Advies met betrekking tot het paalsysteem

Transcriptie

1 Advies met betrekking tot het paalsysteem ten behoeve van de nieuwbouw van RWE te Eemshaven Auftragsnummer VN-41313E Opdrachtgever RWE Power Aktiengesellschaft Huyssenallee Essen Deutschland Datum 23 Oktober 2008

2 Inhoudsopgave 1 Inleiding Geotechnische bodemopbouw Geohydrologische bodemopbouw Uitgangspunten voor de keuze van het paalsysteem Niet toepasbare / niet geschikte paalsystemen Prefab palen Grondverdringende schroefpalen Avegaarpaal / Betonschroefpaal Boorpalen (met grote diameter) Toepasbare / geschikte paalsystemen Vibropaal Vibrocombipaal Advies...17

3 Blz 1 1 Inleiding Het project omvat de nieuwbouw van een kracht- c.q. energiecentrale van RWE te Eemshaven. De nieuwbouw van de energiecentrale kenmerkt zich door een aantal zeer zware constructies en/of gebouwen. Gezien de aangetroffen bodemopbouw in combinatie met de aard van de nieuwbouw en de hierbij behorende hoge belastingen c.q. gronddrukken adviseren wij de nieuwbouw op palen te funderen. In voorliggend schrijven wordt ingegaan op het te hanteren paalsysteem ten behoeve van het hoofdblok van de energiecentrale. Het betreft hierbij het merendeel van de te fabriceren palen. In verband met de orde grootte van de optredende belastingen vanuit de diverse bouwconstructies (paalbelastingen tot circa kn per paal) dienen de palen voor het overgrote deel van de nieuwbouw te worden geïnstalleerd in het diepe zand, voorkomend vanaf een niveau variërend van circa 16 tot 20 m N.A.P. Hierbij zijn paalpuntniveaus tot ongeveer 30 m N.A.P. vereist. Slechts ten behoeve van licht belaste en niet zettingsgevoelige constructies kan wellicht worden volstaan met korte palen (paalpuntniveau tot ongeveer 14 m N.A.P.). De meeste bouwonderdelen van het hoofdbouwblok worden volledig onderkelderd dan wel diep gefundeerd. De benodigde ontgravingen variëren hierbij van circa 2 tot 10 m onder het huidige maaiveld. In verband met deze noodzakelijke ontgravingen kan ontspanning optreden in de diverse zandpakketten. Zodoende dient conform de norm NEN :2006 (Art ) rekening te worden gehouden met een reductie van de conusweerstanden lineair aan de afname van de korrelspanning. Dit resulteert in een afname van de grondmechanische paaldraagvermogens en dus een dieper benodigd paalpuntniveau.

4 Blz Geotechnische bodemopbouw De maaiveldhoogte ter plaatse van de reeds uitgevoerde sondeerpunten varieerde ten tijde van het grondonderzoek van 4,32 tot 4,95 m+ N.A.P. Aan de oostzijde van het terrein ligt het maaiveld op een niveau variërend van 0,11 m+ tot 2,74 m+ N.A.P. Dit deel van het terrein dient nog te worden opgehoogd tot een niveau van circa 4,5 m+ N.A.P. Het grondonderzoek toont vanaf het huidige maaiveld een opgebracht zandpakket met een dikte van ongeveer 3 à 5 m. De in dit zand geregistreerde conusweerstanden variëren van 6 à 10 MPa tot waarden van 20 à 30 MPa. Deze ophoging is, volgens opgave, aan het eind van de jaren 90 aangebracht. Vervolgens tonen de sonderingen het oude maaiveld. Vanaf het oude maaiveld wordt tot een niveau van ongeveer 3 à 3,5 m N.A.P. een pakket aangetroffen bestaande uit holocene kleiafzettingen. Deze kleiafzettingen zijn humeus en zandig van aard. Tevens worden in dit pakket plantenresten aangetroffen. Vervolgens tonen de sonderingen tot een niveau van circa 12 à 14 m N.A.P. een matig vast tot vast gepakt zandpakket. De in dit zand geregistreerde conusweerstanden variëren van ongeveer 6 à 10 MPa tot waarden van 20 à 30 MPa. De fluctuaties worden hierbij veroorzaakt door een verschil in pakking van het zandpakket en/of de aanwezigheid van kleibestanddelen. Vanaf het dan toe bereikte niveau wordt tot een niveau van ongeveer 16 à 19 m N.A.P. een zandig kleipakket aangetroffen, behorend tot de Eemformatie. De laagdikte van dit kleipakket varieert per sondering. Tenslotte tonen de sonderingen tot de maximaal verkende diepte een vast tot zeer vast gepakt zandpakket, waarin over het algemeen conusweerstanden variërend van 20 tot 40 MPa zijn geregistreerd. Plaatselijk zijn zelfs conusweerstanden van meer dan 50 MPa gemeten. De maximaal verkende diepte van de sonderingen bedraagt circa 45 m N.A.P.

5 Blz Geohydrologische bodemopbouw De lokale geohydrologische bodemopbouw kan als volgt geschematiseerd worden: Zand +4,5 m NAP Klei +0,5 à 0,7 m NAP 1,5 à 4 m NAP Zand 11 à 14 m NAP Klei, zandlagen 14 à 21 m NAP Zand Diepte t.o.v. N.A.P. [in m] Samenstelling Geohydrologische eenheid maaiveld tot +0,5 à 0,7 Zand Opgebrachte zandtoplaag +0,5 à 0,7 tot 1,5 à 4 klei (humeus), doorkruist door Begraven Deklaag zandlaagjes en silthoudende zandlagen 1,5 à 4 tot 11 à 14 zand, silthoudend 1 e watervoerend pakket 11 à 14 tot 14 à 21 klei, matig zandig, slibhoudend 1 e scheidende laag* 14 à 21 tot max verkende diepte van 45 Zand 2 e watervoerend pakket * De dikte van de 1 e scheidende laag neemt, naar het noorden toe, af.

6 Blz 4 Met betrekking tot het te kiezen paalsysteem dient te worden gewaarborgd dat de eerste scheidende laag (zie bovenstaande tabel) behouden blijft, zodat de hoeveelheid te bemalen grondwater zoveel mogelijk beperkt blijft. Indien voorgenoemde eerste watervoerende laag wordt doorboord, zal contact optreden tussen het eerste en tweede watervoerende pakket. Hierdoor zal toestroming van grondwater van het tweede watervoerende pakket naar het eerste watervoerende pakket optreden. Dit heeft grote consequenties voor de hoeveelheid te bemalen grondwater. Bovendien dient vermenging van de beide watervoerende lagen te worden vermeden aangezien de grondwaterkwaliteit van beide pakketen verschilt (1 e watervoerende pakket: zoetwater, 2 e watervoerende pakket: zoutwater). 2 Uitgangspunten voor de keuze van het paalsysteem Bij de keuze c.q. beoordeling van de geschiktheid van de diverse paalsystemen spelen de volgende factoren een belangrijke rol: - Minimaliseren van de zettingen en met name zettingsverschillen. De zettingsverschillen dienen te worden beperkt tot maximaal 8-10 mm. - Voorkomen van een vermenging van de diverse grondwaterstromen (zoet en zout) - Mogelijheid tot opnemen hoge paalbelastingen (paaldiameter en lengte) - Inbrengen van de palen tot in het vaste zand (is het mogelijk met het paalsysteem het benodigde paalpuntniveau te bereiken) - Minimaliseren van de hoeveelheid vrijkomende grond en met name de hoeveelheid zouthoudende grond (beperken van het transport t.b.v. de afvoer als ook de bovengrondse opslag) - Kwaliteitscontrole - Geluidsniveau - Trillingen - Economisch - Fabricagesnelheid van de palen. De fabricagetijd heeft invloed op de duur van de bouwtijd alsmede op de periode waarover overlast naar de omgeving wordt veroorzaakt - Praktische uitvoerbaarheid met betrekking tot de huidige ontwerp (engineering) - Beschikbaarheid van voldoende equipment

7 Blz 5 3 Niet toepasbare / niet geschikte paalsystemen In de volgende paragrafen worden de paalsystemen beschreven die op basis van constructieve, uitvoeringstechnische, geotechnische en/of geohydrologische aspecten, niet geschikt c.q. toepasbaar zijn. 3.1 Prefab palen Dit type paal betreft een gladde, gewapende en geprefabriceerde betonpaal. De palen worden heiend (grondverdringend) op diepte gebracht. De paalafmetingen variëren in het algemeen van / 180 tot / 500 mm. De palen worden in een betonfabriek gefabriceerd in vervolgens naar de bouwplaats getransporteerd, waarna de palen op diepte worden geheid. Bron: Funderingen, deel B van stichting bouwresearch (SBR) te Rotterdam De toepassing van prefab betonpalen achten wij ongeschikt voor de fundatie van het hoofdbouwblok van de energiecentrale. De palen dienen namelijk een fors aantal meters in het vaste zand te worden geheid teneinde de optredende paalbelastingen op te kunnen nemen. Dit zal resulteren in zeer zwaar heiwerk Hierbij dient rekening te worden gehouden met het niet op diepte komen van de palen en een zeer grote kans op paalbreuk.

8 Blz Grondverdringende schroefpalen Dit type palen betreffen in de grond gevormde, grondverdringende betonpalen, welke middels schroeven op diepte worden gebracht. Voorbeelden van dit paalsysteem zijn het type Atlas-paal en Fundex of Terr-Econpaal. Atlaspaal (Franki): Bij het type Atlaspaal (Franki) wordt een stalen boorbuis, voorzien van een vaste schroefpunt, op diepte geschroefd tot het gewenste puntniveau. Het op diepte schroeven geschiedt middels een combinatie van een axiale drukkracht en een draaimoment. Na het bereiken van het gewenste paalpuntniveau wordt in de boorbuis een wapeningskorf ingehangen. Het betreft hier een wapeningskorf met een relatief kleine diameter. Vervolgens wordt de boorbuis gevuld met beton, waarna de buis schroevend wordt getrokken. Tijdens dit schroevend trekken wordt de grond in zekere mate opnieuw verdrongen. Bron: Funderingen, deel B van stichting bouwresearch (SBR) te Rotterdam

9 Blz 7 Fundexpalen (Franki) of Terr-Econpalen (Terracon) Het type Fudex- of Terr-Econpaal betreft eveneens in de grond geschroefde, grondverdringende betonpaal, waarbij een stalen hulpbuis (boorbuis) wordt gehanteerd. In tegenstelling tot de Atlaspaal wordt bij de typen Fundex- en Terr-Econpaal een grotere diameter boorbuis toegepast. Bovendien beschikken deze systemen over een verlorend schroefpunt. Het type Fundex- en Terr-Econpaal wordt eveneens schroevend op diepte gebracht middels een combinatie van een axiale druk en een draaimoment. Na het bereiken van het gewenste puntniveau wordt de wapening (of geprefabriceerde betonkern) ingehangen. Vervolgens wordt de paal gevuld met beton, waarna de hulpbuis oscillerend wordt getrokken. Bron: Funderingen, deel B van stichting bouwresearch (SBR) te Rotterdam De toepassing van een in de grond gevormd, grondverdringend en geschroefd paalsysteem, zoals voorgenoemde systemen, is zeer beperkt in het maximaal te bereiken paalpuntniveau. Door het relatief beperkte boormoment van de boorstelling in combinatie van de zeer vaste te penetreren zandlagen is dit paalsysteem niet toepasbaar voor de grote en zware bouwwerken, zoals het hoofdbouwblok. De palen zullen namelijk niet het benodigde paalpuntniveau kunnen bereiken.

10 Blz Avegaarpaal / Betonschroefpaal Het type avegaarpaal betreft een in de grond gevormde, grondverwijderende betonpaal. De palen worden schroevend c.q. borend op diepte gebracht met behulp van een stalen hulpbuis. Deze hulpbuis is over de volledige lengte voorzien van een schroefblad en beschikt aan de voet over een klep. Na het bereiken van het gewenst puntniveau wordt onder druk beton in de hulpbuis gepompt, waardoor de klep aan de onderzijde van de hulpbuis zich opent. Door gelijktijdig trekken van de hulpbuis wordt de paal gevormd. Nadat de hulpbuis volledig is getrokken wordt de wapening aangebracht. De wapeningskorf wordt hierbij in het nog vloeibare beton getrild. Bron: Funderingen, deel B van stichting bouwresearch (SBR) te Rotterdam Het type avegaarpaal / betonschroefpaal is voor de fundering van het hoofdbouwblok niet toepasbaar. Door de maximaal te realiseren paaldiameters en -lengten, in combinatie met het grondverwijderende karakter van de paal, is dit paaltype niet toereikend om de forse optredende paalbelastingen op te kunnen nemen. Dit paalsysteem is derhalve niet toepasbaar voor het hoofdbouwblok.

11 Blz 9 Bovendien dient bij grondverwijderende palen, zoals avegaarpalen, rekening te worden gehouden met een ongunstig last-zakkingsgedrag hetgeen resulteert in een toename van de zettingen en zettingsverschillen tussen de afzonderlijke palen, hetgeen constructief (engineering) als onacceptabel wordt beschouwd. Tevens dient bij dit paalsysteem rekening te worden gehouden met een vermenging van het grondwater van de diverse watervoerende lagen (dus vermenging zoet en zout water). Aangezien het type avegaarpaal / betonschroefpaal een grondverwijderend paalsysteem betreft komt bovendien een zeer grote hoeveelheid grond (zouthoudend) vrij uit het boorgat. Uitgaande van bijvoorbeeld een avegaarpaal met een diameter van 900 mm en een lengte van ongeveer 30 à 35 m dient rekening te worden gehouden met circa 20 à 25 m². Dit dient te worden afgevoerd hetgeen de nodige transportbewegingen met zich mee brengt en dus een toename van de belasting op het milieu. De toepassing van avegaarpalen resulteert in de noodzaak tot grotere paaldiameters en dus grotere hart-op-hart afstanden. Deze grotere hart-op-hart afstanden resulteert in een dermate hoge spanningstoename in de betonvloer. De betonvloer zal conform opgave van de constructeur aanzienlijk zwaarder gewapend moeten worden, waardoor het huidige ontwerp niet voldoet (engineering).

12 Blz Boorpalen (met grote diameter) Het type boorpaal (met grote diameter) betreft een in de grond gevormde, grondverwijderende betonpaal en wordt op diepte geboord met behulp van speciale graafapparatuur, zoals een speciale avegaar, emmerboor of grijper. In het algemeen wordt over het bovenste deel van het boorgat een stalen casing toegepast om het inkalven van de randen van het gat te voorkomen. Tijdens het boren c.q. graven van de paal is het boorgat gevuld met een steunvloeistof (mengsel van bentoniet en water) dan wel over de volledige lengte voorzien van een casing (verbuisde boorpaal). Na het bereiken van het gewenste paalpuntniveau wordt de wapeningskorf ingehangen. Vervolgens wordt met behulp van een stortpijp het boorgat van onderaf volgestort met beton (contractormethode). Dit paalsysteem is trillings- en geluidsarmer als de vibropalen. Echter, het machinegeluid van de beide stellingen c.q. systemen is nagenoeg gelijk. De paalafmetingen zijn sterk afhankelijk van de paalleverancier en variëren over het algemeen van 600 tot m. Steunvloeistof om boorgat stabiel te houden Beton / Mörtel Bewehrung Bron: Funderingen, deel B van stichting bouwresearch (SBR) te Rotterdam

13 Blz 11 Het type boorpaal kan zowel met behulp van een steunvloeistof als verbuisd worden uitgevoerd. Bij de toepassing van steunvloeistof wordt in het boorgat een mengsel van bentoniet met water aangebracht om inkalven van het boorgat te voorkomen. De verbuisde boorpaal is nagenoeg gelijk aan de boorpaal met steunvloeistof. Bij de verbuisde boorpaal wordt echter geen steunvloeistof gehanteerd, maar een stalen casing over de gehele paallengte. De verbuisde boorpaal achten wij niet toepasbaar. Gezien de grote diameter alsmede de lengte van deze casing in de vaste zandlagen, wordt een dermate hoge wrijving tussen deze casing en de ondergrond opgebouwd dat, na het storten van de betonpaal, het trekken van deze casing onmogelijk is. Bij de toepassing van een grondverwijderend paalsysteem dient rekening te worden gehouden met welvorming. In het algemeen kan worden gesteld dat, teneinde ieder risico op welvorming te voorkomen, grondverwijderende paalsystemen, zoals het type boorpaal, gemaakt dienen te worden vanaf een zodanig werkniveau dat de stijghoogte van het grondwater in dieper gelegen watervoerende lagen niet reikt tot boven de grondwaterstand in bovenliggende lagen en/of het werkniveau. Dit geldt alleen over het traject van de toe te passen paallengte. Van een dergelijke situatie kan sprake zijn indien in de grond gevormde palen worden geplaatst vanuit bijvoorbeeld een ontgraven bouwput. Bij boorwerkzaamheden onder de grondwaterspiegel dient de waterstand in het boorgat hoger te staan dan de stijghoogte van het grondwater in de te doorboren watervoerende lagen. Dit teneinde de kans op het optreden van een zandmeevoerende grondwaterstroming (welvorming) te vermijden. Indien dergelijke wellen ontstaan zal de vastheid c.q. pakking van het zandpakket sterk afnemen. Door deze verstoring van het zandpakket zal de draagkracht van de palen sterk afnemen. Eventueel kunnen door deze ontspanning ook zettingsschaden ter plaatse van belendende bebouwing ontstaan. Bij de toepassing van een boorpaal (met steunvloeistof) zal contact optreden tussen de diverse watervoerende pakketten (dus vermenging zoet en zout water). Doordat het type boorpaal een grondverwijderend paalsysteem betreft dient rekening te worden gehouden met een zeer ongunstig last-zakkingsgedrag. Dit resulteert in een forse toename van de zettingen en zettingsverschillen tussen de afzonderlijke palen ten opzichte van een grondverdringend paalsysteem. Het optreden van met name zettingsverschillen wordt constructief (engineering) als onacceptabel wordt beschouwd. De maximaal toelaatbare zettingsverschillen tussen de steunpunten van bijvoorbeeld de stoomketels mogen niet meer dan 8-10 mm bedragen, hetgeen met boorpalen niet mogelijk is. Het type boorpaal is derhalve niet geschikt.

14 Blz 12 Tevens komt bij de fabricage van een boorpaal een zeer grote hoeveelheid grond (zouthoudend) vrij uit het boorgat. Uitgaande van bijvoorbeeld een boorrpaal met een diameter van mm en een lengte van ongeveer 30 à 35 m dient rekening te worden gehouden met circa 50 à 60 m². Dit dient te worden afgevoerd hetgeen de nodige transportbewegingen met zich mee brengt en dus een toename van de belasting op het milieu. De toepassing van boorpalen resulteert bovendien in de noodzaak tot grotere paaldiameters en dus grotere hart-op-hart afstanden. Deze grotere hart-op-hart afstanden resulteert in een dermate hoge spanningstoename in de betonvloer. De betonvloer zal conform opgave van de constructeur aanzienlijk zwaarder gewapend moeten worden, waardoor het huidige ontwerp niet voldoet (engineering). Het fabricageproces van de boorpalen duurt circa 2 à 3 maal zo lang als de installatie van een vibro(combi)paal. Hierdoor zal ook de periode waarover geluidsoverlast (machinegeruis) wordt veroorzaakt met dezelfde factor toenemen. Op basis van bovenstaande argumenten (zettingen en zettingsverschillen, vermenging van de diverse watervoerende pakketten en waterkwaliteiten (zoet en zout water), fabricagesnelheid van de palen en de grote gevolgen voor het constructieve ontwerp van de betonvloer (engineering)) is het type boorpaal niet geschikt.

15 Blz 13 4 Toepasbare / geschikte paalsystemen Paalsystemen die ons inziens geschikt zijn voor het hoofdbouwblok (zwaar belaste en lange palen) betreffen de vibropalen, vibrocombipalen en boorpalen met grote diameter. Deze paalsystemen worden in de volgende paragrafen nader beschreven. 4.1 Vibropaal Het type vibropaal betreft een in de grond gevormde, grondverdringende betonpaal en wordt met behulp van een stalen hulpbuis met voetplaat heiend op diepte gebracht. Deze palen worden in het werk gestort. Na het bereiken van het gewenste puntniveau wordt de wapening in de stalen hulpbuis gehangen. Vervolgens wordt het beton gestort waarna de hulpbuis weer kan worden getrokken. De vibropalen dienen na installatie te worden gecontroleerd op afwijkingen, middels het uitvoeren van akoestische metingen. Wapening Betonspecie Bron: Funderingen, deel B van stichting bouwresearch (SBR) te Rotterdam

16 Blz 14 Bij standaard vibropalen dienen de palen over de volledige lengte te worden afgestort met beton, dus tot het maaiveld- c.q. werkniveau. Vervolgens dienen, afhankelijk van het noodzakelijke ontgravingsniveau, de bovenste meters van de paal te worden gesneld. Bovendien zullen deze nog te snellen meters paal de ontgravingswerkzaamheden bemoeilijken. Een alternatief waarbij de standaard vibropalen niet een fors aantal meters gesneld hoeven te worden betreft het heien van deze palen vanuit een ontgraven bouwput. Nadeel hierbij is echter dat door de volgorde ontgraven en dan heien een forse reductie op het paaldraagvermogen dient te worden toegepast. Bovendien dient dan reeds tijdens het heiwerk een bemalingssysteem te worden toegepast om de bouwput voldoende droog te houden. Op basis van de geotechnische en geohydrologische aspecten van de projectlocatie in combinatie met de eisen gesteld aan de constructie achten wij de toepassing van het type Vibropaal als technisch meest optimale paalsysteem. De toepassing van vibrocombipalen heeft de volgende voordelen: 1. Gegarandeerde afdracht van de belastingen naar de draagkrachtige ondergrond 2. Hogere grondmechanische draagvermogens in vergelijking met grondverwijderende paalsystemen, zoals boorpalen 3. Geringe zettingen en zettingsverschillen tussen de afzonderlijke palen 4. Geen vermenging van de watervoerende grondlagen 5. Relatief snelle uitvoering 6. Geen vrijkomende en af te voeren grond 7. Gegarandeerde uitvoeringskwaliteit 8. Goed verkrijgbaar in Nederland 9. Door de relatief snelle paalproduktie wordt de periode waarover geluidsoverlast wordt veroorzaakt beperkt.

17 Blz Vibrocombipaal Het type vibrocombipaal is nagenoeg identiek aan de normale vibropaal. Hierbij wordt de vibropaal echter niet voorzien van een stalen wapeningskorf, maar van een geprefabriceerde betonnen kern (prefab betonpaal). De lengte van de prefab kern wordt zodanig gekozen dat de bovenzijde van de prefab kern komt te liggen op een niveau enkele decimeters boven de onderkant van de toekomstige keldervloer. Tot de bovenzijde van deze prefab kern wordt de hulpbuis gevuld met grout. Het overige deel wordt gevuld met water. Vervolgens wordt de hulpbuis getrokken. Prefab betonkern Betonspecie Bron: Funderingen, deel B van stichting bouwresearch (SBR) te Rotterdam Een voordeel van het type vibrocombipalen ten opzichte van de standaard vibropalen is dat de palen vanaf het huidige maaiveldniveau geheid kunnen worden, zonder dat na het uitgraven van de bouwput de bovenste meters van de palen gesneld dienen te worden. Dit komt de snelheid van de uitvoering van de ontgravingswerkzaamheden ten goede en resulteert wellicht in een economisch gunstigere paal.

18 Blz 16 De grondmechanische draagvermogens van de normale vibropalen en de vibrocombipalen zijn overigens gelijk, mits identieke paalafmetingen worden gehanteerd en de palen vanaf hetzelfde werkniveau worden geheid. De betontechnische draagkracht is echter niet gelijk. Deze is afhankelijk van de betonkwaliteit c.q. betonspanning van de paal. De betonspanning dient door de constructeur in samenspraak met de paalleverancier te worden bepaald.

19 Blz 17 5 Advies Op basis van onze jarenlange ervaring met projecten in de directe nabijheid van de projectlocatie adviseren wij voor de nieuwbouw van het hoofdbouwblok van de energiecentrale de toepassing van vibro- en/of vibrocombipalen. Op basis voorgenoemde verschillen alsmede de nieuwe, voortschrijdende inzichten (de hoofddraagconstructie van de diverse gebouwen en constructies is verder ontwikkeld en het grondonderzoek is uitgebreid) gaat onze voorkeur voor onderhavig project uit naar de toepassing van vibro- en/of vibrocombipalen. Deze paalsystemen hebben we derhalve als meest optimale paalsysteem aan onze opdrachtgever voorgedragen en uitgewerkt in onze adviezen. Bovendien heeft dit paalsysteem als voordeel dat de bouwtijd aanzienlijk wordt verkort en vergelijking met bijvoorbeeld boorpalen. Tevens komt bij de fabricage van dit paalsysteem geen grond vrij dat afgevoerd dient te worden.