FUNDERINGEN. EVALUATIE 31 december Datum : 16 april 2007 Redacteur : Wim Bellaart, Projectleider Funderingen

Transcriptie

1 FUNDERINGEN EVALUATIE 31 december 2006 Datum : 16 april 2007 Redacteur : Wim Bellaart, Projectleider Funderingen

2 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 3 2. Voortgang onderzoek en herstel 3 3. Communicatie Organisatie 12

3 1. INLEIDING Voor u ligt de evaluatie van het project Funderingen per 31 december 2006, Conform de toezegging van het college wordt per halfjaar gerapporteerd over de voortgang van het project Stadsbrede aanpak Funderingsherstel. Intussen heeft het Ministerie van VROM formeel uitstel verleend voor de realisatie van het funderingsherstel van minstens 500 woningen of sloop gevolgd door vervangende nieuwbouw tot 31 december Tevens maakt VROM een tussenbalans op waarin de voortgang van het project in Dordrecht en dat van de overige betrokken steden zal worden toegelicht. Onlangs is de Rekenkamer Dordrecht begonnen met een grootschalig onderzoek naar het funderingendossier. De voortgang van het funderingsonderzoek en -herstel is beschreven in hoofdstuk 2 van de rapportage. In hoofdstuk 3 wordt stilgestaan bij de communicatie rondom het project. In hoofdstuk 4 wordt een korte toelichting gegeven op de organisatie. 2. VOORTGANG ONDERZOEK EN HERSTEL Destijds bij de opzet van het funderingsonderzoek, ter afbakening van de aandachtsgebieden, zijn bouwblokken met een houten fundering gebouwd na 1945 bewust niet in het funderingsonderzoek opgenomen. De keuze is gebaseerd op een visuele inspectie vanaf de straat en op archiefgegevens. Ten behoeve van het onderzoek is het aandachtgebied destijds onderverdeeld in drie gebieden: Figuur 1 Gebied A is Krispijn en de 19 a '-eeuwse schil west. Gebied B is Reeland Zuid (Land van Valk en Transvaalbuurt) en 19^-eeuwse schil midden, Gebied C is Reeland Noord (Vogelbuurt en Indische buurt) en l&'-eeuwse schil oost

4 Figuur 2 Rapport onderzoek eerste fase gereed Fundering goed *} Monitoring Rapport onderzoek 2* fase gereed Onvoldoende toestemming Conclusie onbekend/ geen rapportage Fundering is hersteld Aantal Bouwblokken Per 31 /l 2/ *) Inclusief 66 blokken met zowel panden op houten palen fundering als panden op staal. Binnen het aandachtsgebied, zijn uiteindelijk 740 bouwblokken (exclusief Emmaplein en omgeving), bij het onderzoek betrokken. Door splitsing van blokken kan het aantal blokken overigens variëren terwijl het aantal adressen gelijk blijft. Het gaat om 3754 adressen. Van 33 bouwblokken hebben de eigenaren geen toestemming gegeven om tot verder onderzoek over te gaan. Per 31 december 2006 hebben 75 eigenaren (binnen de genoemde 25 blokken) hun fundering als gereed gemeld. Sommige adressen bevinden zich in een blok wat als geheel nog niet gereed is. Gezien het aantal verleende bouwvergunningen (zie verder in deze rapportage) en het aantal toegekende subsidies valt dit geringe aantal gereedmeldingen op. Ter verklaring geldt het volgende. De subsidie, indien de financiering via de gemeente is geregeld, is onderdeel van het bouwdepot. Vanuit dit bouwdepot worden alle relevante facturen voor het fundering- en/of cascoherstel betaald. De subsidie dient volgens de verordening alleen aangewend te worden voor het funderingsherstel. Om te voorkomen dat deze subsidie voor andere doeleinden wordt gebruikt is op enig moment besloten deze subsidie in het bouwdepot op te nemen. Pas na het gereed melden bij de gemeente wordt de subsidie definitief toegekend. Eigenaren die geen lening via de gemeente hebben geregeld krijgen deze subsidie pas als het herstel bij de gemeente gereed is gemeld. Er vindt een controle plaats of het herstel inderdaad gereed is en of de facturen betrekking hebben op het funderingsherstel. Van deze laatste categorie is het percentage gereedmelding het hoogst. Een andere reden is dat het herstel trager verloopt dan gewenst als gevolg van weersomstandigheden (werkbare dagen) of de relatie met het cascoherstel. Geadviseerd wordt (door de aannemers maar ook door Bouw- en Woningtoezicht) om enige tijd te wachten met het cascoherstel nadat het funderingsherstel gereed is. Na het aanbrengen van een nieuwe fundering is namelijk een zetting nodig en om te voorkomen dat door deze zetting gerepareerde scheuren in het casco opnieuw gaan scheuren is het raadzaam te wachten. Er kan pas worden gereedgemeld als het casco is hersteld. Het is overigens mogelijk enigszins sturend op te treden door het herstel van een woning ambtshalve gereed te melden en vervolgens een korting toe te passen op de subsidie. Tot op heden toe is dit middel nog niet gebruikt, maar verwacht wordt dat dit de komende periode nodig kan zijn.

5 Figuur 3 Monitoring Grondwater Zakking Grondwater + zakking Totaal nog in monitoring Aantal bouwblokken % 18% 11% 31% 60% Gereed Totaal % 100% *) Inclusief 7 blokken met zowel panden op houten palen als panden op staal. Bij 343 bouwblokken is uit het onderzoek gebleken dat geen duidelijke uitspraak kan worden gedaan worden over de draagkracht en is aanbevolen de panden een aantal jaren (3 tot 5) te monitoren op het niveau van het grondwater en/of zakking. Dit traject bevindt zich intussen bij een aantal bouwblokken al in het 3" jaar. Voor 40% van de bouwblokken is het resultaat beschikbaar en is duidelijk of de fundering wel of niet hersteld moet worden. Vergeleken met de evaluatie per 1 juli 2006 gaat het om 79 blokken, waarvan er 56 goed zijn en in 23 blokken herstel moet plaatsvinden. Tot nu toe, totaal beschouwd, komt uit de resultaten van de 1 e fase onderzoeken en het traject monitoring bij elkaar naar voren dat de fundering in 239 bouwblokken goed is en dat herstel daar niet noodzakelijk is. Figuur 4 Deelgebied A B C Totaal Herstelplan 2" fase Herstel gereed *) Inclusief 2 blokken met zowel panden op houten palen fundering als panden op staal. Voor 238 bouwblokken is gebleken dat de fundering niet voldoet aan de eisen en dat herstel noodzakelijk is. Voor al deze blokken is het 2" fase onderzoeksrapport gereed. Aangegeven is hoe de blokken over de onderzoeksgebieden zijn verdeeld. Figuur 5 Indicatie levensduur fundering 0-5 jaar 5-10 jaar 0-10 jaar jaar jaar jaar jaar Totaal Bouwblokken L Percentage 4,2% 20,2% 16,7% 9,70% 18,0% 28,6% 2,6% 100%

6 Van de 238 bouwblokken waarvoor herstel noodzakelijk is wordt, op grond van de onderzoeksresultaten, de levensduur van de fundering geschat waarmee een urgentie voor herstel wordt aangegeven. Dit wordt in de bovenstaande tabel weergegeven. Figuur 6 Bedragen Gemiddelde herstelkosten Fundering per woning Gemiddelde herstelkosten Casco per woning Gemiddelde herstelkosten Totaal per woning , , ,32 In de tabel zijn de gemiddelde werkelijke herstelkosten, inclusief BTW, opgenomen. Gemiddelde Herstelkosten Emmaplein Stadsbreed 34,232 62,782 60, In dit overzicht staat de meerjarenontwikkeling van de herstelkosten (incl. cascoherstel) Figuur 7 Aanvragen subsidies en leningen Subsidie aanvragen Verstrekte leningen Nog in aanvraag Alleen subsidie aanvraag Aantal Waarvan vangnet lening 8 2 Het totaal aantal aanvragen is 327 waarvan er 97 alleen subsidie hebben aangevraagd. Van de 327 aanvragen hebben 230 ook een lening via de gemeente aangevraagd en gekregen. Van de 230 leningen zijn er 8 met een vangnet lening. Er zijn nu nog 13 aanvragen in behandeling daarvan zijn er 2 bij die een vangnet lening hebben aangevraagd. Deze 13 zijn nog niet bij het totaal opgeteld omdat nog niet zeker is of de subsidie en/ of lening verstrekt wordt. De verwachting is dat in 2007 nog ca 80 aanvragen om subsidie / lening in behandeling zullen worden genomen, afhankelijk van de nog te leveren resultaten van de monitoring.

7 Figuur 8 Herstelplannen gereed Intentieverklaring Ondertekend Aanvraag bouw- Vergunning Bouwvergunning Verleend Totaal Bouwblokken , Totaal woningen In de periode januari tot en met december 2006 zijn voor 16 bouwblokken de intentieverklaringen ten behoeve van het herstel ondertekend. Hiermee komt het totale aantal intentieverklaringen, sinds de start van het project tot nu toe, op 135 blokken met 366 woningen. Op grond van deze intentieverklaringen worden herstelplannen opgesteld, een aannemer geselecteerd en een begroting opgesteld, waarna de aanvragen voor de subsidie / een lening en een bouwvergunning worden ingediend. In 2006 zijn voor 23 blokken (116 woningen) bouwvergunningen aangevraagd; voor 25 blokken (125 woningen) is de bouwvergunning verleend (een deel van de aanvragen dateert nog uit 2005), Hiermee komt het totale aantal met een bouwvergunning, sinds de start van het project tot nu toe, op 72 blokken met 360 woningen. Binnen het gebied Emmaplein zijn destijds 18 bouwblokken (144 woningenjhersteld. Aangevuld met het genoemde aantal van 360 verleende bouwvergunningen voor funderingsherstel wordt het totale aantal van 504 daadwerkelijk herstelde funderingen binnenkort verwacht. Voor het leveren van de prestatie om uiterlijk op 31 december 2006 voor minstens 500 woningen funderingsherstel of sloop door vervangende nieuwbouw uit te voeren heeft VROM intussen uitstel verleend tot eind Figuur 9 Reden van stagnatie Waarvan 'knelpunt' woningen Eind 2006 Aantal woningen Herstel nodig binnen 10 jaar Financieel probleem Weigeren / twijfel over noodzaak Sloop/nieuwbouw Overig - Waarvan wacht liever op grondwaterherstel Totaal *) Dit is een samenvoeging van 37 overige redenen en 44 in relatie tot de waarde. Dit gegeven is niet opgenomen in de vorige evaluatie.

8 Van de 1108 adressen waarvoor een herstelplan is opgesteld is dus eind 2006 voor 337 adressen nog van stagnatie sprake. Het aantal eigenaren met een financieel probleem is intussen verminderd tot 12 als gevolg van marktwerking (lening bij een particuliere bank), verkoop van de woning en andere factoren. Nog steeds belemmert dit aantal knelpunten het herstel van 30 woningen. De categorie eigenaren die medewerking weigeren en/of twijfelen over de noodzaak van herstel hebben hun woning voornamelijk in de buurt van de Krommedijk, Bankastraat, Markettenweg, Singel en Reeweg-Oost. De categorie sloop / nieuwbouw komt vooral voor op de Mauritsweg, het Kromhout, Marthinus Steynstraat en de Sint Jorisweg. Als enig voorbeeld waar sloop / nieuwbouw wellicht concreet mogelijk zal zijn geldt de Sint Jorisweg. In nauw overleg met de betrokken bewoners en andere partijen is de benodigde verkenning binnenkort afgerond. In het tweede half jaar van 2006 heeft, na diverse inspanningen, toch een aantal eigenaren uiteindelijk de intentieverklaring getekend. Aldus is in deze periode het herstel van 54 woningen mogelijk gemaakt met toekenning van de gewone lening en toepassing van de vangnetregeling. Het herstel van de 54 woningen werd belemmerd door 7 knelpunten. Monitoring De eerder voorspelde 50% monitoring gereed is nog niet gehaald. Het percentage staat nu op ruim 40%. Dit wordt veroorzaakt door de volgende factoren: - rapporten worden ca. 2 maanden nadat de metingen gereed zijn geschreven. Er is nog een controlestap nodig op de metingen en op de conclusies. - bij enkele blokken moet de monitoringperiode nog worden voortgezet na 3 jaar. De oorzaak is meestal een af- of toename in zakking, die over een wat langere periode moet worden bezien om deze juist te kunnen duiden. - bij 2 onderzoeksbureaus zijn wat achterstanden ontstaan. In overleg met de bureaus is een inhaalprogramma opgesteld. - merkbaar is dat na enkele jaren de animo om mee te werken aan de metingen afneemt bij de eigenaren. De bureaus kunnen niet rapporteren indien belangrijke informatie ontbreekt. Dit leidt tot vertraging. In enkele gevallen zijn eigenaren op hun verantwoordelijkheid aangesproken en is overwogen de monitoring stop te zetten. Hoewel panden op staal primair niet het onderwerp zijn van onderzoek in het funderingenproject vindt bij enkele panden toch monitoring plaats, t.w. panden op staal die verbonden zijn met panden op houten palen in een straatwand panden waarvan in eerdere instantie vermoed werd dat deze mogelijk op houten palen stonden; vervorming en scheefstand vormden de aanleiding voor het volgen van het zettingpatroon. Sinds de start in 2005 zijn nu 135 bouwkundige eenheden met daarin 736 panden uit de monitoring gekomen. Voor 94 blokken (70%) met 609 panden (83%) heeft dit geresulteerd in een handhavingstermijn van meer dan 25 jaar. Voor 41 blokken (30%) met 127 panden (17%) heeft dit geresulteerd in een handhavingstermijn van minder dan 25 jaar. Daar is dus herstel nodig en voor enkele woningen loopt de procedure daartoe al. Overigens is voor een aantal funderingseenheden de handhavingstermijn weliswaar langer dan 25 jaar, maar is de grondwaterdekking van de fundering gering of kritisch. De eigenaren hebben in

9 dat geval het advies gekregen de grondwaterstand nabij hun funderingen verder te monitoren (vooral in de zomerperiode). De eigenaren kunnen over het algemeen de bedoelde monitoring zelf ter hand nemen en dragen zelf de kosten. Het nemen van maatregelen om de grondwaterstand te verhogen bij de betreffende bouwkundige eenheden is overigens ingewikkeld maar niet extreem duur (in vergelijking tot funderingherstel}. Van urgentie is echter geen sprake. De redenen waarom een pand een handhavingstermijn van minder dan 25 jaar heeft gekregen zijn divers en komen in combinatie voor. In grote lijnen is de volgende indeling te maken: Panden die niet stabiel zijn gefundeerd; dit betreft vooral panden die geheel of gedeeltelijk op staal zijn gefundeerd, maar ook panden met te grote zakkingen als gevolg van onvoldoende draagkracht. Panden met droogstand. Het gaat hier om een categorie panden waarvan de draagkracht van de funderingen vooralsnog voldoende is, maar waarvan de fundering door periodieke droogstand dusdanig zal worden aangetast dat binnen 25 jaar maatregelen nodig zijn. Dit kan gaan om grondwaterstandverhoging om de aantasting tegen te gaan of vervanging van de fundering. Dit geldt vooralsnog voor tenminste 15 bouweenheden met 60 panden. Samenvattend is voor de ene helft van de ruim 120 panden met een handhavingstermijn korter dan 25 jaar funderingherstel de aangewezen maatregel en voor de andere helft grondwaterherstel. De handhavingstermijnen zijn overigens meestal langer dan 15 jaar. Voor vrijwel al deze panden is of wordt een voorlopig herstelplan geschreven. Juridische zaken Aansprakelijkstelling BVFP en individuele betrokkenen De BVFP heeft de gemeente per 30 mei 2006 aansprakelijk gesteld. De dagvaarding d.d 17 november 2006 is intussen ontvangen. Tevens hebben diverse burgers de gemeente aansprakelijk gesteld, soms naar aanleiding van een ongegrond verklaard bezwaar. De betrokken eigenaren hebben een ontvangstbevestiging gehad plus de melding dat de aansprakelijkstelling voor kennisgeving is aangenomen. Bezwaarschriften weigering subsidie funderingsherstel Het betreft een bouwblok met meerdere eigenaren die niet willen herstellen. De eigenaar heeft verzocht om subsidie en leningen op basis van de hardheidsclausule. Het verzoek is geweigerd omdat de woning onvoldoende bijzonder is. Naar aanleiding van de hoorzitting is aanvullend advies aan Stedenbouw gevraagd. Een beslissing op het bezwaar is nog niet genomen. Aan een andere eigenaar is geen lening verstrekt omdat de financiële ruimte om de lening af te lossen ontbreekt. Aannemelijk is dat het funderingsherstel niet zal worden uitgevoerd waardoor ook de subsidie is geweigerd. Het bezwaar richt zich vooral tegen ons advies aan betrokkene om een ander eigen pand te verkopen. Het bezwaar is ongegrond verklaard. Aanschrijving bouwvergunning funderingsherstel De Rechtbank heeft bij voorlopige voorziening de aanschrijving (dwangsom) gericht aan de vergunninghouder vernietigd. Het bezwaar van de vergunninghouder is met inachtneming van deze uitspraak gegrond verklaard. De mogelijkheid voor een nieuwe aanschrijving gericht aan de aannemer wordt onderzocht.

10 Grondwaterhersto/plan Bij 1625 panden is onderzocht of grondwaterherstel nodig en/of mogelijk is op een robuuste wijze. Het resultaat: voor 40% van de panden geldt al een voldoende hoge grondwaterstand voor 40% wordt grondwaterherstel mogelijk geacht voor 13% = ca. 200 panden is een robuuste maatregel niet mogelijk. In samenwerking met de BVFP zijn de laatstgenoemde 200 eigenaren uitgenodigd voor een bijeenkomst ter toelichting. Aan betrokkenen is uiteengezet van welke funderingskwaliteit sprake is, hoe het staat met de monitoring {bij voldoende draagkracht en een te lage grondwaterstand kan grondwaterherstel (nog) zinvol zijn. Dit is echter alleen aan de orde als van een dekking van 30 cm wordt uitgegaan en aan hoge technische eisen kan worden voldaan. Kortom de, behoorlijk ingrijpende, maatregel moet robuust zijn. In sommige gevallen is het denkbaar voor een minder verdergaande maatregel te kiezen. Door bepaalde randvoorwaarden minder streng te kiezen zou toch een redelijk of goed beschermingsniveau van de palen kunnen worden gerealiseerd. Relevante vragen zijn dan wel: hoeveel water is er tekort, wanneer treedt dat tekort op, waar kan het water vandaan worden gehaald, waar het water zonodig worden opgeslagen, waar kan het worden geïnfiltreerd, hoe kan worden voorkomen dat grote waterverliezen optreden en hoe ziet zo'n systeem er dan uit? De stand van zaken. A. Het formele traject. Het plan voor de robuuste maatregelen is klaar en bestuurlijk vastgesteld. Echter: 1. De financiële middelen ontbreken nog in afwachting van de benodigde wettelijke mogelijkheid om de kosten te financieren (Wet verankering en bekostiging verbrede watertaken). 2. De belanghebbenden zullen de maatregelen op eigen terrein zelf moeten bekostigen. 3. De maatregelen op particulier terrein vereisen afstemming en overleg tussen deze particulieren, maar ook heldere afspraken over beheer en verantwoordelijkheid tussen hen. Die afspraken moeten goed worden vastgelegd. B. Verder zijn diverse burgers bezig met voorbereidingen om op eigen initiatief maatregelen te nemen. De gemeente ondersteunt deze acties binnen de planvorming "herstelplan met grondwateroptie" door als vraagbaak te fungeren. Belastingen Het waarderen van objecten met (mogelijke) funderingsproblemen en de afhandeling van bezwaar- en beroepschriften is intussen volledig ingebed in het proces van de afdeling Belastingen. Met de rijksbelastingdienst wordt nauw samengewerkt om de afhandeling voor de inkomstenbelasting zo adequaat mogelijk te laten verlopen. FJnancfê/e gevolgen De financiële gevolgen voor de belastingopbrengst 2006 zijn verdisconteerd in de OZB-tarieven De uitvoeringskosten worden geheel opgevangen binnen het afdelingsbudget. 10

11 Waardering WOZ-tijdvak 2007 Om ook in het nieuwe WOZ-tjjdvak tot een eenduidige en zorgvuldige afwikkeling te komen is de zogeheten gedragslijn aanpak WOZ-waardevraagstuk bij paalfunderingsproblemen (met uitzondering van de 5%-kortingsregeling) overgenomen. Deze gedragslijn is vastgesteld op basis van een uitvoerig onderzoek van het Erasmus Studiecentrum Belastingen Lokale overheden (ESBL) van de Erasmusuniversiteit Rotterdam. De gedragslijn is afgestemd met de Waarderingskamer (toezichthouder op de uitvoering van de Wet WOZ) en de BVFP. 3. COMMUNICATIE De communicatie in 2006 was gericht op het funderingsherstel, de aanpak van de grondwateronderlast en de mogelijkheden voor woningeigenaren om zelf iets te doen aan grondwaterproblemen. Alle communicatieacties en communicatiemomenten die in 2006 hebben plaatsgevonden staan in het aangepaste communicatieplan funderingen Informatieavonden In maart, april en mei zijn in samenwerking met de Belangenvereniging FunderingsProblematiek (BVFP) in Dordrecht zes informatieavonden georganiseerd over de resultaten van het grondwateronderzoek, voor eigenaren van woningen die te maken hebben met grondwateronderlast. Het gaat om eigenaren van woningen waarbij het moeilijk of vrijwel onmogelijk is om de grondwaterstand te verhogen. Samen met de eigenaren is gekeken of er nog alternatieve mogelijkheden zijn om de grondwaterstand onder hun woning aan te pakken. Voor geïnteresseerden zijn in het voorjaar van 2006 informatieavonden en workshops georganiseerd over het aanleggen van een watertuin. Een goed aangelegde 'watertuin' kan zorgen voor een betere waterhuishouding en daarmee bijdragen aan een hogere grondwaterstand. Actualisering website De opzet van het onderdeel van de gemeentelijke website is vernieuwd en verbeterd. Zo zijn alle gegevens over funderingsonderzoek en subsidieregelingen geactualiseerd. Verder is er een duidelijkere structuur aangebracht op de site; bovenaan in de onderwerpenlijst staat het meest actuele nieuws. Tot slot zijn nieuwe 'resultatenkaarten' op de site geplaatst over de toestand van de funderingen in de verschillende wijken. Verder is de informatie inzake grondwaterstanden (peilbuizen) vernieuwd en gemakkelijker te benaderen. Nieuwsbrieven In 2006 zijn drie nieuwsbrieven verschenen: in januari, in april en in oktober. De eerste nieuwsbrief ging grotendeels over de uitkomsten van het onderzoek naar de grondwaterstand en de gevolgen daarvan voor huiseigenaren. In de tweede nieuwsbrief is eveneens aandacht besteed aan het grondwateronderzoek, maar ook aan andere onderwerpen die te maken hebben met funderingsherstel, zoals de rol van de bureaus voor bewonersbegeleiding en het functioneren van de funderingentelefoon. In de derde nieuwsbrief is aan bod gekomen: ervaringen van een bewoner die funderingsherstel achter de rug heeft, de verlenging van de leningsmogelijkheid en adviezen voor (ver)koop van een woning in funderingengebied. De nieuwsbrieven zijn verspreid in het aandachtsgebied funderingen (Reeland, 19" Eeuwse Schil en Oud en Nieuw Krispijn). Pors Er zijn in krantenartikelen over de Dordtse funderingsaanpak en grondwaterproblematiek verschenen, veelal vanuit de BVFP, in onder andere de Telegraaf, het NRC Handelsblad en AD De 11

12 Dordtenaar. Er zijn 3 persberichten uitgegaan naar de lokale media over de uitkomsten van het grondwateronderzoek, de evaluatie van de funderingsaanpak in 2005 en de verlenging van de ruime leningsmogelijkheid voor funderingsherstel. Overig Voor de landelijke woonmarkt van stichting Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten is een informatiestand ontwikkeld. Ook is er een nieuwe factsheet gemaakt met cijfers en feiten over de funderingsaanpak per november ORGANISATIE Eerder is aangekondigd dat de projectstatus van de aanpak stadsbreed funderingsherstel op een nader te bepalen datum kan worden opgeheven waarna de nog resterende werkzaamheden kunnen worden verricht door de reguliere organisatie. Toegezegd is u te informeren alvorens het besluit hiertoe te nemen. Gelet op het huidige ontwikkelingsstadium van het project en de in 2007 te verwachten omvang van de werkzaamheden wordt het raadzaam geacht de projectstatus nog gedurende het gehele jaar te handhaven. Wel zal de per 1 januari 2008 beoogde overheveling naar de reguliere organisatie dit jaar worden voorbereid opdat een juiste organisatorische keuze wordt gemaakt en de continuïteit van de dienstverlening wordt gewaarborgd. 12