden gevonden tussen verschillende functies. De aandacht van de gemeente gaat hierbij uit naar het (aanvullen van) grote of verbindende structuren. 8

9 Daarnaast bieden we ruimte voor (particuliere) initiatieven, zoals nieuwe landgoederen en stellen wij eisen aan de landschappelijke inpassing bij functieverandering. Ons beleid voor functieverandering biedt belangrijke kansen voor de aanleg van nieuwe landschapselementen. Bij het functieveranderingbeleid van regio De Vallei zit een beeldkwaliteitplan waar aan voldaan moet worden bij de inrichting van een nieuw perceel. Ook het LOP wordt gebruikt als toetsingskader. Bij functieverandering wordt niet alleen de bebouwing beoordeeld, maar ook de indeling van het erf en de inpassing in het landschap. De kenmerkende, landschappelijke lijnen moeten worden behouden en waar mogelijk worden versterkt. Wij streven ernaar om bij ontwikkelingen aan te sluiten bij bestaande landschapselementen. Cultuurhistorisch waardevolle hoogteverschillen en waardevolle open gebieden willen wij behouden. Bij het opstellen van het nu geldende bestemmingsplan is benoemd dat natuurlijke en/of cultuurhistorisch bepaalde hoogteverschillen, zoals in het kampenlandschap en rond de beken, worden beschermd. Voor ingrepen in de bodem, die een aantasting van het reliëf kunnen inhouden, is een aanlegvergunning nodig. Deze beleidslijn is nog steeds actueel en nemen we dan ook op in het nieuwe bestemmingsplan. Voorbeelden van waardevolle open gebieden zijn de kampen en de essen. In de waardevolle open gebieden worden nieuwe opgaande beplanting, houtachtige gewassen en bouwwerken als teelt ondersteunende voorzieningen geweerd. De uitbreiding van de bedrijfsgebouwen voor bestaande agrarische bedrijven wordt wel toegestaan, ook wanneer dit mogelijk conflicteert met de openheid van het gebied. Ecologische waarden De Ecologische Hoofdstructuur zoals die nu is vastgelegd, is voor ons het uitgangspunt. De Ecologische Hoofdstructuur (verder kortweg EHS genoemd) is aangewezen op rijksniveau en verder uitgewerkt op provinciaal niveau. Er zijn verschillende type EHS benoemd met eigen (beleidsmatige) mogelijkheden en beperkingen: EHS-natuur; EHS-verweving; EHS-verbinding. Het provinciale beleid is er op gericht de bestaande natuurgebieden met elkaar te verbinden als onderdeel van de ecologische hoofdstructuur. Dit ter versterking van de samenhang tussen afzonderlijke natuur- en bosgebieden, het natuurgebied De Veluwe en de Utrechtse Heuvelrug. Rode ontwikkelingen (zoals de nieuwbouw van woningen) zijn niet toegestaan in gebieden die zijn aangeduid als EHS. In het streekplan is verder onderscheid gemaakt tussen natuur binnen de EHS en natuur buiten de EHS. In ons beleid houden we rekening met deze voorwaarden uit het provinciale beleid. Waar mogelijk bundelen wij gemeentelijke inspanningen op het gebied van natuurwaarden met de inspanningen die gericht zijn op de versterking van de EHS. Hierbij is de term natuur een breed begrip. In ons buitengebied gaan natuurwaarden vaak hand in hand met bijvoorbeeld landschapswaarden (zoals bosjes, hagen en houtwallen) en natte elementen zoals be- 9

10 ken en poelen. Het doel van het beleid is om de bestaande biodiversiteit in stand te houden en waar mogelijk verdwenen biodiversiteit terug te brengen. Over het algemeen kan het bestaande gebruik op basis van de vigerende bestemming worden gecontinueerd. Binnen de EHS vinden wij particulier natuurbeheer van belang. Met de term particulier bedoelen wij hier ook de grote terreinbeherende organisaties zoals het Geldersch Landschap en Natuurmonumenten. Bij veranderingen in het gebruik en nieuwe ontwikkelingen wordt wel expliciet rekening gehouden met de aanwezige ecologische waarden. Voor wat betreft ontwikkelingen in de EHS is het nee-tenzij beleid van toepassing. De provincie vraagt gemeenten ook om in het bestemmingsplan te regelen dat nieuwvestiging van teelten waar mest en bestrijdingsmiddelen worden gebruikt, wordt voorkomen in de buurt van de EHS. Het natuurgebied De Veluwe is een belangrijk onderdeel van de EHS. Dit natuurgebied is niet alleen het grootste natuurgebied binnen de gemeentegrenzen van Barneveld, het is ook het grootste bos- en natuurgebied van Nederland. Dit natuurgebied heeft een zeer hoge ecologische waarde en geniet om die reden dan ook bescherming op basis van Europese regelgeving. Deze gebieden heten Natura 2000-gebieden en vormen gezamenlijk een ecologisch netwerk van speciale beschermingszones. De bescherming van deze gebieden is voor Nederland vastgelegd in de Natuurbeschermingswet Deze wet heeft betrekking op de waarde van het gebied als leefgebied voor planten en dieren. De individuele planten en dieren worden beschermd op basis van de Flora- en faunawet. Momenteel werkt de provincie Gelderland aan plannen voor het beheer van de Natura gebieden, waaronder het natuurgebied De Veluwe. Eén van de gevolgen hiervan is dat wij de gevolgen van bijvoorbeeld een bestemmingsplan voor het natuurgebied De Veluwe in beeld moeten brengen. Dit geldt overigens niet alleen voor ons bestemmingsplan Buitengebied, maar heeft bijvoorbeeld ook gevolgen voor de uitbreiding van intensieve veehouderijen nabij een Natura gebied. Deze bedrijven moeten bijvoorbeeld bij een uitbreiding van het bedrijf een vergunning aanvragen op basis van de Natuurbeschermingswet 1998 bij de provincie. Dit laatste heeft vooral betrekking op de hoeveelheid ammoniak die wordt uitgestoten door het bedrijf en de invloed daarvan op de aanwezige ecologische waarden. Op dit moment wordt er onder de titel Het Groene Valleilint gewerkt aan het realiseren van een robuuste ecologische verbinding tussen het natuurgebied De Veluwe en de Utrechtse Heuvelrug. In dit project werken onder andere de provincie Gelderland, de Stichting Vernieuwing Gelderse Vallei, DLG en de gemeente Barneveld samen. Het doel van dit project is om bestaande natuurwaarden met elkaar te verbinden en te versterken. Plant- en diersoorten krijgen zo de mogelijkheid zich te verplaatsen en voort te planten. Het is gewenst om langs beken een zone niet te bebouwen. In onze strategische visie staat dat beken een belangrijke verbinding vormen voor (natte) ecologische waarden. Het gaat hierbij niet alleen om de waterloop zelf, maar ook om de direct aanliggende gronden en beekbegeleidende beplanting. Bij de ontwikkeling van het huidige bestemmingsplan is de wens uitgesproken om langs de natuur en/of landschappelijke waardevolle waterlopen een zone aan beide zijden van de waterloop vrij te houden van bebouwing. Hierdoor kan op lange termijn een meer natuurlijk verloop mogelijk worden gemaakt. In beginsel worden alle bestaande bouwrechten binnen de zone gerespecteerd, maar wordt deze zone zoveel mogelijk gevrijwaard van nieuwe bouwrechten. De precieze breedte van deze zone is afhankelijk van de ligging (b.v. binnen of buiten de EHS) en zal worden afgestemd met de betrokken waterschappen. 10

11 Archeologie In het nieuwe bestemmingsplan worden archeologische monumenten beschermd en houden we rekening met de archeologische verwachtingswaarden in het gebied. In het buitengebied komt een aantal archeologische monumenten voor (met name grafheuvels). Deze krijgen een zodanige bestemming, dat de bescherming optimaal is gewaarborgd. Om de overige archeologische waarden te beschermen, gaan wij uit van de gemeentelijke archeologische verwachtingswaarden kaart. Deze kaart is actueel en gekoppeld aan ons archeologische beleid. Waar nodig geven wij archeologische waarden weer op de verbeelding, zodat hier een aanlegvergunningstelsel aan gekoppeld kan worden. Hiermee willen we bijvoorbeeld voorkomen dat door graafwerkzaamheden archeologische waarden worden verstoord. Bij het vertalen van dit beleid in het bestemmingsplan houden wij natuurlijk wel rekening met normaal agrarisch gebruik. In ons huidige beleid is een dieptemaat opgenomen van 40 cm voor gebieden met een middelhoge en hoge verwachtingswaarde. Op dit moment is een landelijke discussie gaande over de archeologische verwachtingswaarden binnen bijvoorbeeld agrarisch bouwvlakken. Er is namelijk sprake van een knelpunt tussen de bestaande bouwrechten en de onderzoeksplicht/ zorgplicht op basis van de Monumentenwet. Deze discussie is helaas nog niet afgerond en zal dan ook aan de orde komen bij het opstellen van de regels van het nieuwe bestemmingsplan. Gebouwde cultuurhistorie Wij kiezen voor het principe behoud door ontwikkeling als uitgangspunt voor de gebouwde cultuurhistorie van ons buitengebied. Natuurlijk moeten monumentale gebouwen en bouwwerken beschermd worden. Deze bescherming is verankerd in de Monumentenwet en ons monumentenbeleid. Hiermee wordt voorkomen dat monumenten gesloopt worden of dusdanig verbouwd dat de monumentale waarde wordt aangetast. Echter, het vinden van een passende functie voor een monumentaal gebouw kan ook in belangrijke mate bijdragen aan het behouden ervan. Met behoud door ontwikkeling bedoelen wij dan ook het vinden van passende nieuwe functies voor monumenten. Als gemeente zullen wij hierbij vooral een faciliterende rol spelen. Bijvoorbeeld door het bieden van planologische mogelijkheden zoals in ons functieveranderingbeleid. Daarnaast kan cultuurhistorie een inspiratiebron zijn voor nieuwe ontwikkelingen. Dit kan bijvoorbeeld door het ontwikkelen van cultuurhistorische recreatieproducten, zoeken naar passende functies voor vrijkomende monumentale complexen en het geven van een passende bescherming aan de historische meest waardevolle bossen. Ook dit is behoud door ontwikkeling. Nieuwe landgoederen In de gemeente worden mogelijkheden geboden voor het realiseren van (nieuwe) landgoederen. Hierbij wordt ons bestaande beleid gecontinueerd. Ter bevordering van de landschappelijke en ecologische kwaliteit, de toegankelijkheid en de aantrekkelijkheid voor recreanten, in het bijzonder wandelaars, biedt de provincie de mogelijkheid om 11

12 Veiligheid nieuwe landgoederen aan te leggen. De provincie hanteert als definitie van een nieuw landgoed: een openbaar toegankelijk bos- en/of natuurcomplex met daarin een woongebouw van allure. Nieuwe landgoederen kunnen gesticht worden in EHS-verweving, EHS verbindingszone en in het multifunctioneel gebied. In het LOP wordt aangesloten bij het provinciale beleid. De minimale oppervlakte van het landgoed wordt in het LOP gesteld op 10 hectare. Bestaande agrariërs mogen niet gehinderd worden in hun bedrijfsvoering door de aanleg van een nieuw landgoed. Het nieuwe landgoed moet de gebiedskwaliteiten en doelstellingen respecteren en bij voorkeur versterken. Dat wil zeggen dat een nieuw landgoed in de regel nabij of aansluitend aan bestaande natuur en landschapswaarden wordt gerealiseerd en niet op een solitaire locatie. Dit omdat een landgoed anders als een eiland in het landschap ligt en dat de waarde ervan voor de ecologie en de recreatie geringer is. Om ervoor te zorgen dat een nieuwe landgoed ook daadwerkelijk een bijdrage levert aan de (ruimtelijke) kwaliteit van ons buitengebied, stellen wij een aantal voorwaarden voor het realiseren van een nieuw landgoed: de wijzigingsbevoegdheid is niet van toepassing in gebieden die op de kaart landschapswaarden zijn aangegeven met de waardevolle karakteristiek openheid ; uit een inrichtingsplan moet blijken dat een kwalitatief hoogwaardige invulling wordt gegeven aan de architectuur van het hoofdgebouw en de inrichting van omliggende terreinen in hun ruimtelijke samenhang; de totale omvang van het landgoed bedraagt een, bij voorkeur aaneengesloten, gebied van minimaal 10 ha. dat openbaar toegankelijk is. Wanneer een landgoed van 20 ha. wordt gerealiseerd dan mag een tweede woongebouw met maximaal 3 wooneenheden worden gerealiseerd; minimaal 6 ha. van de betrokken gronden betreft te realiseren bos- en/of natuurgebied; de ontwikkeling van het landgoed dient bij te dragen aan een kwaliteitsverbetering voor de omgeving. Wat het hoofdgebouw betreft is een woongebouw met een minimale inhoud van 2500 m³ en maximale inhoud van 4000 m³ toegestaan met daarin 3 wooneenheden of twee geclusterde woongebouwen met een maximale inhoud van 1500 m³ per woongebouw. Dit bestaande landgoederen beleid is nog steeds actueel en zal dan ook worden meegenomen in de ontwikkeling van het nieuwe beleid voor het buitengebied. Wij streven naar een veilig buitengebied. De mogelijkheden voor hulpverlening zijn in de buitengebied minder groot dan in de bebouwde kom. Dit komt doordat er sprake is van grotere afstanden en vanzelfsprekend ook minder voorzieningen, zoals aanwezigheid van bluswater. Wij maken gebruik van beschikbare wet- en regelgeving om tekorten op te lossen of weg te nemen. Dit leidt niet in alle gevallen tot oplossing van de tekorten. Restrisico s proberen we zoveel mogelijk weg te nemen maar geeft nimmer een gelijkwaardig veiligheidsniveau als in de bebouwde kom. 12

13 13 Agrarische sector

14 In onze strategische visie hebben wij de agrarische sector benoemd als een belangrijke gebruiker en drager (landschappelijk en economisch) van ons buitengebied. De strategische visie zegt hierover: Alhoewel de verwachting is dat het aantal agrarische bedrijven blijft afnemen, zal de landbouw als belangrijkste gebruiker van het landelijk gebied z n bestaansrecht behouden. De mogelijkheden voor de agrarische sector worden natuurlijk niet alleen bepaald door het gemeentelijke beleid. De prijzen op de wereldmarkt, de Natuurbeschermingswet en de reconstructieplannen zijn naar onze verwachting veel bepalender. Wij hechten er wel aan om als gemeente zelf een heldere beleidslijn te kiezen, rekening houdend met het beleid van andere overheden. Onderdeel hiervan is bijvoorbeeld de plan- MER-procedure die wij zullen doorlopen om zo de gevolgen van beleidskeuzes vroegtijdig inzichtelijk te maken. Toekenning agrarische bouwvlakken We kennen agrarische bouwvlakken toe op basis van een NGE-norm aan die locaties die nu ook een agrarische bestemming hebben. In het geldende bestemmingsplan is het toekennen van een agrarisch bouwvlak mede gebeurd op basis van de bedrijfsomvang. Deze bedrijfsomvang wordt uitgedrukt in Nederlandse Grootte Eenheden (verder kortweg NGE genoemd). Deze norm wordt door het Landbouw Economisch Instituut van de universiteit Wageningen (vaak kortweg LEI genoemd) regelmatig herzien op basis van o.a. economische ontwikkelingen. Hierbij wordt opgemerkt dat de NGE normering niet statisch is. Bij het maken van het bestemmingsplan kiezen wij voor de meest recente norm. De bedrijfsomvang heeft hierbij overigens geen invloed gehad op de oppervlakte van dit bouwvlak. Het gaat enkel over het toekennen van het bouwvlak. Ook voor het nieuwe bestemmingsplan kiezen wij deze aanpak. Voor het tekenen van de agrarische bouwvlakken is de huidige oppervlakte het uitgangspunt. Tot de invoering van de nu geldende Wet ruimtelijke ordening was er geen koppeling tussen de bestemming van een locatie en het verlenen van een milieuvergunning. Hierdoor kan het voorkomen dat aan een locatie met een woonbestemming een milieuvergunning is toegekend. Bij het maken van het nieuwe bestemmingsplan kennen wij echter alleen een agrarisch bouwvlak toe aan locaties die nu ook al een agrarisch bouwvlak hebben. Wij kennen een agrarisch bouwvlak toe aan bestemde agrarische bedrijven met een minimale bedrijfsomvang van is 20 NGE. Het nieuwe bestemmingsplan moet bestaande (legale) agrarische bedrijven op een goede manier bestemmen. Het is echter niet nodig en ook niet wenselijk om iedere agrarische activiteit aan te merken als een agrarisch bedrijf met een bijbehorend bouwvlak. Bij het opstellen van dit nieuwe bestemmingsplan geldt daarom een ondergrens bij het toekennen van agrarische bouwvlakken. In de deelnotitie reconstructiezonering (SVGV) zijn agrarische activiteiten als bedrijfsmatig aangemerkt wanneer ze 20 NGE of groter zijn. Deze ondergrens is overgenomen van de norm die het Centraal Bureau voor de Statistiek hanteert voor het bepalen van het onderscheid tussen hobbymatige en bedrijfsmatige agrarische activiteiten. Deze norm nemen wij over in dit bestemmingsplan. De agrarische bedrijven van 20 NGE (of groter) krijgen een bouwvlak toegekend. De grootte van dit bouwvlak is in beginsel gelijk aan de oppervlakte van het bouwvlak in het nu geldende be- 14

15 stemmingsplan. Sleufsilo s en kuilvoerplaten mogen hierbij buiten (maar wel aangrenzend aan) het bouwvlak gesitueerd zijn. Groei van agrarische bedrijven Het beleid dat de gemeente kan voeren voor de agrarische sector wordt sterk beïnvloed door de wet- en regelgeving van andere overheden. Het Reconstructieplan Gelderse Vallei/ Utrecht-Oost en het Reconstructieplan Veluwe verdienen hierbij bijzondere aandacht. Deze reconstructieplannen werken namelijk (deels) rechtstreeks door in ons gemeentelijke beleid. Wij bieden verschillende groeimogelijkheden voor intensieve veehouderij en grondgebonden veehouderij. In de reconstructieplannen is, wat de veehouderij betreft, een onderscheid gemaakt tussen twee typen bedrijven: intensieve veehouderij en grondgebonden veehouderij. Hierbij worden de volgende definities gehanteerd: Intensieve veehouderij: een agrarisch bedrijf of een deel van een agrarisch bedrijf waarvan de productie niet of nauwelijks afhankelijk is van grond als productiemiddel. Het zijn veehouderijen (of delen daarvan) waar geen dieren biologisch gehouden worden (conform artikel 2 van de Landbouwkwaliteitswet) en waar geen dieren gehouden worden uitsluitend of in hoofdzaak ten behoeve van natuurbeheer. Meestal gaat het hierbij om het houden van dieren in gebouwen (meest voorkomend zijn varkens, pluimvee en kalveren). In het reconstructieplan Gelderse Vallei/ Utrecht-Oost wordt een veehouderij als intensief aangemerkt wanneer er 250 m² (dit komt overeen met circa 5 NGE) of meer van de gebouwen in gebruik is voor dit doel; grondgebonden bedrijven: dit zijn agrarische bedrijven waarbij de productie geheel of nagenoeg geheel afhankelijk is van het producerend vermogen van de grond. Voorbeelden hiervan zijn een melkveehouderij en een paardenfokkerij. De invloed van de reconstructieplannen richt zich in het bijzonder op de (ontwikkelingsmogelijkheden voor de) intensieve veehouderij. Dit komt tot uitdrukking in de gebiedsindeling die gehanteerd wordt in de reconstructieplannen. In de tabel hieronder vindt u daarom een korte weergave van de doorwerking van deze gebiedsindeling voor wat betreft de intensieve veehouderij: Gebiedstypering Reconstructieplannen Mogelijkheden intensieve veehouderij Landbouw Ontwikkelingsgebied Verwevings-gebied Extensiverings-gebied Nieuwvestiging op een nieuwe bouwlocatie Ja, maar hergebruik primair, niet in een ecologische verbindingszone en het moet een volwaardig bedrijf zijn Nee Nee (her-)vestiging op bestaand niet-intensief bedrijf c.q. omschakeling (her-)vestiging op bestaand intensief bedrijf Ja Ja, mits getoetst op omgevingskwaliteiten Ja Ja Ja Uitbreiding binnen het vigerende bouwperceel Ja Ja Ja Nee Vergroten van het bouwvlak Ja Ja, maximaal 30% (op basis van de actualisatie mogelijk 2 x 30%) Nee, tenzij noodzakelijk voor dierenwelzijn en een gelijk aantal dierplaatsen 15

16 De mogelijkheid om uit te breiden ten behoeve van dierenwelzijn geldt overigens ook voor de andere gebiedstypen. De tweedeling die in de reconstructieplannen gehanteerd wordt, is verder uitgewerkt in de Deelnotitie reconstructiezonering intensieve veehouderij van de Stichting Vernieuwing Gelderse Vallei (verder kortweg deelnotitie genoemd). Deze deelnotitie is geschreven als handleiding voor het vertalen van het beleid uit de reconstructieplannen in gemeentelijke bestemmingsplannen. Bij het opstellen van ons nieuwe bestemmingsplan maken wij hier daarom zoveel mogelijk gebruik van. In aanvulling op de groeimogelijkheden uit de reconstructieplannen, willen wij de extra groeimogelijkheden voor het verwevingsgebied overnemen uit het voorstel van de Reconstructiecommissie. In ons beleid voor het buitengebied zijn de drie gebiedstypen uit de reconstructieplannen ons uitgangspunt. Hierbij wordt opgemerkt dat de feitelijke uitbreidingsmogelijkheden niet alleen door het reconstructiebeleid bepaald worden. De regelgeving op het gebied van natuur en milieu is minstens net zo bepalend in veel concrete situaties. Dit is echter zo locatiespecifiek dat het niet mogelijk en zinvol is dit mee te nemen in deze nota van uitgangspunten. In onze strategische visie hebben wij uitgesproken dat wij positief staan tegenover schaalvergroting en innovatie van de agrarische sector in het gehele buitengebied. Dit onder de voorwaarde dat de betreffende ontwikkeling ruimtelijk en milieuhygiënisch toelaatbaar is. Met andere woorden, wij willen de kansen voor de landbouw benutten, ook als deze buiten het LOG liggen. Hierbij houden wij natuurlijk expliciet rekening met de wijziging van de beleidskaders voor de verwevingsgebieden zoals die zijn voorgesteld door Reconstructiecommissie Gelderse Vallei/ Utrecht Oost. Deze wijzigingen van het beleid zijn omschreven in het actualisatie voorstel dat de Reconstructiecommissie heeft gedaan aan de provincies Gelderland en Utrecht. In het voorstel van de Reconstructiecommissie staat een afwegingskader op basis waarvan intensieve veehouderijen meer groeiruimte kunnen krijgen dan de 30% die genoemd is in het reconstructieplan. Deze extra groeimogelijkheid bedraagt 30% bovenop de 30% die nu geboden wordt. Dit voorstel draagt naar ons idee bij aan het realiseren van een toekomstgerichte agrarische sector in Barneveld. Wij nemen deze mogelijkheid dan ook over. Hierbij worden echter wel twee zeer belangrijke kanttekeningen gemaakt. Op de eerste plaats moet hiervoor de milieuruimte aanwezig zijn in het plangebied. In het m.e.r.-onderzoek wordt dit aspect meegenomen. De tweede kanttekening is dat de provincie Gelderland moet instemmen met het voorstel van de Reconstructiecommissie. Nieuwvestiging en omschakeling intensieve veehouderij Volledige nieuwvestiging zien wij als een zeer grote uitzondering. We nemen dan ook geen flexibiliteitbepaling op in het nieuwe bestemmingsplan die nieuwvestiging mogelijk maakt. Onder nieuwvestiging verstaan wij het vestigen van een agrarisch bedrijf op een locatie waar, op basis van het nu geldende bestemmingsplan, geen gebouwen zijn toegestaan (niet zijnde een veldschuur of iets dergelijks). Een groot deel van het buitengebied van Barneveld (met uitzondering van De Veluwe) is relatief dicht bebouwd. Dit maakt het praktisch gezien erg moeilijk om een onbebouwde locatie te vinden met voldoende milieuruimte en zonder verdere (beleidsmatige) belemmeringen, voor het realiseren van een nieuw agrarisch bedrijf. Daarnaast willen wij een verdere verstening van het buitengebied, door het toevoegen van nieuwe bouwlocaties, voorkomen. Tot 16

17 slot zien wij een daling in het aantal agrarische bedrijven. Wij verwachten dan ook dat de behoefte aan nieuwvestiging gering zal zijn. Nieuwvestiging is daarom voor ons slechts bij hoge uitzondering mogelijk. Een dergelijke uitzondering is bijvoorbeeld het verplaatsen van een agrarisch bedrijf om bijvoorbeeld een milieuknelpunt op te lossen. Ons beleid is gericht op een optimale benutting van bestaande locaties. Voor agrarische bedrijven betekent dit dat hervestiging op een bestaand agrarisch bouwvlak de voorkeur heeft, ook in het LOG. De omschakeling naar intensieve veehouderij maken wij mogelijk in het LOG. Onder omschakeling verstaan wij twee dingen: A. Het geheel of gedeeltelijk omschakelen naar een andere agrarische bedrijfsvorm. Een voorbeeld hiervan is de omschakeling van een grondgebonden melkrundveehouderij naar een intensieve veehouderij met vleesvarkens. B. Het omschakelen van een niet-agrarische functie (zoals wonen) naar een agrarisch bedrijf met een bijpassende bestemming en bouwvlak. Net als de uitbreiding van agrarische bedrijven heeft het reconstructiebeleid ook invloed op de omschakeling van agrarische bedrijven. In de reconstructieplannen wordt ernaar gestreefd het aantal intensieve veehouderijen in de Extensiveringsgebieden te laten afnemen. Omschakeling wordt dan ook niet toegestaan in het Extensiveringsgebied. De mogelijkheden voor de intensieve veehouderij worden ook in het Verwevingsgebied ingeperkt. In het LOG wordt omschakeling wel toegestaan. Wij sluiten hier bij aan in ons gemeentelijke beleid (variant A). Omdat wij volledige nieuwvestiging zien als een zeldzaamheid, bieden we in het LOG de mogelijkheid voor omschakeling van een niet-agrarische functie (zoals wonen) naar een volwaardig agrarisch bedrijf (variant B). In alle gevallen moet na de omschakeling een volwaardig en toekomstbestendig agrarisch bedrijf zijn ontstaan met een bedrijfsomvang van minimaal 70 NGE. In de onderstaande tabel worden de mogelijkheden voor nieuwvestiging en omschakeling samengevat in een tabel. Gebiedstype Mogelijkheden intensieve veehouderij Nieuwvestiging op een nieuwe bouwlocatie Verwevings-gebied Landbouw ontwikkeligsgebied Extensiveringsgebied Ja 1 Nee Nee Omschakeling op een bestaand bouwperceel zonder het kenmerk 'intensief' Ja Ja 2 Nee Hervestiging op een bestaand bouwperceel met he kenmerk 'intensief' Ja Ja Ja 1 2 Mits volwaardig (70 NGE), niet in een ecologische verbindingszone, in Barneveld gaan wij uit van hergebruik van een bestaande locatie Mits passend op basis van de omgevingskwaliteit 17

18 Tweede agrarische bedrijfswoningen Omdat wij een tweede bedrijfswoning zien als een uitzondering nemen we hiervoor geen flexibiliteitbepaling op in het nieuwe bestemmingsplan. Het geldende bestemmingsplan bevat een vrijstellingsbevoegdheid voor een tweede agrarische bedrijfswoning met daaraan gekoppeld een aantal voorwaarden. In de praktijk komt het slechts zeer zelden voor dat een vrijstelling wordt verleend voor een tweede bedrijfswoning. Dit omdat de noodzaak ervan voor de agrarische bedrijfsvoering meestal niet kan worden aangetoond. Daar komt bij dat de praktijk heeft uitgewezen dat tweede bedrijfswoningen regelmatig niet voor dat doel gebruikt worden maar als burgerwoning. Dit leidt onder andere tot milieuknelpunten voor omliggende agrarische bedrijven. Wij kiezen er dan ook voor om deze mogelijkheid niet meer op te nemen in het nieuwe bestemmingsplan. Echter, het is ook niet volledig uit te sluiten dat er zich de komende jaren toch een uitzonderlijke situatie voordoet waarin een tweede bedrijfswoning verantwoord kan worden. We nemen daarom in de structuurvisie de tweede bedrijfswoning wel mee. Op basis van de bestaande criteria kan dan medewerking worden verleend in een dergelijke situatie. Bestaande (en als zodanig bestemde) tweede bedrijfswoningen worden natuurlijk wel gerespecteerd. Teelt ondersteunende voorzieningen Teeltondersteunende kassen staan wij toe binnen agrarische bouwvlakken tot een maximale oppervlakte van 1000 m². We nemen een flexibiliteitbepaling op waarmee onder voorwaarden maximaal 1500 m² kan worden toegestaan. Teeltondersteunende kassen zijn kassen die gebruikt worden als onderdeel van een volle grondteelt, bijvoorbeeld om jonge planten op te kweken. Teeltondersteunende kassen zien wij als agrarische bedrijfsgebouwen. Deze staan wij dan ook alleen toe binnen het agrarische bouwvlak. In het nu geldende bestemmingsplan zijn teeltondersteunende kassen toegestaan tot een maximale hoogte van zes meter en een maximale oppervlakte van 600 m². Wanneer het gaat om een kas bij een reeds bestemde kwekerij kan deze oppervlakte onder voorwaarden met een vrijstelling worden vergroot tot 1000 m². Het Streekplan Gelderland (2005) biedt aan gemeenten de mogelijkheid om bij recht teelt ondersteunende kassen tot 1000 m² toe te staan met daarbij een flexibiliteitbepaling voor een groei tot 1500 m². Wij nemen de mogelijkheid die het Streekplan biedt mee in ons nieuwe bestemmingsplan. Teelt ondersteunende voorzieningen mogen binnen het agrarische bouwvlak worden gerealiseerd en, onder voorwaarden, ook aansluitend aan het agrarische bouwvlak. Naast teeltondersteunende kassen komen er ook andere teeltondersteunende voorzieningen voor in ons buitengebied. Teeltondersteunende voorzieningen (verder kortweg TOV genoemd) zijn voorzieningen die toegepast worden bij de teelt van o.a. bomen, potplanten en fruit. Deze voorzieningen bevorderen de groei of beschermen de betreffende gewassen tegen bijvoorbeeld weersinvloeden. Voorbeelden van teelt ondersteunende voorzieningen zijn tunnelkassen, hagelnetten en containerteelt. TOV mogen binnen het agrarische bouwvlak gerealiseerd worden. De ruimte binnen het bouwvlak is hierbij bepalend voor de mogelijkheden. Echter, onze verwachting is dat de ruimte binnen een bouwvlak niet altijd voldoende is voor de door de ondernemer gewenst oppervlakte aan TOV. Im- 18

19 mers, veel TOV worden toegepast als ondersteuning aan een vorm van volle grondteelt. Wij willen daarom ook een mogelijkheid bieden om TOV aansluitend aan het agrarische bouwvlak te realiseren. TOV buiten een agrarisch bouwvlak staan we alleen toe als dit niet in strijd is met de doelstellingen en kwaliteiten van het betreffende gebied. Mede op basis van het Streekplan moeten TOV in ieder geval worden uitgesloten in de EHS (met uitzondering van TOV voor grondgebonden landbouw in EHS-verweving) en in waterbergingsgebieden. Pot- en containerteelt worden gezien als een niet-grondgebonden agrarische activiteit en worden dus hetzelfde behandeld als andere TOV. Bij deze laatste teeltvormen moet ook extra aandacht worden besteed aan de gevolgen ervan op de waterhuishouding. In gebieden met een hoge landschappelijke waarde staan wij het realiseren van nieuwe TOV niet toe buiten het agrarische bouwvlak. Nevenfuncties bij agrarische bedrijven In het nieuwe bestemmingsplan nemen we flexibiliteitbepalingen op die niet-agrarische nevenfuncties mogelijk maken op agrarische bedrijven. Hierbij sluiten we aan op het beleid dat in regionaal verband is opgesteld. In ons nieuwe beleid maken wij onderscheid tussen aan-huis-gebonden beroepen (zie ook het thema wonen ) en nevenfuncties. Hierbij zijn de (ruimtelijke) mogelijkheden ruimer voor nevenfuncties dan voor aan-huis-gebonden beroepen. Een voorbeeld van een nevenfunctie is een zorboerderij waarbij zorg (bijvoorbeeld in de vorm van dagbesteding) wordt aangeboden op het agrarische bedrijf. Voor bestaande nevenfuncties geldt dat de toegestane oppervlakte bebouwing specifiek is bestemd in het geldende bestemmingsplan. Deze oppervlakte varieert sterk per bedrijf en is gebaseerd op de oppervlakte die aanwezig was ten tijde van het opstellen van het nu vigerende bestemmingsplan. Voor de uitbreiding van bestaande en de vestiging van nieuwe nevenfuncties sluiten wij aan bij de mogelijkheden die zijn opgenomen in de regionaal opgestelde nota Regionale beleidsinvulling functieverandering en nevenfuncties (4 april 2008). Als voorwaarde bij zowel uitbreiding als nieuwvestiging van een nevenfunctie wordt in ieder geval gesteld dat de agrarische functie de belangrijkste functie moet blijven op het betreffende perceel en dat de nevenfunctie en de agrarische functie door dezelfde ondernemer worden uitgeoefend. In het regionaal vastgestelde beleid zijn verder de volgende voorwaarden opgenomen: voor niet-agrarische nevenfuncties bij agrarische bedrijven mag maximaal 25% van het bebouwd oppervlak worden gebruikt; er geldt een maximale oppervlakte van 500 m² voor nevenfuncties in het kader van recreatie en zorg; er geldt een maximale oppervlakte van 350 m² voor overige nevenfuncties; nieuwbouw ten behoeve van een nevenfunctie is toegestaan. Een niet-agrarische nevenfunctie moet altijd deel uitmaken van het agrarische bedrijf. Dat wil zeggen dat wij niet toestaan dat op het agrarische bedrijf een zelfstandige niet-agrarische bedrijfsfunctie ontstaat. 19

20 20 Paardensector

21 De paardensector neemt een belangrijke plek in, in het buitengebied. De paardensector is hierbij niet alleen ruimtelijk van belang. Ook economisch is het een belangrijke sector. Het bedrijfsmatig houden van paarden gebeurt met verschillende doelen. Deze doelen hebben ook verschillende behoeften qua functies en ruimtegebruik. Een deel van de paardenbedrijven is gelijk aan of vergelijkbaar met een agrarisch bedrijf. Dit geldt echter niet voor alle paardgerelateerde activiteiten. Wij hebben er daarom voor gekozen deze bedrijfstak apart te benoemen naast de agrarische sector. Drie typen paardenbedrijven In het nieuwe bestemmingsplan wordt met een driedeling onderscheid gemaakt tussen de verschillende bedrijfstypen, te weten: productiegerichte paardenhouderij; gebruikgerichte paardenhouderij; manege. Deze driedeling is gebaseerd op het type activiteiten die op het bedrijf plaatsvinden. Mengvormen van verschillende type activiteiten komen ook veel voor. De omvang van de bedrijfstypen bepaalt uiteindelijk welke bestemming aan de activiteit wordt toegekend. Dit wordt in de hierna volgende paragrafen verder toegelicht. De gemeenten in het reconstructiegebied Gelderse Vallei/ Utrecht- Oost hebben gezamenlijk een handreiking opgesteld voor het ruimtelijke beleid dat van toepassing is op paardenbedrijven. Deze handreiking is opgesteld in opdracht van de samenwerkende gemeenten in de Regio de Vallei, waarvan Barneveld deel uitmaakt. Deze handreiking maakt ook het onderscheid tussen productiegerichte paardenhouderijen, gebruiksgerichte paardenhouderijen en maneges. In beginsel volgen wij deze handreiking bij het opstellen van de structuurvisie en het nieuwe bestemmingsplan als het gaat om het thema paardensector. Productiegerichte paardenhouderij Een productiegerichte paardenhouderij wordt in het nieuwe bestemmingsplan opgenomen als een grondgeboden agrarisch bedrijf. Aan bedrijven vanaf 20 NGE kennen we een agrarisch bouwvlak toe. Wij hanteren de volgende definitie voor een productie gerichte paardenhouderij: een volwaardig grondgebonden agrarisch bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het fokken en houden van paarden. Productiegerichte paardenhouderijen vallen daarmee onder de agrarische bestemming wanneer het om een volwaardig agrarisch bedrijf gaat. Er zijn verschillende typen productiegerichte paardenhouderijen, zoals paardenfokkerijen, maar ook een paardenmelkerij of hengstenhouderij wordt hiertoe gerekend. Daar waar in het bestemmingsplan agrarische bedrijven zijn toegestaan, is het ook mogelijk een productiegerichte paardenhouderij te exploiteren. De reconstructieplannen leggen geen beperkingen op aan de groeimogelijkheden van grondgebonden agrarische bedrijven. De bouwmogelijkheden zijn hetzelfde als voor andere grondgebonden agrarische bedrijven. 21

22 Gebruikgerichte paardenhouderij Manege Een gebruikgerichte paardenhouderij wordt aangemerkt als een bedrijf dat aan het buitengebied gebonden is. De term gebruikgerichte paardenhouderij is een containerbegrip voor allerlei mengvormen van paardenactiviteiten die niet aangemerkt kunnen worden als een puur productiegerichte paardenhouderij of als manege. Op basis van de Handreiking Paardenhouderij gebruiken wij de volgende definitie: Paardenhouderij die is gericht op het africhten en trainen van paarden, het bieden van stalruimte voor paarden, het geven van instructie aan derden, het trainen van paarden en uitbrengen in de sport, verhuur van diensten met behulp van paarden en de in- en verkoop van paarden. Voorbeelden hiervan zijn een africhtingstal, een pensionstal of een handelsstal. Wij gaan onderzoeken wat de mogelijkheden zijn voor het bieden van verblijfsrecreatiemogelijkheden (zoals een groepsaccommodatie) op gebruikgerichte paardenhouderijen. Hoewel een gebruiksgerichte paardenhouderij onderscheiden wordt van een agrarisch bedrijf, zijn wij van mening dat het wel een aan het buitengebied gebonden bedrijf is. Gebruiksgerichte paardenhouderijen die bedrijfsmatig geëxploiteerd worden, krijgen een passende bestemming. Paardenhouderijen trekken meer verkeer aan dan fokkerijen. Dit komt onder andere omdat er veelal ook paarden van particulieren worden gestald en er mensen komen voor trainingen. Bij nieuwvestiging van paardenhouderijen moet daarom onder andere rekening worden gehouden met de verkeersaantrekkende werking bij het kiezen van de vestigingsplaats. Omschakeling van een agrarisch bedrijf naar een gebruiksgerichte paardenhouderij willen wij, onder voorwaaden, mogelijk maken op basis van een flexibiliteitbepaling. Wij zien een manege als een niet-agrarische activiteit die gelieerd is aan sport en dagrecreatie. Ook voor dit type paardenbedrijf is de definitie uit de Handreiking Paardenhouderij ons uitgangspunt: Paardenhouderij, bestaande uit één of meerdere (binnen)rijbanen en uitsluitend gericht is op het bieden van paardrijdmogelijkheden en het geven van instructie aan derden met gebruik van paarden in eigendom van het bedrijf, al dan niet met een horecavoorziening die is gericht op het verstrekken van dranken en etenswaren aan bezoekers van het manegebedrijf. Een manege onderscheidt zich hierdoor van een gebruiksgerichte paardenhouderij. In het Streekplan Gelderland (2005) wordt een manege aangemerkt als een niet-agrarisch bedrijf. Wel worden maneges gezien als bedrijvigheid die qua aard en verschijningsvorm verwant is aan bijvoorbeeld landbouw en recreatie en daardoor een plek kunnen krijgen in het buitengebied. Wij willen de omschakeling van een agrarisch bedrijf of een gebruiksgerichte paardenhouderij mogelijk maken. In de reconstructieplannen wordt onderscheid gemaakt tussen intensieve en extensieve dagrecreatie. Maneges vallen onder de noemer intensieve dagrecreatie. Gezien de specifieke behoeften van een manege, zowel qua gebouwen als qua gebruik (b.v. parkeren voor bezoekers) houden wij bij de realisatie van een manege in ieder geval rekening met: de verkeersaantrekkende werking; de kwaliteit van het omliggende landschap en de landschappelijke inpassing; 22

Bestemmingsplan buitengebied

Bestemmingsplan buitengebied Bestemmingsplan buitengebied Voorontwerp Informatieavond dinsdag 26 juni 2012 Wat is een bestemmingsplan? Plan met regels over het gebruik van de ruimte Waar en hoe mag wat worden gebouwd? Welke functies

Nadere informatie

CDA Zundert. Thema avond. Bestemmingsplan buitengebied

CDA Zundert. Thema avond. Bestemmingsplan buitengebied CDA Zundert Thema avond Bestemmingsplan buitengebied programma Presentatie 15 minuten pauze Gelegenheid tot het stellen van vragen Einde officieel programma Gelegenheid tot het bekijken van de plankaarten

Nadere informatie

GEMEENTE OUDE IJSSELSTREEK Plan van wijziging Buitengebied 2000, herziening 2002 Locatie Marmelhorstweg 2a

GEMEENTE OUDE IJSSELSTREEK Plan van wijziging Buitengebied 2000, herziening 2002 Locatie Marmelhorstweg 2a Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Oude IJsselstreek d.d. nr., G.H. Tamminga secretaris J.P.M. Alberse burgemeester GEMEENTE OUDE IJSSELSTREEK Plan van wijziging Buitengebied

Nadere informatie

Hergebruik Vrijgekomen Agrarische Bedrijfsbebouwing Nieuwe Landgoederen & Landelijk wonen

Hergebruik Vrijgekomen Agrarische Bedrijfsbebouwing Nieuwe Landgoederen & Landelijk wonen Beleidskader Hergebruik Vrijgekomen Agrarische Bedrijfsbebouwing Nieuwe Landgoederen & Landelijk wonen In het buitengebied 1. Inleiding Het Streekplan Gelderland (2005) biedt nieuwe beleidsruimte voor

Nadere informatie

Bijlage 2 Uitwerking uitbreidingsmogelijkheden Rooye Hoefsedijk 38 in Gemert

Bijlage 2 Uitwerking uitbreidingsmogelijkheden Rooye Hoefsedijk 38 in Gemert Bijlage 2 Uitwerking uitbreidingsmogelijkheden Rooye Hoefsedijk 38 in Gemert Bestemmingsplan: Oud bestemmingsplan: Gemert-Bakel Buitengebied 2006 Bouwblok: Agrarisch bedrijf, met de aanduiding Intensieve

Nadere informatie

Relevante artikelen Verordening ruimte Noord-Brabant

Relevante artikelen Verordening ruimte Noord-Brabant Bijlage 3 Relevante artikelen Verordening ruimte Noord-Brabant Artikel 2.1 - Zorgplicht voor ruimtelijke kwaliteit 1. Een bestemmingsplan dat voorziet in een ruimtelijke ontwikkeling buiten bestaand stedelijk

Nadere informatie

Bijlage B Provincie Fryslân 25-11-2014 Toepassing Bro, art. 3.1.1, onder 2 Gevallen waarin wel /geen vooroverleg is vereist.

Bijlage B Provincie Fryslân 25-11-2014 Toepassing Bro, art. 3.1.1, onder 2 Gevallen waarin wel /geen vooroverleg is vereist. Bijlage B Provincie Fryslân 25-11-2014 Toepassing Bro, art. 3.1.1, onder 2 Gevallen waarin wel /geen vooroverleg is vereist. Ten behoeve van de stroomlijning van het vooroverleg over: - voorontwerpbestemmingsplannen

Nadere informatie

Korte samenvatting voorontwerp bestemmingsplan Buitengebied

Korte samenvatting voorontwerp bestemmingsplan Buitengebied Korte samenvatting voorontwerp bestemmingsplan Buitengebied De basisfuncties zijn landschap, landbouw, natuur en water. Toegevoegde functies zijn wonen werken en recreatie. Basisfuncties De basisfuncties

Nadere informatie

Gebiedvisie op het. buitengebied van de. gemeente Drimmelen

Gebiedvisie op het. buitengebied van de. gemeente Drimmelen Gebiedvisie op het buitengebied van de gemeente Drimmelen Door de ZLTO Afdeling Drimmelen Gebiedsvisie voor de gemeente Drimmelen Vanuit de ZLTO-afdeling Drimmelen is het idee gekomen om in navolging van

Nadere informatie

GEMEENTE OUDE IJSSELSTREEK Plan van wijziging Buitengebied 2000, herziening 2002 Locatie Jonkerstraat 16

GEMEENTE OUDE IJSSELSTREEK Plan van wijziging Buitengebied 2000, herziening 2002 Locatie Jonkerstraat 16 Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Oude IJsselstreek d.d. nr. G.H. Tamminga secretaris J.P.M. Alberse burgemeester GEMEENTE OUDE IJSSELSTREEK Plan van wijziging Buitengebied

Nadere informatie

Nieuwe woning van 750 m³ met bijgebouw van 75 m² - sloop van 850 m² bebouwing.

Nieuwe woning van 750 m³ met bijgebouw van 75 m² - sloop van 850 m² bebouwing. Wijzigingen nieuw en huidig Rood voor Rood beleid In het nieuwe Rood voor Rood beleid 2015 zijn een aantal wijzigingen aangebracht ten opzichte van het in 2011 vastgestelde beleid. Dit betreffen wijzigingen

Nadere informatie

Vergelijking wijzigingsbevoegdheden en gedelegeerde bevoegdheden

Vergelijking wijzigingsbevoegdheden en gedelegeerde bevoegdheden Vergelijking wijzigingsbevoegdheden en gedelegeerde bevoegdheden In onderstaande tabel is een overzicht opgenomen van de meest belangrijke wijzigingen in bevoegdheden en procedures die worden toegepast

Nadere informatie

2 BELEIDSKADER EN WETGEVING

2 BELEIDSKADER EN WETGEVING 2 BELEIDSKADER EN WETGEVING De kern van deze bewonersvisie is dat natuur de belangrijkste beleidsfunctie is van het gebied waarbij de gebiedswaarden rust, stilte en donkerte centraal moeten staan en dat

Nadere informatie

Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen

Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen NL.IMRO.1730.ABdorpsstr74zuidlv-0301 Projectgebied Situatie Dorpsstraat 74 Zuidlaarderveen 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Huidige en beoogde

Nadere informatie

Nota functieverandering buitengebied Oost Gelre

Nota functieverandering buitengebied Oost Gelre Nota functieverandering buitengebied Oost Gelre ROBGB-1100019 maart 2011 Nota functieverandering buitengebied Oost Gelre 1. Samenvatting Oost Gelre heeft beleid voor functieverandering van vrijkomende

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24 Pagina 1 van 5 Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24 Pagina 2 van 5 Inleiding Op donderdag 3 april 2014 is door Dierenrijk

Nadere informatie

Bestemmingsplan Buitengebied Zundert, vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing

Bestemmingsplan Buitengebied Zundert, vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing Opgesteld door: Provincie Noord-Brabant 19-05-2016 S.M.Verhaart- Menken Versie: 3_19-05-2016 Inhoud

Nadere informatie

Notitie Varianten grondgebonden agrarische bedrijven inclusief uitwerking bestemming 'Wonen' met hobbyboeren

Notitie Varianten grondgebonden agrarische bedrijven inclusief uitwerking bestemming 'Wonen' met hobbyboeren GEMEENTE OLDEBROEK Notitie Varianten grondgebonden agrarische bedrijven inclusief uitwerking bestemming 'Wonen' met hobbyboeren 15 december 2009 2 1 Aanleiding Tijdens een op 8 mei 2006 plaatsgevonden

Nadere informatie

Onderstaand is uitsluitend de voor het onderhavige plan relevante regelgeving weergegeven.

Onderstaand is uitsluitend de voor het onderhavige plan relevante regelgeving weergegeven. Betreft : Bijlage 7: Toets aan het bestemmingsplan Locatie : Krite 23-25 te Boornbergum Van : J.M. Miellet, Exlan Datum : Februari 2016 Ter plaatse van het plangebied vigeert het bestemmingsplan Buitengebied

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing. Wijziging gebruik van loods voor opslag op het perceel Rinkesfort 13 te Maasbree

Ruimtelijke onderbouwing. Wijziging gebruik van loods voor opslag op het perceel Rinkesfort 13 te Maasbree Ruimtelijke onderbouwing Wijziging gebruik van loods voor opslag op het perceel Rinkesfort 13 te Maasbree 16-08-2011 1. Inleiding Algemeen De heer Wijnen heeft het verzoek gedaan om een loods op het perceel

Nadere informatie

Zienswijze ontwerp-bestemmingsplan Molenweg 5-5a Hoogeloon

Zienswijze ontwerp-bestemmingsplan Molenweg 5-5a Hoogeloon Van Provincie Noord-Brabant Aan Gemeente Bladel Onderwerp Zienswijze ontwerp-bestemmingsplan Molenweg 5-5a Hoogeloon Ter attentie van Zaak identificatie 07-11-2017

Nadere informatie

Commentaarnota vooroverlegreacties bestemmingsplan Buitengebied

Commentaarnota vooroverlegreacties bestemmingsplan Buitengebied Commentaarnota vooroverlegreacties bestemmingsplan Buitengebied In het kader van het overleg als bedoeld in artikel 3.1.1 van het Besluit op de ruimtelijke ordening (Bro) is het voorontwerpbestemmingsplan

Nadere informatie

Buitengebied e wijziging (Broekstraat 23 Wehl)

Buitengebied e wijziging (Broekstraat 23 Wehl) Buitengebied 2002 23e wijziging (Broekstraat 23 Wehl) Inhoudsopgave Toelichting 3 Hoofdstuk 1 Aanleiding en doel 3 Hoofdstuk 2 Plangebied 4 Hoofdstuk 3 Ruimtelijke - en milieuaspecten 5 Hoofdstuk 4 Landschappelijke

Nadere informatie

BESTEMMINGSPLAN WESTELIJK BUITENGEBIED, PARTIËLE HERZIENING NIJKERKERSTRAAT 35 - BIJZONDERE PARTICULIERE BEGRAAFPLAATS LANDGOED BIJSTEIN

BESTEMMINGSPLAN WESTELIJK BUITENGEBIED, PARTIËLE HERZIENING NIJKERKERSTRAAT 35 - BIJZONDERE PARTICULIERE BEGRAAFPLAATS LANDGOED BIJSTEIN Zaaknummer *190812* BESTEMMINGSPLAN WESTELIJK BUITENGEBIED, PARTIËLE HERZIENING NIJKERKERSTRAAT 35 - BIJZONDERE PARTICULIERE BEGRAAFPLAATS LANDGOED BIJSTEIN VASTGESTELD TOELICHTING Inleiding In 2007 heeft

Nadere informatie

Bijlage 1. Onderbouwing Zuidrand De Mortel, fase 1 volgens de Verordening Ruimte

Bijlage 1. Onderbouwing Zuidrand De Mortel, fase 1 volgens de Verordening Ruimte Bijlage 1 Onderbouwing Zuidrand De Mortel, fase 1 volgens de Verordening Ruimte Onderbouwing Zuidrand De Mortel, fase 1 volgens Verordening Ruimte, fase 2 In onderstaande tabel geeft de gemeente Gemert-Bakel

Nadere informatie

Toetsingskader. Ruimte voor ruimteregeling. Gemeente Heumen

Toetsingskader. Ruimte voor ruimteregeling. Gemeente Heumen Toetsingskader Ruimte voor ruimteregeling Gemeente Heumen Vastgesteld: 20 december 2011 Inleiding In de raadsvergadering van 21 april is toegezegd dat er vooruitlopend op de structuurvisie die de gehele

Nadere informatie

Gemeente Haaksbergen. Rood voor Rood beleid 2015

Gemeente Haaksbergen. Rood voor Rood beleid 2015 Gemeente Haaksbergen Rood voor Rood beleid 2015 Ruimtelijke ontwikkeling 20-8-2015 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2 2. Begrippen 3 3. Beleidskaders 4 3.1 Kaders 4 3.2 Voorwaarden 4 3.3 Bijzondere gevallen

Nadere informatie

Kern Epse 2010, herziening Waarde-Bos

Kern Epse 2010, herziening Waarde-Bos TOELICHTING van het bestemmingsplan Kern Epse 2010, herziening Waarde-Bos Gemeente Lochem Versie 12 november 2014 1. Inleiding De gemeenteraad van Lochem heeft op 27 juni 2011 het bestemmingsplan Kern

Nadere informatie

NOTA ZIENSWIJZE BESTEMMINGSPLAN Molenweg 5-5a Hoogeloon.

NOTA ZIENSWIJZE BESTEMMINGSPLAN Molenweg 5-5a Hoogeloon. NOTA ZIENSWIJZE BESTEMMINGSPLAN Molenweg 5-5a Hoogeloon. *17it.02805* Inleiding Het ontwerpbestemmingsplan Molenweg 5-5a Hoogeloon heeft van 5 oktober tot en met 15 november 2017 ter inzage gelegen. Gedurende

Nadere informatie

Op het voorstel van Gedeputeerde Staten van 8 november 2016, afdeling FLO, 819F8D33;

Op het voorstel van Gedeputeerde Staten van 8 november 2016, afdeling FLO, 819F8D33; Besluit Provinciale Staten van Utrecht; Op het voorstel van Gedeputeerde Staten van 8 november 2016, afdeling FLO, 819F8D33; Gelezen het concept van de Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie 2013-2028

Nadere informatie

Bijlage: beoordeling duurzame locatie

Bijlage: beoordeling duurzame locatie Bijlage: beoordeling duurzame locatie Het bedrijf is gelegen in een verwevingsgebied. In een verwevingsgebied is een bouwblokvergroting voor intensieve veehouderijen toegestaan indien het bedrijf is gelegen

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING T.B.V. HET BOUWEN VAN EEN LOODS AAN DE WESTHOFSEZANDWEG 9 TE S- HEER ARENDSKERKE

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING T.B.V. HET BOUWEN VAN EEN LOODS AAN DE WESTHOFSEZANDWEG 9 TE S- HEER ARENDSKERKE RUIMTELIJKE ONDERBOUWING T.B.V. HET BOUWEN VAN EEN LOODS AAN DE WESTHOFSEZANDWEG 9 TE S- HEER ARENDSKERKE Versie 2, d.d. 6 oktober 2011 Afdeling Stadsontwikkeling M. Jonker 1 Inhoud Hoofdstuk 1. Inleiding

Nadere informatie

Gemeente Houten Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Cluster Ontwikkeling, Sectie Ruimtelijke Ordening

Gemeente Houten Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Cluster Ontwikkeling, Sectie Ruimtelijke Ordening ** Vastgesteld oktober 2014 Cluster Ontwikkeling, Sectie Ruimtelijke Ordening Visie verplaatsing nietagrarische bedrijven binnen het buitengebied Status: vastgesteld door de gemeenteraad van Houten d.d.

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Verplaatsing pluimveebedrijf van De Haag 105 in Gemert naar De Kampen 12 in Gemert

Ruimtelijke onderbouwing Verplaatsing pluimveebedrijf van De Haag 105 in Gemert naar De Kampen 12 in Gemert Ruimtelijke onderbouwing Verplaatsing pluimveebedrijf van De Haag 105 in Gemert naar De Kampen 12 in Gemert 1. Inleiding Het plan betreft vormverandering van het agrarische bouwblok van de intensieve veehouderij(pluimveebedrijf)

Nadere informatie

"Nota Paardenbakkenbeleid Woudrichem"

Nota Paardenbakkenbeleid Woudrichem "Nota Paardenbakkenbeleid Woudrichem" Woudrichem, juni 2007 Inleiding Door de afnemende agrarische functie komen er steeds meer boerderijen en weidegrond beschikbaar voor particulieren. Het aantal mensen

Nadere informatie

15003 RO VERPLAATSEN VLAAMSE SCHUUR LANGEREIT 14

15003 RO VERPLAATSEN VLAAMSE SCHUUR LANGEREIT 14 15003 RO VERPLAATSEN VLAAMSE SCHUUR LANGEREIT 14 Ordito b.v. Postbus 94 5126 ZH Gilze E info@ordito.nl T 0161 801 022 I www.ordito.nl KVK 54 811 554 1. Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Ligging en begrenzing

Nadere informatie

N o t i t i e t. b. v. A r e n a d e b a t b e s t e m m i n g s p l a n b u i t e n g e b i e d M o e r d i j k

N o t i t i e t. b. v. A r e n a d e b a t b e s t e m m i n g s p l a n b u i t e n g e b i e d M o e r d i j k N o t i t i e t. b. v. A r e n a d e b a t b e s t e m m i n g s p l a n b u i t e n g e b i e d M o e r d i j k 31 augustus 2016 Op 8 september a.s. vindt om 19.30 u het vierde Arenadebat plaats over

Nadere informatie

Bouwplan voor het realiseren van een werktuigenberging

Bouwplan voor het realiseren van een werktuigenberging Ruimtelijke Onderbouwing Bouwplan voor het realiseren van een werktuigenberging Gemeente Tynaarlo September 2012 NL.IMRO.1730.ABYdermade3depunt-0301 Inhoudsopgave 2.1 Beschrijving van het projectgebied,

Nadere informatie

18INT02389 Bijstelling functieveranderingsbeleid naar wonen

18INT02389 Bijstelling functieveranderingsbeleid naar wonen RAADSBESLUIT Registratienr: Onderwerp: 18INT02389 Bijstelling functieveranderingsbeleid naar wonen De raad van de gemeente Montferland; voorgenomen het voorstel van burgemeester en wethouders van 2 oktober

Nadere informatie

Bijlagen. 11 vastgesteld bestemmingsplan "Buitengebied 2002 Wehl 22e wijziging (Broekstraat 1)"

Bijlagen. 11 vastgesteld bestemmingsplan Buitengebied 2002 Wehl 22e wijziging (Broekstraat 1) Bijlagen 11 vastgesteld bestemmingsplan "Buitengebied 2002 Wehl 22e wijziging (Broekstraat 1)" Bijlage 1 Uittreksel relevante voorschriften en bepalingen bestemmingsplan "Parapluherziening Buitengebied"

Nadere informatie

Vormvrije m.e.r.-beoordeling Landgoed Hydepark, Doorn, gemeente Utrechtse Heuvelrug

Vormvrije m.e.r.-beoordeling Landgoed Hydepark, Doorn, gemeente Utrechtse Heuvelrug Notitie Contactpersoon Gosewien van Eck Datum 14 november 2013 Kenmerk N001-1220333GGV-evp-V01-NL Vormvrije m.e.r.-beoordeling Landgoed Hydepark, Doorn, gemeente Utrechtse Heuvelrug 1 Inleiding De gemeente

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel

Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel Inleiding en planbeschrijving In Netersel is in de huidige situatie een speelterrein gelegen (zie figuur 1). Dat speelterrein is deels binnen het plangebied

Nadere informatie

Duurzame locatie toets Klotterpeellaan 3, De Rips

Duurzame locatie toets Klotterpeellaan 3, De Rips Duurzame locatie toets Toets duurzame locatie Klotterpeellaam 3, De Rips Projectlocatie Omschrijving project Duurzame locatietoets varkensbedrijf aan de Klotterpeellaan 3 De Rips Projectnummer: TR13.OV01

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Hollandseweg 19, Someren. Gemeente Someren

Ruimtelijke onderbouwing Hollandseweg 19, Someren. Gemeente Someren Ruimtelijke onderbouwing Hollandseweg 19, Someren Gemeente Someren Opdrachtgever: Projectlocatie: Dhr. N.H.L. Michiels Hollandseweg 19 5712RM Someren Hollandseweg 19, Someren Projectnummer: 16418-001 Datum:

Nadere informatie

Ruimte voor nieuwe landgoederen

Ruimte voor nieuwe landgoederen Ruimte voor nieuwe landgoederen Beleidsnotitie als toetsingskader voor verzoeken om een nieuw landgoed te realiseren. Aldus vastgesteld door de Raad van Montferland d.d. 29 september 2011. Inhoudsopgave

Nadere informatie

Erratum Hoofdstuk 5.6 Landschap en cultuurhistorie

Erratum Hoofdstuk 5.6 Landschap en cultuurhistorie Erratum Hoofdstuk 5.6 Landschap en cultuurhistorie 2 Reconstructieplan Gelderse Vallei / Utrecht-Oost Concept Nota van Beantwoording Versie 26 oktober 2004 Erratum Hoofdstuk 5.6 Landschap en cultuurhistorie

Nadere informatie

Beleidskader. Vrijkomende Agrarische Bebouwing

Beleidskader. Vrijkomende Agrarische Bebouwing Beleidskader Vrijkomende Agrarische Bebouwing Beleidskader December 2016 3 Beleid Vrijkomende Agrarische Bebouwing Inhoudsopgave 1. Inleiding 1.1 Aanleiding 1.2 Doelstellingen 1.3 Relatie met ander beleid

Nadere informatie

Gemeente Achtkarspelen Projectbesluit Veranderen erf bij de woning Skieppedrifte 5 te Drogeham Ruimtelijke onderbouwing

Gemeente Achtkarspelen Projectbesluit Veranderen erf bij de woning Skieppedrifte 5 te Drogeham Ruimtelijke onderbouwing Gemeente Achtkarspelen Projectbesluit Veranderen erf bij de woning Skieppedrifte 5 te Drogeham Ruimtelijke onderbouwing 1. INLEIDING 1.1 Aanleiding voor het projectbesluit Op 15 januari 2010 is er een

Nadere informatie

Landelijk gebied, percelen rond Kiebergerweg 2

Landelijk gebied, percelen rond Kiebergerweg 2 Landelijk gebied, percelen rond Kiebergerweg 2 NL.IMRO.0037.BP1303-vs01 25 augustus 2014 blz. 2 Gemeente Stadskanaal Inhoudsopgave Toelichting 3 Hoofdstuk 1 Inleiding 5 1.1 Aanleiding 5 1.2 Plangebied

Nadere informatie

Aanvraag om afgifte van een ontheffing op grond van artikel 2.5 (Ruimtelijke Verordening Gelderland)

Aanvraag om afgifte van een ontheffing op grond van artikel 2.5 (Ruimtelijke Verordening Gelderland) Aanvraag om afgifte van een ontheffing op grond van artikel 2.5 (Ruimtelijke Verordening Gelderland) De gemeente Berkelland vraagt voor het nieuwe bestemmingsplan Buitengebied, Kieftendijk Haaksbergseweg

Nadere informatie

Etten-Leur. (Bron: www. nederland-in-beeld.nl)

Etten-Leur. (Bron: www. nederland-in-beeld.nl) Etten-Leur (Bron: www. nederland-in-beeld.nl) Introductie Etten-Leur is een middelgrote gemeente in Brabant, gelegen ten westen van Breda. De gemeente bestaat uit één kern van ruim 40.000 inwoners. Door

Nadere informatie

Bijlage 1: Overzicht belangrijkste wijzigingen

Bijlage 1: Overzicht belangrijkste wijzigingen Bijlage 1: Overzicht belangrijkste wijzigingen Bestemmingsplan Wergea Voorontwerp Bestemmingsplan Wergea Voorontwerp Overzicht belangrijkste wijzigingen* In dit overzicht zijn de belangrijkste wijzigingen

Nadere informatie

Besluit. Nr. 26. Provinciale staten van Noord-Holland; gelezen de voordracht van gedeputeerde staten van 18 januari 2011

Besluit. Nr. 26. Provinciale staten van Noord-Holland; gelezen de voordracht van gedeputeerde staten van 18 januari 2011 Besluit Nr. 26 Provinciale staten van Noord-Holland; gelezen de voordracht van gedeputeerde staten van 18 januari 2011 gelet op: de Partiële Herziening Structuurvisie de Nota van Beantwoording Partiële

Nadere informatie

Beleidskader Vrijkomende Agrarische Bebouwing

Beleidskader Vrijkomende Agrarische Bebouwing GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Haaren. Nr. 21696 15 februari 2017 Beleidskader Vrijkomende Agrarische Bebouwing 1. Inleiding 1.1 Aanleiding De afgelopen decennia is het aantal agrarische bedrijven

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing

Ruimtelijke onderbouwing Ruimtelijke onderbouwing De Kouwe Noord 3, Geffen Gemeente Oss Raadhuislaan 2 5341 GM Oss T: 14 0412 F: 0412 642605 www.oss.nl RUIMTELIJKE ONDERBOUWING De Kouwe Noord 3 te Geffen Februari maart 2016 1

Nadere informatie

1. Eindhovenseweg 39 Boxtel

1. Eindhovenseweg 39 Boxtel 1. Eindhovenseweg 39 Boxtel Ontwikkeling Realisatie van een bed&breakfast of kleinschalig motel, alsmede het bestemmingsplan in overeenstemming brengen met de vergunde situatie op het gebied van de bestaande

Nadere informatie

Ruimtelijke Onderbouwing. Eikenkamp 5 te Hattemerbroek

Ruimtelijke Onderbouwing. Eikenkamp 5 te Hattemerbroek Ruimtelijke Onderbouwing Eikenkamp 5 te Hattemerbroek Beschrijving van de ontwikkeling Algemeen De initiatiefnemer heeft een stratenmakersbedrijf dat gevestigd is op het perceel aan de Eikenkamp te Hattemerbroek,

Nadere informatie

llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll Inspraaknota Gemeente Epe Voorontwerp bestemmingsplan Buitengebied Sport - Manege * *

llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll Inspraaknota Gemeente Epe Voorontwerp bestemmingsplan Buitengebied Sport - Manege * * Gemeente Epe Inspraaknota Voorontwerp bestemmingsplan Buitengebied Sport - Manege *2015-09826* llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll 2 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 2 1. Inleiding 3 2. Inspraakreactie

Nadere informatie

Notitie oppervlakteregeling aan- en uitbouwen en bijgebouwen Buitengebied Steenwijkerland

Notitie oppervlakteregeling aan- en uitbouwen en bijgebouwen Buitengebied Steenwijkerland Notitie oppervlakteregeling aan- en uitbouwen en bijgebouwen Buitengebied Steenwijkerland Notitie oppervlakteregeling aan- en uitbouwen en bijgebouwen Buitengebied Steenwijkerland Code 03-61-02 / 09-06-03

Nadere informatie

Aanvullende informatie Nota van Uitgangspunten bestemmingsplan Buitengebied

Aanvullende informatie Nota van Uitgangspunten bestemmingsplan Buitengebied Memo AAN VAN Raadsleden M. Bonouvrié ONDERWERP Aanvullende informatie Nota van Uitgangspunten bestemmingsplan Buitengebied DATUM 11 september 2012 REGISTRATIENUMMER 1101280/4283 Geachte raadsleden, Naar

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing. Plattelandswoning Eilandseweg 18 a, Nederhorst den Berg

Ruimtelijke onderbouwing. Plattelandswoning Eilandseweg 18 a, Nederhorst den Berg Ruimtelijke onderbouwing Plattelandswoning Eilandseweg 18 a, Nederhorst den Berg In opdracht van G.C. Nagel december 2013 Ruimtelijke onderbouwing Plattelandswoning Eilandseweg 18 a Nederhorst den Berg

Nadere informatie

Ontwikkelingen Ruimtelijke Ordening en paardenhouderij. Yvonne Verhagen Adviseur RO en Milieu Specialist Paarden

Ontwikkelingen Ruimtelijke Ordening en paardenhouderij. Yvonne Verhagen Adviseur RO en Milieu Specialist Paarden Ontwikkelingen Ruimtelijke Ordening en paardenhouderij Yvonne Verhagen Adviseur RO en Milieu Specialist Paarden Specialisten ROMB ZLTO Advies Complete begeleiding bij bedrijfsontwikkeling vanaf 1e idee,

Nadere informatie

Particuliere zonneakkers in het buitengebied van de gemeente Lingewaard

Particuliere zonneakkers in het buitengebied van de gemeente Lingewaard Particuliere zonneakkers in het buitengebied van de gemeente Lingewaard Toelichting op de regels voor kleinschalige zonnevelden om te kunnen voorzien in eigen energiegebruik Inhoud In dit document wordt

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing

Ruimtelijke onderbouwing Ruimtelijke onderbouwing Vijf onderkomens voor recreatieve overnachtingen bij camping aan Drachtster Heawei 38 De Veenhoop 1 2 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING VIJF RECREATIEVE ONDERKOMENS DRACHTSTER HEAWEI 38

Nadere informatie

Bijlage 2: Nadere uitwerking beleidskeuzes Nota van Uitgangspunten met ambtelijk standpunt

Bijlage 2: Nadere uitwerking beleidskeuzes Nota van Uitgangspunten met ambtelijk standpunt *15-0020215* 15-0020215 ESO.00013329WDstrt Bijlage 2: Nadere uitwerking beleidskeuzes Nota van Uitgangspunten met ambtelijk standpunt Beleidskeuzes sessie 1 (20 januari 2015): 1. Eerste beleidskeuze, paragraaf

Nadere informatie

PROVINCIALS STATEN VAN OVER!J SEL

PROVINCIALS STATEN VAN OVER!J SEL Luttenbergstraat 2 Postbus 0078 8000 GB Zwolle PROVINCIALS STATEN VAN OVER!J SEL Reg.nr. Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 provincie.ovenjssel.nl postbus@overijssel.n! Dat. ontv.: 0 5 SEP RABO Zwolle

Nadere informatie

wijzigingsplan Boerderijsplitsing Bemmerstraat 7, Beek en Donk gemeente Laarbeek

wijzigingsplan Boerderijsplitsing Bemmerstraat 7, Beek en Donk gemeente Laarbeek wijzigingsplan Boerderijsplitsing Bemmerstraat 7, Beek en Donk gemeente Laarbeek document: toelichting status: vastgesteld datum: 2 september 2014 projectnummer: 200770R.2020 adviseur: Jke toelichting

Nadere informatie

Toelichting behorende bij de binnenplanse wijziging van het. bestemmingsplan ex. Artikel 3.6 Wro. Weverwijk 7 rood te Meerkerk

Toelichting behorende bij de binnenplanse wijziging van het. bestemmingsplan ex. Artikel 3.6 Wro. Weverwijk 7 rood te Meerkerk Toelichting behorende bij de binnenplanse wijziging van het bestemmingsplan ex. Artikel 3.6 Wro Weverwijk 7 rood te Meerkerk Planstatus: Identificatienr: ontwerp NL.IMRO.0707.WPMKKWeverwijk7RD-ON01 Datum:

Nadere informatie

Toelichting. vastgesteld 23 februari Meeuwisdijk 9

Toelichting. vastgesteld 23 februari Meeuwisdijk 9 Toelichting vastgesteld 23 februari 2016 Meeuwisdijk 9 Hoofdstuk 1 Inleiding Het perceel Meeuwisdijk 9 in het noordelijk buitengebied van Etten-Leur heeft in het geldende bestemmingsplan Buitengebied (2013)

Nadere informatie

Voorblad B&W-advies. Onderwerp: Principeverzoek Worsumseweg 14. Vergadergegevens. Vervolgbehandeling. Toetsing voorafgaand aan B&W-vergadering

Voorblad B&W-advies. Onderwerp: Principeverzoek Worsumseweg 14. Vergadergegevens. Vervolgbehandeling. Toetsing voorafgaand aan B&W-vergadering Advies B&WAdvies B&W Principeverzoek Wors umseweg 14voor de vergadering vanadvies B&W Principeverzoek Wors umseweg 14 voor de vergadering van 6 februari 2018 Voorblad B&Wadvies Vergadernummer: Boekingsnummer:

Nadere informatie

1 Inleiding 2. 2 Ladder voor duurzame verstedelijking 3. 3 Uitgangspunten 5. 4 Marktanalyse Laddertoets 19. Bijlage A 25.

1 Inleiding 2. 2 Ladder voor duurzame verstedelijking 3. 3 Uitgangspunten 5. 4 Marktanalyse Laddertoets 19. Bijlage A 25. Laddertoets De Smaragd Waalre Laddertoets De Smaragd Waalre 1 Inleiding 2 2 Ladder voor duurzame verstedelijking 3 3 Uitgangspunten 5 4 Marktanalyse 11 5 Laddertoets 19 Bijlage A 25 Artikel 4.3 Nieuwbouw

Nadere informatie

Ruimtelijke Onderbouwing verbinding Tramweg-Industrieweg, bedrijventerrein De Smaale (deelproject 2).

Ruimtelijke Onderbouwing verbinding Tramweg-Industrieweg, bedrijventerrein De Smaale (deelproject 2). Ruimtelijke Onderbouwing verbinding Tramweg-Industrieweg, bedrijventerrein De Smaale (deelproject 2). Doel en aanleiding Masterplan en Beeldkwaliteitplan Belangrijk brondocument van deze omgevingsvergunning

Nadere informatie

concept- beleidsuitgangspunten bestemmingsplan Buitengebied 2015

concept- beleidsuitgangspunten bestemmingsplan Buitengebied 2015 concept- beleidsuitgangspunten bestemmingsplan Buitengebied 2015 25 mei 2015 Inhoud 1 Inleiding... 3 2 Beleidsuitgangspunten... 6 2.1 Landbouw... 6 2.2 Bestaande woningen... 9 2.3 Nieuwe woningen... 10

Nadere informatie

Notitie Schuilgelegenheden buiten bouwpercelen voor hobbyboeren

Notitie Schuilgelegenheden buiten bouwpercelen voor hobbyboeren GEMEENTE OLDEBROEK Notitie Schuilgelegenheden buiten bouwpercelen voor hobbyboeren 22 oktober 2009 2 1 Inleiding Als gevolg van maatschappelijke ontwikkelingen (schaalvergroting) hebben veel agrariërs

Nadere informatie

Notitie gevolgen inrichting natuur en landschap voor agrarische bedrijfsvoering

Notitie gevolgen inrichting natuur en landschap voor agrarische bedrijfsvoering Notitie gevolgen inrichting natuur en landschap voor agrarische bedrijfsvoering Pina Dekker Gemeente Ooststellingwerf, beleidsmedewerker en ondersteunend lid van de werkgroep Es van Tronde. Deze notitie

Nadere informatie

Retrospectieve toets : Verbeelding algemeen

Retrospectieve toets : Verbeelding algemeen Bestemmingen algemeen Diverse benamingen Wettelijke verplichting 2011 Diverse benamingen De benaming van de bestemmingen, de volgorde en de opzet en deels de inhoud van de regels zijn afgestemd op de standaarden

Nadere informatie

Structuurvisie Losser. Commissie Ruimte 24 april 2012

Structuurvisie Losser. Commissie Ruimte 24 april 2012 Structuurvisie Losser Commissie Ruimte 24 april 2012 Doel en status nwro verplicht gemeenten een structuurvisie op te stellen waarin het ruimtelijk beleid in hoofdzaak vastligt en de samenhang met andere

Nadere informatie

Afdeling Grondgebied. Beleidsnotitie. Wonen in het buitengebied en paardenhouderijen

Afdeling Grondgebied. Beleidsnotitie. Wonen in het buitengebied en paardenhouderijen Afdeling Grondgebied Beleidsnotitie Wonen in het buitengebied en paardenhouderijen Beleidsnotitie WONEN IN HET BUITENGEBIED EN PAARDENHOUDERIJEN Vastgesteld in de raadsvergadering van:. De voorzitter,

Nadere informatie

Wijzigingsplan Grootweg 13a, Berkhout Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning

Wijzigingsplan Grootweg 13a, Berkhout Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning Wijzigingsplan Grootweg 13a, Berkhout Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Beschrijving initiatief

Nadere informatie

1. Streekplan Brabant in balans

1. Streekplan Brabant in balans 1. Streekplan Brabant in balans Het plangebied is gelegen in de AHS-landschap; subzone leefgebied dassen en voor een deel (duinrand) binnen de GHS-natuur. De Interimstructuurvisie Noord-Brabant Brabant

Nadere informatie

Oude Badweg 60 Eelderwolde

Oude Badweg 60 Eelderwolde Oude Badweg 60 Eelderwolde Projectgebied 2 Inhoudsopgave 2.1 Beschrijving van het projectgebied, huidige situatie... 4 Op het perceel is reeds een recreatiewoning met bijgebouwen aanwezig. De bestaande

Nadere informatie

bestemmingsplan Ammerzoden herziening 2013, Hoge Heiligenweg 12 datum: 5 september 2013 projectnummer: R.2011 gemeente Maasdriel

bestemmingsplan Ammerzoden herziening 2013, Hoge Heiligenweg 12 datum: 5 september 2013 projectnummer: R.2011 gemeente Maasdriel bestemmingsplan Ammerzoden herziening 2013, Hoge Heiligenweg 12 status: vastgesteld datum: 5 september 2013 projectnummer: 202360R.2011 adviseurs: Jke / Wle gemeente Maasdriel Inhoudsopgave Hoofdstuk

Nadere informatie

Ruimtelijke ordening. Ruimtelijke Ordening

Ruimtelijke ordening. Ruimtelijke Ordening Ruimtelijke ordening Ruimtelijke Ordening Ruimtelijke ordening (RO) in Nederland Vanuit de geschiedenis is RO al belangrijk in Nederland, denk bijvoorbeeld aan landinrichting en optimaliseren van de waterhuishouding.

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT WIJZIGING BESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED ALPHEN-CHAAM, WIJZIGING DASSEMUSSESTRAAT 7

ONTWERPBESLUIT WIJZIGING BESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED ALPHEN-CHAAM, WIJZIGING DASSEMUSSESTRAAT 7 ONTWERPBESLUIT WIJZIGING BESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED ALPHEN-CHAAM, WIJZIGING DASSEMUSSESTRAAT 7 Burgemeester en wethouders van de gemeente Alphen-Chaam maken ter voldoening aan het bepaalde in artikel

Nadere informatie

(ontwerp) ruimtelijke onderbouwing afwijking BP Asserstraat 31 Vries

(ontwerp) ruimtelijke onderbouwing afwijking BP Asserstraat 31 Vries (ontwerp) ruimtelijke onderbouwing afwijking BP Asserstraat 31 Vries Gemeente Tynaarlo November 2011 Projectgebied Inhoudsopgave 1. Inleiding... 4 2. Huidige en beoogde situatie... 5 2.1 Beschrijving van

Nadere informatie

Wijzigingsplan Baarsdorpermeer 4, Zuidermeer Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning

Wijzigingsplan Baarsdorpermeer 4, Zuidermeer Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning Wijzigingsplan Baarsdorpermeer 4, Zuidermeer Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning *D14.001905* D14.001905 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding

Nadere informatie

Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe

Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe Verordening vastgesteld: 26-06-2003 In werking getreden: 15-09-2003 COMPENSATIEVERPLICHTING Artikel 1 Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan

Nadere informatie

Parc Spelderholt - geldend bestemmingsplan Stuwwalrand Parkzone Zuid

Parc Spelderholt - geldend bestemmingsplan Stuwwalrand Parkzone Zuid Parc Spelderholt - geldend bestemmingsplan Stuwwalrand Parkzone Zuid Aan de digitale bestemmingsplannen kunnen geen rechten worden ontleend. Getracht is de digitale versie zoveel mogelijk een kopie van

Nadere informatie

> m OR. projectbesluit voor de bouw van een stal voor het op biologische wijze houden van 700 varkens aan de Slappedel 8a

> m OR. projectbesluit voor de bouw van een stal voor het op biologische wijze houden van 700 varkens aan de Slappedel 8a Gemeente Woudenberg Collegeadvies bij zaak Besluitenregistratie: Postregistratienummer : 179109/ 185538 (? O/ Datum inboeken Openbaar Ja Internet JX$o naar RAAD Communicatie > m OR Europese regelgeving

Nadere informatie

Planregels. wijzigingsplan Buitengebied Midden 1 ste wijziging. Oktober 2016

Planregels. wijzigingsplan Buitengebied Midden 1 ste wijziging. Oktober 2016 Planregels wijzigingsplan Buitengebied Midden 1 ste wijziging Oktober 2016 HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE BEPALINGEN ARTIKEL 1 Begripsbepalingen plan (digitaal) het wijzigingsplan Buitengebied Midden 1 ste wijziging

Nadere informatie

Nr: Schipluiden: 31 maart Onderwerp: Gebiedsvisie Geur en Geurverordening. Aan de Raad

Nr: Schipluiden: 31 maart Onderwerp: Gebiedsvisie Geur en Geurverordening. Aan de Raad Nr: 2009-03- Schipluiden: 31 maart 2009 Onderwerp: Gebiedsvisie Geur en Geurverordening Aan de Raad Inleiding In het cultuurhistorisch landschap van de gemeente Midden-Delfland is de melkveehouderij sterk

Nadere informatie

Bovenweg 1 - Grootegast manege 1.100 Dijkstreek 7 - Niekerk Interieurbouw, verkoop via internet, showroom maximaal 60 m 2 bestaand

Bovenweg 1 - Grootegast manege 1.100 Dijkstreek 7 - Niekerk Interieurbouw, verkoop via internet, showroom maximaal 60 m 2 bestaand pagina 1 van 5 Artikel 30 Wonen 30.1 Bestemmingsomschrijving Plan: Status: Plantype: IMRO-idn: Buitengebied Grootegast vastgesteld bestemmingsplan NL.IMRO.0015.BPBG09BEHE1-VA01 De voor ' Wonen ' aangewezen

Nadere informatie

Aanleg paardenbak Het Zuid 34 Drachten

Aanleg paardenbak Het Zuid 34 Drachten Ruimtelijke onderbouwing Aanleg paardenbak Het Zuid 34 Drachten Ruimtelijke onderbouwing voor de aanleg van een paardenbak Het Zuid 34 te Drachten 1 Ruimtelijke onderbouwing voor de aanleg van een paardenbak

Nadere informatie

Omgevingsvergunning Ruimtelijke onderbouwing Duifhuizerweg perceel Uden, P, 983 te Uden. concept

Omgevingsvergunning Ruimtelijke onderbouwing Duifhuizerweg perceel Uden, P, 983 te Uden. concept Omgevingsvergunning Ruimtelijke onderbouwing Duifhuizerweg perceel Uden, P, 983 te Uden concept Ruimtelijke onderbouwing Duifhuizerweg perceel Uden, P, 983 te Uden DLV Dier Groep B.V. Adviseur / projectleider

Nadere informatie

Reactienota Motie bestemmingsplan Buitengebied Wakker Emmen. Inhoud motie

Reactienota Motie bestemmingsplan Buitengebied Wakker Emmen. Inhoud motie Reactienota Motie bestemmingsplan Buitengebied Wakker Emmen 9 juli 203 nhoud motie Constaterende dat: Het betreffende perceel Europaweg 253 vele decennia de bestemming wonen heeft gehad, maar sinds 996-997

Nadere informatie

4. Toetsingskader kleinschalige windturbines

4. Toetsingskader kleinschalige windturbines 4. Toetsingskader kleinschalige windturbines In dit hoofdstuk wordt nader ingegaan op het toetsingskader. In het toetsingskader zijn de criteria opgenomen voor de plaatsing van een kleinschalige windturbine.

Nadere informatie

Bijlage 1: Bestemmingsplan Buitengebied 2008, vastgesteld

Bijlage 1: Bestemmingsplan Buitengebied 2008, vastgesteld Lombokweg 3 Eerbeek Bijlage 1: Bestemmingsplan Buitengebied 2008, vastgesteld 17-12-2009 Artikel 3. Agrarisch met landschapswaarden A 1. Bestemmingsomschrijving De op plankaart 1 voor Agrarisch met landschapswaarden

Nadere informatie

Bijlage 9: Motivering niet vaststellen beeldkwaliteitscriteria Landgoed de Klauwenhof en nieuw woonkavel aan de Lange Klauwenhof Didam.

Bijlage 9: Motivering niet vaststellen beeldkwaliteitscriteria Landgoed de Klauwenhof en nieuw woonkavel aan de Lange Klauwenhof Didam. Bijlage 9: Motivering niet vaststellen beeldkwaliteitscriteria Landgoed de Klauwenhof en nieuw woonkavel aan de Lange Klauwenhof Didam. Inleiding Vanaf 14 mei 2015 hebben gedurende 6 weken ter inzage gelegen

Nadere informatie

Besluit artikel 3.6 lid 1 onderdeel a Wro Buitengebied Asten 2008, wijziging Kokmeeuwenweg 22

Besluit artikel 3.6 lid 1 onderdeel a Wro Buitengebied Asten 2008, wijziging Kokmeeuwenweg 22 Besluit artikel 3.6 lid 1 onderdeel a Wro Buitengebied Asten 2008, wijziging Kokmeeuwenweg 22 burgemeester en wethouders van A s t e n; gezien het verzoek om medewerking van A.J.M. van Hoof, Kokmeeuwenweg

Nadere informatie

GEMEENTE SON EN BREUGEL

GEMEENTE SON EN BREUGEL GEMEENTE SON EN BREUGEL Bestemmingsplan Buitengebied; Driehoek 7 Toelichting NL.IMRO.0848.BP813BUITENGEBIED-VA01/ Vastgesteld Projectnr. 021-012 / 19 december 2013 INHOUD BLZ 1. INLEIDING... 3 2. BESTAANDE

Nadere informatie