26 april Het voorkómen van verontreiniging van het oppervlaktewater als gevolg van zware ongevallen bij bedrijven Vervolgonderzoek

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "26 april Het voorkómen van verontreiniging van het oppervlaktewater als gevolg van zware ongevallen bij bedrijven Vervolgonderzoek"

Transcriptie

1 Het voorkómen van verontreiniging van het oppervlaktewater als gevolg van zware ongevallen bij bedrijven Vervolgonderzoek

2

3 Inhoudsopgave 1 Samenvatting 1 2 Aanleiding, doel en werkwijze Aanleiding Doel en afbakening Werkwijze 4 3 Resultaten en conclusies Overall conclusie Aanmerkelijke risico s Sturing en verantwoording t.a.v. het BRZO-traject Niet BRZO-bedrijven met een Wvo-vergunning Toegenomen risico s Randvoorwaarden BRZO-taken Risicoanalysemodel Proteus 9 Bijlage 1 11 Referenties 11 Bijlage 2 13 Aankondiging vervolgonderzoek 13 Bijlage 3 17 Resultaten vervolgonderzoek bij RWS m.b.t. overige risico s 17 Bijlage 4 23 Resultaten vervolgonderzoek bij DGW en Inspectie V&W 23

4

5 1 1 Samenvatting Rijkswaterstaat heeft nog steeds onvoldoende aandacht voor het voorkómen van verontreiniging van oppervlaktewater als gevolg van zware ongevallen bij bedrijven. In 2004 is de audit Het voorkomen van verontreiniging van het oppervlaktewater als gevolg van zware ongevallen bij bedrijven gehouden, hierna audit BRZO 1 (IVW, 2004). Als reactie op deze audit heeft Rijkswaterstaat een verbeterplan opgesteld (RWS, 2004b). Ook heeft de Inspectie V&W adviezen uitgebracht aan Directoraat Generaal Water (DGW) en de unit Toelating en Continuering van de Inspectie Verkeer &Waterstaat. Vervolgens heeft de Inspectie V&W van november 2006 tot en met januari 2007 een vervolgonderzoek bij Rijkswaterstaat uitgevoerd. Doel hiervan was vast te stellen in hoeverre de verbeteracties van Rijkswaterstaat zijn uitgevoerd, of de geconstateerde risico s zijn gereduceerd dan wel weggenomen, en in hoeverre de adviezen van Inspectie V&W zijn opgevolgd. Onderstaande zaken zijn vastgesteld. - De twee geconstateerde aanmerkelijke risico s zijn niet verminderd. Het betreft de niet-uniforme/inefficiënte aanpak bij de uitvoering BRZO en het geen gebruik maken van een uniform afwegingskader, hetgeen leidt tot een aanmerkelijk milieurisico bij niet-brzo-bedrijven met Wvo 2 - vergunning. - Er heeft geen corporate aansturing door Rijkswaterstaat plaatsgevonden om de acties uit het verbeterplan te realiseren. Het organisatorische risico blijft daardoor aanwezig. Er zijn wel verbetermaatregelen geïnitieerd, maar de werking ervan kon niet worden aangetoond, waardoor een aanzienlijk milieurisico blijft bestaan. - Een tweetal kleinere risico s is toegenomen, waardoor ten eerste de kans bestaat dat de wettelijke BRZO-taak niet wordt uitgevoerd. Ten tweede blijkt het risicomodel (Proteus), dat bedrijven moeten gebruiken om een risico-inschatting te maken, veel problemen te kennen. Risico uit audit 2004 Vervolgonderzoek 2007 Sturing en verantwoording t.a.v. het BRZO-traject Risico niet gereduceerd Niet BRZO-bedrijven met een Wvo-vergunning Risico niet gereduceerd Randvoorwaarden BRZO-taken Risico toegenomen Risicomodel Proteus Risico toegenomen 1 BRZO = Besluit Risico s Zware Ongevallen Wet verontreiniging oppervlaktewateren

6 2

7 3 2 Aanleiding, doel en werkwijze 2.1 Aanleiding De heeft van november 2006 tot en met januari 2007 een vervolgonderzoek bij Rijkswaterstaat uitgevoerd naar de audit Het voorkomen van verontreiniging van het oppervlaktewater als gevolg van zware ongevallen bij bedrijven, hierna audit BRZO (IVW, 2004) 1. Als reactie op de audit BRZO heeft Rijkswaterstaat een verbeterplan opgesteld (RWS, 2004b). Naar aanleiding van de audit heeft de Inspectie V&W bovendien beleidsadviezen uitgebracht aan Directoraat Generaal Water en de unit Toelating en Continuering van de Inspectie V&W. Dit vervolgonderzoek is, als quick-scan, aangekondigd in de inspectieverklaring van de Inspectie V&W (IVW, 2004). 2.2 Doel en afbakening Het doel van dit vervolgonderzoek is vast te stellen in hoeverre de acties in het verbeterplan van Rijkswaterstaat zijn uitgevoerd en of de geconstateerde risico s zijn gereduceerd of weggenomen. Dit vervolgonderzoek richt zich met name op onderstaande risico s: Sturing en verantwoording t.a.v. het BRZO-traject; Niet BRZO-bedrijven met een Wvo-vergunning; Randvoorwaarden BRZO-taken; Risicomodel Proteus. Tevens zijn de overige in de audit geconstateerde risico s alsmede de verbeteracties van Rijkswaterstaat ten aanzien hiervan geanalyseerd (bijlage 3). Ten slotte wordt in dit vervolgonderzoek vastgesteld in hoeverre de beleidsadviezen van zijn opgevolgd (bijlage 4). 1 BRZO = Besluit Risico s Zware Ongevallen 1999

8 4 2.3 Werkwijze Het vervolgonderzoek is medio juli 2006 aangekondigd bij de Directeur-Generaal van Rijkswaterstaat (zie bijlage 2). Tevens is hierbij het verzoek gedaan informatie en documentatie over de voortgang en realisatie van de verbeteracties aan te leveren. De opzet was om een analyse uit te voeren op basis van de beschikbaar gestelde informatie en documentatie. Vervolgens zouden de resultaten van de analyse ter verificatie aan een aantal regionale diensten worden voorgelegd. Gebleken is echter dat er geen corporate aansturing is geweest voor de realisatie van de verbeteracties naar aanleiding van de audit BRZO. De vooraf aangekondigde werkwijze kon daarom niet worden gehanteerd. De gewenste documentatie en informatie zijn verkregen door het onderzoek uit te voeren bij de regionale diensten Zuid-Holland, Zeeland en Noord-Holland. Daarnaast zijn het RIZA en de van de Inspectie V&W in het onderzoek betrokken. Voor het onderzoek is een aantal medewerkers van de betrokken regionale diensten, het RIZA en de Inspectie V&W geïnterviewd. Daarbij is met name aandacht geweest voor de aanmerkelijke risico s uit de audit BRZO. Van de interviews zijn verslagen gemaakt die voor wederhoor aan de betrokken zijn voorgelegd. De naar aanleiding van de interviews beschikbaar gestelde documentatie is tevens in het onderzoek betrokken. Het concept van dit rapport is voorgelegd aan de geïnterviewden bij de betrokken regionale diensten, het RIZA en de Inspectie V&W. Op deze wijze is de mogelijkheid geboden te reageren op het conceptrapport met als doel feitelijke onjuistheden te corrigeren.

9 5 3 Resultaten en conclusies Centraal in dit hoofdstuk staan de resultaten ten aanzien van de in de audit geconstateerde twee aanmerkelijke risico s en de twee aspecten waarvan het risico is toegenomen. De resultaten van de overige verbeteracties van Rijkswaterstaat worden gegeven in bijlage 3. In bijlage 4 komen ten slotte de resultaten aan bod van de verbeteracties als gevolg van de adviezen aan DGW en IVW. Dit hoofdstuk en de bijlagen 3 en 4 geeft per risico de volgende zaken. Het risico uit het auditrapport (IVW, 2004a) en de geformuleerde verbeteractie van Rijkswaterstaat (RWS, 2004b): de verwachte situatie. De resultaten van het vervolgonderzoek: de aangetroffen situatie. De conclusie van het vervolgonderzoek: het verschil tussen de verwachte situatie en de aangetroffen situatie, de mogelijke gevolgen van het verschil en de invloed op het tijdens de audit geconstateerde risico. 3.1 Overall conclusie De risico s, die geconstateerd zijn tijdens de audit, zijn niet significant gereduceerd of weggenomen. Voor twee risico s is vastgesteld dat er een toename is als gevolg van (organisatorische) ontwikkelingen tussen het moment van de audit en het vervolgonderzoek. Tijdens het vervolgonderzoek is geconstateerd dat corporate geen initiatieven zijn genomen en/of coördinatie is geweest om de acties uit het verbeterplan te realiseren. Dit gebrek aan corporate aansturing is de belangrijkste reden dat de tijdens de audit geconstateerde risico s niet significant zijn gereduceerd of weggenomen. Wel hebben zowel Rijkswaterstaat als de Inspectie V&W sinds de uitvoering van de audit diverse verbeteracties gestart. Voor Rijkswaterstaat heeft de Adviesgroep Emissies (AGE) en de RWS Werkgroep Risico s/brzo dit gedaan. Bij de Inspectie V&W was dat de.

10 6 3.2 Aanmerkelijke risico s Sturing en verantwoording t.a.v. het BRZO-traject Risico auditrapport Er is onvoldoende (bij)sturing vanuit het hoofdkantoor 1 Rijkswaterstaat of de Inspectie V&W. Daarnaast vindt er beperkte verantwoording plaats door de regionale directies. Bovenstaande kan leiden tot een niet-uniforme en/of inefficiënte aanpak waarbij de zorgvuldigheid niet of onvoldoende geborgd is. Hierdoor is het mogelijk dat de risico s op verschillende wijze beheerst worden. Dit brengt een aanmerkelijk organisatorisch risico met zich mee, eventueel gevolgd door een gering politiek risico. Geformuleerde verbeteractie Rijkswaterstaat RWS stuurt op de uitvoering van de Wvo waar de risico's van zware ongevallen (BRZO) een onderdeel van uitmaken, maar niet apart op BRZO. Samen met Inspectie V&W start RWS een project professionalisering Emissiebeheer 2, waarin op basis van risicoanalyse en selectie van risicoactiviteiten, dit soort risico's (van BRZO en niet-brzo bedrijven) systematisch wordt beoordeeld. Aanvulling: Deze beoordeling zal tevens aan DGW ter toetsing worden voorgelegd. De uitkomst van deze risicoanalyse bepaalt eventuele noodzakelijke vervolgstappen. Het project professionalisering Emissiebeheer zal een gestructureerd kader geven voor sturing en verantwoording van het BRZO traject. Tevens wordt de Adviesgroep Emissies (AGE) om advies gevraagd op welke wijze de kritische massa voor het beoordelen van de risico's bij zware ongevallen (BRZO bedrijven en niet-brzo bedrijven met Wvo-vergunning) vergroot kan worden. Dit kan bereikt worden door concentratie van de beoordeling bij een of enkele RD's of bij het RIZA. Ik wacht het advies van de AGE af en zal op basis van dat advies een besluit voor vergroting van de kritische massa voorbereiden. Ook dit zal de sturing en verantwoording van het BRZO traject vergroten. Resultaten vervolgonderzoek Sturing en verantwoording vinden plaats via producten op basis van de afspraken in een Managementcontract 3. Het blijkt dat de BRZO-taak niet specifiek als product is benoemd en deze daarom onder druk komt te staan. Het project DOEN heeft daarin nog geen aantoonbare verandering gebracht, aangezien het 1 Het hoofdkantoor RWS is Staf DG. 2 Het project Professionalisering emissiebeheer is hernoemd naar Diensten Optimalisatie Emissiebeheer Nat, kortweg DOEN. 3 Het managementcontract is een contractvorm tussen de Directeur-Generaal van Rijkswaterstaat en een Hoofdingenieur-Directeur van een regionale of specialistische dienst die in gebruik is genomen sinds het moment dat Rijkswaterstaat een baten-lasten dienst is in Dit is na de uitvoering van de audit.

11 7 de prioriteit van de BRZO-taken in het gehele takenpakket van Rijkswaterstaat nog niet heeft vastgesteld (zie ook en bijlage 3 bevinding 1). De AGE heeft het project Uniformeren werkwijzen RWS in het kader van BRZO 99 (Syncera, 2006a) gestart. Doel hiervan is te komen tot een uniformering van de werkwijze van BRZO-taken. Het project moet input geven aan een door Rijkswaterstaat op te stellen uitvoeringskader. Het project is afgebakend tot één van de vier categorieën BRZO-bedrijven, namelijk de bedrijven die een veiligheidsrapportage moeten opstellen en tevens Wvo-plichtig zijn. De Inspectie V&W heeft een inspectiekader opgesteld dat een bijdrage zal leveren aan de uniformering van de werkzaamheden. Het inspectiekader is in concept beschikbaar; verwacht wordt dat dit kader in de loop van 2007 een formele status krijgt. Met het inspectiekader heeft de Inspectie V&W invulling gegeven aan het gegeven advies naar aanleiding van de audit (zie bijlage 4 bevinding 1). De AGE heeft geen advies gegeven om te komen tot een vergroting van de kritische massa door concentratie van de werkzaamheden bij één regionale dienst of het RIZA. Bovendien geven de geïnterviewden aan dat de AGE geen overlegorgaan is dat adviseert over organisatorische aspecten. Dit is een primaire taak van de directie van Rijkswaterstaat. Conclusie(s) vervolgonderzoek De door Rijkswaterstaat geformuleerde verbeteracties hebben nog niet geleid tot een betere sturing en verantwoording ten aanzien van het BRZO-traject. Een efficiëntievergroting door concentratie van de werkzaamheden heeft niet plaatsgevonden. Wel zijn er initiatieven genomen om tot een uniforme werkwijze te komen. Deze initiatieven zijn echter beperkt en de werking kan nog niet worden aangetoond. De tijdens de audit geconstateerde risico s zijn niet verminderd Niet BRZO-bedrijven met een Wvo-vergunning Risico auditrapport De risico s voor het oppervlaktewater worden veelal beoordeeld op basis van expert judgement en gezond verstand. De afweging om de in CIW nota (RWS, 1999) beschreven Stand der veiligheidstechniek toe te passen wordt bij twee directies niet gemaakt en bij één directie pas sinds kort. Hierdoor is het mogelijk dat er te weinig expliciete aandacht is voor het beperken van de risico s op verontreiniging van het oppervlaktewater. Dit betekent een aanmerkelijk milieurisico. In geval van een verontreiniging als gevolg van aan zwaar ongeval betekent dit tevens een gering politiek risico. Geformuleerde verbeteractie Rijkswaterstaat Ik zal door de regionale directies aan de hand van een risicobeoordeling een inventarisatie laten maken. Het gaat dan om de niet-brzo bedrijven met een

12 8 Wvo-vergunning, die bij zware ongevallen een significant milieurisico kunnen opleveren. Deze inventarisatie zal dan leidend zijn bij herzieningen van de Wvo vergunning en voor zover de zwaarte van het risico dat rechtvaardigt, zal de stand der veiligheidstechniek in de beoordeling worden meegenomen. Resultaten vervolgonderzoek Onder leiding van de RWS Werkgroep Risico s/brzo wordt een inventarisatie gemaakt van niet-brzo bedrijven met een Wvo-vergunning. Hiermee kunnen de werkzaamheden worden ingeschat. Deze inventarisatie is nog niet afgerond. Uit het plan van aanpak (RWS, 2006a) blijkt dat de inventarisatie het gewenste inzicht kan geven. De bestaande Wvo-vergunningen zijn nog niet herzien op basis van de inventarisatie en in afstemming met de geldende CIW-richtlijnen. Bij nieuwe vergunningen en vergunningen die om andere redenen worden herzien, wordt tevens nog niet afgestemd met de geldende CIW-richtlijnen (RWS, 1999 en CIW, 2000). Implementatie van het nog op te stellen uitvoeringskader van Rijkswaterstaat en het in concept beschikbare inspectiekader (IVW, 2006) van de Inspectie V&W kan hierin verandering brengen. Met het inspectiekader heeft de Inspectie V&W invulling gegeven aan het advies aan DGW om de status van de CIW-richtlijnen vast te stellen (zie bijlage 4, bevinding 4). Conclusie vervolgonderzoek Door de inventarisatie van de niet-brzo bedrijven met een Wvo-vergunning, het nog op te stellen uitvoeringskader en het in concept beschikbare inspectiekader, zal er expliciete aandacht zijn voor het beperken van risico s op verontreiniging van oppervlaktewater. Rijkswaterstaat kan de werking van deze geïnitieerde verbetermaatregelen in de uitvoering echter nog niet aantonen. De risico s, zoals geconstateerd tijdens de audit, zijn daarom niet gereduceerd. 3.3 Toegenomen risico s Randvoorwaarden BRZO-taken Risico auditrapport Door de regionale directies van Rijkswaterstaat zijn randvoorwaarden ingevuld voor het uitvoeren van de wettelijke adviestaak die Rijkswaterstaat heeft ten aanzien van het BRZO. Voor de overige werkzaamheden, om de risico s voor het oppervlaktewater als gevolg van een zwaar (industrieel) ongeval te beheersen, zijn de randvoorwaarden niet expliciet benoemd. Deze zitten impliciet in de Wvo-middelen. Hierdoor is het mogelijk dat de uitvoering van deze werkzaamheden een keer stagneert. Dit is een organisatorisch aandachtspunt.

13 9 Geformuleerde verbeteractie Rijkswaterstaat De wettelijke adviestaken ten aanzien van BRZO zijn ingevuld, maar voor de niet-wettelijke taken zijn de randvoorwaarden niet expliciet benoemd. Deze bevinding wordt (h)erkend. Onder leiding van IVW-DW unit VV 1 wordt een projectplan professionalisering Emissiebeheer opgesteld. Bij de uitvoering van dit projectplan zullen randvoorwaarden voor de niet-wettelijke taken een eigen plaats krijgen. Resultaten vervolgonderzoek Met het project DOEN zouden de randvoorwaarden voor de niet-wettelijke BRZO-taken moeten worden bepaald. Dit project is echter nog in ontwikkeling en dus nog niet geïmplementeerd in de organisatie. Het project heeft deze randvoorwaarden daarmee nog niet expliciet benoemd. In de Handhavingsuitvoeringsprogramma s (HUP) of Jaar uitvoeringsprogramma s (JUP) worden tijd en middelen gereserveerd voor BRZO-taken, maar deze hebben betrekking op de wettelijke adviestaak. Bovendien geldt dat bij de regionale dienst Zeeland deze onder druk staat omdat BRZO niet als product is benoemd in het Managementcontract. De regionale dienst Noord-Holland ervaart de gereserveerde tijd als zeer krap. De regionale dienst Zuid-Holland mist duidelijke keuzes op landelijk niveau als het gaat om de prioriteit die de BRZO-taken in het totale takenpakket hebben. Conclusie vervolgonderzoek De randvoorwaarden voor de niet BRZO-taken zijn door het project DOEN nog niet expliciet benoemd. Deze zitten nog steeds impliciet in de Wvo-middelen. Omdat de volledige BRZO-taak niet expliciet wordt genoemd in de managementcontracten, ontstaat zelfs de kans dat ook de wettelijke taak niet wordt uitgevoerd. Er is daarom nu sprake van een toename van het risico tot een gering organisatorisch risico Risicoanalysemodel Proteus Risico auditrapport De resultaten uit Proteus (de milieurisico s) worden bepaald door de (on)juistheid en (on)volledigheid van de invoer. Door de directies wordt dit onderkend en ze besteden hier veel aandacht aan, meer dan wenselijk wordt geacht. Daarnaast is het door gebruiksproblemen van het model voor de bedrijven frustrerend en tijdrovend om de Milieurisicoanalyse uit te voeren. De voortgang van het proces kan hierdoor in het geding komen, hetgeen een gering organisatorisch risico betekent. 1 IVW-DW unit VV is nu Inspectie V&W, Toezichtseenheid Waterbeheer, unit Toelating en Continuering.

14 10 Geformuleerde verbeteractie Rijkswaterstaat Door RWS wordt het model Proteus gebruikt voor de Milieurisicoanalyse. Het model wordt in 2004 verbeterd. Vooral de kwaliteit van de invoergegevens is van belang voor de output van Proteus. Jaarlijks wordt een afweging gemaakt van de kosten van een verdere verbetering van Proteus tegen de meerwaarden van een verbeterd Proteus model voor de Milieurisicoanalyse. In de onderzoeksprogrammering STUURBOORD wordt deze afweging door de gezamenlijke RD s tezamen met IVW gemaakt. Resultaten vervolgonderzoek Al in de onderzoeksperiode van de audit werd gewerkt aan een verbeterd model van Proteus. De implementatie van dit verbeterde model gaf veel problemen en frustraties bij regionale diensten van Rijkswaterstaat. De oplevering van de tweede versie is al meerdere malen uitgesteld. De regionale dienst Zeeland heeft een aantal bedrijven daarom uitstel gegeven van de kwantitatieve risicoanalyse via Proteus. De regionale dienst Zuid-Holland geeft aan dat het erg moeilijk is afspraken met bedrijven te maken over de uitvoering van een kwantitatieve risicoanalyse via Proteus. Ook worden de resultaten uit het verbeterde risicoanalysemodel niet vertrouwd. Dit geeft de regionale dienst Noord-Holland ook aan. De regionale diensten geven aan dat de geloofwaardigheid van Rijkswaterstaat in het geding is en dat Rijkswaterstaat blijvende imagoschade kan oplopen. Conclusie vervolgonderzoek De resultaten uit het verbeterde model van Proteus worden nog steeds niet vertrouwd door de regionale diensten. Ook de gebruiksproblemen van het model voor de bedrijven zijn nog niet verdwenen. Bovendien ging de implementatie van het nieuwe model met veel problemen en vertraging gepaard. Omdat het draagvlak en het vertrouwen in het (verbeterde) model verder zijn afgenomen, is er sprake van een toename van het risico tot een aanmerkelijk organisatorisch risico. Met name het imago van Rijkswaterstaat staat hierdoor onder druk.

15 11 Bijlage 1 Referenties CIW, 2000: Commissie Integraal Waterbeheer. Integrale aanpak van risico s van onvoorziene lozingen. Den Haag: februari IVW, 2004a:,, Auditrapport Het voorkomen van verontreiniging van het oppervlaktewater als gevolg van zware ongevallen bij bedrijven. Lelystad: juli IVW, 2004b:,, Risicoanalyse Werkprocessen Waterkwaliteit en veiligheid en Waterkwantiteit. Lelystad: september IVW, 2005a:,, Inspectieverklaring nav. audit Het voorkomen van verontreiniging van het oppervlaktewater als gevolg van zware ongevallen bij bedrijven. Lelystad: januari IVW, 2005b:,, Beleidsadvies aan DGW. Lelystad: april IVW, 2005c:,, Beleidsadvies aan IVW. Lelystad: maart IVW, 2005d:,, Meerjarenplan unit Audit Lelystad: november IVW, 2006a:,, Uitvoeringskader: De basis voor het uitvoeren van inspectieonderzoeken. Lelystad: juni IVW, 2006b:,. Concept-Inspectiekader: Implementatie Risico's onvoorziene lozingen, Inspectiekader voorkómen van verontreiniging van het oppervlaktewater als gevolg van zware ongevallen bij bedrijven. Lelystad: oktober RWS, 1999: Rijkswaterstaat, Rijksinstituut Integraal Zoetwaterbeheer en Afvalwaterbehandeling. Stand der veiligheidstechniek, Ten behoeve van de preventieve aanpak van de risico s van onvoorziene lozingen, RIZA rapport Lelystad: mei RWS, 2004a: Rijkswaterstaat, Regionale dienst Zeeland. Gerards BRZOTestament. Middelburg: 8 september RWS, 2004b: Rijkswaterstaat. Verbeterplan nav. audit "Het voorkomen van verontreiniging van het oppervlaktewater als gevolg van zware ongevallen bij bedrijven". Den Haag: december 2004 RWS, 2005: Rijkswaterstaat, Rijksinstituut voor Kust en Zee. Wat zijn de mogelijke risico s voor de waterkwaliteit van het Noordzeekanaal bij calamiteiten? CONCEPT. Den Haag: 1 december RWS, 2006a: Rijkswaterstaat. Plan van Aanpak Project Inventarisatie bedrijven (Wvo vergunning) met een potentieel risico voor oppervlaktewater. Fase 2. Lelystad: 5 april 2006.

16 12 RWS, 2006b, Rijkswaterstaat werkgroep Risico s onvoorziene lozingen/brzo. Diverse verslagen. Lelystad: 2006 RWS, 2007: Rijkswaterstaat, Regionale dienst Zeeland. Managementcontract Middelburg: 12 december Syncera, 2006a: Syncera milieu in opdracht van RWS RIZA. Uniformering werkwijzen RWS i.h.k.v. BRZO 99. Delft: 4 april Syncera, 2006b: Syncera milieu in opdracht van RWS ZH. Aanpak MRA beoordeling Definitief. Delft: 29 november 2006.

17 13 Bijlage 2 Aankondiging vervolgonderzoek

18 14

19 15

20 16

21 17 Bijlage 3 Resultaten vervolgonderzoek bij RWS m.b.t. overige risico s Bevinding 1: Managementafspraken Risico auditrapport Verbeteractie Rijkswaterstaat Resultaten vervolgonderzoek Conclusie vervolgonderzoek Voor de categorie VR-bedrijven hebben de regionale directies de strategische doelformuleringen en uitgangspunten duidelijk geformuleerd in managementafspraken. De categorie PBZO-bedrijven is niet expliciet benoemd, maar wordt veelal meegenomen onder het taakveld van de Wvo. Voor het Wvospoor zijn managementafspraken geformuleerd, maar er wordt niet expliciet stilgestaan bij het voorkómen van verontreiniging van het oppervlaktewater als gevolg van een zwaar industrieel ongeval. Omdat Rijkswaterstaat de categorie bedrijven die niet onder het BRZO vallen en geen Wvovergunning hebben (alleen Wm-vergunning) niet benoemt, kan de basis voor een goede bedrijfsvoering aangaande deze categorie ontbreken. Vragen van het bevoegd gezag Wm kunnen hierdoor mogelijk niet worden beantwoord of gaan ten koste van andere geplande activiteiten. Hierdoor ontstaat een gering organisatorisch risico. Ik herken en erken uw bevinding dat er voor BRZO/VR bedrijven en BRZO/PBZO bedrijven managementafspraken zijn en voor bedrijven met alleen een Wm vergunning niet. Indien bij de verdere professionalisering emissiebeheer tot een andere onderbouwde prioritering wordt gekomen t.a.v. de categorie bedrijven met alleen een Wvo-vergunning dan zal dit structureel in de managementafspraken binnen RD s worden opgenomen (via kaderstelling Inspectie V&W en/of aanvulling CIW-richtlijn). Het project professionalisering Emissiebeheer, hernoemt tot Diensten Optimalisatie Emissiebeheer Nat (DOEN), is nog in ontwikkeling. Het project heeft daarom (nog) niet geleid tot een herprioritering van de taken van de regionale diensten als waterbeheerder. De plaats van de BRZO-taken binnen het totale takenveld is ook nog niet duidelijk. Structurele managementafspraken over de categorie bedrijven met alleen een Wvovergunning kunnen niet gemaakt zijn of zijn niet gemaakt. Uit de gesprekken bij de regionale diensten blijkt dat met name de VR bedrijven aandacht krijgen. De door Rijkswaterstaat geformuleerde verbeteracties zijn geïnitieerd maar hebben nog niet geleid tot een reductie van het geringe organisatorische risico. Status: geïnitieerd Opzet en bestaan: opzet nog niet duidelijk zodat geen inschatting gemaakt kan worden van een toekomstige risicoreductie Werking: kan niet aangetoond worden Prioriteit van BRZO-taken nog steeds niet duidelijk.

22 18 Bevinding 8: Het advies aan het bevoegd gezag Wm Risico auditrapport Verbeteractie Rijkswaterstaat Resultaten vervolgonderzoek Conclusie vervolgonderzoek Tijdens de audit is geconstateerd dat Rijkswaterstaat het bevoegd gezag Wm over het Veiligheidsrapport en de Milieurisicoanalyse heeft geadviseerd. Er is invulling gegeven aan Door veel aandacht voor de kwaliteit van het RWS advies op het Veiligheidsrapport en de Milieurisicoanalyse is de tijdigheid van het advies soms in het gedrang gekomen. RWS erkent dit Er heeft nog geen vergroting van de kritische massa plaatsgevonden door concentratie van de werkzaamheden bij een regionale dienst of het RIZA op basis van een advies van het AGE. De door Rijkswaterstaat geformuleerde verbeteractie is niet aantoonbaar geïnitieerd en heeft daarom nog niet geleid tot een reductie van het organisatorische aandachtspunt. de wettelijke adviesrol. De kwaliteit van het probleem dat wordt veroorzaakt door het Status: onbekend advies heeft daarbij een hoge prioriteit gehad. beperkte aantal deskundigen bij de regionale Bovendien wordt aangegeven dat het AGE Opzet en bestaan: voor het vergroten van De tijdigheid is hierdoor soms in het gedrang gekomen. Het tijdig verstrekken van het advies directies dat deze BRZO zaken kan behandelen. Rijkswaterstaat zal de AGE vragen nog in 2004 geen overlegorgaan is dat adviseert over organisatorische aspecten. Dit is een primaire de kritische massa zijn nog geen aantoonbare acties ondernomen. blijft derhalve een organisatorisch een advies te geven over de aanpak van dit taak van de directie. Werking: kan niet aangetoond worden aandachtspunt. probleem van (te) geringe 'kritische massa'. Organisatie van advisering niet verbeterd.

23 19 Bevinding 9: Het uitvoeren van inspecties Risico auditrapport Verbeteractie Rijkswaterstaat Resultaten vervolgonderzoek Conclusie vervolgonderzoek Rijkswaterstaat neemt vaak deel aan de eerste gezamenlijke inspecties met de overige bevoegde gezagen. Aan de herinspecties wordt niet of in beperkte mate deelgenomen waardoor de controle op de uitvoering van de verbetermaatregelen en bijvoorbeeld het functioneren van het Veiligheidsbeheersysteem RWS neemt wel deel aan de eerste BRZOinspecties, maar niet aan de latere herinspecties. Deels wordt dit ondervangen door bij Wvoinspecties ook te letten op BRZO aspecten. Rijkswaterstaat zal aan Inspectie V&W vragen een inspectiekader te maken om systematisch bij Wvo-inspecties ook te letten op BRZO Rijkswaterstaat heeft geen verzoek gedaan aan de Inspectie V&W om een inspectiekader op te stellen. Het inspectiekader is opgesteld naar aanleiding van het advies aan de Inspectie V&W (zie bijlage 4, bevinding 1). Het opgestelde inspectiekader geeft De door Rijkswaterstaat geformuleerde verbeteracties hebben niet geleidt tot een verzoek aan de Inspectie V&W. De Inspectie V&W heeft wel een inspectiekader opgesteld maar dat geeft geen richtlijnen voor (her)inspecties. Er is geen reductie van het geringe milieu-risico. niet voldoende geborgd is. De reguliere Wvoinspecties aspecten. minimumeisen waaraan Rijkswaterstaat moet Status: afronding richten zich namelijk op andere voldoen. Opzet en bestaan: opzet beperkt tot aspecten waarbij niet altijd naar de uitvoering van de BRZO-verbetermaatregelen wordt Het inspectiekader regelt geen uitvoeringszaken en kan daarom niet dienen als minimumeisen waaraan Rijkswaterstaat moet voldoen gekeken. Dit leidt ertoe dat de risico s op kader bij (her)inspecties voor de BRZO-taken. Werking: kan nog niet aangetoond worden verontreiniging van het oppervlaktewater niet of onvoldoende worden gesignaleerd, hetgeen een gering milieurisico betekent. Uitvoering inspecties nog niet geregeld.

24 20 Bevinding 10: Laagdrempelige bedrijven Risico auditrapport Verbeteractie Rijkswaterstaat Resultaten vervolgonderzoek Conclusie vervolgonderzoek PBZO 1 bedrijven vormen door de aard en hoeveelheid van de aanwezige stoffen niet per definitie een groter risico voor de kwaliteit van het oppervlaktewater dan een Wvo-vergund bedrijf dat buiten het BRZO valt. Rijkswaterstaat heeft ten aanzien van deze categorie geen wettelijke verplichting, maar mag een zekere alertheid ten toon spreiden. Door Rijkswaterstaat wordt in een aantal gevallen een bewuste afweging gemaakt hoe deze PBZObedrijven te behandelen, namelijk via het Wvospoor of via het BRZO. Deze afweging wordt niet duidelijk door elke directie uitgevoerd. Bij ondoordachte behandeling volgens het Wvospoor bestaat de mogelijkheid dat goed toepasbare PBZO-instrumenten en maatregelen ten onrechte niet worden benut. Bijvoorbeeld ten aanzien van het functioneren van het Veiligheidsbeheersysteem en de uit- en doorvoering van de specifieke technische verbetermaatregelen. Hierdoor is het mogelijk dat de risico s voor het oppervlaktewater bij deze bedrijven onvoldoende beheerst worden, hetgeen een gering milieurisico betekent. Rijkswaterstaat handelt niet overal gelijkelijk t.a.v. PBZO bedrijven. Soms worden ze via het Wvo spoor (al of niet met specifieke aandacht voor BRZO aspecten) meegenomen soms via het BRZO spoor. Rijkswaterstaat zal ook de laagdrempelige PBZO bedrijven expliciet bij de inspectiestrategie van Wvo-bedrijven meenemen. Rijkswaterstaat heeft geen strategie ontwikkeld in welk spoor deze bedrijven beoordeeld zullen worden: Wvo-spoor of BRZO-spoor. Het blijkt dat de aanpak van de verschillende regionale diensten niet uniform is. De dienst Zeeland behandelt alle bedrijven altijd in het BRZO-spoor. Bij de dienst Noord-Holland gaan de PBZO bedrijven mee in het vergunningenspoor, dus Wvo-spoor. De dienst Zuid-Holland ziet, bij behandeling in het BRZO-spoor, bevoegdheidsproblemen: zij vraagt zich af of je PBZO bedrijven kan dwingen BRZO-maatregelen te treffen. De door Rijkswaterstaat geformuleerde verbeteracties is niet geïnitieerd. Er is nog geen gekozen inspectiestrategie waarbij de PBZObedrijven expliciet worden meegenomen. Het geringe milieurisico blijft daardoor bestaan Status: geen uitvoering Opzet en bestaan: - Werking: - Uniformiteit behandeling PBZO-bedrijven niet geregeld. 1 PBZO = Bedrijven die een hun PreventieBeleid ten aanzien van Zware Ongevallen dienen vast te leggen in een PBZO-document

25 21 Bevinding 12: Niet-Brzo bedrijven zonder Wvo-vergunning Risico auditrapport Verbeteractie Rijkswaterstaat Resultaten vervolgonderzoek Conclusie vervolgonderzoek Het bevoegd gezag Wm is verantwoordelijk voor de vergunningverlening in het kader van de Wet milieubeheer. Rijkswaterstaat is verantwoordelijk voor de kwaliteit van het oppervlaktewater. Van Rijkswaterstaat mag alertheid worden verwacht op de Rijkswaterstaat zal de regionale diensten verzoeken om structureel overleg te voeren (minimaal 1 keer per jaar) met de provincies en daarbij de risico's van zware ongevallen aan de orde te stellen. (N.B. voor de grotere bedrijven is de provincie veelal het bevoegde Wm gezag). De regionale diensten nemen deel aan diverse overlegvormen met het Bevoegd gezag Wm, deze zijn echter niet gebaseerd op het verzoek dat Rijkswaterstaat heeft gedaan en wat is geformuleerd in de verbeteractie. Ook zijn er impliciete of expliciete afspraken Hoewel er vanuit de regionale diensten overleg is met Bevoegd gezag Wm, zijn de afspraken niet overal expliciet gemaakt. Het geringe milieurisico is gereduceerd, echter om de relatie in stand te houden is blijvende aandacht vereist. vergunningverlening door bevoegd gezag Wm. met het Bevoegd gezag Wm over het ter Status: de verbeteractie is niet corporate Rijkswaterstaat heeft echter onvoldoende maatregelen getroffen of afspraken gemaakt beschikking stellen van aanvragen of beschikkingen van bedrijven waar geïnitieerd, wel is er invulling gegeven aan de actie door de regionale diensten. met het bevoegd gezag Wm om een juiste waterrelevante aspecten een rol spelen (en die Opzet en bestaan: er is geen formele beoordeling van de waterrelevantie te kunnen verzekeren voor de hier beschouwde categorie bedrijven. Dit blijkt uit het feit dat de regionale directies Noord-Nederland en Oost-Nederland niet beschikken over een Wvo-vergunning). Daarbij moet echter opgemerkt worden dat de aanvragen of beschikkingen voor deze categorie bedrijven niet altijd worden invulling gegeven aan de verbeteractie. Wel zijn er diverse initiatieven bij de regionale diensten die het risico reduceren. deze maatregelen niet getroffen hebben of beoordeeld. Werking: is beperkt aangetoond. hierover geen afspraken hebben gemaakt. Hierdoor is het mogelijk dat er geen of onjuiste preventieve maatregelen in de Wmvergunningen worden opgenomen. De risico s Afspraken met bevoegd gezag Wm verbeterd. voor de waterkwaliteit als gevolg van een zwaar ongeval kunnen hierdoor onvoldoende zijn beheerst. Dit betekent een gering milieurisico.

26 22

27 23 Bijlage 4 Resultaten vervolgonderzoek bij DGW en Inspectie V&W Bevinding 1: Managementafspraken Risico auditrapport Advies aan Inspectie V&W Resultaten vervolgonderzoek Conclusie vervolgonderzoek Voor de categorie VR-bedrijven hebben de regionale directies de strategische doelformuleringen en uitgangspunten duidelijk geformuleerd in managementafspraken. De categorie PBZO-bedrijven is niet expliciet benoemd, maar wordt veelal meegenomen onder het taakveld van de Wvo. Voor het Wvospoor zijn managementafspraken geformuleerd, maar er wordt niet expliciet stilgestaan bij het voorkómen van verontreiniging van het oppervlaktewater als gevolg van een zwaar industrieel ongeval. Omdat Rijkswaterstaat de categorie bedrijven die niet onder het BRZO vallen en geen Wvovergunning hebben (alleen Wm-vergunning) niet benoemt, kan de basis voor een goede bedrijfsvoering aangaande deze categorie ontbreken. Vragen van het bevoegd gezag Wm kunnen hierdoor mogelijk niet worden beantwoord of gaan ten koste van andere geplande activiteiten. Hierdoor ontstaat een gering organisatorisch risico. Samen met RWS uitvoerings- en inspectiekader opstellen om te komen tot heldere afspraken voor aansturing en verantwoording voor het BRZO. Een inspectiekader is in concept beschikbaar. Het kader geeft minimumeisen waaraan Rijkswaterstaat moet voldoen voor de beoordeling van de verschillende categorieën bedrijven. Daarmee stuurt de Inspectie V&W het proces inhoudelijk aan en kan het Rijkswaterstaat vragen verantwoording af te leggen. Het uitvoeringskader van RWS is in ontwikkeling. Het is nog niet duidelijk in hoeverre dit kader handvatten geeft voor aansturing en verantwoording van de BRZOtaken. De Inspectie V&W heeft het advies om inspectiekader op te stellen opgepakt. Omdat het uitvoeringskader van Rijkswaterstaat nog niet beschikbaar is kan niet worden vastgesteld in hoeverre er een goede basis is voor de bedrijfsvoering aangaande de verschillende categorieën bedrijven. Er is dus nog geen sprake van een reductie van het geconstateerde risico. Status: afronding Opzet en bestaan: opzet inspectiekader beperkt tot minimumeisen voor de waterbeheerder Werking: afhankelijk van uitvoeringskader en kan daarom nog niet aangetoond worden Advies IVW opgevolgd, maar werking in de praktijk nog niet aantoonbaar.

28 24 Bevinding 4: Sturing en verantwoording ten aanzien van het BRZO-traject Risico auditrapport Advies aan DGW Resultaten vervolgonderzoek Conclusie vervolgonderzoek Er is onvoldoende (bij)sturing vanuit het hoofdkantoor Rijkswaterstaat of de IVW. Daarnaast vindt er beperkte verantwoording plaats door de regionale directies. Bovenstaande kan leiden tot een niet-uniforme en/of inefficiënte aanpak waarbij de zorgvuldigheid niet of onvoldoende geborgd is. Hierdoor is het mogelijk dat de risico s op verschillende wijze beheerst worden. Dit brengt een aanmerkelijk organisatorisch risico met zich mee, eventueel gevolgd door een gering politiek risico. Ik verzoek u kennis te nemen van het auditrapport, het verbeterplan en de inspectieverklaring. Ik ben van mening dat de genoemde CIW-richtlijnen kunnen worden opgevat als vastgestelde uitvoeringskaders. Uw mening over de status van de genoemde CIWrichtlijnen is voor mij van belang. Ik wil u daarom vragen uw standpunt hierover kenbaar te maken aan de Inspectie Verkeer en Waterstaat. Met belangstelling zie ik uw reactie tegemoet. De bedoelde CIW-richtlijnen hebben door middel van het inspectiekader van de Inspectie V&W status gekregen. De CIW-richtlijnen hebben een duidelijke plaats gekregen in het beoordelen van de risico s voor het oppervlaktewater als gevolg van zware ongevallen bij bedrijven. Met het opstellen van het inspectiekader is door de Inspectie V&W de status van de CIWrichtlijnen vastgesteld. Zie verder bijlage 4, bevinding 1. Status CIW-richtlijnen vastgesteld met inspectiekader.

29 25

30 26 Colofon Uitgever Projectteam Ing. S.T. van der Velde Ing. T. Hombergen Tekstredactie drs. M.C. van den Esschert Adres Noorderwagenplein 6 Postbus AP Lelystad Doorkiesnummer (0320) Druk MultiCopy Akkoord Unitmanager: Ir. G.N.M. Stokman (paraaf) Projectleider: Ing. S.T. van der Velde (paraaf)

Inspectiekader Risico's van onvoorziene lozingen

Inspectiekader Risico's van onvoorziene lozingen 1 Datum Inspectiekader Risico's van onvoorziene lozingen 2 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Inspectiekader 4 2.1 Doelstelling 4 2.2 Reikwijdte 4 3 Criteria voor de uitvoering 5 3.1 Algemeen 5 3.2 BRZO-bedrijven

Nadere informatie

Datum 24 april Wet beheer rijkswaterstaatswerken Vervolgonderzoek

Datum 24 april Wet beheer rijkswaterstaatswerken Vervolgonderzoek Wet beheer rijkswaterstaatswerken Vervolgonderzoek Inhoudsopgave 1 Samenvatting 1 2 Aanleiding, doel en werkwijze 3 2.1 Aanleiding 3 2.2 Doel 3 2.3 Werkwijze 4 3 Resultaten en conclusies 5 3.1 Overall

Nadere informatie

Inventarisatie stand van zaken lozingen huishoudelijk afvalwater op Rijkswateren stand van zaken medio oktober 2005

Inventarisatie stand van zaken lozingen huishoudelijk afvalwater op Rijkswateren stand van zaken medio oktober 2005 Bijlage 2 Datum huishoudelijk afvalwater op Rijkswateren stand van zaken medio oktober 2005 2 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1 Belangrijkste conclusies 3 2 age 4 2.1 Algemene opmerking 4 3 Stand van zaken

Nadere informatie

Uitbreiding Euro Tank Terminal B.V. Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Uitbreiding Euro Tank Terminal B.V. Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Uitbreiding Euro Tank Terminal B.V. Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 27 januari 2010 / rapportnummer 2149-72 1. OORDEEL OVER HET MER Euro Tank Terminal B.V. (ETT) heeft het voornemen om de

Nadere informatie

Brzo-inspecties 2014 in Zuid- Holland en Zeeland

Brzo-inspecties 2014 in Zuid- Holland en Zeeland Brzo-inspecties 2014 in Zuid- Holland en Zeeland Brzo-bedrijven in Zuid-Holland en Zeeland Bedrijfstak Aantal bedrijven Percentage bedrijven Bulkchemie 37 28% Petrochemie 6 4% Rubber en Kunststof 4 3%

Nadere informatie

FEB Middelburg. I februari 201 7

FEB Middelburg. I februari 201 7 Archiefexemplaar Gedeputeerde Staten bericht op brief van: De voorzitter van provinciale staten van Zeeland uw kenm*: ons kenmek, 11002884 afdeling: Handhaving Natuur en Milieu bijlage("): 1 behandeladoor:

Nadere informatie

Integrale Handhaving. Opzet Quick Scan. Inhoudsopgave. 1. Achtergrond en aanleiding

Integrale Handhaving. Opzet Quick Scan. Inhoudsopgave. 1. Achtergrond en aanleiding Integrale Handhaving Opzet Quick Scan Rekenkamer Weert Oktober 2008 Inhoudsopgave 1. Achtergrond en aanleiding 2. Centrale vraagstelling 3. Deelvragen 4. Aanpak en resultaat 5. Organisatie en planning

Nadere informatie

ONDERZOEKSOPZET VERVOLGONDERZOEK OP EIGEN KRACHT

ONDERZOEKSOPZET VERVOLGONDERZOEK OP EIGEN KRACHT Vervolgonderzoek Op eigen kracht over de voorwaarden voor een doeltreffend en doelmatig functioneren van Sociale Wijkzorgteams Januari 2016 1 AANLEIDING Op 16 oktober 2015 publiceerde de Rekenkamer Den

Nadere informatie

Datum 12 oktober 2007. Beschikbaar stellen van milieu-informatie door Rijkswaterstaat

Datum 12 oktober 2007. Beschikbaar stellen van milieu-informatie door Rijkswaterstaat Beschikbaar stellen van milieu-informatie door Rijkswaterstaat Inhoudsopgave Samenvatting 1 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Afbakening, onderzoeksvragen en toetskader 3 1.3 Werkwijze van deze audit

Nadere informatie

Beheer en onderhoud van het data-acquisitiesysteem van de milieumeetcontainer

Beheer en onderhoud van het data-acquisitiesysteem van de milieumeetcontainer Ministene wan Verkeer en Waterstaat Beheer en onderhoud van het data-acquisitiesysteem van de milieumeetcontainer nr. 723.00.E010 Serie en ISSN nr. 1383-6749. Goede Meet Praktijk (GMP) is een samenwerkingsverband

Nadere informatie

VOORSTEL AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE ROERMOND

VOORSTEL AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE ROERMOND VOORSTEL AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE ROERMOND datum indiening: 19 mei 2014 datum/agendapunt B&Wvergadering: 270514/304 afdeling: Bouwtoeziciit Onderwerp: Jaarprogramma Wet algemene bepalingen

Nadere informatie

Beoordeling restrisico s onvoorziene lozingen. David Vroon RWS WNZ Rotterdam Yuri de Nooijer RWS ZD Middelburg Leon Braam RWS WNZ Rotterdam

Beoordeling restrisico s onvoorziene lozingen. David Vroon RWS WNZ Rotterdam Yuri de Nooijer RWS ZD Middelburg Leon Braam RWS WNZ Rotterdam Beoordeling restrisico s onvoorziene lozingen David Vroon RWS WNZ Rotterdam Yuri de Nooijer RWS ZD Middelburg Leon Braam RWS WNZ Rotterdam Inhoud BRZO-team RWS Risicobeoordeling in 3 stappen Kernactiviteit:

Nadere informatie

Risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen Een notitie naar aanleiding van onderzoek van de Inspectie jeugdzorg oktober 2008

Risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen Een notitie naar aanleiding van onderzoek van de Inspectie jeugdzorg oktober 2008 Risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen Een notitie naar aanleiding van onderzoek van de Inspectie jeugdzorg oktober 2008 Inleiding De veiligheid van het kind is een van de belangrijkste

Nadere informatie

Havenkwartier Zeewolde

Havenkwartier Zeewolde Havenkwartier Zeewolde Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 8 september 2011 / rapportnummer 2459 60 Oordeel over het MER Voor de aanleg van de woonwijk Polderwijk te Zeewolde is in 2003 de procedure

Nadere informatie

Vraag 1 Wat is uw reactie op de berichten in het Algemeen Dagblad over het aantreffen van GenX in drinkwater op meerdere locaties?

Vraag 1 Wat is uw reactie op de berichten in het Algemeen Dagblad over het aantreffen van GenX in drinkwater op meerdere locaties? > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Rijnstraat 8 2515 XP Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456 0000

Nadere informatie

Rapportage integrale risicoanalyse herziening Governance Havenschap Moerdijk

Rapportage integrale risicoanalyse herziening Governance Havenschap Moerdijk Rapportage integrale risicoanalyse herziening Governance Havenschap Moerdijk 1. Inleiding Tijdens de bespreking van de voortgang van de uitwerking van de governance van Havenschap Moerdijk in de gemeenteraad

Nadere informatie

Aan MO Brzo-OD Z-H en Zld. Kopie aan. Onderwerp Jaarverslag 2017 Z-H en Zeeland (Brzo) Samenvatting

Aan MO Brzo-OD Z-H en Zld. Kopie aan. Onderwerp Jaarverslag 2017 Z-H en Zeeland (Brzo) Samenvatting Aan MO Brzo-OD Z-H en Zld Kopie aan Datum Augustus 2018 Auteur Cozz TH Onderwerp Jaarverslag 2017 Z-H en Zeeland (Brzo) Samenvatting - Binnen Zuid-Holland en Zeeland zijn er 138 Brzo bedrijven geregistreerd.

Nadere informatie

De Rekenkamer is verder nagegaan of de verantwoording van de verschuldigde vergoeding over 2011, 2012 en 2013 volledig is.

De Rekenkamer is verder nagegaan of de verantwoording van de verschuldigde vergoeding over 2011, 2012 en 2013 volledig is. 1 Managementsamenvatting De managementsamenvatting is geschreven in het Nederlands en het Papiamentu. De Rekenkamer wil hiermee bereiken dat meer mensen kennis kunnen nemen van de inhoud van het rapport.

Nadere informatie

STEG-eenheid Moerdijk Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport

STEG-eenheid Moerdijk Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport STEG-eenheid Moerdijk Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport 11 september 2006 / rapportnummer 1782-34 Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport STEG-eenheid Moerdijk Advies op

Nadere informatie

Paraaf Provin. Onderwerp Uitgangspunten visie en strategie vergunningen, toezicht en handhaving

Paraaf Provin. Onderwerp Uitgangspunten visie en strategie vergunningen, toezicht en handhaving 5 -minuten versie voor Provinciale Staten ZUID Directie DRM Afdeling Mobiliteit en Milieu Registratienummer PZH-2013-428224893 (DOS-2013-0007486) Datum vergadering Gedeputeerde Staten Verzenddatum Geheim

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGSNIVEAU. Nova College te Haarlem. Februari 2014

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGSNIVEAU. Nova College te Haarlem. Februari 2014 ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGSNIVEAU Nova College te Haarlem Februari 2014 vastgesteld 29/11/2013 Plaats: Haarlem BRIN: 25PX Onderzoeksnummer: Kenmerk: 259730 4223674 Onderzoek

Nadere informatie

Sociale wijkzorgteams Den Haag

Sociale wijkzorgteams Den Haag Sociale wijkzorgteams Den Haag Onderzoek naar voorwaarden voor doeltreffend en doelmatig functioneren De rekenkamer heeft onderzoek gedaan naar de sociale wijkzorgteams in Den Haag. Daarbij is gekeken

Nadere informatie

Bestemmingsplan Bedrijventerrein Oosterhorn (Industrieterrein Delfzijl)

Bestemmingsplan Bedrijventerrein Oosterhorn (Industrieterrein Delfzijl) Bestemmingsplan Bedrijventerrein Oosterhorn (Industrieterrein Delfzijl) Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvullingen wind en geur 16 mei 2017 / projectnummer: 3041 1. Toetsingsadvies

Nadere informatie

CIOT-bevragingen Proces en rechtmatigheid

CIOT-bevragingen Proces en rechtmatigheid CIOT-bevragingen Proces en rechtmatigheid 2015 Veiligheid en Justitie Samenvatting resultaten Aanleiding Op basis van artikel 8 van het Besluit Verstrekking Gegevens Telecommunicatie is opdracht gegeven

Nadere informatie

Uitbreiding pluimveehouderij Mts. Van der Cruijsen te Sambeek

Uitbreiding pluimveehouderij Mts. Van der Cruijsen te Sambeek Uitbreiding pluimveehouderij Mts. Van der Cruijsen te Sambeek Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 3 januari 2011 / rapportnummer 1965-63 1. Oordeel over het MER en de

Nadere informatie

Verbetertraject beheersing grondexploitaties & Optimalisatie Vastgoed Stand van zaken

Verbetertraject beheersing grondexploitaties & Optimalisatie Vastgoed Stand van zaken Verbetertraject beheersing grondexploitaties & Optimalisatie Vastgoed Stand van zaken Commissie Ruimte, Verkeer en Wonen, 2 februari 2015 Agenda Onderwerpen 1. Verbetertraject beheersing grondexploitaties

Nadere informatie

Advies: Akkoord te gaan met bijgevoegde raadsinformatiebrief

Advies: Akkoord te gaan met bijgevoegde raadsinformatiebrief VOORSTEL AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS & RAADSINFORMATIEBRIEF Van: M. van Zeldert Tel nr: 8378 Nummer: 16A.00633 Datum: 30 juni 2016 Team: Financiën Tekenstukken: Ja Bijlagen: Afschrift aan: V. Griessler,

Nadere informatie

De Inspecties stellen dat VTRR aan 18 van de 24 verwachtingen van het toetsingskader voldoet.

De Inspecties stellen dat VTRR aan 18 van de 24 verwachtingen van het toetsingskader voldoet. Verbeterplan Veilig Thuis Rotterdam Rijnmond. VTRR is een nieuwe organisatie die nog volop in ontwikkeling is. De wettelijke taken van VTRR, het oppakken van meldingen huiselijk geweld en kindermishandeling,

Nadere informatie

onderzoeksopzet handhaving

onderzoeksopzet handhaving onderzoeksopzet handhaving Rekenkamercommissie Onderzoeksopzet Handhaving rekenkamercommissie Oss 29 april 2009 1 Inhoudsopgave 1. AANLEIDING EN ACHTERGROND... 3 2. AFBAKENING... 4 3. DOELSTELLING EN ONDERZOEKSVRAGEN...

Nadere informatie

Stichting Alliade T.a.v. xxxxx Voorzitter Raad van Bestuur Postbus AH HEERENVEEN AANGETEKEND

Stichting Alliade T.a.v. xxxxx Voorzitter Raad van Bestuur Postbus AH HEERENVEEN AANGETEKEND > Retouradres Postbus 2518 6401 DA Heerlen Stichting Alliade T.a.v. Voorzitter Raad van Bestuur Postbus 303 8440 AH HEERENVEEN AANGETEKEND Stadsplateau 1 3521 AZ Utrecht Postbus 2518 6401 DA Heerlen T

Nadere informatie

Beoordelingskader restrisico s s onvoorziene lozingen

Beoordelingskader restrisico s s onvoorziene lozingen Beoordelingskader restrisico s s onvoorziene lozingen - Opgeloste stoffen (volumecontaminatie) - Onopgeloste stoffen (drijflagen) David Vroon, RWS WNZ, Rotterdam Yuri de Nooijer, RWS ZD, Middelburg Even

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Rijnstraat 8 2515 XP Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456 0000

Nadere informatie

Oprichting Warmtekrachtcentrale PerGen VOF te Pernis

Oprichting Warmtekrachtcentrale PerGen VOF te Pernis Oprichting Warmtekrachtcentrale PerGen VOF te Pernis Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 13 juni 2005 / rapportnummer 1392-51 Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland Postbus 90602 2509 LP DEN HAAG

Nadere informatie

Voorgesteld wordt: 1. Kennis te nemen van het besluit van D&H over BRZO van 17 december 2013

Voorgesteld wordt: 1. Kennis te nemen van het besluit van D&H over BRZO van 17 december 2013 Uitvoering BRZO-taak voor drie collega-waterschappen 1. Aanleiding De uitvoering van de BRZO advies-taken door waterkwaliteitsbeheerders heeft meer prioriteit gekregen. Om een kwaliteitsslag te maken zijn

Nadere informatie

Resultaat Atex 137 toezicht in 2007

Resultaat Atex 137 toezicht in 2007 Resultaat Atex 137 toezicht in 2007 Pagina 1 van 9 Samenvatting In 2007 zijn door de directie MHC bij 41 BRZO99 en Arie bedrijven Atex 137 inspecties uitgevoerd op een wijze als beschreven in het toezichtbeleid

Nadere informatie

Stand van zaken naleving brandveiligheidseisen bij opslagen van gevaarlijke stoffen. Actualisatie 2012

Stand van zaken naleving brandveiligheidseisen bij opslagen van gevaarlijke stoffen. Actualisatie 2012 Stand van zaken naleving brandveiligheidseisen bij opslagen van gevaarlijke stoffen Actualisatie 2012 Stand van zaken naleving brandveiligheidseisen bij opslagen van gevaarlijke stoffen Actualisatie 2012

Nadere informatie

Uitbreiding olieopslagterminal VOPAK te Rotterdam Europoort Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Uitbreiding olieopslagterminal VOPAK te Rotterdam Europoort Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Uitbreiding olieopslagterminal VOPAK te Rotterdam Europoort Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 18 mei 2009 / rapportnummer 2054-74 1. OORDEEL OVER HET MER Vopak Terminal Europoort B.V. (verder

Nadere informatie

Resultaten BTO. Belanghebbenden Tevredenheids Onderzoek. BRZO inspectiejaar Dit rapport is opgesteld door de werkgroep Monitoring

Resultaten BTO. Belanghebbenden Tevredenheids Onderzoek. BRZO inspectiejaar Dit rapport is opgesteld door de werkgroep Monitoring Resultaten BTO Belanghebbenden Tevredenheids Onderzoek BRZO inspectiejaar 11 Colofon Dit rapport is opgesteld door de werkgroep Monitoring Datum 4 juli 12 Status Eindversie Samenvatting De aanpak van LAT

Nadere informatie

Bestemmingsplan buitengebied Doetinchem

Bestemmingsplan buitengebied Doetinchem Bestemmingsplan buitengebied Doetinchem Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 10 juni 2013 / rapportnummer 2779 31 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De Gemeente Doetinchem wil verschillende

Nadere informatie

Rekenkamercommissie Vallei en Veluwerand

Rekenkamercommissie Vallei en Veluwerand Rekenkamercommissie Vallei en Veluwerand Aan de gemeenteraad van Bunnik Postbus 5 3980 CA BUNNIK P/a Gemeente Barneveld Postbus 63 3770 AB Barneveld Tel: 14 0342 Barneveld, 17 mei 2018 Ons kenmerk: 1078068

Nadere informatie

Heronderzoek naar de kwaliteit van Wmo-ondersteuning door zorgcentrum Sophora

Heronderzoek naar de kwaliteit van Wmo-ondersteuning door zorgcentrum Sophora Heronderzoek naar de kwaliteit van Wmo-ondersteuning door zorgcentrum Sophora naar aanleiding van het rapport van juli 2017 in het kader van proactief toezicht uitgevoerd door het toezicht Wmo Rotterdam-Rijnmond

Nadere informatie

Plan van aanpak Vervolgonderzoek vergunningverlening publieksevenementen

Plan van aanpak Vervolgonderzoek vergunningverlening publieksevenementen Plan van aanpak Vervolgonderzoek vergunningverlening publieksevenementen Inleiding Jaarlijks vindt er in Nederland een groot aantal publieksevenementen plaats. Hierbij is een ontwikkeling zichtbaar dat

Nadere informatie

Review op uitgevoerde risico-inventarisatie implementatie resultaatgerichte bekostiging

Review op uitgevoerde risico-inventarisatie implementatie resultaatgerichte bekostiging Review op uitgevoerde risico-inventarisatie implementatie resultaatgerichte bekostiging mr. drs. E.P.J. de Boer Rotterdam, Aanleiding en opzet van de review In opdracht van de GR Jeugdhulp Rijnmond is

Nadere informatie

Datum 16 september 2013 Onderwerp V62008 Verslag inspectiebezoek Convenant Veilige toepassing van medische technologie in het ziekenhuis

Datum 16 september 2013 Onderwerp V62008 Verslag inspectiebezoek Convenant Veilige toepassing van medische technologie in het ziekenhuis > Retouradres Postbus 90700 2509 LS Den Haag Ziekenhuis St. Jansdal xxxx, Raad van Bestuur Postbus 138 3840 AC HARDERWIJK Werkgebied Zuidwest Wilh. van Pruisenweg 52 Den Haag Postbus 90700 2509 LS Den

Nadere informatie

VOORSTEL. Algemeen Bestuur. Besluit. Voorstel. Samenvatting. Regionaal kader werkwijze evenementenveiligheid. Mr. drs. M. Sijbom.

VOORSTEL. Algemeen Bestuur. Besluit. Voorstel. Samenvatting. Regionaal kader werkwijze evenementenveiligheid. Mr. drs. M. Sijbom. VOORSTEL Algemeen Bestuur ONDERWERP DATUM 9 mei 2016 Regionaal kader werkwijze evenementenveiligheid AGENDAPUNT E3 OPENBAAR ja BEHANDELD DOOR I.C.N. ter Riet REGISTRATIENUMMER [Registratienummer] TELEFOONNUMMER

Nadere informatie

AUDITPLAN KWALITEITSCRITERIA EXTERNE VEILIGHEID

AUDITPLAN KWALITEITSCRITERIA EXTERNE VEILIGHEID AUDITPLAN KWALITEITSCRITERIA EXTERNE VEILIGHEID AUDITPLAN KWALITEITSCRITERIA EXTERNE VEILIGHEID Doel van de Audit Criteria Aandachtsgebieden Opzet van de audit o o o o o o o o o Uitvoering audit Opmerking:

Nadere informatie

lé M^l ^ ^ gronmgen JJ». provincie l^iiéiïifciïiirï^f' Onderwerp Risicoanalyses n.a.v. onderzoek Nor Aan Provinciale Staten Geachte dames en heren.

lé M^l ^ ^ gronmgen JJ». provincie l^iiéiïifciïiirï^f' Onderwerp Risicoanalyses n.a.v. onderzoek Nor Aan Provinciale Staten Geachte dames en heren. JJ». provincie lé M^l ^ ^ gronmgen bezoekadres: Martinikerkhof 12 Aan Provinciale Staten postadres: Postbus 610 9700 AP Groningen algemeen teleroonnr: 050 316 49 II algemeen faxnr.: 050 316 49 33 www.provinciegroningen.nl

Nadere informatie

Procedure # 02 Audits

Procedure # 02 Audits Procedure # 02 Audits Versie 4 Datum: 1 november 2017 Goedgekeurd door Bestuursvoorzitter CKZ: 1. DOEL Handtekening Het beschrijven van de wijze waarop, wanneer en door wie er audits worden uitgevoerd

Nadere informatie

Saneringsprogramma externe veiligheid inrichtingen. januari 2008 Provincie Zuid-Holland

Saneringsprogramma externe veiligheid inrichtingen. januari 2008 Provincie Zuid-Holland Saneringsprogramma externe veiligheid inrichtingen januari 2008 Provincie Zuid-Holland 1 Inleiding en aanleiding In het Zuid-Hollandse uitvoeringsprogramma externe veiligheid 2006-2010 wordt saneren van

Nadere informatie

Per en aangetekende post Veilig Thuis Noord-Holland Noord t.a.v. de directeur Publieke Gezondheid GGD Hollands Noorden

Per  en aangetekende post Veilig Thuis Noord-Holland Noord t.a.v. de directeur Publieke Gezondheid GGD Hollands Noorden > Retouradres Postbus 2518 6401 DA Heerlen Per e-mail en aangetekende post Veilig Thuis Noord-Holland Noord t.a.v. de directeur Publieke Gezondheid GGD Hollands Noorden Bezoekadres: Stadsplateau 1 3521

Nadere informatie

MEMO AAN DE GEMEENTERAAD

MEMO AAN DE GEMEENTERAAD MEMO AAN DE GEMEENTERAAD Aan T.a.v. Datum Betreft Van Ons kenmerk CC De gemeenteraad - 23 maart 2012 Interim-controle 2011 Deloitte Het college 112623 Paraaf Datum Controller RP 22-3-2012 Directie Geachte

Nadere informatie

Zero Based Begroten. De andere kant van de kaasschaafmethode

Zero Based Begroten. De andere kant van de kaasschaafmethode Zero Based Begroten De andere kant van de kaasschaafmethode Je moet de tijd nemen voor Zero Based Begroten, en je moet lef hebben Zero Based begroten legt een duidelijke relatie tussen de doelstellingen,

Nadere informatie

Evaluatie en verbetering kwaliteitsysteem

Evaluatie en verbetering kwaliteitsysteem Evaluatie en verbetering kwaliteitsysteem Versie : 00-00-00 Vervangt versie : 00-00-00 Geldig m.i.v. : Opsteller : ------------------- Pag. 1 van 5 Goedkeuringen : Datum: Paraaf: teamleider OK/CSA : DSMH

Nadere informatie

Wij hebben het inspectierapport over de zorgplicht op 20 juni 2018 in goede orde ontvangen.

Wij hebben het inspectierapport over de zorgplicht op 20 juni 2018 in goede orde ontvangen. HOOGHEEMRAADSCHAP DE STICHTSE RIJNLANDEN veilige dijken droge voeten schoon water Inspectie Leefomgeving en Transport t.a.v. Gert-Jan ten Napel Postbus 16191 2500 BD Den Haag Datum Contactpersoon Telefoonnummer

Nadere informatie

Onderzoeksprotocol Rekenkamer West-Brabant

Onderzoeksprotocol Rekenkamer West-Brabant Onderzoeksprotocol Rekenkamer West-Brabant Vastgesteld door de Rekenkamer West-Brabant in haar vergadering van 25 oktober 2010. Dit onderzoeksprotocol vloeit voort uit het Reglement van Orde, vastgesteld

Nadere informatie

Inrichting en werking van de calamiteitenorganisatie van Rijkswaterstaat Vervolgonderzoek

Inrichting en werking van de calamiteitenorganisatie van Rijkswaterstaat Vervolgonderzoek - Datum Inrichting en werking van de calamiteitenorganisatie van Rijkswaterstaat Vervolgonderzoek Inhoudsopgave Samenvatting en algemene conclusie 1 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Doel en afbakening

Nadere informatie

Auditstatuut. Systeemtoezicht Wegvervoer

Auditstatuut. Systeemtoezicht Wegvervoer Auditstatuut Systeemtoezicht Wegvervoer Datum: 17 januari 2013 Status: vastgesteld versie 1.0 Pagina 1 van 9 Inhoud 1 Voorwoord 3 2 Audits 4 2.1 Systeemcriteria 4 3 Traject audit 5 3.1 Self-assessment

Nadere informatie

Uitgangspunten procescriteria: waar dienen ze wel en waar dienen ze niet toe? Methode: hoe zijn de criteria opgebouwd en hoe zijn we daartoe gekomen?

Uitgangspunten procescriteria: waar dienen ze wel en waar dienen ze niet toe? Methode: hoe zijn de criteria opgebouwd en hoe zijn we daartoe gekomen? 5 Procescriteria In dit hoofdstuk komen achtereenvolgens aan de orde: Uitgangspunten procescriteria: waar dienen ze wel en waar dienen ze niet toe? Methode: hoe zijn de criteria opgebouwd en hoe zijn we

Nadere informatie

Laagdrempelige toegang voor mensen met een beperking

Laagdrempelige toegang voor mensen met een beperking Laagdrempelige toegang voor mensen met een beperking Evaluatie Pilot clientondersteuning in de Rotterdamse Vraagwijzers MEE Rotterdam-Rijnmond Datum Januari 2017 Opdrachtgever Opdrachtnemer Status Gemeente

Nadere informatie

Rekenkamercommissie. Onderzoeksplan proces- kwaliteit majeure projecten. gemeente Best

Rekenkamercommissie. Onderzoeksplan proces- kwaliteit majeure projecten. gemeente Best Rekenkamercommissie Onderzoeksplan proces- kwaliteit gemeente Best September 2014 Rekenkamercommissie gemeente Best Drs. J. J.M. van den Heuvel, Voorzitter Drs. M.A. Koster RA, Lid J.M. van Berlo (secretaris)

Nadere informatie

2015; definitief Verslag van bevindingen

2015; definitief Verslag van bevindingen Inspectie SZW Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Gemeenteraad van Nederweert Postbus 2728 6030AA NEDERWEERT Programma 8 Postbus 90801 2509 LV

Nadere informatie

i\ r:.. ING. 1 8 FEB 2016

i\ r:.. ING. 1 8 FEB 2016 Inspectie SZW Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 1111 III III III III * 6SC00-223* > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Langedijk

Nadere informatie

rliiiiihihhiiiivi.ilhn

rliiiiihihhiiiivi.ilhn Inspectie SZW Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Gemeenteraad van Terneuzen Postbus 35 4530 AA TERNEUZEN rliiiiihihhiiiivi.ilhn Postbus 90801

Nadere informatie

Rijkswaterstaat Ministerie van infrastructuur en Waterstaat

Rijkswaterstaat Ministerie van infrastructuur en Waterstaat Rijkswaterstaat Ministerie van infrastructuur en Waterstaat RWS INFORMATIE Rijkswaterstaat West Nederland Zuid District Noord Inspectie Leefomgeving en Transport De heet G.]. Ten Na pel Postbus 16191 Postbus

Nadere informatie

Uitbreiding opslagcapaciteit Maasvlakte Olie Terminal, Maasvlakte Rotterdam Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Uitbreiding opslagcapaciteit Maasvlakte Olie Terminal, Maasvlakte Rotterdam Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Uitbreiding opslagcapaciteit Maasvlakte Olie Terminal, Maasvlakte Rotterdam Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 15 juli 2008 / rapportnummer 1995-62 1. OORDEEL OVER HET MER Maasvlakte Olie Terminal

Nadere informatie

Kwaliteitshandboek v1.0 CO 2 -Prestatieladder Roelofs

Kwaliteitshandboek v1.0 CO 2 -Prestatieladder Roelofs Kwaliteitshandboek v1.0 CO 2 -Prestatieladder Roelofs Datum: Januari 2013 Bezoekadres Dorpsstraat 20 7683 BJ Den Ham Postadres Postbus 12 7683 ZG Den Ham T +31 (0) 546 67 88 88 F +31 (0) 546 67 28 25 E

Nadere informatie

RAPPORT VAN EEN SPECIFIEK ONDERZOEK

RAPPORT VAN EEN SPECIFIEK ONDERZOEK RAPPORT VAN EEN SPECIFIEK ONDERZOEK ONDERZOEK BIJ STICHTING HET ASSINK LYCEUM (BESTUURSNUMMER 40310) NAAR DE JUISTHEID EN RECHTMATIGHEID VAN DE TOEGEKENDE SUBSIDIE IN HET KADER VAN DE REGELING TEGEMOETKOMING

Nadere informatie

Management-/ energiereview CO2 prestatieladder

Management-/ energiereview CO2 prestatieladder Management-/ energiereview CO2 prestatieladder 2015 Fluor Corporation Deelnemers Ger van der Schaaf: Executive Director Kees Schelling: QA/QC Jos Thijs: Kwaliteitsmanager 1 Resultaten van audits status

Nadere informatie

Dijkversterking Hellevoetsluis

Dijkversterking Hellevoetsluis Dijkversterking Hellevoetsluis Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 15 mei 2013 / rapportnummer 2596 51 1. Oordeel over het MER Het Waterschap Hollandse Delta heeft het voornemen om twee dijkvakken

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 20 april 2018 Rapportage plancapaciteit

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 20 april 2018 Rapportage plancapaciteit Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Turfmarkt 147 Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Een OVER-gemeentelijke samenwerking tussen Oostzaan en Wormerland

Een OVER-gemeentelijke samenwerking tussen Oostzaan en Wormerland OVER OOSTZAAN Een OVER-gemeentelijke samenwerking tussen Oostzaan en Wormerland WORMERLAND. GESCAND OP 13 SEP. 2013 Gemeente Oostzaan Datum : Aan: Raadsleden gemeente Oostzaan Uw BSN : - Uw brief van :

Nadere informatie

ILT-rapportages zorgplicht primaire waterkeringen Eerste landelijke indrukken. November 2018

ILT-rapportages zorgplicht primaire waterkeringen Eerste landelijke indrukken. November 2018 ILT-rapportages zorgplicht primaire waterkeringen Eerste landelijke indrukken November 2018 Introductie > Sinds 2015 trekken waterschappen met elkaar op om te kijken hoe we samen de zorgplicht kunnen verbeteren

Nadere informatie

Per Veilig Thuis Gelderland Zuid T.a.v. Interim-directeur Veilig Thuis Postbus BC NIJMEGEN

Per   Veilig Thuis Gelderland Zuid T.a.v. Interim-directeur Veilig Thuis Postbus BC NIJMEGEN > Retouradres Postbus 483 3500 AL Utrecht Per e-mail: GGDdirectie@ggdgelderlandzuid.nl Veilig Thuis Gelderland Zuid T.a.v. Interim-directeur Veilig Thuis Postbus 1120 6501 BC NIJMEGEN Bezoekadres: Stadsplateau

Nadere informatie

Een kinderbeschermingsmaatregel?

Een kinderbeschermingsmaatregel? Een kinderbeschermingsmaatregel? Stand van zaken naar aanleiding van het vervolgonderzoek naar de kwaliteit van de Bureaus Jeugdzorg en de Raad voor de Kinderbescherming bij de besluiten over een kinderbeschermingsmaatregel

Nadere informatie

Klaar voor de zorgplicht!? de Rijtuigenloods

Klaar voor de zorgplicht!? de Rijtuigenloods Klaar voor de zorgplicht!? de Rijtuigenloods 1 Klaar voor de zorgplicht!? Erik Wagener Voorzitter stuurgroep zorgplicht http://zeeuwbouw.nl/portfolio/nieuwbouwdijkwoning herwijnen/# Klaar voor

Nadere informatie

Vervolgonderzoek AMK Utrecht

Vervolgonderzoek AMK Utrecht Vervolgonderzoek AMK Utrecht Inspectie jeugdzorg februari 2007 2 Inspectie jeugdzorg Inhoudsopgave Samenvatting... 5 Hoofdstuk 1... 7 1.1 Aanleiding... 7 1.2 Centrale onderzoeksvraag... 7 1.3 Toetsingskader...

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 127 Financiële verantwoordingen over het jaar 1999 Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

TOEZICHT WAARDERINGSKAMER RAPPORT ONDERZOEK INTERNE BEHEERSING WET WOZ. 8 januari 2016 (definitief)

TOEZICHT WAARDERINGSKAMER RAPPORT ONDERZOEK INTERNE BEHEERSING WET WOZ. 8 januari 2016 (definitief) TOEZICHT WAARDERINGSKAMER RAPPORT ONDERZOEK INTERNE BEHEERSING WET WOZ Gemeente: Amsterdam Datum: Datum rapport: 13 augustus 2015 (startgesprek) 8 oktober 2015 (onderzoeksdag) 26 november 2015 (eindgesprek)

Nadere informatie

Quick scan Ambulant begeleid wonen

Quick scan Ambulant begeleid wonen Quick scan Ambulant begeleid wonen 21-07-2006 Rapport n.a.v. het onderzoek van de Inspectie jeugdzorg bij Jarabee Inspectie jeugdzorg Juli 2006 Inleiding De Inspectie jeugdzorg wil een inschatting maken

Nadere informatie

Inspectie SZW Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Inspectie SZW Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 'BI t# ". Inspectie SZW Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Gemeenteraad van Ede Postbus 9022 6710 HK EDE GLD. Programma B Postbus90801 2509

Nadere informatie

CO2-Prestatieladder. Energiemanagement actieplan. Rapportdatum 29 mei Autorisatie Naam Paraaf Datum. Auteur Wilma Melchers 29 mei 2015

CO2-Prestatieladder. Energiemanagement actieplan. Rapportdatum 29 mei Autorisatie Naam Paraaf Datum. Auteur Wilma Melchers 29 mei 2015 CO2-Prestatieladder Energiemanagement actieplan Opdrachtgever Rapportnummer Status Nebest Adviesgroep B.V. P0010 009 r04 v06 Definitief Rapportdatum 29 mei 2015 Autorisatie Naam Paraaf Datum Auteur Wilma

Nadere informatie

Ontwerp-MER Waterkwaliteit Volkerak-Zoommeer

Ontwerp-MER Waterkwaliteit Volkerak-Zoommeer Ontwerp-MER Waterkwaliteit Volkerak-Zoommeer Portefeuillehouder: A. van den Berg Vergaderdatum: 2 maart 2010 Agendapunt: Beleidsveld: 150 Kenmerk D&H: 840252 Aard voorstel: Besluitvormend Kenmerk VV: Steller:

Nadere informatie

Review(Interne audit) CO2 reductiesysteem. Conform niveau 3 op de CO 2 prestatieladder 2.2

Review(Interne audit) CO2 reductiesysteem. Conform niveau 3 op de CO 2 prestatieladder 2.2 Review(Interne audit) CO2 reductiesysteem Conform niveau 3 op de CO 2 prestatieladder 2.2 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Invalshoek A: Inzicht 4 2.1. Footprintberekening 4 2.2. Kwaliteitsmanagement (ISO

Nadere informatie

statenstukken Provinciale Staten Vragen van het statenlid Peter van Dijk (PVV) ingevolge artikel 44 reglement van orde AANHANGSEL

statenstukken Provinciale Staten Vragen van het statenlid Peter van Dijk (PVV) ingevolge artikel 44 reglement van orde AANHANGSEL Provinciale Staten Vragen van het statenlid Peter van Dijk (PVV) ingevolge artikel 44 reglement van orde AANHANGSEL tot de notulen van de provinciale staten van Zeeland 2011 nummer 112. Vragen ingevolge

Nadere informatie

Plusstrook A12 Zoetermeer Zoetermeer centrum

Plusstrook A12 Zoetermeer Zoetermeer centrum Plusstrook A12 Zoetermeer Zoetermeer centrum Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 16-12-2010 / rapportnummer 2302-55 1. Oordeel over het MER Rijkswaterstaat Zuid-Holland heeft het voornemen om

Nadere informatie

Onderwerp Handhavingsbeleid Industriële Veiligheid

Onderwerp Handhavingsbeleid Industriële Veiligheid Bestuursvoorstel Onderwerp Handhavingsbeleid Industriële Veiligheid 2014-2018 Status Gevraagd besluit Besluitvormend Vaststellen van het Handhavingsbeleid Industriële Veiligheid 2014-2018, waarbij het

Nadere informatie

Communicatieplan Energie- & CO 2

Communicatieplan Energie- & CO 2 Communicatieplan Energie- & CO beleid Versie 9 - Januari 013 Akkoord Directie: Inhoud: 1. Inleiding 1.1 Ambitie 1. Aansluiting op de marktontwikkelingen 1.3 Doelstellingen en voorgenomen acties in 01 1.4

Nadere informatie

Aan uw raad is het volgende toegezegd: Toezeggingen college van B&W in Commissies en Raad (september 2015) TCM 09 21 mei 2015

Aan uw raad is het volgende toegezegd: Toezeggingen college van B&W in Commissies en Raad (september 2015) TCM 09 21 mei 2015 Bedrijfsvoering De gemeenteraad van Bloemendaal Datum : 19 augustus 2015 Uw kenmerk : Ons kenmerk : 2015056815 Behandeld door : J. van der Hulst Doorkiesnummer : 023-522 5592 Onderwerp : Rapportage informatiebeveiliging

Nadere informatie

Opvolging aanbevelingen 2017

Opvolging aanbevelingen 2017 EINDRAPPORT Opvolging aanbevelingen 2017 Provincie Zuid-Holland maart 2018 Inhoudsopgave 1 INLEIDING... 3 2 OVERGENOMEN AANBEVELINGEN... 4 3 MONITORING OPVOLGING AANBEVELINGEN... 5 4 STAND VAN ZAKEN OPVOLGING

Nadere informatie

Uitbreiding van de Hydrocrackerinstallatie

Uitbreiding van de Hydrocrackerinstallatie Uitbreiding van de Hydrocrackerinstallatie ExxonMobil Raffinaderij Rotterdam Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 29 april 2015 / rapportnummer 2964 40 1. Oordeel over het milieueffectrapport

Nadere informatie

Thermische conversie van stapelbare pluimveemest BMC Moerdijk Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Thermische conversie van stapelbare pluimveemest BMC Moerdijk Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Thermische conversie van stapelbare pluimveemest BMC Moerdijk Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 16 februari 2007 / rapportnummer 1757-126 Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Thermische

Nadere informatie

Urgente sanering LPGtankstations

Urgente sanering LPGtankstations VROM-Inspectie Portefeuillehouder Veiligheid & Risico Urgente sanering LPGtankstations Een onderzoek naar de voortgang van de urgente sanering van LPG-tankstations Cascadeplein 10 Postbus 30020 9700 RM

Nadere informatie

Protocol Bouwen in het gesloten seizoen aan primaire waterkeringen

Protocol Bouwen in het gesloten seizoen aan primaire waterkeringen Protocol Bouwen in het gesloten seizoen aan primaire waterkeringen Plan van Aanpak POV Auteur: Datum: Versie: POV Macrostabiliteit Pagina 1 van 7 Definitief 1 Inleiding Op 16 november hebben wij van u

Nadere informatie

ADVIES VOOR DE M.E.R.-BEOORDELING OVER DE PRODUCTIE VAN PRIMAIR ALUMINIUM BIJ ALUMINIUM DELFZIJL 28 MEI 2001 INHOUDSOPGAVE

ADVIES VOOR DE M.E.R.-BEOORDELING OVER DE PRODUCTIE VAN PRIMAIR ALUMINIUM BIJ ALUMINIUM DELFZIJL 28 MEI 2001 INHOUDSOPGAVE ADVIES VOOR DE M.E.R.-BEOORDELING OVER DE PRODUCTIE VAN PRIMAIR ALUMINIUM BIJ ALUMINIUM DELFZIJL 28 MEI 2001 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING...1 2. ADVIES VAN DE COMMISSIE OVER DE M.E.R.-BEOORDELING...2 2.1

Nadere informatie

Universitair Medisch Centrum Utrecht T.a.v. Voorzitter raad van bestuur Postbus GA UTRECHT. Datum 8 april 2016 Onderwerp VGR

Universitair Medisch Centrum Utrecht T.a.v. Voorzitter raad van bestuur Postbus GA UTRECHT. Datum 8 april 2016 Onderwerp VGR > Retouradres Postbus 2518 6401 DA Heerlen Universitair Medisch Centrum Utrecht T.a.v. Voorzitter raad van bestuur Postbus 85500 3508 GA UTRECHT Stadsplateau 1 3521 AZ Utrecht Postbus 2518 6401 DA Heerlen

Nadere informatie

TEERDE STATEN VAN GELDERLAND. Ingevolge artikel 8.24 Wet milieubeheer 1 FEITEN

TEERDE STATEN VAN GELDERLAND. Ingevolge artikel 8.24 Wet milieubeheer 1 FEITEN BESCHIKKING D.D. 4 DECEMBER 2009 TEERDE STATEN VAN GELDERLAND - NR. MPM18173/2009-015262 VAN GEDEPU- Ingevolge artikel 8.24 Wet milieubeheer 1 FEITEN Onderwerp aanvraag Op 10 augustus 2009 hebben wij een

Nadere informatie

Jaarverslag uitvoeringsprogramma handhaving gemeente Groningen 2015. De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

Jaarverslag uitvoeringsprogramma handhaving gemeente Groningen 2015. De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN Onderwerp Jaarverslag uitvoeringsprogramma handhaving gemeente Groningen 2015 Steller R. Brilhuis De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN Telefoon (050) 367 12 95 Bijlage(n) 1 Ons kenmerk

Nadere informatie

N11 Zoeterwoude-Alphen aan den Rijn

N11 Zoeterwoude-Alphen aan den Rijn N11 Zoeterwoude-Alphen aan den Rijn Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 15 maart 2011 / rapportnummer 1311 79 1. Oordeel over het MER De N11 tussen Zoeterwoude en Alphen aan den Rijn is in 1999

Nadere informatie

Belangrijk is het uitgangspunt van eigenaarschap en

Belangrijk is het uitgangspunt van eigenaarschap en KWALITEIT Kwaliteit in beeld In een serie van twee artikelen bespreekt Herman Bijsterbosch het nieuwe Onderzoekskader van de Inspectie. Het eerste artikel (Nieuw Toezicht: Wat kunt u verwachten?) vindt

Nadere informatie

Oprichting varkenshouderij Banken B.V., gemeente Etten-Leur Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Oprichting varkenshouderij Banken B.V., gemeente Etten-Leur Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Oprichting varkenshouderij Banken B.V., gemeente Etten-Leur Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 21 januari 2010 / rapportnummer 2147-57 1. OORDEEL OVER HET MER Banken B.V. (dhr. N. van Roessel)

Nadere informatie