: Instemming artikel 19 lid 2 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening aangaande het ontwerpbestemmingsplan windpark Eemshaven.

Transcriptie

1 Nummer Onderwerp : B : Instemming artikel 19 lid 2 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening aangaande het ontwerpbestemmingsplan windpark Eemshaven. Korte inhoud : Het verzoek aan de raad is in te stemmen met de hoofdlijnen/ uitgangspunten van het ontwerpbestemmingsplan windpark Eemshaven zodat deze als basis kan dienen om gebruik te maken van artikel 19 lid 2 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) Uithuizen, 16 maart AAN DE RAAD. Inleiding. Millenercy (een joint venture tussen Essent en Koop Holding Europe) heeft het voornemen om op het industrieterrein Eemshaven en in de hieraan grenzende Emmapolder een grootschalig windpark te realiseren. De bouw hiervan past binnen de landelijke en provinciale beleidskaders en binnen de doelstellingen van de initiatiefnemer. Dit bestemmingsplan voorziet in de realisatie van een windturbinepark met 88 windturbines. De nieuwe windturbines worden opgesteld in een rasterpatroon in het Eemshavengebied en in een lijnopstelling in de westelijk hiervan gelegen Emmapolder. Hierbij worden de 134 bestaande windturbines in het plangebied, met een ashoogte van tot 40 meter, vervangen door 88 nieuwe turbines met een ashoogte tot 100 meter. De nieuwe windturbines hebben drie rotorbladen en een rotordiameter van maximaal 90 meter. Uitgangspunt is dat alle nieuwe windturbines van het zelfde type zijn, zodat het nieuwe windpark een eenduidige uitstraling krijgt. Het voorgaande is overeenkomstig de uitgangspunten geformuleerd door de raad van de gemeente Eemsmond d.d. 9 september Ook aan de voorwaarde van participatie is inmiddels voldaan. Voor het binnenterrein (21 windturbines) van de Eemshaven zijn door Groningen Seaports contracten gesloten met particulieren. Op grond van de milieuwetgeving is het voornemen voor het windpark Eemshaven m.e.r.-beoordelingsplichtig. Op grond van de provinciale milieuverordening Groningen is het initiatief zelfs m.e.r- plichtig. Daarom is voor het windpark Eemshaven een MER opgesteld, waarin de milieueffecten van verschillende inrichtingalternatieven inzichtelijk zijn gemaakt. Dit bestemmingsplan is gebaseerd op het inrichtingsalternatief dat in het MER is aangewezen als het meest milieuvriendelijke alternatief. U wordt verzocht in te stemmen met de hoofdlijnen/uitgangspunten van het ontwerpbestemmingsplan windpark Eemshaven, zodat deze als basis kan dienen om gebruik te maken van artikel 19 lid 2 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO). Door gebruik te maken van artikel 19 lid 2 WRO, namelijk vrijstelling van het bestemmingsplan te verlenen, kunnen de windmolens worden gerealiseerd alvorens het bestemmingsplan onherroepelijk is.

2 2 Doel/doelstelling. Zoals aangegeven maakt dit bestemmingsplan de ontwikkeling mogelijk van een windturbinepark in het Eemshavengebied en in de Emmapolder, direct ten westen van de Eemshaven. Op grond van de thans geldende bestemmingsplannen Buitengebied Noord (Eemshaven) en Buitengebied is de realisatie van het windturbinepark niet mogelijk, omdat de locatie en ashoogte (tot 100 meter) van de geplande windturbines niet voldoen aan de geldende bestemmingsplanvoorschriften. Om de realisatie van het windturbinepark mogelijk te maken, dient de huidige regeling voor windturbines uit de geldende bestemmingsplannen te worden vervangen door een nieuwe regeling. Gekozen is voor een regeling in de vorm van een zogenaamde partiële herziening. Dit betekent dat het bestemmingsplan alleen betrekking heeft op die gronden waar sprake zal zijn van een ander gebruik dan is voorzien in de geldende bestemmingsplannen. In dit bestemmingsplan zijn dan ook uitsluitend die gronden opgenomen waar veranderingen optreden ten opzichte van de bestaande situatie. Voor al het overige blijven de eerder genoemde, geldende bestemmingsplannen van toepassing. Het is de bedoeling om de mogelijkheden van de Eemshaven voor de productie van windenergie optimaal te benutten. Er wordt dan ook gestreefd naar een maximalisatie van de energieopbrengst op deze locatie. Hiermee wordt aangesloten bij de provinciale doelstelling om locaties die geschikt zijn voor windenergie zo optimaal mogelijk te gebruiken. De provincie Groningen heeft in 1990 een locatiestudie uitgevoerd naar de geschiktheid van gebieden voor de realisatie van een grootschalig windturbinepark. Deze studie heeft geresulteerd in de nota Windenergie in de provincie Groningen (1991). Op basis hiervan is geconcludeerd dat de Eemshaven en omgeving en Delfzijl en omgeving als meest geschikte gebieden in Groningen zijn aan te merken. Geldende bestemmingsplannen. De bestemming van het gebied waar de nieuwe windturbines worden gerealiseerd, is thans geregeld in twee verschillende bestemmingsplannen: - De bestemming van het Eemshaventerrein is geregeld in het bestemmingsplan Buitengebied Noord (Eemshaven). Dit plan is vastgesteld op 27 mei 1993 en goedgekeurd op 18 januari De bestemming van het omliggende van het omliggende gebied, waaronder ook de Emmapolder, is geregeld in het bestemmingsplan Buitengebied. Dit plan is vastgesteld op 17 september 1998 en goedgekeurd 13 september Genoemde bestemmingsplannen kennen verschillende regimes met betrekking tot de (mogelijke) locatie van windturbines, alsmede verschillende bouwvoorschriften voor windturbines. Beleidskader. In hoofdstuk 3 van het bestemmingsplan worden de beleidskaders besproken. Per overheidsniveau (rijk, provincie en gemeente) is het belangrijkste beleid samengevat, voorzover dat betrekking heeft op de omgeving van de Eemshaven en/of de ontwikkeling van windenergie. In het bestemmingsplan wordt voor wat betreft rijksbeleid nader ingegaan op de BLOW (bestuursovereenkomst Landelijke Ontwikkeling Windenergie 2001, Nota Ruimte (deel 3a) 12 april 2005, Tweede Nota Waddenzee,

3 3 1994, Derde Nota Waddenzee, PKB deel 3 (november 2003) en Nationaal Milieubeleidsplan 4, Daarnaast wordt, voor wat betreft provinciaal en regionaal beleid, besproken: Standpuntbepaling plaatsing 25 MW windpark, 1992, Evaluatieverslag Windrichting, 1997, Energienotitie Provincie Groningen, 1998, Ruimtelijke Perspectieven voor Groningen, 1992, Provinciaal Omgevingsplan (POP), 2000 en Interprovinciaal Beleidsplan Waddenzeegebied (1995). Op gemeentelijk niveau worden de beide van toepassing zijnde bestemmingsplannen besproken, de Strategische visie Eemsmond, 2000 en het Logistiek Masterplan Eemshaven, In het bestemmingsplan Buitengebied Noord (Eemshaven), 1993 heeft de Eemshaven de bestemming Industrieterrein. Daarnaast voorziet het plan in mogelijkheden voor windenergie. In het plangebied wordt rekening gehouden met de plaatsing van maximaal 40 grote windturbines (maximaal 50 meter) op de noorddijk, ten zuiden van het Eemshaventerrein. Verder is een vestigingszone voor grote windturbines langs de zeedijk opgenomen. Ook voorziet het plan in de mogelijkheid om solitaire windturbines op te richten, met een ashoogte van maximaal 15 meter. Voorwaarde hiervoor is dat deze windmolens worden opgericht in aansluiting bij aanwezige bebouwing en dat slechts een windturbine per bestemmingsvlak, bouwvlak of bedrijf. Onder voorwaarden kunnen burgemeester en wethouders vrijstelling verlenen voor windturbines tot een ashoogte van 35 meter. In het bestemmingsplan Buitengebied zijn de bestemmingen geregeld voor het Buitengebied van de gemeente Eemsmond, met uitzondering van de Eemshaven. In dit bestemmingsplan is de Oostpolder bestemd als Landelijke gebied I en de Emmapolder als Landelijke gebied II. De bestemmingen Landelijk gebied I en II zijn in het algemeen gericht op het behoud en herstel van landschappelijk, cultuurhistorisch en natuurlijke waarden. Daarnaast zijn sociaaleconomische doeleinden waaronder de uitoefening van het agrarisch bedrijf, dagrecreatie en wonen toegestaan. Hierbij is de uitoefening van het agrarisch bedrijf bovengeschikt aan de overige toegestane functies. Hierbij is de bestemming Landelijk gebied II specifiek gericht op het behoud en/of herstel van het grootschalig open gebied. Op een gedeelte van het gebied met de bestemming Landelijk gebied I, gelegen ten zuiden van Oudeschip, is een wijzigingsbevoegdheid van toepassing door middel waarvan glastuinbouwbedrijven kunnen worden toegestaan. Ten aanzien van windturbineparken zijn in het bestemmingsplan bestaande parken ten zuiden van de Middendijk, op de Eempolderdijk en op een deel van het Eemshaventerrein aangeduid als windturbinepark. Daarnaast is het gebied tussen de Eemspolderdijk en de Uithuizerpolderdijk voorzien van de aanduiding wijzigingsbevoegdheid windturbines. In dit gebied mogen maximaal 15 turbines worden opgericht met een maximum hoogte van 40 meter. De strategische visie van de gemeente Eemsmond geeft de visie voor Eemsmond in 2030 weer. De Eemshaven vervult hierin de rol van economisch kerngebied met short-sea vervoer en grootschalige, aan agrarische sector gerelateerde bedrijvigheid. Daarnaast heeft het gebied een recreatieve functie.

4 4 Uitgangspunten zijn: - Het verder ontwikkelen van de Eemshaven als nationale doorvoerhaven. - Medewerking verlenen aan een modern kassengebied bij de Eemshaven. - Het opzetten van een toeristisch spoorlijntje naar de Eemshaven. - Het verbeteren van vaarfaciliteiten in het gebied. In de strategische visie is de Oostpolder aangewezen als gebied voor grootschalige glastuinbouw. De begrenzing van dit gebied ligt niet overeenkomstig de begrenzing aangegeven in het provinciaal omgevingsplan Groningen. Dit geldt ook voor het POP II. Beperkingen. In hoofdstuk vier van het bestemmingsplan worden de beperkingen besproken. Deze beperkingen hebben betrekking op het milieu, cultuurhistorie en archeologie en bestaande infrastructuur. Bij het onderwerp milieu worden de onderwerpen bodem, water, natuurwaarden, geluid, externe veiligheid, visuele hinder, reflectie en slagschaduw en luchtkwaliteit onder de loep genomen. Voor wat betreft het onderdeel geluid kan nog worden vermeld dat een aantal woningen binnen de 40 db(a)- contour in de nachtperiode valt. Er worden op dit moment onderhandelingen gevoerd om deze woningen aan te kopen. Daarnaast zullen afhankelijk van het aantal woningen binnen de 40 db(a) contour in het kader van de milieuvergunningverlening voor het windpark nadere eisen worden gesteld aan het geluidsniveau van de windturbines. Onder archeologische en cultuurhistorische elementen worden een aantal dijken genoemd aanwezig in en om het plangebied. Daarnaast wordt ook molen Goliath vermeld. De molenbiotoop wordt gerespecteerd. Voor wat betreft archeologie wordt aangegeven dat de trefkans op archeologische waarden (scheepswrakken) laag is. Bij het onderwerp bestaande infrastructuur wordt aangegeven dat in verband met de veiligheid bij wegen en kabels en leidingen afstanden in acht dienen te worden genomen. Dit naast de beschermingszones waarmee op basis van de bestemmingsplannen rekening mee dient te worden gehouden. Extra aandacht is besteed aan de in het bestemmingsplan Buitengebied Noord (Eemshaven) opgenomen straalpaden. Op grond van de bestemmingsplanvoorschriften mogen binnen een zone met een breedte van 20 meter rondom het straalpad geen objecten worden opgericht met een hoogte van meer dan 7,5 meter. De telecommunicatie via straalverbindingen kan hinder ondervinden van windturbines, als gevolg van reflectie en onderbreking van signalen. Naast de straalpaden lopen en ook nog radarstroken over de Eemshaven. Rijkswaterstaat (RWS) en het Wasser- und Schiffahrtamt (WSA) maken zich dan ook grote zorgen over een ongestoorde radarverbinding. In een werkgroep wordt onderzocht welke mogelijkheden er zijn om toch te komen tot een ongestoorde radarverbinding. Gedacht wordt aan een radarinstallatie in een huidige mast van een windmolen dan wel in een nieuw te plaatsen turbine. ATLAS onderzoekt, in opdracht van Groningen Seaports, de mogelijkheden hiervan. Ruimtelijke ingrepen. Het plan voorziet in de realisatie van een windturbinepark met 88 windturbines met een opgesteld vermogen per turbine van maximaal 3.0 MW. Het nieuwe windturbinepark heeft daarmee een totaal opgesteld vermogen van maximaal 264 MW. De nieuwe windturbines zullen worden opgesteld in een rasterpa-

5 5 troon in het Eemshavengebied en in lijnopstelling in de westelijke hiervan gelegen Emmapolder. Hierbij worden 134 bestaande windturbines, met een ashoogte tot 40 meter, vervangen door 88 nieuwe turbines met een ashoogte van 100 meter. De nieuwe windturbines worden langs bestaande en nog aan te leggen infrastructuur geplaatst. Hierdoor zijn alle turbines goed bereikbaar, bijvoorbeeld in verband met onderhoud. Ook ontstaat er een afgewogen landschappelijke inpassing. Verder leidt de plaatsing langs infrastructuur tot een relatief klein verlies van uitgeefbare terreinen op het industrieterrein, zodat de uitgifte van gronden daar niet wordt bemoeilijkt. Uitvoering. De activiteiten in de uitvoeringsfase zijn veelal van tijdelijke aard. De aanvoer van materialen en onderdelen gebeurt in beginsel over de weg. Gestreefd wordt om de turbineonderdelen zodanig aan te leveren, dat deze direct kunnen worden gemonteerd. De bouw van een windpark van 88 turbines neemt negen à tien maanden in beslag, wanneer gewerkt wordt met een bouwploeg. Infrastructuur. Voor de ontsluiting van het windpark tijdens de bouw wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van de bestaande verharde wegen in het plangebied. Afhankelijk van het uiteindelijke inrichtingsmodel worden eventuele onverharde wegen verhard. De dimensionering van de aan te leggen of aan te passen wegen worden afgestemd op het grondgebruik ter plaatse. Zo dient belemmering van industrieel of landbouwkundig gebruik zo minimaal mogelijk te zijn. Fasering. De bouw van het Windpark Eemshaven vindt gefaseerd plaats, waarbij verschillende deellocaties te onderscheiden zijn. De bouw start aan de oostkant van de Eemshaven, waarna in een tijdsbestek van circa vijf jaar het gehele park zal worden gerealiseerd. Hoewel er, over het gehele plangebied bezien, gedurende de bouwperiode een aantal typen windturbines naast elkaar functioneren, zal er per deellocatie nooit meer dan een type functioneren. Gezien de hoogte van de te plaatsen turbines (100 meter) zal de werking van de huidige turbines met een ashoogte tot 40 meter niet worden beïnvloed. Andersom zal dit evenmin het geval zijn. Na vijf jaar zullen alle huidige turbines zijn verwijderd c.q. vervangen. Beheer. Na de bouw kunnen eventueel nog werkzaamheden en inspectie met een kraan plaatsvinden. In de regel zal onderhoud voornamelijk zonder kraan plaatsvinden. Afhankelijk van het gekozen type windturbine zal maximaal twee keer per jaar preventief onderhoud plaatsvinden; daarnaast vindt er een keer per vijf jaar groot onderhoud plaats. Het uiteindelijke grondoppervlak van het windturbinepark zal beperkt blijven tot het fundatievlak onder de mastvoeten van alle windturbines samen. Het gebied blijft tijdens de gebruiksfase toegankelijk voor publiek, eigenaren en gebruikers van het gebied. Op de gronden tussen de masten kan het huidige gebruik worden voortgezet.

6 6 Stand van zaken. Het MER en het voorontwerpbestemmingsplan hebben inmiddels ter inzage gelegen. Het voorontwerpbestemmingsplan heeft tot en met 9 december 2005 ter inzage gelegen. Zowel in Nederland als in Duitsland (EDR-gebouw te Nieuweschans) heeft een inspraakavond plaatsgevonden. In het kader van 10 Bro heeft de commissie bestemmingsplannen een reactie gestuurd (18 januari 2006, binnengekomen 26 januari 2006). Inmiddels wordt het bestemmingsplan aangepast op basis van de 10 Bro- en inspraakreacties. Na de aanpassing kan het plan ter visie worden gelegd. Na eventuele aanpassing op basis van de binnengekomen zienswijzen gedurende de ter visie legging volgt de vaststelling door de raad en goedkeuring door de provincie. De bouwvergunning kan in principe pas verleend worden nadat het bestemmingsplan onherroepelijk is, even afgezien van artikel 52 Woningwet (coördinatieplicht). De bouwvergunning moet zijn verleend voor 1 juli 2006 om nog voor MEP-subsidie in aanmerking te komen. Daarvoor dient de artikel 19 lid 2 WROprocedure te worden gevolgd, daar niet de bestemmingsplanprocedure kan worden afgewacht. Met zekerheid kan namelijk worden gesteld dat het bestemmingsplan niet onherroepelijk is voor 1 juli Financiële consequenties Aan dit voorstel zijn geen financiële consequenties verbonden. Voorstel Wij stellen u voor in te stemmen met de hoofdlijnen/uitgangspunten van het ontwerpbestemmingsplan windpark Eemshaven, zodat deze als basis kan dienen om gebruik te maken van artikel 19 lid 2 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Burgemeester en wethouders van de gemeente Eemsmond, mr. drs. G.D. Renkema, burgemeester. drs. H.J.J. Groothuis, secretaris.