Sterk verband tussen het verloop van de eerste zwangerschap-baring-kraambedepisode en dat van de daaropvolgende
|
|
- Veerle van Loon
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Oorspronkelijke stukken Sterk verband tussen het verloop van de eerste zwangerschap-baring-kraambedepisode en dat van de daaropvolgende c.j.dekker, s.le cessie en m.p.springer Indien zich bij een eerste zwangerschap, baring of kraambed een complicatie voordoet, heeft dit vaak consequenties voor een eventuele volgende zwangerschap. Een voorbeeld is een verhoogde kans op herhaling van het probleem dat zich bij de eerste graviditeit voordeed, zoals vroeggeboorte of dismaturitas, of een hogere kans op complicaties ten gevolge van een eerder ondergane operatieve ingreep, zoals een sectio caesarea. 1-8 In de zogenaamde Verloskundige lijst en later in de Herziene verloskundige lijst is aangegeven in hoeverre de obstetrische anamnese het verloskundig beleid zou moeten bepalen. 910 Deze richtlijnen zijn zoveel mogelijk (maar niet voor alle onderwerpen) gebaseerd op literatuuronderzoek ( evidence-based ). Bij een blanco obstetrische en algemene anamnese kan een vrouw in principe thuis bevallen, er is een niet-verhoogd risico. Naar de uitkomsten van zwangerschap, baring en kraambed met een in elk geval in aanvang niet-verhoogd risico is onderzoek gedaan door Springer en Eskes Tevens geeft de Landelijke Verloskunde Registratie een globaal inzicht hierin Niet eerder is onderzoek gedaan naar de betekenis die een probleemloos verloop van de eerste zwangerschap, thuisbaring en kraambed heeft voor het beloop van de eropvolgende (tweede) zwangerschap, baring en kraambed. Wij onderzochten (a) hoe groot de kans is op obstetrische en perinatale complicaties bij een gravida II bij wie de eerste zwangerschap, thuisbaring en kraambed geheel probleemloos zijn verlopen, en (b) hoe groot deze kans is bij een niet-probleemloos verlopen eerste episode. patiënten en methode Gegevensbronnen. De gegevens van zwangerschap, baring en kraambed zijn op Urk vanaf 1 januari 1986 vastgelegd in de Landelijke Verloskunde Registratie 1e lijn (LVR-1), voorzover het verloskundige zorg door huisartsen betreft. (De eerstelijnsverloskunde wordt op Urk geheel door de Urker huisartsen verzorgd; er praktiseren geen verloskundigen.) De tweedelijnszorg, welke ten tijde van het onderzoek voor 99% werd geboden door de Emmeloorder gynaecologen, is vastgelegd in de C.J.Dekker, huisarts, Grote Fok 29, 8321 VZ Urk. Leids Universitair Medisch Centrum, Leiden. Afd. Medische Statistiek: dr.s.le Cessie, statisticus. Afd. Huisarts- en Verpleeghuisgeneeskunde: prof.dr.m.p.springer, huisarts. Correspondentieadres: C.J.Dekker (cjdekker@huisartsen-urk.nl). samenvatting Doel. Nagaan van de betekenis van het verloop van een eerste zwangerschap, baring en kraambed voor het verloop van de volgende zwangerschap, baring en kraambed. Opzet. Retrospectief cohortonderzoek. Methode. De data werden geanalyseerd van 3591 zwangerschappen (betreffende 3624 kinderen) op Urk in de periode Resultaten. In de onderzochte periode begonnen 910 vrouwen als nullipara aan het onderzoek. Van dezen hadden respectievelijk 387 (groep 1) en 523 (groep 2) een probleemloos en een niet-probleemloos verlopen eerste zwangerschap, baring en kraambed (1e episode). Van de vrouwen in groep 1 kregen in de onderzoeksperiode 299 (77,3%) een tweede kind. Voor groep 2 was dit aantal 313 (59,8%). De 2e episode verliep ongecompliceerd bij 74,6% in groep 1 en bij 46,3% in groep 2 (p < 0,0001). Het percentage thuisbevallingen was in groep 1 en 2 respectievelijk 80,3 en 50,5 (p < 0,0001), het percentage kunstverlossingen 1,3 en 8,6 (p = 0,0008). Er waren geen significante verschillen in perinatale problemen en verwijzingen post partum. Van de 313 vrouwen met een niet-probleemloos verlopen 1e episode hadden, op basis van het beloop van die episode, 62 een primaire voor een volgende (poli)klinische partus. Ook als deze categorie bij de vergelijking werd uitgesloten, bleven de beschreven uitkomsten statistisch significant verschillen. Conclusie. Een ongecompliceerd dan wel gecompliceerd beloop van een eerste zwangerschap-baring-kraambedepisode was een belangrijke prognostisch gegeven voor een ongecompliceerd respectievelijk gecompliceerd beloop bij de 2e episode. LVR 2e lijn (LVR-2). De Urker huisartsen begeleiden om logistieke redenen geen poliklinische bevallingen. In voorkomende gevallen vond verwijzing naar de gynaecoloog plaats. In dit onderzoek werd een thuisbevalling dan ook hetzelfde als bevalling onder verantwoordelijkheid van een eerstelijnshulpverlener. Als richtlijn voor het verwijsbeleid fungeerde de Verloskundige lijst. Van het decennium werden de eerste- en de tweedelijnsgegevens aan elkaar gekoppeld. Waar nodig werd de aldus ontstane database aangevuld met door statusonderzoek verkregen gegevens. In genoemde periode werden 3591 zwangerschappen geregistreerd, waaruit 3624 kinderen werden geboren (2286 thuis en 1338 in het ziekenhuis). De database werd gecontroleerd op volledigheid met gegevens van de Burgerlijke Stand van de gemeente Urk en van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Ned Tijdschr Geneeskd oktober;146(42) 1985
2 Nulliparae. Uit deze database werden de gegevens geëxtraheerd van alle vrouwen die als nullipara in het onderzoek instroomden. Dat betrof de gegevens van 910 vrouwen, die in de onderzoeksperiode, , gezamenlijk 1968 kinderen kregen. Deze vrouwen werden wat betreft hun eerste zwangerschap, baring en kraambed in 2 groepen verdeeld: groep 1 met een probleemloos verlopen zwangerschap, thuisbaring en kraambed; groep 2 met een in één of meer opzichten niet probleemloos verlopen zwangerschap, baring of kraambed. Een probleemloos verlopen zwangerschap-baringkraambed werd gedefinieerd als een episode waarvoor gold dat (a) de afgesproken plaats om te bevallen thuis was, de feitelijke bevalling thuis had plaatsgevonden en er bij de thuisbevallingen achteraf geen was geweest voor een (poli)klinische bevalling; (b) een verwijzing naar de gynaecoloog mocht hebben plaatsgevonden tijdens de zwangerschap, maar niet tijdens de baring of post partum; de zwangere diende, na een eventuele verwijzing, wel voor verdere begeleiding van zwangerschap, baring en kraambed te zijn terugverwezen naar de huisarts; (c) geen verwijzing naar de kinderarts had plaatsgevonden; (d) de Apgar-score na 5 min 7 was; en (e) er geen perinatale sterfte was opgetreden. Groep 2 werd gedefinieerd als een niet-probleemloze eerste episode ; deze groep bestond uit de overige nulliparae. Analysen. De uitkomsten van tweede zwangerschappen van vrouwen met een probleemloze eerste episode werden vergeleken met de uitkomsten van vrouwen met een niet-probleemloze eerste episode, en met de subgroep van vrouwen die wel problemen hadden in de eerste episode, maar geen primaire hadden voor een (poli)klinische partus bij een volgende zwangerschap. De gemiddelde uitkomsten van vrouwen met en zonder probleemloze eerste zwangerschap werden vergeleken met een t-toets voor ongepaarde waarnemingen. Percentages zijn vergeleken met de χ 2 -toets en met logistische-regressieanalyse om te corrigeren voor verstorende variabelen. Verschillen met een p-waarde < 0,05 werden als significant beschouwd. resultaten In de figuur zijn de aantallen onderzochte vrouwen weergegeven. Van de 910 als nullipara in het onderzoek ingestroomde vrouwen bleken 387 (42,5%) een probleemloos verlopen zwangerschap, thuisbaring en kraambed gehad te hebben volgens de beschreven criteria (groep 1). Bij 523 (57,5%) vrouwen (zij kregen 529 kinderen) waren er in een of meer opzichten wel problemen (groep 2); 470 van deze 523 vrouwen bevielen in het ziekenhuis en 53 thuis (tabel 1). In de eerste helft van de onderzoeksperiode ( ) was het aandeel van de vrouwen met een niet-probleemloze 1e episode kleiner dan in de 2e helft ( ): 221/449 (49,2%) versus 302/461 (65,5%) (p > 0,00001). De gemiddelde leeftijd van de primiparae uit groep 1 was 22,0 jaar (uitersten: 17-34; SD: 2,81). Dit was 1,2 jaar lager dan de gemiddelde leeftijd voor primiparae uit groep 2 (gemiddelde 23,2 (15-39; 3,69; p < 0,0001). Tweede bevallingen. Van de 387 vrouwen uit groep 1 kregen 299 in de onderzoeksperiode een tweede kind (77,3%), van de 523 uit groep 2 waren dat er 313 (59,8%) (p < 0,0001). Ook na correctie voor het jaar van bevalling en voor leeftijd van de moeder ten tijde van de geboorte van het eerste kind, bleken vrouwen uit groep 1 vaker een tweede kind te krijgen: p = 0,005. Van de genoemde 313 vrouwen was bij 62 naar aanleiding van de uitkomsten van de 1e episode een primaire gesteld voor een (poli)klinische partus (tabel 2). De overige 251 vrouwen konden in principe door de huisarts worden begeleid, dat wil zeggen tot het moment dat zich, ergens in het traject van zwangerschap, baring en kraambed, eventueel een verwijs zou voordoen. De gemiddelde leeftijd van de 299 voor-de-2e-maalzwangeren (para-ii-vrouwen) uit groep 1 was 24,0 jaar (19-35; 2,85). Dit was 0,5 jaar lager dan van de 313 para- II-vrouwen uit groep 2: 24,5 jaar (18-37; 3,12; p = 0,03). Vergeleken met de subgroep van 251 uit groep 2 zonder primaire voor (poli)klinische bevalling, was het verschil in leeftijd kleiner (24,3 jaar (19-37; 2,92; p = 0,16)). Er waren geen significante verschillen wat betreft ras en etniciteit, 591/612 (96,6%) van de para-ii-vrouwen waren van Nederlandse herkomst. nulliparae (n = 910) probleemloze 1e episode (n = 387; groep 1) geen probleemloze 1e episode (n = 523; groep 2) geen 2e episode (n = 88) 2e episode (n = 299) (onderzoeksgroep) geen 2e episode (n = 210) 2e episode (n = 313) (1e referentiegroep) geen primaire verwijs (n = 251) (2e referentiegroep) primaire verwijs (n = 62) Stroomdiagram van de zwangere vrouwen met en zonder probleemloos verlopen eerste zwangerschap en bevalling bij wie werd nagegaan hoe de volgende zwangerschap en bevalling waren verlopen Ned Tijdschr Geneeskd oktober;146(42)
3 TABEL 1. Problemen van zwangerschap en bevalling bij de eerste zwangerschap van nulliparae aantal klinisch bevallen vrouwen met volgens de VIL (n = 436) aan het begin van de zwangerschap bekend 16 gynaecologische aandoening 7 bekkenafwijking 2 overige 7 tijdens de zwangerschap verwezen 223 zwangerschapshypertensie 48 serotiniteit 70 dreigende vroeggeboorte 24 gemellizwangerschap 5 liggingsafwijking 17 bloedverlies in de 2e helft 9 vermoeden van groeiachterstand 13 overige 37 tijdens de baring verwezen 197 niet-vorderende baring 135 tekenen van foetale nood 11 geen weeën bij aterme vliesbreuk 27 liggingsafwijking 8 dreigende vroeggeboorte 6 overige 10 klinisch bevallen vrouwen zonder volgens de VIL (n = 34) fertiliteitsstoornis 23 sociale 6 wens van de zwangere 5 thuis bevallen vrouwen (n = 53) overdracht post partum 33 totale ruptuur 13 haemorrhagia post partum 8 retentio placentae 5 verwijzing naar de kinderarts 4 overige 3 voor klinische partus bij thuisbevalling 20 vroeggeboorte 3 serotiene geboorte 4 > 24 h gebroken vliezen 8 geboortegewicht < P 2,3 3 overige 2 VIL = Verloskundige lijst. Vergelijking van uitkomsten tussen de 1e en de 2e zwangerschapsepisode. Van de 299 para-ii-vrouwen uit groep 1 was bij 223 de 2e episode volgens dezelfde criteria eveneens probleemloos verlopen (74,6%), en van de 313 uit groep 2 bij 145 (46,3%; p < 0,0001). Wanneer de 62 primaire s voor ziekenhuisbevalling buiten beschouwing werden gelaten, bedroeg het percentage probleemloze 2e episoden 57,8% (p < 0,0001). In tabel 3 worden de belangrijkste uitkomsten samengevat van het beloop van zwangerschap, baring en kraambed bij de para-ii-vrouwen, waarbij groep 1 vergeleken werd met groep 2, in- en exclusief vrouwen met een primaire voor (poli)klinische bevalling. Van de para-ii-vrouwen uit groep 1 vond bij 80,3% de 2e bevalling thuis plaats, van die uit groep 2 was dit bij 50,5% het geval. Zonder primaire voor (poli)klinische bevalling was dat percentage 62,3 (p < 0,0001). Bij de verwijsredenen bij de klinisch bevallen para-ii-vrouwen vielen enkele verschillen op. Van de vrouwen met een probleemloze 1e episode was er geen verwezen wegens de obstetrische anamnese (per definitie), terwijl de obstetrische anamnese bij de vrouwen met een niet-probleemloze 1e episode verantwoordelijk was voor 47,1% van de verwijzingen (73/155). Na uitsluiting van de vrouwen met een primaire voor (poli)klinische partus was dat percentage 16,1 (15/93). Bij vrouwen met een probleemloze 1e episode vonden iets meer verwijzingen plaats wegens dreigende vroeggeboorte (15/299 (5,0%) versus 6/313 (1,9%); p = 0,035) en wegens serotiniteit (16/299 (5,4%) versus 8/313 (2,5%); p = 0,074). Deze verschillen waren er niet als vrouwen met een primaire buiten beschouwing werden gelaten. De kans op een kunstverlossing was aanzienlijk lager bij een voorafgegane probleemloze 1e episode, namelijk 4/299 (1,3%) versus 27/313 (8,6%); p = 0,0008. Ook vergeleken met de groep zonder primaire bleef dit verschil bestaan, zij het niet significant: 1,3% versus 9/158 (5,6%); p = 0,08. Bij de verwijzingen post partum en bij perinatale problemen waren er geen statistisch significante verschillen. beschouwing In dit onderzoek werd de betekenis onderzocht van een probleemloos verlopen eerste zwangerschap, thuisbevalling en kraambed voor de uitkomsten van de daaropvolgende (tweede) zwangerschap. Vrouwen met een probleemloze eerste zwangerschapsepisode kregen vaker een tweede kind in de onderzoeksperiode dan de vrouwen met een niet-probleemloos verlopen eerste episode. Voor een deel bleek dat te verklaren doordat in de laatste helft van de onderzoeksperiode het aandeel van primiparae met een niet-probleemloze episode groter was dan in de eerste helft van de onderzoeksperiode. Mogelijke oorzaak daarvan is een aanscherping van het verwijsbeleid in de loop der jaren. De vrouwen uit de 2e helft van de onderzoeksperiode hadden minder tijd om binnen de onderzoeksperiode nog een 2e kind te krijgen dan vrouwen uit de 1e helft. Echter, ook na correctie voor geboortejaar en voor de leeftijd van de moeder was de kans op een tweede kind bij een ongecompliceerde 1e episode significant hoger. Een bijkomende verklaring kan zijn TABEL 2. Primaire volgens de Verloskundige lijst voor een (poli)klinische partus bij 62 voor de 2e maal zwangeren bij wie de 1e zwangerschapsepisode niet probleemloos was verlopen aantal sectio caesarea i.a. 34 vroeggeboorte < 34 weken i.a. 8 dismaturiteit i.a. 3 vorige maal problemen van het kind 3 haemorrhagia post partum i.a. 8 manuele placentaverwijdering i.a. 1 solutio placentae i.a. 2 uterus myomatosus 1 endocriene aandoening 1 trombotische aandoening i.a. 1 totaal 62 i.a. = in de anamnese. Ned Tijdschr Geneeskd oktober;146(42) 1987
4 TABEL 3. Uitkomsten van 2e zwangerschap, baring en kraambed na al of niet probleemloos verlopen 1e zwangerschapsepisode bij 612 vrouwen 1e episode probleemloos met problemen (n = 299; 302 kinderen) totaal exclusief 62 vrouwen met primaire (n = 313; voor (poli)klinische bevalling 316 kinderen) (n = 251) plaats van bevalling thuis 240 (80,3%) 158 (50,5%) 158 (62,3%) ziekenhuis 59 (19,7%) 155 (49,5%) 93 (37,2%) sectio caesarea in de anamnese 34 overige obstetrische anamnese dreigende vroeggeboorte vermoeden van negatieve discordantie serotiniteit gemelligraviditeit liggingsafwijking zwangerschapshypertensie bloedverlies in de 2e helft geen weeën bij aterme vliesbreuk intra-uteriene vruchtdood niet-vorderende baring overige wijze van bevallen (per kind) spontaan vacuümextractie 2 forcipale extractie 13 5 sectio caesarea verwijzing post partum 6 (2,0%) 6 (1,9%) 5 (2,0%) retentio placentae haemorrhagia post partum totale ruptuur afwijking van het kind 1 1 perinatale problemen 12 (4,0%) 13 (4,1%) 10 (3,9%) perinatale sterfte sterfte < 24 weken amenorroe 2 1 verwijzing naar de kinderarts Apgar-score < 7 exclusief perinatale sterfte congenitale afwijking dat de vrouwen met een niet-probleemloos verlopen 1e episode gemiddeld genomen meer tijd nodig hebben alvorens zij aan een 2e zwangerschap beginnen. Zo werd na een sectio caesarea de partners aangeraden, zeker in het 1e halfjaar, maar het liefst het hele 1e jaar, anticonceptieve maatregelen te nemen. De kans op een probleemloze 2e zwangerschapsepisode na een probleemloze 1e episode was 75%, en 80% van de vrouwen met een probleemloze 1e episode beviel de 2e maal thuis. (Het verschil in deze percentages komt voor rekening van de verwijzingen post partum.) Bij de vrouwen met een niet-probleemloze 1e episode was de obstetrische anamnese verantwoordelijk voor een aanzienlijk deel van het aantal verwijzingen. Er bleken verder geen relevante verschillen te bestaan in verwijsredenen en perinatale problemen. Kunstverlossingen (vaginale zowel als abdominale) kwamen na een probleemloze 1e zwangerschapsepisode zelden voor, namelijk gezamenlijk 1,3%. Bij een niet-probleemloze 1e episode lag het aandeel van de kunstverlossingen hoger. Hierbij dient opgemerkt te worden dat het Urkse percentage kunstverlossingen lager ligt dan het landelijke. 15 Het landelijke percentage para-ii-vrouwen was ten tijde van het onderzoek ongeveer De uitkomsten van dit onderzoek kunnen derhalve relevantie hebben voor ongeveer eenderde van alle landelijke zwangerschapsbegeleidingen. Door middel van de anamnese is eenvoudig te achterhalen of de uitkomsten van de 1e zwangerschap zodanig zijn, dat volgens de gehanteerde definitie gesproken kan worden van een probleemloze of fysiologische (thuis)bevalling. In dit onderzoek was de thuisbevalling hetzelfde als bevalling onder begeleiding van een eerstelijnshulpverlener daar, zoals gezegd, de Urker huisartsen geen poliklinische bevallingen begeleiden. Over de in dit onderzoek gebruikte definitie van probleemloos thuisbevallen zwangeren valt op te merken dat deze het zeer onwaarschijnlijk maakt dat er in de als zodanig gedefinieerde groep toch nog complicaties zijn geweest. Wel is het aannemelijk dat de groep vrouwen met problemen in de eerste episode casussen bevatte waarbij het beloop van zwangerschap, baring en kraambed 1988 Ned Tijdschr Geneeskd oktober;146(42)
5 eveneens zonder complicaties was. Zo waren er 11 vrouwen bij wie de 1e partus poliklinisch, onder leiding van de gynaecoloog, plaatsvond wegens sociale redenen of omdat de vrouw dat wenste. Tevens waren er 23 vrouwen die de eerste maal klinisch waren bevallen na onder behandeling te zijn geweest voor een fertiliteitsstoornis. Wij kozen voor een formulering van de onderzoeksgroep die misschien niet alle probleemloos verlopen (1e) zwangerschaps-, baring- en kraamperioden omvatte, maar die wel geheel bestond uit casussen met een probleemloos beloop thuis. De verschillen in onze onderzoeksgroepen wat betreft leeftijd en ras waren klein. De Urker bevolking wordt gekenmerkt door een homogene samenstelling: een hoge sociaal-economische levensstandaard en een homogene orthodox-protestantse denominatie. In het onderzoek werden de sociaal-demografische kenmerken van de opgenomen vrouwen niet vastgelegd, evenmin de potentieel verstorende variabele rookgedrag. Echter, gezien de genoemde homogeniteit lijkt het ons niet aannemelijk dat de samenstelling van de groepen in dezen verschillend was. conclusie Het beloop van de 1e zwangerschapsepisode is een belangrijk anamnestisch gegeven dat relevant kan zijn voor de begeleiding van de volgende zwangerschap. Inventarisatie van complicaties die zich tijdens de 1e episode hebben voorgedaan, geeft richting aan de begeleiding van de zwangere en het te voeren beleid. 910 Bij gebleken afwezigheid van complicaties maken de resultaten van dit onderzoek een inschatting mogelijk van de kans op een ongecompliceerd beloop van de 2e episode. Prof.dr.H.H.H.Kanhai, gynaecoloog, gaf commentaar op het manuscript. Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: Matty Brand Stichting. abstract Strong relationship between the course of the first pregnancy, delivery and puerperium and that of the following Objective. To evaluate the significance of the course of a first pregnancy, delivery and puerperium (episode) for the course of a second episode. Design. Retrospective cohort analysis. Method. Data from 3591 pregnancies, deliveries (3624 children) and puerperium of women from the Dutch town of Urk in the period were analysed. Results. The study group consisted of 910 nulliparous women. Of these, 387 (group 1) had experienced an uncomplicated first pregnancy-delivery-puerperium episode and 523 (group 2) a complicated one. In the study period, 77.3% of the women in group 1 and 59.8% of the women in group 2 gave birth for a second time. The course of the second episode was uncomplicated in 74.6% of group 1 and 46.3% of group 2. This difference was significant (p < ). The percentage of home deliveries in groups 1 and 2 was 80.3% and 50.5% respectively (p < ). The percentage of operative deliveries (vaginal and abdominal) was 1.3% and 8.6% respectively (p = ). No significant differences in perinatal outcome and postpartum referrals were found. Sixty-two of the 313 women with a complicated first episode had a primary indication for hospital delivery for a second partus, based on the outcome of the first episode. Even when these women were excluded, the differences in outcome as described were significant. Conclusion. An uncomplicated versus complicated first pregnancy-delivery-puerperium episode was an important prognostic factor with respect to an uncomplicated or complicated secondary episode respectively. literatuur 1 Mercer BM, Goldenberg RL, Moawad AH, Meis PJ, Iams JD, Das AF, et al. The preterm prediction study: effect of gestational age and cause of preterm birth on subsequent obstetric outcome. Am J Obstet Gynecol 1999;181: Kristensen J, Langhoff-Roos J, Kristensen FB. Implication of idiopathic preterm delivery for previous and subsequent pregnancies. Obstet Gynecol 1995;86: Adams MM, Elam-Evans LD, Wilson HG, Gilbertz DA. Rates of and factors associated with recurrence of preterm delivery. JAMA 2000;283: Isaksen CV, Laurini RN, Jacobsen G. Pre-pregnancy risk factors of small-for-gestational-age births and perinatal mortality. Acta Obstet Gynecol Scand Suppl 1997;165: Bakewell JM, Stockbauer JW, Schramm WF. Factors associated with repetition of low birthweight: Missouri longitudinal study. Paediatr Perinat Epidemiol 1997;11 Suppl 1: Bakketeig LS, Jacobsen G, Hoffman HJ, Lindmark G, Bergsjo P, Molne K, et al. Pre-pregnancy risk factors of small-for-gestational age births among parous women in Scandinavia. Acta Obstet Gynecol Scand 1993;72: Mozurkewich EL, Hutton EK. Elective repeat caesarean delivery versus trial of labor: a meta-analysis of the literature from 1989 to Am J Obstet Gynecol 2000;183: Rageth JC, Juzi C, Grossenbacher H. Delivery after previous caesarean: a risk evaluation. Swiss Working Group of Obstetric and Gynecologic Institutions. Obstet Gyneol 1999;93: Ziekenfondsraad. Verloskundige lijst. Eindrapport Werkgroep Bijstelling Kloostermanlijst. Amstelveen: Ziekenfondsraad; Vademecum Verloskunde. Eindrapport Werkoverleg Verloskunde. Amstelveen: Ziekenfondsraad; Springer MP. Kwaliteit van het verloskundig handelen van huisartsen [proefschrift]. Leiden: Rijksuniversiteit Leiden; Eskes M. Het Wormerveeronderzoek. Meerjarenonderzoek naar de kwaliteit van de verloskundige zorg rond een vroedvrouwenpraktijk [proefschrift]. Amsterdam: Universiteit van Amsterdam; SIG. SIG-Jaarboek verloskunde Utrecht: SIG; Lems AA, et al. Verloskunde. Grote lijnen Utrecht: SIG; Dekker CJ, Mungra A, Springer MP. Tien jaar verloskundige zorg op Urk. Kerngegevens en trends. Huisarts Wet 2001;44: Aanvaard op 23 mei 2002 Ned Tijdschr Geneeskd oktober;146(42) 1989
Serotiniteit. Versie November 17. Wens 41 weken inleiden. AD* (weken) Actie Beleid Informatie. Folder serotiniteit mee geven
Wens 41 weken inleiden AD* (weken) Actie Beleid Informatie 39 - Counselen volgens gezamenlijke voorlichting Folder serotiniteit mee geven - Folder mee geven 40 - Strippen overwegen - Consult serotiniteit
Nadere informatieProtocol Obesitas. 1.0 Definitie obesitas
Protocol Obesitas 1.0 Definitie obesitas Obesitas is een abnormale gezondheidstoestand waarbij er een overschot aan vetweefsel is. De meest gebruikte definitie is gebaseerd op de Quetelet-index of Body
Nadere informatie24 weken zwanger en dan? Kansen, onmogelijkheden, resultaten en toekomst
24 weken zwanger en dan? Kansen, onmogelijkheden, resultaten en toekomst Dr. J.J. Duvekot, gynaecoloog/perinatoloog Moeder en Kind Centrum subafdeling verloskunde en prenatale geneeskunde Erasmus MC, Rotterdam
Nadere informatieAanbevelingen Vanaf 40 weken iedere zwangere voorlichten over de mogelijkheden bij dreigende serotiniteit. De mogelijkheden zijn;
VSV ACHTERHOEK OOST PROTOCOL NADERENDE SEROTINITEIT Doel protocol Het stroomlijnen en eventueel beperken van serotintiteit. Aanbevelingen Vanaf 40 weken iedere zwangere voorlichten over de mogelijkheden
Nadere informatiemw.dr. J. Dijs-Elsinga (PRN), mw. C. de Vries (PRN) mw.dr. E. de Miranda (KNOV), mw.dr. A.C.J. Ravelli (AMC), dhr. P.
Betreft: Perinatale Zorg in Nederland Auteur Redactie Tabellen, figuren en bijlagen Stichting Perinatale Registratie Nederland dhr.dr. H.A.A. Brouwers (NVK), dhr.prof.dr. H.W. Bruinse (NVOG), mw.dr. J.
Nadere informatieIntroductie. Methoden. Jeanette Mesman, Ank de Jonge, Judith Manniën, Joost Zwart, Jeroen van Dillen en Jos van Roosmalen
Jeanette Mesman, Ank de Jonge, Judith Manniën, Joost Zwart, Jeroen van Dillen en Jos van Roosmalen Introductie De relatieve veiligheid van geplande thuisbevallingen is een onderwerp van voortdurende discussie
Nadere informatieTrends in de jaren
200501 - december 14-12-2005 14:14 Pagina 20 Kwaliteit van leven Sabine Anthony, Marianne P. Amelink-Verburg, Pien M. Offerhaus, Karin M. van der Pal-de Bruin Inleiding Het hoge percentage thuisbevallingen
Nadere informatieManagement of preterm delivery in women with abnormal fetal presentation
UvA-DARE (Digital Academic Repository) Management of preterm delivery in women with abnormal fetal presentation Bergenhenegouwen, L.A. Link to publication Citation for published version (APA): Bergenhenegouwen,
Nadere informatiePerinatale sterfte verschillen naar zorgregio s in Nederland
Perinatale sterfte verschillen naar zorgregio s in Nederland Anita CJ Ravelli, AMC afdeling Klinische Informatiekunde Mede namens: Martine Eskes, Jan Jaap HM Erwich, Hens AA Brouwers, Erna Kerkhof, Joris
Nadere informatieSamenvatting. Samenvatting
Samenvatting De organisatie van de geboortezorg in Nederland is gebaseerd op het principe dat zwangerschap, bevalling en kraambed fysiologische processen zijn. Het verschil met veel andere landen is de
Nadere informatieKlinische verloskunde in het dokter J.H.Jansenziekenhuis te Emmeloord: een verkenning.
Klinische verloskunde in het dokter J.H.Jansenziekenhuis te Emmeloord: een verkenning. C.J. Dekker, huisarts te Urk. Februari 2003. Inleiding De haalbaarheid van een klinische afdeling gynaecologie-verloskunde
Nadere informatieBetreft: Perinatale Zorg in Nederland 2013
Betreft: Perinatale Zorg in Nederland Auteur Redactie Tabellen, figuren en bijlagen Stichting Perinatale Registratie Nederland dhr.dr. H.A.A. Brouwers (NVK), dhr.prof.dr. H.W. Bruinse (NVOG), mw.dr. J.
Nadere informatieKennispoort conferentie 2016
Kennispoort conferentie 206 Het effect van de geplande plaats van bevalling op obstetrische interventies en maternale uitkomsten bij laagrisico vrouwen Belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling
Nadere informatieJaarverslag Versie Team VSV Kracht 2016
Jaarverslag Versie Team VSV Kracht 2016 Auteurs: Selma Mourad, Brigitte Tebbe Voorwoord Voor u ligt het jaarverslag 2016 van de Versie Werkgroep VSV Kracht. Onze dank gaat ook dit jaar weer uit naar alle
Nadere informatieIndicatie-stelling voor overleg en/of overdracht tussen de eerste lijns obstetrie en de tweede lijns obstetrie.
Doel Indicatie-stelling voor overleg en/of overdracht tussen de eerste lijns obstetrie en de tweede lijns obstetrie. Versie 2 Geaccordeerd 31 maart 2016 Verantwoordelijkheden Eerste lijns verloskundige:
Nadere informatieBetreft: Perinatale Zorg in Nederland 2016
Betreft: Perinatale Zorg in Nederland Auteur Perined Tabellen, figuren en bijlagen mw. drs. A.M. Arns-Schiere, mw. dr. A.E. van Dijk, mw. dr. J. Dijs-Elsinga, mw. drs. A. Henseler, mw. dr. C.W.P.M. Hukkelhoven,
Nadere informatieKeuzehulp Bevallen na een eerdere keizersnede: vaginale bevalling of een geplande keizersnede? Poli Gynaecologie
00 Keuzehulp Bevallen na een eerdere keizersnede: vaginale bevalling of een geplande keizersnede? Poli Gynaecologie 1 Inleiding Deze keuzehulp is bedoeld voor vrouwen die zwanger zijn en in een eerdere
Nadere informatieProtocol: vliezen breken bij multigravidae bij 41+5/41+6 ter voorkoming van serotiniteit
Protocol: vliezen breken bij multigravidae bij 41+5/41+6 ter voorkoming van serotiniteit Documentgebied Groep(en) Autorisatie Beoordelaar(s) Documentbeheerder(s) Auteur Verloskunde Alle partijen aangesloten
Nadere informatieBetreft: Perinatale Zorg in Nederland 2009
Betreft: Perinatale Zorg in Nederland Auteur Stichting Perinatale Registratie Nederland Redactie dhr.dr. H.A.A. Brouwers (NVK), dhr.prof.dr. H.W. Bruinse (NVOG), mw.dr. J. Dijs-Elsinga (PRN), mw. A.M.
Nadere informatieRegistratieformulier voor de gegevens rondom de zwangerschap en bevalling
Registratieformulier voor de gegevens rondom de zwangerschap en bevalling Beste collega, Hierbij treft u het registratieformulier aan voor de gegevens rondom de zwangerschap en bevalling van uw patiënte.
Nadere informatieVerloskunde tussen 1975-2015?
1975 Verloskunde tussen 1975-2015? J. J. (Hans) Duvekot, gynaecoloog/perinatoloog Afdeling Verloskunde Erasmus MC, Rotterdam! TV serie Swiebertje stopt! Microsoft opgericht! Vietnam oorlog eindigt! Hennie
Nadere informatieSuggesties, aanbevelingen en opmerkingen zijn dan ook van harte welkom.
Inleiding Evenals voorgaande jaren hebben we ook van 2011 een overzicht gemaakt van al onze activiteiten en dit gebundeld onder de naam 'jaarverslag'. Visie Vroedvrouwenpraktijk Zwanger in Brussel wil
Nadere informatiemw.dr. J. Dijs-Elsinga (PRN), mw. C. de Vries (PRN) mw.dr. E. de Miranda (KNOV), mw.dr. A.C.J. Ravelli (AMC), dhr. P.
Betreft: Perinatale Zorg in Nederland Auteur Redactie Tabellen, figuren en bijlagen Stichting Perinatale Registratie Nederland dhr.dr. H.A.A. Brouwers (NVK), dhr.prof.dr. H.W. Bruinse (NVOG), mw.dr. J.
Nadere informatieBetreft: Perinatale Zorg in Nederland 2010
Betreft: Perinatale Zorg in Nederland Auteur Redactie Tabellen, figuren en bijlagen Stichting Perinatale Registratie Nederland dhr.dr. H.A.A. Brouwers (NVK), dhr.prof.dr. H.W. Bruinse (NVOG), mw.dr. J.
Nadere informatieZwangerschap en bevallen na eerdere keizersnede
Zwangerschap en bevallen na eerdere keizersnede 1031 Inleiding Deze folder is ontwikkeld voor vrouwen die zwanger zijn nadat ze, in een eerdere zwangerschap met een keizersnede zijn bevallen. Het litteken
Nadere informatieAngst voor de bevalling in een eerstelijns onderzoeksgroep. Kennispoort 2012, Anne-Marie Sluijs Klinisch verloskundige LUMC/psycholoog
Angst voor de bevalling in een eerstelijns onderzoeksgroep Kennispoort 2012, Anne-Marie Sluijs Klinisch verloskundige LUMC/psycholoog Indeling Angst voor de bevalling in Nederland Onderzoeksvragen Resultaten
Nadere informatie2. De incidentie van zwangerschap beëindiging voor hypertensieve aandoeningen op de grens van foetale levensvatbaarheid in Nederland.
Tijdens de zwangerschap kan de gezondheid van de moeder ernstig bedreigd worden door verschillende aandoeningen. Deze aandoeningen kunnen veroorzaakt worden door de zwangerschap zelf, zoals bijvoorbeeld
Nadere informatieBMI protocol. Doel protocol Gezamenlijk protocol van de 1 e en 2 e lijn met als doel een eenduidig beleid voor alle zwangeren met een BMI > 30.
BMI protocol Doel protocol Gezamenlijk protocol van de 1 e en 2 e lijn met als doel een eenduidig beleid voor alle zwangeren met een BMI > 30. BMI onderverdeling (kg/m2) Ondergewicht: BMI
Nadere informatieInleiding Visie Veranderingen in 2016 Verantwoording
Jaarverslag 2016 Inleiding Het jaarverslag van 2016 is een overzicht van de activiteiten van Zwanger in Brussel. Eén van de grote veranderingen in 2016 was de oprichting van onze CVBA. Sinds 1 januari
Nadere informatieAngst voor de pijn. Prof. dr. Arie Franx. Pre-eclampsia and cardiovascular disease. Kennispoort Verloskunde, 3 februari 2012
Angst voor de pijn Pre-eclampsia and cardiovascular disease Kennispoort Verloskunde, 3 februari 2012 Prof. dr. Arie Franx Overdracht van 1 e naar 2 e lijn voor sedatie/pijnbestrijding Nederland 2001-2010,
Nadere informatieMedicalisering van de partus:
Medicalisering van de partus: Gevolgen voor de borstvoeding Rob Hardeman Klinisch verloskundige Ziekenhuis Rivierenland Tiel "Borstvoeding loont" 7-10-2008 Medicaliseren van de partus Actief ingrijpen
Nadere informatieUvA-DARE (Digital Academic Repository) Risk factors and prognostic models for preterm birth. Schaaf, J.M. Link to publication
UvA-DARE (Digital Academic Repository) Risk factors and prognostic models for preterm birth Schaaf, J.M. Link to publication Citation for published version (APA): Schaaf, J. M. (2013). Risk factors and
Nadere informatieIN ZWANG PROTOCOL: Preventie recidief spontane vroeggeboorte
IN ZWANG PROTOCOL: Preventie recidief spontane vroeggeboorte DEFINITIE: Vroeggeboorte: bevalling bij amenorroeduur < 37 weken Bij een zwangerschapsduur van meer dan 35 weken wordt het risico van belangrijke
Nadere informatieBetreft: Perinatale Zorg in Nederland 2013
Betreft: Perinatale Zorg in Nederland Auteur Redactie Tabellen, figuren en bijlagen Stichting Perinatale Registratie Nederland dhr.dr. H.A.A. Brouwers (NVK), dhr.prof.dr. H.W. Bruinse (NVOG), mw.dr. J.
Nadere informatieZorgpaden Indeling. Low risk A
Zorgpaden Indeling Low risk A Zorg door 1 e lijnsverloskundige Kennismakings-, voorlichtingsconsult in het ziekenhuis indien gewenst Plaats partus te bepalen door zwangere Gezonde nullipara Gezonde zwangere
Nadere informatieOpzet. Methode. Inleiding. Resultaten. Conclusie. Martine Eskes, Adja Waelput, Sicco Scherjon, Klasien Bergman en Anita Ravelli
Martine Eskes, Adja Waelput, Sicco Scherjon, Klasien Bergman en Anita Ravelli Een kwart van de aterme perinatale sterfte betreft SGA (
Nadere informatieDreigende vroeggeboorte; opvattingen en. en werkwijze van verloskundigen, huisartsen en gynaecologen.
Onderzoek Dreigende vroeggeboorte; opvattingen en werkwijze van verloskundigen, huisartsen en gynaecologen K Dijkstra, MM Kuyvenhoven, TJM Verheij, HR Iedema, MP Springer, GHA Visser Samenvatting Dijkstra
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/33299 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Stralen, Giel van Title: The aberrant third stage of labour Issue Date: 2015-06-16
Nadere informatiePerinatale sterfte en morbiditeit bij geplande thuisbevallingen en poliklinische bevallingen*
Onderzoek Perinatale sterfte en morbiditeit bij geplande thuisbevallingen en poliklinische bevallingen* Ank de Jonge, Birgit Y. van der Goes, Anita C.J. Ravelli, Marianne P. Amelink-Verburg, Ben Willem
Nadere informatieVerloskunde in beweging III: de kracht van de consensus Aanbevelingen voor het verloskundig handelen bij UTERUSRUPTUUR
Verloskunde in beweging III: de kracht van de consensus Aanbevelingen voor het verloskundig handelen bij UTERUSRUPTUUR 1 December 2016 Griet Vandenberghe BMJ Open2016;6:e010415doi:10.1136/bmjopen-2015-010415
Nadere informatieNederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie RICHTLIJN. Verwijzing naar een perinatologich centrum Samenwerking tweede en derde lijn
NVOG Nederlandse Vereniging voor RICHTLIJN Verwijzing naar een perinatologich centrum Samenwerking tweede en derde lijn No 23 juni 1999 1 OMSCHRIJVING VAN HET PROBLEEM Er zijn geen formele landelijke afspraken
Nadere informatieDe thuisbevalling in Nederland 1995-2002 Rapportage over de jaren 2001-2002
De thuisbevalling in Nederland 1995-2002 Rapportage over de jaren 2001-2002 2 / 52 PRN/TNO KvL/JPB 2005.083 Juni 2005 Stichting Perinatale Registratie Nederland Postbus 18 3720 AA Bilthoven Tel. 030-2748835
Nadere informatieSuggesties, aanbevelingen en opmerkingen zijn dan ook van harte welkom.
Inleiding Evenals voorgaande jaren hebben we ook van 2010 een overzicht gemaakt van al onze activiteiten en dit gebundeld onder de naam 'jaarverslag'. Visie Vroedvrouwenpraktijk Zwanger in Brussel wil
Nadere informatieVrouwen die zwanger zijn van een meerling hebben een verhoogde kans op vroeggeboorte
Samenvatting Vrouwen die zwanger zijn van een meerling hebben een verhoogde kans op vroeggeboorte in vergelijking met vrouwen die zwanger zijn van een eenling. Ongeveer 5-9% van de eenlingen wordt te vroeg
Nadere informatieObesitas en zwangerschap
Obesitas en zwangerschap Risico s en beleid Maaike Kloosterman-de Groot, verloskundige UMCG Casus G2P1 Algemene anamnese: BMI 42 (lengte 1.56 m en gewicht 102 kg) Reuma, zonder medicatie Primaire subfertiliteit
Nadere informatieBetreft: Perinatale Zorg in Nederland 2014
Betreft: Perinatale Zorg in Nederland Auteur Redactie Tabellen, figuren en bijlagen Perined mw.dr. J. Dijs-Elsinga (Perined), dhr.dr. F. Groenendaal (NVK), mw. A.M. van Huis (KNOV), mw.dr. E. de Miranda
Nadere informatieInhoud. Voorwoord 1 0
Inhoud Voorwoord 1 0 1 Algemeen 1 1 1.1 Speciële anamnese 1 1 1.1.1 Speciële anamnese gynaecologie 1 1 1.1.2 Speciële anamnese obstetrie 1 3 1.1.3 Speciële anamnese voortplantingsgeneeskunde 1 4 1.1.4
Nadere informatieSamenvatting. Introductie. Suze Jans, Hilde Perdok, Ben Willem Mol, Ank de Jonge
Suze Jans, Hilde Perdok, Ben Willem Mol, Ank de Jonge Introductie Samenwerking tussen de eerste- en tweedelijns verloskundige zorgverleners tijdens zwangerschap en bevalling krijgt veel aandacht zowel
Nadere informatieAanbevelingen Vanaf 40 weken iedere zwangere voorlichten over de mogelijkheden bij dreigende serotiniteit. De mogelijkheden zijn;
VSV ACHTERHOEK OOST PROTOCOL NADERENDE SEROTINITEIT Doel protocol Het stroomlijnen en eventueel beperken van serotintiteit. Aanbevelingen Vanaf 40 weken iedere zwangere voorlichten over de mogelijkheden
Nadere informatieCRL voor datering zwangerschap: wat hebben we veranderd voor zwangeren?
CRL voor datering zwangerschap: wat hebben we veranderd voor zwangeren? Zoë Brugman, 1 e lijns verloskundige Dr. Astrid Merkx, verloskundige, AVM Bert Zeegers, arts, AVM Kennispoort Verloskunde 19-01-2018
Nadere informatieDe Relatie tussen Voorschoolse Vorming en de Ontwikkeling van. Kinderen
Voorschoolse vorming en de ontwikkeling van kinderen 1 De Relatie tussen Voorschoolse Vorming en de Ontwikkeling van Kinderen The Relationship between Early Child Care, Preschool Education and Child Development
Nadere informatieChapter 9 Summary 125 Thesis_Hendrix_v02.pdf
Chapter 9 Summary 125 Chapter 9 In contrast to most other high-income countries, the organization of the Dutch obstetric care is unique. In the Netherlands, low-risk pregnant women have the possibility
Nadere informatiePROTOCOL DREIGENDE PARTUS
PROTOCOL DREIGENDE PARTUS PREMATURUS Definitie We spreken van een dreigende partus prematurus wanneer er sprake is van gebroken vliezen en/of contracties bij een amenorroeduur tussen de 24 en 36+6 weken.
Nadere informatieEvaluatie van vijf jaar stuitbevallingen in het OLVG Amsterdam: een retrospectieve cohortstudie
Evaluatie van vijf jaar stuitbevallingen in het OLVG Amsterdam: een retrospectieve cohortstudie Marina R. Schoonhoven*, Catherine M.W. de Sonnaville*, Tjitske R. Zaat, Billy van Gils, Leonie E. van Rheenen-Flach,
Nadere informatieEtnische verschillen in de voorkeur voor thuisbevallingen en het zorgtraject dat zwangeren doorlopen
oorspronkelijke stukken Etnische verschillen in de voorkeur voor thuisbevallingen en het zorgtraject dat zwangeren doorlopen S.Anthony, M.P.Amelink-Verburg, D.G.Korfker, A.M.van Huis en K.M.van der Pal-de
Nadere informatieBevallen na een eerdere keizersnede
Bevallen na een eerdere keizersnede Verloskunde Locatie Hoorn/Enkhuizen Goed geinformeerd een beslissing nemen Bevallen na een eerder keizersnede Hajo Wildschut, gynaecoloog in Westfriesgasthuis Elke zwangerschap
Nadere informatieZwangerschap en bevalling na een eerdere keizersnede
Zwangerschap en bevalling na een eerdere keizersnede 1 van 5 Deze folder is bedoeld voor zwangere vrouwen die eerder via een keizersnede bevallen zijn. In Nederland bevalt 1 op de 5 vrouwen met een keizersnede.
Nadere informatieAddendum bij de multidisciplinaire richtlijn Dreigende Vroeggeboorte gepubliceerd in 2011. Opgesteld door de Otterlo Werkgroep, versie 2014
Addendum bij de multidisciplinaire richtlijn Dreigende Vroeggeboorte gepubliceerd in 2011 Opgesteld door de Otterlo Werkgroep, versie 2014 Uitgangsvraag: Leidt een rescue -behandeling met corticosteroïden
Nadere informatieStop or Go? TerugvalprevenDe training bij het begeleid aiouwen van anddepressiva in de zwangerschap.
Stop or Go? TerugvalprevenDe training bij het begeleid aiouwen van anddepressiva in de zwangerschap. Promovendi: Drs. Nina Molenaar, arts, Erasmus MC Marlies Brouwer, MSc, psycholoog, UU Projectleaders:
Nadere informatieNOTA KWALIFICATIES GEAUTORISEERD OBSTETRISCHE PROF. ACUTE VERLOSK. ZORG. Versie 1.0
NOTA KWALIFICATIES GEAUTORISEERD OBSTETRISCHE PROF. ACUTE VERLOSK. ZORG Versie 1.0 Datum Goedkeuring 07-03-2012 Methodiek Consensus based Discipline Verantwoording Monodisciplinair NVOG Inleiding De obstetrische
Nadere informatieNederlandse Samenvatting
Nederlandse Samenvatting Nederlandse samenvatting In dit proefschrift wordt het gebruik van aspirine (een bloedverdunner in tabletvorm) en laag-moleculair-gewicht heparine (een injectie die zorgt voor
Nadere informatieBeïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?
Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Does Gentle Teaching have Effect on Skills of Caregivers and Companionship and Anxiety
Nadere informatieBetreft: Perinatale Zorg in Nederland 2015
Betreft: Perinatale Zorg in Nederland Auteur Perined Tabellen, figuren en bijlagen mw.dr. A.E. van Dijk, mw.dr. J. Dijs-Elsinga, mevr.dr. E. de Miranda, Bestuur Perined: dhr. drs. J.H. Blaauw, dhr. dr.
Nadere informatiePerinatale Zorg in in Nederland. 2007 Perinatal Care in in the the Netherlands
Perinatale Zorg in in Nederland Perinatal Care in in the the Netherlands Perinatale Zorg in Nederland 1 Inhoud Proloog 3 Samenvatting 5 Introductie 16 Leeswijzer 18 Hoofdstuk 1 Vrouwen bevallen in 21 Hoofdstuk
Nadere informatiePerinatale Zorg in Nederland
Perinatale Zorg in Nederland 2002 Inhoud Proloog 5 Introductie 6 Leeswijzer 7 Hoofdstuk 1 Vrouwen bevallen in 2002 9 Tabel 1.1 Bevallen vrouwen naar eenling/meerling en pariteit in 2002 11 Tabel 1.2 Bevallen
Nadere informatiePerinatale sterfte en morbiditeit bij geplande thuisbevallingen en poliklinische bevallingen
Perinatale sterfte en morbiditeit bij geplande thuisbevallingen en poliklinische bevallingen Ank de Jonge, Birgit Y. van der Goes, Anita C.J. Ravelli, Marianne P. Amelink-Verburg, Ben Willem Mol, Jan G.
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/66033 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Klapwijk-Hermus, M.A.A. Title: Birth Centre Care in the Netherlands: added value?!
Nadere informatieDe kwaliteit van het verloskundig handelen van de huisarts
Onderzoek De kwaliteit van het verloskundig handelen van de huisarts KMA van Haaren, MP Springer Inleiding De verloskundige taak van de huisarts staat al jaren onder druk. Deelname aan een waarneemgroep
Nadere informatieInduction of Labor versus Expectant management in women with Preterm Prelabor Rupture of Membranes between 34 and 37 weeks
Induction of Labor versus Expectant management in women with Preterm Prelabor Rupture of Membranes between 34 and 37 weeks David van der Ham namens de PPROMEXIL projectgroep ISRCTN 29313500 ZonMW projectnummer:
Nadere informatieInleiding Het jaarverslag van 2017 is een overzicht van de activiteiten van Zwanger in Brussel.
Jaarverslag 2017 Inleiding Het jaarverslag van 2017 is een overzicht van de activiteiten van Zwanger in Brussel. Visie Vroedvrouwenpraktijk Zwanger in Brussel wil de natuurlijke benadering en een bewuste
Nadere informatieFactsheet Zwangerschap en Geboorte 2016 gegevens onder embargo tot donderdag 25 januari, 08.00u
Factsheet Zwangerschap en Geboorte 2016 gegevens onder embargo tot donderdag 25 januari, 08.00u Een globaal overzicht uit de perinatale registratie In Nederland worden gegevens over de perinatale zorg
Nadere informatieSubstandaardfactoren in de verloskundige eerstelijnszorg
oorspronkelijke stukken Substandaardfactoren in de verloskundige eerstelijnszorg A.A.Aaldriks, J.H.Wolleswinkel-van den Bosch en J.P.Mackenbach Zie ook het artikel op bl. 1318. Doel. Onderzoek naar het
Nadere informatieWETENSCHAP. C.F.A. van Dijk, dr. K.E.A. Hack, F. Erlings, dr. N.W.E. Schuitemaker, dr. T.E. Vogelvang, namens VSV Eendracht
C.F.A. van Dijk, dr. K.E.A. Hack, F. Erlings, dr. N.W.E. Schuitemaker, dr. T.E. Vogelvang, namens VSV Eendracht 18 TvV 1/2016 KNOV WETENSCHAP Inleiding baring bij laag-risico multipara vrouwen na 41 weken
Nadere informatieOpbouw webinar. Uitleg nieuwe indicatoren en verschil met de oude. Waarom deze indicatoren? Hoe te gebruiken voor de verbetering van kwaliteit?
Opbouw webinar Uitleg nieuwe indicatoren en verschil met de oude. Waarom deze indicatoren? Hoe te gebruiken voor de verbetering van kwaliteit? Tips voor de toekomst. Uitgangspunten VWS over Kwaliteit en
Nadere informatieZwangerschap: De fietsproef voor een gezond leven? J. J. (Hans) Duvekot, gynaecoloog/perinatoloog Afdeling Verloskunde Erasmus MC, Rotterdam
Zwangerschap: De fietsproef voor een gezond leven? J. J. (Hans) Duvekot, gynaecoloog/perinatoloog Afdeling Verloskunde Erasmus MC, Rotterdam Fietstest 2 Inhoud Wat gebeurt er allemaal tijdens de zwangerschap?
Nadere informatieVSV: Verloskundige kringen van: de Kempen-Eindhoven- Strabrecht Máxima Medisch Centrum
1 VSV: Verloskundige kringen van: de Kempen-Eindhoven- Strabrecht Máxima Medisch Centrum Transmurale richtlijn: 21 Datum invoering: 26 juni 2007 Datum 1 ste revisie: februari 2010 Datum revisie: 2015 Mictie
Nadere informatieJAARVERSLAG 2008. Rue Verrept Dekeyserstraat 39 1080 Brussel - Bruxelles KATLIJN VANDE PERRE ELKE VAN DEN BERGH MARGRIET PLUYMAEKERS
JAARVERSLAG 2008 Rue Verrept Dekeyserstraat 39 1080 Brussel - Bruxelles KATLIJN VANDE PERRE ELKE VAN DEN BERGH MARGRIET PLUYMAEKERS INLEIDING De titel jaarverslag is eigenlijk een iets te groot woord voor
Nadere informatieVSV Achterhoek Oost Protocol Preventie en behandeling van early-onset neonatale infecties
VSV Achterhoek Oost Protocol Preventie en behandeling van early-onset neonatale infecties Doel Het doel van dit protocol is preventie, herkenning, optimalisering van diagnostiek en behandeling van early-onset
Nadere informatiePerinatale Zorg in Nederland. Perinatal Care in the Netherlands. Perinatale Zorg. in Nederland
Informatie Informatie uit de Perinatale Registratie kan schriftelijk worden aangevraagd bij de Stichting Perinatale Registratie Nederland. Een formulier voor een gegevensaanvraag, met vermelding van de
Nadere informatieHET GEBOORTECENTRUM. Een prima plek voor vrouwen die kiezen om niet thuis te bevallen
HET GEBOORTECENTRUM Een prima plek voor vrouwen die kiezen om niet thuis te bevallen EVALUATIE VAN DE GEBOORTECENTRA IN NEDERLAND In deze samenvatting vindt u de belangrijkste resultaten van het Onderzoek.
Nadere informatieTienerzwangerschappen naar etniciteit in Nederland,
Capita Tienerzwangerschappen naar etniciteit in Nederland, 1990-1993 w.j.j.van enk, w.h.m.gorissen en a.van enk Zwangerschappen bij vrouwen onder de 20 jaar hebben meer kans ongunstig te verlopen dan bij
Nadere informatieSubfertiliteit en myomen. Dr. J. Kwee 6 februari 2017 Gynaecoloog OLVG West
Subfertiliteit en myomen Dr. J. Kwee 6 februari 2017 Gynaecoloog OLVG West geen disclosures Vragen: Is er een relatie tussen submuceuzemyomen en fertiliteit. Is er een relatie tussen intramurale myomen
Nadere informatiePerinatale Zorg in Nederland
Perinatale Zorg in Nederland 2001 Inhoud Proloog 3 Introductie 4 Hoofdstuk 1 Vrouwen bevallen in 2001 7 Hoofdstuk 2 Geboren kinderen 21 Hoofdstuk 3 Perinatale sterfte 33 Hoofdstuk 4 Foetale sterfte 37
Nadere informatieStop or Go? TerugvalprevenBe training bij het begeleid ahouwen van anbdepressiva in de zwangerschap.
Stop or Go? TerugvalprevenBe training bij het begeleid ahouwen van anbdepressiva in de zwangerschap. Promovendi: Drs. Nina Molenaar, arts, Erasmus MC Marlies Brouwer, MSc, psycholoog, UU Projectleiders:
Nadere informatieinformatie voor u Bevallen na een eerdere keizersnede
informatie voor u Bevallen na een eerdere keizersnede In het verleden ben je een keer bevallen via een keizersnede. Je bent nu weer zwanger en gaat straks bevallen. Mogelijk heb je al nagedacht over de
Nadere informatieBevallen na een eerdere keizersnede
Bevallen na een eerdere keizersnede Verloskunde alle aandacht Goed geinformeerd een beslissing nemen Bevallen na een eerder keizersnede Hajo Wildschut, gynaecoloog in Westfriesgasthuis Elke zwangerschap
Nadere informatieBevallen na eerdere keizersnede
Bevallen na eerdere keizersnede Inleiding Deze brochure wordt je aangeboden door de afdeling verloskunde van het Ommelander Ziekenhuis. Wij vinden het belangrijk dat patiënten goede voorlichting krijgen.
Nadere informatieBevallen na een eerdere keizersnede. Poli Gynaecologie
00 Bevallen na een eerdere keizersnede Poli Gynaecologie 1 In het verleden ben je een keer bevallen via een keizersnede. Je bent nu weer zwanger en gaat straks bevallen. Mogelijk heb je al nagedacht over
Nadere informatieDownloaded from ijn.iums.ac.ir at 18:16 IRST on Monday September 23rd 2019
:.. : :. :. :. : (/) (-/).. : ( )... .( Cunningham) Walker,Jolly) ().( Bhabra :. Herman, ).( Davis Benfield Wilson,Katz.( )... ().. Krous..( )..( ).,Gant,Cunningham Hauth,Gilstrap ) ( Wenstrom,Leveno,Passchier,Vingerhoets,Paarberg
Nadere informatiePerinatale sterfte op Urk: een audit
Onderzoek Perinatale sterfte op Urk: een audit CJ Dekker, MP Springer, HHH Kanhai Inleiding Een van de aanbevelingen van het Verloskundig Vademecum 1 om de kwaliteit van de verloskundige zorgverlening
Nadere informatieInleiding Visie Veranderingen in 2015 Verantwoording
Jaarverslag 2015 Inleiding Het jaarverslag van 2015 is een overzicht van de activiteiten van Zwanger in Brussel. Dit jaar is het eerste jaar dat we volledig zijn overgeschakeld naar het elektronisch dossier
Nadere informatiePerined voor VSV s en hun bestuurders. still a continuing story
Perined voor VSV s en hun bestuurders still a continuing story meten enbespreken ondersteuning met informatie ondersteuning bijinformatie-uitwisseling ondersteuning bijgegevensverwerking Privacy?! Perined
Nadere informatieTiming van electieve keizersneden à terme
Timing van electieve keizersneden à terme Trends in Nederland Freke A. Wilmink, Chantal W.P.M. Hukkelhoven, Joris A.M. van der Post, Eric A.P. Steegers, Ben Willem J. Mol en Dimitri N.M. Papatsonis Doel
Nadere informatieHet belang van de PIL Eric A.P. Steegers Verloskunde & Gynaecologie Erasmus MC, Rotterdam
Het belang van de PIL Eric A.P. Steegers Verloskunde & Gynaecologie Erasmus MC, Rotterdam 25 januari 2019 Het belang van preconceptiezorg Eric A.P. Steegers Verloskunde & Gynaecologie Erasmus MC, Rotterdam
Nadere informatieCHAPTER 12. Samenvatting
CHAPTER 12 Samenvatting Samenvatting 177 In hoofdstuk 1 wordt een toegenomen overleving gerapporteerd van zeer vroeggeboren kinderen, gerelateerd aan enkele nieuwe interventies in de perinatologie. Uitkomsten
Nadere informatieOBDUCTIEAANVRAAG VOOR MINDERJARIGEN (kind/baby/foetus)
Locatie 0 Noordwest locatie Alkmaar en Den Helder Tel. 088 024 99 02/Fax 072 548 2071 WFG/ZMC/WLZ Tel. 088 024 99 03 Huisarts ALGEMENE INFORMATIE OBDUCTIEAANVRAAG VOOR MINDERJARIGEN (kind/baby/foetus)
Nadere informatieUitgezakte navelstreng
Uitgezakte navelstreng Gynaecoloog Ambulance Verloskundige/huisarts 2. Dienstdoende gynaecoloog Overdracht volgens SPAR-methodiek: Nadat de patiënt is gesitueerd op de begane grond retrograad blaas vullen
Nadere informatieOBDUCTIEAANVRAAG VOOR MINDERJARIGEN (kind/baby/foetus)
Locatie 0 Noordwest locatie Alkmaar en Den Helder Tel. 088 024 9902 / Fax 072 548 2071 Email: info@symbiant.nl WFG/ZMC/WLZ Tel. 088 024 9904 / Fax 088 024 9905 Email: info@symbiant.nl ALGEMENE Huisarts
Nadere informatieZwanger en bevallen na eerdere keizersnee
Zwanger en bevallen na eerdere keizersnee Informatie voor patiënten F1147-0000 juli 2016 Bronovo www.bronovo.nl Bronovolaan 5 2597 AX Den Haag Postbus 96900 2509 JH Den Haag 070 312 41 41 Medisch Centrum
Nadere informatieVSV Samen protocol: Obesitas en zwangerschap, basiszorg
VSV Samen protocol: Obesitas en zwangerschap, basiszorg Documentgebied Groep(en) Autorisatie Beoordelaar(s) Documentbeheerder(s) Auteur Datum publicatie 08-04-2019 Openbaar document ja Controledatum 08-04-2020
Nadere informatie