Bijlage bij Rapportage archiefinspectie 2015

Transcriptie

1 30 juni 2015 Resultaten RODIN audit 2015 Provincie Z-H NB: De audit heeft betrekking op de digitale archivering in het systeem Livelink sinds 2008, niet op papieren archivering en op systemen buiten Livelink. geïnterviewden: Annet van Lier, bureauhoofd Advies en Beleid van afdeling I&A (hoofdstuk 1) Ruud Berden, programmamanager van De Digitale Provincie (hoofdstuk 1) Nelleke Radder en Pieter Boekwijt, coördinerend adviseurs van bureau DI van afdeling I&A (alle hoofdstukken, met name 2) Theo Knops, senior adviseur van bureau DI van afdeling I&A (hoofdstuk 2) Eric Jan Oskam van bureau Advies en Beleid van afdeling I&A (hoofdstuk 3) René Reith, adviseur van bureau Infrastructuur van afdeling I&A (hoofdstuk 3) André Batenburg, architect van bureau Advies en Beleid van afdeling I&A (alle hoofdstukken) Marike van Vonderen en Wim Plas, bureauhoofd DI en senior Records Manager van bureau DI. Constateringen (in volgorde van RODIN eis) 1.1 Sturing door het hoogste management als geheel van het records management als onderdeel van het informatiemanagement ontbreekt. Het records management is nog teveel een los onderdeel van het informatiebeleid en wordt gezien als een verantwoordelijkheid van bureau DI. Als gevolg daarvan is er geen concernbreed draagvlak vernieuwingen. Voorbeelden: de streefcijfers van de Week van het e-dossier zijn door het DT bepaald (65% in orde in 2014, 80% in 2015), maar er is niet op gestuurd, ze zijn voor 2014 niet gehaald. Het Informatie Structuur Plan is een project van DI, niet van het concern als geheel. 1.2 Het beheer van de documentatie over diverse onderdelen van het informatiebeleid is in de organisatie versnipperd, coördinatie en onderlinge afstemming ontbreken. Van meerdere beleids- en uitvoeringsplannen en procedures is de status onduidelijk, plannen sluiten vaak niet op elkaar aan, zijn complex, te gedetailleerd of zijn verouderd. Veel documentatie kan worden vereenvoudigd en gebundeld. 1.7 In 2008 is bepaald dat behandelend ambtenaren verantwoordelijk zijn voor de inhoud van hun dossiers. Uit audits blijkt echter dat zij nog niet voldoende zijn toegerust voor deze taak. In de praktijk wordt bureau DI nog verantwoordelijk gehouden voor de inhoud. In 2014 was 50% van de e-dossiers niet op orde. 2.4 en 2.5 In december 2012 is geconcludeerd dat het metadataschema verouderd en onvolledig was. Dit heeft een vervolg gekregen binnen programma de Digitale Provincie. 2.7 Het bewaarbeleid uit 2012: Digitale duurzaamheid beleidsplan, met bijlagen, heeft een onduidelijke status en de uitvoering wordt sinds eind 2012 niet meer geaudit De toekenning van bewaartermijnen gebeurt handmatig. De selectie- en vernietigingsprocedure is complex en bevat teveel vertragende elementen Digitale vernietiging wordt in de praktijk nog niet uitgevoerd. 3.1 In 2010 is een Business Impact analyse gehouden op Livelink, maar deze was nog gebaseerd op het oude beveiligingsbeleid uit Het nieuwe beleid kent andere risico-afwegingen, die nog niet op Livelink zijn toegepast. 3.2 In 2014 is nieuw beveiligingsbeleid vastgesteld, echter een daarop gebaseerd concernbreed beveiligingsplan met concrete maatregelen ontbreekt. 3.4 en 3.6 Er is geen back-up procedure vastgesteld van gegevens in de organisatie, al gebeurt back-up wel in de praktijk, en de werking wordt alleen in het dagelijks gebruik getoetst. 1

2 3.7 Er is geen beheerplan voor Livelink vastgesteld. Het functioneel beheer is op papier goed, maar in de praktijk kwetsbaar belegd. Het technisch beheer is niet bij : updates en patches worden met (grote) vertraging geïmplementeerd, waardoor beveiligingsrisico s en compatibiliteitsproblemen ontstaan. Aanbevelingen (in volgorde van RODIN eis): 1.1 Maak het records management een onderdeel van het strategische, tactische en operationele informatiebeleid. Stel een Stuurgroep Digitale Provincie in waarin alle directies op hoog niveau zijn vertegenwoordigd, om vernieuwingsprogramma s als De Digitale Provincie aan te sturen, concernbreed beleid voor te bereiden en draagvlak te creëren. Als voorbeeld: het Informatie Structuurplan (ISP) moet de systemen waarin wordt gearchiveerd buiten Livelink in beeld brengen. Dit zou een product moeten zijn van alle directies, niet alleen bureau DI, als basis voor verder beleid. 1.2 Coördineer en beleg het beheren van de documentatie over informatie- en recordsmanagement op een centrale plaats, bijvoorbeeld bij de staf van het afdelingshoofd. Actualiseer en vereenvoudig alle beleid, plannen en processen Informatiebeleid en Records management, zorg voor onderlinge samenhang, trek verouderde documentatie in en stel de wel geldende documenten op het hoogst passende managementniveau vast. 1.7 Geef de behandelend ambtenaren voldoende en continue training op maat om hun nieuwe rol in het document management te kunnen vervullen. Heb daarbij ook aandacht voor documenten die in de cloud of elders worden opgeslagen, maar op den duur in het provinciale archief thuishoren. Stel bij de afdelingen en directies speciaal opgeleide Key users Livelink in, die de eerste hulp voor hun collega s kunnen bieden bij de e-dossiervorming. De records managers van DI komen dan als specialistische hulp op meer afstand. Geef invulling aan het functioneel beheer Livelink zoals het op papier is vastgesteld 2.4 en 2.5 Vernieuw het metadataschema in overleg met de hele organisatie. Betrek de gebruikers en zorg dat metadata via tools zoveel mogelijk gestandaardiseerd en geautomatiseerd worden toegevoegd. 2.7 Stel op het hoogste managementniveau een bewaarbeleid vast voor e-dossiers gebaseerd op het strategische informatiebeleid, onder meer: wanneer worden welke dossiers opgeslagen in een archiefformaat, vaststellen formaten, procedure migratie en conversie inclusief verklaringen conform Archiefregeling art. 25, selectie- en vernietigingsbeleid, procedure opname in RMA inclusief de eisen te stellen aan de e-dossiers. Dit kan een onderdeel worden van een vernieuwd Handboek DI. Documenteer bestandsformaten tijdig voordat zij in onbruik raken, zeker de niet-gangbare, exotische en rijke formaten Automatiseer de toekenning van bewaartermijnen en stel een vereenvoudigde digitale vernietigingsprocedure vast, bijvoorbeeld als onderdeel van het herziene handboek DI. Dit Handboek en het Handboek Vervanging dienen onderling op elkaar te worden afgestemd. Ook de rol van de BA dient te worden ingevuld. 2.8 en 2.14 Vernietig digitale documenten conform de geldende termijnen. Check daarbij steekproefsgewijs of de vernietigde informatie inderdaad niet meer reconstrueerbaar is. 3.1 Houd opnieuw een BIA op Livelink gebaseerd op het nieuwe beveiligingsbeleid 2014, waarin het risico op imagoschade door verlies van informatie als hoog is gekwalificeerd. 3.2 Stel een concernbreed beveiligingsplan op met concrete te nemen maatregelen, gebaseerd op het nieuwe in 2014 vastgestelde beveiligingsbeleid en audit dit regelmatig. 3.4 en 3.6 Stel een back-up procedure vast als onderdeel van het beveiligingsplan en test de werking regelmatig. 3.7 Stel een beheerplan op voor Livelink en hef de feitelijke kwetsbaarheid van het functioneel- en applicatiebeheer binnen bureau DI op. Verbeter het technisch beheer zodanig, dat updates en patches direct worden geïmplementeerd. Opmerking: Deze audit is uitgevoerd op het systeem Livelink en de omgeving daarvan. Wij merken op, dat het van groot belang is dat de aanbevelingen ook worden toegepast op enkele andere systemen waarin risicovolle archiefwaardige informatie wordt beheerd, zoals de systemen voor planvorming ruimtelijke 2

3 ordening. De belangrijkste daarvan zijn bekend, het is niet nodig hiervoor de uitkomst van het gehele ISP af te wachten. Het is aan te bevelen het ISP gezamenlijk met alle directies uit te voeren. 3

4 RODIN (Referentiekader Opbouw Digitaal Informatiebeheer) 1 Beleid en organisatie ja nee deels opmerkingen afgeleid van 1.1 De organisatie heeft een door het bestuur en/of management vastgesteld informatiebeleid dat aansluit bij de geformuleerde organisatiedoelstellingen. Onderdelen van informatiebeleid zijn tenminste: X Informatieplan was door directie vastgesteld, het vigerende plan niet. Plan in de maak. Handboek DI is wel vastgesteld. Er is te weinig verbinding tussen Informatieplan, Handboek DI en Handboek Vervanging. Het programma Digitale Provincie wordt niet aangestuurd door de directie als geheel, waardoor draagvlak voor en implementatie van vernieuwingen in het concern niet optimaal zijn. a het voldoen aan de wettelijke eisen voor het bewaren van informatie; X Zie Handboek DI (vastgesteld 2013) en vele andere documentatie. De vraag is vaak wat de status van een document is. Documentatie is onderling niet altijd logisch verbonden, soms verouderd en het beheer ervan is versnipperd in de organisatie. Of het zo wordt nageleefd als beschreven, is ook niet duidelijk. b c een beschrijving van de relatie tussen de bedrijfsprocessen en de opgenomen informatie een beschrijving van of verwijzing naar de bewaarstrategie van de organisatie die rekening houdt met conversie, migratie of emulatie in geval van veranderende (technische) omstandigheden; X Voor Livelink: Kaders generieke folderstructuur (ordeningsplan). Ook e- dossiertemplates en DKK s (dossierkenniskaarten, circa 160). Voor systemen buiten Livelink nog niet geregeld. Er is een Informatie Structuur Plan (ISP) in de maak door bureau DI. De vraag is of dit draagvlak heeft in de organisatie als geheel. X Digiduur beleidsplan 2012, met bijlagen. Dit is nog niet ingetrokken, hoewel dit deels is opgenomen in het programma De Digitale provincie en deels verouderd. Er worden nog AR:19; 15489: 5, 6.1, 6.2,7.1 ED3: A3.7, B3.1 4

5 d een beschrijving van het beveiligingsbeleid waarin taken en verantwoordelijkheden voor informatiebeveiliging zijn belegd. 1.2 De organisatie is in staat verantwoording af te leggen over alle activiteiten ten behoeve van de werking en het beheer van de digitale beheeromgeving op basis van toetsbare eisen van een door haar toe te passen kwaliteitssysteem. 1.3 De organisatie heeft de processen en procedures voor de digitale beheeromgeving beschreven. 1.4 De organisatie ondergaat periodiek (externe) audits en/of certificering op het gebied van de digitale beheeromgeving. geen verklaringen van conversie en migratie opgemaakt cf de Archiefregeling. X Zie hoofdstuk 3. X Kwaliteitssysteem is in opbouw. ISMprocessen: ITIL variant, maar records management is daar geen onderdeel van. Er vindt wel monitoring en toetsing plaats op de e-dossiers, zie procedure Monitoren en sturen in Handboek DI en auditrapportage Dossierbeheer door gebruikers, 2013, ook uitkomsten Week v.h. e-dossier Daaruit blijkt dat de helft van de e-dossiers in 2014 niet op orde was. Verbeteringen in monitorproces zijn onderdeel van programma De Digitale Provincie. X Handboek DI, moet herijkt oiv reorganisatie en afgestemd met andere documentatie zoals Handboek Vervanging en Digiduur beleidsplan Voor technische deel zie hoofdstuk 3. X Dossiers worden intern getoetst, infrastructuur deels ook geaudit zie 1.2 en 3. NEN-ISO/lEC AR:16 ED3: A3.6 ED3: A : 10 ED3: A De taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden voor de digitale beheeromgeving waaronder: digitalisering, duurzame toegankelijkheid, archiefbeheer en betrouwbaarheid van informatie zijn vastgelegd en belegd. Tevens is op basis hiervan de continuïteit gewaarborgd in het geval van organisatiewijziging. X Handboek DI, Handboek Vervanging, ISMprocessen; de vraag is wel of alle (nieuwe) procedures en rollen op managementniveau zijn vastgesteld. Ook is het Handboek nog niet aangepast aan de nieuwe organisatie sinds april AW: 4; 15489: 6.3; Baseline IR: Norm De digitale beheeromgeving is opgenomen in de meerjarenbegroting van de organisatie, waarbij voldoende middelen beschikbaar worden gesteld om de X Zie begroting. Ervaring is dat er voldoende middelen ter beschikking worden gesteld, AW: 3 memorie van 5

6 continuïteit ervan te waarborgen. ook voor vernieuwingsprogramma s als De Digitale Provincie. toelichting; ED3: A De organisatie beschikt over voldoende medewerkers, met voldoende kennis en competenties, om al haar taken en verantwoordelijkheden op het gebied van de digitale beheeromgeving te kunnen uitvoeren. X In 2008 is in het toenmalige Besluit Informatiebeheer bepaald dat behandelend ambtenaren (BA s) verantwoordelijk zijn voor de inhoud van hun e-dossiers, maar zij blijken daarin onvoldoende getraind. Ook wordt in de praktijk bureau DI nog verantwoordelijk gehouden. In 2014 bleken slechts 50% van de dossiers in orde (uitkomst Week van het e- dossier). Bewerking is gaande van grote achterstanden in overbrengen naar RMA van e-dossiers. Momenteel te weinig senior document managers (4) om alle BA s te ondersteunen. Binnen DI bijscholing gaande. Functioneel beheer Livelink op papier goed geregeld, maar in praktijk kwetsbaar. AW: 3 memorie van toelichting; 15489: 6.3, 11; ED3: A4.1 2 Informatiebeheer 2.1 Alle digitale archiefstukken worden geklasseerd op basis van een classificatieschema/ordeningsstructuur. X Classificatie volgens Kaders generieke folderplan (soort zaaktypen). 2082: 25,26; 15489: 9.3, Het systeem kent automatisch een uniek identificatiekenmerk toe aan alle onderdelen die op basis van het classificatieschema/de ordeningsstructuur worden vastgelegd, bijvoorbeeld aan zaaktypen/processen, zaken en digitale archiefstukken. X Alle projecten en dossiers en daarbinnen alle documenten krijgen eigen kenmerk (nummer, barcode). 2082: Het systeem kan in het classificatieschema veranderingen aanbrengen en bij deze wijzigingen moet de consistentie binnen het schema alsmede tussen het schema en de archiefbestanddelen gewaarborgd blijven. X Bij veranderingen in het schema blijft een dossier of document via dezelfde metadata toegankelijk, overerving. 2082: 140, Van alle archiefstukken wordt tenminste de volgende informatie in de metadata vastgelegd: X NB: Zie het document Overzicht van te nemen en genomen maatregelen als bijlage bij het AR: 17, 21, 24,

7 beleidskader Digitale duurzaamheid (december 2012). Er is geen vastgesteld metadataschema, het is verouderd en onvolledig. Het opstellen van een nieuw schema is onderdeel van het programma De Digitale Provincie. Momenteel wordt grote achterstand in toekennen metadata ingelopen, zie ook 1.7. Overleg met gebruikers over het metadataschema ontbreekt vooralsnog. a inhoud, structuur, verschijningsvorm en gedrag; X b wanneer, door wie en waarom de archiefstukken zijn opgemaakt en werden X ontvangen; c samenhang met andere beheerde archiefstukken; X d uitgevoerde beheeractiviteiten; X Via audittrail 2082: 4, 82, 121 e actuele en oorspronkelijke technische aard, ook van de hard- en softwareomgeving; X Exoten worden gearchiveerd in origineel, ook formaten met eigenschappen als excels etc. in origineel f aard van de digitale handtekening (indien aanwezig); X Automatisch, via barcode. Authenticiteit wordt aangetoond via de audittrail. g wijze van versleuteling (algoritme) en decryptiesleutel (indien van toepassing). n.v.t. Versleuteling gebeurt (nog) niet. 2.5 Metadata worden op gestandaardiseerde wijze toegekend, bijvoorbeeld met behulp van standaard woordenlijsten. X Er is geen standaard trefwoordenlijst, daardoor wordt zoeken bemoeilijkt. Full tekst zoeken levert teveel treffers op. Er wordt aan standaardisatie van zoekwoorden gewerkt in het programma De Digitale Provincie. AR:24; Het systeem gebruikt een door het bestuur en/of management vastgesteld autorisatieschema waarmee alle gebruikerstaken en beheeractiviteiten als rollen aan medewerkers worden toegekend. X Alleen voor Livelink, zie Nota voor DT: Autorisaties in Livelink, concept 2008 (status van dit document onduidelijk), voor andere systemen zie 3.2: dit jaar 2082: 99 7

8 wordt access management ingevoerd voor alle systemen. 2.7 Digitale archiefstukken worden opgeslagen in door het bestuur aangewezen, valideerbare en volledig gedocumenteerde bestandsformaten, die voldoen aan een open standaard, tenzij dit redelijkerwijs niet kan worden verlangd. X Op het moment dat men gaat archiveren wordt een document in het juiste formaat opgeslagen, niet vanaf het begin. Exoten worden in origineel opgenomen. Nieuw beleid wordt ontwikkeld in het kader van De Digitale Provincie. Documentatie van formaten gebeurt niet systematisch, ook niet bij niet-standaard formaten. AR: 26.1; 2082: De koppeling tussen een digitaal archiefbestanddeel (op elk aggregatieniveau) en de daarbij behorende metadata moet tot het moment van verwijdering kunnen worden gereconstrueerd. n.v.t. Er is sinds 2008 nog niet daadwerkelijk digitaal vernietigd. Het systeem kan het wel. AR:24; 2082: Het systeem importeert, converteert, migreert en exporteert digitale archiefstukken en de bijbehorende metadata uitsluitend met behoud van de authenticiteit, betrouwbaarheid, integriteit en bruikbaarheid op elk aggregatieniveau. X Dagelijkse import vanuit scanstraat. Met veel controles en in diverse fasen lukt importeren van grote hoeveelheden in Livelink wel (vb: DLG-dossiers). Export bv naar Omgevingsdiensten gaat goed. 2082: De integriteit en leesbaarheid van digitale archiefstukken kan worden vastgesteld, gecontroleerd, gedocumenteerd en geborgd tegen ongeautoriseerde wijzigingen en beschadigingen. X De oudste dossiers in Livelink zijn in principe wel leesbaar, maar er ontbreken metadata die alsnog moeten worden toegevoegd vóór opname in het RMA (=module binnen Livelink). Deze inhaalslag is gaande. Zodra een dossier in het RMA staat kan het niet meer gewijzigd. Voor stukken die de besluitvorming GS/PS hebben doorlopen geldt hetzelfde. 2082: 9, 12, 32 AR: Door middel van een zoekopdracht kunnen alle digitale archiefstukken en hun metadata op elk aggregatieniveau worden getoond, met inachtneming van X Geldt nog niet voor de oudste dossiers, die eerst moeten worden verbeterd 2082: 42, 46 8

9 autorisaties. (metadata) voordat ze in het RMA kunnen worden opgenomen of naar OD geëxporteerd. Zie De bewaartermijn van digitale archiefbescheiden wordt automatisch op elk aggregatieniveau vastgelegd. De bewaartermijnen worden nageleefd met inachtneming van de wettelijke selectietermijnen, -procedures en vervolgacties (vernietigen, overdragen of exporteren). X Bewaartermijn wordt op dossierniveau bepaald, is gekoppeld aan Kaders generieke folderplan, zie 1.1. Worden in praktijk handmatig, niet automatisch toegekend. Er wordt nog niet daadwerkelijk vernietigd. Men wil S&Vprocedure vereenvoudigen : 6.8, : 62, 65, Ter waarborging van de samenhang en volledigheid wordt een waarschuwing gegeven wanneer er een link of verwijzing bestaat tussen verschillende digitale archiefbestanddelen op alle aggregatieniveaus, waarvan een onderdeel op het punt staat te worden vernietigd, overgedragen of geëxporteerd en het andere niet. X Er worden geen links opgenomen, men neemt de documenten zelf, waarnaar wordt verwezen, in. (dubbele opslag) 2082: Vernietigen van archiefstukken moet zo gebeuren dat deze op geen enkele wijze kunnen worden gereproduceerd. n.v.t. Er is nog niet daadwerkelijk vernietigd. Het systeem kan het wel. 2082: 80 3 ICT-beheer en beveiliging 3.1 De organisatie doet aan een systematische risicoanalyse voor factoren als data, systemen, personeel, fysieke locatie en beveiligingseisen. 3.2 De organisatie hanteert een beveiligingsplan m.b.t. informatiebeveiliging gebaseerd op de Code voor Informatiebeveiliging of vergelijkbare richtlijn. X Men gebruikt ISM (integrated service management), dat is eigen versie van ITIL. Er worden Business Impact Analyses gehouden om bij grote projecten de eisen aan informatiebeveiliging vast te stellen. De laatste BIA op Livelink was in 2010, nog op basis van oude beleid. Een autorisatieschema voor Livelink is in concept opgesteld in Alle autorisaties worden binnenkort opnieuw vastgesteld. X Het directieteam heeft in 2014 in twee delen het Integraal veiligheidsbeleid PZH ED3: C3.1 NEN-ISO/IEC

10 en Beleid Informatieveiligheid vastgesteld. Een aansluitend beveiligingsplan met concrete maatregelen ontbreekt vooralsnog. Dit jaar moet ook het access management worden herzien, zie ook De organisatie heeft een overzicht van de gehanteerde beveiligingsmaatregelen en laat periodiek (extern) toetsen of de mate van beveiliging nog passend is. 3.4 De organisatie beschikt over een passende back-upstrategie, calamiteiten- en herstelplan. (Zie bijvoorbeeld calamiteitenbeheer ITIL (versie 2)) 3.5 De organisatie maakt periodiek back-ups van alle opgeslagen informatie en bewaart deze informatie in een kluis op een andere locatie. (Zie bijvoorbeeld calamiteitenbeheer ITIL (versie 2)) X Nieuwe systematiek wordt in 2015 gaandeweg geïmplementeerd, inclusief rapportages aan DT. Concrete maatregelen worden wel genomen maar zijn niet beschreven. Op de laatste penetratietest met als onderdeel DigiDtoets kwam na aanpassing van de documentatie uiteindelijk groen licht. (Wanneer was deze test? René Reith vragen) X Geen back-up procedure vastgesteld, dit gebeurt wel in praktijk, geautomatiseerd en gerobotiseerd. Calamiteitenplan ICT en Telecom, , vastgesteld door bureauhoofd BIS. Beschrijft organisatie en maatregelen bij grotere calamiteiten. In praktijk is er altijd een medewerker die piketdienst heeft en het proces in gang zet via telefoonlijsten etc. Er is recent geen echte oefening geweest, wel een desktopoefening. X Dagelijkse en wekelijkse back-up en 3 maand cyclus. Info > 3 mnd niet meer toegankelijk. Dossiers van < 3mnd compleet toegankelijk. Uitwijk in Moerkapelle, daar staat complete gespiegelde infrastructuur ED3: C3.4 10

11 (MER2). Daarna nog tapes in aparte locatie binnen provinciehuis. Livelink hoort bij bedrijfskritische systemen, zie lijst ITIL SD05 gouden applicaties. 3.6 Back-ups en herstelplannen worden periodiek gecontroleerd op juiste werking. X In de praktijk wordt dagelijks getest of de back-ups goed en benaderbaar zijn, want er is elke dag wel een vraag naar een back-up uit de organisatie. Ervaringen daarmee zijn positief. Echter geen systematische controle. AR:16; ED3: C De organisatie heeft de taken en verantwoordelijkheden voor functioneel beheer, applicatiebeheer en technisch beheer belegd en ingericht voor de digitale beheeromgeving op basis van gangbare beheerstandaarden. (Zoals bijvoorbeeld beheerstandaarden ITIL, ASL(NEN 3434) en BiSL) X Functioneel en applicatiebeheer: bureau DI, is op papier goed, maar in praktijk kwetsbaar belegd, zie 1.7. Technisch beheer: bureau BIS van I&A. Er is geen beheerplan Livelink. Updates en patches worden met aanzienlijke vertraging doorgevoerd. 3.8 De organisatie stelt in een Service Level Agreement (SLA) eisen aan de interne of externe ICT-dienstverleners aanzien van beveiliging en beheerprestaties. n.v.t. Alles gebeurt in eigen huis 3.9 De organisatie heeft een adequate serverruimte met onder meer klimaatbeheersing, alarm en brandmeldvoorziening, toegangscontrole, ordelijke bekabeling en noodstroomvoorziening (UPS). volgt Nog toetsen, Arjan Boere. PZH heeft eigen normen vastgesteld en daaraan getoetst. Handboek lct, Huisvesting en Bekabeling, deel 1, hoofdstuk 5 11