Inspectierapport. Kinderhonk Stad B.V. (KDV) Voormalige Stadstimmertuin ET Amsterdam Registratienummer:

Transcriptie

1 Inspectierapport Kinderhonk Stad B.V. (KDV) Voormalige Stadstimmertuin ET Amsterdam Registratienummer: Toezichthouder: GGD Amsterdam In opdracht van: Gemeente Amsterdam Datum inspectie: Type onderzoek: Nader onderzoek Status: definitief Datum vaststellen inspectierapport: Kinderhonk Stad B.V. - Nader onderzoek /7

2 Inhoudsopgave Het onderzoek Observaties en bevindingen Veiligheid en gezondheid Inspectie-items Gegevens voorziening Gegevens toezicht Kinderhonk Stad B.V. - Nader onderzoek /7

3 Het onderzoek Onderzoeksopzet Op 25 november 2016 is op grond van artikel 1.62, vijfde lid van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen en naar aanleiding van een handhavingsbesluit dat is genomen door de gemeente, een nader onderzoek uitgevoerd. Het onderzoek is een onaangekondigd onderzoek op de locatie en een documentenonderzoek. Bij een nader onderzoek wordt de houder niet in de gelegenheid gesteld een zienswijze in te dienen. Beschouwing De organisatie Kinderhonk Stad is onderdeel van Het Kinderhonk, een organisatie met zes vestigingen in Amsterdam. De vestigingen bestaan uit kinderdagverblijven en/of buitenschoolse-opvanglocaties en vallen onder verschillende besloten vennootschappen. Deze worden bestuurd door de holding Rabenswaay Beheer B.V. Er wordt al jaren opeenvolgend geconstateerd dat er binnen de organisatie aanzienlijk veel personeelswisselingen zijn, zowel onder de beroepskrachten als onder de vestigingsmanager. Door de vele personeelswisselingen is er weinig stabiliteit in de aansturing, wat tot uiting komt in de kwaliteit op de locaties. Op meerdere locaties zijn in de afgelopen jaren (herhaalde) overtredingen van de kwaliteitseisen geconstateerd op diverse domeinen, zoals het domein met betrekking tot het pedagogisch beleid, de inzet van het personeel en veiligheid en gezondheid. Locatie Het inspectieonderzoek heeft plaatsgevonden bij het kinderdagverblijf Kinderhonk Stad, die sinds half december 2015 is geopend. In het eerste jaarlijkse inspectieonderzoek (d.d. 11 februari 2016) van deze locatie zijn meerdere overtredingen geconstateerd. De gemeente is daarom een handhavingstraject gestart. In een nader onderzoek (op 14 juni 2016) is beoordeeld dat de belangrijkste overtreding niet is hersteld: het risico op wiegendood wordt op de locatie onvoldoende gereduceerd. Door het management is verklaart dat er aanpassingen in de inrichting zouden worden gedaan, maar deze aanpassingen zijn in de praktijk niet doorgevoerd. Uit het huidige inspectieonderzoek blijkt wederom dat er slechts ad hoc oplossingen zijn bedacht die niet het gewenste effect hebben. De kwaliteitsfunctionaris is wel bezig met onderzoek doen naar welke wijzigingen er moeten worden aangebracht om tot een duurzame oplossing te komen, maar dit is in de praktijk nog niet gerealiseerd. Advies aan college van B&W Met betrekking tot het plan van aanpak veiligheid heeft de toezichthouder overtredingen geconstateerd. De toezichthouder adviseert om op deze voorwaarden de handhaving te vervolgen. Kinderhonk Stad B.V. - Nader onderzoek /7

4 Observaties en bevindingen Veiligheid en gezondheid Het risico op wiegendood worden bij Het Kinderhonk Stad onvoldoende gereduceerd. In de babygroepsruimtes zijn vides geplaatst, waarin de kinderen slapen. Omdat de slaapruimtes hoog zijn gelegen en warme lucht opstijgt, is het moeilijk om de vides waar de kinderen slapen koel te houden. Tijdens twee inspectieonderzoeken (in de winter en in de lente van 2016) zijn slaapkamertemperaturen geconstateerd van 22 à 23 ºC. De beroepskrachten kunnen de temperatuur in de ruimte niet beïnvloeden, omdat er geen ramen in de slaapruimtes zijn en de temperatuur centraal wordt geregeld. Tijdens een bezoek aan de locatie op 4 augustus 2016 zijn zelfs slaapkamertemperaturen van 28 ºC geconstateerd. Tijdens dit bezoek is wel geconstateerd dat het management het probleem heeft geprobeerd op te lossen, namelijk door het aanschaffen van mobiele airconditioningsystemen. Er is een werkinstructie over het gebruik van deze airco's opgesteld. Hierin is opgenomen dat de airco's aangezet moeten worden als de slaapkamertemperatuur 22 ºC of hoger is. De airco's mogen echter alleen aanstaan als er geen kinderen in de slaapruimte slapen. Tijdens het bezoek aan de locatie in augustus is al geconstateerd dat deze maatregel inniet effectief is. Er is daarom een hitteplan opgesteld, waarin is opgenomen dat kinderen niet in de slaapkamer slapen als deze warmer is dan 22 ºC. Hierdoor slapen de kinderen in niet-gecertificeerde bedden en niet in een afzonderlijke slaapruimte, wat ook niet is toegestaan. Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid Tijdens het huidige inspectiebezoek blijkt dat de overtreding niet is hersteld. Er zijn geen aanpassingen gedaan in de inrichting van de slaapruimtes en/of het beleid. De kwaliteitsfunctionaris verklaart dat er nog geen oplossing is gerealiseerd, omdat het risico op wiegendood alleen bij hoge buitentemperaturen onvoldoende wordt verkleind. De kwaliteitsfunctionaris verklaart dat de organisatie voornemens is om vóór de aanstaande zomer het probleem op te lossen. Tijdens het huidige inspectiebezoek blijkt echter dat de temperatuur in de slaapruimtes in de herfst weliswaar niet zo aanzienlijk hoog zijn als in de zomer het geval was, maar dat het probleem niet seizoensgebonden is. Hieronder wordt deze bevinding toegelicht. Op de dag van het inspectiebezoek is de buitentemperatuur circa 6 ºC. De ramen in de babygroepsruimtes hebben enkel glas en er is geen vloerverwarming. Langs één zijde van de ruimte, onder de ramen, zijn radiatoren geplaatst. Van deze radiatoren komt veel warmte af, om er voor te zorgen dat de groepsruimte een behaaglijke temperatuur heeft. Tijdens het inspectiebezoek wordt dit ook bereikt: de groepsruimtes hebben een temperatuur van circa 21 ºC. Echter is er ten gevolge hiervan veel warme lucht in de ruimte, die opstijgt. De deuren van de slaapvides staan te allen tijde open als er kinderen slapen, omdat de ruimtes anders onvoldoende worden geventileerd. Hierdoor vervangt de stijgende warme lucht de gekoelde lucht door de airco vlot. Door de opstijgende warme lucht hebben de slaapruimtes tijdens het inspectiebezoek een temperatuur van circa 21 ºC. Dit stemt niet overeen met wat er in de werkinstructie omtrent het reduceren van wiegendood is beschreven, namelijk dat de slaapruimtes een temperatuur dienen te hebben van 18 ºC. Samenvattend: Er worden onvoldoende maatregelen getroffen om het veiligheidsrisico op wiegendood te reduceren. In het plan van aanpak is beschreven dat de slaapruimtes een temperatuur dienen te hebben van 18 ºC, maar dit is vanwege de accommodatie en inrichting in de praktijk niet haalbaar. De houder treft geen maatregelen om deze tekortkoming op te lossen. Op basis hiervan is geconstateerd dat de overtreding van de volgende voorwaarde(n) nog niet is hersteld: In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico s en de maatregelen. (art 1.49 lid 1 art 1.50 lid 1 lid 2 sub a art 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.) Gebruikte bronnen: - Gesprekken met de beroepskrachten, kwaliteitsfunctionaris en vestigingsmanager (tijdens het inspectiebezoek) - Inspectieonderzoek (d.d. 25 november 2016) - Werkinstructie ondertekenlijst KDV + specifieke WI Stad (versie oktober 2015; ontvangen op 22 oktober 2015) - Werkinstructie gebruik van mobiele airco s slaapkamers babygroepen Kinderhonk Stad (ontvangen op 25 november 2016) - Werkinstructie slaapkamers bij hitte babygroepen Kinderhonk Stad (ontvangen op 25 november 2016) - Actieplan n.a.v. plan van aanpak slaapkamers babygroepen Kinderhonk Stad (ontvangen op 25 november 2016) Kinderhonk Stad B.V. - Nader onderzoek /7

5 Inspectie-items Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico s en de maatregelen. Kinderhonk Stad B.V. - Nader onderzoek /7

6 Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : Kinderhonk Stad B.V. KvK-vestigingsnummer : Website : Aantal kindplaatsen : 116 Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Nee Gegevens houder Naam houder : Kinderhonk Stad B.V. Adres houder : Herengracht 576B Postcde en plaats : 1017 CJ Amsterdam KvK-nummer : Website : Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Amsterdam Inspectie kinderopvang Postadres : Postbus 2200 Postcode en plaats : 1000 CE AMSTERDAM Telefoonnummer : Onderzoek uitgevoerd door : Mw. G.M. van Duijvenbode, MSc Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam : Gemeente Amsterdam Postadres : Amstel 1 Postcode en plaats : 1011 PN AMSTERDAM Planning Datum inspectiebezoek : Opstellen concept inspectierapport : Zienswijze houder : Vaststellen inspectierapport : Verzenden inspectierapport naar houder : en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente : Openbaar maken inspectierapport : Kinderhonk Stad B.V. - Nader onderzoek /7

7 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Op grond van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen, artikel 1.62, vijfde lid, wordt de houder bij een nader onderzoek niet in de gelegenheid gesteld om een zienswijze in te dienen. Dit onderzoek wordt wel openbaar gemaakt in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen. Kinderhonk Stad B.V. - Nader onderzoek /7