Inspectierapport. Kinderhonk Stad B.V. (KDV) Voormalige Stadstimmertuin ET Amsterdam Registratienummer:

Transcriptie

1 Inspectierapport Kinderhonk Stad B.V. (KDV) Voormalige Stadstimmertuin ET Amsterdam Registratienummer: Toezichthouder: GGD Amsterdam In opdracht van: Gemeente Amsterdam Datum inspectie: Type onderzoek: Nader onderzoek Status: definitief Datum vaststellen inspectierapport: Kinderhonk Stad B.V. - Nader onderzoek /9

2 Inhoudsopgave Het onderzoek Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Veiligheid en gezondheid Ouderrecht Inspectie-items Gegevens voorziening Gegevens toezicht Kinderhonk Stad B.V. - Nader onderzoek /9

3 Het onderzoek Onderzoeksopzet Op 14 juni 2016 is op grond van artikel 1.62, vijfde lid van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen en naar aanleiding van een handhavingsbesluit dat is genomen door de gemeente, een nader onderzoek uitgevoerd. Het onderzoek is een documentenonderzoek en een onaangekondigd onderzoek op locatie. Bij een nader onderzoek wordt de houder niet in de gelegenheid gesteld een zienswijze in te dienen. Beschouwing De organisatie Kinderhonk Stad is onderdeel van Het Kinderhonk, een organisatie met zes vestigingen in Amsterdam. De vestigingen bestaan uit kinderdagverblijven en/of buitenschoolse-opvanglocaties en vallen onder verschillende besloten vennootschappen. Deze worden bestuurd door de holding Rabenswaay Beheer B.V. Er wordt al jaren opeenvolgend geconstateerd dat er binnen de organisatie veel personeelswisselingen zijn. Op de meeste locaties locaties is er in het afgelopen jaar een of meerdere wisselingen van vestigingsmanager geweest en op één locatie zijn in de afgelopen twaalf maanden zelfs vijf verschillende vestigingsmanagers ingezet. Er was enkele maanden een clustermanager werkzaam voor de organisatie, maar ook deze is niet meer werkzaam bij Het Kinderhonk. Sinds twee weken is er een operationeel manager aangesteld, die de vestigingsmanagers zal aansturen. Ook is er sinds kort een beroepskracht gedeeltelijk aangesteld als kwaliteitsfunctionaris. Door de vele personeelswisselingen is er weinig sprake van stabiliteit op de vestigingen. Op meerdere locaties zijn in de afgelopen jaren (herhaalde) overtredingen van de kwaliteitseisen geconstateerd. De locatie Het Kinderhonk Stad is een groot kindercentrum dat, naast de acht groepsruimtes, onder meer bestaat uit een 'babygym', een ruime activiteitenruimte en een bibliotheek voor de peuters. Het kinderdagverblijf is ten tijde van het inspectieonderzoek ruim een half jaar in exploitatie. Volgens het management is er nog steeds sprake van een 'opstartende fase'. Er zijn twee babygroepen en één peutergroep in gebruik. Nader onderzoek In het eerste jaarlijkse inspectieonderzoek (d.d. 11 februari 2016) van Het Kinderhonk Stad zijn meerdere overtredingen geconstateerd. Zo komt de beschrijving van de werkwijze van de groepen in het pedagogisch werkplan niet volledig overeen met de werkwijze in de praktijk, wordt het risico op wiegendood niet voldoende gereduceerd en voldoet de klachtenregeling niet aan de gestelde eisen. Op 30 maart 2016 heeft de gemeente hiervoor een aanwijzing gegeven. In het huidige onderzoek is beoordeeld dat de overtredingen met betrekking tot het pedagogisch werkplan en de klachtenregeling zijn opgeheven. Het risico op wiegendood wordt nog steeds onvoldoende gereduceerd. Na het jaarlijkse inspectieonderzoek heeft de administratief medewerker van de organisatie verklaard dat er aanpassingen in de inrichting zouden worden gedaan. Deze vermeende aanpassingen zijn in de praktijk niet doorgevoerd. Opvallend is dat ook op een andere locatie van de organisatie (Het Middenhonk) met problemen met betrekking tot de ventilatie al langdurig verklaringen over aanpassingen in de richting worden gedaan, die niet worden waargemaakt. Incidenteel onderzoek Tegelijkertijd met het nader onderzoek is tevens een incidenteel onderzoek uitgevoerd, omdat er in één week twee onafhankelijke meldingen bij de toezichthouder zijn gedaan die betrekking hebben op de emotionele veiligheid van de kinderen. Kinderen zouden lang, hard en 'paniekerig' huilen. De bevindingen van dit onderzoek zijn in een apart rapport beschreven. Advies aan college van B&W Met betrekking tot het pedagogisch werkplan en de klachtenregeling heeft de toezichthouder geen overtredingen geconstateerd. Met betrekking tot het plan van aanpak veiligheid is wel een overtreding geconstateerd. De toezichthouder adviseert om op deze voorwaarde de handhaving te vervolgen. Kinderhonk Stad B.V. - Nader onderzoek /9

4 Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat In het jaarlijks onderzoek is geconstateerd dat wat er is beschreven in het pedagogisch werkplan op onderdelen niet overeenkomt met de praktijk. Zo is er in het pedagogisch werkplan beschreven dat de opvang altijd in de eigen stamgroep plaatsvindt, terwijl het in de praktijk voorkomt dat groepen worden samengevoegd. Ook is beschreven dat de kinderen altijd door twee en soms wel door vier beroepskrachten worden opgevangen, terwijl het in de praktijk voorkomt dat zij door één beroepskracht worden opgevangen. Pedagogisch beleidsplan Het huidige pedagogisch werkplan beschrijft wel de actuele situatie in het kinderdagverblijf. Er staat niet meer in het werkplan dat er altijd minimaal twee beroepskrachten per groep aanwezig zijn en het samenvoegen is beschreven. Wel zijn er in het werkplan werkwijzen beschreven die in de praktijk mogelijk tot overtredingen leiden van de eisen met betrekking tot de opvang in groepen. Zo is er in het werkplan opgenomen dat groepen in de schoolvakanties incidenteel kunnen worden samengevoegd. Ook is beschreven dat het incidenteel (zoals bij ziekte van een medewerker) kan voorkomen dat een kind naar een andere (koppel)groep gaat met een vaste beroepskracht. Dit gebeurt altijd in overleg en met toestemming van de ouders. De eisen met betrekking tot de opvang in groepen zullen in het volgende jaarlijkse onderzoek weer beoordeeld worden. Gebruikte bronnen: - Pedagogisch werkplan Kinderhonk Stad (versie maart 2016; ontvangen op 17 juni 2016) Kinderhonk Stad B.V. - Nader onderzoek /9

5 Veiligheid en gezondheid In de babygroepen zijn vides geplaatst, waarin de kinderen slapen. In deze slaapkamers is een automatisch ventilatiesysteem, waarmee de ruimtes voldoende wordt geventileerd. Wel is tijdens het jaarlijkse inspectiebezoek geconstateerd dat de temperatuur in de ruimtes te hoog is om het risico op wiegendood voldoende te kunnen reduceren. Omdat de slaapruimtes hoog zijn gelegen en warme lucht opstijgt, is het moeilijk om de vides waar de kinderen slapen koel te houden. De temperatuur van de slaapruimte was tijdens het inspectiebezoek (dat heeft plaatsgevonden in de winter) dan ook 23 graden Celcius. In de werkinstructies is echter opgenomen dat de temperatuur ongeveer 18 graden dient te zijn om het risico op wiegendood te reduceren. De beroepskrachten kunnen de temperatuur in de ruimte niet beïnvloeden, omdat er geen ramen zijn en de thermostaat centraal wordt geregeld. Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid In de zienswijze op het jaarlijks inspectieonderzoek (d.d. 3 maart 2016) heeft de administratief medewerker verklaard dat er binnen vier weken, op uiterlijk 3 april 2016, airco s of 'air-coolers' zouden worden aangeschaft en worden geplaatst. Tijdens het huidige onderzoek blijkt echter dat dit niet is gedaan. Er zijn geen aanpassingen gedaan in de inrichting en het risico op wiegendood kan nog steeds onvoldoende worden gereduceerd. Tijdens het inspectiebezoek is de slaapruimte van babygroep 1 wederom te hoog, namelijk 22 graden Celcius, en dat terwijl er op het moment van meten geen kinderen in de ruimte slapen. De beroepskrachten hebben verklaard dat de temperatuur op warme dagen zelfs nog hoger is. Om risico's te reduceren worden kinderen daarom bijvoorbeeld zonder slaapzakje in bed gelegd of slapen de kinderen beneden in de groepsruimte. Deze maatregelen zijn echter niet opgenomen in het plan van aanpak veiligheid. Bovendien volstaat de laatste maatregel niet, omdat de groepsruimte eveneens niet circa 18 graden Celcius is. Tevens dient er voor kinderen tot anderhalf jaar oud een geschikte, afzonderlijke slaapruimte beschikbaar te zijn. De nieuwe kwaliteitsfunctionaris heeft verklaard dat er een offerte is aangevraagd voor het plaatsen airconditioning. Ook worden de groepsruimtes volgens haar bericht op 18 juli 2016 voorzien van zonwering. Een vervolgonderzoek dient uit te wijzen of deze maatregelen daadwerkelijk zijn uitgevoerd en tot het gewenste effect leiden. Op basis hiervan is geconstateerd dat de overtreding van de volgende voorwaarde(n) nog niet is hersteld: In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico s en de maatregelen. (art 1.49 lid 1 art 1.50 lid 1 lid 2 sub a art 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.) Gebruikte bronnen: - Gesprekken met de beroepskrachten - Gesprekken met de operationeel manager en HR-adviseur - Inspectiebezoek - Werkinstructie ondertekenlijst KDV + specifieke WI Stad (versie oktober 2015; ontvangen op 22 oktober 2015) - Zienswijze op het jaarlijks inspectieonderzoek (d.d. 3 maart 2016) Kinderhonk Stad B.V. - Nader onderzoek /9

6 Ouderrecht De toezichthouder heeft tijdens het jaarlijkse inspectieonderzoek de klachtenregeling van de houder opgevraagd. In reactie hierop is een screenshot van de website van de organisatie, een klachtenformulier en een werkinstructie voor beroepskrachten (over wat zij moeten doen bij klachten) toegestuurd. Hieruit is gebleken dat er geen formele klachtenregeling voor ouders is ingesteld die voldoet aan de eisen die sinds januari 2016 aan de klachtenregeling worden gesteld. Klachten en geschillen 2016 Na deze constatering is er door de organisatie een nieuwe klachtenregeling ingesteld. Deze regeling is gebaseerd op het model 'Intern klachtenreglement' die is opgesteld door onder meer de Brancheorganisatie Kinderopvang en Boink en deze voldoet aan de eisen. Zo wordt onder andere beschreven dat de klacht zo spoedig mogelijk wordt afgehandeld, maar in ieder geval binnen een termijn van zes weken. Ook is opgenomen dat de klager een schriftelijk en gemotiveerd oordeel ontvangt over de klacht, inclusief concrete termijnen waarbinnen eventuele maatregelen zullen zijn gerealiseerd. Gebruikte bronnen: - Klachtenreglement Het Kinderhonk 2016 (versie januari 2016; ontvangen op 17 juni 2016) Kinderhonk Stad B.V. - Nader onderzoek /9

7 Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleidsplan Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de stamgroep. Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico s en de maatregelen. Ouderrecht Klachten en geschillen 2016 De houder treft een regeling, die schriftelijk wordt vastgelegd, voor de afhandeling van klachten over: - een gedraging van de houder of bij de houder werkzame personen jegens een ouder of kind; - de overeenkomst tussen de houder en de ouder. De regeling voorziet er in dat de ouder de klacht schriftelijk bij de houder indient en dat de houder: - de klacht zorgvuldig onderzoekt; - de ouder zoveel mogelijk op de hoogte houdt van de voortgang van de behandeling; - de klacht, rekening houdende met de aard ervan, zo spoedig mogelijk wordt afgehandeld; - de klacht, uiterlijk zes weken na indiening bij de houder, wordt afgehandeld; - de ouder een schriftelijk en met redenen omkleed oordeel op de klacht verstrekt; - in het oordeel een concrete termijn stelt waarbinnen eventuele maatregelen zullen zijn gerealiseerd. Kinderhonk Stad B.V. - Nader onderzoek /9

8 Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : Kinderhonk Stad B.V. Vestigingsnummer : Website : Aantal kindplaatsen : 116 Gesubsidieerde voorschoolse opvang : Nee Gegevens houder Naam houder : Kinderhonk Stad B.V. Adres houder : Herengracht 576B Postcde en plaats : 1017 CJ Amsterdam KvK nummer : Website : Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Amsterdam Inspectie kinderopvang Postadres : Postbus 2200 Postcode en plaats : 1000 CE AMSTERDAM Telefoonnummer : Onderzoek uitgevoerd door : Mw. G.M. van Duijvenbode, MSc Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam : Gemeente Amsterdam Postadres : Amstel 1 Postcode en plaats : 1011 PN AMSTERDAM Planning Datum inspectiebezoek : Opstellen concept inspectierapport : Zienswijze houder : Vaststellen inspectierapport : Verzenden inspectierapport naar houder : en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente : Openbaar maken inspectierapport : Kinderhonk Stad B.V. - Nader onderzoek /9

9 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Op grond van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen, artikel 1.62, vijfde lid, wordt de houder bij een nader onderzoek niet in de gelegenheid gesteld om een zienswijze in te dienen. Dit onderzoek wordt wel openbaar gemaakt in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen. Kinderhonk Stad B.V. - Nader onderzoek /9