Inventarisatie Gierzwaluw Leiden-Centrum 2011

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Inventarisatie Gierzwaluw Leiden-Centrum 2011"

Transcriptie

1 Inventarisatie Gierzwaluw Leiden-Centrum 2011 W. Moerland & G. Bakker bsr-rapport 181 in opdracht van gemeente Leiden

2

3 Colofon bsr-rapport 181 titel Inventarisatie Gierzwaluw Leiden-Centrum 2011 auteurs afbeeldingen kaartmateriaal status W. Moerland & G. Bakker G. Bakker, W. Moerland, M. Schikhof, N. de Zwarte; auteursrecht voorbehouden gemeente Leiden; auteursrecht voorbehouden. juni 2012 // definitief Geproduceerd in opdracht van gemeente Leiden Deze uitgave kan geciteerd worden als: Moerland W. & G. Bakker Inventarisatie Gierzwaluw Leiden- Centrum bsr-rapport 181. Bureau Stadsnatuur, Rotterdam. bureau Stadsnatuur Rotterdam, juni 2012 Westzeedijk AA Rotterdam Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of welke wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteursrechthebbende. bsr kan door opdrachtgever niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die voortvloeit uit gebruik van data of gegevens of door toepassing van aanbevelingen en conclusies, die zijn opgenomen in deze rapportage.

4

5 INHOUD Samenvatting Inleiding Doel en achtergrond Onderzoeksgebied Methodiek Werkwijze Begrenzing onderzoeksgebied Aanwezigheid soort en specificatie veldwerk Het weer tijdens het broedseizoen Interpretatie van waarnemingen Resultaten Aantallen en locaties Resultaten per buurt Pieterswijk Academiewijk Levendaal-West Levendaal-Oost De Camp Marewijk Pancras-West Pancras-Oost D Oude Morsch Noordvest Havenwijk-Noord Havenwijk-Zuid Molenwijk Ecologie Fenologie Typen nestlocaties Ouderdom broedlocaties Bespreking Aantallen Ontwikkeling van de Leidse populatie Kolonisatie nieuwbouw Aanbevelingen Gierzwaluwen en natuurwetgeving Structurele bescherming Literatuur... 47

6 BIJLAGE 1 WAARNEMINGEN BIJLAGE 2 WEERGEGEVENS BIJLAGE 3 OUDERDOM PANDEN CENTRUM... 59

7 SAMENVATTING De Gierzwaluw is een uitgesproken stadsvogel die ook in de gemeente Leiden voorkomt. Hij wordt niet alleen gewaardeerd, maar geniet ook een beschermde status. Daarom heeft de gemeente Leiden bsr verzocht in 2011 een inventarisatie uit te voeren naar het voorkomen in de binnenstad. In het onderzochte gebied, het deel van de stad binnen de singels, zijn op 95 adressen verblijfplaatsen van Gierzwaluwen ontdekt, met een totaal van 119 paar verdeeld over deze adressen. Op basis van de waarnemingen is een behouden schatting gemaakt die neerkomt op de aanwezigheid van minimaal 181 paar in de stad. Dit geeft aan dat het Leidse centrum een waardevol broedgebied vormt. De soort broedt in zowel oude panden van vóór 1700, als recente nieuwbouwwijken uit de jaren 80 van de 20 e eeuw. Veruit de meeste nesten bevonden zich onder dakpannen en achter gevellijsten. De Gierzwaluw is kwetsbaar voor sloop- en renovatiewerkzaamheden. Toestemming van het Ministerie van EL&I is vereist bij een ruimtelijke ontwikkeling waarbij nesten (ook buiten het broedseizoen) verdwijnen of beschadigd raken. De gegevens van deze inventarisatie bieden de mogelijkheid om direct te kiezen voor een vrijstellingsprocedure. Dit geldt echter enkel voor de 95 panden waarbij geconstateerd is dat er Gierzwaluwen huisvesten. Benadrukt wordt dat dit onderzoek geen totaalbeeld van álle verblijfplaatsen verschaft. Nesten van Gierzwaluwen zullen zeker zijn gemist. In de ruimte en tijd treden bovendien voortdurend veranderingen op. In dit verband blijft in veel gevallen van ruimtelijke herinrichting een verkennend onderzoek (een quick scan ) minimaal noodzakelijk, wil men uitsluitsel krijgen over het voorkomen. Het advies is om bescherming van de Gierzwaluw in het gemeentelijk beleid op te nemen. Speciale broedvoorzieningen kunnen in nieuwbouw een belangrijke bron voor nestgelegenheid worden. Een vervolg van de inventarisatie elders in de gemeente, vooral in de buitenwijken, zal meer inzicht geven in de ecologische waarde van deze gebieden voor de Gierzwaluw. Een compleet verspreidingsbeeld draagt bij aan een effectieve bescherming van de soort. In de loop van het onderzoek en daarna zijn verschillende nieuwe nestlocaties aan het licht gekomen dankzij meldingen van enthousiaste bewoners. Het beeld van het voorkomen van de Gierzwaluw in Leiden zal nooit volledig zijn. Daarom verwelkomen wij meldingen van nestplaatsen van harte! U kunt deze doorgeven aan de auteurs: moerland@bureaustadsnatuur.nl of bakker@bureaustadsnatuur.nl. Wij zorgen vervolgens, indien wenselijk, dat de gemeente Leiden in kennis wordt gesteld van de situatie. bsr-rapport 181 Inventarisatie Gierzwaluw Leiden-Centrum

8 8 bsr-rapport 181 Inventarisatie Gierzwaluw Leiden-Centrum 2011

9 1 INLEIDING Gierende Gierzwaluwen door de straten van oude binnensteden zijn een vertrouwd beeld. Ook het historische centrum van Leiden wordt vanaf mei tot ver in juli opgevrolijkt met deze vogels. De Gierzwaluw Apus apus is in Nederland een echte stads- en dorpsvogel. Andere zwaluwen als Boerenzwaluw en Huiszwaluw broeden tegenwoordig nauwelijks meer in de grote steden, maar zijn veel meer vogels van het platteland. In werkelijkheid is de Gierzwaluw overigens geen zwaluw zoals de Boerenzwaluw en Huiszwaluw. De Gierzwaluw behoort tot de familie van de Gierzwaluwen of Apodidae, wat vrij vertaald zoiets als pootlozen betekent. Een nogal belangrijk verschil is dat de Gierzwaluwen niet tot de zangvogels behoren, de echte zwaluwen daarentegen wel. Ze zijn dus helemaal niet verwant aan elkaar. Beide groepen hebben wel de overeenkomst dat ze zich aangepast hebben aan het leven in de lucht en het vangen van vliegende insecten. De Gierzwaluwen gaan daarin echter een stuk verder. Het zijn van oorsprong rotsbewoners die op land met hun extreem korte pootjes tamelijk immobiel en kwetsbaar zijn. Zo opvallend als de Gierzwaluwen door een drukke Haarlemmerstraat jakkeren, zo onopvallend is hun broedgedrag. De Gierzwaluw werd een cultuurvolger en broedt bij ons niet op rotsen maar onder dakpannen en gevellijsten, vaak zonder dat bewoners van de woningen of panden dit weten. Dit maakt het broeden een kwetsbare aangelegenheid, omdat de vogels tegelijkertijd erg afhankelijk zijn van de mens. Extra aandacht voor het behoud van de Gierzwaluwen in de stad is daarom zeker welkom. 1.1 Doel en achtergrond Op verzoek van de gemeente Leiden heeft bsr in 2011 een inventarisatie uitgevoerd van de populatie Gierzwaluw in het centrum van de stad Leiden. Doel hiervan was om zoveel mogelijk verblijfplaatsen in gebouwen van deze soort op te sporen en om een inschatting te maken van de omvang van de broedpopulatie. De Gierzwaluw is een gewaardeerde stadsvogel, waarvan echter niet bekend was hoeveel broedparen in de binnenstad voorkomen. Daarnaast was er geen goed beeld van de verspreiding van de broedlocaties. Figuur 1. Ook Google Streetview biedt een glimp van het voorkomen van de Gierzwaluw in Leiden. bsr-rapport 181 Inventarisatie Gierzwaluw Leiden-Centrum

10 De soort geniet sinds augustus 2009 een jaarronde bescherming onder de Flora- en faunawet. Dit betekent dat vaste rust- en verblijfplaatsen in principe niet mogen worden weggenomen of verstoord, ook niet buiten het broedseizoen, tenzij er beschermende maatregelen worden genomen ten behoeve van de instandhouding. De Leidse binnenstad herbergt talloze gebouwen van vele tientallen tot honderden jaren oud en biedt daardoor veel mogelijkheden voor de soort. De andere kant van de medaille is dat er continu op allerlei plaatsen sloop- en renovatiewerkzaamheden plaatsvinden aan daken en gevels, die een bedreiging kunnen vormen voor de instandhouding. Dat er in Leiden veel Gierzwaluwen voorkomen was al langer duidelijk. Zo werden er bijvoorbeeld tijdens de tellingen in het kader van het Stadsnatuurmeetnet Leiden vele tientallen exemplaren genoteerd (Moerland et al. 2010). Veelal ging het hier om grote groepen boven de stad zwermende vogels waarvan onduidelijk was waar deze precies vandaan kwamen. Dit onderzoek tracht daar meer duidelijkheid over te geven, teneinde de soort in de praktijk beter te kunnen beschermen. De toepassingen en interpretatie van de gegevens voortkomend uit het onderzoek worden besproken in het hoofdstuk Aanbevelingen. 1.2 Onderzoeksgebied Dit onderzoek heeft zich beperkt tot de Leidse binnenstad binnen de singels (Figuur 2), dat wil zeggen dat deel van de stad dat omsloten wordt door de Witte singel, Zoeterwoudse singel, Zijlsingel, Herensingel, Maresingel, Rijnsburgersingel en Morssingel. Te verwachten valt dat in dit deel van de gemeente het grootste aantal Gierzwaluwen broedt. Over het algemeen vinden Gierzwaluwen meer broedgelegenheid in oude stadswijken dan in nieuwbouw. Waarnemingen uit het Stadsnatuurmeetnet Leiden (Moerland 2011a) lijken dit te bevestigen (Figuur 2). Natuurlijk komen Gierzwaluwen buiten het historische centrum ook tot broeden. Wijken als de Kooi, Merenwijk en Professorenwijk herbergen vermoedelijk aanzienlijke kolonies. Het stadscentrum valt echter te beschouwen als kerngebied binnen de gemeente. In juni en juli zijn wolken Gierzwaluwen te zien die terugkeren van hun voedselgebieden buiten de stad. s Avonds verzamelen ze zich boven het centrum en zoeken ze hun nesten op aan de vele steegjes en grachten. Het onderzoeksgebied herbergt oude en nieuwe wijken met een variatie aan bouwstijlen. Ook de intensiteit waarmee renovatieactiviteiten worden uitgevoerd kan per straat of pand verschillen. Naast de bebouwing wordt het onderzoeksgebied gekarakteriseerd door het vele water, zoals het Galgewater, Oude en Nieuwe Rijn (Figuur 3), de Haven, maar ook allerlei kleinere grachtjes. Daarnaast bevinden zich enkele grotere groengebieden binnen de singels, zoals het Van der Werfpark, het Plantsoen, de Hortus Botanicus en begraafplaats Groenesteeg. Deze gebieden, zowel het water als de groenstroken, bieden de vogels gelegenheid om ter plaatse te foerageren. Boven het water bevinden zich vaak talloze watergebonden insecten als haften, muggen en kokerjuffers. Boven de groenstroken vinden jagende Gierzwaluwen eveneens hoge dichtheden insecten. Tezamen met een ruim aanbod aan nestgelegenheid biedt het centrum hiermee een geschikt leefmilieu aan Gierzwaluwen. Ten slotte bestaat een niet gering deel van het onderzoeksgebied uit niet-publiek toegankelijke terreinen. Binnenplaatsen en binnentuinen zijn niet altijd te overzien, zoals de particuliere binnentuinen in de Marewijk. Het verkrijgen van een goed beeld van de lokale dichtheid aan broedende Gierzwaluwen, is daarmee een lastig maar uitdagend karwei. 10 bsr-rapport 181 Inventarisatie Gierzwaluw Leiden-Centrum 2011

11 Figuur 2. De locatie van het onderzoeksgebied binnen de gemeente Leiden (rood omcirkeld). Voorts de resultaten van het Stadsnatuurmeetnet 2010 (Moerland 2011a). Aantallen Gierzwaluwen zijn opgeteld over vijf telrondes. Tellingen vonden plaats op vaste locaties in een periode van 12 april t/m 24 juni. Aanwezigheid hoeft niet per se indicatief te zijn voor broedende dieren. Een waarneming van Gierzwaluwen kan ook betrekking hebben op foeragerende dieren. Figuur 3. De Nieuwe Rijn, richting het westen gezien, is representatief voor het Leids habitat van de Gierzwaluw. bsr-rapport 181 Inventarisatie Gierzwaluw Leiden-Centrum

12 12 bsr-rapport 181 Inventarisatie Gierzwaluw Leiden-Centrum 2011

13 2 METHODIEK 2.1 Werkwijze De eerste aanwijzing dat zich een broedpopulatie van de Gierzwaluw in een gebied bevindt is de consequente aanwezigheid van de vogels in het luchtruim erboven. Nu bevinden zich boven het gehele centrum van Leiden min of meer continu Gierzwaluwen, maar in bepaalde delen bleken dit er toch meer dan in andere. Hoog rondvliegende vogels kunnen echter ook van elders komen, zelfs van buiten Leiden. In het kader van deze inventarisatie zijn de waarnemingen van deze vogels niet relevant. Vooral de wat lager rondvliegende en daarbij sterk vocale vogels, vormen de beste aanwijzing voor aanwezigheid van verblijfplaatsen in bebouwing. In het broedseizoen brengen volwassen Gierzwaluwen de nacht door op het nest en verlaten dat rond zonsopkomst (Chantler 1999). Andere dieren, eerstejaarsvogels maar ook ongepaarde adulte exemplaren, brengen de nacht door in de lucht. Een waarneming van een dergelijke groep van meer dan 50 vogels werd gedaan op 12 juli 2011 om half 6 in de ochtend. Dit suggereert dat een fors deel van de Leidse populatie bestaat uit niet-broedende vogels. Verblijfplaatsen bevinden zich vaak in los kolonieverband met meerdere invliegplaatsen in hetzelfde gebouw of in naburige gebouwen, waarbij de vogels op roepafstand van elkaar zitten. In de vroege ochtend- en late avonduren wordt in groepsverband gezwermd rond de verblijfplaatsen. We spreken in dit onderzoek dan over lage gierders. Volwassen vogels vliegen dan laag over de daken en langs de gevels en roepen ( gieren ) in de buurt van de ingang van de verblijfplaats, waar zich het vrouwtje en/ of, later in het seizoen, de jongen bevinden. Plaatsen waar consequent laag over de daken werd gegierd bleken vrijwel altijd invliegplaatsen te herbergen. Het vinden van de exacte locatie verblijfplaats was dan ook vooral een kwestie van veel geduld en een lange adem, waarbij niet zelden pas na diverse bezoeken succes werd geboekt. Op plaatsen waar overdag amper een vogel was waargenomen, konden vlak voor donker of kort na zonsopkomst wel degelijk invliegende of aantikkende vogels worden vastgesteld. Overdag foerageren Gierzwaluwen bij warm, zonnig weer in een gebied dat tot enkele kilos van de nestplaats verwijderd is. Bij slecht weer met veel wind en/ of regen, kunnen de vogels echter uitwijken naar een ander gebied en honderden kilos afleggen, om pas dagen later weer op de broedplaats terug te keren. Op 8 juli 2011, bijvoorbeeld, werden in de late middag amper Gierzwaluwen boven de Leidse binnenstad aangetroffen, vermoedelijk als gevolg van een vlagerige zuid-zuidwestelijke wind en een naderend buienfront. Ook op plaatsen waar eerder en later tientallen exemplaren rondvlogen werd geen vogel gezien. De meeste uren werden daarom in de late middag en avond besteed bij rustig, zonnig weer. Aan eind van het inventarisatieseizoen bleek ook de vroege ochtend, direct na zonsopkomst, zeer lonend voor wat betreft het vinden van broedplaatsen. Inventarisaties zijn uitsluitend te voet en per fiets uitgevoerd, zonder vastgelegde route maar meestal met de focus op een specifiek deel van het centrum (zie volgende pagina). bsr-rapport 181 Inventarisatie Gierzwaluw Leiden-Centrum

14 2.2 Begrenzing onderzoeksgebied Het onderzoeksgebied, Leiden-Centrum, omvat het hele gebied binnen de singels, zoals weergegeven in Figuur 4. Om het gehele onderzoeksgebied op een gelijkmatige manier te onderzoeken is dit in zeven tijdelijke stukken opgedeeld waarvan de stand van zaken door verschillende waarnemers in de gaten werd gehouden en tussentijds werd geëvalueerd. In sommige delen was al snel duidelijk waar zich de hotspots bevonden, in andere vergde het meer tijd om de locaties van verblijfplaatsen te achterhalen. Figuur 4. Begrenzing onderzoeksgebied (rode lijn) en tijdelijke werkgebieden inventarisatie Gierzwaluw Leiden-Centrum. Voor de presentatie van de gegevens is gekozen om de indeling van de Leidse buurten aan te houden. De begrenzing is rechtstreeks overgenomen van gemeentelijke indeling. Hierin is het centrum onderverdeeld in twee wijken en 13 buurten. Achter deze indeling zitten topografische en historische redenen. Buurten of delen van buurten kunnen zich kenmerken door een bepaalde bouwstijl of ouderdom, wat voor een gebouwbroedende vogel zeer van belang is. Aanwezigheid van de Gierzwaluw kan hierdoor dus buurtgebonden zijn. Figuur 5 geeft een voorbeeld van een buurt. Figuur 5. Voorbeeld van een buurt (rood, Pieterswijk) in de Leidse binnenstad. 14 bsr-rapport 181 Inventarisatie Gierzwaluw Leiden-Centrum 2011

15 2.3 Aanwezigheid soort en specificatie veldwerk Gierzwaluwen arriveren vanaf medio april in Nederland en het merendeel is rond 31 juli alweer vertrokken. Figuur 6 geeft de totale aantallen Gierzwaluwen weer waargenomen op Nederlandse trektelposten in De hoofdmoot arriveerde in de eerste week van mei, waarna tot het einde van de maand vogels uit de overwinteringsgebieden terug bleven komen. Vanaf juni werden de broedlocaties opgezocht, waardoor op de trektelposten weinig dieren zijn waargenomen. Eind juni werden weer meer waarnemingen gedaan. Deels zullen deze betrekking hebben op niet-broedende dieren, deels op vogels die het broedseizoen niet succesvol hebben volbracht. Verder in de maand juli zullen ook uitgevlogen jongen zijn waargenomen. Figuur 6. Gesommeerde aantallen Gierzwaluwen waargenomen op alle Nederlandse trektelposten in 2011 (tot en met augustus). Bron: We zijn uitgegaan van de virtuele startdatum van 16 april (dag 1) en einddatum van 31 juli (dag 106) om het broedseizoen te duiden. Binnen deze periode is het veldonderzoek gestart op dag 46 (31 mei) en geëindigd op dag 98 (22 juli). In tabel 1 is een overzicht gegeven van de 20 dagen waarop inventarisatiewerk is uitgevoerd en wie daarvoor verantwoordelijk waren. In totaal waren vijf waarnemers bij het onderzoek betrokken. Tabel 1. Bestede velduren (inclusief reistijd van en naar onderzoeksgebied), datums en waarnemers: GB: Garry Bakker; WM: Wouter Moerland; WE: Willem van Esch; MG: Mark Grutters; AB: André de Baerdemaeker. datum dag* GB WM WE MG AB totaal 31 mei ,5 3, juni juni juni juni juni juni juni juni juni juli juli juli ,5 9 8 juli juli juli juli , juli juli juli ,5 2 totaal 39, bsr-rapport 181 Inventarisatie Gierzwaluw Leiden-Centrum

16 2.4 Het weer tijdens het broedseizoen 2011 Gierzwaluwen zijn voor hun overleving en broedsucces gebaat bij zonnig, droog en warm weer met veel insecten in de lucht. De periode half april - begin juni 2011 kenmerkte zich door stabiel zomerweer zonder langdurige neerslagperioden. Het was zelfs een van de droogste periodes van de afgelopen decennia. Daarbij was het zeer zonnig, met in de periode 16 april 15 mei een vrijwel ononderbroken periode met dagelijks 7 tot 13 uur zonneschijn. De temperatuur was echter niet bijzonder hoog en kwam alleen in de periode 19 t/m 26 april en 6 t/m 10 mei voor meerdere dagen op rij boven de 20 graden Celsius; de zomerse grens van 25 graden werd maar op enkele dagen gehaald. Hierin kwam verder geen verandering, zodat de onderzoeksperiode in 2011 als ronduit koel kan worden bestempeld, zeker in vergelijking met voorafgaande jaren. Een duidelijke weersomslag manifesteerde zich pas in de eerste decade van juni. Het weerbeeld werd sterk wisselvallig met regelmatig neerslag en beduidend minder zonuren. In de laatste twee weken van juli waren er meerdere dagen met uitzonderlijk veel en langdurige neerslag. Opvallende uitschieters in dit verband waren 14 en 24 juli, met respectievelijk ruim 21 en 16 uren onafgebroken regen. Er deden zich echter geen langdurige periodes van aanhoudend slecht weer voor, zodat de overleving van jonge Gierzwaluwen op nest hieronder vermoedelijk niet sterk geleden heeft. Voor details aangaande de weercondities gedurende het broedseizoen van 2011 wordt verwezen naar de figuren in Bijlage Interpretatie van waarnemingen Waarnemingen zijn onderverdeeld in vier categorieën: 1. poepsporen; 2. laag e vogels; 3. aantikkende vogels en 4. in- of uitvliegende vogels. Een vogel werd als invlieger genoteerd wanneer deze in een opening van een gebouw verdween. Het aantikken betreft het kortstondig aanklampen aan de gevel of dakpan. Onder laag gieren verstaan we het in een doelgerichte vlucht over een dak of langs een gevel scheren waarbij ter hoogte van de (vermoedelijke) verblijfplaats wordt geroepen ( gegierd ). Locaties waar dit gedrag werd waargenomen zijn langdurig geobserveerd teneinde de aanwezigheid en/ of precieze plaats van een invliegopening vast te stellen. Locaties met poepsporen hadden betrekking op uitwerpselen onder een opening in de gevel, muur of dak, of op de grond. Dergelijke locaties werden opnieuw bezocht om andere soorten dan de Gierzwaluw uit te sluiten. Doel van het onderzoek was het opsporen van verblijfplaatsen van Gierzwaluwen. Onder een verblijfplaats verstaan we in dit verband de locatie die door een paar wordt gebruikt als broedplaats, of de plaats waar een solitaire Gierzwaluw verblijft wanneer deze niet in de lucht is. Uiteindelijk zijn alleen de waarnemingen van in- of uitvliegende vogels en aantikkende vogels als verblijfplaats genoteerd. Op veel plaatsen waar vogels herhaaldelijk roepend vlak langs dezelfde vermoedelijke (nest)opening vlogen bleek bij vervolgwaarnemingen inderdaad sprake van in- of uitvliegers of aantikkers. Situaties waar dit laatste niet kon worden vastgesteld maar wel consequent zichtbaar langs dezelfde opening werd gevlogen én waarbij daar ook werd geroepen, zijn ook als verblijfplaats gekwalificeerd. Verblijfplaatsen zijn vastgelegd op adresniveau (straat en huisnummer) en met Amersfoort-coördinaten. In principe werd iedere gevonden verblijfplaats toegeschreven aan één broedpaar. Deze aanname geeft echter een versimpeld beeld van het werkelijke broedgedrag. Met deze veronderstelling worden verblijfplaatsen van solitaire dieren ook als broedlocatie gerekend. Daartegenover bleek dat van dezelfde invliegopening ook meerdere paren gebruik kunnen maken. Het leidt dus geen twijfel dat het reële aantal broedparen afwijkt van wat gepresenteerd wordt in dit rapport. Bovendien zijn zeker niet alle aanwezige verblijfplaatsen opgespoord, gezien de onoverzichtelijkheid van delen van de Leidse binnenstad. Er is getracht tot een conservatieve schatting van het minimum aantal broedparen Gierzwaluwen te komen. 16 bsr-rapport 181 Inventarisatie Gierzwaluw Leiden-Centrum 2011

17 3 RESULTATEN 3.1 Aantallen en locaties Analyse van de veldwaarnemingen leidt tot de volgende resultaten. Op 95 locaties ( adressen ) zijn verblijfplaatsen van Gierzwaluwen gevonden. In totaal zijn 119 verblijfplaatsen vastgesteld. Dit komt voort uit het feit dat één adres meerdere invliegopeningen (en daarmee verblijfplaatsen) kan herbergen. Behouden schattingen van observaties wijzen op een populatieomvang van minimaal 181 paar Gierzwaluwen binnen de singels. Als voorbeeld: het hele seizoen vlogen tien vogels rondom een verwaarloosd pand aan de Koppenhinksteeg (Pancras-West). Slechts enkele malen zijn hier invliegers waargenomen, maar op basis van de frequente observaties van Gierzwaluwen ter plaatse is vijf paar een betrouwbare aanname. De notitie voor Koppenhinksteeg 11 is dan als volgt: 1 locatie (één adres), 2 verblijfplaatsen (invliegers op twee verschillende plekken in het pand), 5 paar (tien vogels gedurende het hele broedseizoen langs het pand). Resultaten worden gepresenteerd per buurt (Figuur 8). De verspreiding van de adressen wordt gepresenteerd op pagina 19 (aantallen verblijfplaatsen) en pagina 21 (geschat aantal broedparen). Zwaartepunten in de verspreiding bleken onder meer in de Marewijk en Pieterswijk te liggen, met respectievelijk 29 en 31 broedparen. Buurten met lagere aantallen Gierzwaluwen waren onder meer de Noordvest en Academiewijk. Oorzaken hiervoor moeten vooral gevonden in het relatief lage aantal panden dat in de wijken aanwezig is. Zo bestaat een fors deel van de Academiewijk uit de Hortus Botanicus, een gebied dat door het ontbreken van bebouwing geen nestgelegenheid biedt. Anderzijds verschilt het aandeel aan nieuwbouw per buurt, wat van grote invloed kan zijn op de aanwezigheid van broedende Gierzwaluwen. Afhankelijk van de bouwstijl kan dit negatief of positief uitpakken. Flinke delen van het stadscentrum worden gekenmerkt door hogere nieuwbouw, zoals enkele academiegebouwen van Archeologie (Academiewijk) of Rechten (Pieterswijk). Woningen uit de jaren 70 en 80 uit de 20 e eeuw bepalen plaatselijk het stadsbeeld; elders in het oude centrum zijn nieuwe panden in historische stijl opgericht (Figuur 28). De buurt Havenwijk-Zuid herbergt een gierzwaluwbolwerk doordat de toegepaste bouwstijl (met uitstekende dakpannen) veelvuldig in potentiële nestgelegenheid voorziet. Figuur 7. Deel van een wolk Gierzwaluwen boven de stad in de avondschemering. bsr-rapport 181 Inventarisatie Gierzwaluw Leiden-Centrum

18 Tabel 2. Overzicht adressen. De referentienummers verwijzen naar de locaties op de verspreidingskaart. Referentienummer Straat Opmerking 1 1e Binnenvestgracht 58 Langebrug e Binnenvestgracht 59 Langebrug e binnenvestgracht 61 # verblijfplaatsen onbekend 60 Langebrug 7 4 Aalmarkt Langebrug 8 5 Aalmarkt Morsstraat 26 6 Aalmarkt Nieuwe Rijn 86 7 Apothekersdijk Nieuwe Waardstraat 7 8 Apothekersdijk Nieuwsteeg 31 9 Apothekersdijk 6/7 66 Nieuwsteeg 5 10 Bakkersteeg Nieuwstraat Beestenmarkt Oostdwarsgracht 1 12 Beestenmarkt Oostdwarsgracht 13 >10 vogels aantikkend 13 Botermarkt 24a 70 Oosterkerkstraat Druckerstraat 1a 71 Oude Herengracht Duizenddraadsteeg 3 72 Oude Singel Galgenwater Oude Singel Garenmarkt 9 74 Oude Singel Gerecht 8 75 Oude Singel Grevenstraat 1 76 Oude Singel Grevenstraat Oude Vest Grevenstraat-Druckerstraat 78 Papengracht Groenesteeg (#op te zoeken) 79 Papengracht Groenesteeg Papengracht 7 24 Groenesteeg 53 (mogelijk) 81 Plantsoen Haarlemmerstraat Plantsoen Haarlemmerstraat Plantsoen Haarlemmerstraat Plantsoen 81 Plantsoen t.h.v. 4e 28 Haarlemmerstraat Binnenvestgracht Haarlemmerstraat Raamsteeg 1 invlieggedrag, exacte locatie niet bekend 30 Haarlemmerstraat Raamsteeg 25a 31 Haarlemmerstraat 295 mogelijk dit adres 88 Rapenburg Haarlemmerstraat Rapenburg Haven Rapenburg Herensteeg 15 6 paren aantikkend gezien bij 2 nesten, 2 paren erbij geschat 91 Rapenburg Herensteeg Rapenburg Herensteeg Rapenburg Herensteeg 9 94 Rapenburg Hoefstraat 31 4 paar in omgeving pand, 1 invliegopening 95 Scheepmakerssteeg (10?) 39 Hoefstraat 69 3 paar in omgeving pand, 1 invliegopening 96 Sint-Jorissteeg 1 40 Hogewoerd Smidssteeg Hogewoerd Snookerplein Hogewoerd Stille Rijn Hogewoerd 189a 100 Stille Rijn Hogewoerd Uiterstegracht Hoogstraat Vestestraat Hooigracht 103 Vrouwensteeg 2a 47 Janvossensteeg-Vollersgracht aanvullende schatting 104 Waardgracht Kijfgracht-Kalvermarkt-Havenkade aanvullende schatting 105 Waardgracht Klooster Waardgracht Koestraat Waardgracht Koppenhinksteeg Waardgracht Kort Rapenburg zekere verblijfplaats, exacte locatie onbekend 109 Waardgracht Korte Langestraat Waardgracht Korte Langestraat Waardgracht Korte Langestraat 8 mogelijk 2 verblijfplaatsen in woning 112 Zijlstraat 56 Korte Langestraat huizenblok aanvullende schatting 113 Zijlstraat 1 57 Kraaierstraat Bakkersteeg 9 mail bewoner Referentienummer Straat Opmerking 18 bsr-rapport 181 Inventarisatie Gierzwaluw Leiden-Centrum 2011

19 bsr-rapport 181 Inventarisatie Gierzwaluw Leiden-Centrum

20 Herhaling Tabel 2. Overzicht adressen. De referentienummers verwijzen naar de locaties op de verspreidingskaart. Referentienummer Straat Opmerking 1 1e Binnenvestgracht 58 Langebrug e Binnenvestgracht 59 Langebrug e binnenvestgracht 61 # verblijfplaatsen onbekend 60 Langebrug 7 4 Aalmarkt Langebrug 8 5 Aalmarkt Morsstraat 26 6 Aalmarkt Nieuwe Rijn 86 7 Apothekersdijk Nieuwe Waardstraat 7 8 Apothekersdijk Nieuwsteeg 31 9 Apothekersdijk 6/7 66 Nieuwsteeg 5 10 Bakkersteeg Nieuwstraat Beestenmarkt Oostdwarsgracht 1 12 Beestenmarkt Oostdwarsgracht 13 >10 vogels aantikkend 13 Botermarkt 24a 70 Oosterkerkstraat Druckerstraat 1a 71 Oude Herengracht Duizenddraadsteeg 3 72 Oude Singel Galgenwater Oude Singel Garenmarkt 9 74 Oude Singel Gerecht 8 75 Oude Singel Grevenstraat 1 76 Oude Singel Grevenstraat Oude Vest Grevenstraat-Druckerstraat 78 Papengracht Groenesteeg (#op te zoeken) 79 Papengracht Groenesteeg Papengracht 7 24 Groenesteeg 53 (mogelijk) 81 Plantsoen Haarlemmerstraat Plantsoen Haarlemmerstraat Plantsoen Haarlemmerstraat Plantsoen 81 Plantsoen t.h.v. 4e 28 Haarlemmerstraat Binnenvestgracht Haarlemmerstraat Raamsteeg 1 invlieggedrag, exacte locatie niet bekend 30 Haarlemmerstraat Raamsteeg 25a 31 Haarlemmerstraat 295 mogelijk dit adres 88 Rapenburg Haarlemmerstraat Rapenburg Haven Rapenburg Herensteeg 15 6 paren aantikkend gezien bij 2 nesten, 2 paren erbij geschat 91 Rapenburg Herensteeg Rapenburg Herensteeg Rapenburg Herensteeg 9 94 Rapenburg Hoefstraat 31 4 paar in omgeving pand, 1 invliegopening 95 Scheepmakerssteeg (10?) 39 Hoefstraat 69 3 paar in omgeving pand, 1 invliegopening 96 Sint-Jorissteeg 1 40 Hogewoerd Smidssteeg Hogewoerd Snookerplein Hogewoerd Stille Rijn Hogewoerd 189a 100 Stille Rijn Hogewoerd Uiterstegracht Hoogstraat Vestestraat Hooigracht 103 Vrouwensteeg 2a 47 Janvossensteeg-Vollersgracht aanvullende schatting 104 Waardgracht Kijfgracht-Kalvermarkt-Havenkade aanvullende schatting 105 Waardgracht Klooster Waardgracht Koestraat Waardgracht Koppenhinksteeg Waardgracht Kort Rapenburg zekere verblijfplaats, exacte locatie onbekend 109 Waardgracht Korte Langestraat Waardgracht Korte Langestraat Waardgracht Korte Langestraat 8 mogelijk 2 verblijfplaatsen in woning 112 Zijlstraat 56 Korte Langestraat huizenblok aanvullende schatting 113 Zijlstraat 1 57 Kraaierstraat Bakkersteeg 9 mail bewoner Referentienummer Straat Opmerking 20 bsr-rapport 181 Inventarisatie Gierzwaluw Leiden-Centrum 2011

21 bsr-rapport 181 Inventarisatie Gierzwaluw Leiden-Centrum

22 3.2 Resultaten per buurt Opvallende verschillen zijn waar te nemen tussen de buurten (Figuur 8). De broedlocaties zijn allerminst homogeen verspreid over het centrum. Eerder is er sprake van losse kolonies of kleine bolwerken. Vaak zitten de verblijfplaatsen in clusters, doordat bijvoorbeeld bepaalde straten of buurten nog niet zijn toegekomen aan een renovatiebeurt. Veel gevel- en sierlijsten verkeren in een toestand van achterstallig onderhoud. Spleten en gaten verschaffen de vogels toegang tot de ruimte in en achter de lijsten. Daarnaast leidt herhaaldelijke toepassing van een bouwstijl, wanneer het een (al dan niet bewust) gierzwaluwgeschikte bouwwijze betreft, lokaal soms tot een fors aantal broedparen. Figuur 8. Buurtindeling zoals gehanteerd door de gemeente Leiden. Tabel 3. Resultaten per buurt. Laatste kolom zijn de aantallen naar oppervlakte-eenheid. Voor een aantal broedpaar is de exacte broedlocatie onbekend, waardoor onderstaande aantallen adressen en verblijfplaatsen afwijken van de gepresenteerde resultaten in paragraaf 3.1 (resp. 95 en 119). Buurt 6 Marewijk 5 De Camp 1 Pieterswijk 12 Havenwijk-Zuid 4 Levendaal-Oost 7 Pancras-West 11 Havenwijk-Noord 3 Levendaal-West 2 Academiewijk 9 D'Oude Morsch 8 Pancras-Oost 10 Noordvest 13 Molenwijk totaal 22 oppervlak land (ha) aantal adressen aantal verblijfplaatsen geschat aantal broedparen aantal broedparen/ ha 2,1 1,8 1,5 1,4 1,2 1,2 1,2 1,0 0,8 0,8 0,6 0,5 0 bsr-rapport 181 Inventarisatie Gierzwaluw Leiden-Centrum 2011

23 Tabel 3 toont de resultaten per buurt. Omdat iedere buurt verschilt in landoppervlak is het geschat aantal broedparen berekend per hectare. Het centrum van Leiden heeft een gemiddelde dichtheid van 1.1 broedpaar per hectare. De hoogste dichtheden vinden we over het algemeen in de meest centraal in het centrum gelegen buurten (Marewijk, De Camp en Pieterswijk). Een uitzondering hierop zijn de Pancras-buurten. De Molenwijk is van de minste waarde gebleken voor Gierzwaluwen. De weinige huizenblokken die er zijn bieden blijkbaar weinig geschikte leefruimte Pieterswijk De Pieterswijk is een gierzwaluwrijke buurt gebleken. Veelal zijn de broedparen te vinden in het westelijke deel. In de Breestraat en omgeving zijn diverse verblijfplaatsen gevonden. Een huizenblok aan de Aalmarkt heeft ook een positief resultaat opgeleverd. De grootste verzamelingen broedparen bevinden zich aan het Rapenburg en in de steegjes rondom de Pieterskerk. De oorzaak achter de hoge aantallen Gierzwaluwen (schatting: ten minste 31 broedpaar) moet gezocht worden in het historische karakter van de buurt. De oude gevels en talloze daken met pannen herbergen veel potentiële nestgelegenheid Academiewijk De Gierzwaluw komt in de Academiewijk verrassend weinig voor. De buurt heeft met het Rapenburg en de Sterrenwacht een historische uitstraling die de aanwezigheid van veel nesten doet vermoeden. De inventarisatie wijst echter uit dat de broedmogelijkheden zeer beperkt zijn. De gebouwen uit de tweede helft van de vorige eeuw, zoals het LAK-theater, hoogbouw aan het Galgenwater en het Archeologie-gebouw, zijn nagenoeg ontoegankelijk voor gebouwbewonende vogels. Elders is met specifieke aanpassingen, zoals onderzijdige openingen in daklijsten, wel degelijk rekening gehouden met de Gierzwaluw. In 2011 werd hier door Gierzwaluwen echter nog geen gebruik van gemaakt Levendaal-West Levendaal-West is een kleine buurt die door de aanwezigheid van het Van der Werfpark in weinig broedmogelijkheden voorziet. Nesten zijn sporadisch aanwezig; aan de Hoefstraat houdt zich echter een kleine kolonie op van maar liefst zeven paar Levendaal-Oost Met 22 paar is Levendaal-Oost een gierzwaluwrijke buurt. Aan de Hogewoerd en omgeving zijn meerdere paartjes gevonden. Naar verwachting zijn hier meer nesten te vinden dan degene die momenteel bekend zijn. Daarnaast is de omgeving van de 4 e Binnnenvestgracht en Plantsoen een bolwerk. Dit vormt een bevestiging van de waarnemingen uit het Stadsnatuurmeetnet Leiden, waarvoor in deze omgeving sinds 2004 vogels worden geteld De Camp De Camp heeft met 1.8 broedpaar per hectare één van de hogere dichtheden aan broedparen. Dit beeld is echter vertekend. Het merendeel van de nesten zit geconcentreerd in panden aan de Apothekersdijk en de Stille Rijn. Dit zijn bovendien de panden met achterstallig onderhoud aan daklijsten en boeiboorden (Figuur 9). Verder heeft de buurt geen straten waar veel Gierzwaluwen bsr-rapport 181 Inventarisatie Gierzwaluw Leiden-Centrum

24 broeden. Ook met straten als de Oude Vest en Haarlemmerstraat blijft De Camp achter bij andere buurten, die ruimer bedeeld zijn met verblijfplaatsen. Figuur 9. Een pand aan de Apothekersdijk. Op dit adres heeft minimaal drie paar gebroed Marewijk Met 29 broedpaar heeft de Marewijk van de centrumbuurten, samen met de Pieterswijk, het hoogste aantal Gierzwaluwen. Niet alleen de Haarlemmerstraat huisvest een flink aantal vogels. Ook de omgeving tussen Oude Vest en Haarlemmerstraat kan beschouwd worden als een Leidse hotspot voor de Gierzwaluw. Boven de buurt is op zomerse avonden steevast een wolk van tientallen vogels te zien. Een aanzienlijk deel hiervan zal tot broeden komen in de Haarlemmerstraat, maar ook in de omgeving van de Van Vossensteeg, Vollersgracht en Grevenstraat. Aantallen verblijfplaatsen hebben hier deels betrekking op voorzichtige schattingen, op basis van de e groepjes die laag achter de daken wegduiken in de particuliere tuinen aan de onoverzichtelijke achterzijdes van panden (Figuur 10). Niet alle nestplaatsen zijn bekend. De omgeving Grevenstraat-Vollersgracht wordt gekenmerkt door laagbouw die veelvuldig werd neergezet in de 20 e eeuw. Veel daken zijn voorzien van dakpannen, wat gunstig is voor Gierzwaluwen. In de Haarlemmerstraat lijken sierlijsten het meest benutte dakdeel voor nestlocaties. Deze lijsten steken vaak, met een tussenruimte, voorbij het naburige pand. Aan beide kanten biedt dit broedmogelijkheden voor de soort (Figuur 11) Pancras-West In deze buurt is de Gierzwaluw maar op enkele locaties gevonden. Dat is opvallend, omdat deze buurt qua historisch karakter sterk aan de Pieterswijk doet denken. Doordat op enkele adressen meerdere paren zitten verdoezelt de gemiddelde broedpaardichtheid van 1.2 per hectare de kwetsbare positie van de soort in deze buurt. Een kleine kolonie is gevestigd in een sterk verwaarloosd pand op Koppenhinksteeg 11 (Figuur 1). Vijf paar Gierzwaluwen broeden hier in een gammel dak en achter een boeiboord. Gedurende de inventarisaties was het bijbehorende groepje vogels over de Oude Rijn een vertrouwd beeld. 24 bsr-rapport 181 Inventarisatie Gierzwaluw Leiden-Centrum 2011

25 Figuur 10. De Marewijk vanuit de lucht gezien. De vele binnentuinen maken de inventarisatie lastig. Foto: Bingmaps.com. Figuur 11. In de Haarlemmerstraat vormen sierlijsten een veel voorkomende broedgelegenheid. bsr-rapport 181 Inventarisatie Gierzwaluw Leiden-Centrum

26 3.2.8 Pancras-Oost Ook het aantal broedparen in Pancras-Oost valt lager uit dan verwacht, met zeven paar op 12 hectare stadscentrum. Op het eerste gezicht lijkt de buurt, met de grachten en steegjes, gierzwaluwvriendelijk. De buurt kent echter ook nieuwbouw die nagenoeg ongeschikt is voor de vogels. Ook kunnen panden hier door renovatie ongeschikt geraakt zijn als broedlocatie, zoals aan de Nieuwe Rijn en Herengracht. Eén van de weinige straten die Gierzwaluwen herbergt is de Groenesteeg. Al uit het Stadsnatuurmeetnet Leiden was gebleken dat hier nesten zitten. Figuur 12. De Groenesteeg is één van de weinige plekken in Pancras-Oost met Gierzwaluwen D Oude Morsch D Oude Morsch is een buurt die veel bebouwing van begin 20 e eeuw heeft. In potentie bieden de vele pannendaken mogelijkheden voor Gierzwaluwen. Met zes paar is de buurt matig bedeeld, maar mogelijk zijn broedparen gemist. Enkele nesten zijn gevestigd aan de Steenstraat, met uitzicht op de Oude Beestenmarkt. Een punt van aandacht vormt het Museum van Volkenkunde. Hier zitten ten minste twee paren langs de dakgoot en naast regenpijpen. In 2011 (en 2012) onderging het museum een grote gevelrenovatie. De kans dat het daadwerkelijke aantal broedende Gierzwaluwen in dit gebouw groter is geweest lijkt groot. Een groot deel van de gevels was tijdens de inventarisatie ingepakt met steigers en doeken. Slechts daar waar de werkzaamheden niet plaatsvonden werden in 2011 in- en uitvliegende Gierzwaluwen waargenomen. 26 bsr-rapport 181 Inventarisatie Gierzwaluw Leiden-Centrum 2011

27 Noordvest De Noordvest komt met 9 broedpaar op 17 hectare als één van de gierzwaluwarmere centrumbuurten uit de bus. Bijna alle nesten bevinden zich aan de Oude Singel, uitkijkend over het water van de Oude Vest. Het overgrote deel van de bebouwing aan de noordzijde van de Langegracht is als broedlocatie voor Gierzwaluwen ongeschikt. Enkele straten hebben hier potenties voor nesten, maar bleken in 2011 niet in gebruik Havenwijk-Noord Slechts op drie locaties zijn nesten gevonden in Havenwijk-Noord. De belangrijkste locatie is die aan de Zijlstraat. Een kleine kolonie van vijf paar zit hier, vermoedelijk meest onder de dakpannen. De exacte invliegplaatsen zijn niet vastgesteld maar er zijn wel jongen gehoord. Lastig is aan te geven waarom de vogels zich juist hier hebben gevestigd, aangezien andere panden in de buurt ook geschikt lijken (Figuur 13). Figuur 13. De Haven herbergt, ondanks de geschikte lijsten en daken, slechts enkele broedparen Havenwijk-Zuid Havenwijk-Zuid is met 22 paar van grote waarde voor de Leidse populatie Gierzwaluwen. Omdat de buurt ook een aantal groengebieden herbergt, komt de feitelijke dichtheid aan Gierzwaluwen nog hoger uit dan 1.4 nest/ha, wanneer men uitgaat van enkel de bebouwing. De buurt heeft naast vooroorlogse bebouwing (omgeving Herengracht) ook veel bebouwing uit de jaren 70 van de 20 e eeuw (Figuur 14). Deze panden bieden toevallig perspectief voor verblijfplaatsen. De dakranden zijn afgedekt met pannen die hierbij ruimte overlaten voor vogels (Figuur 15). Omdat deze toepassing in vele straten terug te vinden is, zijn broedende Gierzwaluwen wijdverspreid in de wijk. Aan de Waardgracht zijn de nokken van een volledige rij (anti-kraak staande) huizen bezet met broedende Gierzwaluwen. Onduidelijk is de reden dat soortgelijke panden aan de noordzijde van de Oosterkerkstraat niet gebruikt worden. bsr-rapport 181 Inventarisatie Gierzwaluw Leiden-Centrum

28 Het enige deel van de buurt dat achterblijft in aantallen Gierzwaluwen, is de omgeving van de Herengracht. Qua karakter doet deze omgeving denken aan het, eveneens gierzwaluwarme, Pancras-Oost. Gierzwaluwen lijken in de zeer goed onderhouden panden geen ruimte te vinden voor hun nesten. Vogels over de Nieuwe Rijn zijn vermoedelijk meest afkomstig van de verblijfplaatsen aan de Hogewoerd. Figuur 14. Invlieglocaties in Havenwijk-Zuid. Figuur 15. Gierzwaluwvriendelijke nieuwbouw aan de Korte Langestraat (links) en Waardgracht (rechts). 28 bsr-rapport 181 Inventarisatie Gierzwaluw Leiden-Centrum 2011

29 Molenwijk Ondanks het grote oppervlak en aanbod aan bebouwing viel van de Molenwijk voor Gierzwaluwen weinig te verwachten. Slechts enkele huizenblokken zijn potentieel geschikt voor gebouwbewonende vogels. Elders is er ontoegankelijke hoogbouw of zijn er open ruimtes als plantsoenen of parkeerplaatsen. Met geen enkele bekende nestplaats is deze buurt de minst waardevolle voor Gierzwaluwen. 3.3 Ecologie Hoewel de Gierzwaluw door veel mensen wordt opgemerkt, spelen vele aspecten in het leven van de soort zich buiten het menselijk gezichtsveld af. De losse observaties van dit onderzoek geven slechts een beperkt inzicht in de gedragingen van de vogels in hun. Ecologische aspecten als partnerkeuze of populatieopbouw blijven bijvoorbeeld buiten beschouwing. Sociaal gedrag valt lastig te interpreteren doordat individuele dieren niet te onderscheiden zijn van elkaar. Ook uitspraken over trekgedrag of foerageerstrategieën zijn met onderhavig onderzoek niet te doen. Bruikbare gegevens beperken zich hier tot nestlocaties en fenologische bevindingen gedurende het broedseizoen. Deze worden in de hierna volgende paragrafen besproken Fenologie Het type waarnemingen dat gedaan werd hangt samen met de fase waarin een nest verkeerde. Omstreeks eind mei arriveren nog Gierzwaluwen vanuit hun overwinteringsgebieden, andere zijn dan al bezig met broeden of paarvorming. Dat betekent dat nesten in verschillende stadia kunnen verkeren op het moment van waarnemen. In mei zijn waarnemingen gedaan van invliegende dieren, die vermoedelijk bezig waren met het uitbroeden van de eieren. Ook zijn dan vogels waargenomen zoekend naar potentiële broedlocaties aantal waarnemingen (laag ) 3 (aantikkend) 4 (nest) (mei) 23 (juni) 24 (juni) 25 (juni) 26 (juni) 27 (juli) 28 (juli) 29 (juli) Figuur 16. Waarnemingen verdeeld naar categorie, uitgezet tegen de tijd (weeknummers). De cijfers in de legenda hebben betrekking op de categorie waartoe de waarneming is gerekend (zie paragraaf 2.5). Poepsporen (categorie 1) zijn niet weergegeven omdat vrijwel nooit duidelijk is wanneer deze tot stand zijn gekomen. bsr-rapport 181 Inventarisatie Gierzwaluw Leiden-Centrum

30 Figuur 16 geeft het verloop in het type waarnemingen weer gedurende het broedseizoen. Gierende vogels kunnen in het begin van het broedseizoen een aanwijzing zijn dat ter plaatse gebroed gaat worden. Dit hoeft echter geen garantie te zijn, zoals blijkt uit een aantal waarnemingen in Neeltje van Zuytbrouckhof. Eén van de eerste waarnemingen hier had betrekking op een exemplaar zoekend naar nestlocaties. De vogel vloog rond, diverse gebouwen aantikkend. Een week later vond ook paring plaats, waarbij het vrouwtje zich op een schijnbaar willekeurige plek vastklampte aan een flat. Een daadwerkelijk broedgeval is hier uiteindelijk niet vastgesteld. Vermoedelijk zijn de dieren aan het naburige Kort Rapenburg tot broeden gekomen. Nestvondsten werden in de eerste weken van het broedseizoen incidenteel gedaan. Op 31 mei is vroeg op de avond een invlieger gezien aan de Oude Herengracht. Een solitair exemplaar verdween zonder de karakteristieke lage vluchten of het gegier te produceren met een duikvlucht in een pand. De eerste eieren worden al gelegd vanaf half mei ( Wanneer het legsel compleet is (tot maximaal drie eieren) begint de incubatietijd. Vanaf deze periode is het leeuwendeel van de Gierzwaluwen op de nesten aanwezig. Toch arriveren dan nog exemplaren of zijn ze zelfs nog onderweg (zie paragraaf 2.3, Figuur 6). Deze laatste groep heeft echter vaak betrekking op nietbroeders. Tijdens de eerste weken van juni komen de jongen uit het ei. In de ochtend en avond zijn de ouders te vinden in de omgeving van het nest om de jongen te voeren. Vanaf week 26, de laatste week van juni, is in de Leidse inventarisatie het aantal nestvondsten flink toegenomen. Oudervogels bezoeken de nesten intensiever om de jongen voeden. In juli zijn de bedelende jongen ook op gehoor te vinden. Deze weken zijn te beschouwen als de toptijd om Gierzwaluwen te inventariseren: in week 28 (de tweede week van juli) werden de meeste nesten gevonden. Het weer van juli 2011 was echter wisselvallig, waardoor de oudervogels soms voor langere tijd buiten de stad verbleven. De Gierzwaluwen foerageerden vermoedelijk buiten de slechtweergebieden, waar het voedselaanbod toereikend zal zijn geweest. Op sommige dagen in de derde week van juli bleef het Leidse centrum verstoken van Gierzwaluwen. De jongen op de nesten zijn in staat om een periode zonder eten door te brengen. Ze verkeren dan in een lethargische toestand van vasten. De lichaamstemperatuur gaat hierbij omlaag, waardoor niet nodeloos energie verspild wordt. Omstreeks half juli nadert het einde van het broedseizoen. Jongen verlaten in deze periode het nest. De jongen van de nestcamera s in Delft ( vlogen in de weken 28 en 29 uit. In week 29 (de derde week van juli) is al een forse piek aan terugtrekkende vogels op de Nederlandse trektelposten waar te nemen ( In Leiden is in week 28 bijna één derde (n=25) van het totaal aantal nestvondstwaarnemingen gedaan, in week 29 nog geen 14 procent (n=11). In week 28 hadden nestvondsten nog betrekking op invliegers en roepende jongen. In week 29 waren de waarnemingen van een andere orde. Oudervogels vlogen paarsgewijs luidruchtig langs nestopeningen, mogelijk om de jongen naar buiten te lokken. De volgende bijzondere observatie mag in dat verband niet onvermeld blijven: een vogel vloog in de late schemering een nest in onder een daklijst, waarna twee vogels kort daarop uit de opening tuimelden. Eén vogel vloog eenvoudig en snel weg, de andere buitelde verder omlaag maar was een paar boven de grond alsnog in staat om weg te vliegen. Wat hier precies gebeurde blijft de vraag, maar mogelijk betrof het een oudervogel die zijn jong uit het nest had gewerkt Typen nestlocaties Op basis van de gegevens is een aantal nesteigenschappen samen te vatten. Of een pand dienst kan doen als broedlocatie hangt af van de toegankelijkheid. Er moet een spleet, holte of ruimte in een pand zitten waar de vogels hun nest (een kommetje van haren, veren en twijgjes) in kunnen bouwen. De bouwstijl en ouderdom bepalen of dergelijke potenties er zijn. Daarnaast zijn er ook andere factoren die een rol spelen bij de kwaliteit van een pand als voortplantingsplek voor Gierzwaluwen. Bekend is dat de jongen zeer gevoelig zijn voor hoge temperaturen in het nest. Jongen die direct onder de pannen opgroeien kunnen bij warme zomerdagen in juli veel last hebben van de hitte. Verder moet een nest ook goed aan te vliegen zijn. Factoren als omgevingswarmte 30 bsr-rapport 181 Inventarisatie Gierzwaluw Leiden-Centrum 2011

31 van de nestlocatie en bereikbaarheid kunnen dus de doorslag geven of een paar Gierzwaluwen er heil in ziet om op juist die ene plek te broeden. Zo divers als de bouwstijlen in het centrum zijn, zo verschillend zijn de typen nestlocaties. Tabel 4 geeft per buurt de diversiteit aan nestlocaties weer. Een verblijf onder dakpannen en achter of in gevellijsten komt het meest voor. Daarnaast zijn nog vier andere typen verblijfplaatsen gecategoriseerd. Overigens kunnen meerdere broedparen gebruik maken van één nestlocatie of nestadres. Daarom is het aantal locaties afwijkend ten opzichte van het geschat aantal broedparen. Tabel 4. Type verblijfplaatsen per buurt. Nota bene, het gevonden aantal nestlocaties (82) wijkt af van het totaal aantal broedadressen (95). Niet altijd kon de exacte invliegopening gelokaliseerd worden. Buurt Boeiboord dakpannen gevellijst muur nestkast regenpijp Gevonden nestlocaties geschat # broedparen 1 (Pieterswijk) (Academiewijk) (Levendaal-West) (Levendaal-Oost) (De Camp) (Marewijk) (Pancras-West) (Pancras-Oost) (D'Oude Morsch) (Noordvest) (Havenwijk-Noord) (Havenwijk-Zuid) (Molenwijk) totaal Pannendaken vormen een klassiek type broedlocatie voor de Gierzwaluw (Figuur 17). Met 34 nesten is deze situatie het meest vastgesteld in het centrum van Leiden. In de loop van de tijd zijn veel soorten dakpannen in de mode geweest. Voor een overzicht en waarde van de verschillende modellen voor de soort zij verwezen naar Verkade (2005). De vogels vinden toegang onder scheefliggende dakpannen, overhangende dakpannen aan de dakranden, of in de nokken van daken. De ouderdom van de panden lijkt slechts een kleine rol te spelen in de nestlocatiekeuze. Naast dakpannen hebben gevellijsten een aanzienlijk aandeel in de Leidse nestgelegenheid. Maar liefst 32 locaties in het centrum zijn bekend waarbij deze constructie functioneert als broedlocatie. Enerzijds zijn deze lijsten van nut voor de afwatering, bijvoorbeeld omdat de dakgoot erin is weggewerkt. Anderzijds worden deze gevellijsten als sierornament toegepast, zoals bij oudere panden vaak het geval is. Alle gevonden nesten in de Haarlemmerstraat bijvoorbeeld, zitten achter gevellijsten. Figuur 17. Door Gierzwaluwen gebruikte pannendaken in Leiden: klassieke voorbeelden zoals beschreven in de literatuur. bsr-rapport 181 Inventarisatie Gierzwaluw Leiden-Centrum

32 De lijsten kunnen op verschillende manieren nestgelegenheid bieden. Potenties zitten doorgaans aan de kopse kant. Spleten bieden vaak toegang tot de achterzijde van de lijst, zoals in de situatie waarin een lijst voorbij de grens met het naastgelegen pand reikt (Figuur 18). Ook tussen aangrenzende lijsten is vaak een niet volledige overgang, wat mogelijkheden biedt voor nesten. Verder is incidenteel waargenomen dat de lijsten zodanig vervallen zijn, dat vogels niet erachter, maar erín tot broeden komen. Een voorbeeld hiervan is te vinden aan de Apothekersdijk (Figuur 9). Doordat het houten plaatje aan de zijkant van de lijst ontbreekt, heeft ten minste één broedpaar een beschut en vlak onderkomen. De lijsten op deze plaats, vooral sierlijsten, zijn vermoedelijk niet massief maar lopen door van de ene naar de andere zijde van de gevel. Soms zitten aan beide kanten van de gevel nesten, maar niet uit te sluiten valt dat zelf één zijde toegang biedt tot meerdere nesten die achter elkaar liggen. Figuur 18. Nestlocatie in de Haarlemmerstraat. Gierzwaluw op het nest tussen twee lijsten in een pand aan de Langebrug. Ruim 80 procent van de gevonden nesten bevond zich achter gevellijsten of pannendaken. Boeiboorden blijken maar incidenteel een broedplek te bieden, wanneer de vogels erachter weg kunnen kruipen. Essentieel is dat de boording niet stijf tegen de wand bevestigd is. Bovendien moet er toegang zijn tot een achterliggende ruimte. Ook boeiboorden aan gebouwen met platte daken kunnen dienst doen als invliegplaats. In de meeste gevallen sluit de boeiboord echter aan op een pannendak erboven waaronder zich de werkelijke broedplaats bevindt (Figuur 19). Verder bieden plekken waar regenpijpen uit een gebouw komen zetten soms mogelijkheden. Op zeven locaties in de binnenstad vinden Gierzwaluwen via de regenpijp een toegang die ruimte biedt voor een nest. Daarnaast zijn op twee adressen plekken gevonden waarbij het nest zich midden in de bakstenen muur bevond. Dat wil zeggen dat de vogels frontaal de muur moesten benaderen. Een aparte categorie vormt de kunstmatig aangeboden nestgelegenheid die speciaal is bedoeld voor de Gierzwaluw. De meeste voorzieningen in de Leidse binnenstad worden, voor zover dit was na te gaan, niet gebruikt. Van één nestkast is wel bekend dat er al jaren achtereen bekend met succes gebroed wordt. Het betreft een door een bewoner zelf ontwikkelde kast. Ook elders in het land tonen particuliere initiatieven aan dat met toewijding en onderzoek Gierzwaluwen over te halen zijn om te 32 bsr-rapport 181 Inventarisatie Gierzwaluw Leiden-Centrum 2011

33 broeden in speciaal ontworpen nestgelegenheid. Kennis over het succes van nestkasten of andersoortige door mensen vervaardigde voorzieningen blijkt in Nederland echter beperkt voorhanden te zijn en fragmentarisch. Het blijft onduidelijk hoeveel voorzieningen er voor de Gierzwaluw zijn aangebracht en welk deel daarvan succes heeft en op welke termijn. Figuur 19. Zijgevel aan de Hogewoerd, met boeiboord met over de breedte verspreid uitwerpselen van Gierzwaluwen Ouderdom broedlocaties Het straatbeeld van het Leidse centrum wordt gedomineerd door oude panden. Zo ongeveer 43 procent van het aantal panden in het centrum is vóór 1800 gebouwd (Figuur 23 en zie ook Bijlage 3). Bij het historische karakter zijn Gierzwaluwen zeker gebaat. Oude panden zijn in de regel beter toegankelijk voor eventuele nestplekken dan recente panden. Dit wordt vaak veroorzaakt door achterstallig onderhoud, waardoor spleten en gaten ontstaan waar vogels in weg kunnen kruipen. Niet ieder oud pand vormt een geschikte broedplek; de bouwstijl van een pand speelt een grote rol. Nieuwbouw kan evengoed toegankelijk zijn voor Gierzwaluwen en andere gebouwbewonende vogels. Op basis van de adresgegevens is gekeken naar de ouderdom van panden waarin de nesten zich bevinden. In Figuur 20 zijn deze panden verdeeld over vijf bouwperioden. De meeste, 34 procent, dateren uit de 19 e eeuw. Opvallend weinig nesten zijn gevonden in panden uit de eerste helft van de twintigste eeuw, slechts acht procent. De verdeling van de nesten over de verschillende categorieën wijkt significant af (P<0.05) van de verdeling beschikbare panden in de binnenstad. bsr-rapport 181 Inventarisatie Gierzwaluw Leiden-Centrum

34 heden 34 Figuur 20. Percentuele verdeling van nestlocaties over vijf categorieën panden in de Leidse binnenstad. Tabel 5. Type nestlocaties verdeeld naar bouwperiode. boeiboord dakpannen gevellijst muur nestkast regenpijp onbekend totalen heden totalen Figuur 21. Aantallen broedparen (N=114) verdeeld over de bouwjaren van de panden. Van een klein gedeelte kon de ouderdom niet achterhaald worden Figuur 21 toont aan dat Gierzwaluwen zich voornamelijk ophouden in panden uit drie periodes. Vaak stammen nestpanden van halverwege de 18 e eeuw. Nestlocaties in deze panden worden vaak gevonden achter gevellijsten, waartussen of de vogels kunnen wegkruipen. De nesten van de Haarlemmerstraat zijn typerend voor deze periode. De tweede periode heeft betrekking op panden uit de tweede helft van de 19 e eeuw. Gevellijsten werden toen veelvuldig toegepast en nu door Gierzwaluwen gebruikt. Ook zien we dat bij deze panden vaker dakpannen worden gebruikt. De minste verblijfplaatsen zijn gevonden in panden uit de eerste helft van de 20 e eeuw. De woningbouw van de jaren 70 van de 20 e eeuw in de buurt Havenwijk-Zuid voorziet wel op grotere schaal in broedmogelijkheden. In de bebouwing zijn gevellijsten en boeiboorden nauwelijks toegepast. De 34 bsr-rapport 181 Inventarisatie Gierzwaluw Leiden-Centrum 2011

35 Gierzwaluwen weten hier echter overhoekjes te vinden in de daknokken en onder uitstekende dakpannen. In de moderne woningbouw van de laatste 20 jaar liggen minder kansen voor gebouwbewonende vogels. Nieuwe materialen en/ of stijlen leiden soms tot hermetisch gesloten panden. Met gerichte aanpassingen kan echter eenvoudig broedgelegenheid gecreëerd worden (Figuur 22). Inbouwneststenen (ingemetseld in de spouw) zijn bij nieuwbouw een optie. Bij bestaande bouwwerken kunnen nestkasten tegen de gevel worden bevestigd, of kunnen speciale gierzwaluwdakpannen in de daken worden geplaatst. Figuur 22. Nieuwbouw uit 2005 in de Leidse wijk Roomburg. De Gierzwaluwen hebben de inbouwneststenen, in rood omcirkeld, anno 2012 (nog) niet weten te vinden. bsr-rapport 181 Inventarisatie Gierzwaluw Leiden-Centrum

36 Figuur 23. Verspreiding van nestlocaties over het centrum. De bouwjaren van de panden zijn in vijf periodes gecategoriseerd. 36 bsr-rapport 181 Inventarisatie Gierzwaluw Leiden-Centrum 2011

37 Figuur 24. Dhr. Schikhof slaagde er in 2010 in een vogel aan het Rapenburg 22 (de Muziekschool) te fotograferen. Gierzwaluwen aan het Rapenburg Op zeven adressen aan het Rapenburg zijn verblijfplaatsen van Gierzwaluwen gevonden. Oude panden zijn er in overvloed, variërend van de 15 e tot 18 e eeuw, wat de omgeving erg geschikt maakt. voor broeden Dat deze maakt. inventarisatie Dat deze geen inventarisatie volledig beeld geen volledig van de beeld van aantallen het werkelijke heeft gegeven broedaantal bleek al heeft snel. gegeven Na verwerking bleek al van snel. de Na gegevens verwerking ontvingen van de de gegevens auteurs een ontvingen bericht van de auteurs bewoners een aan bericht het Rapenburg, van bewoners die aan ons het meldden Rapenburg, dat in de die ons Muziekschool meldden dat in (Rapenburg de Muziekschool 22) jaarlijks (Rapenburg Gierzwaluwen 22) jaarlijks broeden Gierzwaluwen in de daklijst. broeden Deze in de waren daklijst. tijdens Deze de waren inventarisatie tijdens de onopgemerkt inventarisatie gebleven. onopgemerkt gebleven. bsr-rapport 181 Inventarisatie Gierzwaluw Leiden-Centrum

38 38 bsr-rapport 181 Inventarisatie Gierzwaluw Leiden-Centrum 2011

39 4 BESPREKING Tot dusver waren geen gegevens bekend over de verspreiding en het aantal verblijfplaatsen van de Gierzwaluw in Leiden. Onderhavig onderzoek heeft geleid tot nieuwe, gedetailleerde informatie, zoals ook voor enkele andere plaatsen is verkregen. Grootschalige gebiedsinventarisaties van de Gierzwaluw zijn onder meer recent uitgevoerd in Delft (Vastenhouw et al. 2008, 2010 en 2011), Noordwijk (Verkade 2005, 2009), Oisterwijk (Gierzwaluwwerkgroep Oisterwijk 2009) en Groningen (Gierzwaluwenwerkgroep Groningen, en veel langer geleden, in 1974, in Amsterdam (Van der Weijden 1974). Deze inventarisaties laten zich in meer of mindere mate vergelijken met het Leidse onderzoek; hieronder zal daar ook nader op worden ingegaan. 4.1 Aantallen In totaal zijn op 95 adressen verblijfplaatsen van Gierzwaluwen aangetroffen in het centrum van Leiden. Inclusief bijschattingen wordt een minimale broedpopulatie van 181 broedparen verwacht. Minimaal, omdat het vinden van een verblijfplaats bemoeilijkt wordt door onvoorspelbaar gedrag van de vogels. Op bepaalde locaties, zoals de Sint Jorissteeg of de Raamsteeg/ Garenmarkt, werden pas aan het einde van het seizoen broedverdachte vogels waargenomen die eerder het onopgemerkt waren gebleven. Het sociale gedrag van ronde groepjes vogels is niet op alle locaties waargenomen. Waarnemingen van stille vogels die laat in de avond de nesten opzoeken berustten vaak op toeval. Dit geeft aan dat het onvermijdelijk is dat een deel van de populatie niet is gevonden. Om welk deel het gaat valt moeilijk te overzien. Deels komt dit doordat niet-broedende vogels zich vermengen met de broedpopulatie. En naarmate het seizoen vordert verschijnen ook de uitgevlogen jongen, die in vlucht nauwelijks van adulten te onderscheiden zijn. Bijschattingen zijn met de grootste terughoudendheid gedaan, vaak op plekken waar genoeg laag e groepjes vogels zijn waargenomen maar de uiteindelijke invliegplaatsen niet zijn gevonden. Om tot de meest nauwkeurige bijschatting te komen, zijn de geobserveerde aantallen in de eerste helft van het seizoen nog het meest bruikbaar. Gaande het veldseizoen is aan bepaalde gedragingen ook meer waarde toegekend. In juli is een systematisch gieren langs één plekje in één pand voldoende om aan te nemen dat er interactie plaatsvindt tussen ouder en jong. Hoewel hier dan geen invlieger is waargenomen is het minutenlang herhalen van dit gedrag gescoord als een nestvondst. Deze interpretatie wijkt af van de door Vastenhouw et al. (2008) gehanteerde methode, die de verschuiving in broedindicatie gedurende het broedseizoen niet meenemen. Tabel 6. Resultaten van gierzwaluwinventarisaties elders in Nederland. In Leiden is enkel de binnenstad geïnventariseerd, andere inventarisaties hebben betrekking op gemeentebrede tellingen. gemeente jaar van inventarisatie (geschat) aantal nesten Delft Groningen Leiden binnenstad Noordwijk-Binnen Noordwijk-Binnen Tilburg Wageningen In Tabel 6 wordt het Leidse resultaat vergeleken met de resultaten van andere gebiedsdekkende gierzwaluwinventarisaties. De aantallen nesten/ invliegopeningen zijn deels afkomstig uit Verkade (2005). Wat direct opvalt is dat het Leidse aantal lager ligt. Enerzijds komt dit doordat slechts een deel van de stad in kaart gebracht is. Toch valt op dat een relatief klein gebied als Noordwijk-Binnen bsr-rapport 181 Inventarisatie Gierzwaluw Leiden-Centrum

40 (grofweg een kwart van de binnenstad van Leiden) een populatie huisvest vergelijkbaar met die in Leiden-Centrum. Waarin Leiden afwijkt, de absolute aantallen daargelaten, is dat het aantal nesten per pand aanzienlijk lager ligt dan in Noordwijk-Binnen. In Leiden vinden we 1.2 nest per pand, terwijl men in Noordwijk-Binnen 2.0 invliegplaatsen per pand (in 1993 zelfs 2.8!) constateerde. Opvallende observaties in Noordwijk zijn dat het Middeleeuwse centrum en de oude woonwijken qua aantal nesten op een stabiel maar laag pijl blijven. Dit terwijl de nieuwe wijken in een rap tempo gekoloniseerd worden. Mogelijk spelen verliezen in nestplaatsen een rol bij de vestigingen in nieuwere delen van het dorp. Populaties in historische delen van stad of dorp ondervinden op grotere schaal de nadelige invloed van restauraties. Sloop en renovatie leiden tot verdwijning van kolonies. Hiervan is sprake geweest in Noordwijk-Binnen (Verkade 2009), maar zeer waarschijnlijk ook in het centrum van Leiden. Delft, eveneens met historische binnenstad, huisvest een geschat aantal van ruim 100 broedpaar, let wel, in de hele gemeente. 4.2 Ontwikkeling van de Leidse populatie Na één jaar onderzoek kennen we grofweg de verspreiding van de Gierzwaluw in het Leidse centrum. De vraag is hoe de populatie zich gedraagt over meerdere jaren. Uit bepaalde delen van de stad kan de soort verdwijnen, elders kan hij juist weer opduiken. Onderzoek in Delft (Vastenhouw et al. 2011) suggereert een lichte vooruitgang in Men gaat echter uit van een achteruitgang over een periode van enkele decennia, wanneer men oudere gegevens raadpleegt. Elders zijn er aanwijzingen dat de soort langzaam achteruitgaat, zoals in Noordwijk-Binnen (Verkade 2009), en Groningen (Gierzwaluwenwerkgroep Groningen). Op basis van schattingen vermoedde men in 1981 in Leiden een broedpopulatie van paar (Van Dijk 1981). Een reële teruggang lijkt aannemelijk op basis van renovatie- en nieuwbouwprojecten die onophoudelijk plaatsvinden. Hiermee zullen ongetwijfeld grote kolonies verdwenen zijn. Een andere oorzaak voor een afname wordt gezocht in het veranderende landschap (Vastenhouw et al. 2008). Een afname in kwaliteit en hoeveelheid foerageergebied zou debet zijn aan het broedsucces. Men kan zich afvragen in hoeverre deze factor inderdaad van betekenis is. Er zijn momenteel geen harde aanwijzingen dat de populatiegrootte gelimiteerd wordt door het aanbod aan foerageergebieden. Gierzwaluwen lijken generalisten die snel kunnen inspelen op veranderingen in het locale voedselaanbod, dat vooral bestaat uit verschillende soorten zeer talrijk en wijd verspreid voorkomende muggen. Veel kolonies zullen door renovatie en sloop verdwenen zijn. Anderzijds biedt een toename aan bebouwd areaal meer kansen. Ook Leidse nieuwbouwwijken worden gekoloniseerd door Gierzwaluwen, zoals te zien is in het Stadsnatuurmeetnet Leiden (Moerland et al. 2010). In het Stadsnatuurmeetnet zijn op tientallen vaste telpunten verspreid over de gehele stad alle overvliegende Gierzwaluwen genoteerd, gedurende vier bezoeken in een periode waarin de soort verwacht kan worden (laatste decade april tot eind juni). Ook binnen de singels zien we nieuwbouw die door Gierzwaluwen wordt gebruikt, zoals aan de Waardgracht. Het gemiddelde aantal vogels dat per telpunt gezien wordt ligt wel beduidend hoger in de oude binnenstad (Tabel 7). Tabel 7. Gemiddeld aantal vogels per telpunt uit het Stadsnatuurmeetnet, onderscheiden naar buiten (24 telpunten) dan wel binnen het centrum (12 telpunten). In 2010 is het aantal telpunten buiten het centrum uitgebreid naar 55. Deze zijn niet meegenomen in de berekeningen. Jaar centrum Leiden Leiden buiten de singels totaal aantal vogels ,4 2, ,0 3, ,9 8, ,3 1, bsr-rapport 181 Inventarisatie Gierzwaluw Leiden-Centrum 2011

41 Figuur 25. Gesommeerde aantallen Gierzwaluwen binnen (oranje, 12 telpunten) en buiten (rood, 24 telpunten) het centrum van Leiden per meetnetjaar. Figuur 25 geeft de absolute aantallen overvliegende vogels weer per jaar voor de telpunten binnen en buiten het centrum. Hoewel het aantal telpunten buiten de singels het tweevoudige is van het aantal binnen de singels, wordt het gros van de Gierzwaluwen in het centrum vastgesteld. 2 1,8 1,6 gemeente 1,4 1,2 1 centrum 0,8 0, Figuur 26. Indexcijfers van vier jaren voor de Gierzwaluw op basis van het Stadsnatuurmeetnet Leiden. In geel het verloop van telpunten binnen de singels, in rood van alle telpunten binnen de gemeente. Indexcijfers wijzen op een gering verloop in de aantallen Gierzwaluwen in Leiden. In Figuur 26 wordt het verloop van de indexcijfers voor zowel de hele gemeente Leiden, als voor het centrum getoond. Ten opzichte van 2004 kan geconcludeerd worden dat de aantallen voor de hele gemeente als voor het centrum apart weinig afwijken. Een opmerkelijke afwijking in het verloop van de twee trendlijnen valt te zien in Hoe dit verschil te verklaren valt zal nader bekeken moeten worden. Dat vogels het ene jaar in het centrum tot broeden komen en het andere jaar in de buitenwijken, lijkt onwaarschijnlijk. Voorbeelden van verplaatsingen tussen broedlocaties binnen één populatie zijn niet bekend. Gierzwaluwen worden wat betreft hun broedlocatie plaatstrouw geacht (Weitnauer 1980), dat wil zeggen dat individuele vogels jaarlijks terugkeren naar hetzelfde nest. Niettemin zijn gedurende de beginfase van het bsr-rapport 181 Inventarisatie Gierzwaluw Leiden-Centrum

42 veldwerk vogels gevonden die op schijnbaar opportune wijze spleten aan het controleren waren. Onduidelijk is of dergelijk gedrag vooral bij jonge dieren voorkomt. Voor de hand ligt dat oudere vogels wel jaarlijks terug keren naar hun bekende broedadres. Toch zijn er aanwijzingen dat het gebruik van locaties een grillig verloop kan hebben door de jaren heen. Ecologisch onderzoek in het kader van de Flora- en faunawet in projectgebied op de Aalmarkt in 2010 (Moerland 2011b) leverde geen broedparen op, de inventarisatie in 2011 maar liefst drie. Weersfactoren spelen een belangrijke rol in het succes van een broedseizoen. Mogelijk heeft door ongunstig weer in 2010 een deel van de populatie het broedgebied voortijdig verlaten. Of dit ook een factor van belang was voor het Stadsnatuurmeetnet is onduidelijk. 4.3 Kolonisatie nieuwbouw De inventarisatie in Leiden geeft inzicht in specifieke eigenschappen van de Gierzwaluw, bijvoorbeeld hoe de soort omgaat met aanbod van nieuwe broedgelegenheid. Dit houdt verband met de acceptatie van nieuwe nestplaatsen in nieuwbouwwijken. Recente vestigingen van nieuwe kolonies zijn niet ongewoon, zoals in Vinkhuizen ( en Rotterdam (natuurdatabase bsr). Dit kan gestimuleerd worden met gerichte vogelvriendelijke aanpassingen. Zo worden in Groesbeek ingebouwde nestkasten bevolkt (Figuur 27). De vraag rijst hoezeer de soort geholpen wordt met incidenteel aangeboden broedlocaties. In het Leidse onderzoek is vastgesteld dat de soort tot dusver in Leiden nauwelijks profiteert van dergelijke voorzieningen. Overigens zijn op het internet veel succesvolle voorbeelden van particuliere initiatieven te vinden. Initiatieven met minder succes worden minder snel openbaar gemaakt. Een landelijke (of internationale) metastudie zou meer duidelijkheid kunnen verschaffen over het kolonisatiesucces bij kunstmatig nestaanbod. Figuur 27. Gierzwaluwvoorzieningen in nieuwbouw te Groesbeek. Gierzwaluwen weten de nestgelegenheid te vinden. Fotograaf onbekend. Er zijn steeds meer aanwijzingen dat kolonisatie van nieuwbouwwijken slechts een kwestie van tijd is. Natuurlijk geldt hiervoor dat de bebouwing wel toegankelijk voor vogels moet zijn. Maar liefst 40 procent van de bekende nesten in gemeente Delft bevindt zich in bebouwing uit de jaren 80 van de vorige eeuw (Vastenhouw et al. 2011). Ook in Leiden is geconstateerd dat nieuwbouw potenties heeft voor Gierzwaluwen. Sterker nog, de relatief jonge woningen in de omgeving van de Waardgracht en Oosterkerkstraat vormen een kerngebied voor de soort in het oostelijk deel van het onderzoeksgebied. In de binnenstad van Leiden bevindt 17 procent van het aantal invliegplaatsen zich in bebouwing jonger dan 50 jaar. Dit valt enigszins laag uit, ook doordat nieuwbouw weinig in het centrum te vinden is. De verwachting is dat dit percentage hoger uitpakt wanneer men de buitenwijken ook onderzoekt. Dergelijke vermoedens worden ook gevoed door de stadsbrede telresultaten uit het Stadsnatuurmeetnet Leiden (Moerland et al. 2010). Ook relatief jonge woonwijken zoals de Merenwijk en Stevenshof (respectievelijk gebouwd in de jaren 70 en jaren 80 van de 20 e eeuw) voldoen uitstekend als voor de Gierzwaluw. Interessant is dat ook in Noordwijk-Binnen de nieuwe woonwijken langzaamaan bevolkt raken (Verkade 2005, 2009). 42 bsr-rapport 181 Inventarisatie Gierzwaluw Leiden-Centrum 2011

43 5 AANBEVELINGEN De resultaten van dit onderzoek zijn op verschillende manieren te gebruiken. In de eerste plaats kunnen ze een beschermingsdoeleinde dienen. Kennis over het vóórkomen van de Gierzwaluw biedt mogelijkheden tot concrete maatregelen ten behoeve van bescherming. Niet alleen is in grote lijnen bekend waar de soort in het centrum broedt, maar ook welk type broedplekken hij heeft. Daarnaast rust er vanuit wettelijk perspectief een verplichting bij de gemeente om een duurzame populatie in stand te houden. Dit betekent dat de huidige Gierzwaluwstand ten minste gehandhaafd dient te worden. Hoe de resultaten geïnterpreteerd en toegepast moeten worden wordt uitgelegd in de volgende paragrafen. 5.1 Gierzwaluwen en natuurwetgeving De Flora- en faunawet staat geen verstoring of vernietiging toe van nesten van de Gierzwaluw. Werkzaamheden zijn enkel toegestaan wanneer de duurzame instandhouding van de populatie gewaarborgd is. In de regel wordt toestemming verleend voor de uitvoering van de verstorende maatregelen als in de nieuwe situatie voldoende nestgelegenheid wordt aangeboden. In verband met de Flora- en faunawetgeving speelt de kwestie of deze inventarisatie aanvullend gierzwaluwonderzoek overbodig maakt bij ruimtelijke ontwikkelingen in de binnenstad. Het aantal ontdekte adressen met Gierzwaluwen kan namelijk een volledige dekking van de stad suggereren. In grote lijnen is de verspreiding bekend; losse, geïsoleerde nesten, of nesten in onoverzichtelijke delen zijn ongetwijfeld gemist. Afwezigheid van stippen op de resultatenkaarten op pagina s 19 en 21 doet vermoeden dat hier helemaal geen nesten zitten. Een garantie hiervoor biedt de inventarisatie echter niet, nesten kunnen over het hoofd gezien zijn door het heimelijke broedgedrag van de dieren. Onderzoek in het broedseizoen is nog altijd nodig op plaatsen waar geen waarnemingen bekend zijn maar verkennend onderzoek wel potenties heeft aangetoond. Twee scenario s zijn te bedenken bij een ruimtelijke herstructurering: Het plangebied bevat een pand met nesten van Gierzwaluwen, bekend door dit onderzoek. Op 95 adressen zijn verblijfplaatsen van Gierzwaluwen aangetroffen. Bij een ruimtelijke ontwikkeling, ook restauratie- of renovatiewerkzaamheden aan gevel en dak, is op deze adressen toestemming van het Ministerie van EL&I vereist. De gegevens van de inventarisatie bieden de mogelijkheid om direct te kiezen voor een vrijstellingsprocedure. Aanvullend onderzoek op deze locaties is met deze gegevens niet noodzakelijk. Aandachtslocaties zijn bijvoorbeeld het Museum van Volkenkunde, waar aannemelijkerwijs een goede compensatie zal moeten plaatsvinden bij renovatiewerk, als ook het vervallen pand aan de Koppenhinksteeg 11 en de Muziekschool aan het Rapenburg (zie pagina 37). Het plangebied herbergt geen gierzwaluwpanden blijkens de resultatenkaarten. Hoewel geen nesten gevonden zijn biedt dit geen volledige garantie dat beschermde nesten afwezig zijn. Een verkennend onderzoek, een quick scan, is minimaal noodzakelijk wil men uitsluitsel krijgen over het voorkomen. Op basis van fysieke eigenschappen van de panden wordt bekeken wat de potenties zijn voor het voorkomen van de Gierzwaluw. Naar aanleiding daarvan wordt besloten of een vervolgonderzoek in de juiste periode noodzakelijk is. De methode van ecologisch onderzoek in het kader van de Flora- en faunawet is voor een enkele soortgroep protocolair vastgelegd (namelijk voor vleermuizen, NGB et al. 2011). Gestandaardiseerd onderzoek aan de hand van vooraf vastgelegde eisen moet de kwaliteit van de resultaten waarborgen. Voor een inventarisatie van Gierzwaluwen is een dergelijk protocol nog niet gemaakt. In bsr-rapport 181 Inventarisatie Gierzwaluw Leiden-Centrum

44 ieder geval is onderzoek naar het voorkomen van de Gierzwaluw strikt gebonden aan de periode juni-juli en is altijd meer dan één bezoek vereist bij gunstige weersomstandigheden om houdbare conclusies te kunnen trekken. 5.2 Structurele bescherming In het verlengde van de wettelijke bescherming ligt de kwestie hoe in de gemeente Leiden een vitale populatie Gierzwaluwen bereikt kan worden. Het aantal broedparen in het centrum, hoewel laag, stemt niet direct tot zorgen. Veel nesten bevinden zich in particuliere panden, niet zelden met enthousiaste bewoners die bereid zijn de vogels te beschermen. Een langetermijnbeleid zal echter wel nodig zijn om de Leidse populatie te behouden. In het verleden hebben veel sloop- en renovatiewerkzaamheden plaatsgevonden, waarbij geen rekening is gehouden met gebouwbewonende vogels (die toentertijd geen beschermde status hadden). Dit zal ongetwijfeld één van de oorzaken zijn achter de verdacht stille delen van het historische centrum. Beleid om oude historische panden te laten wijken voor nieuwbouw zal direct van invloed zijn op de broedgelegenheid en daarmee op de gehele populatie. Behoud van de Gierzwaluw verlangt niet alleen bescherming van zijn nesten, maar bij voorkeur ook instandhouding van de historische panden in de binnenstad. Figuur 28. Nieuwbouw in de binnenstad, aan de Aalmarkt (Pieterswijk) en in Neeltje van Zuytbrouckhof (Academiewijk). In beide gevallen zijn compensatiemaatregelen ten gunste van de Gierzwaluw getroffen. Tot dusver hebben Gierzwaluwen hier niet van geprofiteerd. Bescherming van de Gierzwaluw kan in het gemeentelijk beleid verweven worden. Zoals reeds vermeld lijken incidentele compensatiemaatregelen (Figuur 28), vaak in het kader van de Flora- en faunawet, niet direct ten gunste van de soort te zijn. In de praktijk worden na vrijstelling van de verbodsbepalingen in deze wet meestal noodzakelijkerwijs nesten verstoord of vernietigd, maar worden de nieuw aangeboden broedlocaties niet door de vogels geaccepteerd. Hier is naar de letter van de wet gehandeld, terwijl de Gierzwaluw er feitelijk op achteruit gaat. Dit pleit voor een gericht gemeentelijk beleid om de Leidse populatie Gierzwaluwen te beschermen. Een effectieve aanpak kan zelfs bereikt worden zonder precieze kennis van voorkomen. Overheidswege kan gedacht worden om gierzwaluwvriendelijke voorzieningen in nieuwbouw op structurele wijze in de planfase van projecten op te nemen. Dit zou een fundamentele opbouw betekenen van het aantal potentiële broedlocaties voor de Gierzwaluw in Leiden. Deze ontwikkeling kan op twee vlakken positief uitpakken: 1. Een ecologische winst: van grootschalig nestaanbod zal op termijn de Gierzwaluw weten te profiteren. Gierzwaluwprojecten elders in het land bewijzen dat nieuwbouw met specifieke nestelvoorzieningen winst voor de soort kan betekenen; 2. Een wetgevingmatige winst. De wet verlangt een instandhouding van de populatie Gierzwaluwen in de stad. Het gemeentelijk beleid kan streven naar een structurele opbouw van potentiële 44 bsr-rapport 181 Inventarisatie Gierzwaluw Leiden-Centrum 2011

45 broedlocaties, en daarmee inherent de instandhouding van de populatie Gierzwaluwen. Dit kan statistisch bijgehouden worden in aantallen beschikbare locaties en de nesten in gebruik. Met dergelijke parate gegevens zal bij een ruimtelijke ingreep een ministeriële toestemming sneller verleend worden. Een dergelijk beleid pakt niet alleen gunstig uit voor de Gierzwaluw, maar ook voor andere karakteristieken stadsvogels als Huismus Passer domesticus en Spreeuw Sturnus vulgaris. Dit zijn beide gebouwbewonende vogels die baat hebben bij het aanbieden van nestgelegenheid. Over praktische zaken omtrent gierzwaluwspecifieke maatregelen is online veel informatie te vinden, onder meer op de website van Gierzwaluwbescherming ( als ook in het rapport Natuurvoorzieningen aan gebouwen (Koning et al. 1999). Het aanbieden van nestkasten, verkrijgbaar in verschillende typen voor zowel inbouw als aan de buitenzijde van een pand, kan Gierzwaluwen helpen aan nestgelegenheid. Op de volgende pagina is een box opgenomen met aanvullende informatie omtrent voorzieningen voor de Gierzwaluw. Figuur 29. Gevelwerkzaamheden aan de Nieuwe Rijn. De Gierzwaluw is direct geholpen wanneer dergelijk werk uitgesteld wordt tot na het broedseizoen. Gemeentelijk beleid ten behoeve van de Gierzwaluw is dus wenselijk. Daarnaast verdient ieder broedgeval apart bescherming. Broedende Gierzwaluwen gedragen zich onopvallend, waardoor ze extra kwetsbaar zijn voor menselijke activiteiten. Zonder dat men zich ervan bewust is huist een paartje Gierzwaluwen in het pand waar men woont of werkt. Door deze onwetendheid valt een nest eenvoudig te verstoren. Simpele schilderwerkzaamheden aan de gevel kunnen een volledig broedseizoen voor dat ene broedpaar doen mislukken. Kennis van de verspreiding is één van de beginstappen om de Gierzwaluw te beschermen. Derhalve wordt geadviseerd om ook in de buitenwijken de soort te inventariseren. Dit onderzoek heeft aangetoond dat ook relatief nieuwe wijken van waarde kunnen zijn als (zie de omgeving van de Waardgracht). Het Leidse Stadsnatuurmeetnet wijst uit dat de buurten langs de Willem de Zwijgerlaan, Merenwijk, de Kooi en Stevenshof kolonies huisvesten. Met meer kennis over het voorkomen wordt de ecologie van de soort, vooral met betrekking tot vestigingsfactoren, bsr-rapport 181 Inventarisatie Gierzwaluw Leiden-Centrum

Notitie. Inleiding. S. Bek REA-ORO, gemeente Leiden. aan. G. Bakker & A. de Baerdemaeker. van. Quick scan Aalmarkt II en III.

Notitie. Inleiding. S. Bek REA-ORO, gemeente Leiden. aan. G. Bakker & A. de Baerdemaeker. van. Quick scan Aalmarkt II en III. Notitie aan van betreft projectnummer 0712 S. Bek REA-ORO, gemeente Leiden G. Bakker & A. de Baerdemaeker Quick scan Aalmarkt II en III datum 6 september 2011 Postbus 23452 3001 KL Rotterdam telefoon:

Nadere informatie

Notitie. Inleiding. Methodiek. J. de Waard (Trivire Wonen) aan. van A. de Baerdemaeker. betreft Vleermuis- en vogelonderzoek Patersweg Dordrecht

Notitie. Inleiding. Methodiek. J. de Waard (Trivire Wonen) aan. van A. de Baerdemaeker. betreft Vleermuis- en vogelonderzoek Patersweg Dordrecht Notitie aan J. de Waard (Trivire Wonen) van A. de Baerdemaeker betreft Vleermuis- en vogelonderzoek Patersweg Dordrecht project 0619 datum 2 augustus 2011 Postbus 23452 3001 KL Rotterdam telefoon: 010-436

Nadere informatie

Resultaten onderzoek vleermuizen, huismussen en gierzwaluwen Portiekwoningen Soendalaan-Billitonstraat e.o. te Vlaardingen. Kader

Resultaten onderzoek vleermuizen, huismussen en gierzwaluwen Portiekwoningen Soendalaan-Billitonstraat e.o. te Vlaardingen. Kader Resultaten onderzoek vleermuizen, huismussen en gierzwaluwen Portiekwoningen Soendalaan-Billitonstraat e.o. te Vlaardingen Datum : 3 november 2017 Projectnummer : 17-0148 Opdrachtgever : BIK bouw bv Opgesteld

Nadere informatie

Notitie. 1 Inleiding. Referentienummer Datum Kenmerk PN mei Betreft Roofvogel onderzoek (BMP-R methode)

Notitie. 1 Inleiding. Referentienummer Datum Kenmerk PN mei Betreft Roofvogel onderzoek (BMP-R methode) Notitie Referentienummer Datum Kenmerk 20 mei 2014 Betreft Roofvogel onderzoek (BMP-R methode) 1 Inleiding 1.1 Kader van het onderzoek Projecten of handelingen dienen te worden getoetst aan de wet- en

Nadere informatie

Nader onderzoek plangebied Insulindeblok, Amsterdam

Nader onderzoek plangebied Insulindeblok, Amsterdam Nader onderzoek plangebied Insulindeblok, Amsterdam Nader onderzoek plangebied Insulindeblok, Amsterdam Colofon Titel Nader onderzoek plangebied Insulindeblok, Amsterdam Projectnummer 12364 Opdrachtgever

Nadere informatie

Lage Veldweg 5 en 10. Verkenning flora- en fauna. In het kader van voorgenomen sloopwerkzaamheden

Lage Veldweg 5 en 10. Verkenning flora- en fauna. In het kader van voorgenomen sloopwerkzaamheden Verkenning flora- en fauna Lage Veldweg 5 en 10 In het kader van voorgenomen sloopwerkzaamheden Uitvoering Opdr.gvr. Locatie Ruimte voor Advies - J. Mossink Deventerstraat 179, 8171 NS Vaassen Lowijk advies

Nadere informatie

Inventarisatie van Gierzwaluwen

Inventarisatie van Gierzwaluwen Inventarisatie van Gierzwaluwen 2 Van gierzwaluwen is nog veel onbekend. Het inventariseren van gierzwaluwen is belangrijk omdat daarmee kan worden vastgesteld hoe groot de populatie in Nederland is en

Nadere informatie

[STADSVOGELS GORINCHEM]

[STADSVOGELS GORINCHEM] 2013 Stadsvogeladviseur Johan Sterk [STADSVOGELS GORINCHEM] Broedvogelinventarisatie Huismussen en Gierzwaluwen Huismussen in de binnenstad van Gorinchem J.M.Sterk 20 Oktober 2013 Figuur 1 :Huismus (Passer

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE. Gierzwaluwbescherming Nederland 1

INHOUDSOPGAVE. Gierzwaluwbescherming Nederland 1 INHOUDSOPGAVE Inleiding blz 2 Het tellen van vliegende gierzwaluwen blz 3 Het tellen van invlieggaten blz 4 Buurtbewoners inschakelen blz 4 Het project camera monitoring blz 5 Observatie-nestkasten blz

Nadere informatie

Nader onderzoek vleermuizen schoolgebouw Anne Franklaan, Montfoort

Nader onderzoek vleermuizen schoolgebouw Anne Franklaan, Montfoort NOTITIE Cultuurland Advies Dhr. T. Melenhorst Postbus 20 8180 AA Heerde DATUM: 20 september 2011 ONS KENMERK: 11-386/11.13133/JanBu UW KENMERK: telefonische gunning 16 juni 2011 AUTEUR: PROJECTLEIDER:

Nadere informatie

Vleermuizen & vogels Pr. Steynstraat e.o. te Velsen

Vleermuizen & vogels Pr. Steynstraat e.o. te Velsen Vleermuizen & vogels Pr. Steynstraat e.o. te Velsen Vleermuizen & vogels Pr. Steynstraat e.o. te Velsen Auteur P.J.H. van der Linden Opdrachtgever Projectnummer Ingen RBOI 11.027 augustus 2011 foto omslag

Nadere informatie

(O, Omgevingsdienst regio Utrecht

(O, Omgevingsdienst regio Utrecht HOI 77 w G*~ I W / ƒ # 2 6 NOV. 2012 Beh. Ambt.: (O, Omgevingsdienst regio Utrecht ISO «J01 en 14001 gocerthfcwrd Streefdat.: Afschr.: B.V.O. Gemeente Woerden 12.021577 Onderzoek beschermde fauna Arsenaal

Nadere informatie

Nader onderzoek vleermuizen, huismus en gierzwaluw Warmenhuizen Centrum

Nader onderzoek vleermuizen, huismus en gierzwaluw Warmenhuizen Centrum Nader onderzoek vleermuizen, huismus en gierzwaluw Warmenhuizen Centrum Nader onderzoek vleermuizen, huismus en gierzwaluw Warmenhuizen Centrum Inhoud Rapport en bijlagen 8 oktober 2014 Projectnummer

Nadere informatie

KORT VERSLAG MONITORINGRESULTATEN GIERZWALUWNESTKASTEN

KORT VERSLAG MONITORINGRESULTATEN GIERZWALUWNESTKASTEN KORT VERSLAG MONITORINGRESULTATEN GIERZWALUWNESTKASTEN 2016 in de Utrechtse wijk Voordorp Januari 2017 Tieneke de Groot tienekedegr@gmail.com 1. INLEIDING 1.1 Achtergrond nestkastenproject Het is al weer

Nadere informatie

Vleermuisinventarisatie aan de Hofstraat te s- Heerenberg

Vleermuisinventarisatie aan de Hofstraat te s- Heerenberg Vleermuisinventarisatie aan de Hofstraat te s- Heerenberg In opdracht van: SAB BV Oktober 2014 Vleermuisinventarisatie aan de Hofstraat te s-heerenberg Colofon: J.H.S. Rijsdijk MSc Natuurkompas Ecologisch

Nadere informatie

Vleermuizen MOB Ulicoten Onderzoek naar het gebruik van MOB complex Ulicoten door vleermuizen

Vleermuizen MOB Ulicoten Onderzoek naar het gebruik van MOB complex Ulicoten door vleermuizen Onderzoek naar het gebruik van MOB complex Ulicoten door vleermuizen H.J. Huitema 13 oktober 2009 Rapport van de In opdracht van Dienst Landelijk Gebied regio Zuid Onderzoek naar het gebruik van MOB complex

Nadere informatie

Ordito t.a.v. dhr. F.A. Jiskoot Postbus 94 5126 ZH GILZE

Ordito t.a.v. dhr. F.A. Jiskoot Postbus 94 5126 ZH GILZE Ordito t.a.v. dhr. F.A. Jiskoot Postbus 94 5126 ZH GILZE Roermond : 11 januari 2012 Ons kenmerk : AM11215 Betreft : Vleermuizen- en vogelnestenonderzoek locatie Tom Rook te Gouderak (aangepaste rapportage)

Nadere informatie

Vleermuisonderzoek Schuttersbosch Eindhoven

Vleermuisonderzoek Schuttersbosch Eindhoven Vleermuisonderzoek Schuttersbosch Eindhoven R.M. Koelman Mei 2013 Rapport van de Zoogdiervereniging In opdracht van Stichting Woonbedrijf SWS.Hhvl R.M. Koelman Rapport nr.: 2013.06 Project nr.: 2012.090

Nadere informatie

informatie Gierzwaluwen in Woerden De gierzwaluwpopulatie

informatie Gierzwaluwen in Woerden De gierzwaluwpopulatie Gierzwaluwen in Woerden informatie De gierzwaluwpopulatie gaat achteruit. Door kleine aanpassingen in uw (ver)bouwplannen helpt u de gierzwaluw aan nestruimte. Woerden maakt er werk van! 2 EEN BIJZONDERE

Nadere informatie

Huismus- en vleermuisinventarisatie op planlocatie de Marke III te Hengevelde

Huismus- en vleermuisinventarisatie op planlocatie de Marke III te Hengevelde Huismus- en vleermuisinventarisatie op planlocatie de Marke III te Hengevelde In opdracht van: SAB BV Oktober 2013 Huismus- en vleermuisinventarisatie op planlocatie de Marke III te Hengevelde Colofon:

Nadere informatie

NOTITIE. Quickscan perceel Veldstraat 4 te Nijmegen. Methodiek. Plangebied en ingreep

NOTITIE. Quickscan perceel Veldstraat 4 te Nijmegen. Methodiek. Plangebied en ingreep NOTITIE Mevr. T. Martens Gemeente Nijmegen Postbus 9105 6500 HG Nijmegen DATUM: 15-04-2016 ONS KENMERK: 16-109/16.01207/DirKr UW KENMERK: VPL 235792 AUTEUR: PROJECTLEIDER: D.B. Kruijt D.B. Kruijt STATUS:

Nadere informatie

Weddesteeg 1 2 3 4 5 6 OV Bio Science ark Rode Loper Films Met de Rode Loper films openen de bedrijven van het Bio Science ark hun deuren! De films laten de belangrijkste stappen van medicijnontwikkeling

Nadere informatie

Notitie flora en fauna

Notitie flora en fauna Notitie flora en fauna Titel/locatie Projectnummer: 6306 Datum: 11-6-2013 Opgesteld: Rosalie Heins Gemeente Baarn is voornemens om op de locatie van de huidige gemeentewerf een nieuwe brede school ontwikkelen.

Nadere informatie

RBOI Rotterdam bv T.a.v.: Dhr. D. Willems Postbus AD Rotterdam

RBOI Rotterdam bv T.a.v.: Dhr. D. Willems Postbus AD Rotterdam RBOI Rotterdam bv T.a.v.: Dhr. D. Willems Postbus 150 3000 AD Rotterdam Uw kenmerk: ****** Ons kenmerk: RBVL1101 Datum: 16-09-2011 Projectgebied: Molenstomp Sassenheim Onderwerp: Briefrapport habitatscan

Nadere informatie

Ecologisch onderzoek huismussen Kerkweg-oost 157, Waddinxveen. Gemeente Waddinxveen

Ecologisch onderzoek huismussen Kerkweg-oost 157, Waddinxveen. Gemeente Waddinxveen Ecologisch onderzoek huismussen Kerkweg-oost 157, Waddinxveen Gemeente Waddinxveen Ecologisch onderzoek huismussen Kerkweg-oost 157, Waddinxveen Gemeente Waddinxveen Concept Rapportnummer: 211X07671 Datum:

Nadere informatie

Gierzwaluwen in Gouda 2014. Werkgroep Gierzwaluw KNNV

Gierzwaluwen in Gouda 2014. Werkgroep Gierzwaluw KNNV Gierzwaluwen in Gouda 2014 Werkgroep Gierzwaluw KNNV Presentatie voor liefhebbers Kenmerken vogel Gouda Bouwen voor gierzwaluwen Strategie van bescherming www.gierzwaluwengouda.nl Remco Daalder: De gierzwaluw

Nadere informatie

Mahlerlaan Amsterdam. Roofvogelonderzoek. Opdrachtgever: O.G.A. Tussentijdsverslag : 2 september 2015

Mahlerlaan Amsterdam. Roofvogelonderzoek. Opdrachtgever: O.G.A. Tussentijdsverslag : 2 september 2015 Roofvogelonderzoek Mahlerlaan Amsterdam Opdrachtgever: O.G.A Tussentijdsverslag : 2 september 2015 Onderzoek : drs. Lex van Groningen, dr. M. Kuiper Oostermeerkade 6 1184 TV Amstelveen Telefoon: 06-29523020

Nadere informatie

Gemeente s-hertogenbosch Dhr. T. van Tol Postbus 12345 5200 GZ s-hertogenbosch

Gemeente s-hertogenbosch Dhr. T. van Tol Postbus 12345 5200 GZ s-hertogenbosch Ecologie & landschap NOTITIE Gemeente s-hertogenbosch Dhr. T. van Tol Postbus 12345 5200 GZ s-hertogenbosch DATUM: 21-04-2015 ONS KENMERK: UW KENMERK: - AUTEUR: PROJECTLEIDER: 15-143/15.02500/DirKr D.B.

Nadere informatie

Introductie. Mussen Huismus Inventarisatie. Pauze. Zwaluwen Gierzwaluw Inventarisatie. Soort. Mussen. Ringmus

Introductie. Mussen Huismus Inventarisatie. Pauze. Zwaluwen Gierzwaluw Inventarisatie. Soort. Mussen. Ringmus sen en gierzwaluwen Herkenning en Inventarisatie Avondprogramma Mussen Inventarisatie Pauze Inventarisatie April 2013 R. Schols Carola van den Tempel Soorten Aanleiding; Stevig fundament voornatuurbeleid

Nadere informatie

Vleermuisonderzoek Molukse Wijk, Tiel

Vleermuisonderzoek Molukse Wijk, Tiel Vleermuisonderzoek Molukse Wijk, Tiel - aanvullende notitie Hoort bij aanvraag FF/75C/2014/0331 Arnhem, 27 augustus 2014 1 Colofon Titel Subtitel : Vleermuisonderzoek Molukse Wijk Tiel : Aanvullende Notitie

Nadere informatie

memo Veldonderzoek centrumplan te Mijnsheerenland

memo Veldonderzoek centrumplan te Mijnsheerenland memo aan: van: SAB Laneco datum: 22 oktober 2013 betreft: Veldonderzoek centrumplan te Mijnsheerenland 1 Inleiding Voor het centrum van Mijnsheerenland is een herstructureringsplan ontwikkeld. Uit een

Nadere informatie

Herinrichting recreatiegebied Gouwzeepark - Uytvenne Quickscan Flora- en faunawet vervolgonderzoek vleermuizen

Herinrichting recreatiegebied Gouwzeepark - Uytvenne Quickscan Flora- en faunawet vervolgonderzoek vleermuizen Herinrichting recreatiegebied Gouwzeepark - Uytvenne Quickscan Flora- en faunawet vervolgonderzoek vleermuizen projectnr. 183274 revisie 00 Opdrachtgever Van Wijnen Recreatiebouw b.v. datum vrijgave beschrijving

Nadere informatie

Versie Maart Verslag Inventarisatie kansen roofvogels Zuidas- Zuidasdok Maart 2016

Versie Maart Verslag Inventarisatie kansen roofvogels Zuidas- Zuidasdok Maart 2016 Verslag Inventarisatie kansen roofvogels Zuidas- Zuidasdok 2 Inhoud 1. Aanleiding... 3 2. Inleiding en werkwijze... 3 3. Resultaten onderzoek... 5 4. Nader onderzoek... 7 Bijlage I. Kaart geïnventariseerde

Nadere informatie

Nader onderzoek naar vleermuizen Nieuw Graswijk te Assen

Nader onderzoek naar vleermuizen Nieuw Graswijk te Assen Nader onderzoek naar vleermuizen Nieuw Graswijk te Assen Nader onderzoek naar vleermuizen Nieuw Graswijk te Assen Inhoud Rapport en bijlagen 21 juli 2010 Projectnummer 015.36.02.71.00 I n h o u d s o

Nadere informatie

Quick scan ecologie Frankemaheerd te Amsterdam ZO

Quick scan ecologie Frankemaheerd te Amsterdam ZO Quick scan ecologie Frankemaheerd te Amsterdam ZO Quick scan ecologie Frankemaheerd te Amsterdam ZO Auteur Opdrachtgever Projectnummer Ingen foto omslag P.J.H. van der Linden Rochdale 12.060 september

Nadere informatie

VLEERMUIZEN ONDERZOEK HELLEVOETSLUIS 2008

VLEERMUIZEN ONDERZOEK HELLEVOETSLUIS 2008 VLEERMUIZEN ONDERZOEK MOLSHOEK HELLEVOETSLUIS 2008 K. Mostert & E. Thomassen Stichting Zoogdierenwerkgroep Zuid-Holland In opdracht van gemeente Hellevoetsluis 1 INHOUD Inleiding... 3 Gebiedsbeschrijving...

Nadere informatie

Natuurtoets Flora- en faunawet

Natuurtoets Flora- en faunawet Natuurtoets Flora- en faunawet Ten behoeve van herinrichting perceel Beulekamperweg 7 Versie: 27 juni 2014 Opdrachtgever: Familie Vreekamp Beulekamperweg 7 3862 NV Nijkerk Opdrachtnemer: IPC Groene Ruimte

Nadere informatie

Rapportage soortgericht onderzoek Cannerweg 8 & 10

Rapportage soortgericht onderzoek Cannerweg 8 & 10 Rapportage soortgericht onderzoek Cannerweg 8 & 10 Aanleiding nader onderzoek Vanwege de herinrichting van het gebied rondom het winkelpand Carré is het noodzakelijk om twee panden in de nabijheid te slopen.

Nadere informatie

bsr bureau Stadsnatuur Rotterdam

bsr bureau Stadsnatuur Rotterdam bsr bureau Stadsnatuur Rotterdam Postbus 23452 3001 KL Rotterdam 010 436 42 22 bsr@nmr.nl www.bureaustadsnatuur.nl Aan: Deelgemeente Rozenburg t.a.v. W.P. van der Spoel Postbus 1023 3180 AA Rozenburg Uw

Nadere informatie

Ecologische quickscan. gebied Nieuweweg-Reinaldstraat

Ecologische quickscan. gebied Nieuweweg-Reinaldstraat Ecologische quickscan gebied Nieuweweg-Reinaldstraat gemeente Valkenburg aan de Geul Reinaldstraat 7-9 (foto: www.tvvalkenburg.nl) 1 Ecologische quickscan gebied Nieuweweg-Reinaldstraat gemeente Valkenburg

Nadere informatie

Eindrapport HUISMUSSEN TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND JACOBA VAN BEIERENWEG TE VOORHOUT

Eindrapport HUISMUSSEN TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND JACOBA VAN BEIERENWEG TE VOORHOUT Eindrapport HUISMUSSEN TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND JACOBA VAN BEIERENWEG 75-77 TE VOORHOUT Eindrapport HUISMUSSEN TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND JACOBA VAN BEIERENWEG 75-77 TE VOORHOUT rapportnr. 2017.2529

Nadere informatie

Er zijn drie tellingen waaraan u mee kunt doen. Deze tellingen staan los van elkaar dus u kunt zelf bepalen aan welke tellingen u mee wilt doen.

Er zijn drie tellingen waaraan u mee kunt doen. Deze tellingen staan los van elkaar dus u kunt zelf bepalen aan welke tellingen u mee wilt doen. Handleiding tellingen Er zijn drie tellingen waaraan u mee kunt doen. Deze tellingen staan los van elkaar dus u kunt zelf bepalen aan welke tellingen u mee wilt doen. Als er onduidelijkheden zijn over

Nadere informatie

Aanvullend vleermuisonderzoek restaurant Castellum Novum in De Meern

Aanvullend vleermuisonderzoek restaurant Castellum Novum in De Meern Aanvullend vleermuisonderzoek restaurant Castellum Novum in De Meern Toetsing in het kader van de Flora- en faunawet Datum: 08-11-2008 Auteur: A.H. Tuitert Opdrachtgever: Aveco de Bondt Kenmerk: vlm2008/10

Nadere informatie

Eind april veel spreeuwenactiviteiten. Nesten worden gesloopt (en door ons weer vastgeplakt) en uit de kasten geduwd.

Eind april veel spreeuwenactiviteiten. Nesten worden gesloopt (en door ons weer vastgeplakt) en uit de kasten geduwd. Eind april veel spreeuwenactiviteiten. Nesten worden gesloopt (en door ons weer vastgeplakt) en uit de kasten geduwd. 2 mei 2014 3 mei, de eerste gierzwaluwen kast 10 en 13 4 mei 5 mei, 5.25 Gierzwaluw

Nadere informatie

Rapportage onderzoeken vleermuizen, huismus en gierzwaluw

Rapportage onderzoeken vleermuizen, huismus en gierzwaluw Rapportage onderzoeken vleermuizen, huismus en gierzwaluw Varikse Driehoek te Heerewaarden Datum : 1 september 2015 Projectnummer : 15-0092 Opdrachtgever : Woonstichting De kernen, Korenstraat 1, 5321

Nadere informatie

Vleermuizen DEN HAAG EN OMGEVING KAARTBIJLAGE. Kees Mostert, Zoogdierenwerkgroep Zuid-Holland

Vleermuizen DEN HAAG EN OMGEVING KAARTBIJLAGE. Kees Mostert, Zoogdierenwerkgroep Zuid-Holland Vleermuizen in DEN HAAG EN OMGEVING 2009-2011 KAARTBIJLAGE Kees Mostert, Zoogdierenwerkgroep Zuid-Holland SAMENVATTEND RAPPORT VLEERMUIZEN ONDERZOEK DEN HAAG 2009 t/m 2011 K. Mostert Stichting Zoogdierenwerkgroep

Nadere informatie

Vleermuisonderzoek Prins Mauritsschool Nijmegen

Vleermuisonderzoek Prins Mauritsschool Nijmegen Ecologie & landschap NOTITIE Gemeente Nijmegen T. Martens Postbus 9105 6500 HG Nijmegen DATUM: 7 november 2014 ONS KENMERK: 14-577/1405584/LieAn UW KENMERK: VPL 213937 PROJECTLEIDER: INVENTARISATIE: G.

Nadere informatie

Door Matthias Koster, Sovon districtscoördinator D13, Grote Rivieren

Door Matthias Koster, Sovon districtscoördinator D13, Grote Rivieren De Zwarte Sterns hebben alweer jongen. Het is dan nu ook weer de juiste tijd om de nesten van deze stern te tellen. Maar hoe is het eigenlijk gesteld met de Zwarte Stern als broedvogel in het Sovon Grote

Nadere informatie

Natuurwaarden onderzoek de Hallen

Natuurwaarden onderzoek de Hallen Natuurwaarden onderzoek de Hallen Beleidsteam Stad November 2011 Samenvatting Voor de Hallen wordt een nieuw bestemmingsplan opgesteld. Het bestemmingsplan maakt sloopnieuwbouw en renovatiewerkzaamheden

Nadere informatie

Jaarverslag Bijeneters 2017

Jaarverslag Bijeneters 2017 Jaarverslag Bijeneters 2017 Dit voorjaar werd er weer hoopvol in Nederland uitgekeken naar de bijeneters. Het aantal meldingen van waarnemingen bleef in vergelijking met de voorgaande jaren wat achter.

Nadere informatie

PLANGEBIED EN VOORGENOMEN ONTWIKKELING

PLANGEBIED EN VOORGENOMEN ONTWIKKELING KuiperCompagnons De heer R. Wegener Postbus 13042 3004 HA Rotterdam Ons kenmerk : 1503H081/DBI/rap2 Datum : 23 november 2015 Betreft : Resultaten aanvullend flora- en faunaonderzoek Ouddorp Geachte heer

Nadere informatie

PLANGEBIED EN VOORGENOMEN ONTWIKKELING

PLANGEBIED EN VOORGENOMEN ONTWIKKELING Bijlage 7: IDDS, Resultaten aanvullend flora- en faunaonderzoek Ouddorp, kenmerk: 1503H081/DBI/rap2, d.d. 23 november 2015 KuiperCompagnons De heer R. Wegener Postbus 13042 3004 HA Rotterdam Ons kenmerk

Nadere informatie

1. OVERZICHT GESCHIKTE LOCATIES T.B.V. VLEERMUISKASTEN

1. OVERZICHT GESCHIKTE LOCATIES T.B.V. VLEERMUISKASTEN 1. OVERZICHT GESCHIKTE LOCATIES T.B.V. VLEERMUISKASTEN Datum: 02-02-2015 Door de relatief hoge kopgevels en goothoogtes is het overgrote deel van de woningen zoals aangegeven op de luchtfoto geschikt voor

Nadere informatie

Klaas Fuitestraat Genemuiden

Klaas Fuitestraat Genemuiden Klaas Fuitestraat Genemuiden colofon 28 september 2012 en aangevuld 29 mei 2013 - tekst dr. A.J.M. Schenkeveld - productie bureau Schenkeveld Vistraat 1, 4101 AC Culemborg Telefoon: 0345-534245, Mobiel:

Nadere informatie

B i j l a g e 2 : W e r k p r o t o c o l h u i s m u s

B i j l a g e 2 : W e r k p r o t o c o l h u i s m u s B i j l a g e 2 : W e r k p r o t o c o l h u i s m u s W e r k p r o t o c o l h u i s m u s Z w a r t e w e g 8 t V e l d I n l e i d i n g In december 2012 is een ecologische inventarisatie uitgevoerd

Nadere informatie

Uitvoering mitigerende maatregelen Ruusbroeckstraat en omgeving

Uitvoering mitigerende maatregelen Ruusbroeckstraat en omgeving NOTITIE Gemeente Nijmegen Mevr. T. Martens Postbus 9105 6500 HG Nijmegen DATUM: 15 november 2011 ONS KENMERK: UW KENMERK: AUTEUR: PROJECTLEIDER: pm G771/11.0016099 G. Hoefsloot G. Hoefsloot STATUS: versie

Nadere informatie

Nader onderzoek huismussen. Herontwikkeling Gasthuisstraat 77 te Kaatsheuvel

Nader onderzoek huismussen. Herontwikkeling Gasthuisstraat 77 te Kaatsheuvel Nader onderzoek huismussen Herontwikkeling Gasthuisstraat 77 te Kaatsheuvel te Kaatsheuvel blad 1 INHOUD blz. 1 INLEIDING 2 1.1 Aanleiding en doelstelling 2 1.2 Leeswijzer 2 2 SITUATIE EN PLANVORMING

Nadere informatie

NATUURTOETS LANGE WEMEN HENGELO VERVOLGONDERZOEK GEMEENTE HENGELO

NATUURTOETS LANGE WEMEN HENGELO VERVOLGONDERZOEK GEMEENTE HENGELO VERVOLGONDERZOEK GEMEENTE HENGELO November 2009 Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding en doel 3 1.2 Werkwijze 3 1.3 Leeswijzer 4 2 Wettelijk kader Flora- en faunawet 5 3 Aanwezige natuurwaarden 7 3.1 Inleiding

Nadere informatie

Mitigatie effecten op de natuur bouwplannen Kleizuwe

Mitigatie effecten op de natuur bouwplannen Kleizuwe Mitigatie effecten op de natuur bouwplannen Kleizuwe Mitigatie effecten op de natuur bouwplan Kleizuwe Auteur Opdrachtgever Projectnummer Ingen foto omslag P.J.H. van der Linden Driessen Vreeland 11.056

Nadere informatie

NOTITIE. Methodiek. Plangebied en ingreep

NOTITIE. Methodiek. Plangebied en ingreep NOTITIE Mevr. T. Martens Gemeente Nijmegen Postbus 9105 6500 HG Nijmegen DATUM: 08-04-2016 ONS KENMERK: 16-188/16.02404/DirKr UW KENMERK: VPL nr. 236970 AUTEUR: PROJECTLEIDER: D.B. Kruijt D.B. Kruijt STATUS:

Nadere informatie

Hierbij ontvangt u de rapportage betreffende aanvullend onderzoek rond uw plangebied Waterman II te Rijsbergen (zie figuur 1).

Hierbij ontvangt u de rapportage betreffende aanvullend onderzoek rond uw plangebied Waterman II te Rijsbergen (zie figuur 1). Advies- en ingenieursbureau Oranjewoud B.V. T.a.v. dhr. E. Riphagen Postbus 40 4900 AA OOSTERHOUT Uw kenmerk: ***** Ons kenmerk: ORNA1201.B4 Datum: 5-12-2012 Projectgebied: Wonen Werken Waterman Rijsbergen

Nadere informatie

Briefrapport. Globale ligging plangebied. AANLEIDING EN METHODE. De heer E.J. Overbeek. datum: 16 september 2011. quick scan flora en fauna

Briefrapport. Globale ligging plangebied. AANLEIDING EN METHODE. De heer E.J. Overbeek. datum: 16 september 2011. quick scan flora en fauna Briefrapport aan: van: ons kenmerk.: De heer E.J. Overbeek SAB RIJS/110253 datum: 16 september 2011 betreft: quick scan flora en fauna AANLEIDING EN METHODE In Diepenheim (gemeente Hof van Twente, provincie

Nadere informatie

Bouwen in Groesbeek & Gierzwaluwen

Bouwen in Groesbeek & Gierzwaluwen Bouwen in Groesbeek & Gierzwaluwen Voorwoord Op verschillende plaatsen in de gemeente Groesbeek wordt er gebouwd of gaat er gebouwd worden. Dit biedt een unieke kans om rekening te houden met de gierzwaluw,

Nadere informatie

Buro Maerlant. Bakel Auerschootseweg. Nader onderzoek vleermuizen en huismus BM-NOTITIE 2014

Buro Maerlant. Bakel Auerschootseweg. Nader onderzoek vleermuizen en huismus BM-NOTITIE 2014 Buro Maerlant L a n d s c h a p, E c o l o g i e & R u i m t e l i j k e O r d e n i n g BM-NOTITIE 2014 Nader onderzoek vleermuizen en huismus J. van Suijlekom, 17 oktober 2014 1 Inleiding 1.1 Algemeen

Nadere informatie

Inleiding en doel. Methodiek. 3 augustus 2010 B De heer Klasberg

Inleiding en doel. Methodiek. 3 augustus 2010 B De heer Klasberg MEMO Onderwerp: Memo veldonderzoek Zilverbaan Maastricht, Projectnummer: 3 augustus 2010 B02043.700024 Van: ing. M.J.M. Coenen Opgesteld door: ing. M.J.M. Coenen ARCADIS NEDERLAND BV Stationsplein 18d

Nadere informatie

Quick scan ecologie Beatrixstraat te Halfweg

Quick scan ecologie Beatrixstraat te Halfweg Quick scan ecologie Beatrixstraat te Halfweg Quick scan ecologie Beatrixstraat te Halfweg Auteur Opdrachtgever Projectnummer Ingen foto omslag T. ursinus Van Riezen en Partners 12.004 april 2012 De brandweerkazerne

Nadere informatie

STEK Wonen t.a.v. mevr. F. Siderius Postbus AC Lisse. maak in TRIAS brief aan en koppel dit document aan deze brief

STEK Wonen t.a.v. mevr. F. Siderius Postbus AC Lisse. maak in TRIAS brief aan en koppel dit document aan deze brief Ecologie & landschap NOTITIE STEK Wonen t.a.v. mevr. F. Siderius Postbus126 2160 AC Lisse DATUM: 29 mei 2015 ONS KENMERK: maak in TRIAS brief aan en koppel dit document aan deze brief UW KENMERK: email

Nadere informatie

Aanvullend onderzoek beschermde soorten Wilhelminastraat e.o. Vianen

Aanvullend onderzoek beschermde soorten Wilhelminastraat e.o. Vianen Aanvullend onderzoek beschermde soorten Wilhelminastraat e.o. Vianen 17 juli 2013 ZOON ECOLOGIE Colofon Titel Aanvullend onderzoek beschermde soorten Wilhelminastraat e.o. Vianen Opdrachtgever mro Uitvoerder

Nadere informatie

Memo Aanleiding Werkwijze

Memo Aanleiding Werkwijze Memo nummer 1 datum 25 juli 2011 aan Erik Riphagen van Michel Braad kopie project Vervolgonderzoeken Tull en 't Waal projectnummer 239575 betreft Resultaten vervolgonderzoek vogels en vleermuizen Aanleiding

Nadere informatie

Gemeente Venlo t.a.v. Isabelle de Warrimont Garnizoensweg NA Blerick Belfeld, 2 oktober 2012

Gemeente Venlo t.a.v. Isabelle de Warrimont Garnizoensweg NA Blerick Belfeld, 2 oktober 2012 Tegelseweg 3 5951 GK Belfeld Tel: 077-4642999 www.faunaconsult.nl KvK Limburg 09116138 Faunaconsult BTW nr: NL819024831B01 Gemeente Venlo t.a.v. Isabelle de Warrimont Garnizoensweg 3 5928 NA Blerick Belfeld,

Nadere informatie

Verslag Boominspectie Onderdoorgang Om den Noort, Wolvega

Verslag Boominspectie Onderdoorgang Om den Noort, Wolvega Verslag Boominspectie Onderdoorgang Om den Noort, Wolvega Colofon Titel Subtitel : Verslag Boominspectie : Onderdoorgang Om den Noort, Wolvega Projectnummer : 1.115 Datum : 6 februari 01 Veldonderzoek

Nadere informatie

Gendt, Hegsestraat 11

Gendt, Hegsestraat 11 Nader onderzoek Wet natuurbescherming Gendt, Hegsestraat 11 Gemeente Lingewaard Datum: 20 september 2017 Projectnummer: 170242 SAB Postbus 479 6800 AL Arnhem tel: 026-357 69 11 fax: 026-357 66 11 Auteur:

Nadere informatie

B i j l a g e : I n v e n t a r i s a t i e H u i s m u s e n v l e e r m u i z e n i n h e t k a d e r v a n d e F l o r a - e n fau n a w e t

B i j l a g e : I n v e n t a r i s a t i e H u i s m u s e n v l e e r m u i z e n i n h e t k a d e r v a n d e F l o r a - e n fau n a w e t B i j l a g e : I n v e n t a r i s a t i e H u i s m u s e n v l e e r m u i z e n i n h e t k a d e r v a n d e F l o r a - e n fau n a w e t Rijperweg 44a in Sint Maarten Inventarisatie Huismus en vleermuizen

Nadere informatie

Compensatie en mitigatie voor de vleermuis en de huismus in plangebied Jeruzalem

Compensatie en mitigatie voor de vleermuis en de huismus in plangebied Jeruzalem Compensatie en mitigatie voor de vleermuis en de huismus in plangebied Jeruzalem Planteam Groen, ecologie, Stedelijke recreatie en Water Februari, 2010 Compensatie en mitigatie voor de Gewone dwergvleermuis

Nadere informatie

SCHOOLTUINEN MAHLERLAAN AMSTERDAM

SCHOOLTUINEN MAHLERLAAN AMSTERDAM FLORA- EN FAUNADOSSIER SCHOOLTUINEN MAHLERLAAN AMSTERDAM 3 maart 2014 dr. M. Kuiper NatuurBeleven bv. Oostermeerkade 6 1184 TV Amstelveen 020-4727777 info@natuurbeleven.nl Inhoud 1. Aanleiding... 3 2.

Nadere informatie

4 ontdek Leiden Discover Leiden 5

4 ontdek Leiden Discover Leiden 5 4 ontdek Leiden Discover Leiden 5 6 ontdek Leiden Discover Leiden 7 8 ontdek Leiden Discover Leiden 9 10 ontdek Leiden Discover Leiden 11 12 ontdek Leiden Discover Leiden 13 14 ontdek Leiden Discover Leiden

Nadere informatie

Koloniebroeders in 2017 in Zuid-Holland Noord

Koloniebroeders in 2017 in Zuid-Holland Noord Koloniebroeders in 2017 in Zuid-Holland Noord De meeste kolonies zijn inmiddels ingevoerd, tijd dus voor een overzicht van het afgelopen jaar in ons district. De gegevens die op 24 januari 2018 zijn ingevoerd,

Nadere informatie

Functioneren kunstmatig eiland voor sterns in de Inlaag Oesterput en op eilanden in de Inlaag s Gravenhoek, Noord-Beveland: Broedseizoen 2017

Functioneren kunstmatig eiland voor sterns in de Inlaag Oesterput en op eilanden in de Inlaag s Gravenhoek, Noord-Beveland: Broedseizoen 2017 Functioneren kunstmatig eiland voor sterns in de Inlaag Oesterput en op eilanden in de Inlaag s Gravenhoek, Noord-Beveland: Broedseizoen 2017 Mark Hoekstein Delta ProjectManagement (DPM) Postbus 315 4100AH

Nadere informatie

Notitie. Inleiding. Figuur 1. De negen lindes weergegeven met de groene stippen. Bijgevoegd het jaar van aanplanten.

Notitie. Inleiding. Figuur 1. De negen lindes weergegeven met de groene stippen. Bijgevoegd het jaar van aanplanten. Notitie Opdrachtgever: F. Rammeloo, gemeente Leiden Auteur: W. Moerland Betreft: Quick scan lindes Garenmarkt Leiden Projectnummer: 0876 Datum: 29 augustus 2012 Status: definitief bezoekadres: Natuurhistorisch

Nadere informatie

Johan de Wittlaan 2 te Woerden

Johan de Wittlaan 2 te Woerden Johan de Wittlaan 2 te Woerden Actualisatie ecologisch onderzoek V. Nederpel R. de Beer 2012 Opdrachtgever Bolton Ontwikkeling Van der Goes en Groot ecologisch onderzoeks- en adviesbureau Bovendijk 35-G

Nadere informatie

Hierbij zenden wij u de rapportage van het aanvullend onderzoek naar vleermuizen en vogels ter plaatse van de Zomerdijk 1 te Meppel.

Hierbij zenden wij u de rapportage van het aanvullend onderzoek naar vleermuizen en vogels ter plaatse van de Zomerdijk 1 te Meppel. Tauw bv Transportweg 12 Postbus 722 9400 AS Assen T +31 59 23 91 30 0 F +31 59 23 91 32 5 E info.assen@tauw.nl www.tauw.nl Postbus 722, 9400 AS Assen Agrifirm Plant BV t.a.v. de heer H. Nijsingh Postbus

Nadere informatie

Quickscan natuuronderzoek en aanvullende rapportage verbouwing monumentaalpand Lammerinkweg 102 Enschede

Quickscan natuuronderzoek en aanvullende rapportage verbouwing monumentaalpand Lammerinkweg 102 Enschede Quickscan natuuronderzoek en aanvullende rapportage verbouwing monumentaalpand Lammerinkweg 102 Enschede Een inventarisatie van beschermde flora en fauna Enschede 2 December 2010 Rapportnummer 0123 Projectnummer

Nadere informatie

Aanvullend onderzoek huismussen t Haantje Midden in Rijswijk. Notitie. Juni 2017 P17-087/W1321 Auteur: M.E.Dubbeldam

Aanvullend onderzoek huismussen t Haantje Midden in Rijswijk. Notitie. Juni 2017 P17-087/W1321 Auteur: M.E.Dubbeldam Aanvullend onderzoek huismussen t Haantje Midden in Rijswijk Notitie Juni 2017 P17-087/W1321 Auteur: M.E.Dubbeldam Natuur-Wetenschappelijk Centrum 078-6213921 nwcadvies@nwcadvies.nl www.nwcadvies.nl Aanvullend

Nadere informatie

I Bevindingen tijdens controle

I Bevindingen tijdens controle Omgevingsdienst Brabant Noord RAPPORT CONTROLE SOORTENBESCHERMING Controle op voorschriften van de ontheffing FF/75C/216/497 1. A: ALGEMEEN Datum controle: 6juni217 Zaaknummer: Z/49115 Ontheffing/ vvgb

Nadere informatie

Behoort bij beschikking van Burgemeester en Wethouders van Leiden BV

Behoort bij beschikking van Burgemeester en Wethouders van Leiden BV Behoort bij beschikking van Burgemeester en Wethouders van Leiden BV. 121653-558229 Colofon Titel: Ecologische quickscan Haarlemmerstraat, Leiden Projectnummer: 12009 Datum: 13-08-2012 Auteur(s): R.W.

Nadere informatie

SCHRIFTELIJKE VRAGEN AAN HET COLLEGE Nb: vragen en antwoorden worden verzonden aan College, MT en alle raadsleden.

SCHRIFTELIJKE VRAGEN AAN HET COLLEGE Nb: vragen en antwoorden worden verzonden aan College, MT en alle raadsleden. SCHRIFTELIJKE VRAGEN AAN HET COLLEGE Nb: vragen en antwoorden worden verzonden aan College, MT en alle raadsleden. INDIENING Steller vragen: Joke Ruitenberg-Alphenaar, PvdA Datum:16-01-12012 Onderwerp:

Nadere informatie

Gemeente s Hertogenbosch Dhr. J. Winter Postbus GZ s-hertogenbosch

Gemeente s Hertogenbosch Dhr. J. Winter Postbus GZ s-hertogenbosch Ecologie & landschap NOTITIE Gemeente s Hertogenbosch Dhr. J. Winter Postbus 12345 5200 GZ s-hertogenbosch DATUM: 18 april 2018 ONS KENMERK: UW KENMERK: - AUTEUR: PROJECTLEIDER: STATUS: CONTROLE: 18-0049/18.03871/MarBo

Nadere informatie

Rapportage onderzoeken vleermuizen, huismus en gierzwaluw Locatie Campagne, Medoclaan te Maastricht

Rapportage onderzoeken vleermuizen, huismus en gierzwaluw Locatie Campagne, Medoclaan te Maastricht Rapportage onderzoeken vleermuizen, huismus en gierzwaluw Locatie Campagne, Medoclaan te Maastricht Datum : 29 september 2015 Projectnummer : 15-0161 Opdrachtgever : Van Wijnen Rosmalen B.V. Postbus 46

Nadere informatie

Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt

Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt CONCEPT Omgevingsdienst Regio Utrecht juli 2012 kenmerk/ opgesteld door beoordeeld door Ronald Jansen Dagmar Storm INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding...

Nadere informatie

Woonstad Rotterdam Postbus CJ ROTTERDAM. Datum 23 augustus 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer/mevrouw,

Woonstad Rotterdam Postbus CJ ROTTERDAM. Datum 23 augustus 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer/mevrouw, > Retouradres Postbus 40225, 8004 DE Zwolle Woonstad Rotterdam Postbus 2370 3000 CJ ROTTERDAM Postbus 40225, 8004 DE Zwolle mijn.rvo.nl T 088 042 42 42 ffwet@rvo.nl Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke

Nadere informatie

Notitie Flora- en faunaonderzoek Apeldoorn

Notitie Flora- en faunaonderzoek Apeldoorn Notitie Flora- en faunaonderzoek Apeldoorn Elburgweg 59, Apeldoorn Datum: 21-10-2013 Opgesteld door: Vincent de Lenne Projectnummer: P3959 Aanleiding en doel Aan de Elburgweg te Apeldoorn worden twee kippenschuren

Nadere informatie

Resultaten vleermuis- en huismussenonderzoek in een woonwijk in Zuidlaren

Resultaten vleermuis- en huismussenonderzoek in een woonwijk in Zuidlaren Resultaten vleermuis- en huismussenonderzoek in een woonwijk in Zuidlaren Opdrachtgever Referentie Woonborg Vries, E.W. de, E. van der Heijden & M.S.E. Greve 2013. Resultaten vleermuis- en huismussenonderzoek

Nadere informatie

Onderzoek naar broedvogels en vleermuizen in het plangebied Zwijssen te Tilburg

Onderzoek naar broedvogels en vleermuizen in het plangebied Zwijssen te Tilburg Onderzoek naar broedvogels en vleermuizen in het plangebied Zwijssen te Tilburg Opdrachtgever: SDK Vastgoed B.V. September 2010 Antonie van Diemenstraat 20 5018 CW Tilburg 013-5802237 Eac@home.nl Pagina

Nadere informatie

Vleermuizen in de Hoge hof (Biesbosch)

Vleermuizen in de Hoge hof (Biesbosch) Vleermuizen in de Hoge hof (Biesbosch) Peter Twisk Oktober 2006 Rapport van de Zoogdiervereniging VZZ In opdracht van Directie Landelijk Gebied, Regio Zuid Rapport nr.: 2006.55 Datum uitgave: Oktober

Nadere informatie

Indienen bij de Rijksdienst voor de Monumentenzorg, Postbus 1001, 3700 BA ZEIST

Indienen bij de Rijksdienst voor de Monumentenzorg, Postbus 1001, 3700 BA ZEIST Aanbiedingsformulier Onderwerp vaststelling gemeentelijk restauratiesprogramma Brrm '97 voor de jaren -2006 In te vullen door Bestuurssecretariaat Ontwerper Parafanten Directeuren Portefeuilleh. B&W Nr:

Nadere informatie

Flora en fauna onderzoek Voor: Kernidee Egchel Kempstraat 36

Flora en fauna onderzoek Voor: Kernidee Egchel Kempstraat 36 Flora en fauna onderzoek Voor: Kernidee Egchel Kempstraat 36 Datum: 14-03-2013 Verantwoord omgaan met flora en fauna.. 14 maart 2013 1 INHOUD INHOUD... 2 1. INLEIDING... 3 2. METHODEN... 4 2.1 Vliegroutes

Nadere informatie

Notitie Quickscan flora en fauna

Notitie Quickscan flora en fauna Notitie Quickscan flora en fauna De Uithof/ Kromhout te Utrecht Projectnummer: 5755.9 Datum: 5-5-2017 Projectleider: Opgesteld: Opdrachtgever: Universiteit Utrecht Universiteit Utrecht laat jaarlijks bomen

Nadere informatie

Inventarisatie Stadsganzen 2016 in vier gemeenten in de Provincie Utrecht

Inventarisatie Stadsganzen 2016 in vier gemeenten in de Provincie Utrecht Inventarisatie Stadsganzen 2016 in vier gemeenten in de Provincie Utrecht Vincent de Boer, Albert de Jong & Berend Voslamber Sovon-rapport 2016/19 Dit rapport is samengesteld in opdracht van Colofon SOVON

Nadere informatie

Rapportage. dhr. S. Bek Gemeente Leiden, Afdeling Realisatie. aan. W. Moerland Msc. van. Natuuronderzoek Aalmarkt Leiden. betreft.

Rapportage. dhr. S. Bek Gemeente Leiden, Afdeling Realisatie. aan. W. Moerland Msc. van. Natuuronderzoek Aalmarkt Leiden. betreft. Rapportage aan van betreft project 0585 dhr. S. Bek Gemeente Leiden, Afdeling Realisatie W. Moerland Msc. Natuuronderzoek Aalmarkt Leiden Postbus 23452 3001 KL Rotterdam telefoon: 010-436 42 22 fax: 010-436

Nadere informatie

2018 is door Sovon Vogelonderzoek en Vogelbescherming Nederland uitgeroepen tot het Jaar van de Huiszwaluw!

2018 is door Sovon Vogelonderzoek en Vogelbescherming Nederland uitgeroepen tot het Jaar van de Huiszwaluw! 2018 is door Sovon Vogelonderzoek en Vogelbescherming Nederland uitgeroepen tot het Jaar van de Huiszwaluw! 1 - Om te beginnen lichten we toe waarom de Huiszwaluw als jaar van soort is gekozen. - Ook de

Nadere informatie