URGENTIE : NORMAAL Fax bericht nr. : 2 : SPOED Datum : 19 augustus 2011 Aantal pagina's : 10

Transcriptie

1 URGENTIE : NORMAAL Fax bericht : 2 : SPOED Datum : 19 augustus 2011 Aantal pagina's : 10 Aan : Pieters Bouwtechniek Delft B.V. Telefax : Per T.a.v. : Dhr. R. Doomen C.C. Aan : Pieters Bouwtechniek Delft B.V. Telefax : Per T.a.v. : Mevrouw E. Mondeel Van : De heer ing. M.J. van Baars Project : Betreft : Nieuwbouw "De Pauwmolen" aan de Rijksstraatweg te Delft Geachte heer Doomen, Ten behoeve van het nieuwbouwproject Pauwmolen te Delft zouden oorspronkelijk 23 sonderingen uit worden gevoerd, waarbij de diepte van de sonderingen zou variëren van 25 m tot 30 m. Uit een terreininspectie is gebleken dat het merendeel van de beoogde sondeerlocaties niet bereikbaar was in verband met de aanwezige beplanting. In de huidige projectfase bleken slechts 2 sonderingen uitvoerbaar te zijn. Om een beter beeld van de (variatie) van de grondslag te verkrijgen is er derhalve toe besloten enkele additionele sonderingen uit te voeren om de projectlocatie heen. In onderhavige document zijn de resultaten van de paalberekeningen gepresenteerd welke zijn uitgevoerd op basis van de 6 uitgevoerde sonderingen. Hierbij wordt opgemerkt dat dit slechts dient als indicatief advies voor de fundering van de geplande bebouwing. In een later stadium, wanneer het terrein is ontdaan van de aanwezige obstakels, zal een definitief advies worden opgesteld op basis van het resterende grondonderzoek. TERREIN- EN BODEMGESTELDHEID De maaiveldniveaus ter plaatse van de sondeerlocaties varieerden ten tijde van het onderzoek van NAP -0,27 m tot NAP +0,40 m. Op basis van het grondonderzoek kan de bodemgesteldheid globaal worden geschematiseerd zoals in tabel 1 is weergegeven. Tabel 1: Globale bodemgesteldheid Diepte bovenkant laag Bodembeschrijving +0,40 à -0,27 ZAND, kleihoudend -1,0 à -2,0 KLEI -4,0 à -4,5 ZAND, los gepakt, plaatselijk kleihoudend -5,5 à -6,5 KLEI, plaatselijk humeus -9,5 à -12,5 ZAND, los gepakt, plaatselijk kleihoudend -14,5 à -15,0 KLEI -15,5 à -16,0 ZAND, vast gepakt ca. -25,0 Maximaal verkende diepte Hoofdkantoor: Veurse Achterweg 10, 2264 SG Leidschendam, Tel.: , info@fugro.nl, Handelsreg BTW-nr NL B08. Fugro GeoServices maakt deel uit van Fugro N.V.

2 Door na het trekken van de sondeerstangen te peilen in de sondeergaten, is de grondwaterstand vastgesteld op 0,9 m tot 1,5 m beneden maaiveld, hetgeen overeenkomt met circa NAP -1,0 m tot NAP -1,4 m. Deze grondwaterstand is een éénmalige opname en slechts bedoeld als een oriënterend gegeven. De grondwaterstand kan in de tijd fluctueren onder invloed van de weersgesteldheid en de seizoenen. FUNDERINGSADVIES Gezien de aangetroffen bodemgesteldheid en de aard van de bebouwing komt voor dit project een fundering op palen in aanmerking. Op verzoek van de constructeur is uitgegaan van de toepassing van prefab betonpalen of vibropalen. Deze funderingsoplossingen zijn in paragraaf 4.2 nader uitgewerkt. Bij het opstellen van het advies was niet bekend of trillingsgevoelige gebouwen in de nabije omgeving aanwezig zijn. Indien dat wel het geval is, dient te worden overwogen een alternatief paalsysteem toe te passen, bijvoorbeeld een trillingsvrij systeem, teneinde gevolgschade tijdens het heien te voorkomen. Het funderingsadvies voor dit project is opgesteld conform de normen geotechniek NEN 6740 en NEN Het mede op basis van dit advies gemaakte funderingsontwerp dient achteraf te worden getoetst aan de geldende geotechnische normen. In het ontwerpstadium zijn in het algemeen geen gedetailleerde gegevens beschikbaar met betrekking tot het palenplan, de exacte paalbelastingen, de gebouwstijfheid en de vervormingseisen. Derhalve wordt in dit stadium van het project volstaan met de toetsing van grenstoestand 1B op sterkte. Voor de meeste paaltypen, zoals grondverdringende palen en avegaarpalen met relatief kleine diameter, is deze grenstoestand veelal maatgevend, zodat hiermee ook de andere grenstoestanden worden ondervangen. Voor de paalfundering is uitgegaan van verticaal, centrisch, op druk en op trek belaste palen. Momenten en horizontale belastingen zijn niet beschouwd. Fundering op palen Voor de uitwerking van het funderingsadvies voor dit project zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: - Voor de laagbouw geldt dat de rekenwaarden voor de paalbelastingen vanuit de constructie (F s;v;d ) variëren voor de grenstoestanden 1A en 1B van 800 tot kn. - Voor de hoogbouw geldt dat de rekenwaarden voor de paalbelastingen vanuit de constructie (F s;v;d ) variëren voor de grenstoestanden 1A en 1B van 1500 tot 1800 kn. - Ter plaatse van de bebouwing zal het terrein circa 4,0 m worden ontgraven ten behoeve van de realisatie van een éénlaags (parkeer)kelder. - Bij de berekening van het draagvermogen van de vibropalen is als uitgangspunt gehanteerd dat de buizen heiend worden getrokken, indien de buizen trillend worden getrokken dienen de berekeningen te worden herzien. Voor het funderingsadvies is voor diverse schachtafmetingen van de beschouwde palen op gekozen paalpuntniveaus de rekenwaarde van de draagkracht van de palen bepaald. De resultaten van deze berekeningen zijn weergegeven in tabellen 2 t/m 5. aansprakelijkheidsbeperking bevatten. 2

3 Tabel 2: s en rekenwaarden van de paaldraagkracht, prefab betonpalen - laagbouw. DKM1 +0,18 DKM2 +0,40 DKM101 +0,05 DKM102 +0,38 DKM103-0,27 Prefab betonpalen / 350 mm / 380 mm / 400 mm aansprakelijkheidsbeperking bevatten. 3

4 DKM104 +0,15 Prefab betonpalen / 350 mm / 380 mm / 400 mm Tabel 3: s en rekenwaarden van de paaldraagkracht, prefab betonpalen - hoogbouw DKM1 +0,18 DKM2 +0,40 DKM101 +0,05 DKM102 +0,38 DKM103-0,27 Prefab betonpalen / 420 mm / 450 mm / 500 mm aansprakelijkheidsbeperking bevatten

5 DKM104 +0,15 Prefab betonpalen / 420 mm / 450 mm / 500 mm Tabel 4: s en rekenwaarden van de paaldraagkracht, vibropalen - laagbouw. DKM1 +0,18-18,00 DKM2 +0,40-18,00 DKM101 +0,05-18,00 Vibropalen met heiend getrokken buis Ø 323/365 mm Ø 356/400 mm Ø 406/465 mm aansprakelijkheidsbeperking bevatten. 5

6 DKM102 +0,38-18,00 DKM103-0,27-18,00 DKM104 +0,15-18,00 Vibropalen met heiend getrokken buis Ø 323/365 mm Ø 356/400 mm Ø 406/465 mm Tabel 5: s en rekenwaarden van de paaldraagkracht, vibropalen - hoogbouw. DKM1 +0,18-18,00 Vibropalen met heiend getrokken buis Ø 456/520 mm Ø 506/560 mm aansprakelijkheidsbeperking bevatten. 6

7 DKM2 +0,40-18,00 DKM101 +0,05-18,00 DKM102 +0,38-18,00 DKM103-0,27-18,00 DKM104 +0,15-18,00 Vibropalen met heiend getrokken buis Ø 456/520 mm Ø 506/560 mm aansprakelijkheidsbeperking bevatten. 7

8 Opmerkingen bij de tabellen: F r;net;d = rekenwaarde van de netto draagkracht van de paal, rekening houdend met negatieve kleef (F r;max;d - F s;nk;d). 406/465 = diameter schacht (d) = 406 mm; diameter voetplaat (D) = 465 mm. Hierbij wordt voldaan aan NEN , art : D 2 eq / d 2 eq < 1,5 Bij het indelen van het palenplan, dient het verschil in paalpuntniveau van naast elkaar gelegen vakken bij voorkeur niet groter dan ca. 2,0 m te worden gekozen. De in de tabel gepresenteerde waarden voor de paaldraagkracht zijn grondmechanische waarden. Door de constructeur dient te worden gecontroleerd of de bijbehorende paalschachtspanningen toelaatbaar zijn. Hierbij kan als bijdrage voor de rekenwaarde van de negatieve kleef (F s;nk;d ) 238 kn per m 1 paalomtrek worden gehanteerd. Om beïnvloeding van de draagkracht van een bestaande paalfundering te voorkomen adviseren wij, bij toepassing van prefab betonpalen of vibropalen met een gelijk of een hoger installatieniveau een minimale h.o.h. afstand van 2 x de nominale voetdiameter van de bestaande palen vermeerderd met 2 x de nominale voetdiameter van de nieuwe palen te hanteren. Indien de nieuwe palen dieper worden geïnstalleerd, adviseren wij een minimale h.o.h afstand van 3 x de nominale voetdiameter bestaande paal vermeerderd met 3 x de nominale voetdiameter nieuwe paal aan te houden. Bij kleinere h.o.h. afstanden kan het draagvermogen van de bestaande palen (sterk) in negatieve zin worden beïnvloed en kunnen ontoelaatbare vervormingen van de bestaande funderingen optreden ten gevolge van zakkingen van de bestaande palen. Voor de berekening van de rekenwaarde van de maximale draagkracht en de toetsing van grenstoestand 1B volgens NEN 6740 en NEN zijn de volgende uitgangspunten aangehouden: - Het project is geplaatst in geotechnische categorie 2. - Omdat in dit stadium van het ontwerp de stijfheid van de constructie nog niet exact bekend is, is in overeenstemming met art van NEN de stijfheid van de constructie niet in rekening gebracht. Volgens tabel 1 van NEN is voor de factor ξ een waarde van 0,72 gehanteerd. - Bij de draagkrachtberekeningen is rekening gehouden met het optreden van negatieve kleef langs de paalschacht. Deze kan ontstaan door het optreden van zettingen in de samendrukbare lagen tot een diepte van circa NAP -16,0 m. - Zoals reeds opgemerkt wordt ter plaatse van de laagbouw een ontgraving gerealiseerd ten behoeve van een éénlaags parkeerkelder. Uit berekeningen is gebleken dat reductie van het paaldraagvermogen als gevolg van het optreden van negatieve kleef maatgevend is ten opzichte van het doorvoeren van een reductie van de gemeten conusweerstanden conform NEN Toetsing volgens grenstoestand 1B houdt in dat voldaan moet worden aan: F s;d + F s;nk;d < F r;max;d. Hiermee is tevens voldaan aan grenstoestand 1A. De vervormingsgrenstoestanden zijn, gezien de zeer geringe zakking van de palen onder invloed van de belasting, niet maatgevend. Op trek belaste palen Voor de berekening van de draagkracht op trek zijn nog geen geotechnische normen beschikbaar. Voor de berekening is daarom CUR-publicatie met correctieblad oktober 2002 gebruikt. aansprakelijkheidsbeperking bevatten. 8

9 Voor het funderingsadvies is op basis van de maatgevende sondering (DKM104) voor diverse schachtafmetingen op gekozen paalpuntniveaus de rekenwaarde van de draagkracht op trek van de palen bepaald. In onderstaande tabel 6 is de berekende draagkracht per paaldiameter op twee installatieniveaus gepresenteerd. Het eerste niveau betreft het diepste opgegeven paalpuntniveau voor de betreffende paal voorgaande paragraaf. Het tweede niveau betreft het diepst mogelijke niveau op basis van de beschouwde sondering, op dit niveau is het in verband met de uitvoeringsdiepte van de sondering niet mogelijk om het draagvermogen op druk te bepalen. Tabel 6: Berekende trekdraagvermogen op basis van sondering DKM104 middenpalen. Paaltype Prefab betonpaal Vibropaal met heiend getrokken buis Paalafmeting Maximaal opgegeven installatieniveau bij berekening drukpalen Niveau [m t.o.v. NAP] F r;trek;d [kn] Maximaal installatieniveau o.b.v. sondering Niveau [m t.o.v. NAP] F r;trek;d [kn] / 350 mm , / 380 mm , / 400 mm , / 420 mm , / 450 mm , / 500 mm , Ø 323/365 mm , Ø 356/400 mm , Ø 406/465 mm , Ø 456/520 mm , Ø 506/560 mm , Hierbij zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: - Het project is geplaatst in geotechnische categorie 2. - Omdat in dit stadium van het ontwerp de stijfheid van het gebouw nog niet exact bekend is, is deze niet in rekening gebracht (M=1). Volgens tabel 1 van NEN kan voor de factor ξ een waarde van 0,72 worden gehanteerd. - De partiële materiaalfactor γ m;b4 voor de draagkracht van een paal, berekend aan de hand van sonderingen bedraagt voor op trek belaste palen 1, Vanwege een wisselende belasting is uitgegaan van γ m;var;qc = 1,50 (trek-druk wisselbelasting). - In verband met een ontgraving tot een niveau van circa NAP -4,0 m zijn de conusweerstanden gereduceerd. Bij de berekeningen is als uitgangspunt gehanteerd dat de palen worden aangebracht nadat is ontgraven, derhalve zijn de conusweerstanden gereduceerd recht evenredig met de verticale korrelspanning. Indien de palen worden geïnstalleerd voordat de ontgraving wordt gerealiseerd dienen de berekeningen te worden herzien. - Voor het bepalen van het kluitgewicht is uitgegaan van een paalstramien van 2,5 m x 3,0 m. - De draagkracht op trek zoals gepresenteerd voor middenpalen in een palenveld. De gepresenteerde draagkracht is lager dan de draagkracht voor hoekpalen, randpalen of alleenstaande palen. - Opgemerkt wordt dat op trek belaste palen over de gehele lengte dienen te worden gewapend. Dimensionering van de wapening valt buiten het kader van dit rapport. 1 In CUR staan de oude ξ-waarden in combinatie met γ m;b4 = 1,40. Bij toepassing van de verlaagde ξ- waarden van NEN :2006 moet γ m;b4 verlaagd worden naar 1,35 om hetzelfde veiligheidsniveau te handhaven. aansprakelijkheidsbeperking bevatten. 9

10 Wij gaan ervan uit u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Met vriendelijke groet, Fugro GeoServices B.V. De heer ing. M.J. van Baars Adviseur Geotechniek aansprakelijkheidsbeperking bevatten. 10