De relatie tussen groepsemotie op. groepsprestatie in sport: en de rol van de. context
|
|
- Brigitta de Jong
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 De relatie tussen groepsemotie op groepsprestatie in sport: en de rol van de context Sander Wilmsen Bachelorthese Sociale Psychologie Studentnummer: , ST Wilmsen Begeleider: Marc Heerdink Datum: 22/05/2015 Aantal woorden: 4851 Aantal woorden abstract: 141 1
2 Inhoudsopgave Inleiding... 4 Methode... 8 Deelnemers... 8 Materialen... 9 Onafhankelijke variabelen... 9 Job-affected Well-being Scale (JAWS)... 9 Sfeer... 9 Overige afgenomen vragenlijsten Afhankelijke variabele: Prestatie vragenlijst Procedure Resultaten Algemeen Spelers Trainers 13 Convergentie van emoties Positieve emotie op prestatie Negatieve emotie op prestatie Discussie Literatuur
3 Abstract Groepsemoties beïnvloeden de prestatie van een groep. Wat de rol is van de context (intragroepscontext vs intergroepscontext) op de relatie tussen groepsemotie en groepsprestatie is nog nooit eerder onderzocht. In deze studie is onderzocht wat de samenhang is tussen positieve en negatieve groepsemotie op groepsprestatie. Er deden 11 sportteams en 11 trainers mee. Deelnemers vulden voor en na een training en wedstrijd een emotie- en prestatievragenlijst in om groepsemotie en groepsprestatie te meten. Groepsemotie bleek van invloed te zijn op groepsprestatie. Wanneer de mate van positieve groepsemoties steeg, steeg ook de mate van groepsprestatie. Wanneer de mate van negatieve groepsemoties steeg, daalde de mate van groepsprestatie. In de intergroepscontext waren beide effecten sterker dan in een intragroepscontext. Er werd geconcludeerd dat sportteams in een intergroepscontext een positieve groepsemotie moeten proberen te krijgen en behouden om tot de beste prestatie te komen. 3
4 De relatie tussen groepsemotie op groepsprestatie in sport: en de rol van de context Inleiding Het functioneren van een groep wordt beïnvloed door groepsemotie (Spoor & Kelly, 2004). Er is sprake van groepsemotie wanneer mensen in een groep, zoals een sportteam, een subjectief gevoel van positiviteit of negativiteit ervaren dat voortvloeit uit een gezamenlijke ervaring. Ook kunnen teamleden elkaars stemming beïnvloeden zodat er een gezamenlijke groepsemotie ontstaat, dit heet emotional contagion (Totterdell, 2000). Dit houdt in dat teamleden elkaars emoties overnemen. Het overnemen van positieve emoties zorgt voor een betere samenwerking, betere prestatie en minder conflict in een intragroepscontext (Totterdell, 2000). Er zijn vier niveaus van emotie, opgedeeld in twee dimensies. De eerste dimensie waarin emoties verschillen is positief tegenover negatief. Voorbeelden van negatieve emoties zijn: boosheid, verdriet, angst en walging. Daartegenover zijn positieve emoties: geluk, blijdschap, trots en compassie (Lazarus, 2000). Ook kunnen emoties verschillen in de activatie, hier staat lage activatie tegenover hoge activatie. Lage activatie positieve emoties zijn bijvoorbeeld: geluk en ontspannen voelen. Lage activatie negatieve emoties zijn: verveling ervaren en somber zijn. Hoge activatie positieve emoties zijn: blijdschap en enthousiast voelen. Hoge activatie negatieve emoties zijn onder andere: woede en spanning voelen (Shaufeli & van Rhenen, 2006). Groepsemoties beïnvloeden de prestatie van een groep. Er is sprake van een goede groepsprestatie wanneer een sportteam een activiteit, zoals een training of een wedstrijd, goed uitvoert. Uit eerder onderzoek blijkt dat positieve groepsemoties leiden tot betere prestaties van een groep. Totterdell (2000) toonde aan dat positieve groepsemotie zorgt voor een betere zelfgerapporteerde prestatie. Hij toonde dit aan in een onderzoek waar hij cricketteams gebruikte die tegen elkaar speelden, dus in een intergroepscontext. De prestatie van de teams 4
5 waren beter wanneer er meer positieve groepsemotie werd ervaren. Ook toonde onderzoek van Barsade (2002) aan dat positieve groepsemoties zorgt voor betere waargenomen groepsprestatie. In dat onderzoek beoordeelden deelnemers andere deelnemers in hun groep, dus in een intragroepscontext. Meer positieve emotional contagion zorgde voor meer samenwerking en betere prestatie. Totterdell (2000) liet zien dat emoties zich over een team kunnen verspreiden. Hij stelt dat de emotie van één persoon ervoor kan zorgen dat diezelfde emotie ook bij een teamgenoot plaatsvindt. Dit betekent dat een positieve of negatieve emotie bij een individu in een team, kan leiden tot een positieve of negatieve emotie van het hele team. Als er een verband is tussen individueel ervaren emoties en sportprestatie, zouden individuele emoties dus ook de groepsprestatie van een sportteam kunnen beïnvloeden. Op individueel niveau blijkt dat positieve emotie sportprestatie beïnvloedt. Hetzelfde als op groepsniveau, zorgt een positieve (individuele) emotie voor een betere prestatie. Uphill, Groom en Jones (2012) lieten dit zien in een onderzoek waar ze basketbal spelers in een intergroepscontext filmden en hun ervaren emoties en prestaties bekeken. Het effect van een negatieve groepsemotie op de prestatie van een groep is minder eenduidig. Cole, Walter en Bruch (2008) onderzochten werkgroepen in een fabriek. Leidinggevende beoordeelde werkgroepen in een intragroepscontext. Daaruit bleek dat negatieve groepsemotie zorgde voor een slechtere groepsprestatie. Erge negatieve groepsemoties zorgden voor een grotere daling in de prestatie dan milde negatieve groepsemoties. Aan de andere kant lieten Klep, Wisse en Van Der Flier (2011) zien dat een negatieve groepsemotie bevorderend is en zorgt voor een betere groepsprestatie wanneer de taak analytisch is. Klep en collega s (2011) onderzochten of het type taak een moderator was voor het effect van groepsemotie op groepsprestatie in een intragroepscontext. Dit is het geval, wanneer de taak creatief is zorgt negatieve groepsemotie wel voor een slechtere 5
6 prestatie van de groep, en wanneer de taak analytisch is zorgt negatieve groepsemotie voor een betere groepsprestatie. Op individueel niveau is het net als bij groepsemotie niet eenduidig wat het effect is van negatieve emotie op prestatie. Zo kan het boos zijn van een individu in een team zorgen voor een slechtere prestatie wanneer de boosheid niet wordt gericht op de taak maar op bijvoorbeeld een scheidsrechter tijdens competitie (Lazarus, 2000). Het boos zijn van een individu kan aan de andere kant ook voor een betere prestatie zorgen wanneer deze boosheid wordt gericht op de taak, of wordt omgezet in motivatie om de taak beter te doen en om de ander zijn ongelijk te bewijzen. Robazza en Bortoli (2007) lieten zien dat boosheid in een intergroepscontext een bevorderend effect heeft op prestatie. Angst die een individu ervaart kan net als boosheid zowel een negatief als positief effect op de prestatie hebben (Jones, 1995). Angst voor een negatieve evaluatie zorgt aan de andere kant voor een slechtere prestatie. Mesagno, Harvey en Janelle (2012) lieten dit zien door te kijken naar de angst voor een negatieve evaluatie en naar het aantal raken schoten bij basketbal. Er werd slechter gepresteerd naarmate er meer angst was. In teamsporten hebben de teams te maken met zowel een intragroepscontext als een intergroepscontext, er wordt bij teamsporten getraind en er worden wedstrijden gespeeld. De vraag die in dit onderzoek wordt beantwoord is: Hoe beïnvloedt groepsemotie de prestatie van een groep, en is dit afhankelijk van de context? Onderzoek van Klep en collega s laat zien dat het type taak een moderator is van de relatie tussen groepsemotie en groepsprestatie, maar wat de rol is van de context (intragroepscontext versus intergroepscontext) op de relatie tussen groepsemotie en groepsprestatie is nog nooit eerder onderzocht. In deze studie wordt verwacht dat positieve groepsemotie een positief effect heeft op groepsprestatie. Dit wordt verwacht omdat positieve groepsemotie zorgt voor een goed gevoel bij de individuen in het team. Dit zorgt ervoor dat de individuen beter presteert, wat er vervolgens voor zorgt dat er 6
7 als groep beter wordt gepresteerd. Ook wordt er verwacht dat negatieve groepsemotie een negatief effect heeft op groepsprestatie. Dit wordt verwacht omdat sporten een creatieve taak is (Klep et al., 2011). Negatieve groepsemotie zorgt ervoor dat de individuen in een team zich negatief voelen. Dit zorgt ervoor dat de individuen slechter presteren op de creatieve taak, wat betekent dat er door het team slechter wordt gepresteerd. Er wordt verwacht dat beide effecten sterker zijn in een intergroepscontext dan in een intragroepscontext. Als laatst wordt verwacht dat in de nameting, bij zowel inter- als intragroepscontext, de emotie van een individuele teamleden naar elkaar gegroeid zijn en meer een groepsemotie zijn. Veel van het onderzoek wat betreft de relatie van emotie op prestatie is in intragroepscontext gedaan. Het is niet helemaal duidelijk hoe deze relatie standhoudt in een intergroepscontext. Daarom is het interessant om te kijken naar de rol van context op deze relatie. Een competitieve context heeft een effect op hoe mensen zich gedragen. Een intergroepscontext haalt meer naar boven dan een intragroepscontext. Zo zorgt competitie voor meer inspanning dan wanneer er geen competitie is (Wittchen, Krimmel, Kohler & Hertel, 2013). Een intergroepscontext zorgt ervoor dat er beter wordt gepresteerd. Tauer en Harackiwicz (2004) lieten dit zien in een onderzoek waar deelnemers in teamverband meer schoten met basketbal raakten tegen een ander team dan wanneer ze één tegen één moesten. 7
8 Methode Deelnemers De deelnemers en sportteams van dit onderzoek werden geworven door in het netwerk van de onderzoekers te kijken of bekenden die in een sportteam zaten mee wilden doen. De connecties van de onderzoekers zijn benaderd en zijn gevraagd of zij en hun team wilden meedoen. Er waren 108 deelnemers. Er deden 97 spelers mee van 11 verschillende teams, en de 11 trainers van die teams. De gemiddelde leeftijd was 25, met een standaarddeviatie van 7. Teams uit verschillende sporten deden mee: basketbal, voetbal, hockey, waterpolo, American Football, volleybal en honkbal. Er deden vier vrouwenteams mee en zeven mannenteams. Ook waren er drie teams die voor- en na een wedstrijd de eerste meting hadden, de andere acht teams hadden de eerste meting voor- en na een training. Inclusiecriteria voor de deelnemers en sportteams in dit onderzoek waren dat ze aan een balsport in teamverband moesten doen, en dat ze zowel trainden als wedstrijden speelden. Er werd geen onderscheid gemaakt in het soort balsport. Een andere voorwaarde voor meedoen aan het onderzoek was dat de teams toezegging gaven dat de vragenlijsten bij zowel een training als bij een wedstrijd afgenomen mocht worden. Nadat de sportteams toezegging hadden gegeven, kregen de deelnemers de benodigde informatie over de deelname en als de deelnemers vragen hadden konden ze contact opnemen. De deelnemers kregen alleen niet alle informatie wat betreft het doel van het onderzoek, om eigen voorspellingen te voorkomen. De beloning die de deelnemers konden krijgen, bestond uit een advies over hoe er het beste met emoties in sportteams om kan worden gegaan, op basis van de uitkomst van dit onderzoek. 8
9 Materialen Onafhankelijke variabele. Er werd op vier verschillende momenten een vragenlijst bij alle teams afgenomen. De vragenlijsten werden voor en na een training afgenomen, en voor en na een wedstrijd. Ieder team heeft dezelfde vragenlijsten ingevuld. Het enige wat verschilde, was dat niet alle teams begonnen met de vragenlijsten invullen bij een training. Acht teams vulden de vragenlijsten eerst voor en na een training in, en vervolgens bij een wedstrijd, terwijl dit bij andere teams andersom was. Bij de drie andere teams was de eerste meting voor en na een wedstrijd, en vervolgens de tweede meting voor en na een training. Job-related Affective Well-being Scale (JAWS). Groepsemotie werd individueel gemeten bij de deelnemers. Vervolgens werd het gemiddelde per team berekend en als groepsemotie gebruikt. Dit werd gemeten met de verkorte en licht aangepaste versie van de JAWS (Shaufeli & van Rhenen, 2006). De verkorte versie van de JAWS is een self-report vragenlijsten bestaande uit 12 items, die de ervaren emotie bij een persoon meet. Drie items meten lage activatie negatieve emoties, drie items meten lage activatie positieve emoties, drie items meten hoge activatie negatieve emoties, en drie items meten lage activatie positieve emoties. Ieder item heeft vijf antwoordmogelijkheden. De originele schaal van de JAWS loopt van nooit (1) tot vaak (5). In dit onderzoek werd dezelfde vijfpuntsschaal gebruikt, alleen waren de antwoordmogelijkheden heel weinig (1) tot heel veel (5). Een voorbeelditem is: Kwaad. Een hoge score op een item betekende dat de betreffende emotie in grote mate werd ervaren tijdens de wedstrijd/training. Een hoge gemiddelde score op de zes negatieve emotie items betekent dat er veel negatieve emoties aanwezig waren. Sfeer. De sfeer in het team volgens de trainers werd ook gemeten om te controleren voor positieve/negatieve groepsemotie. Dit werd gemeten met een vragenlijst die door een expert op emotiegebied is ontwikkeld. De sfeervragenlijst is een self-report vragenlijst bestaande uit acht items. Drie items meten negatieve sfeer, en vijf items meten positieve sfeer. 9
10 De vragenlijst had een vijfpuntsschaal lopend van Helemaal mee oneens (1) tot Helemaal mee eens (5). Een voorbeelditem is: De sfeer in het team was prettig. Een hoge score betekende een hoge positieve/negatieve sfeer. Overige afgenomen vragenlijsten. De mate waarin de teamleden zich identificeerde met het team werd voor de training en wedstrijd afgenomen. Deze meting had een vijfpuntsschaal lopend van Helemaal mee oneens (1) tot Helemaal mee eens (5). De mate van conflict tijdens het sporten werd na de training en wedstrijd gemeten met een conflict vragenlijst. De vragenlijst bestond uit vier items en had een vijfpuntsschaal van Heel weinig (1) tot Heel veel (5). Hoe hecht het team was, werd na de training en na de wedstrijd gemeten met één vraag op een vijfpuntsschaal lopend van Helemaal mee oneens (1) tot Helemaal mee eens (5). Deze vragenlijsten speelden geen rol in de vraagstelling van het huidige onderzoek. Afhankelijke variabele: Prestatie vragenlijst. Groepsprestatie werd zowel individueel bij de sporters als bij de coach/trainer van het sportteam gemeten. Het gemiddelde per team werd vervolgens gebruikt als groepsprestatie. Dit werd gemeten met een zelf ontwikkelde vragenlijst die prestatie beoogde te meten. De prestatievragenlijst bestaat uit 15 items, die de prestatie van het gehele team meet. Ieder individu moest dit invullen. Een expert heeft geholpen met de ontwikkeling van de vragenlijst, en er zijn vier componenten vastgesteld die onderdeel zijn van prestatie. Drie items in de vragenlijst meten de gezamenlijke prestatie op zich, vier items meten de vooruitgang van het team, vier items meten de samenwerking/communicatie binnen het team, en vier items meten de concentratie/toewijding van het team. Het werd gemeten op een vijfpuntsschaal, lopend van helemaal niet mee eens (1) tot helemaal mee eens (5). Voorbeelden van items zijn: Gezamenlijk hebben we een goede prestatie geleverd, We hebben als team vooruitgang geboekt, We hebben als team samengewerkt en De spelers waren er met hun hoofd niet 10
11 bij. Een hoge gemiddelde score op de vragenlijst betekent een goede prestatie. Een lage gemiddelde score betekent een slechte prestatie. Na het creëren van de vragenlijst is dezelfde expert gevraagd naar de gezichtsvaliditeit. Die achtte hij goed. Procedure Iedere deelnemer kreeg de link naar de vragenlijsten via de mail naar zich toegestuurd. De deelnemers moesten de vragenlijst voor de training maximaal één uur voor de training invullen via Qualtrics, een website. Dit deden de deelnemers op hun eigen smartphone. Door op de link in hun mail te klikken werden deelnemers doorgestuurd naar de vragenlijst. Invullen van deze vragenlijst, bestaande uit de JAWS, nam ongeveer 3 minuten in beslag. Vervolgens begon de training van de sporters. De begeleiders van het onderzoek bleven bij de training kijken. Hier werd verder niets gemanipuleerd. Vlak voor het einde van de training kregen de sporters weer een link van Qualtrics in hun mail. Na afloop van de training hadden de sporters één uur om de vragenlijsten in te vullen. Bij de nameting moesten de deelnemers de JAWS en de prestatievragenlijst invullen. Ze moesten dit invullen over de training. Dit nam ongeveer 5 minuten in beslag. Bij een enkel team werden beide vragenlijsten, voor- en na, schriftelijk afgenomen. Dit is gedaan omdat er weinig telefonisch bereik was, en de link in de mail anders niet te openen was. De trainers van de sportteams kregen enkel na de training een link naar Qualtrics en de vragenlijst via de mail. Deze vragenlijst bestond uit de prestatievragenlijst. Invullen hiervan nam ongeveer 3 minuten in beslag. De trainers hadden net als de spelers uiterlijk één uur om na afloop van de training de vragenlijst in te vullen. Voor- en na de wedstrijden was de procedure exact hetzelfde als hierboven beschreven, voor en na de training. 11
12 Resultaten Algemeen De data van alle 108 deelnemers is gebruikt voor de analyses, waarvan 97 speler en 11 trainers. Van alle deelnemers hadden 63 deelnemers zowel bij de training als bij de wedstrijd alle metingen ingevuld. Alle trainers hebben beide metingen ingevuld. Geen van de deelnemers is uitgesloten van de data. Er waren deelnemers die alleen een voormeting en geen nameting hadden ingevuld, of andersom, maar omdat er werd gekeken naar groepsniveau kon de data alsnog worden gebruikt, ook als er een meting ontbrak. Alle gebruikte data in de analyses werd tweezijdig getoetst. In alle analyses was een alpha niveau van,05 gehanteerd, tenzij anders vermeld. Spelers. Er is een Principale Component Analyse (PCA) uitgevoerd over de 15 items die prestatie beoogden te meten bij de spelers, met een oblimin rotatie. Er waren drie factoren gevonden met een eigenwaarde boven Kaiser's criterium van 1: Prestatie Algemeen, Prestatie Leren en een factor waar ik geen passende interpretatie voor kon vinden. Deze laatste factor is om die reden deels in de Prestatie Algemeen schaal geplaatst en deels uit de vragenlijst gehaald. Deze drie factoren verklaarden gezamenlijk 64,59 % van de variantie. De Prestatie Algemeen schaal had een hoge betrouwbaarheid, Cronbach s α =,92. De Prestatie Leren schaal had een prima betrouwbaarheid, Cronbach s α =,70. De voormeting van de positieve emotie vragenlijst had een prima betrouwbaarheid, Cronbach s α =,71. De voormeting van de negatieve emotie vragenlijst had ook een prima betrouwbaarheid, Cronbach s α =,70. De nameting van de positieve emotie vragenlijst had een hoge betrouwbaarheid, Cronbach s α =,83. De nameting van de negatieve emotie vragenlijst had ook een hoge betrouwbaarheid, Cronbach s α =,79. 12
13 Trainers. Er was ook een PCA uitgevoerd over de 15 items die prestatie beoogden te meten bij de trainers, met een oblimin rotatie. Er waren vier factoren gevonden met een eigenwaarde boven Kaiser's criterium van 1: Prestatie Algemeen, Prestatie Leren, en twee componenten van maar één item. Één van deze items was geplaatst bij de Prestatie Algemeen component. Het andere item was weggehaald. Deze vier factoren verklaarden gezamenlijk 78,98 % van de variantie. De Prestatie Algemeen schaal had een hoge betrouwbaarheid, Cronbach s α =,90. De Prestatie Leren schaal had ook een hoge betrouwbaarheid, Cronbach s α =,84. De positieve sfeer vragenlijst had een hoge betrouwbaarheid, Cronbach s α =,87. De negatieve sfeer vragenlijst had een redelijke betrouwbaarheid, Cronbach s α =,68. Convergentie van emoties Om te kijken of er daadwerkelijk sprake was van een groepsemotie en groepsprestatie, was er met de ICC(2) gekeken of de individuele scores als teamscores konden worden gebruikt. Er waren bij alle metingen One-way ANOVA s uitgevoerd om de ICC(2) te berekenen. In Tabel 1 staan de gegevens van de ICC(2). De (marginaal) significante scores betekende dat spelers in hetzelfde team significant anders scoorden dan spelers in een ander team. Dit betekende dat de spelers in één team dezelfde emotie en prestatie invulden, en dat dit bij ieder team zo was. De gemiddelde scores en standaarddeviaties per team werden vervolgens op alle emotie- en prestatievragenlijsten uitgerekend, bij zowel de wedstrijdcontext als bij de trainingcontext. Deze gemiddelde scores per team waren vervolgens als teamscores gebruikt, zie Tabel 2. 13
14 Tabel 1 De ICC(2) scores bij zowel de training als bij de wedstrijd. ** betekent dat de ANOVA significant was, p <,05. * betekent dat de ANOVA marginaal significant was, p <,10 Training Wedstrijd Positieve Emotie Voor -,82,57** Negatieve Emotie Voor -,85,24 Positieve Emotie Na,45*,90** Negatieve Emotie Na,53**,72** Prestatie Algemeen,67**,94** Prestatie Leren,69**,75** Tabel 2 Gemiddelde scores (en standaarddeviaties) op de positieve (Pos), negatieve (Neg) emotie en sfeer vragenlijst, samen met de prestatie vragenlijsten van zowel de teams (SP) als de trainers (TR) bij beide contexten Groepsemotie Groepsprestatie Training Wedstrijd Training Wedstrijd Pos Emotie 3,60 (0,30) 3,52 (0,72) Algemeen SP 3,40 (0,40) 3,54 (0,79) Neg Emotie 1,80 (0,28) 2,03 (0,52) Leren SP 3,30 (0,54) 3,55 (0,57) Pos Sfeer 4,11 (0,65) 3,75 (0,91) Algemeen TR 3,24 (0,74) 3,75 (0,91) Neg Sfeer 1,52 (0,56) 2,09 (0,76) Leren TR 3,70 (1,21) 3,61 (0,98) 14
15 Positieve groepsemotie op groepsprestatie De hoofdanalyses waren uitgevoerd met de Multilevel Linear Models analyse. Allereerst werd er gekeken naar de relatie tussen positieve groepsemotie volgens spelers en de algemene groepsprestatie volgens spelers. Vervolgens werd gekeken naar de relatie tussen positieve groepsemotie volgens spelers en de algemene groepsprestatie volgens trainers. Daarna werd gekeken naar de relatie tussen positieve sfeer en de algemene groepsprestatie volgens spelers en als laatst naar de relatie tussen positieve sfeer en de algemene groepsprestatie volgens trainers. Allereerst werd er gekeken naar de relatie tussen positieve groepsemotie van de spelers en de algemene prestatie volgens spelers. Het ervaren van positieve groepsemotie voorspelde algemene groepsprestatie volgens spelers significant, F (1, 14,20) = 44,23, p <,001, b = 0,94, en de context voorspelde algemene groepsprestatie volgens spelers ook significant, F (1, 7,41) = 7,63, p =,026, b = -0,11. Bij zowel een wedstrijd als bij een training liet meer positieve groepsemotie een betere groepsprestatie zien, en bij een wedstrijd was de relatie tussen positievere groepsemotie en betere groepsprestatie iets groter dan bij een training. Vervolgens werd er gekeken naar de relatie tussen positieve groepsemotie van spelers en de algemene groepsprestatie volgens trainers. Het ervaren van positieve groepsemotie voorspelde algemene groepsprestatie volgens trainers significant, F (1, 17,67) = 10,67, p =,004, b = 1,04, en de context voorspelde algemene groepsprestatie volgens trainers ook significant, F (1, 8,66) = 8,87, p =,016, b = -0,30. Net als bij de relatie tussen positieve groepsemotie van spelers en groepsprestatie volgens spelers, liet meer positieve groepsemotie van spelers bij zowel een wedstrijd als bij een training een betere groepsprestatie zien volgens trainers. Ook hier was de relatie tussen positievere groepsemotie en betere groepsprestatie groter bij een wedstrijd dan bij een training. 15
16 Daarna werd er gekeken naar de relatie tussen positieve sfeer in het team en de algemene groepsprestatie volgens spelers. Positieve sfeer voorspelde algemene groepsprestatie volgens spelers significant, F (1, 13,86) = 6,79, p =,021, b = 0,32, maar de context voorspelde algemene groepsprestatie volgens spelers niet significant, F (1, 9,01) = 3,31, p =,102, b = -0,13. Interactie tussen positieve sfeer en context voorspelde algemene groepsprestatie volgens spelers marginaal significant, F (1, 12,11) = 4,62, p =,053, b = -0,25. Dit hield in dat de relatie tussen positievere sfeer en groepsprestatie volgens spelers bij een wedstrijd, b = 0,57, t (12,11) = -2,15, p =,053, marginaal significant groter is dan bij een training, b = 0,07, t (12,11) = -2,15, p =,053. Als laatste werd er gekeken naar de relatie tussen positieve sfeer in het team en de algemene groepsprestatie volgens trainers. Positieve sfeer voorspelde algemene groepsprestatie volgens trainers significant, F (1, 7,53) = 8,45, p =,021, b = 0,49, en de context voorspelde algemene groepsprestatie volgens de trainers ook significant, F (1, 7,43) = 23,71, p =,002, b = -0,34. Interactie tussen positieve sfeer en context voorspelde algemene groepsprestatie volgens trainers ook significant, F (1, 7,81) = 13,26, p =,007, b = -0,43. Dit hield wederom in dat de relatie tussen positievere sfeer en groepsprestatie volgens trainers bij een wedstrijd, b = 0,91, t (7,81) = -3,64, p =,007, significant groter is dan bij een training, b = 0,07, t (7,81) = -3,64, p =,007. Deze relatie was ook al eerder gevonden, en dit lag in lijn met de verwachting. In Figuur 1 is deze relatie te zien. 16
17 Figuur 1. Relatie tussen positieve sfeer en algemene prestatie volgens trainers op de verschillende meetmomenten, wedstrijd en training. Negatieve groepsemotie op groepsprestatie De analyses van de relatie tussen negatieve groepsemotie en groepsprestatie zijn op dezelfde wijze beschreven als hierboven. Allereerst werd er gekeken naar de relatie tussen negatieve groepsemotie van spelers en de algemene prestatie volgens spelers. Het ervaren van negatieve groepsemotie voorspelde algemene groepsprestatie volgens spelers significant, F (1, 17,54) = 21,10, p <,001, b = -1,06, en de context voorspelde algemene groepsprestatie volgens de spelers ook significant, F (1, 10,02) = 9,27, p =,012, b = Bij zowel een wedstrijd als bij een training liet meer negatieve groepsemotie een slechtere groepsprestatie zien, en bij een wedstrijd was de relatie tussen negatievere groepsemotie en slechtere groepsprestatie iets groter dan bij een training. 17
18 Vervolgens werd er gekeken naar de relatie tussen negatieve groepsemotie van spelers en de algemene groepsprestatie volgens trainers. Het ervaren van negatieve groepsemotie voorspelde algemene groepsprestatie volgens trainers significant, F (1, 16,27) = 7,88, p =,012, b = -1,06, en de context voorspelde algemene groepsprestatie volgens trainers ook significant, F (1, 10,08) = 14,86, p =,003, b = -0,38. Net als bij de relatie tussen negatieve groepsemotie van spelers en groepsprestatie volgens spelers, liet meer negatieve groepsemotie van spelers bij zowel een wedstrijd als bij een training een slechtere groepsprestatie zien volgens trainers. Ook hier was de relatie tussen negatievere groepsemotie en slechtere groepsprestatie groter bij een wedstrijd dan bij een training. Daarna werd er gekeken naar de relatie tussen negatieve sfeer in het team en de algemene groepsprestatie volgens spelers. Negatieve sfeer voorspelde algemene groepsprestatie volgens spelers significant, F (1, 15,09) = 7,26, p =,017, b = -0,43, en de context voorspelde algemene groepsprestatie volgens spelers marginaal significant, F (1, 9,85) = 4,62, p =,058, b = -0,19. Net als bij de relatie tussen negatieve groepsemotie van spelers en groepsprestatie volgens spelers en trainers, liet meer negatieve groepsemotie van spelers bij zowel een wedstrijd als bij een training een slechtere groepsprestatie zien volgens spelers. Ook hier was de relatie tussen negatievere groepsemotie en slechtere groepsprestatie groter bij een wedstrijd dan bij een training. Als laatste werd er gekeken naar de relatie tussen negatieve sfeer in het team en de algemene groepsprestatie volgens trainers. Negatieve sfeer voorspelde algemene groepsprestatie volgens trainers significant, F (1, 5,65) = 15,20, p =,009, b = -0,67, en de context voorspelde algemene groepsprestatie volgens trainers ook significant, F (1, 7,20) = 45,42, p <,001, b = -0,44. Interactie tussen negatieve sfeer en context voorspelde algemene groepsprestatie dit keer wel significant, F (1, 8,46) = 12,67, p =,007, b = 0,43. Dit hield in dat de relatie tussen negatievere sfeer en groepsprestatie volgens trainers bij een wedstrijd, b = - 18
19 1,10, t (8,47) = 3,56, p =,007, significant groter is dan bij een training, b = -0,24, t (8,47) = 3,56, p =,007. In Figuur 2 is dit effect te zien. Figuur 2. Relatie tussen negatieve sfeer en algemene prestatie volgens trainers op de verschillende meetmomenten, wedstrijd en training. 19
20 Discussie Groepsemoties beïnvloeden de prestatie van een groep. Wanneer de mate van positieve groepsemoties steeg, steeg ook de mate van groepsprestatie. Dit was volgens verwachting en in lijn met eerder onderzoek (Totterdell, 2000). In de twee metingen waar groepsemotie (sfeer) bij de trainers was gemeten, was deze relatie in een intergroepscontext significant groter dan bij een intragroepscontext. Dit was van te voren verwacht, en is deels uitgekomen. In alle intergroepscontext metingen was de relatie tussen positievere groepsemotie en betere groepsprestatie groter dan bij een intragroepscontext, alleen dit was niet overal significant. Wanneer de mate van negatieve groepsemoties steeg, daalde de mate van groepsprestatie. Dit werd verwacht en was ook in lijn met eerder onderzoek (Klep et al., 2011). In alle intergroepscontext metingen was de relatie tussen negatievere groepsemotie en slechtere groepsprestatie groter dan bij een intragroepscontext, alleen dit was maar bij één van de vier metingen significant. Er werd verwacht dat dit bij meer metingen zou zijn. De verwachting dat de individuele emoties van teamleden naar elkaar zou groeien is ook uitgekomen (Totterdell, 2000). Dit was zowel bij de intragroepscontext als bij de intergroepscontext. Bij de intergroepscontext groeiden de teamleden zelfs nog meer naar dezelfde emotie dan bij de intragroepscontext, maar bij beide contexten was er te spreken over een groepsemotie. Niet alle relaties tussen groepsemotie en groepsprestatie waren significant groter bij een intergroepscontext dan bij een intragroepscontext, maar de relatie was wel in alle metingen sterker bij een intergroepscontext. Dit was volgens verwachting. Een mogelijke verklaring voor dit effect kan zijn dat mensen meer inspanning leveren bij competitie dan wanneer er geen competitie is (Wittchen, Krimmel, Kohler & Hertel, 2013). Volgens Tauer & Harackiwicz (2004) zorgt competitie bij sport ervoor dat er beter gepresteerd wordt. Eerder 20
21 onderzoek van Erez en Isen (2002) liet zien dat wanneer de taak lastig is, het effect van positieve emotie op prestatie sterker wordt. Bij een intergroepscontext is dezelfde taak die je bij een intragroepscontext uitvoert lastiger door het competitie-element en door de tegenstanders. Dat niet alle interacties significant waren kan een gevolg zijn van de hoeveelheid deelnemers, wat meteen een kritiekpunt op deze studie is. Er deden 11 teams en 11 trainers mee aan deze studie, en wanneer dit hoger zou zijn zou er wellicht een duidelijker effect gevonden zijn. Een kleine steekproefgrootte kan ervoor zorgen dat de conclusies uit de studie niet generaliseerbaar zijn over de populatie, omdat de kans op extremen groter is. Ook waren de teams niet random verdeeld, wat betreft welk team eerst welke meting deed. Daarnaast waren er vier vrouwenteams en zeven mannenteams. Het zou mogelijk kunnen zijn dat vrouwen minder last hebben van de relatie tussen negatieve emotie en prestatie, omdat ze negatieve emotie beter kunnen reguleren in sociale context dan mannen (Flores & Berenbaum, 2012). Door evenveel vrouwen- als mannenteams te gebruiken in vervolgonderzoek zou hiervoor gecontroleerd kunnen worden. In vervolgonderzoek zou men meer teams en trainers kunnen gebruiken om te kijken of groepsemotie daadwerkelijk hetzelfde effect heeft op groepsprestatie als in deze studie, en om te kijken of er meer eenduidigheid is wat betreft de relatie tussen negatieve emotie en prestatie. De opzet van dat vervolgonderzoek zou experimenteel moeten zijn, zodat er daadwerkelijk kan worden gesproken over een causaal verband. Hier zou een bepaalde emotie (positief/negatief) opgewekt moeten worden voordat een sportactiviteit begint om te kijken wat het effect is. De huidige studie was correlationeel, maar door de voor- en nameting uitgebreid genoeg om te spreken over een verandering in de emotie door het sporten. Of de verandering in de emotie kwam door de prestatie, of dat de verandering in de emotie zorgde voor bepaalde prestatie is niet volledig te zeggen in dit onderzoek. 21
22 Context lijkt in de gevallen waar de trainers beoordeelden een moderator te zijn. Wanneer er werd gekeken naar de resultaten van spelers was dit niet het geval. Het zou kunnen komen dat het bij de trainermetingen wel significant was, doordat de spelers de emotie heftiger ervoeren en de trainers met een andere blik kijken naar de emoties op het veld. De conclusie van deze studie is dat groepsemotie de prestatie van een groep beïnvloedt en dat er emotional contagion is bij teamsport. Daarom is het belangrijk voor teams die goed willen presteren, dat de teamleden weten wat het effect is van de emoties en dat iedereen de sfeer en emotie in het team positief wil houden om tot de beste prestatie te komen, vooral tijdens een wedstrijd. 22
23 Literatuur Barsade, S. G. (2002). The ripple effect: Emotional contagion and its influence on group behavior. Administrative Science Quarterly, 47, Cole, M. S., Walter, F., & Bruch, H. (2008). Affective mechanisms linking dysfunctional behavior to performance in work teams: A moderated mediation study. Journal of Applied Psychology, 93(5), Erez, A., & Isen, A. M. (2002). The influence of positive affect on the components of expectancy motivation. Journal of Applied Psychology, 87, Flores, L. E. Jr., & Berenbaum. H. (2012). Desire for emotional closeness moderates the effectiveness of the social regulation of emotion. Personality and Individual Differences, 53, Jones, G. (1995). More than just a game: Research developments and issues in competitive anxiety in sport. British Journal of Psychology, 86, Klep, A., Wisse, B., & Van der Flier, H. (2011). Interactive affective sharing versus noninteractive affective sharing in work groups: Comparative effects of group affect on work group performance and dynamics. European Journal of Social Psychology, 41(3),
24 Lazarus, R.S. (2000). How emotions influence performance in competitive sports. The Sport Psychologist, 14, Mesagno, C., Harvey, J.T., & Janelle, C.M. (2012). Choking under pressure: The role of fear of negative evaluation. Psychology of Sport and Exercise, 13, Robazza, C., & Bortoli, L. (2007). Perceived impact of anger and anxiety on sporting performance in rugby players. Psychology of Sport and Exercise, 8, Schaufeli, W., & van Rhenen, W. (2006). Over de rol van positieve en negatieve emoties bij het welbevinden van managers: Een studie met de Job-related Affective Well-being Scale (JAWS). Gedrag en Organisatie, 19 (4), Spoor, J. M., & Kelly, J. R. (2004). The Evolutionary Significance of Affect in Groups: Communication and Group Bonding. Group Processes & Intergroup Relations, 7 (4), Tauer, J.M., & Harackiewicz, J.M. (2004). The effects of cooperation and competition on intrinsic motivation and performance. Journal of Personality and Social Psychology, 86, Totterdell, P. (2000). Catching moods and hitting runs: Mood linkage and subjective performance in professional sport teams. The Journal of Applied Psychology, 85,
25 Uphill, M., Groom, R., & Jones, M. (2012). The influence of in-game emotions on basketball performance. European Journal of Sport Science, 14 (1), Wittchen, M., Krimmel, A., Kohler, M., & Hertel, G. (2013). The two sides of competition: Competition-induced effort and affect during intergroup versus interindividual competition. British Journal of Psychology, 104,
Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?
Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Does Gentle Teaching have Effect on Skills of Caregivers and Companionship and Anxiety
Nadere informatieGeven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.
Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van
Nadere informatieSummary in Dutch Nederlandse Samenvatting. Het delen van Affect: Paden, Processen en Prestatie
Summary in Dutch Nederlandse Samenvatting Het delen van Affect: Paden, Processen en Prestatie Het delen van gevoelens (emoties of stemmingen) met anderen is bijna onvermijdelijk in ons dagelijks leven.
Nadere informatieEFFECTIVITEIT VAN DE GEEF ME DE 5 BASISCURSUS
EFFECTIVITEIT VAN DE GEEF ME DE 5 BASISCURSUS Wetenschappelijk onderzoek In dit rapport worden de wetenschappelijke bevindingen beschreven betreffende de effectiviteit van de Geef me de 5 Basiscursus.
Nadere informatie/hpm. Onderzoek werkstress, herstel en cultuur. De rol van vrijetijdsbesteding. 6 februari 2015. Technische Universiteit Eindhoven
Onderzoek werkstress, herstel en cultuur De rol van vrijetijdsbesteding 6 februari 2015 Technische Universiteit Eindhoven Human Performance Management Group ir. P.J.R. van Gool prof. dr. E. Demerouti /hpm
Nadere informatieIMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY
IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY - eindrapport - Y. Bleeker MSc (Regioplan) dr. M. Witvliet (Regioplan) dr. N. Jungmann (Hogeschool Utrecht) Regioplan Jollemanhof
Nadere informatieDe Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie
De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een Vaste Relatie The Association between Daily Stress, Emotional Intimacy and Affect with Partners in a Commited
Nadere informatiepsychometrie!?! Riekie de Vet EMGO Instituut, Amsterdam
Klinimetrie versus / naast psychometrie!?! Riekie de Vet EMGO Instituut, Amsterdam Meet-eigenschappen Test-hertest Reliability (betrouwbaarheid) Meetfout Definities Reliability (betrouwbaarheid): kunnen
Nadere informatieAchtergrond. Door: Karin Tanja Dijkstra Jolanda Maas Daphne Meuwese Agnes van den Berg
DE NATUUR ONTDEKKER Achtergrond Door: Karin Tanja Dijkstra Jolanda Maas Daphne Meuwese Agnes van den Berg KIND EN NATUUR Voor de ontwikkeling van kinderen is contact met natuur van groot belang. Natuur
Nadere informatieConflict Asymmetrie en Efficacy in Sport Teams
Conflict Asymmetrie en Efficacy in Sport Teams Master these Kim Bokking Faculteit der Gedragswetenschappen Master specialisatie psychologie: Conflict, risico en veiligheid Maart 2013 Een studie naar het
Nadere informatieCode Cursusnaam block Ects Organization Theory Organization Development Relations and Networks of Organizations 4 6
Minor Organisatiewetenschappen (Organization Studies) 441074 Organization Theory 2 6 441079 Organization Development 3 6 Choose 1 of the following 2 courses: 441057 Relations and Networks of Organizations
Nadere informatieNederlandse Samenvatting
Nederlandse Samenvatting De adolescentie is lang beschouwd als een periode met veelvuldige en extreme stemmingswisselingen, waarin jongeren moeten leren om grip te krijgen op hun emoties. Ondanks het feit
Nadere informatieMoral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz
Moral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz Mensen die als afwijkend worden gezien zijn vaak het slachtoffer van vooroordelen, sociale uitsluiting, en discriminatie.
Nadere informatieDe sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid
Kees van den Bos De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid In deze bijdrage wordt sociaal-psychologisch onderzoek naar sociale rechtvaardigheid besproken. Sociaal-psychologen
Nadere informatieManagement Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars
Management Summary Wat voor een effect heeft de vorm van een bericht op de waardering van de lezer en is de interesse in nieuws een moderator voor dit effect? Auteur Tessa Puijk Organisatie Van Diemen
Nadere informatieOnderzoek Effectiviteit. Cohesie, Commitment, Tevredenheid en Open communicatie
Onderzoek Effectiviteit Cohesie, Commitment, Tevredenheid en Open communicatie Annemieke Voogd Oktober 2012 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Inleiding... 3 Cohesie... 4 Commitment... 4 Werktevredenheid...
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20566 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Wit, Frank R.C. de Title: The paradox of intragroup conflict Issue Date: 2013-02-28
Nadere informatie1. Reductie van error variantie en dus verhogen van power op F-test
Werkboek 2013-2014 ANCOVA Covariantie analyse bestaat uit regressieanalyse en variantieanalyse. Er wordt een afhankelijke variabele (intervalniveau) voorspeld uit meerdere onafhankelijke variabelen. De
Nadere informatieKaren J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon
Zelfwaardering en Angst bij Kinderen: Zijn Globale en Contingente Zelfwaardering Aanvullende Voorspellers van Angst bovenop Extraversie, Neuroticisme en Gedragsinhibitie? Self-Esteem and Fear or Anxiety
Nadere informatieHoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden?
Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Auteur: Ruben Brondeel i.s.m. Prof. A. Buysse Onderzoeksvraag Tijdens het proces van een echtscheiding
Nadere informatieUitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie
Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie Voorlopige resultaten van het onderzoek naar de perceptie van medewerkers in sociale (wijk)teams bij gemeenten - Yvonne Zuidgeest
Nadere informatieANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN
ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer Definitieve versie 27 oktober 2014 ARGO BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Vraagstelling...
Nadere informatiehet laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en
Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens
Nadere informatieDe Perceptie van Fair-Trade Producten door Mannen. Pascal van Vliet ANR: 888951. Bachelor thesis Psychologie en Maatschappij. Datum: 13 februari 2014
1 De Perceptie van Fair-Trade Producten door Mannen Pascal van Vliet ANR: 888951 Bachelor thesis Psychologie en Maatschappij Datum: 13 februari 2014 Docent: Dhr. R. M. A. Nelissen Universiteit van Tilburg
Nadere informatieImplementatie van een effectief CGt programma voor gedragsproblemen op school Spelen leerkrachten een rol?
Implementatie van een effectief CGt programma voor gedragsproblemen op school Spelen leerkrachten een rol? Juliette M.Liber, Gerly M. De Boo & Pier J.M. Prins VGCt 2011, Veldhoven Training is effectief,
Nadere informatieGeslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive
1 Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive Femke Boom Open Universiteit Naam student: Femke Boom Studentnummer: 850762029 Cursusnaam: Empirisch afstudeeronderzoek:
Nadere informatieChild Care Quality in The Netherlands: From Quality Assessment to Intervention K.O.W. Helmerhorst
Child Care Quality in The Netherlands: From Quality Assessment to Intervention K.O.W. Helmerhorst Samenvatting en Conclusies Samenvatting van het onderzoeksproject De studies die in dit proefschrift worden
Nadere informatieDe Relatie tussen Momentaan Affect en Seksueel Verlangen; de Modererende Rol van de Aanwezigheid van de Partner
De Relatie tussen Momentaan Affect en Seksueel Verlangen; de Modererende Rol van de Aanwezigheid van de Partner The association between momentary affect and sexual desire: The moderating role of partner
Nadere informatieWat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten?
De Modererende rol van Persoonlijkheid op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten 1 Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve
Nadere informatieIn Beweging! Lizette Wattel Universitair Netwerk Ouderenzorg UNO-VUmc 1-2-2015
2015 In Beweging! Lizette Wattel Universitair Netwerk Ouderenzorg UNO-VUmc 1-2-2015 IN BEWEGING IMPLEMENTATIE VAN EEN BEST PRACTICE BINNEN HET UNO-VUMC. EINDVERSLAG INLEIDING Ouderen in woonzorgcentra
Nadere informatieBiowalking voor ouderen
Biowalking voor ouderen Een pilot onderzoek naar de effecten van en ervaringen met Biowalking voor ouderen Dr. Jolanda Maas Vrije Universiteit Amsterdam, afdeling Klinische Psychologie 1. Inleiding IVN
Nadere informatieDeterminanten van Leiderschap-Succes: Ontwikkeling van een Integratief. Model van Persoonlijkheid, Overtuigingen, Gedrag, en Diversiteit
SAMENVATTING Determinanten van Leiderschap-Succes: Ontwikkeling van een Integratief Model van Persoonlijkheid, Overtuigingen, Gedrag, en Diversiteit Leiders zijn belangrijke leden van organisaties. De
Nadere informatieHuiswerk, het huis uit!
Huiswerk, het huis uit! Een explorerend onderzoek naar de effecten van studiebegeleiding op attitudes en gedragsdeterminanten en de bijdrage van de sociale- en leeromgeving aan deze effecten Samenvatting
Nadere informatieSamenvatting, conclusies en discussie
Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit
Nadere informatieImpact Life Goals Programma s. Life Goals Monitor Weken 1
Impact Life Goals Programma s Life Goals Monitor Weken 1 Inleiding Eind 2016 is Life Goals Nederland gestart met het oprichten van lokale Life Goals Programma s. Sindsdien zijn er tien Life Goals programma
Nadere informatieSamenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek.
Samenvatting In september 2003 publiceerde TNO de resultaten van een onderzoek naar de effecten op het welbevinden en op cognitieve functies van blootstelling van proefpersonen onder gecontroleerde omstandigheden
Nadere informatieCode Course name block Ects International Organizations Advanced Project management * Cross Cultural HRM 3 6
Global management of Social Issues Interesting courses Global Management of Social Issues 410129 International Organizations 1 6 410130 Advanced Project management * 3 6 410133 Cross Cultural HRM 3 6 410134
Nadere informatieAnalyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten. G.E. Wessels
Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten G.E. Wessels Datum: 16 augustus 2013 In opdracht van: Stichting Informele Zorg Twente 1. Inleiding Het belang van mantelzorg wordt in Nederland
Nadere informatieSurvey open foutencultuur
Met dit document willen we u een idee geven van hoe een survey eruit zou kunnen zien. Het bevat niet de gehele survey maar per onderwerp worden enkele vragen uitgelicht. Survey open foutencultuur Tekstscherm
Nadere informatie(In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem
(In)effectiviteit van Angstcommunicaties 1 (In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem (In)effectiveness
Nadere informatieDe Rotterdamse Ambtenaar: Bevroren of Bevlogen. Over de Invloed van Procedurele Rechtvaardigheid, Empowering Leiderschap en
De Rotterdamse Ambtenaar: Bevroren of Bevlogen. Over de Invloed van Procedurele Rechtvaardigheid, Empowering Leiderschap en Identificatie met de Organisatie op Status en Zelfwaardering. The Civil Servant
Nadere informatieProcedure le rechtvaardigheid in. de invloed van sekse en status. Maureen Tumewu, Esther S. Kluwer en Kees van den Bos
Procedure le rechtvaardigheid in intieme relaties: de invloed van sekse en status Maureen Tumewu, Esther S. Kluwer en Kees van den Bos Maureen Tumewu, Esther S. Kluwer en Kees van den Bos: Universiteit
Nadere informatieMentaal Weerbaar Blauw
Mentaal Weerbaar Blauw de invloed van stereotypen over etnische minderheden cynisme en negatieve emoties op de mentale weerbaarheid van politieagenten begeleiders: dr. Anita Eerland & dr. Arjan Bos dr.
Nadere informatieAffectieve en motivationele consequenties van intergroeps-vergelijkingen over tijd: De blik op het verleden of de toekomst.
Affectieve en motivationele consequenties van intergroeps-vergelijkingen over tijd: De blik op het verleden of de toekomst. Jaap W. Ouwerkerk * (Vrije Universiteit Amsterdam) Naomi Ellemers (Vrije Universiteit
Nadere informatieBijlage bij hoofdstuk 7 Ervaren gezondheid, leefstijl en zorggebruik
Bijlage bij hoofdstuk 7 Ervaren gezondheid, leefstijl en zorggebruik B7.1 Constructie van de maten voor fysieke en psychische gezondheid SF-12 vragen in SING 09 In gezondheidsonderzoek wordt vaak de zogenaamde
Nadere informatieEMPO voor Ouders en Jongeren versie 2.0
EMPO voor Ouders en Jongeren versie 2.0 2011 Praktikon BV Nijmegen: Harm Damen 1. Wat is de EMPO? De EMPO 2.0 is een lijst voor zelfevaluatie om de empowerment bij ouders (EMPO Ouders 2.0) en jongeren
Nadere informatieModererende Rol van Seksuele Gedachten. Moderating Role of Sexual Thoughts. C. Iftekaralikhan-Raghubardayal
Running head: momentaan affect en seksueel verlangen bij vrouwen 1 De Samenhang Tussen Momentaan Affect en Seksueel Verlangen van Vrouwen en de Modererende Rol van Seksuele Gedachten The Association Between
Nadere informatieEMOTIES EN SPORTPRESTATIES
EMOTIES EN SPORTPRESTATIES De invloed van de coach Goedegebuure, M.C. 10098909 Mastertrack sport- en prestatiepsychologie Universiteit van Amsterdam Sociale Psychologie 30 januari 2013 Begeleid door: Van
Nadere informatieSamenvatting (Dutch summary)
Parenting Support in Community Settings: Parental needs and effectiveness of the Home-Start program J.J. Asscher Samenvatting (Dutch summary) Ouders spelen een belangrijke rol in de ontwikkeling van kinderen.
Nadere informatieEffecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme
Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme Effects of Contact-oriented Play and Learning in the Relationship between parent and child with autism Kristel Stes Studentnummer:
Nadere informatieHet effect van een verkorte mindfulness training bij ouderen op mindfulness, experiëntiële vermijding, self-efficacy in het omgaan met emoties,
Het Effect van een Verkorte Mindfulness Training bij Ouderen op Mindfulness, Experiëntiële Vermijding, Self-Efficacy in het Omgaan met Emoties, Zelftranscendentie, en Quality of Life The Effects of a Shortened
Nadere informatieMindset: Onderwijsmythe of niet? Onderzoek naar de rol van mindset in het basisonderwijs
Mindset: Onderwijsmythe of niet? Onderzoek naar de rol van mindset in het basisonderwijs Door: Joshi Verschuren, Universiteit Utrecht Vele basisscholen besteden tegenwoordig aandacht aan de mindset van
Nadere informatieHoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het
Samenvatting Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het individu als op populatieniveau. Effectieve
Nadere informatieInzet van social media in productontwikkeling: Meer en beter gebruik door een systematische aanpak
Inzet van social media in productontwikkeling: Meer en beter gebruik door een systematische aanpak 1 Achtergrond van het onderzoek Bedrijven vertrouwen meer en meer op social media om klanten te betrekken
Nadere informatieGEEF ME DE 5- METHODIEK IN DE ZORG
GEEF ME DE 5- METHODIEK IN DE ZORG Effectiviteit Geef me de 5-methodiek in zorginstelling JP van den Bent In dit rapport worden de wetenschappelijke bevindingen beschreven betreffende de effectiviteit
Nadere informatieDe Rol van Zelfregulatie, Motivatie en Eigen Effectiviteitsverwachting op het Volhouden
De Rol van Zelfregulatie, Motivatie en Eigen Effectiviteitsverwachting op het Volhouden van Sporten en de Invloed van Egodepletie, Gewoonte en Geslacht The Role of Selfregulation, Motivation and Self-efficacy
Nadere informatieVitamine B12 deficiëntie
Vitamine B12 deficiëntie Quality of life Retrospectief onderzoek Dit rapport bevat de analyses van de B12 Quality of Life Questionnaire, waarin meer dan 200 personen met een lage vitamine B12 waarde zijn
Nadere informatieHet meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Overige
Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Self-Management Ability Scale-30 (SMAS-30) Mei 017 Review: Ilse Swinkels Invoer: Marsha Bokhorst 1 Algemene gegevens Het meetinstrument heeft betrekking op
Nadere informatieDANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1
DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1 Dankbaarheid in Relatie tot Intrinsieke Levensdoelen: Het mediërende Effect van Psychologische Basisbehoeften Karin Nijssen Open Universiteit
Nadere informatieModeratie van de Big Five Persoonlijkheidsfactoren op de Relatie tussen. Gepest worden op het Werk en Lichamelijke Gezondheidsklachten en
Moderatie van de Big Five Persoonlijkheidsfactoren op de Relatie tussen Gepest worden op het Werk en Lichamelijke Gezondheidsklachten en Ziekteverzuim Moderation of the Big Five Personality Factors on
Nadere informatieVormen Premorbide Persoonlijkheidskenmerken die Samenhangen met Neuroticisme een Kwetsbaarheid voor Depressie en Apathie bij Verpleeghuisbewoners?
Vormen Premorbide Persoonlijkheidskenmerken die Samenhangen met Neuroticisme een Kwetsbaarheid voor Depressie en Apathie bij Verpleeghuisbewoners? Are Premorbid Neuroticism-related Personality Traits a
Nadere informatieFort van de Democratie
Fort van de Democratie Stichting Vredeseducatie / peace education projects Het Fort van de Democratie WERKT! Samenvatting van een onderzoek door de Universiteit van Amsterdam naar de effecten van de interactieve
Nadere informatieDe Invloed van Time Management op de Prestatie van Werknemers
De Invloed van Time Management op de Prestatie van Werknemers Arbeid en Organisatie Psychologie Bachelorthese Nanniek van der Wel 6050344 Severine Koch Aantal woorden: 5084 14 juni 2012 Inhoudsopgave Abstract
Nadere informatieDe Modererende Invloed van Sociale Steun op de Relatie tussen Pesten op het Werk. en Lichamelijke Gezondheidsklachten
De Modererende Invloed van Sociale Steun op de Relatie tussen Pesten op het Werk en Lichamelijke Gezondheidsklachten The Moderating Influence of Social Support on the Relationship between Mobbing at Work
Nadere informatieJaar 3: Deelrapportage 4. Werkbevlogenheid docenten Montaigne Lyceum, mei 2010
Programmalijn: Expeditie Durven, Delen, Doen: Onderwijs is populair, personeel is trots Jaar 3: Deelrapportage 4 Onderwijsontwikkeling Montaigne Lyceum Werkbevlogenheid docenten Montaigne Lyceum, mei 2010
Nadere informatieNederland heeft een lange hockeyhistorie en is één van de toonaangevende landen als het om tophockey gaat. De meeste tophockeyers zijn begonnen met
Samenvatting Nederland heeft een lange hockeyhistorie en is één van de toonaangevende landen als het om tophockey gaat. De meeste tophockeyers zijn begonnen met hun sport toen ze 7 jaar oud waren en allemaal
Nadere informatieRed cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić
Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić Rode wangen, zweethanden en coy-smiles: De rol van emotionele en socio-cognitieve
Nadere informatieOnderzoek heeft aangetoond dat een hoge mate van herstelbehoefte een voorspellende factor is voor ziekteverzuim. Daarom is in de NL-SH ook de relatie
Samenvatting Gehoor en de relatie met psychosociale gezondheid, werkgerelateerde variabelen en zorggebruik. De Nationale Longitudinale Studie naar Horen Slechthorendheid is een veelvoorkomende chronische
Nadere informatieVERSLAG RESULTATEN SCHALEN VRAGENLIJST LEERBIOGRAFIE JOHAN DE WITT COLLEGE
VERSLAG RESULTATEN SCHALEN VRAGENLIJST LEERBIOGRAFIE JOHAN DE WITT COLLEGE Meting juli 2010, schooljaar 2009-2010 CONCEPT Augustus 2010 Yolande Emmelot 1 INLEIDING 3 RESULTATEN UIT HET VRAGENLIJSTONDERZOEK
Nadere informatieIMPACTMETING VAN MONEYMATTERS
IMPACTMETING VAN MONEYMATTERS IMPACTMETING VAN MONEYMATTERS - eindrapport - Y. Bleeker MSc (Regioplan) dr. M. Witvliet (Regioplan) dr. N. Jungmann (Hogeschool Utrecht) Regioplan Jollemanhof 18 1019 GW
Nadere informatieDe causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie
Causale Relatie tussen intimiteit en seksueel verlangen 1 De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie The causal
Nadere informatieEvaluatie Stedenwedstrijden: resultaten vragenlijsten pupillen en volwassenen
Evaluatie Stedenwedstrijden: resultaten vragenlijsten pupillen en volwassenen Dr. Hidde Bekhuis, HiBe research in opdracht van Nijmegen Atletiek 17-9-2014 1 Inhoud Doel pagina 3 Pupillen Respons pagina
Nadere informatie3.1 Itemanalyse De resultaten worden eerst op itemniveau bekeken. De volgende drie aspecten dienen bekeken te worden:
Werkinstructie Psychometrische analyse Versie: 1.0 Datum: 01-04-2014 Code: WIS 04.02 Eigenaar: Eekholt 4 1112 XH Diemen Postbus 320 1110 AH Diemen www.zorginstituutnederland.nl T +31 (0)20 797 89 59 1
Nadere informatieAfhankelijkheid binnen het therapeutische contact: Ongewenst of cruciaal ingrediënt van een succesvolle behandeling?
Afhankelijkheid binnen het therapeutische contact: Ongewenst of cruciaal ingrediënt van een succesvolle behandeling? Naline Geurtzen PhD-student Radboud Universiteit Behavioural Science Institute Nijmegen
Nadere informatieMINORENVOORLICHTING: LEERLIJN INDIVIDUEN, RELATIES EN ORGANISATIES JANNEKE OOSTROM
MINORENVOORLICHTING: LEERLIJN INDIVIDUEN, RELATIES EN ORGANISATIES JANNEKE OOSTROM 1 INHOUD 1. Expertise binnen de afdeling Sociale en Organisatiepsychologie 2. Eindtermen van de leerlijn 3. B3 onderwijsprogramma
Nadere informatieDe Relatie tussen Hechting en Welbevinden bij Ouderen: De mediërende Invloed van Mindfulness en Zingeving
De Relatie tussen Hechting en Welbevinden bij Ouderen: De mediërende Invloed van Mindfulness en Zingeving Relationships between Attachment and Well-being among the Elderly: The mediational Roles of Mindfulness
Nadere informatieGroepsverslag Stress Reductie Effect Meting na HeartMath coachtraject maart 2016
Onderzoeksbureau Groepsverslag Stress Reductie Effect Meting na HeartMath coachtraject maart 2016 In opdracht van HeartMath Benelux Periode november 2012 tot en met maart 2016 De stress-rem (Stress Reductie
Nadere informatieVerschillen tussen Allochtone- en Autochtone Jonge Studerende Moeders in het Ervaren van Dagelijkse Stress en het Effect ervan op de Stemming
Verschillen tussen Allochtone- en Autochtone Jonge Studerende Moeders in het Ervaren van Dagelijkse Stress en het Effect ervan op de Stemming Differences between Immigrant and Native Young Student Mothers
Nadere informatieVan de TIMSS papieren toets naar de TIMSS tablet toets, zijn er verschillen? Eva Hamhuis Universiteit Twente Faculteit BMS Afdeling OMD
Van de TIMSS papieren toets naar de TIMSS tablet toets, zijn er verschillen? Eva Hamhuis Universiteit Twente Faculteit BMS Afdeling OMD Voorstellen Eva Hamhuis Psychologie & Onderwijskunde Junior Onderzoeker
Nadere informatieHet verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij
Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij Een vergelijking van een depressieve en een niet-depressieve groep met Experience-Sampling-Method
Nadere informatieSeksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie
Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Wouter Pinxten (contact: Wouter.Pinxten@UGent.be) Prof. Dr. John Lievens Achtergrond
Nadere informatiePresteren onder Druk. Raôul Oudejans
Presteren onder Druk Raôul Oudejans Leren en presteren in sport lectoraat Programma Presentatie Training for excellence Presteren onder druk Planned disruptions Discussie Sport photo Mike Tunison Music
Nadere informatiePatient reported Outcomes in Cognitive Impairement (PROCOG)
Patient reported Outcomes in Cognitive Impairement (PROCOG) Bowman, L. (2006) "Validation of a New Symptom Impact Questionnaire for Mild to Moderate Cognitive Impairment." Meetinstrument Patient-reported
Nadere informatieStress en bevlogenheid bij startende leraren in het voortgezet onderwijs
Stress en bevlogenheid bij startende leraren in het voortgezet onderwijs 2014-2017 Eindrapportage augustus 2017 VOORAF Voor u ligt de eindrapportage over het onderzoek Stress en bevlogenheid bij startende
Nadere informatieBeschrijving van de gegevens: hoeveel scholen en hoeveel leerlingen deden mee?
Technische rapportage Leesmotivatie scholen van schoolbestuur Surplus Noord-Holland Afstudeerkring Begrijpend lezen 2011-2012, Inholland, Pabo-Alkmaar Marianne Boogaard en Yvonne van Rijk (Lectoraat Ontwikkelingsgericht
Nadere informatieSummery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers
ummery amenvatting Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers 207 Algemene introductie Werkgerelateerde arm-, schouder- en nekklachten zijn al eeuwen
Nadere informatieArtikel 15: Cooperation, competition, and team performance, toward a contingency approach
Artikel 15: Cooperation, competition, and team performance, toward a contingency approach 1) Abstract * Onderzoek: er wordt onderzocht of de relatie tussen de beloningsstructuur en de team prestatie contingent
Nadere informatieMotieven en belemmeringen
Motieven en belemmeringen Kirsten Visser (SCP) m.m.v. Remko van den Dool (Mulier Instituut) 1 Motieven en belemmeringen Achtergrond Vraag naar vragenblok motieven en belemmeringen voor sporten en bewegen
Nadere informatieEngelse Verpleegster Gebruikt HeartMath met Multiple Sclerose patiënten
Engelse Verpleegster Gebruikt HeartMath met Multiple Sclerose patiënten Een verpleegkundige in Engeland die is gespecialiseerd in patiënten met multiple sclerose / MS voerde een informele studie uit waarbij
Nadere informatieHOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN
HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN Inleiding Statistische gevolgtrekkingen (statistical inference) gaan over het trekken van conclusies over een populatie op basis van steekproefdata.
Nadere informatieDe Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en. Discrepantie
De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en Discrepantie The Relationship between Involvement in Bullying and Well-Being and the Influence of Social Support
Nadere informatieINVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren
De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren Sociale Steun The Effect of Chronic Pain and the Moderating Effect of Gender on Perceived Social Support Studentnummer:
Nadere informatieZelfinstructie bij de Training MBSR
Zelfinstructie bij de Training MBSR De Effecten op Stress, Mindfulness, Self efficacy en Motivatie Audrey de Jong Zelfinstructie bij de Training MBSR 2 Zelfinstructie bij de Training MBSR De Effecten op
Nadere informatieCoach-scan: een feedback tool voor (beginnende) coaches. Tamara GoudenKansen.eu
Coach-scan: een feedback tool voor (beginnende) coaches Tamara Kramer Tamara.Kramer@han.nl @Tamara_Kramer GoudenKansen.eu Voorstellen Tamara Onderzoeker/promovendus Talentidentificatie tennis Coaches Veel
Nadere informatieDe Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work.
De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work Merijn Daerden Studentnummer: 850225144 Werkstuk: Empirisch afstudeeronderzoek:
Nadere informatieMeervoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden
Er is onderzoek gedaan naar rouw na het overlijden van een huisdier (contactpersoon: Karolijne van der Houwen (Klinische Psychologie)). Mensen konden op internet een vragenlijst invullen. Daarin werd gevraagd
Nadere informatiehoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5
SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de
Nadere informatie7-10-2013. Emotieherkenning bij CI kinderen en kinderen met ESM
7--3 Sociaal-emotioneel functioneren van kinderen met een auditieve/ communicatieve beperking Emotieherkenning bij kinderen en kinderen met Rosanne van der Zee Meinou de Vries Lizet Ketelaar Rosanne van
Nadere informatie