Herinrichting recreatiegebied Gouwzeepark - Uytvenne Quickscan Flora- en faunawet vervolgonderzoek vleermuizen

Transcriptie

1 Herinrichting recreatiegebied Gouwzeepark - Uytvenne Quickscan Flora- en faunawet vervolgonderzoek vleermuizen projectnr revisie 00 Opdrachtgever Van Wijnen Recreatiebouw b.v. datum vrijgave beschrijving revisie goedkeuring vrijgave 1 december 2011 definitief A.Kuijt R. Verhagen

2 1 Aanleiding vervolgonderzoek In maart 2009 is een quickscan opgesteld met als doel het opsporen van eventuele strijdigheden van de voorgenomen werkzaamheden met de natuurwetgeving, om deze op te vangen en/of zoveel mogelijk weg te nemen. In deze Quickscan werd de aanbeveling gedaan nader onderzoek te laten verrichten naar vleermuizen in de te slopen gebouwen. 2 Doel van het onderzoek Het doel van het onderzoek is vast te stellen of er vaste verblijfplaatsen zijn van vleermuizen in de te slopen gebouwen. Mogelijk aanwezige soorten zijn gewone dwergvleermuis en laatvlieger. 3 Werkwijze Conform het vleermuisprotocol werd in de loop van het seizoen viermaal onderzoek uitgevoerd met de batdetector. Onderzoek vond plaats op 18 april, 22 mei, 29 juni en 1 september. Het onderzoek vond plaats gedurende twee tot drie uur na zonsondergang. blad 1 van 7

3 Resultaten singel = vijf tot tien foeragerende gewone dwergvleermuizen Ronde 1 18 april: zeer mooi weer > 20 graden, onbewolkt en droog, geen wind. Bij zonsondergang gebouw 1 geobserveerd met batdetector. Er kwamen geen vleermuizen uit dit gebouw. Er vlogen na zonsondergang vijf tot tien dwergvleermuizen tussen gebouwen 1, 2 en 3 en langs de Singel onder gebouw 3. Ronde 2 22 mei: zeer mooi weer > 20 graden, onbewolkt en droog, geen wind. Bij zonsondergang gebouw 2 en 3 geobserveerd met batdetector. Er vlogen vleermuizen uit gebouw 2 minimaal wee dwergvleermuizen en een laatvlieger. Er vlogen na zonsondergang vijf of meer dwergvleermuizen en een laatvlieger tussen gebouwen 1 en 2 en langs de Singel onder gebouw = vijf gewone dwergvleermuizen en een laatvlieger = zomer verblijfplaats Ronde 3 blad 2 van 7

4 Bij ronde 3 op 30 juni werd tussen en gepost bij gebouwen 2 en 3. Zeer mooi weer > 20 graden, onbewolkt en droog, geen wind Kort na zonsondergang vlogen drie tot vijf gewone dwergvleermuizen uit gebouw 3 en gingen fourageren tussen de bomen ervoor. Een laatvlieger vloog over, dit dier leek van ver te komen = 3 foeragerende gewone dwergvleermuizen afkomstig uit gebouw 3 = zomer verblijfplaats Ronde 4 Op 1 september werd gepost bij gebouwen 1, 2 en 3. Zeer mooi weer > 20 graden, onbewolkt en droog, geen wind. Gepost tussen en Kort na zonsondergang vlogen drie tot vijf gewone dwergvleermuizen uit gebouw 3. De dieren vertrokken in westelijke richting. Laatvliegers werden niet waargenomen. Inspectie gebouwen Gebouw 1: Geen aanwijzing dat dit gebouw in gebruik is bij vleermuizen. Gebouw 2:'s zomers in gebruik als verblijfplaats door gewone dwergvleermuis en laatvlieger. blad 3 van 7

5 Gebouw 2 Binnenzijde van het gebouw is goed toegankelijk voor vleermuizen; Rommel, houtwerk etc. maken de ruimte geschikt als zomerverblijfplaats voor vleermuizen; Betimmering geef ruimte voor vleermuizen in de zomer, met name de ruimte tussen de planken en de stenen die vanaf onderen (het steen) goed toegankelijk is. Als winterverblijf is het gebouw (enkelwandig hout, overal tocht) niet geschikt met uitzondering van de dubbele muur die tot ongeveer 1 meter hoogte is aangebracht en daar afgedicht. dubbele, deels afgedekte muur Gebouw 3: 's zomers in gebruik als verblijfplaats door gewone dwergvleermuis en laatvlieger. blad 4 van 7

6 Gebouw 3 Gebouw is goed toegankelijk voor vleermuizen; Enkelwandig gebouw met platen aan de buitenzijde; Platen geven goede schuilplaatsen voor vleermuizen in de zomer; In de winter minder geschikt voor vleermuizen -geeft geen goede bescherming tegen kou. 3.1 Gevolgen van de werkzaamheden Vleermuizen mogen geen schade ondervinden van sloopwerkzaamheden. Het is derhalve nodig er zorg voor te dragen dat de dieren elders onderdak hebben gevonden alvorens te slopen. Voor het slopen van verblijfplaatsen van vleermuizen is ontheffing van de Flora- en faunawet artikel 11 nodig. blad 5 van 7

7 4 Conclusies Gebouw 2 en 3 worden zomers gebruikt als verblijfplaats door gewone dwergvleermuis en laatvlieger. Voor het slopen van verblijfplaatsen van vleermuizen dient ontheffing te worden aangevraagd voor de Flora- en faunawet artikel 11. De gebouwen hebben weinig potentie om te dienen als winterverblijfplaats voor vleermuizen omdat ze tochtig zijn en grotendeels enkelwandige (met houten, metalen bedekking) muren hebben. Ontheffing voor artikel 10 (opzettelijk verstoren van dieren) is niet nodig. Schade aan vleermuizen is te voorkomen door voor het intreden van de winter de gebouwen ongeschikt te maken als winterverblijfplaats voor vleermuizen. Dit kan door: o In de maanden oktober en november, met relatief warm weer (meer dan 5 Celsius) en gunstige weersomstandigheden, de verblijfplaatsen voorzichtig (met name betimmering en beplating buitenzijde) open te breken om zo het binnenklimaat van de verblijfplaatsen te verstoren en eventueel nog aanwezige vleermuizen passief tot vertrekken te bewegen. In gebouw 2 de spouwmuren open maken door de bedekking te verwijderen en/of er grote gaten in te breken. o In oktober en november gebouwen nogmaals te laten inspecteren door een vleermuisdeskundige. o Bij het slopen van het gebouw een vleermuisdeskundige aanwezig laten zijn, zodat eventueel aanwezige vleermuizen vakmatig kunnen worden opgevangen. Voor gewonde dieren zal de dierenambulance ingeschakeld worden. In de omgeving zijn voldoende geschikte verblijfplaatsen zowel in de zomer als in de winter in met name bedrijfsgebouwen. Bij de herinrichting van het terrein kan rekening worden gehouden met het gebruik door vleermuizen: o waterpartijen zijn gunstig voor insecten; o bomen zijn favoriete jachtomgeving van m.n. gewone dwergvleermuis. In de ontwerp tekening staan weinig bomen ingetekend. Het is aan te raden te zoeken naar mogelijkheden meer bomen in het ontwerp op te nemen - bijvoorbeeld als afscherming van het naargeestige uitzicht op het bedrijventerrein aan de overkant van de straat. o bedrijventerrein o Om een duurzaam aanbod aan verblijfplaatsen voor vleermuizen te waarborgen, wordt aangeraden om spouwmuren, ruimtes achter betimmering of daklijsten van de nieuwbouw toegankelijk te maken voor vleermuizen. Gebouwen bieden in de regel goede verblijfplaatsen voor vleermuizen als de betimmering en de spouwmuren ventilatieopeningen hebben van minimaal 1,7 centimeter. De gunstige staat van instandhouding van de gewone dwergvleermuis en laatvlieger komt niet in gevaar, mits gewerkt wordt conform de bovengenoemde maatregelen. blad 6 van 7

8 Rood: werkgebied. In de omgeving is geen gebrek aan geschikte verblijfplaatsen voor vleermuizen. Voldoende bomen bij de herinrichting zijn van belang bomen zijn schaars in de omgeving. blad 7 van 7