Ecologische quickscan. gebied Nieuweweg-Reinaldstraat

Transcriptie

1 Ecologische quickscan gebied Nieuweweg-Reinaldstraat gemeente Valkenburg aan de Geul Reinaldstraat 7-9 (foto: 1

2 Ecologische quickscan gebied Nieuweweg-Reinaldstraat gemeente Valkenburg aan de Geul Colofon Tekst en foto s (muv foto pg. 1): Bureau Sprink, Rob Gubbels In opdracht van: Swentibold Projectontwikkeling Datum oplevering rapport: 12 februari 2014 Rapportnummer Bureau Sprink Langs de Veestraat RN Obbicht

3 Inhoud 1. Inleiding aanleiding doel 4 2. werkwijze terreinbezoek interview omwonenden raadplegen databanken compleetheid natuurdata 6 3. Resultaten muurflora amfibieën vogels zoogdieren potentieel voorkomen vogels vleermuizen samenvatting waarnemingen actueel potentieel Toetsing ingreep en waargenomen soorten aan FF-wet Conclusies en aanbevelingen 16 3

4 1. Inleiding 1.1 Aanleiding Het gebied Nieuweweg-Reinaldstraat te Valkenburg a/d Geul wordt opnieuw ontwikkeld. De oude bebouwing, zijnde de panden Reinaldstraat 1, 7, 9 alsmede de panden Nieuweweg 2, 16, 18, wordt gesloopt ten behoeve van de realisatie van nieuwe gebouwen. Het bestemmingsplan dient hiervoor gewijzigd te worden. In het kader hiervan moeten de consequenties van sloop van de bestaande gebouwen op eventueel aanwezige beschermde flora en fauna in beeld gebracht worden. Swentibold Projectontwikkeling heeft Bureau Sprink opdracht verstrekt om een ecologische quickscan in het betreffende gebied uit te voeren. 1.2 Doel Het doel van de ecologische quickscan is: - een verkennende inventarisatie van bestaande (beschermde) natuurwaarden op basis van terreinbezoek; - een inventarisatie van bestaande natuurwaarden op basis van het raadplegen van provinciale en landelijke natuurdatabanken; - een beschrijving van potentiële natuurwaarden; - het trekken van integrale conclusies met betrekking tot de verzamelde waarnemingen (actueel en potentieel) in relatie tot de Flora en Faunawet; - aanbevelingen doen voor eventueel nader onderzoek en eventueel te treffen mitigerende dan wel compenserende maatregelen. 4

5 2. Werkwijze 2.1 Terreinbezoek Op 17 en 23 januari 2014 is de gehele slooplocatie (figuur 1) s ochtends en overdag geïnventariseerd op het voorkomen van beschermde planten en dieren. Aandacht ging uit naar zowel de gebouwen als het groen eromheen. Gezien de aard van bebouwing en beplanting werd speciaal gelet op het voorkomen van muurplanten, vogels (in het bijzonder koloniebroeders als huismus en gierzwaluw) en zoogdieren (in het bijzonder steenmarter en vleermuizen). De beplanting werd onderzocht op het voorkomen van vogels en oude nesten. De bodembedekking werd onderzocht op het voorkomen van (zwervende) amfibieën. De gebouwen werden zowel aan de buiten- als binnenkant geïnspecteerd op aanwezigheid van oude vogelnesten, steenmarter en vleermuizen. Speciale aandacht ging uit naar de zolder van het pand Reinaldstraat 7-9. Hierbij werd gebruik gemaakt van ladder en zaklamp. Gezien de staat van de zolder werd het niet verantwoord geacht om deze te betreden. Met een zaklamp werd de zolder vanuit het zoldergat geïnspecteerd. Figuur 1. Overzicht van de te slopen panden: Nieuweweg 2, en Reinaldstraat 1,

6 2.2. Interview bewoners Tijdens de inventarisatie werd met enkele bewoners van de te slopen panden gesproken. Aan deze mensen werden gerichte vragen gesteld met betrekking tot het eventuele voorkomen van vogels, steenmarter en vleermuizen. 2.3 Raadplegen databanken De volgende bronnen werden geraadpleegd: - Nationale Databank Flora en Fauna - Provinciale databank Natuurgegevens (flora en broedvogels) - landelijke website De opgevraagde waarnemingen hebben betrekking op de periode Compleetheid natuurdata Alhoewel de terreinbezoeken in januari in principe niet de ideale momenten waren om natuurgegevens te verzamelen (in de winterperiode is een substantieel deel van de organismen niet of minder actief) bieden de verzamelde gegevens op basis van de winterterreinbezoeken, databanken en interviews voldoende houvast om gefundeerde uitspraken te doen met betrekking tot het voorkomen van voor de FFwet relevante soorten. 6

7 3. Resultaten 3.1 Muurflora Terreinbezoeken Muurflora ontbreekt op de gehele locatie, met uitzondering van de mergelmuur op de hoek van de Nieuweweg 2 en Reinaldstraat 1. Op deze muur staat op één plek, boven op de muur, een pol van de muurleeuwenbek (Cymbalaria muralis) (figuur 2). Figuur 2. Mergelmuur met muurleeuwenbek (Cymbalaria muralis) (zie het midden van de foto) Databanken Er worden geen waarnemingen van (muur)planten vermeld. 7

8 3.2 Amfibieën Terreinbezoeken De groenstrook aan de achterzijde van het pand Reinaldstraat 7-9 (figuur 3) is in potentie geschikt voor overwintering van amfibieën. Aangezien in de nabijheid geen voortplantingswater aanwezig is, betreft het hooguit een enkel zwervend exemplaar. Figuur 3. Groenstrook aan de achterzijde van het pand Reinaldstraat 7-9. Gezien de relatief hoge temperatuur van de voorbijgaande nachten zitten eventueel aanwezige amfibieën vrij oppervlakkig verscholen onder het puin en bladerdek. Amfibieën werden niet aangetroffen. Databanken Er worden geen waarnemingen van amfibieën vermeld. 8

9 3.3 Vogels Terreinbezoeken Gedurende het terreinbezoek, met speciale aandacht voor de huismus en gierzwaluw, werden in en rond de gebouwen geen vogels of aanwijzingen voor (broed)vogels waargenomen. Uitzondering vormde het pand Nieuweweg Hier werden twee nesten aangetroffen, waarvan 1 nog met een achtergebleven onbevrucht ei, van de zwarte roodstaart (Phoenicurus ochruros) (figuren 4, 5 en 6). Figuur 4. Nest van de zwarte roodstaart (Phoenicurus ochruros), boven op een dwarsbalk ter plaatse van pand Nieuweweg Figuur 5. Detailopname van het nest van de zwarte roodstaart (Phoenicurus ochruros). 9

10 Figuur 6. In het nest achtergebleven ei van de zwarte roodstaart (Phoenicurus ochruros). In de aanwezige beplanting rondom de gebouwen, met name aan de achterzijde van het pand Reinaldstraat 7-9 (figuur 3), werden geen vogels of oude nesten aangetroffen. Interview bewoners Enkele bewoners geven aan dat het in de omgeving ontbreekt aan huismussen en gierzwaluwen. Wel zouden vogels in het pand Nieuweweg in het voorjaar/zomer in- en uitvliegen. Welke soort(en) het betrof, konden ze niet duidelijk maken. Gezien de waarnemingen tijdens het terreinbezoek en de gegevens van de databank betreft het waarschijnlijk zwarte roodstaart. Databanken - Provinciale databank: nabij het pand Reinaldstraat 7-9 werd in 2011 een zingend exemplaar van de zwarte roodstaart waargenomen. - NDFF: in 2012 twee fouragerende zwarte roodstaarten. 10

11 3.4 Zoogdieren Terreinbezoeken Er werd gericht gezocht naar het voorkomen van steenmarter en vleermuizen. Vooral de zolder van het pand Reinaldstraat 7-9 had hierbij speciale aandacht. Er is geen aanwijzing (uitwerpselen, haren, prooiresten) aangetroffen voor het voorkomen van deze dieren. Interview bewoners Enkele bewoners geven aan geen vleermuizen of steenmarters waargenomen te hebben. Databanken Er worden geen waarnemingen vermeld. 11

12 3.5 Potentieel voorkomen Vogels In de groenstrook achter het pand Reinaldstraat 7-9 werden tijdens de terreinbezoeken geen vogels waargenomen. Ook werden geen oude nesten aangetroffen. Desondanks lijkt de strook potentieel geschikt als broedbiotoop voor kleinere zangvogels (figuur 7). Figuur 7. Potentieel broedbiotoop voor kleinere zangvogels Vleermuizen Alhoewel tijdens het terreinbezoek geen vleermuizen zijn waargenomen en ook geen waarnemingen van vleermuizen in de databanken zijn opgenomen, is het niet ondenkbaar dat toch vleermuizen aanwezig zijn. In potentie zijn diverse panden, met name Nieuweweg en de zolder van het pand Reinaldstraat 7-9, geschikt voor deze diergroep (figuur 8). De zolder biedt legio schuilplaatsen. De zolder staat op diverse plekken middels kleine openingen in contact met de open lucht. 12

13 Figuur 8. De zolder van het pand Reinaldstraat 7-9, potentieel leefgebied voor vleermuizen. 13

14 3.6 Samenvatting waarnemingen terreinbezoeken en databanken Actueel locatie soort aard waarneming Mergelmuur hoek Nieuweweg 2 muurleeuwenbek 1 pol Reinaldstraat 1 Pand Nieuweweg zwarte roodstaart 2 nesten Omgeving pand Reinaldstraat 7-9 zwarte roodstaart Enkele zingende/ fouragerende exemplaren Potentieel locatie Groenstrook achter pand Reinaldstraat 7-9 Met name panden Reinaldstraat 7-9 en Nieuweweg soortgroep vogels vleermuizen 14

15 4. Toetsing ingreep en waargenomen soorten aan Flora en Faunawet 1) In het kader van de FF-wet valt het slopen van bebouwing onder het belang: uitvoering van werkzaamheden in het kader van ruimtelijke inrichting of ontwikkeling 2) De muurleeuwenbek is geen beschermde plantensoort en valt niet onder de FFwet. Het betreft wel een karakteristieke muurplant. 3) Vogels genieten in het kader van de FF-wet de zwaarste bescherming. De bescherming heeft betrekking op broedende vogels en hun nestplaatsen. De FF-wet maakt onderscheid in broedvogels die jaarrond beschermd zijn (koloniebroeders) of broedvogels die alleen gedurende het broedseizoen beschermd zijn. Tot deze laatste categorie vogels behoort de zwarte roodstaart. Ingrepen in het kader van ruimtelijke inrichting of ontwikkeling op locaties met broedende zwarte roodstaarten dienen plaats te vinden buiten het broedseizoen. Voor ingrepen op dergelijke locaties binnen het broedseizoen dient een ontheffing te worden aangevraagd. De ontheffingsaanvraag zal worden onderworpen aan de zogenaamde uitgebreide toets 1. In de ontheffingsaanvraag zal een voldoende pakket aan mitigerende en compenserende maatregelen moeten worden aangeboden. 4) Vleermuizen behoren net als vogels in het kader van de FF-wet tot de zwaarst beschermde dieren (zogenaamde tabel 3 soorten). Voor ingrepen in het kader van ruimtelijke inrichting of ontwikkeling waarbij verbodsbepalingen worden overtreden, bijvoorbeeld het slopen van panden waarin vleermuizen verblijven, dient een ontheffing te worden aangevraagd. De ontheffingsaanvraag zal worden onderworpen aan de zogenaamde uitgebreide toets. In de ontheffingsaanvraag zal een voldoende pakket aan mitigerende en compenserende maatregelen moeten worden aangeboden. 1 Uitgebreide toets: er wordt gekeken of: - er een alternatief is voor de geplande activiteit - er sprake is van een in of bij de wet genoemd belang - de activiteit de soort in zijn voortbestaan bedreigd. 15

16 5. Conclusies en aanbevelingen 1) Muurleeuwenbek De mergelmuur verdwijnt niet. De groeiplaats blijft gehandhaafd. Er is geen verdere actie noodzakelijk. 2) Zwarte roodstaart - panden vóór slopen controleren op het voorkomen van broedende zwarte roodstaart, met name het pand Nieuweweg Indien de soort niet aanwezig is, kan het pand ook in het broedseizoen gesloopt worden. - panden met nesten van zwarte roodstaart niet slopen gedurende het broedseizoen van de zwarte roodstaart, zijnde half april tot en met juli. - Voor het verloren gaan van (potentieel) broedbiotoop als gevolg van de sloop van panden is geen compensatie nodig, gezien het aantal geschikte vervangende broedlocaties in de directe omgeving. 3) De groenstrook achter het pand Reinaldstraat 7-9 is potentieel broedgebied voor kleinere zangvogels. De strook dient gekapt te worden vóór of ná het broedseizoen (maart juli). 4) Vleermuizen genieten in het kader van de FF-wet de zwaarste bescherming. Alhoewel vleermuizen op de slooplocatie niet zijn aangetroffen, is het niet uit te sluiten dat deze dieren mogelijk toch aanwezig zijn. Met name de loods van het pand Nieuweweg en (de zolder van) het pand Reinaldstraat 7-9 zijn in potentie geschikt voor vleermuizen. Het is aan te bevelen om de eventuele aanwezigheid van vleermuizen nader te laten verkennen. Met behulp van batdetectors kan op een geschikte avond (met hoge vleermuisactiviteit) in het voorjaar of in de zomer relatief snel en eenvoudig gericht onderzocht worden of vleermuizen op de slooplocatie voorkomen en te slopen panden al dan niet gebruiken als verblijfplaats. 16