Verzoeken Sociaal Domein Almere vierde kwartaal 2015

Transcriptie

1 Verzoeken Sociaal Domein Almere vierde kwartaal 2015 Inhoud ingekomen verzoeken Werk en Inkomen De ombudsman ziet dit kwartaal een paar verzoeken ( en 28080) voorbijkomen die betrekking hebben op het aanvraagproces bij een bijstandsuitkering. Het gaat hierbij om het steeds opnieuw vragen van nieuwe informatie aan de burger. Dit vertraagt het besluitvormingsproces. De herhaalde gegevensuitvraag was ook aanleiding voor de ombudsman om eind december een intervisiegesprek te arrangeren met de gemeente Almere. 1 Ook heeft een verzoek (27773) over de afstemming tussen een aanvraag BBZ en een gewone bijstandsaanvraag levensonderhoud, de ombudsman aanleiding gegeven om een intervisiegesprek te arrangeren. Het gesprek zal in het eerste kwartaal van 2016 plaatsvinden. Bij 2 verzoeken (27773 en 28106) constateert de ombudsman dat de gemeente, in haar reactie op de klachten, niet ingaat op het feitelijke probleem dat ten grondslag ligt aan de klacht. Dit leidt bij de burger tot frustratie en het gevoel niet gehoord te worden. Derhalve mistte bij deze verzoeken de klachtafdoening haar doel. Samenvatting(en) van de ingekomen verzoeken Hieronder volgt meer specifieke informatie over de ingekomen verzoeken. (Voor)onderzoek(en) De behandeling van BBZ aanvraag versus aanvraag gewone bijstandsuitkering (dossier in behandeling) Een belangenbehartiger wendt zich namens een Almeerse man met het volgende relaas tot de gemeentelijke ombudsman. Een Almeerse man ontvangt gedurende de periode 26 juni 2012 tot en met 28 juni 2013 BBZ voor levensonderhoud. Nadat hij een reorganisatieplan schrijft voor zijn onderneming, waarbij hij de bedrijfsactiviteiten verandert, vraagt de man aansluitend opnieuw een uitkering op grond van de BBZ aan. Het Zelfstandigenloket Flevoland (Hierna: ZLF) vraagt een extern adviesbureau een advies te geven over de levensvatbaarheid; in juni 2013 wordt deze aanvraag afgewezen vanwege het ontbreken van levensvatbaarheid. Wel besluit de gemeente de man een uitkering te geven in verband met beëindiging van het bedrijf. Het ZLF besluit deze BBZ uitkering voor beëindiging bedrijfsactiviteiten toe te kennen van juni 2013 tot juni De man is verplicht zijn bedrijfsactiviteiten te staken. Tegen de afwijzing van de aanvraag reguliere BBZ volgt een bezwaar en beroepsprocedure én een procedure bij de Centrale Raad. De man bestrijdt onder andere de kwaliteit, deskundigheid en de onafhankelijkheid van de adviezen in het kader van aanvragen BBZ. Op 9 maart 2015 vraagt de man vervolgens een gewone bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet aan. Op 22 april 2015 stuurt de gemeente een hersteltermijn: de man moet een bewijs uitschrijving KvK en een eindafrekening van het bedrijf inleveren. En voorts, in geval hij de onderneming wil voortzetten, een schriftelijke opgaaf van het aantal te werken uren in 2015 voor de eigen onderneming, boekhouding in 2015 en een opgave van te verwachten omzet en winst in De beslistermijn op de aanvraag wordt vervolgens verlengd met de tijd, nodig ter completering van de aanvraag. 1 Meer informatie over dit intervisiegesprek is te vinden op de website van de Gemeentelijke Ombudsman:

2 De man meldt zijn behandelaar (in een brief per fax op 23 april 2015 ) dat hij zich niet heeft laten uitschrijven uit de Kamer van Koophandel, dit omdat hij de uitkomst beroepsprocedure afwijzing BBZ wil afwachten. Wanneer hij in de beroepsprocedure in het gelijk gesteld wordt (dan heeft hij alsnog recht op BBZ) dan brengt het oprichten van een nieuwe BV en nieuwe inschrijving KvK immers overbodige nieuwe kosten mee. Bovendien was hij slechts verplicht tot het staken van de bedrijfsactiviteiten. Van medewerkers, die betrokken waren bij beroepsprocedure afwijzing BBZ, had de man te horen gekregen dat uitschrijving uit de KvK niet nodig was voor aanspraak op algemene bijstand. Vanwege de niet-uitschrijving bij de KvK kan hij ook geen eindafrekening overleggen, nu de zaak nog niet geliquideerd is. Ook merkt de man op dat hij vanwege de verplichting om bedrijfsactiviteiten te staken, geen opgaaf kan doen van te werken uren, noch van te verwachten winst en omzet. De man vraagt de gemeente tevens waarom men hem niet heeft gevraagd een verklaring geen inkomsten uit bedrijfsvoering te overleggen. De man verzoekt de gemeente zo spoedig mogelijk een positief besluit op de bijstandsaanvraag te nemen. Op 30 juni 2015 volgt de afwijzing bijstand (en woonkosten). De motivering luidt dat de man niet aangetoond heeft dat de bedrijfsactiviteiten zijn gestaakt; de man wordt nog steeds gezien als ondernemer en hij wordt verwezen naar het BBZ-loket. Een andere reden om de bijstand af te wijzen is dat de man de eindafrekening van de onderneming niet heeft ingeleverd. De man dient geen bezwaarschrift in tegen de afwijzing van bijstand. Er volgt een klachtprocedure: In de klachtafdoeningsbrief van 12 augustus 2015 merkt de gemeente op dat de brief van 23 april niet in het dossier zat, bovendien werkt de ambtenaar aan wie de brief gestuurd was niet meer bij gemeente, waardoor onderzoek niet mogelijk is. De gemeente Almere laat de ombudsman nog het volgende weten. Na aflopen van de toegekende BBZ voor bedrijfsbeëindiging in juni 2014 heeft de partner van de man inkomsten ruim boven bijstandsnorm. De motivering van de afwijzing van de bijstandsaanvraag op grond van de Participatiewet in het besluit van 30 juni 2015 was onjuist. De klachtencoördinator van de gemeente heeft de man dat ook al uitgelegd nog voordat de man een formele klacht indiende. Uitgelegd is dat de gemeente hen geen bijstandsuitkering verstrekken kan omdat op dat moment het inkomen van de vrouw een WW uitkering is. Het feit dat dat inkomen uit WW door een maatregel minder bedraagt dan de op het paar toepasselijke bijstandsnorm betekent niet dat de gemeente hiermee rekening kan houden bij boordelen van recht op bijstand. De gemeente laat ook weten dat de woonkostentoeslag ten onrechte is afgewezen en men besluit deze alsnog met terugwerkende kracht toe te kennen. Overigens blijkt bij toekenning van de woonkostentoeslag dat het paar altijd een inkomen heeft gehad dat hoger is dan de op hen van toepassing zijnde bijstandsnorm, ook in de periode van korting op de WW uitkering. De behandelaar bij de ombudsman en de klachtencoördinator van de gemeente Almere zien aanknopingspunten voor een intervisiegesprek. Onderwerp daarvan is het verbeteren van het proces rond aanvragen van bijstand op grond van de Participatiewet versus behandeling van bezwaar en beroep tegen een afwijzing van een BBZ uitkering Stopzetten bijstand (dossier afgesloten) Een mevrouw klaagt namens haar zoon over het feit dat de uitkering van haar zoon is stopgezet door de gemeente. De gemeente heeft in de beslissing op bezwaar genoemd dat de zoon in plaats van een NTI studie, een studie moet / kan volgen waarvoor hij studiefinanciering kan krijgen en daarbij zo nodig een lening kan aanvragen, om in zijn levensonderhoud te voorzien. De vrouw zegt daarbij dat haar zoon zich gewoon beschikbaar stelt voor een traject en ondertussen ook blijft doorzoeken naar werk. Hij wil in zijn eigen tijd de NTI studie doen. De ombudsman neemt contact op met de gemeente om toch nog het een

3 en ander te checken met betrekking tot de regelgeving. Helaas is het voor de vrouw en haar zoon niet anders, de vrouw zal zich hierin moeten schikken of alsnog in beroep moeten gaan. De vrouw laat de ombudsman weten dat ze hierover gaat nadenken en bedankt de ombudsman voor de hulp Klachtbehandeling naar aanleiding van een verzoek om wijziging rekeningnummer (dossier in behandeling) Een man ontvangt een bijstandsuitkering van Almere. Hij krijgt wekelijks leefgeld. In juni 2015 raakt hij zijn bankpasje kwijt. De man regelt dat het weekgeld op de rekening van een mantelzorgster wordt gestort die hem het geld geeft. Sinds augustus 2015 ondernemen de man en de mantelzorgster meerdere pogingen bij de gemeente om het geld op zijn nieuwe bankrekening gestort te krijgen. Zo levert de man meerdere formulieren in met het verzoek om aanpassing van het bankrekeningnummer. De mantelzorgster belt de gemeente in de maanden september tot en met november meerdere keren met het verzoek het bankrekeningnummer aan te passen. Dat gebeurt niet. Ze krijgt dan te horen dat ze persoonlijk bij de gemeente moet langskomen voor wijziging; ze begrijpt dat niet omdat het rekeningnummer eerder zonder problemen werd aangepast. Ze dient een klacht in bij de gemeente. In de reactie op de klacht merkt de gemeente op dat haar mondelinge wijziging niet geleid heeft tot een wijziging van het rekeningnummer. Bovendien blijkt volgens de gemeente niet dat de uitkering ooit op haar rekening is gestort. De vrouw is boos. Ze voelt zich niet gehoord en stapt naar de ombudsman. Die doet onderzoek, verzamelt informatie, en ziet aanleiding voor een gesprek met de gemeente en de vrouw. Hieruit blijkt het volgende. De man zat in budgetbeheer bij Plangroep. Almere betaalde de bijstandsuitkering al vanaf 2011 uit aan Plangroep, die op haar beurt leefgeld aan de man uitbetaalde. Dat was ook zo op het moment dat de man het bankpasje verloor. Toen de man het pasje verloor heeft Plangroep op zijn verzoek het leefgeld overgemaakt op de rekening van de vrouw. Kort hierna heeft Plangroep het budgetbeheer beëindigd en de gemeente gevraagd de uitkering naar de man over te maken. Hierbij is het bankrekeningnummer van de vrouw (dat als laatste bekend was bij Plangroep) doorgegeven. Toen de man vervolgens weer vroeg om aanpassing van het bankrekeningnummer naar zijn nieuwe rekeningnummer, vroeg de gemeente hem om een kopie van de bankpas. Kort daarna meldde een bewindvoerder zich met een kopie van de bankpas. Omdat het een voor de gemeente onbekende bewindvoerder was en er geen stukken waren waaruit aanvraag voor beschermingsbewind bleek, bleef aanpassing van het rekeningnummer eerst uit. Eind november paste de gemeente, na contact met de bewindvoerder, het rekeningnummer aan. Tijdens het gesprek met de ombudsman geeft de gemeente de vrouw een toelichting op wat er gebeurd is. De gemeente erkent dat de interne klachtprocedure onzorgvuldig was en dat er niet passend is gereageerd op de telefoontjes van de vrouw. Als dat wel gebeurt was, dan was het probleem eerder rechtgezet. De klachtencoördinator van Sociaal Domein zal deze zaak bespreken in het teamoverleg, om zo lering te trekken uit het gebeurde. Hij biedt de vrouw excuses aan. De ombudsman ziet geen aanknopingspunt voor verdere stappen. Hij sluit de zaak De behandeling van een bijstandsaanvraag met herhaalde gegevensuitvraag (dossier in behandeling) Een man dient eind september 2015 een verzoek voor bijstand in bij de gemeente Almere. De gemeente verzoekt hem meerdere malen om ontbrekende gegevens in te leveren. De opgevraagde gegevens verschillen echter per keer. Omdat de man eind november nog steeds geen uitsluitsel over zijn aanvraag heeft dient hij een klacht in bij de gemeente. De gemeente erkent dat zijn aanvraag om bijstand niet binnen de wettelijke afhandelingstermijn is en geeft

4 aan dat uit onderzoek is gebleken dat hiervoor geen verschoonbare redenen aanwezig zijn. De gemeente biedt haar excuses aan en geeft aan te dringen op een spoedige afhandeling van zijn aanvraag. De man krijgt vervolgens eind december te horen dat zijn verzoek om bijstand is afgewezen. Omdat hij het hiermee niet eens is wendt hij zich tot de Gemeentelijke Ombudsman. De man vindt dat het proces rondom zijn aanvraag veel te lang heeft geduurd en geeft aan dat de behandelend ambtenaar hem op een onbeschofte en discriminerende wijze heeft behandeld. Interventie(s) Voornemen beëindiging bijstand bij onduidelijkheid verblijfadres (dossier in behandeling) Een man heeft een uitkering van de gemeente maar heeft geen vaste woon- of verblijfplaats. Hij logeert op verschillende adressen in en buiten de gemeente Almere. De gemeente heeft laten weten dat zij zijn recht op een uitkering niet kunnen vaststellen, omdat hij geen adres heeft. Hij wendt zich daarom tot de ombudsman De behandeling aanvraag bijzondere bijstand (dossier afgesloten) De ombudsman krijgt tijdens het telefonisch spreekuur een man aan de telefoon die zijn ongerustheid uitspreekt over het mogelijk niet tijdig beslissen op een bijstandsaanvraag. Hij heeft een moeilijke periode achter de rug en daarvoor is het nodig te verhuizen om dit te kunnen afsluiten. Hij heeft onlangs een woning aangeboden gekregen in een andere gemeente en bij zijn huidige gemeente bijzondere bijstand aangevraagd voor de verhuiskosten en de eerste maand huur. Al zeer binnenkort moet hij de nieuwe huurovereenkomst tekenen en ook zijn eerste huur betalen. De man wil voor het tekenen van het contract weten of hij de gevraagde bijstand krijgt. Hij mag namelijk geen schulden maken nu hij in een schuldhulpverleningstraject zit. Hoewel de bijstandsaanvraag nog niet lang geleden is ingediend, ziet de ombudsman voldoende aanleiding om de gemeente te vragen de aanvraag van de man met voorrang te behandelen. Enkele dagen later besluit de gemeente dat de man de eerste huur toegekend krijgt evenals de verhuiskosten. Niet duidelijk is of de gemeente niet ook tijdig zou hebben besloten zonder bemoeienis van de ombudsman. Doorverwijzing(en) Verplichting in het kader van bijstandsverstrekking (dossier afgesloten) Een vrouw wendt zich tot de ombudsman met klachten over het handelen van Almere met betrekking tot de verplichtingen die de gemeente stelt bij een bijstandsuitkering: het gaat daarbij om de verplichting in het kader van een traject intensieve werkbegeleiding 36 uur per week met solliciteren bezig te zijn en 5 sollicitatiebrieven per dag te sturen. De zaak is inmiddels voorgelegd aan de rechter in beroep. Zij wil graag dat de ombudsman een aantal (bejegenings-) klachten behandelt. Vervolgens loopt zij bij een nieuwe aanvraag tegen dezelfde problemen aan. Zij heeft recent een klacht ingediend bij de gemeente Almere over haar klantmanager. Afgesproken wordt dat zij nadat ze de uitspraak van de rechter in de beroepszaak heeft, terugkomt bij de ombudsman. Dit zodat kan worden bekeken welke klachten er niet door de rechter zijn behandeld en wat de ombudsman dus eventueel voor haar kan betekenen Aanvraag uitkering afgewezen (dossier afgesloten)

5 Een man probeert tot vier keren toe een bijstandsaanvraag bij de gemeente Almere in te dienen. Steeds wordt zijn woonadres door de gemeente in twijfel getrokken. Daarnaast zouden de gegevens, die hij moet verstrekken in verband met zijn aanvraag, niet voldoende zijn. De man heeft voor de afwijzingen van de gemeente een advocaat ingeschakeld en er is een beroep ingediend bij de rechtbank. Zolang deze procedure nog loopt, ziet de ombudsman geen rol voor zichzelf weggelegd Opleggen maatregel (dossier afgesloten) Een man wendt zich tot de ombudsman en meldt dat de gemeente hem een maatregel heeft opgelegd; het bedrag moet hij over drie maanden verspreid betalen. De man zit in een schuldhulpverleningstraject. Door de hoogte van het maandelijks aan de gemeente te betalen bedrag dreigt er een tekort te ontstaan voor de betaling van zijn vaste laten. De ombudsman adviseert de man zo snel mogelijk contact op te nemen met het Juridisch Loket voor advies. Overig Herhaald verzoek (dossier afgesloten) Een vrouw wendt zich opnieuw tot de ombudsman inzake de problemen die zij met Dienst Sociaal Domein in Almere in de jaren 2011 t/m 2013 had. Deze problemen hadden onder meer betrekking op de betaling door de gemeente Almere. In haar schrijven en bijgevoegde stukken ziet de ombudsman echter geen nieuwe feiten en omstandigheden. De ombudsman laat de vrouw weten, dat hij vooralsnog geen grond tot nader onderzoek ziet Overschrijding termijn behandeling aanvraag (dossier afgesloten) Een man dient een klacht in bij de ombudsman. Hij heeft een afspraak met de gemeente om zijn aanvraag uitkering bijstand toe te lichten. Gezien de datum van de afspraak, vreest de man dat de termijn, waarbinnen de gemeente over een voorschot dient te beslissen, overschreden wordt. Enkele dagen na het indienen van de klacht deelt de man de ombudsman mee, dat de termijn niet is overschreden. Hij trekt zijn klacht vervolgens weer in. De ombudsman ziet verder geen rol meer voor zichzelf weggegeld en sluit het dossier Bezwaarschrift over afwijzing bijstandsuitkering (dossier afgesloten) Een vrouw wendt zich tot de ombudsman omdat haar aanvraag om een bijstandsuitkering is afgewezen. Ze heeft een bezwaarschrift ingediend en dit is vervolgens ongegrond verklaard. Omdat de ombudsman over onvoldoende informatie beschikt, vraagt hij de vrouw om nadere stukken. Omdat de ombudsman niets meer van de vrouw verneemt gaat hij over tot sluiting van het dossier.

6 4.1.2 Sociale Wijkteams Samenvatting(en) van de ingekomen verzoeken Hieronder volgt meer specifieke informatie over de ingekomen verzoeken. (Voor)onderzoek(en) De hoogte en duur van de eigen bijdrage bij een driewielfiets (dossier in behandeling) Door artritisklachten heeft een man aanspraak moeten maken op ondersteunende middelen via de Wet maatschappelijke ondersteuning (hierna: Wmo). Hij heeft sinds maanden onder andere een driewielfiets. De man is hiermee erg blij maar heeft wel problemen met de wijze waarop de eigen bijdrage door de gemeente Almere (hierna: de gemeente) voor de driewieler wordt berekend. De gemeente laat de man namelijk laten weten dat hij voor de driewieler de volledige eigen bijdrage moet blijven betalen net zo lang hij de fiets gebruikt. De man is het hier niet mee eens en verwijt de gemeente dat zij afspraken met de leverancier van de fiets maken om er zelf aan te verdienen. Hij geeft aan van plan te zijn om nog lang van de fiets gebruik te maken, dus op een bepaald moment heeft hij de prijs van de fiets zijns inziens wel betaald. Daarom dient hij bij de gemeente een klacht in. De gemeente legt de man de verschillende rekenmethoden van de gemeente uit. Er zijn koop- en huurvoorzieningen. In casu is er sprake van een huurvoorziening. De gemeente huurt dan de voorziening van een leverancier. De Wmo kent bij huurvoorzieningen geen afschrijvingsstermijnen. Een huurvoorziening gaat net zo lang mee totdat deze vervangen moet worden. De gemeente zorgt bij huurvoorzieningen voor eventuele vervanging, reparaties en de verzekering is voor rekening van de gemeente. Een andere mogelijkheid is om de driewieler niet in natura te ontvangen, maar deze aan te vragen in de vorm van een Persoonsgebonden budget (hierna: Pgb). Het Pgb bedrag wordt dan berekend op basis van de huurprijs (natura) die de gemeente over een periode van 6 jaren voor de driewielfiets inclusief onderhoud en reparatie zouden betalen. Voor dit bedrag kan de man dan zelf een driewielfiets aanschaffen, waarbij hij dan zelf verantwoordelijk is voor onderhoud en reparatie. De eigenbijdrage wordt dan over 36 periodes berekend. Na deze perioden is de driewielfiets het eigendom van de man. Mocht de fiets na afloop van de Pgb periode (6 jaar) aan vervanging toe zijn dan kan de man hiervoor opnieuw Pgb aanvragen. Omdat de man het niet eens is met de afhandeling van zijn klacht

7 wendt hij zich tot de Gemeentelijke Ombudsman Minder Jeugd-GGZ na herindicatie twee zoons (dossier in behandeling) Drie van de twee kinderen in een gezin in Almere hebben een GGZ diagnose. Het gezin heeft hiervoor begeleiding en ondersteuning nodig. Het gezin ontvangt hiervoor PGB voor de twee tiener zoons. Een deel van dit PGB maakt de moeder naar zichzelf over voor overstijgende zorg taken, want de zonen hebben bijna alle ondersteuning nodig. De indicatie loopt in juni 2015 af. De gemeente neemt begin september 2015 een nieuw besluit over de zorg. De moeder is het niet eens met het besluit, omdat de gemeente geen weekenden meer (bij een daartoe passende instelling ) financiert en over het geheel minder zorg toekent. Hierdoor raakt het gezin overbelast en krijgen de kinderen onvoldoende zorg, aldus de moeder. In mails over de indicatie en het ondersteuningsplan legt de participatieadviseur van de gemeente uit, dat de gemeente scherper beoordeelt en dat normen zijn aangescherpt, waaronder het logeren bij een instelling ter ontlasting van de ouders. Daarnaast is er in de periode tussen de oude en nieuwe indicatie een gat in de financiering van de zorg, waarvan de gemeente tegen de moeder had gezegd dat die door kon gaan. Moeder gaat tegen de besluiten in bezwaar. Daarnaast dient ze bij de gemeente een klacht in over het feit dat ze nooit de nodige formulieren heeft ontvangen om een maatwerkvoorziening aan te vragen. Overig Afwijzing invalidenparkeerkaart (dossier afgesloten) Een man dient een verzoek in bij de ombudsman omdat zijn aanvraag voor een invaliden parkeerkaart is afgewezen. Omdat de ombudsman over onvoldoende informatie beschikt vraagt hij de man om nadere informatie. Aangezien de ombudsman niets meer van de man verneemt sluit hij het dossier Een Wob-verzoek (dossier afgesloten) Een vrouw wil graag het (zorg)dossier van haar man inzien. Daarom dient zij een Wob-verzoek (Wet openbaarheid van bestuur) in. De gemeente Almere reageert volgens de vrouw erg laat op haar Wob-verzoek. Daarnaast geeft de gemeente aan dat de vrouw die zomaar het dossier van haar man kan opvragen. De vrouw vindt de gang van zaken erg onduidelijk en wendt zich daarom tot de ombudsman. Omdat de ombudsman over onvoldoende informatie beschikt vraagt hij de vrouw om nadere informatie. Aangezien de vrouw hierop niet meer gereageerd heeft, gaat hij uiteindelijk over tot sluiting van het dossier Huisbezoek in het kader van hygiënisch woningtoezicht (dossier afgesloten) Een man belt naar de ombudsman omdat hij ongerust is over een huisbezoek dat hij de dag later zal krijgen van zijn verhuurder, de politie en de GGD. Hij heeft de aankondiging voor dit huisbezoek nog maar net ontvangen en voelt zich overvallen. Hij wil niet zomaar mensen in zijn woning laten en maakt zich zorgen dat er spullen worden verwijderd die hij wil behouden. Hij weet dat zijn huis niet schoon en opgeruimd is, maar hij wil tijd om eerst zelf orde in de chaos te scheppen. Op basis van dit verhaal heeft de ombudsman navraag gedaan bij de GGD. De GGD laat weten dat de man na het huisbezoek nog twee weken de tijd krijgt om zelf zijn huis onder handen te nemen. Doet hij dit niet of onvoldoende dan wordt het gedaan, ook als hij dit niet wil. Er is sprake van een gevaarlijke situatie en dat moet veranderen. De ombudsman adviseert vervolgens de man de komende twee weken goed te benutten, eventueel hulp te vragen aan familie bij het opruimen en schoonmaken, want daarna wordt geen verder uitstel meer gegeven.