UNIZO gids. Marktpraktijken. Juridische gids voor de KMO UNIZO STUDIEDIENST

Transcriptie

1 UNIZO gids Marktpraktijken Juridische gids voor de KMO UNIZO STUDIEDIENST

2 Dit is een uitgave van de UNIZO-Studiedienst, Spastraat 8, 1000 Brussel Auteur : Antoon Schockaert, UNIZO-Studiedienst Verantwoordelijke uitgever : Johan Bortier Publicatiedatum : December 2011 WD/2011/10.980/12

3 Inhoudsopgave Woord vooraf Toepassingsgebied van de nieuwe wet marktpraktijken Regels omtrent het verstrekken van informatie aan de consumenten Prijsaanduiding Prijsvergelijking Etikettering en taalvereisten Benamingen van oorsprong Reclame Prijsverminderingen of kortingen Verbod op verkoop met verlies Uitverkopen Sperperiode Solden Koppelverkoop Kortingsbonnen Reclameronselaars Reclame en spam Verkoop op afstand en e commerce Verkopen buiten de onderneming en thuisverkoop (home parties) Onrechtmatige bedingen Stilzwijgende verlenging van dienstenovereen komsten De algemene norm oneerlijke handelspraktijken Vordering tot staking Sancties Veel gestelde vragen Bijlagen

4 Woord vooraf Op 12 mei 2010 is de nieuwe wet marktpraktijken en consumentenbescherming van kracht geworden. Deze wet vervangt de oude wet handelspraktijken van 1991 en brengt op een heel aantal vlakken vernieuwing. De oude wet voldeed immers niet meer, noch qua structuur, noch qua inhoud. De sperperiode werd 3 weken ingekort. De solden zelf staan met de nieuwe wet open voor elke handelaar, ongeacht de sector waarin deze actief is en koppelverkoop wordt voortaan toegelaten. Ook de reglementering van de wijze waarop prijsverminderingen kunnen worden aangekondigd is aanzienlijk geliberaliseerd. Kortom: meer actiemogelijkheden in een minder strak juridisch keurslijf. Deze gids op maat van de ondernemer wil in eerste instantie een leidraad zijn doorheen de nieuwe wet. Hij kan ook dienen als naslagwerk wanneer u over een bepaalde handelspraktijk twijfelt. Om de leesbaarheid en het praktisch nut van de gids te vergroten werden de meeste juridische verwijzingen weggelaten en werd ruime aandacht besteed aan de praktische toepassing van de nieuwe reglementering. De gids is dan ook doorweven met talloze voorbeelden en tips. Het staat vast dat de wet marktpraktijken op een heel aantal vlakken innoveert. Toch is het duidelijk dat deze gids vermoedelijk in 2013 al aan een update toe is. Met de nieuwe richtlijn consumentenbescherming en de verwachtte rechtspraak van het Europees Hof van Justitie zullen zich onvermijdelijk een aantal wijzigingen opdringen. Wat de juiste draagwijdte daarvan zal zijn, is vooralsnog onduidelijk. Tot nader order blijft de wet in huidige vorm echter haar volle werkingskracht behouden. Wij hopen dan ook dat deze gids voor u als ondernemer een leidraad kan zijn doorheen de wet marktpraktijken en dat u na het lezen ervan een beter inzicht heeft gekregen in de belangrijkste bepalingen die in uw relatie met de consument en met andere ondernemingen van toepassing zijn. Johan Bortier Directeur UNIZO Studiedienst 4

5 1. Toepassingsgebied van de nieuwe wet marktpraktijken De meerderheid van de bepalingen in de wet marktpraktijken bevatten regels die toepasselijk zijn in de relatie tussen handelaar en consument. Toch bevat de wet ook bepalingen die een ruimer toepassingsgebied hebben. De definities werden met de wet marktpraktijken ten opzichte van de vorige wet handelspraktijken grondig herbekeken. Een consument is een natuurlijke persoon (particulier) die uitsluitend voor nietprofessionele doeleinden op de markt gebrachte producten gebruikt of aankoopt. Aankopen voor professionele doeleinden of voor gemengd gebruik (deels privé, deels professioneel) vallen niet onder het consumentenbegrip. Op die aankopen zijn de meeste beschermingsbepalingen van de wet dan ook niet van toepassing. Om de wet nauwer te kunnen laten aansluiten bij andere wetgeving (zoals de wet op de mededinging) werd het oude verkopersbegrip verlaten en omgevormd tot het ondernemingsbegrip. Een onderneming is elke natuurlijke (eenmanszaak) of rechtspersoon (bvba, nv, ) die op een duurzame wijze een economisch doel nastreeft. Ook verenigingen kunnen dus onder het toepassingsgebied van de wet vallen. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer zij, naast hun statutair doel (liefdadigheid, onderwijs, enz) ook een economische activiteit ontwikkelen. Merk wel op dat occasionele verkopen van bijvoorbeeld wafels door een scoutsvereniging niet onder het toepassingsgebied van de wet vallen. Het duurzaam karakter van het economisch doel is dan immers niet aanwezig. Onderwijsinstellingen vallen buiten het toepassingsgebied van de wet voor wat betreft hun onderwijsfunctie. Maar indien zij daarnaast ook lokalen verhuren vallen zij voor die activiteit wél onder het toepassingsgebied van de wet. Naast bepalingen die de relatie tussen onderneming en consument regelen, bevat de wet ook regels met een algemene draagwijdte, los van de consumentrelatie. De algemene norm eerlijke marktpraktijken heeft een marktregulerende functie en verbiedt elke daad die strijdig is met de eerlijke marktpraktijken en die de beroepsbelangen van één of meerdere ondernemingen schaadt of kan schaden. 5

6 VOORBEELDEN Voorbeelden die onder de algemene norm kunnen vallen: Verkoop met verlies van diensten louter met het oogmerk een concurrent te schaden Hoewel de verkoop met verlies van diensten in principe toegelaten is omdat de aankoopwaarde niet met zekerheid kan worden vastgesteld, kan de verkoop met verlies van een dienst toch oneerlijk zijn indien dit gebeurt louter met de bedoeling een concurrent te schaden en uit de markt te prijzen. Ook inbreuken op merkenrechten, auteursrechten van anderen (bv. copypaste van de inhoud van de website van een concurrent met als doel een concurrentiele onderneming op te starten) moet worden gezien als parasitaire concurrentie en kan, na beoordeling door de hoven en rechtbanken, worden beteugeld wegens strijdig met de eerlijke marktpraktijken. De wet bevat ook nog hybride regels die op het eerste zicht van toepassing lijken in de relatie handelaar en consument maar in wezen enkel de relatie tussen handelaars onderling dienen. Het betreft de regeling rond het verbod op verkoop met verlies (van goederen) en de reglementering rond de sperperiode. En wat met de vrije beroepen? De wet is niet van toepassing op de vrije beroepen (artsen, advocaten, tandartsen, kinesisten, ). Zij vallen voor wat betreft consumentenbescherming onder het toepassingsgebied van de Wet van wet van 2 augustus 2002 betreffende de misleidende en vergelijkende reclame, de onrechtmatige bedingen en op afstand gesloten overeenkomsten inzake de vrije beroepen (WVB). Na twee recente arresten van het Grondwettelijk Hof stelt zich evenwel de vraag of vrije beroepen voor wat betreft hun activiteiten niet onder het toepassingsgebied van de wet marktpraktijken moeten worden gebracht. De WVB is immers niet aangepast aan de Europese wetgeving. Het onderscheid met de handelaar wordt door het Grondwettelijk Hof dan ook gezien als discriminatoir. Nochtans verdient een aparte wet voor het vrije beroep de voorkeur. Een groot aantal bepalingen van de wet marktpraktijken (verkoop met verlies, solden, sperperiode, enz) zijn immers niet op de vrije beroeper van toepassing omdat de uitoefening van het vrije beroep zich niet tot dergelijke handelspraktijken leent of omdat ze gewoon verboden zijn door de deontologische regels waaraan de vrije beroeper is onderworpen. Een wet met evenveel uitzonderingen als regels voor vrije beroepen zou dan ook de leesbaarheid en duidelijkheid van de wet in globo niet ten goede komen, noch voor de 6

7 handelaar, noch voor de vrije beroeper. Bovendien zouden zich een aantal praktische problemen stellen indien men de wet marktpraktijken van toepassing verklaart op het vrije beroep. Het betreft onder meer de onderzoeksbevoegdheid van de economische inspectie in het kader van inbreuken op de wet marktpraktijken. We stellen ons de vraag in welke mate deze onderzoeksbevoegdheid verenigbaar is met de bijzondere reglementering waaraan sommige vrije beroepen onderworpen zijn (bv. beroepsgeheim). Samen met de Federatie van de Vrije en Intellectuele Beroepen pleit UNIZO er dan ook voor om de aparte wet op het vrije beroep te behouden en deze te conformeren aan de Europese wetgeving, eerder dan de vrije beroepen onder het toepassingsgebied van de wet marktpraktijken te brengen. 7

8 2. Regels omtrent het verstrekken van informatie aan de consumenten Voor of bij het sluiten van een overeenkomst die onder het toepassingsgebied van de wet valt (bv. koop verkoop van een televisietoestel) moet de onderneming behoorlijke en nuttige informatie aan de consument geven over de belangrijkste kenmerken van het product en de verkoopsvoorwaarden. Hij dient daarbij rekening te houden met de vragen om informatie van de consument en het redelijke of voorzienbare gebruik dat de consument van de goederen of diensten wenst te maken. In de praktijk wordt aan deze informatieplicht voldaan door het plaatsen van infofiches bij de geëtaleerde producten met daarop de belangrijkste kenmerken en specificaties van het product. LET WEL De verkoper is gebonden door de informatie die hij geeft. Alle informatie die een handelaar aan de consument verstrekt moet bijgevolg met de realiteit overeenstemmen. Overdreven eigenschappen toedichten aan producten is dan ook een oneerlijke handelspraktijk die aanleiding kan geven tot sancties. 8

9 3. Prijsaanduiding De totale prijs van de te koop gestelde goederen moet steeds schriftelijk en ondubbelzinnig worden aangeduid. Indien de goederen in een etalage of in de winkelruimte te koop worden uitgestald, moet de prijs goed leesbaar worden aangebracht. LET WEL De prijs die men aanrekent aan de kassa moet dezelfde zijn als deze die aan het rek of schap aangeplakt is. Indien de prijzen verschillend zijn, dan geldt enkel de laagste prijs in het voordeel van de consument. Dit geldt ook voor prijzen die aangeduid zijn in folders of advertentiebladen. Er is wel een uitzondering: als het gaat om duidelijke vergissingen waarvan de klant weet of had moeten weten dat de prijs niet klopt, dan kan de eigenlijke prijs alsnog aangerekend worden. Het gaat bijvoorbeeld om prijzen waar een nul is weggevallen of de komma verkeerd staat. Bv.: een digitaal fototoestel van 750 dat verkeerdelijk geprijsd staat als 7,50 is een duidelijke vergissing, waarbij de klant de prijs van 7,50 niet zal kunnen afdwingen. Het is uiteraard wel steeds aangeraden om bij verkeerde prijsaanduidingen de prijs zo snel mogelijk te corrigeren. TIP Pas bij het doorvoeren van prijsverhogingen altijd eerst de prijzen op de producten zelf aan en dan pas de kassaprijs. Pas bij het doorvoeren van prijsverminderingen altijd eerst de prijzen in de kassa aan en dan pas de prijs op de producten zelf. Op die manier kan u problemen vermijden bij controles door de economische inspectie en wordt de klant niet benadeeld. Hetzelfde geldt voor de tariefaanduiding van diensten. In uitvoering van de wet werden de prijsaanduiding van producten en diensten in de fotografie, brood, kappersdiensten en financiële diensten bij Koninklijk Besluit geregeld. 9

10 De aangeduide prijs naar consumenten toe moet bovendien alles inclusief zijn: inclusief BTW maar ook inclusief alle overige taksen en lasten die de consument verplicht moet bijbetalen om een product te verwerven (denk aan Bebat, Recupel, enz). Bovendien moet de prijs steeds minstens in Euro worden aangeduid. Dat neemt niet weg dat andere munteenheden ook mogen worden gebruikt, zolang de prijs in Euro maar duidelijk zichtbaar is. Ook in alle reclame die u voor de producten maakt moeten bovenstaande regels worden gerespecteerd Afwijkingen op de prijsaanduiding Voor bepaalde goederen is de handelaar niet verplicht de prijs aan te duiden. Het betreft: Juwelen, uurwerken, goud en zilverwerk met een waarde hoger dan 870 Euro. Antieke stukken met een waarde hoger dan Euro. Ook in de relatie tussen ondernemingen (B2B verkoop) is de prijsreglementering minder strikt. Het is in die relatie dan ook toegelaten om prijzen exclusief BTW en andere taksen en lasten aan te duiden. Prijs per meeteenheid Winkeliers die aan consumenten verkopen zijn verplicht om voor een hele resem producten naast de prijs per stuk ook de prijs per meeteenheid te vermelden (liter, kilogram, m³, ). Deze verplichting geldt voor : Vrijwel alle voedingsproducten. Voor een aantal niet voedingsproducten. Voor los verkochte producten hoeft alleen de prijs per meeteenheid te worden aangeduid. De verplichting moet ook toegepast worden in publiciteit (bijvoorbeeld folders) als de basis verkoopprijs van het product vermeld is, maar geldt niet voor winkels met een winkeloppervlakte van 150 m² of minder Gebruik van het teken Om te voorzien in een correcte prijsaanduiding zijn de volgende 4 formules correct: 5 5 EUR 5 EUR 5 10

11 De afkortingen " " en "EUR" zijn immers officiële afkortingen (zoals $ en USD voor de dollar) en mogen door elkaar worden gebruikt. Bovendien mag u de afkorting vóór of na de prijs plaatsen, ook al is het in België gebruikelijk om de afkorting van de munteenheid na de prijs te plaatsen. Er is geen verschil voor het gebruik van het euroteken in het Nederlands of het Frans. 11

12 4. Prijsvergelijking Vroeger kon enkel verwezen worden naar de voorheen toegepaste prijzen. Met de nieuwe wet kan men bijvoorbeeld ook lanceringsprijzen vermelden (i.e. prijs die lager is dan de prijs die in de toekomst voor die producten zal worden aangerekend). Men mag dus verwijzen naar allerhande reëel toegepaste of toe te passen prijzen op voorwaarde dat dit niet misleidend is naar de consument toe. LET WEL Bij verwijzingen naar prijzen van concurrenten zijn ook de regels inzake vergelijkende reclame van toepassing (zie verder). TIP Als u als verkoper een winkel of verkooppunt opent, kan u lanceringsprijzen aankondigen die lager zijn dan de normale prijzen. U moet er wel over waken dat volgende voorschriften worden gerespecteerd: Duidelijk aangeven dat het gaat om lanceringsprijzen of openingsvoorwaarden (zowel in reclamedrukwerk, mailings, advertenties als in de winkel zelf en de etalage). De prijs moet werkelijk lager zijn dan de prijs die nadien wordt toegepast. De periode gedurende dewelke de lanceringprijs zal worden toegepast, moet aangeduid zijn en mag nooit langer zijn dan 1 maand. Lanceringsprijzen zijn geen aankondigingen van prijsverlagingen en kunnen dus ook tijdens de sperperiode worden toegepast. De verkoper moet echter wachten tot hij een gewone prijs heeft toegepast gedurende één maand) alvorens hij kan overgaan tot aankondigingen van prijsverminderingen of tot soldenverkoop. CONCREET Na afloop van de toepassing van de lanceringsprijzen moet u gedurende een maand een gewone prijs hebben toegepast om te kunnen overgaan tot aankondigingen van prijsverminderingen. 12

13 5. Etikettering en taalvereisten Indien de wet voorziet in verplichte etikettering, gebruiksaanwijzingen en garantiebewijzen, dan dienen deze minstens te worden gesteld in een voor de consument begrijpelijke taal, gelet op het taalgebied waar de goederen tegen betaling of gratis ter beschikking worden gesteld. Als de etikettering dwingend is voorgeschreven, moet ze goed leesbaar en zichtbaar zijn en opgemaakt zijn volgens de vorm en de inhoud die voorgeschreven wordt Wat is nu een begrijpelijke taal? Om tegemoet te komen aan de rechtspraak van het Europees Hof van Justitie kunnen etikettering, handleidingen en garantiebewijzen (tenzij een bijzondere regeling iets anders voorschrijft) voortaan ook door middel van pictogrammen worden aangeduid. Ook eenvoudig Engels (bv. made in Italy) zou in principe moeten volstaan hoewel voormalig Minister van Consumentenzaken Paul Magnette in een antwoord op een parlementaire vraag hieromtrent het tegenovergestelde beweerde. Het gaat dus om taalverplichtingen voor de bij wet of haar uitvoeringsbesluiten verplichte vermeldingen. Voor niet verplichte vermeldingen (bv. reclame) geldt de taalregeling dus niet. U mag reclame dan ook in eender welke taal publiceren. 13

14 6. Benamingen van oorsprong Met de nieuwe wet marktpraktijken is de nationale erkenning voor benamingen van oorsprong of beschermde geografische aanduidingen weggevallen. De benamingen van oorsprong kunnen nog wel worden aangevraagd maar dit gebeurt voortaan op gewestelijk niveau en volgens de Europese wetgeving ter zake. De bescherming voor reeds geregistreerde benamingen van oorsprong blijft evenwel behouden. Een product dat niet erkend is, mag niet met die benaming aangeduid worden. Zelfs niet indien de werkelijke oorsprong van het product aangegeven is of indien de beschermde benaming vertaald is of vergezeld is van uitdrukkingen zoals soort, type, methode op de wijze van, imitatie. VOORBEELD Méthode Traditionelle mag wel. Méthode Champagne of Champenoise mogen niet wegens teveel verwarring met de echte Champagne. 14

15 7. Reclame Reclame is elke mededeling die rechtstreeks of onrechtstreeks als doel heeft de verkoop van producten of diensten te bevorderen, met inbegrip van onroerende goederen, rechten en verplichtingen, ongeacht de plaats of de aangewende communicatiemiddelen. Het medium via hetwelk reclame wordt gemaakt speelt geen rol. Zowel reclame per post, e mail, fax, sms, bluetooth enz. vallen onder de definitie Vergelijkende reclame Een specifieke vorm van verkoop bevorderende promotie is de vergelijking. Hierdoor kan een handelaar zich voor bepaalde producten of diensten onderscheiden van zijn concurrenten door op een objectieve manier de consument criteria aan te reiken via dewelke die kan beoordelen of het ene aanbod beter is dan het andere (van een concurrent). Vergelijkende reclame maken is dus in principe toegelaten op voorwaarde dat deze: Niet misleidend is. Goederen of diensten vergelijkt die in dezelfde behoefte voorzien of voor hetzelfde doel bestemd zijn (b.v. vergelijking van twee vaatwasmiddelen maar niet de vergelijking tussen een afwasmiddel en een wasmiddel voor kleding). Op objectieve wijze één of meer relevante, controleerbare en representatieve kenmerken (waaronder ook de prijs) van goederen of diensten met elkaar vergelijkt. Er niet toe leidt dat de adverteerder/onderneming kan worden verward met een concurrent, zijn merken, handelsnamen, zijn goederen of diensten. Niet de goede naam van de concurrent schaadt. De reclame mag met andere woorden niet afbrekend zijn. Objectiviteit is de boodschap. Geen oneerlijk voordeel oplevert ten gevolge van de bekendheid van een merk of handelsnaam of andere onderscheidende kenmerken. Goederen of diensten niet voorstelt als imitatie of namaak van een ander merk of beschermde handelsnaam. 15

16 7.2. Misleidende reclame Het verbod op misleidende reclame wordt bijna ongewijzigd overgenomen van de wet handelspraktijken. Elke vorm van reclame die misleidt of kan misleiden omtrent de kenmerken van het product, de prijs, de hoedanigheid van de verkoper, enz. is misleidend en dus verboden. Voor de beoordeling van het misleidend karakter worden alle bestanddelen van de reclame in acht genomen. De manier waarop een product wordt voorgesteld of het weglaten van informatie kan op zich dus ook misleidend zijn. De beoordeling van het misleidend karakter gebeurt aan de hand van het onderscheidend vermogen van de gemiddelde persoon (niet de domste en niet de slimste) die behoort tot de doelgroep waarop de reclame gericht is. De reclame is misleidend wanneer zij deze persoon in die mate kan misleiden dat zijn koopgedrag, mede gelet op de algemene voorstellingswijze van de reclame, kan worden misleid. Soms zijn de overdrijvingen in reclame echter zo overduidelijk dat ze onmiddellijk door het publiek kunnen worden doorzien. Dergelijke vorm van reclame (hyperbolische reclame) is in principe toegelaten. Voorwaarde is dat deze reclame gemakkelijk te ontmaskeren is. B.v. de suggestie dat een auto van een bepaald merk over de autostrade vliegt terwijl de wagen in werkelijkheid natuurlijk niet kan vliegen. Deze algemene norm inzake misleidende reclame wordt nog aangevuld met enkele specifieke verschijningsvormen van misleidende reclame zoals: Misbruik maken van gedragscodes en erkenningen Een product eigenschappen toekennen die het niet bezit (bv. beweren dat Coca Cola een lumbago kan genezen). Waak er over dat de reclame die u maakt uw concurrenten niet afbreekt. De regels inzake vergelijkende reclame dienen dus steeds gerespecteerd te worden. TIP U dient er dus steeds over te waken dat uw reclame niet onbehoorlijk is. Gebruik uw gezond verstand. 16

17 Bijzonder geval: lokvogelpraktijken Indien u reclame voert voor producten die u te koop aanbiedt, dient u, gelet op de omvang van deze reclame, steeds over een voldoende voorraad te beschikken om aan de te verwachten vraag van de consument te kunnen voldoen. Zo niet zal de reclame als een verboden lokvogelpraktijk worden beschouwd. VOORBEELD Vermeldingen zoals op=op of voor de eerste 50 klanten zijn in feite zonder waarde. De vermelding op=op neemt niet weg dat u aan de redelijkerwijze te voorziene vraag moet kunnen voldoen. Voor de actie korting voor de eerste 50 klanten geldt dezelfde redenering met dien verstande dat de promotie sowieso minstens 1 volledige dag voor alle klanten die die dag het product wensen aan te kopen moet blijven bestaan. Indien er dus meer dan 50 klanten zich aandienen, moet u hen de korting toch toekennen. Indien u buiten uw onderneming (dag, weekbladen, flyers, enz) reclame voert waarin voor bepaalde producten een prijs wordt vermeld (niet enkel prijsverminderingen dus) en waarvan aangegeven wordt dat die voor een bepaalde periode geldt, dan bent u verplicht om een waardebon af te geven tijdens die periode voor elk uitverkocht product op het ogenblik dat de consument het wenst aan te kopen. Deze verplichting geldt enkel voor zover de waarde van het product 25 euro overstijgt. De verplichting tot afgifte van een waardebon bestaat niet: Wanneer de onderneming de producten niet meer onder dezelfde (voordelige) voorwaarden opnieuw kan aankopen (herbevoorraden). Wanneer de onderneming de producten na de actieperiode niet langer te koop wenst aan te bieden en dat ook met zoveel woorden opneemt in haar publiciteit (eindereeks, stopzetting reeks). Wanneer het aantal voorradige goederen voor elk van de verkoopinrichtingen waarvoor de publiciteit werd gemaakt, in de publiciteit vermeld staat. Deze laatste uitzondering doet evenwel geen afbreuk aan de verplichting om over een toereikende voorraad te beschikken, gelet op de omvang van de reclame die men maakt. 17

18 7.3. Sinterklaas en de paashaas samen in het land? Er is geen wettelijke regeling die de reclame regelt aangaande bepaalde kinderfeesten zoals Sinterklaas, Kerstmis en Pasen. Toch moeten winkeliers rekening houden met een aantal aanbevelingen, die bepalen dat niet te vroeg reclame gemaakt mag worden voor Sinterklaas en het Kerstfeest. Hoewel het hier om vrijwillige aanbevelingen gaat, treedt de economische inspectie op tegen overtredingen op grond van oneerlijke handelspraktijken. Dit zijn de spelregels aangaande de zogenaamde sperperiode voor reclame van kinderfeesten: Sinterklaas en Kerstmis: geen reclames of promoties vóór 1 november. Pasen: niet vóór een periode van zes weken voor het paasfeest. De promoties waarbij gebruik wordt gemaakt van de fysieke aanwezigheid van de Kerstman mogen bovendien niet beginnen vóór 1 december. 18

19 8. Prijsverminderingen of kortingen Het doorvoeren van kortingen is het hele jaar door toegelaten. Indien u overgaat tot het toekennen van kortingen moet u er echter over waken dat u daarbij de juiste referentieprijs (de prijs waarop u korting geeft) hanteert. De nieuwe prijs moet steeds lager zijn dan de laagste prijs die u in de loop van de maand voorafgaand aan de dag waarop de korting een aanvang neemt, heeft gevraagd. Schema 1/03 18/03 19/03 31/03 6/04 07/ Euro Euro..? 20% 07/03 laagste prijs 1 maand voor start korting = % VOORBEELD Van 1 tot en met 18 maart vraagt u voor een product 100 Euro. Van 19 maart tot en met 6 april vraagt u voor datzelfde product 120 euro. Op 7 april wenst u een korting door te voeren van 20%. Deze korting zal dus moeten betrekking hebben op de laagste prijs die u in de maand voorafgaand aan 7 april voor dat product hebt gevraagd (teruggaan tot 7 maart). De laagste prijs in die periode bedroeg 100 Euro. Dat is dan ook de prijs waarop u korting mag toekennen en aankondigen. Bv. 100 euro 20% = 80 Euro. De hogere prijs van 120 Euro mag in dit geval dus niet als referentieprijs worden gevraagd omdat dit niet de laagste prijs was die u in de loop van de maand voor de eerste dag van korting hebt gevraagd. De prijsverminderingen moet ook steeds overeenstemmen met de werkelijkheid. Verwijzingen naar nooit eerder toegepaste prijzen, fictieve prijzen met andere woorden, zijn niet toegelaten. Voor outlet shops is dit een belangrijk gegeven. Een outlet shop kan dus voor het aankondigen van kortingen niet verwijzen naar prijzen die in de eigen gewone winkel werden toegepast. Indien u in uw outletshop toch kortingen wil afficheren, zal u naar de in de outletshop toegepaste prijzen moeten verwijzen. 19

20 8.1. Manier van aanduiding van kortingen De wet bepaalt dat wanneer u bij een aankondiging van een korting, de nieuwe prijs (prijs na korting) vermeldt, de aankondiging ook de referentieprijs moet vermelden of dat informatie moet worden gegeven die het de gemiddelde consument mogelijk maakt die referentieprijs onmiddellijk en gemakkelijk te berekenen. De onder de oude wet handelspraktijken toegelaten systemen om prijsverminderingen aan te kondigen zijn nog steeds relevant. Onderstaande manieren om kortingen aan te kondigen of aan te duiden worden steeds toegelaten omdat zij voldoen aan de duidelijkheid en transparantievereisten. Dit is evenwel geen limitatieve lijst, alle andere voorstellingswijzen die aan de hoger gestelde voorwaarden voldoen zijn eveneens geldig: Ofwel wordt, naast de oude, doorgehaalde prijs, de nieuwe prijs vermeld. 25 euro Vanaf... (datum) 20 euro. Ofwel door de vermeldingen "nieuwe prijs" en "oude prijs" naast de overeenstemmende bedragen. Oude prijs : 25 euro. Vanaf... (datum) nieuwe prijs: 20 euro. Ofwel door de vermelding van zowel het kortingspercentage als de nieuwe prijs naast de oude doorgehaalde prijs. 25 euro. Vanaf... (datum) 20 % : 20 euro. Ofwel wordt een eenvormig kortingspercentage meegedeeld dat geldt voor alle producten of diensten waarop de mededeling slaat: Vanaf... (datum) 20 % korting op alle sweaters. De aankondiging moet tevens vermelden of de prijsvermindering al dan niet is verrekend in de aangeduide prijzen per product. Bij elke prijsvermindering moet vermeld worden vanaf welke datum de prijsvermindering van toepassing is (begindatum). Deze datum moet aangeduid blijven gedurende de hele periode van de prijsvermindering. Buiten de soldenperiodes of buiten de wettelijke gevallen van uitverkoop mag de korting niet aangeduid worden als solden, opruiming, einde reeks, uitverkoop, stockverkoop, liquidatie, (zie verder). Toch zijn ook andere manieren mogelijk om prijsverminderingen aan te kondigen. Het enige criterium is dat ze duidelijk en eenvoudig zijn. Het gebruik van gekleurde stippen met een overeenstemmend kortingspercentage is bijvoorbeeld toegelaten op voorwaarde dat dit duidelijk is aangeduid en niet misleidend is. Praktijkgeval Mag ik door middel van gekleurde (groene, gele, rode) stippen / bollen prijsverminderingen aankondigen? Hierbij moet een onderscheid gemaakt worden tussen reclame buiten de onderneming (dagbladen, reclamefolders) en de aanduiding van de prijsvermindering binnen de onderneming zelf. 20

21 1. Voor reclame buiten de onderneming (reclamedrukwerk, publicitaire e mails, advertenties, ) In advertenties is het gebruik van dergelijke aankondiging van prijsvermindering verboden. De consument kan immers, op het moment dat hij kennis neemt van de publiciteit, niet inschatten welke producten zullen voorzien zijn van een groene, gele of rode stip. Dergelijke aanduiding is dan ook verboden aangezien de prijsverminderingen ondubbelzinnig en duidelijk moeten zijn naar de consument toe. Dit is hier niet het geval. Een alternatief kan erin bestaan door middel van zelfklevende stippen de consument zelf te laten kiezen op welk product hij zijn korting verrekend wil zien. 2. Voor de aanduiding van prijsvermindering in de winkel zelf Hier is er geen probleem. De wet verbiedt immers niet om kunstmatige categorieën van producten te creëren. De wet vereist enkel dat de prijsvermindering reëel is en dat ze duidelijk/ondubbelzinnig is. Voor de consument die zich in de winkel bevindt, zal het zeker duidelijk zijn welke korting voor welk product geldt. Dit weliswaar op voorwaarde dat u de affiche met de gekleurde bollen en hun overeenstemmend kortingspercentage op goed zichtbare plaatsen in de winkel aanbrengt en dat de bolletjes op de etiketten voldoende groot en kleurvast zijn Tijdspanne waarbinnen de korting kan worden aangeduid De aankondiging van een korting moet steeds minstens 1 dag stand houden (tenzij het producten onderhevig aan snelverkoop betreft bederfbare producten) en mag maximaal 1 maand voorgesteld blijven. VOORBEELD Op 1 maart bedraagt de prijs ( 100 euro 20% = 80 euro ). Dergelijke voorstelling van prijsvermindering moet tot op het einde van de eerste verkoopdag standhouden. De aanduiding moet uiterlijk op 31 maart worden verwijderd. Vanaf dan wordt de verlaagde prijs immers aanzien als de gewone prijs en mag men de prijs niet meer als een korting voorstellen. 21

22 Wat op 1 april? Op 1 april dient men ofwel: De prijs van 80 als gewone prijs aan te duiden (geen melding van korting meer maken). De prijs terug te verhogen (tot bijvoorbeeld 100 ). Een bijkomende korting te geven (op de nieuwe referentieprijs, zijnde 80 ) bv % = 72. Bij elke aankondiging van prijsvermindering moet omwille van bovenstaande regels dus ook steeds de datum van de start van de prijsvermindering worden vermeld. Deze datum moet aangeduid blijven gedurende de ganse periode dat de korting wordt vermeld. LET OP Voor de sectoren van kleding, schoenen en lederwaren is het tijdens de sperperiodes (zie verder) verboden om aankondigingen van prijsverminderingen te doen. 22

23 9. Verbod op verkoop met verlies Met verlies verkopen is het verkopen van producten tegen een prijs die lager is dan de inkoop of herbevoorradingsprijs. Dit is verboden, behalve tijdens de bij wet voorziene soldenperiodes en tijdens bij wet gereglementeerde uitverkoop (zie verder). Enkele uitzonderingen op het verbod op verkoop met verlies: Indien de onderneming een nieuwe voorraad kan aankopen (herbevoorrading van hetzelfde product) bij dezelfde of een andere leverancier, tegen een prijs die lager is dan de aankoopprijs van de producten in zijn voorraad, dan mag hij deze nieuwe herbevoorradingsprijs als referentie gebruiken om het verkopen met verlies te beoordelen en is er dus pas sprake van verkoop met verlies indien de verkoopprijs lager is dan deze hypothetische herbevoorradingsprijs. Tijdens de solden (zie verder). Tijdens uitverkopen (zie verder). Goederen die niet langer bewaard kunnen worden (cfr. uiterste houdbaarheidsdatum). Goederen die men redelijkerwijze niet meer met winst kan van verkopen (b.v. kerstbomen in januari, zwaar verouderde producten). Goederen die een concurrent verkoopt aan een prijs die voor u verlieslatend is, mag u afstemmen op de prijs van uw concurrent. Met uiterst beperkte winstmarge verkopen of tegen inkoopprijs verkopen mag wel. Leveranciers van diensten en fabrikanten van goederen vallen niet onder dit verbod omdat er hier geen sprake is van een herbevoorradingsprijs is. Een producent die grondstoffen aankoopt, produceert immers een ander product (afgewerkt of half afgewerkt product) met het oog op doorverkoop Berekening van verkoop met verlies Er is sprake van een verkoop met verlies indien de verkoopprijs van de goederen lager is dan de aankoopprijs of herbevoorradingsprijs. 23

24 Verkoopprijs < Aankoopprijs Structureel verworven kortingen (b.v. u krijgt op elke bestelling altijd 10% korting van uw leverancier) kunnen worden afgetrokken van de inkoopprijs. Met kortingen die gedeeltelijk of uitsluitend gegeven worden voor tegenprestaties ten aanzien van de leverancier mag echter geen rekening worden gehouden (b.v. u krijgt eenmalig korting op de bestelling van een nieuw product). De formule wordt als dus volgt verfijnd: Verkoopprijs < Aankoopprijs structurele kortingen Bij een gezamenlijk aanbod (koppelverkoop) van goederen (zie verder) is er slechts sprake van een verboden verkoop met verlies indien de samengetelde aankoopprijs van de verschillende producten in het aanbod lager is dan de (gezamenlijke) verkoopprijs. U kunt dus één product uit het gezamenlijk aanbod met verlies verkopen mits dat verlies wordt gecompenseerd door de andere producten in het aanbod. Het verbod om met verlies te verkopen geldt ook tussen professionelen onderling (bv. tussen distributeur en eindverkoper) Voor wat betreft de verkoop met verlies van diensten is er in principe geen wettelijk verbod Toch kan ook de verkoop met verlies van diensten of de combinatie van de verkoop van een goed en een dienst een oneerlijke handelspraktijk zijn. Dit kan het geval zijn wanneer de diensten bijvoorbeeld tegen een extreem lage prijs worden verkocht met als enige bedoeling een concurrent te schaden of uit de markt te prijzen, waarna de prijs terug normale proporties aanneemt. De beoordeling van het verboden karakter van dergelijke praktijken komt steeds toe aan de hoven en rechtbanken. 24

25 10. Uitverkopen Uitverkopen kunnen gebeuren naar aanleiding van een bijzondere gebeurtenis waarbij de voorraad snel moet worden afgebouwd. Tijdens een uitverkoop is het toegelaten om met verlies te verkopen. Een uitverkoop organiseren, kan dus in principe het hele jaar door (wanneer de bijzondere gebeurtenis zich voordoet). Het gebruik van de benaming en affichering van uitverkoop of liquidation of een gelijkwaardige benaming (bv. opruiming, stockverkoop, enz.) is enkel toegelaten in de 9 bij wet voorziene gevallen op voorwaarde dat alle andere regels betreffende de uitverkopen eveneens gerespecteerd zijn. Een overzicht van de wettelijke mogelijkheden van een uitverkoop. Een uitverkoop is mogelijk in negen door de wet voorziene omstandigheden. Het betreft: 1. Een verkoop ter uitvoering van een rechterlijke beslissing. 2. Erfgenamen van een ondernemer bieden de voorraad geheel of gedeeltelijk te koop aan. 3. Een onderneming neemt een handel van een andere onderneming over en biedt de overgenomen voorraad geheel of gedeeltelijk te koop aan. 4. Een onderneming zet haar activiteit stop en biedt de gehele voorraad te koop aan (er mag in de 3 voorbijgaande jaren geen uitverkoop omwille van dezelfde reden hebben plaatsgevonden). 5. Bij verbouwingswerken in de lokalen waar de goederen gewoonlijk te koop worden aangeboden op voorwaarde dat de verbouwings of opknapwerken minstens 20 werkdagen duren en de verkoop gedurende die periode onmogelijk maken (ook hier mag er in de drie voorafgaande jaren geen uitverkoop omwille van dezelfde reden hebben plaatsgevonden). 6. Overbrenging van de handelszaak of inrichting naar een andere locatie of sluiting van de inrichting op voorwaarde de zaak reeds minstens 1 jaar werd uitgebaat. 7. Bij schade aan de gehele voorraad of een belangrijk gedeelte van de voorraad door een ramp (brand, overstroming). 8. Indien de handelsactiviteit door overmacht aanzienlijk wordt gehinderd (bv. hinder openbare werken). 9. Pensionering of stopzetting van elke beroepsactiviteit van het ondernemingshoofd. De voorwaarde hier is dat er in het voorbije jaar geen uitverkoop is geweest omwille van stopzetting handelsactiviteit of verhuis of sluiting van de handelsinrichting. In alle gevallen, behalve bij uitverkoop wegens pensionering en stopzetting van elke beroepsactiviteit, mag een uitverkoop maximaal 5 maanden duren. In het laatste geval (pensionering, stopzetting van elke beroepsactiviteit) kan een uitverkoop maximaal 12 maanden duren. Deze termijnen zijn niet voor enige verlenging vatbaar. Het zijn met andere woorden hakbijltermijnen. 25

26 10.1. Formaliteiten Het voornemen om een uitverkoop te doen moet worden gemeld aan de federale overheidsdienst economie (voor een modelformulier zie bijlage), behalve wanneer de uitverkoop plaatsvindt naar aanleiding van een rechtelijke beslissing. Vooraleer dit gebeurd is, is elke aankondiging/reclame voor de uitverkoop verboden. De kennisgeving moet gebeuren met een aangetekende brief en dient de startdatum van de uitverkoop te vermelden en de reden van uitverkoop aan te tonen (bv. plannen verbouwingswerken, brief van de verzekering voor waterschade, enz). Tenzij het gaat om een uitverkoop wegens overmacht/hinder of wegens schade door een ramp, dient de brief minstens 10 werkdagen dagen voor de start van de uitverkoop worden verzonden. Bij uitverkoop wegens overmacht, hinder of ramp mag men dus onmiddellijk met de uitverkoop starten wanneer de situatie zich voordoet maar dient men toch nog de brief naar de federale overheidsdienst economie te sturen om een eventuele latere controle van de voorwaarden door de inspectiediensten mogelijk te maken Welke goederen mogen in een uitverkoop worden verkocht? In een uitverkoop mogen enkel goederen te koop worden aangeboden die op het moment van de kennisgeving of op het moment van de rechtelijke beslissing, hinder of ramp deel uitmaken van uw voorraad. Bijbestellen kan dus niet. Een uitzondering bij uitverkoop wegens rechtelijke beslissing, overlijden, hinder of ramp bestaat echter voor reeds bestelde goederen die tijdens de uitverkoop worden geleverd maar op voorwaarde dat deze bestelling gelet op haar omvang en datum als normaal kan worden beschouwd. In principe (behalve bij uitverkoop wegens rechtelijke beslissing of bij uitverkoop wegens ramp) dienen de goederen te worden uitverkocht in de verkoopinrichting waar de verkoop normaalgesproken plaatsvindt. Een afwijking bij uitverkoop aanvragen is mogelijk via een aangetekend schrijven. Indien u geen reactie ontvangt binnen de 10 werkdagen wordt de afwijking toegestaan en kan u uw uitverkoop op een andere locatie organiseren. Het is bovendien niet toegelaten (in de hypothese dat u verschillende verkooppunten uitbaat) om goederen van de ene naar de andere verkoopinrichting over te brengen, tenzij hiervoor de afzonderlijke toestemming wordt bekomen. De toestemming kan eveneens bij middel van een aangetekend schrijven worden aangevraagd en dient voldoende 26

27 gemotiveerd te worden. Ook hier geldt het principe dat de aanvraag geacht wordt te zijn goedgekeurd indien u geen reactie ontvangt binnen de 10 werkdagen. Tijdens de looptijd van de uitverkoop mogen geen bijkomende bestellingen worden geplaatst. Enkel de bestaande voorraad mag worden uitverkocht Verlaagde prijs De verkoopsprijzen moeten bij uitverkoop een reële prijsvermindering ondergaan. D.w.z. dat ze lager moeten zijn dan de voorheen toegepaste prijzen. De referentieprijs bij een uitverkoop is de laagste prijs die voor de producten werd gevraagd in de maand voorafgaand aan de startdatum van de uitverkoop. Indien u dus een uitverkoop houdt van 1 april tot 31 augustus dan zal de referentieprijs de laagste prijs zijn die u in de maand maart hebt toegepast. Deze referentieprijs moet gedurende de volledige looptijd van de uitverkoop behouden blijven. Het is op basis van deze referentieprijs dat u kortingen kan toekennen. Let op: indien u schoenen, kleding of lederwaren verkoopt en uw uitverkoop overlapt een sperperiode dan dient u tijdens de sperperiode elke verwijzing naar kortingen of kortingspercentages te verwijderen (zie ook hoofdstuk sperperiode). U werkt dan best met nettoprijzen of lage prijzen omwille van uitverkoop zonder kortingen te suggereren. VOORBEELD Voorbeeld aankondigingen tijdens een sperperiode: Wél toegelaten Lage prijzen omwille van uitverkoop Nettoprijzen! Niet toegelaten 100 Euro 50% = 50 Euro 50% op alles omwille van uitverkoop Sterk verlaagde prijzen Gedeeltelijke uitverkoop? In principe moet steeds de gehele voorraad in uitverkoop worden aangeboden. Bij uitverkopen wegen overlijden van de uitbater, overname van een handelszaak en bij een ramp, kan echter ook een gedeelte van de producten worden uitverkocht (bijvoorbeeld 27

28 enkel de producten die men niet meer wenst te verkopen in de toekomst of enkel de door de ramp beschadigde producten) Fabrieksverkoop of uitverkoop? Een fabrieksverkoop is niet hetzelfde als een uitverkoop. Fabrieksverkopen voldoen immers niet aan de strikte criteria van een uitverkoop. Verkoop met verlies tijdens fabrieksverkopen die vaak georganiseerd worden op bepaalde locaties (leegstaande fabriekspanden, hangars) waar goederen aan gereduceerde prijzen worden aangeboden is bijgevolg ook verboden. Voor een checklist inzake fabrieksverkopen zie bijlage 3. 28

29 11. Sperperiode De sperperiode is de periode die aan de soldenperiode voorafgaat en waarbinnen het verboden is om prijsverminderingen aan te kondigen voor schoenen, kleding en lederwaren. De reglementering rond de sperperiode werd met de nieuwe wet marktpraktijken aanzienlijk gewijzigd Wanneer? De periodes zelf werden ingekort. Voortaan duren de sperperiodes ongeveer 3 weken. Ze lopen respectievelijk van 6 december tot en met 2 januari en van 6 juni tot en met 30 juni) Voor welke producten Waar vroeger ook modegebonden producten zoals bepaalde juwelen, tuinmeubelen, zonnebrillen onder het toepassingsgebied van de sperperiode konden vallen, kiest de wetgever met de nieuwe wet marktpraktijken voor een duidelijke lijn. Voortaan geldt het verbod op aankondigen van prijsverminderingen enkel nog voor schoenen, kleding en lederwaren, met uitsluiting van alle andere producten Wat mag, wat mag niet Het is zo dat het toekennen van kortingen in de sperperiode op zich niet verboden is. Enkel de aankondigingen (het afficheren van kortingen) zijn verboden. Kassakortingen kan u dus ook voor schoenen, lederwaren en kleding toepassen in deze periodes. De grondslag voor deze regeling is te vinden in het typisch mode gebonden karakter van dit soort goederen. De wet kent een bijzondere marktbescherming toe om ondernemingen (groot en klein) in staat te stellen de latere soldenomzet te maximaliseren door het marketingeffect (het wervend effect van geafficheerde korting op de consument) gedurende een beperkte periode te verbieden. De soldenomzet kan dan later worden aangewend om te investeren in de nieuwe collectie (winter/zomer). Ook de uitverkopen die tijdens deze sperperiodes plaatsvinden of die overlappen met de sperperiodes zijn door het verbod op aankondigingen van prijsverminderingen geviseerd (zie ook uitverkopen). Indien u dus kleding, schoenen of lederwaren uitverkoopt dienen de verwijzingen naar kortingspercentages of andere prijsverminderingen gedurende de sperperiode te worden verwijderd. 29

30 De affichering van het woord uitverkoop mag evenwel behouden blijven. De term nettoprijzen mag ook worden gehanteerd. 1/06 6/06 30/06 01/07!?! SPERPERODE SOLDEN Laagste prijs maand voorafgaand aan start solden!!! = Referentieprijs? Indien u nog snel voor de sperperiode een korting wil toepassen bv. op 2,3 en 4 juni, hou er dan rekening mee dat de op dat moment toegekende kortingen in rekening moeten worden gebracht voor het bepalen van de referentieprijs tijdens de solden. Er kan immers worden gesoldeerd op de laagste prijs die werd toegepast in de maand voorafgaand aan de start van de soldenperiode. LET OP Indien u tijdens de sperperiode waarde of kortingsbonnen uitgeeft, zorg er dan voor deze de melding bevatten dat ze niet tijdens de sperperiode kunnen worden ingeruild (zie ook kortingsbonnen). 30

31 12. Solden Ook solden B2B Van 3 januari tot en met 31 januari en van 1 juli tot en met 31 juli 1 lopen de tweejaarlijkse soldenperiodes. In deze periodes is het de onderneming toegestaan om met verlies te verkopen om een versnelde afzet van de bestaande voorraad (winter of zomercollectie) te verzekeren door met aanzienlijke kortingspercentages te werken. De soldenperiodes en het gebruik van de benaming solden zijn met de nieuwe wet niet langer voorbehouden aan ondernemingen die mode gebonden producten verkopen. Iedereen mag voortaan deelnemen aan te solden (b.v. elektrozaken, meubelzaken, kruidenier, supermarkten,antiekwinkels, slagers). Buiten de wettelijke periodes is het gebruik van de benaming solden, koopjes, enz. verboden. Solden kunnen voortaan ook voor uw professionele klanten (andere handelaars). Voorwaarde is wel dat dit gebeurt volgens de regels en dat de solden enkel in de wettelijke voorziene periodes plaatsvinden Welke referentieprijs moet ik tijdens de solden hanteren? In afwijking op de algemene regels inzake de referentieprijs naar aanleiding van een prijsvermindering, dient men tijdens de ganse soldenperiode te verwijzen naar de laagste prijs die werd toegepast in de loop van de maand voorafgaand aan de start van de soldenperiode. Deze regel biedt het voordeel dat een onderneming tijdens de ganse soldenperiode met opeenvolgende kortingspercentages (kleine korting bij start solden, grote korting naar het einde van de solden toe) kan werken, zonder zich zorgen te maken over de te hanteren referentieprijs die immers tijdens de hele periode dezelfde blijft. 1 Indien 3 januari of 1 juli op een zondag vallen, begint de soldenperiode op zaterdag (2 januari of 30 juni). 31

32 VOORBEELD 3 juni: prijs = juni: prijs = juni: prijs = 140 Start solden op 1 juli: de te hanteren referentieprijs bedraagt 100 want dit is de laagste prijs toegepast in de maand die de solden voorafgaat. Deze referentieprijs blijft behouden gedurende de ganse soldenperiode ongeacht de kortingspercentages die worden gegeven. Op 1 juli: % = 80 Op 14 juli: % = 70 Op 25 juli: % = 50 De aandachtige lezer zal merken dat het doorvoeren van kortingen vanaf 1 juni een invloed zal hebben op de referentieprijs die tijdens de solden zal moeten worden toegepast. Hoewel de sperperiode pas op 6 juni start, zal een prijsvermindering net voor de sperperiode bv. van 2 tot en met 5 juni inderdaad een invloed hebben op de referentieprijs tijdens de solden. Deze prijsverminderingen vinden immers plaats in de maand voorafgaand aan de start van de solden Braderijen Ook braderijen ontsnappen met de nieuwe wet niet meer aan deze regeling. Braderijen zijn handelsmanifestaties die worden georganiseerd op initiatief van een vereniging van handelaars en die maximaal 4 dagen duren. Tijdens braderijen mogen, zelfs als ze plaatsvinden tijdens de sperperiode, prijsverminderingen worden aangekondigd op voorwaarde dat dit slechts één keer per jaar gebeurt. Let echter op: indien die braderij tijdens de maand voorafgaand aan de start van de soldenperiode wordt georganiseerd, zal de verlaagde braderijprijs in aanmerking moeten worden genomen voor het bepalen van de referentieprijs tijdens de solden (zie hogervermeld voorbeeld). Hoe kan ik dat vermijden? De wet biedt de mogelijkheid om via een koppelverkoopactie de braderij toch aantrekkelijk te houden zonder nadien de aantrekkingskracht van uw soldenkorting uit te hollen. U kan dit als volgt doen: De lokale handelsvereniging organiseert een braderij op 27, 28, 29 en 30 juni. 32

33 Tijdens de braderij wil u toch korting geven om de verkoop te stimuleren. U weet echter dat elke korting die u in juni geeft (ook de braderijkorting) een invloed zal hebben op de referentieprijs tijdens de solden. VOORBEELD Een hemd kost gewoonlijk 100 euro. Een broek kost gewoonlijk 200 euro. Tijdens de braderij kan u door gebruik te maken van een gezamenlijk aanbod toch een korting toekennen. Hemd (afzonderlijke prijs 100 ) en broek (afzonderlijke prijs 200 ) nu samen voor % = 210. Bij de start van de solden zet u uw koppelverkoop actie gewoon stop. U kan dan tijdens de solden verwijzen naar de prijzen die u voor het hemd en de broek afzonderlijk heeft gevraagd in de maand voorafgaand aan de solden. Deze referentieprijzen zijn dus 100 euro (hemd) en 200 euro (broek). Voorwaarde is dus wel dat u de stuks in de maand voorafgaand aan de solden ook afzonderlijk (zonder korting!) te koop stelt. Indien u tijdens de braderij op elk stuk afzonderlijk een korting zou hebben aangeboden, bv. hemd: 100 euro 30% = 70 en broek 200 euro 30% = 140 dan had u tijdens de solden op die verlaagde referentieprijzen moeten solderen. De referentieprijzen waren dan respectievelijk 70 en 140. Meer exotische voorbeelden zijn natuurlijk denkbaar (bv. schoenen schoenpoetsmiddel 5 /of extra paar veters 5 ) 20% korting. Ook het verstrekken van een waardebon bij een aankoop tijdens een braderij (georganiseerd in de maand voorafgaand aan de solden) is mogelijk. Voorwaarde is wel dat die waardebon pas inwisselbaar is tijdens de soldenperiode en dat dit met zoveel woorden op de waardebon vermeld staat. De waardebon wordt dan bij een aankoop tijdens de solden verrekend, bovenop de soldenkorting. 33

34 12.4. Welke producten mogen tijdens de solden te koop worden aangeboden? Tijdens de solden mogen enkel producten worden verkocht die de onderneming voor de start van de solden in voorraad had en die in het verleden minstens 30 dagen te koop zijn aangeboden geweest. Het aankopen van een speciaal soldenassortiment is bijgevolg verboden gelet op het doel van de solden, met name een versnelde afzet van de overschotten/voorraden bewerkstelligen door het geven van kortingen. De periode van 30 dagen waarbinnen de soldenproducten te koop werden aangeboden hoeft in tegenstelling tot onder de oude wet handelspraktijken niet meer vlak voor de solden plaats te vinden. Ook producten vanuit een verder verleden kunnen in solden worden verkocht. Het is dus mogelijk om voor de start van de solden producten uit verschillende vestigingseenheden te herverdelen en deze overal in solden aan te bieden. Ook producten uit eerdere seizoenen die minstens gedurende een maand werden verkocht en dan uit de verkoop werden gehaald kunnen in solden worden aangeboden. De voorwaarde is dan wel dat dan wordt verwezen naar de laagste prijs die ooit voor deze producten werd gevraagd. De bewijslast van het hanteren van de correcte referentieprijs ligt bij de handelaar. 34