Tweede Kamer der Staten Generaa!

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Tweede Kamer der Staten Generaa!"

Transcriptie

1 Tweede Kamer der Staten Generaa! 2 Vergaderjaar Overheidsbeleid en homoseksualiteit Nr. 22 VERSLAG VAN EEN MONDELING OVERLEG Vastgesteld 27 augustus 1992 De vaste Commissie voor welzijn en cultuur 1 heeft op 10 juni 1992 mondeling overleg gevoerd met de minister van Welzijn, Volksge zondheid en Cultuur over de voortgangsrapportage homo-/lesbisch emancipatiebeleid (Kamerstuk , nrs. 19, 20 en 21). Van het gevoerde overleg brengt de commissie als volgt verslag uit. 1 Samenstelling: Leden: Beinema (CDA), Dees (VVD), Niessen (PvdA), De Pree (PvdA), Lankhorst (Groen Links), Van Nieuwenhoven (PvdA), Van der Heijden (CDA), Dijkstal (VVD), Kamp (VVD), Nuis (D66), voorzitter, Doelman-Pel (CDA), Lilipaly (PvdA), De Hoop Scheffer (CDA), Frissen (CDA), onder voorzitter, Esselink (CDA), Koetje (CDA), Vliegenthart (PvdA), Mulder-van Dam (CDA), Versnel Schmitz (D66), E van Middelkoop (GPV), Beijlen-Geerts (PvdA), Middel (PvdA), Valk (PvdA) Plv. leden: Laning-Boersema (CDA), Wiebenga (VVD), De Cloe (PvdA), Witteveen-Hevinga (PvdA), Rosenmöller (Groen Links), Van Otterloo (PvdA), De Kok (CDA), Van Heemskerck Pillis-Duvekot (VVD), E. G. Terpstra (VVD), Eisma (D66), Janmaat-Abee (CDA), Jurgens (PvdA), Huibers (CDA), Tuinstra (CDA), Krajenbrink (CDA), Vriens-Auerbach (CDA), Schoots (PvdA), Eisses-Timmerman (CDA), Wolffen sperger (D66), Van der Vlies (SGP), Leerling (RPF), Ruigrok-Verreijt (PvdA), Verspaget (PvdA) F ISSN Sdu Uitgeverij Plantiinstraat T.. s-gravenhagei992 Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 22

2 Vragen en opmerkingen uit de commissie De heer Krajenbrink (CDA) stelde vast dat de processen van het homo-/lesbisch emancipatiebeleid de nodige tijd vragen. De ontwikke lingen bewegen zich echter in de goede richting en het begrip en de tolerantie nemen toe. Met inachtneming van haar beperkte mogelijk heden, kan de overheid hiervoor randvoorwaarden scheppen en zij doet dat ook. In april 1989 is bij de behandeling van de beleidsbrief Overheidsbeleid en homoseksualiteit gevraagd om een jaarlijkse voortgangsrapportage. De eerste rapportage is in december 1991 verschenen. Het karakter van die notitie roept echter de vraag op of een jaarlijkse rapportage wel nodig is. De heer Krajenbrink kon zich voorstellen dat dit onderdeel van het beleid in het vervolg aan de orde wordt gesteld bij de behandeling van het Rijksplan Welzijnswet in het kader van de begroting. Hoe denkt de minister hierover? Sinds de behandeling van de beleidsbrief hebben zich positieve veran deringen voorgedaan. Zo begint het homo-emancipatiebeleid in de krijgs macht duidelijk vruchten af te werpen. Het is opvallend dat vooral bij de Koninklijke marine resultaat wordt geboekt. Verder is een discussie op gang gekomen over het geregistreerd partnerschap en zijn veranderingen aangebracht in de anti-discriminatiebepaling en de zedelijkheidswet geving. Voorts mag niet onvermeld blijven dat ook de lagere overheden blijk geven zich bewust te zijn van het belang van het homo-/lesbisch emancipatiebeleid. In de rapportage van de minister wordt terecht geconstateerd dat de homo-/lesbische beweging een belangrijke bijdrage heeft geleverd aan het zichtbaar maken van discriminatie, maar het is de vraag hoe dit effect kan worden gemeten, zo vervolgde de heer Krajenbrink. In de rapportage wordt slechts beschrijvend ingegaan op de prioriteiten die in de beleidsbrief zijn geformuleerd, maar worden geen resultaten gemeld. Is er zoiets als effectmeting op dit terrein? Ook op het terrein van de geweldbestrijding hebben zich positieve ontwikkelingen voorgedaan, zoals de verbeterde relatie met de politie. Maar ook dan kan de vraag worden gesteld of die resultaten voldoen aan de verwachtingen die zijn geuit tijdens een conferentie over dit thema die enkele jaren geleden is georganiseerd door de Nederlandse vereniging tot integratie van homoseksualiteit (COC). De heer Krajenbrink wees erop dat zijn fractie bij een vorige discussie kritiek heeft geuit op de wat eenzijdige contacten van het ministerie met het COC. Het is verheugend dat de minister nu duidelijk meer oog heeft voor de gespreide organisatie van de homo-/lesbische beweging. Hij vroeg de minister inzicht te verschaffen in de clustering en de subclus tering. Kan zij daarnaast ingaan op de inhoud van het beleidsplan van het COC? In de rapportage wordt gesteid dat de specifieke aandacht voor een aantal groepen (lesbische vrouwen, ouderen, jongeren en gehandi capten) goed in het beleid is ingebed, maar dat dit niet opgaat voor etnische minderheden. Ook deze conclusie wordt niet onderbouwd. Kan de minister helderheid verschaffen? Nederland is een van de weinige landen in West-Europa die homosek sualiteit als vluchtmotief aanvaarden en op die basis vluchtelingen hebben toegelaten. Niettemin zou het aanbeveling verdienen dat de minister dit punt naar voren brengt in het kader van de harmonisatie van de wetgeving van de EG-lidstaten, zo meende de heer Krajenbrink. Hij vroeg vervolgens of vervolg is gegeven aan het onderzoek dat in opdracht van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is verricht naar de positie van homoseksuelen in arbeidssituaties. Hij wees erop dat de activiteiten van het Anna-Blamanhuis sympathie Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 22

3 verdienen. De minister ziet echter geen mogelijkheid voor subsidiëring van die activiteiten, ondanks het feit dat zij erkent dat het Anna-Blamanhuis verreweg het grootste is van de vier lesbische archieven in Nederland. Ziet zij geen enkele kans om via herschikking enige middelen vrij te maken? De heer Krajenbrink vond dat de rapportage een wat rommelige indruk maakt en eeri eenduidige visie mist. Is dit het gevolg van de vacature op de formatieplaats homo-/lesbisch emancipatiebeleid? Hoe zal in die vacature worden voorzien? Verder lijkt het financiële overzicht niet helemaal juist en is niet duidelijk op welke jaren het betrekking heeft. Kan de minister dit overzicht toelichten? De mening van het COC dat in de rapportage te weinig aandacht wordt besteed aan onderwerpen als aids, Wet gelijke behandeling, andere leefvormen, enz., vond hij misplaatst. Natuurlijk heeft de portefeuille van de minister raakvlakken met deze onderwerpen, maar deze thema's worden nadrukkelijk langs andere wegen behandeld. Hij kon zich goed voorstellen dat de minister in deze rapportage slechts en rnarge op deze onderwerpen ingaat. Mevrouw Rempt-Halmmans de Jongh (WD) vond de nadruk op het woord voortgangsrapportage in de notitie van 23 december 1991 niet terecht. Waar stagnatie hoogtij viert (in de memorie van toelichting bij de begroting komt het woord «homobeleid» bij voorbeeld nauwelijks voor) kan toch niet worden gesproken van voortgang of toekomstig beleid? Overigens is dat geen wonder, want geen enkele ambtenaar op het ministerie blijkt desgevraagd in staat helderheid te verschaffen over het rommelige financiële overzicht van de rapportage. In haar antwoord op vragen van de Kamer geeft de minister te kennen dat door interne verschuivingen één arbeidsplaats is vrijgemaakt voor het homo-/lesbisch emancipatiebeleid. Mevrouw Rempt vreesde dat deze ambtenaar te geïsoleerd zal moeten werken aan een onderwerp dat bovendien niet erg populair is. Haars inziens moeten voor deze taak minstens twee ambtenaren worden geselecteerd. Verder is het ondui delijk hoe de bezetting op de andere ministeries is geregeld. In ieder geval is de financiële bijdrage van de ministeries, uitgezonderd die van het ministerie van Defensie, niet overweldigend. Uit de rapportage blijkt echter niets van de resultaten van het beleid van het ministerie van Defensie. Zij drong erop aan dat de minister zich als coördinerend bewinds persoon, zeker bij de discussies in de ministerraad, actief opstelt. Zo mag het ouderschap van homoparen niet alleen aan de minister van Justitie worden overgelaten. Mevrouw Rempt benadrukte dat het uitgangspunt van die discussie niet moet zijn dat iedereen recht heeft om kinderen te krijgen of te hebben, maar dat het goed is voor kinderen op te groeien in een «warm nest», in een omgeving waar zij gewenst zijn. In de rapportage wordt ook niet ingegaan op een eerdere vraag aan de minister van Buitenlandse Zaken om in de marge van overleg met buiten landse ambtgenoten in te gaan op het homobeleid van het betreffende land. Verder is het teleurstellend dat nergens blijkt of de vluchtelingen status is verleend op basis van vervolging wegens homoseksualiteit. In de rapportage wordt een nieuwe definitie geïntroduceerd: «Emanci patie is ook de behartiging van deelbelangen». In het licht van die definitie is het wat merkwaardig dat in de rapportage niet wordt ingegaan op het «deelbelang aids», omdat wordt gevreesd voor stigmati sering. Dat is onzin, aldus mevrouw Rempt. Alle publikaties van de homo en lesbische beweging staan bol van deze problematiek, ook al weet iedereen dat aids niet alleen een homoprobleem is. De, al of niet vrijwillige, clustering lijkt tot tevredenheid te verlopen. Terecht wordt in de voortgangsnotitie gewezen op het belang van een Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 22

4 goede verhouding tussen eigen inkomsten en subsidiebedragen, maar het gaat te ver om de kosten van het lidmaatschap te vergelijken met de contributie van een vakbond. Voor veel leden zal dit reden zijn om het lidmaatschap op te zeggen. Verder vond mevrouw Rempt het onredelijk dat als «dank» voor de clustering minder subsidie wordt gegeven en meer taken moeten worden uitgevoerd. Een verdergaande samenwerking tussen het COC en andere organisaties moet worden toegejuicht, maar niet in de vorm van een «koepelmodel». Een platform waarbij alle andere orgamsaties zich aansluiten zodat er één lijn naar de politiek ontstaat, lijkt een beter model. Waarom zijn er naast het COC nog regionale steun functies nodig? Wie zal dat betalen? In een onderzoek van professor Tielman zijn lacunes opgespoord in het onderzoeksbeleid op dit terrein. Kunnen zijn bevindingen worden toege licht? Wat zijn bij voorbeeld de resultaten van het onderzoek naar homoseksualiteit in het onderwijs? Mevrouw Rempt was van mening dat een opdracht tot onderzoek vrijwel zeker moet resulteren in beleid. Tot nu toe lijkt er echter nog geen beleid te zijn geformuleerd op basis van de resultaten van onderzoek. Waarom niet? Neemt dit zoveel tijd of is er weinig animo? De geloofwaardigheid van het beleid komt in het geding, wanneer steeds opnieuw moet worden vastgesteld dat een onderzoek weliswaar beleidsconclusies heeft opgeleverd, maar dat er onvoldoende geld is om ze uit te voeren. Het doelgroepenbeleid voor vrouwen, etnische minderheden en ouderen komt nauwelijks van de grond. Er is onderzoek geëntameerd of gaande, maar vooral voor vrouwen is een extra inspanning gewenst. Voor gehandicapten wordt helemaal niets ontwikkeld; dit wordt overgelaten aan de Gehandicaptenraad of het COC, die dat waarschijnlijk weer uit eigen middelen moeten doen. In de rapportage wordt opgemerkt dat er geen signalen zijn dat homoseksuelen niet tot bejaardenoorden worden toegelaten. Geldt dit ook voor homoparen die gezamenlijk een woning in een bejaardenoord willen betrekken? Mevrouw Rempt steide vast dat er grote discrepantie bestaat tussen de officiële aangifte van slachtoffers van seksuele misdrijven en de meldingen bij het Centrum anti-discriminatie homoseksualiteit (CAdH). De activiteiten van het Centrum worden geroemd, maar in één adem wordt opgemerkt dat het wordt opgeheven. Een deel van de taak gaat naar het COC, ook al is het de vraag of dan nog kan worden voldaan aan de doelstellingen van het Centrum. Overigens kan de vraag worden gesteld wat het nut is van een evaluatie als de resultaten er eigenlijk niet toe doen, zo meende zij. In het boek «Politie en homoseksualiteit» wordt vastgesteld dat de politie, ondanks de aanzienlijk verbeterde houding in de afgelopen jaren, nog steeds moeite heeft met homoseksualiteit. Uit de voortgangsrap portage wordt niet duidelijk in hoeverre het aangescherpte vervolgings beleid wordt uitgevoerd. Mevrouw Rempt vond de meest treurige opmerking in de voortgangs rapportage dat geen geld beschikbaar is voor de overdracht van deskun digheid van categorale naar reguliere instellingen voor de gezond heidszorg. Een project daartoe, waarvoor vele mensen zich hebben ingezet, kan wegens geldgebrek niet worden voortgezet en dat terwijl het van het grootste belang is dat de reguliere gezondheidszorg leert omgaan met bij voorbeeld aids-patiënten. Zo niet, dan zal de minister tot in lengte van dagen categorale organisaties moeten subsidiëren. Dat kan toch niet de bedoeling zijn? Mevrouw Rempt was niet onder de indruk van een intergemeentelijke studiedag waaraan slechts drie gemeenten deelnemen. Ook een studiedag van ambtenaren onder elkaar is nuttig, maar levert geen werkelijk resultaat op. Wat nodig is, is goed contact tussen het ministerie en IPO en VNG. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 22

5 Waarom wordt voorlichting via Postbus 51 afgeraden? Wat gebeurt er verder aan voorlichting? Zij vond het verder merkwaardig dat het beleid met betrekking tot etnische minderheden wordt overgelaten aan het COC. Moet dan alles naar het veld worden afgeschoven? De minister schetst een positief beeld van de Wet gelijke behandeling Zij stelt vast dat discriminatie verboden is en wijst op de zogenaamde enkele-feitconstructie, maar juist die constructie levert problemen op. In sommige omgevingen mogen mensen wel homoseksueel zijn, maar zij mogen hun gevoelens niet in de praktijk brengen. In de memorie van toelichting bij de Wet wordt immers gesproken over de moraal op het gebied van de zeden bij bij voorbeeld een school. Overigens zijn de ontwikkelingen in het onderwijs niet indrukwekkend. Al meer dan zes jaar lopen gesprekken over dit onderwerp dood op de grote eerbied voor de vrijheid van het onderwijs. Waarom kan het «gewone» emancipatiebeleid van vrouwen wel worden aanbevolen bij het onderwijs en de homo-/lesbische emancipatie niet? Mevrouw Rempt had van deze minister juist op dit punt veel meer verwacht. Nu lijkt het homobeleid een aflopende zaak en dat kan en mag niet. Mevrouw Swildens Rozendaal (PvdA) vond dat de eerste voort gangsrapportage over het homo-/lesbisch emanicaptiebeleid niet meer is dan een beschrijving en uitwerking van een aantal beleidsvoornemens en van door de Kamer aangenomen moties, maar geen begin laat zien van een visie op homoseksualiteit als maatschappelijk verschijnsel. Er wordt niet ingegaan op de oorzaken van discriminatie of een integrale aanpak gericht op mentaliteitsverandering bij heteroseksuele burgers die nodig is om de beide poten van het beleid te kunnen verwezenlijken: homo-emancipatie en de implementatie daarvan èn het tegengaan van discriminatie. De Kamer heeft hierom nadrukkelijk gevraagd in een motie, maar die wordt dus niet als zodanig uitgevoerd De vraag is dan hoe de minister haar coördinerende taak naar de andere ministeries en de provinciale en lokale overheden wil waarmaken. Wat is er nu werkelijk bereikt sinds de zogenaamde speerpuntennota van minister Brinkman? De voortgangsrapportage wekt, evenals de antwoorden op de schrifte lijke vragen van de Kamer, een rommelige indruk. Hij lijkt in haast opgesteld en bevat onderling tegenstrijdige punten. Is dit te wijten aan het ontbreken van een aparte beleidsmedewerker? De eerdere kritiek van de homo en lesbische organisaties dat er geen sprake is van een integraal beleid, geldt dus nog steeds, zo meende mevrouw Swildens. In de rapportage wordt bij voorbeeld niet ingegaan op adoptierechten, het partnerpensioen en het «homohuwelijk», omdat deze onderwerpen in andere nota's aan de orde komen. Dat is waar, maar zolang er nog geen regeringsstandpunt is uitgebracht over het advies van de Commissie Kortmann over een wettelijke regeling inzake leefvormen, mag van de coördinerend minister voor homobeleid een visie op deze onderwerpen worden verwacht. In de discussie in de minis terraad moet zij een stevige inbreng leveren die strookt met de uitgangs punten van het homobeleid: non-discriminatie en emancipatie. Overigens hebben de Nederlandse gezinsraad, de Raad voor het jeugdbeleid en de Emancipatieraad inmiddels uitgesproken dat homo of lesbisch ouder schap niet wettelijk onmogelijk gemaakt dient te worden. Zij stellen het belang van het kind daarbij nadrukkelijk voorop. Het lijkt een nobele gedachte het aidsbeleid los te koppelen van de voortgangsrapportage om stigmatisering van homoseksuele mannen en lesbische vrouwen te voorkomen, maar het is niet terecht en voor het beleid in de toekomst zeker niet gewenst. In werkelijkheid bestaat immers 80 procent van het aantal mensen dat met het HlV-virus is besmet uit homoseksuele mannen. De realiteit is ook dat de inspanningen van de homo-organi saties hebben geleid tot een gedragsverandering waardoor de Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 22

6 besmetting zich in ieder geval niet zo ver heeft uitgebreid als aanvan kelijk werd gevreesd. Voor de komende generatie is de inzet van categorale instellingen bij voorlichting en preventie hard nodig. Die organisaties verdienen alle lof voor hun inzet. Zij worden dagelijks gecon fronteerd met de gevolgen van aids. Niet alleen de vele sterfgevallen, ook de wetenschap van besmetting legt een zware druk op hun dagelijks leven. ledereen die besmet is met HlV-virus moet een normaal leven kunnen leiden en niemand hoeft ongevraagd te worden geconfronteerd met de wetenschap van die besmetting. Om die reden moet een verplichte HlV-test bij aanstellingskeuringen van de hand worden gewezen. Zij benadrukte dat haar fractie voorstander is van een wette lijke regeling om dit op korte termijn uit te sluiten. In het antwoord op vraag 58 wordt gesteld dat de initiatieven van bij voorbeeld het COC er nog niet toe hebben geleid dat in de reguliere instellingen de aandacht voor homoseksualiteit wordt geïntensiveerd, zo vervolgde mevrouw Swildens. Het gaat dan alleen nog over de algemene problematiek en niet over de aidsproblematiek als zodanig. Daarvan wordt overigens opgemerkt dat voorlichting op beperkte schaal en deskundigheidsbevordering in verband daarmee hebben geleid tot het binnen de reguliere zorg realiseren van een op behoefte van homosek suele mannen en lesbische vrouwen afgestemd aanbod. Deze twee uitspraken leiden haars inziens tot twee conclusies. In de eerste plaats dat aidsbeleid en homobeleid absoluut niet kunstmatig gescheiden dienen te worden. In de tweede plaats dat er in het kader van de deskun digheidsbevordering in het algemeen en van de aidsvoorlichting en preventie in het bijzonder nog veel werk aan de winkel is. Die consta tering kan niet los worden gezien van de gevolgen van de Tuba-operatie met de clustervorming en bezuinigingen. De clustering zal ongetwijfeld leiden tot een efficiënte samenwerking, maar levert niet de extra besparing op die nodig is voor de deskundigheidsbevordering. Het is de vraag hoe dit dan wel kan worden verwezenlijkt. Wellicht moeten de reguliere instellingen hierop worden aangesproken, zo suggereerde mevrouw Swildens. Ook zij vroeg naar de stand van zaken bij de clustering en subclus tering. Zij onderschreef het bezwaar tegen de vergelijking van de kosten van het lidmaatschap van een belangenvereniging met de contributie voor een vakbond en vroeg de minister in te gaan op de verhouding tussen eigen middelen en de inkomsten uit subsidie. In 1990 zijn extra middelen beschikbaar gesteld voor projecten en onderzoek naar de situatie van specifieke doelgroepen van beleid. Een vergelijking met de situatie in 1992 is echter moeilijk te maken. Een dergelijke vergelijking is te meer gewenst, omdat het niet duidelijk is wat met de uitkomsten van het onderzoek gebeurt. Komt er vervolgonderzoek? Worden er beleids conclusies aan verbonden? Zijn er verschuivingen in het budget mogelijk? Zo lijkt het nuttig na te gaan of via herschikking ruimte kan worden gemaakt om aan het subsidieverzoek van het Anna-Blamanhuis te voldoen. Mevrouw Swildens was teleurgesteld dat de verschillende moties van de Kamer waarin wordt gepleit voor toenemende aandacht voor het homo-emancipatiebeleid in het onderwijs, niet door de regering worden uitgevoerd. Waarom komt dit beleid niet van de grond in het onderwijs? Natuurlijk zijn de Stichting leerplanontwikkeling en de Landelijke peda gogische centra verantwoordelijk voor het lesmateriaal, maar zij zullen zeker niet ongevoelig zijn voor regelmatige aandrang van de coördi nerend minister. Ook professor Tielman wijst erop dat de mogelijkheden van het lesmateriaal en de leerplannen onvoldoende worden gebruikt. De rapportage geeft verder geen inzicht in het vervolgingsbeleid bij discriminatie. Omdat zij zich niet kon voorstellen dat de wijziging van het Wetboek van strafrecht ertoo leidt dat er vervolgens helemaal geen Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 22

7 vervolgingsbeleid meer wordt gevoerd, vroeg zij de minister hierop in te gaan. Zoveel is wel bekend dat de aangiftebereidheid in schrille tegen stelling staat tot het aantal meldingen. In de voortgangsrapportage wordt echter gesteld dat inventarisatie van aard en omvang van de problemen dringend gewenst is om te kunnen bezien of en in hoeverre wijziging van de richtlijnen van het ministerie van Justitie gewenst is. Het is mooi dat een deel van de taak van het CAdH wordt overgenomen door het COC en dat daarvoor middelen zijn vrij gemaakt, maar er wordt geen enkele aanwijzing gegeven hoe dit in de toekomst kan worden gewaarborgd Ook in het asielbeleid wordt geen inzicht verschaft. In antwoord op de schriftelijke vragen wordt gesteld dat in enkele gevallen per jaar wordt gevraagd om een vluchtelingenstatus op grond van vervolging wegens homoseksualiteit. In de praktijk wordt de status dan echter nog steeds verleend op humanitaire gronden. Mevrouw Swildens wees erop dat het zichtbaar maken van deze asielgrond juist nu, met het oog op de voltooiing van de Interne Markt, belangrijk is en zij betreurde het daarom dat in de voortgangsnotitie geen buitenlandparagraaf is opgenomen. In 1986 heeft de regering al heel dapper uitgesproken: «Nederland komt in het comité van ministers van de Raad van Europa waar nodig en mogelijk is op tegen discriminatie op grond van seksuele voorkeur». De Kamer heeft de regering daarop in een motie verzocht in internationaal verband actief op te komen voor gelijke grondrechten voor iedereen en een gelijke en doelmatige bescherming tegen discriminatie. Wat heeft zij met die motie gedaan? Zij vroeg de minister haar beleid in een volgende rapportage helder neer te zetten en inzicht te verschaffen in de samenhang van dit beleid met het overige regeringsbeleid en de mogelijkheden voor implemen tatie. Ten slotte maakte mevrouw Swildens het COC een compliment, omdat het ondanks alle bezuinigingen een belangrijke bijdrage levert aan het homobeleid. De heer Lankhorst (Groen ünks) meende dat de voortgangsnotitie weinig nieuws biedt en zei dat het hem van de minister tegenvalt dat er geen nieuwe initiatieven worden ontplooid Hij hoopte dat zij tijdens dit overleg een aantal nieuwe voornemens bekend zal maken, zeker omdat keer op keer moet worden vastgesteld dat het allemaal zo langzaam gaat. De voortgangsrapportage is nog geen begin van een antwoord op de vraag naar de stand van zaken van het homo-/lesbische emancipatie beleid. In de rapportage wordt geconstateerd dat de tolerantie in Nederland toeneemt en de emancipatie verdergaat, maar het is de vraag of die tolerantie niet eerder onverschilligheid is. De algemene reactie dat het wel goed gaat, moet bij verder vragen worden bijgesteld, omdat blijkt dat nog veel zaken onzichtbaar en onzegbaar zijn. Dit alles zou voor de regering een uitdaging moeten zijn om het homo-/lesbisch emancipatie beleid actief ter hand te nemen, zo meende de heer Lankhorst. Naast deze algemene problematiek ziet de homobeweging zich nog eens geconfronteerd met de afschuwelijke gevolgen van de aidsbe smetting. Natuurlijk hoeft dit niet tot in details in de voortgangsrap portage aan de orde te komen, maar er had in ieder geval het reële besef uit moeten spreken dat de homobeweging veel verdriet en steeds weer nieuwe sterfgevallen moet verwerken. Helaas moet worden vastgesteld dat ook de andere bewindslieden op hun eigen beleidsterrein niet erg actief zijn. Zo zou in de eindtermen voor de basisvorming het besef kunnen doorklinken dat er naast een meerder heids ook minderheidsculturen zijn en dat dat een normaal verschijnsel is. De coördinerend minister en de interdepartementale werkgroep moeten meer signalen afgeven naar alle bewindslieden. Daarom is ook nog steeds een coördinerend bewindspersoon nodig. De heer Lankhorst Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 22

8 vroeg wat de minister met deze wetenschap doet. In haar beantwoording op de schriftelijke vragen gaat zij niet rechtstreeks in op de vraag hoe vaak de interdepartementale werkgroep bij elkaar komt, maar wordt opgemerkt dat dit gebeurt zo vaak als er beleidsrelevante onderwerpen aan de orde zijn. Kan zij dit nader toelichten? Hij benadrukte dat het hem niet gaat om de ambtelijke structuur, daarvoor is de minister verantwoor delijk; de Kamer beoordeelt alleen het eindresultaat. Hij deelde echter de mening van mevrouw Rempt dat één ambtenaar op een ministerie niet zoveel kan uitrichten. Hij pleitte ervoor een aantal ambtenaren wat hoger in de hiërarchie met dit beleid te belasten. Waarom is het zo moeilijk het homo-/lesbisch emancipatiebeleid te betrekken bij al het andere beleid? Overigens vond hij het verrassend dat juist bij het ministerie van Defensie en in de politie-organisatie zoveel resultaat is geboekt. De heer Lankhorst betreurde de traagheid waarmee het beleid in het onderwijs gestalte krijgt. Is de minister bereid in samenwerking met de staatssecretaris van Onderwijs en Wetenschappen een gezamenlijk project op te zetten, bij voorbeeld een conferentie, om de spanning in het onderwijs zichtbaar te maken? Dat homoseksualiteit nog steeds niet bespreekbaar is in het onderwijs is overigens niet zo verwonderlijk waar in de Wet gelijke behandeling een uitzondering wordt gemaakt voor het onderwijs. Ook in het minderhedendebat is extra aandacht voor het homo-emancipatiebeleid geboden. Vooral in de Turkse en Marokkaanse groepen moeten extra hindernissen worden genomen om homoseksua liteit bespreekbaar te maken. Hij gaf de minister in overweging in overleg met haar ambtgenoot van Binnenlandse Zaken de mogelijkheden voor die extra aandacht te onderzoeken. In een brochure van de VNG wordt een aanzet gegeven voor gemeen telijk beleid, ook al is het geen wettelijke taak van gemeenten zich met homoseksualiteit en de gevolgen daarvan bezig te houden. In een aantal gemeenten, vooral middelgrote, wordt een goed voorbeeld gegeven, maar het gaat erom dat alle gemeenten een goed beleid voeren. Het streven van de VNG verdient dan ook waardering. In het antwoord op de schriftelijke vragen wordt vastgesteld dat in enkele gevallen de vluchtelingenstatus is verleend op grond van homoseksualiteit. De heer Lankhorst betwijfelde de juistheid van dit antwoord. Van enkele vluchtelingen is wel bekend dat zij gevlucht zijn voor vervolging om hun seksuele geaardheid, maar zij hebben de vluch telingenstatus verkregen op humanitaire grondslag. Hij wees erop dat het ministerie van Buitenlandse Zaken vaak niet in staat is om, als de rechter daarom vraagt, een ambtsbericht uit te geven. Roemenië is daarvan een voorbeeld. Gelukkig werkt dit in dit geval in het voordeel van de vluchte lingen, maar aan de andere kant is het afschuwelijk voor betrokkenen dat zij niet weten waar zij aan toe zijn. De heer Lankhorst sloot zich aan bij de opmerkingen over het homo-/lesbisch ouderschap en ging ervan uit dat de minister dit als coördinerend bewindspersoon zal bevorderen, vooral bij de ambtgenoot van Justitie. Die druk op andere bewindslieden is nog steeds nodig en het zou prettig zijn als dit nu eens resultaat opleverde, zo meende hij. Dit geldt ook voor het rapport van de Commissie Kortmann. Wil de minister bevorderen dat in het regeringsstandpunt hierover recht wordt gedaan aan de vele interessante aspecten van dit rapport? Hij sloot zich aan bij de vraag naar de resultaten van het beleidsrele vante onderzoek. Het ene na het andere onderzoek wordt aangekondigd en uitgevoerd, maar de resultaten blijven onzichtbaar. In dit verband vroeg hij de minister naar de relatie met de nota Kerntaken. De heer Lankhorst sloot zich verder aan bij de vraag naar de subsi diëring van het Anna-Blamanhuis. In dit verband wees hij erop dat de Universiteit van Amsterdam bereid is tot gedeeltelijke financiering van Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 22 8

9 het homo-documentatiecentrum indien er andere financiers kunnen worden gevonden. Is de minister bereid hieraan een bijdrage te leveren? Waarom heeft zij uberhaupt nog niet gereageerd op de brief van het documentatiecentrum? Het is teleurstellend dat het CAdH moet worden opgeheven, onder meer omdat de andere betrokken ministeries het laten afweten. Heeft de minister wel met voldoende overtuigingskracht bij haar ambtgenoten gepleit voor een bijdrage? Overigens kon de heer Lankhorst ermee instemmen dat de taak bij het COC wordt ondergebracht. Het COC wordt steeds meer het gezicht naar buiten van de homobeweging en lijkt de aangewezen organisatie om een overkoepelende taak uit te voeren. Daarnaast moet de veelkleurigheid van de organisaties blijven gehand haafd, omdat de verschillende groepen vaak een veel betere ingang hebben bij jongeren en ouderen. Mevrouw Versnel-Schmitz (D66) vond dat de voortgangsrapportage veel te laat aan de Kamer is voorgelegd. De Kamer had al die tijd geen inzicht in het beleid en dit was des te vervelender toen de regering haar voorstellen voor bezuinigingen voorlegde. Zij maakte er verder bezwaar tegen dat het ruim twee maanden heeft geduurd voordat de organisaties over de voortgangsrapportage konden beschikken. Als argument hiervoor wordt aangevoerd dat het drukprocédé meer tijd nam dan was voorzien. Haars inziens gaat dit argument in deze tijd van fotokopieerapparaten niet meer op. De voortgangsrapportage is omvangrijk en onoverzichtelijk. Het is onduidelijk welk beleid ter hand is genomen, welke resultaten onder zoeken hebben opgeleverd en wat daarmee gebeurt. Mevrouw Versnel had de indruk dat de rapportage meer een «verplicht nummer» is, waarin alle elementen van het beleid zonder meer worden opgesomd. De coördinerende taak van de minister komt niet goed uit de verf. Zo maken de homostudies van verschillende universiteiten en het Homo-documentatiecentrum van de Universiteit van Amsterdam een versnipperde indruk. Zij vroeg de minister participanten en vertegen woordigers van het ministerie van Onderwijs en Wetenschappen bij elkaar te brengen om te bezien hoe hierin verbetering kan worden gebracht. De opstelling van de universiteiten, die behoorlijk wat geld in deze activiteiten steken, rechtvaardigt extra aandacht. Een goede inter universitaire regeling kan voorkomen dat hun bijdragen verloren gaan. De Interdepartementale werkgroep overheidsbeleid en homoseksua liteit (IWOH) komt alleen bijeen als er beleidsrelevante onderwerpen aan de orde zijn, zo blijkt uit de notitie. Mevrouw Versnel vroeg of de werkgroep in werkelijkheid actiever is dan nu wordt gesuggereerd. Zij herinnerde eraan dat zij bij de behandeling van de begroting van het ministerie van WVC in het algemeen heeft gezegd dat de minister een belangrijke coördinerende taak heeft op welzijnsgebied, niet alleen horizontaal naar de overige ministeries toe, maar ook verticaal naar provincies, gemeenten en het veld. De minister moet als een spin in een web zitten, weten wat er aan de hand is en de coördinatie van de verschillende onderdelen ter hand nemen. In dat kader is het vreemd dat zij niet heeft gereageerd op een voorstel van het COC in april 1990 om gezamenlijk tot een nieuwe prioriteitsstelling te komen en een agenda voor de komende jaren op te stellen. Is de minister bereid dit initiatief alsnog op te pakken? Wellicht kan hiervoor aansluiting worden gezocht bij de projecten in het kader van de beleidsbrief Samenwerken langs nieuwe wegen. Mevrouw Versnel vroeg of niet moet worden gevreesd dat de clustering wat overhaast aan de organisaties is opgedrongen. De financiële overzichten in de voortgangsnotitie en de schriftelijke antwoorden komen niet overeen, in ieder geval niet voor Wél Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 22

10 duidelijk is dat het totaalbedrag tussen 1990 en 1992 bijna is gehal veerd. De formulering van de beleidsbrief is niet erg gelukkig gekozen, want er wordt opgemerkt dat het budget indertijd is verruimd, maar die verruiming is kort daarna weer teniet gedaan. Ook mevrouw Versnel maakte bezwaar tegen een vergelijking van de kosten voor een lidmaatschap met de contributie van een vakbond. Voor het lidmaatschap van een vereniging die zich niet direct richt op de materiële belangenbehartiging van haar leden lijkt een dergelijke hoge bijdrage niet redelijk. De minister heeft hier kennelijk andere ideeën over en verwijst naar iets dat een algemeen stuk zou kunnen worden. In eeri dergelijk stuk kan misschien worden aangegeven wat reëel is om te betalen voor een vereniging die zich bezig houdt met immateriële belan genbehartiging en welke eigen inkomsten reëel moeten worden geacht. Overigens wees zij erop dat er rekening mee moet worden gehouden dat van sponsoring van het COC niet veel mag worden verwacht. Mevrouw Versnel betwijfelde of het gebrek aan coördinatie volledig wordt veroorzaakt door de vacature op de formatieplaats homo-/lesbisch emancipatiebeleid. De uitvoering van verschillende taken van het minis terie zijn toch niet afhankelijk van één persoon, of wordt het onderwerp zo onbelangrijk geacht? Het belangrijkste probleem doet zich voor in het onderwijs. In de leeftijdsgroep waarin jongens en meisjes hun eigen seksualiteit ontdekken, is conformisme aan de algemene lijn over het algemeen groot. Vrijwel allen streven ernaar zo min mogelijk op te vallen. Wanneer dan op school niet op reële wijze over de verschillende geaardheden wordt gesproken, is een later emancipatiebeleid in arbeidsomstandig heden minder effectief. De vrijheid van onderwijs lijkt aanpassing van het model lesmateriaal in de weg te staan. Waarom wordt aan schoolwerk plannen niet de eis gesteld dat op discriminatie wordt ingegaan, inclusief homodiscriminatie? Een actie over ongewenste intimiteiten is blijkbaar niet in strijd met de vrijheid van onderwijs, waarom discriminatie dan wel? De Algemene wet gelijke behandeling kent de enkele-feitconstructie waarin geen onderscheid kan worden gemaakt. Dit kan in feite wel op de bijkomende omstandigheden. Welke inzet kiest de minister op dit punt in de regering? Mevrouw Versnel begreep niet goed waarom het CAdH moet worden gesloten. In antwoord op vraag 49 wordt gesteld dat het COC in 1992 een extra subsidie krijgt van f voor het meldpunt anti-discrimi natie. Betekent dit dat de subsidie aan het COC van f wordt opgehoogd tot f ? Haars inziens moet de minister van haar coördinerende bevoegdheden gebruik maken om samenwerking tussen de nu wel erg versnipperde vrouwen en lesbische archieven te bevorderen. Dit lijkt een betere oplossing dan aparte subsidiëring van de verschillende archieven. Is de minister bereid zich bij de formulering van het regerings standpunt over het advies van de Commissie Kortmann sterkte maken voor de opvattingen van de homo-/lesbische beweging, zo vroeg mevrouw Versnel vervolgens. Het Nederlandse homo-/lesbische emancipatiebeleid lijkt erg progressief in vergelijking met het buitenland, maar de Nederlandse tolerantie is voor een belangrijk deel vooral passief. Niettemin moet ernaar worden gestreefd die positieve uitstraling in internationaal verband te benadrukken, vooral in Europese contacten. Welke bijdrage kan de Nederlandse regering leveren aan een beter internationaal aids-beleid? Hoe kan de stigmatisering van homo's op dit terrein worden weggenomen? Overigens meende zij dat het aids-beleid wel aan de orde had moeten komen in de voortgangsnotitie. De belangenverenigingen worden Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr

11 dagelijks geconfronteerd met de afschuwelijke gevolgen van deze ziekte en verdienen een compliment voor hun inzet, die niet afneemt ondanks de vele sterfgevallen waarmee zij steeds weer worden geconfronteerd. Alleen al om die reden was enige aandacht in de notitie op zijn plaats, zo besloot mevrouw Versnel. Het antwoord van de minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cuttuur De minister zei dat de notitie bewust voortgangsrapportage wordt genoemd, omdat hij is gebaseerd op de eerder geformuleerde doelstel lingen van het homo-/lesbisch emancipatiebeleid. De belangrijkste van die doelstellingen is het streven naar een situatie waarin mensen op voet van gelijkheid aan alle facetten van het maatschappelijk leven kunnen deelnemen, ongeacht hun hetero of homoseksuele gerichtheid. Die situatie moet worden bereikt door het bestrijden van discriminatie en het bevorderen van emancipatie. In de voortgangsrapportage wordt ingegaan op de programmering van deze twee onderdelen van het beleid en wordt een overzicht gegeven van alle acties, onderzoeken en projecten en hun stand van zaken. Dit vergt veel tijd, alleen al omdat dit een vrij ambitieus programma is. Als alle bestaande actiepunten zijn afgewerkt, is het beleid al een heel eind op weg, zo meende de minister. Dit laat onverlet dat er tijdens dit proces nieuwe afwegingen zullen worden gemaakt die leiden tot nieuwe prioriteiten, die op hun beurt vragen om aanvulling en bijstelling van bestaande en het ontplooien van nieuwe initiatieven. De IWOH komt regelmatig bijeen, zo vervolgde de minister. De activi teiten van de werkgroep hebben op een aantal ministeries tot actie geleid. Niet alleen op het ministerie van Defensie, waar de ontwikke lingen zeker positief kunnen worden genoemd, maar bij voorbeeld ook op het ministerie van Onderwijs en Wetenschappen worden, mede op aandringen van de Kamer, steeds meer initiatieven ontwikkeld, omdat het van groot belang is dat kinderen via leerkrachten worden geconfronteerd met homoseksualiteit als een normale levenswijze. Het in opdracht van het ministerie van O&W verrichte onderzoek van de Vakgroep homostudies aan de Rijksuniversiteit Utrecht is inmiddels afgerond. De resultaten worden binnen afzienbare tijd gepubliceerd en zullen ook aan de Kamer worden toegezonden. De minister zegde toe aan de staatssecretaris van O&W voor te stellen om aan de hand van die resultaten een programma op te stellen voor een beperkt aantal studie bijeenkomsten. Naast het budget voor het vervaardigen van het lesboek is er nog f beschikbaar. Dit bedrag zou hiervoor kunnen worden ingezet. Naast contacten met verschillende betrokken ministeries worden er ook gesprekken gevoerd met het IPO en de VNG. Die gesprekken moeten uiteindelijk leiden tot een soort modelverordening als vervolg op de brochure van de VNG. De minister wees erop dat de voortgangsrapportage bol staat van activiteiten. Zoveel dat hij inderdaad misschien een wat saaie opsomming kan worden genoemd. Een dergelijke opsomming maakt het echter eenvoudig na te gaan wat is verwezenlijkt en wat nog niet. Tussen het homobeleid en de beleidsbrief inzake welzijn in de jaren negentig («Samenwerken langs nieuwe wegen») is nadere afstemming nodig. Daarvoor was in de eerste plaats een ordentelijk overzicht van bestaande projecten en acties nodig, zoals in de voortgangsrapportage wordt gegeven. De minister kondigde aan dat zij komend najaar in een brief aan de Kamer haar visie op de betekenis van de beleidsbrief voor het homo-/lesbisch emancipatiebeleid uiteen zal zetten. De opmerkingen van de leden zullen bij deze brief worden betrokken. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr

12 De clusteringsoperatie was inderdaad in de eerste plaats bedoeld als bezuiniging, aldus de minister. Met een doelmatige samenwerking moet een korting van 25 procent mogelijk zijn. Daarnaast zal clustering de versnippering van het veld tegengaan, terwijl de samenwerkende organi saties juist door die samenwerking sterker zullen staan. Dit betekent echter niet dat zij hun identiteit of eigenheid moeten opgeven. Gestreefd wordt naar een bundeling van krachten en het genereren van efficiency winst. Hopelijk kan op deze wijze het homo-/lesbisch emanicipatiebeleid worden behoed voor al te grote aanslagen door de bezuinigingsoperatie. Desgevraagd merkte zij op dat in 1991 subsidies zijn verstrekt tot een bedrag van 2,4 mln. waarvan ± f incidenteel voor het CAdH. Het budget voor 1992 bedraagt 1,7 mln. waarvan f voor het CAdH. De korting op het budget van 0,7 mln. is samengesteld uit 0,5 mln. van de efficiencykorting van 25 procent en 0,2 mln. uit de vermin derde subsidie van het CAdH. Zij bestreed de suggestie in de Gay Krant dat er tussen 1991 en 1992 sprake is van een bezuiniging van 43 procent. Overigens is de kritiek op de cijfermatige overzichten terecht. Daarom zal de Kamer nog deze week een helder en betrouwbaar overzicht ontvangen, aangevuld met een overzicht van de situatie in De minister beaamde dat het noodzakelijk is dat verschillende ambte naren zich (voor een deel van hun tijd) bezighouden met het homo-/lesbisch emancipatiebeleid en dat gebeurt dan ook. Daarnaast is één ambtenaar specifiek met dit beleid belast. De voortgangsrapportage is door deze ambtenaar opgesteld. Voor de vacature die op deze plaats is ontstaan, is inmiddels een kandidaat geselecteerd die per 1 september aanstaande zal aantreden. Zij zegde toe in de brief die de Kamer in het najaar zal ontvangen, in te gaan op de deskundigheidsbevordering in reguliere instellingen. Zoals in antwoord op vraag 59 wordt opgemerkt, wordt hierover overleg gevoerd met het NIZW. Daarnaast zal worden geprobeerd de specifieke deskun digheid via netwerken bij de reguliere instellingen te brengen, zoals onder meer voor oorlogsvervolgden gebeurt via de Commissie POGB (de Commissie Polak). Zij onderschreef dat er voor de overdracht van deskundigheid meer activiteiten nodig zijn en zegde toe hierop terug te komen in de «najaarsbrief». De minister merkte vervolgens op dat zij op 5 juni jongstleden bericht heeft ontvangen dat twee Roemeense asielzoekers op grond van vervolging wegens homoseksualiteit zijn toegelaten tot Nederland. Zij vond dit belangrijk nieuws, omdat hiermee een precedent is ontstaan. Overigens wordt in de voortgangsrapportage inderdaad weinig aandacht besteed aan de situatie in het buitenland. Daarom zullen in de «najaars brief» voorstellen worden gedaan voor een actiever beleid in de buiten landse politiek. Het feit dat de voortgangsrapportage zo lang op zich heeft laten wachten, wil natuurlijk niet zeggen dat er in de tussentijd niets is gebeurd, zo merkte zij vervolgens op. Niettemin lijkt een jaarlijkse rapportage niet zo zinnig. Onderzoek levert in de regel niet op korte termijn resultaat op, zodat er weinig beleidsconclusies te melden zijn. Het leek haar daarom beter driejaarlijks aan de Kamer te rapporteren over de stand van zaken. Desgevraagd zegde zij toe daarnaast jaarlijks in de memorie van toelichting beknopt in te gaan op de voortgang van het beleid met een overzicht in cijfers. In deze summiere toelichting zal worden aangegeven waarin de coördinerende taak van het ministerie van WVC tot uitdrukking komt en zal in een cijferopstelling worden aange geven welke bijdrage andere ministeries aan dit beleid leveren. Zij zegde toe er bij haar ambtgenoten op aan te dringen dat zij, waar mogelijk, in de toelichting bij hun begroting aandacht besteden aan dit onderwerp. Overigens zijn die bijdragen ook in de thans voorliggende rapportage verwerkt. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr

13 De minister ging vervolgens in op de clusteringsoperatie. Door een onafhankelijk, extern bureau wordt onderzoek verricht naar de meest wenselijke vorm van samenwerking voor het hele «homocluster». Het bureau zal een advies uitbrengen, waarover betrokkenen een beslissing zullen nemen die vervolgens zal worden voorgelegd aan de commissie Begeleiding uitvoering clustervorming. Deze zal op haar beurt advies uitbrengen aan de minister. Er is voor dit traject gekozen, omdat de organisaties niet alleen verdeelpunt van middelen willen zijn, maar ook vorm willen geven aan de inhoudelijke meerwaarde van de homo-emancipatie. Het is inderdaad betreurenswaardig dat andere ministeries geen kans zien om vanuit hun benarde financiële positie geld vrij te maken voor de subsidiëring van het CAdH. Het ministerie van WVC heeft f kunnen vrijmaken en heeft over de uitvoering van de taken afspraken gemaakt met het COC. Het COC gaat ervan uit dat het de taak kan verrichten met de schaarse middelen die voorhanden zijn. Mevrouw Rempt vroeg de minister aan haar ambtgenoten over te brengen dat het schandelijk is dat het CAdH wordt opgeheven. De minister zegde toe dit gevoelen over te brengen. Zij wees erop dat de algemene voorlichting via Postbus 51 in het kader van de algemene bezuinigingsoperatie van de rijksoverheid ter discussie is gesteld. De middelen die nu nog voor voorlichting beschikbaar zijn, worden op doelen gericht die een directere relatie hebben met de problemen en de oplossing daarvan, zoals ondersteuning en facilitering. De uitkomsten van het tweede onderzoek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid naar maatregelen en initiatieven van vijf arbeidsorganisaties ter voorkoming en bestrijding van discriminatie wegens homoseksualiteit zullen naar verwachting in juli aanstaande worden aangeboden. Naar aanleiding van het eerste onderzoek zal komend najaar een studiedag worden georganiseerd. Aan de hand van de uitkomsten van die studiedag en van het tweede onderzoek zal in nauw overleg met het ministerie van SZW worden bezien welke activi teiten op dit terrein het meest zinvol zijn. Uit het onderzoeksrapport Vertrouwenspersonen en homoseksualiteit in arbeidssituaties blijkt dat vertrouwenspersonen op het werk een rol vervullen bij het terugdringen van discriminatie van homoseksuele werknemers. Dit rapport is inmiddels aangeboden aan de Kamer, de SER en de Stichting van de arbeid. De minister zei dat zij reacties op dit rapport met belangstelling tegemoet ziet. In de afgelopen maand is met lesbische en homo-organisaties uitge breid overleg gevoerd. Daarbij is afgesproken dat via de clustering van de organisaties vanaf 1993 in het kader van de subsidie een verdere uitwerking op programmabasis zal worden ontwikkeld. De nieuwe samenwerkingsvorm biedt een bijzonder goede mogelijkheid voor overleg over subsidies en activiteiten, zo meende de minister. In dit verband merkte zij op dat zij niet had bedoeld te zeggen dat de contributie voor een belangenvereniging even hoog zou moeten zijn als de contributie voor een vakbond, maar zij had een vergelijking willen maken om aan te geven dat in deze tijd toch zeker aandacht mag worden gevraagd voor de eigen inkomsten van belangenorganisaties. De eigen inkomsten van het COC en andere organisaties zijn nu eenmaal aan de bescheiden kant en iedere mogelijkheid om ze uit te breiden, moet worden aangegrepen. Wellicht moet worden overwogen een inkomensaf hankelijke bijdrage te vragen. In het kader van de voorbereiding van de begroting voor 1993 zal met de organisaties worden gesproken over de verdeling van de middelen. Dan zal ook moeten blijken welk contributie Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr

14 bedrag redelijk zal zijn. Natuurlijk is het aan de organisaties dit bedrag vast te stellen, maar dat wil niet zeggen dat het onderwerp onbespreekbaar is. Overigens meende de minister dat de Kamer terecht van mening is dat het niet aangaat voortdurend taken naar de organi saties te schuiven als daar geen inkomsten tegenover staan. Zij wees erop dat de oprichting van regionale steunpunten een idee is van het COC. Overigens had zij er geen bezwaar tegen. Ook het begrip bedrijfsplan is door het COC geïntroduceerd. Zij zegde toe dit bedrijfsplan aan de Kamer toe te zenden. De Adviesgroep bestrijding anti-homoseksueel geweld (samengesteld uit vertegenwoordigers van het veld en van de ministeries van Binnen landse Zaken, Defensie, Justitie en WVC) zal na de zomer een advies uitbrengen. Dit advies laat zo lang op zich wachten, omdat er veel meer onderzoeksmateriaal moet worden verwerkt dan eerder werd veronder steld. Daarnaast kost het veel tijd om een integrale visie op te stellen die de instemming van alle betrokken ministeries kan wegdragen. Op de inhoud van het advies zal zo nodig worden ingegaan in de «najaarsbrief». De minister erkende dat een deel van de ingestelde onderzoeken erg veel tijd vergt. Misschien is het nodig naar sommige onderzoeksinstituten streng op te treden. De instituten ontvangen veel geld voor hun werkzaamheden, maar houden zich niet aan de afspraken over lever tijden. De onderzoeksopdrachten zijn bij contract geregeld. De vertraging kan natuurlijk ook door menselijke situaties zijn ontstaan, maar het is wel nodig dat enkele grote onderzoeken nu zo spoedig mogelijk worden afgerond, ook om beleidsconclusies mogelijk te maken. Effectmeting van activiteiten, experimenten, onderzoek enz. is bijzonder moeilijk, zo meende de bewindsvrouwe. Vooral mentaliteitsver anderingen kunnen moeilijk worden vastgesteld. Dit blijkt bij voorbeeld uit het feit dat enerzijds wordt geconstateerd dat de samenleving toleranter wordt, maar anderzijds wordt gezegd dat dit onverschilligheid is. Daarom is aan professor Hogerwerf gevraagd of hij wil uitwerken hoe zo'n effectmeting op betrouwbare wijze zou kunnen plaatsvinden, juist omdat er bij tal van projecten behoefte bestaat aan een dergelijke meting waarbij rekening kan worden gehouden met een zich verande rende context. Desgevraagd merkte de minister op dat er vaker dan in het verleden wordt geregistreerd, maar bij die registratie wordt de seksuele geaardheid niet vermeld. Daarnaast moet ermee rekening worden gehouden dat het aantal meldingen toeneemt naarmate er meer bekendheid ontstaat over de mogelijkheid zich te melden. Dan lijkt het of er veel meer gebeurt dan voorheen, maar ook lijkt het probleem alleen maar groter te worden. Dit heeft natuurlijk alles te maken met het feit dat het taboe op dit soort zaken verdwijnt en dat men zich nu eerder bij de politie meldt met zaken die men vroeger voor zich hield. De minister zegde toe na te gaan of er een mogelijkheid is om de registratie zodanig te verfijnen dat ook op dit terrein wat betrouwbaarder gegevens beschikbaar komen. Voor een aantal zaken is dit van belang, bij voorbeeld voor het onderzoek naar geweld jegens lesbische vrouwen. Wanneer op grond van de uitkomsten van dat onderzoek beleidsmaatre gelen worden getroffen, is registratie nodig om de effecten te kunnen meten. In Nederland zijn er vier lesbische archieven. Het Anna-Blamanhuis, het grootste van de vier, vraagt al geruime tijd om ondersteuning. Helaas zijn daarvoor geen middelen beschikbaar. Daarom is gezocht naar een mogelijkheid voor samenwerking met andere archieven, zoals het inter nationale archief van de vrouwenbeweging. Deze vorm van samen werking komt echter niet tegemoet aan de wensen van het Anna-Blamanhuis, dat wat lokatie en specificiteit van het archief behoefte heeft aan middelen om zelf archieven te ontsluiten en toegan Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1991-1992 19504 Overheidsbeleid en homoseksualiteit Nr. 20 LIJSTVAN VRAGEN Vastgesteld 12 maart 1992 De vaste Commissie voor welzijn en cultuur 1 heeft ter

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1990-1991 21 800 XVI Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van hoofdstuk XVI (Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1991-1992 22 300 XIV Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van hoofdstuk XIV (Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij)

Nadere informatie

Opvattingen van Amsterdammers over tolerantie jegens homoseksuelen

Opvattingen van Amsterdammers over tolerantie jegens homoseksuelen FACTSHEET Thema: Veiligheid, Opvattingen van Amsterdammers over tolerantie jegens homoseksuelen Publicatiedatum: oktober 2010 Bron: Bureau O+S Toelichting Ingevoegd rapport geeft goed weer hoe Amsterdammers

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten Generaal

Tweede Kamer der Staten Generaal Tweede Kamer der Staten Generaal 2 Vergaderjaar 1987-1988 18 386 Besluit afbreking zwangerschap Nr. 29 LIJST VAN VRAGEN Vastgesteld 30 mei 1988 De vaste Commissie voor de Volksgezondheid 1 heeft onderstaande

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten Generaal

Tweede Kamer der Staten Generaal Tweede Kamer der Staten Generaal 2 Vergaderjaar 1992-1993 21980 Justitiële jeugdbescherming Nr. 10 VERSLAG VAN EEN MONDELING OVERLEG Vastgesteld 15 oktober 1992 De bijzondere Commissie voor het jeugdwelzijnsbeleid

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1989-1990 21452 Jeugdbeleid en Onderwijsbeleid Nr. 3 LIJSTVAN VRAGEN Vastgesteld 15 mei 1990 De bijzondere Commissie voor het jeugdwelzijnsbeleid 1 en de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 26 816 Voortgangsrapportage Beleidskader Jeugdzorg 2000 2003 Nr. 32 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN DE STAATSSECRE- TARIS VAN VOLKSGEZONDHEID,

Nadere informatie

EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL. Vergaderjaar 2016/17

EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL. Vergaderjaar 2016/17 EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL Vergaderjaar 2016/17 34 446 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met de invoering

Nadere informatie

Datum 11 februari 2015 Vragen van het lid Bisschop (SGP) over de samenwerking tussen ROC Amsterdam en ROC Flevoland

Datum 11 februari 2015 Vragen van het lid Bisschop (SGP) over de samenwerking tussen ROC Amsterdam en ROC Flevoland >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA..DEN HAAG Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Homohuwelijk haalt de eindstreep

Homohuwelijk haalt de eindstreep Opgave 3 Politieke besluitvorming: openstelling huwelijk voor personen van hetzelfde geslacht tekst 7 Homohuwelijk haalt de eindstreep Het homohuwelijk mag rekenen op een breed draagvlak in de samenleving

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 696 Wijziging van de Wet op de lijkbezorging Nr. 4 ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT 1 Hieronder zijn opgenomen het advies van de Raad

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1989-1990 21 300 V Vaststelling van de begroting van de uitgaven en van de ontvangsten van hoofdstuk V (Ministerie van Buitenlandse Zaken) voor het jaar

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 31 568 Staatkundig proces Nederlandse Antillen Nr. 172 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 4 maart 2016 De vaste commissie voor Onderwijs,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1987-1988 20391 Buitenlandse militaire dienstplicht Nr. 2 LIJST VAN VRAGEN Vastgesteld 17 december 1987 De vaste Commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1991-1992 22 300 XVI Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van hoofdstuk XVI (Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur)

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving Directie Rechtshandhaving

Nadere informatie

2 Vergaderjaar

2 Vergaderjaar T WEEDE K AMER DER STATEN-G ENERAAL 2 Vergaderjaar 2005-2006 30 696 Wijziging van de Wet op de lijkbezorging Nr. 4 ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT 1 Hieronder zijn opgenomen het advies van de Raad

Nadere informatie

Advies van de Commissie Rechtsherstel Homoseksuelen Tweede Wereldoorlog

Advies van de Commissie Rechtsherstel Homoseksuelen Tweede Wereldoorlog vra2003vws-14 Advies van de Commissie Rechtsherstel Homoseksuelen Tweede Wereldoorlog VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG In de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport bestond er bij enkele

Nadere informatie

Rapport. Datum: 23 oktober 2001 Rapportnummer: 2001/332

Rapport. Datum: 23 oktober 2001 Rapportnummer: 2001/332 Rapport Datum: 23 oktober 2001 Rapportnummer: 2001/332 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de Minister van Algemene Zaken niet heeft gereageerd op zijn brief van 31 oktober 2000, die een persoonlijk tegen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1988-1989 Rijksbegroting voor het jaar 1989 20 800 Hoofdstuk XI Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer Nr. 55 BRIEF VAN DE

Nadere informatie

Beoordeling Bevindingen

Beoordeling Bevindingen Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt erover dat de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) aan hem als advocaat een machtiging van zijn cliënt heeft gevraagd om stukken bij de IND te kunnen opvragen,

Nadere informatie

. /. Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het lid Bussemaker (PvdA) over leeftijdsdiscriminatie op de arbeidsmarkt.

. /. Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het lid Bussemaker (PvdA) over leeftijdsdiscriminatie op de arbeidsmarkt. Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1989-1990 19 218 Het verworven immuun deficiëntiesyndroom (AIDS) Nr. 37 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 3 oktober 1989 De vaste commissie

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1996 1997 Nr. 9a 24 138 Wijziging van de Wet op het basisonderwijs, de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs en de Wet

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED, DE VLAAMSE MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING EN DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 206 Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet op de expertisecentra in verband met de

Nadere informatie

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag.. Emancipatie Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1992-1993 22601 Nr. 8 ' Samenstelling: Leden: Stoffelen (PvdA), V. A. M. van der Burg (CDA), Vacature VVD, Schutte (GPV), Krajenbrink (CDA), Korthals (VVD),

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1990-21 800 IX B Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van hoofdstuk IX B (Ministerie van Financiën) voor het jaar Nr. 25 VERSLAG

Nadere informatie

Reglement Dienstraden

Reglement Dienstraden Reglement Dienstraden Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen Hoofdstuk 2: Samenstelling, zittingstermijn en verkiezing Hoofdstuk 3: Functie, taak en bevoegdheden van de Dienstraad Hoofdstuk 4: Werkwijze van

Nadere informatie

Gelijke gevallen gelijke behandeling

Gelijke gevallen gelijke behandeling Gelijke gevallen gelijke behandeling Motie (vreemd aan de agenda) ex artikel 30 van het Reglement van orde van de gemeenteraad van Heerenveen, bijeen op 6 juni 2011 Onderwerp: Gelijke behandeling huwelijken

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus EA Den Haag. 22 december 2017 Kamervragen 2017Z16598 en 2017Z16451

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus EA Den Haag. 22 december 2017 Kamervragen 2017Z16598 en 2017Z16451 Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus 20018 2500EA Den Haag www.rijksoverheid.nl www.facebook.com/minbzk www.twitter.com/minbzk Kenmerk Uw kenmerk Betreft 22 december 2017 Kamervragen

Nadere informatie

Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid

Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid Aan: c.c. De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Mr. J.P.H. Donner Postbus 90801 2509 LV Den Haag Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid Bijlage Inlichtingen - 1 - drs. J. de Bruin ROP/07.00104

Nadere informatie

Brief van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Brief van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal 32 550 Voorstel van wet van de leden Van Weyenberg en Keijzer tot wijziging van de Ambtenarenwet en enige andere wetten in verband met het in overeenstemming brengen van de rechtspositie van ambtenaren

Nadere informatie

Dank u voorzitter, Ik hoop op een inspirerende en vruchtbare bespreking en zal proberen daaraan vandaag ook mijn bijdrage te leveren.

Dank u voorzitter, Ik hoop op een inspirerende en vruchtbare bespreking en zal proberen daaraan vandaag ook mijn bijdrage te leveren. Dank u voorzitter, Ik hoop op een inspirerende en vruchtbare bespreking en zal proberen daaraan vandaag ook mijn bijdrage te leveren. Voordat ik mijn speech begin, wil ik stilstaan bij de actualiteit.

Nadere informatie

Onderwijsadvies Adviescommissie Homo-/Lesbisch Beleid April 1998 Samenvatting

Onderwijsadvies Adviescommissie Homo-/Lesbisch Beleid April 1998 Samenvatting Onderwijsadvies Adviescommissie Homo-/Lesbisch Beleid April 1998 Samenvatting Vele betrokkenen melden dat (met name voortgezet) onderwijs het terrein is waar met betrekking tot homoseksualiteit problemen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 33 978 Aanpassing van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector in verband met de verlaging van het wettelijke

Nadere informatie

BESLUITENLIJST. Voorronde Open Huis. Datum: 10 september 2015 Onderwerp: Discussienota herziening subsidiebeleid

BESLUITENLIJST. Voorronde Open Huis. Datum: 10 september 2015 Onderwerp: Discussienota herziening subsidiebeleid BESLUITENLIJST Voorronde Open Huis Datum: 10 september 2015 Onderwerp: Discussienota herziening subsidiebeleid Aanwezig: Voorzitter: dhr. J. Buzepol Locogriffier: mw. A. van Wees (locogriffier) Leden:

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 882 Wijziging van de Wet basisregistratie personen in verband met het opnemen van gegevens over kinderen die op het moment van de geboorte niet

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 21 501-31 Raad voor de Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken Nr. 412 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld

Nadere informatie

Zie onder bevindingen of volledige tekst voor de volledige tekst van het rapport.

Zie onder bevindingen of volledige tekst voor de volledige tekst van het rapport. Rapport 2 h2>klacht Beoordeling Conclusie Aanbeveling Onderzoek Bevindingen Klacht Verzoeker klaagt erover dat het Ministerie van Buitenlandse Zaken zich in het aanvraagformulier reisdocumenten alleen

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag..

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag.. >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag.. Internationaal Beleid Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Den Haag, 3 mei Openbaar gedeelte. 1. Verslag van de vergadering van 15 februari 2017 Voorstel: vaststellen

Den Haag, 3 mei Openbaar gedeelte. 1. Verslag van de vergadering van 15 februari 2017 Voorstel: vaststellen Den Haag, 3 mei 2017 Hierbij nodig ik u uit voor een vergadering van uw commissie op woensdag 10 mei 2017 van 09.30 uur tot uiterlijk 10.15 uur in de Aletta Jacobszaal met de volgende agenda Openbaar gedeelte

Nadere informatie

1 Kent u het bericht Hof Antillen: erkenning homohuwelijk niet verplicht? Is dit bericht waar? 1)

1 Kent u het bericht Hof Antillen: erkenning homohuwelijk niet verplicht? Is dit bericht waar? 1) 2009Z12644 Vragen van de leden Brinkman en Bosma (beiden PVV) aan de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht dat de rechter in hoger beroep op de Nederlandse Antillen

Nadere informatie

VOORTGEZET ONDERWIJS HET LAGERHUIS

VOORTGEZET ONDERWIJS HET LAGERHUIS VOORTGEZET ONDERWIJS HET LAGERHUIS 1 Algemene informatie Beste docent, Voor u ligt de toolkit die RADAR voor u heeft ontworpen. Vanuit de resultaten van de Diverscity-meter is deze toolkit voor u geselecteerd.

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 618 Wijziging van onder meer de Wet op het primair onderwijs, de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet op de expertisecentra in verband

Nadere informatie

28638 Mensenhandel. Brief van de minister van Veiligheid en Justitie. Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

28638 Mensenhandel. Brief van de minister van Veiligheid en Justitie. Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal 28638 Mensenhandel Nr. 143 Brief van de minister van Veiligheid en Justitie Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 25 april 2016 Op 14 april heeft de Nationaal Rapporteur Mensenhandel

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 209 Regeling van de tijdelijke vervanging van wethouders en gedeputeerden wegens zwangerschap en bevalling of ziekte Nr. 5 NOTA NAAR AANLEIDING

Nadere informatie

BEDRIJFSPLAN

BEDRIJFSPLAN BEDRIJFSPLAN 2017-2020 MELDPUNT DISCRIMINATIE DRENTHE Provinciaal bundelen, lokaal invullen Assen, 1 februari 2017 MELDPUNT DISCRIMINATIEVOORZIENING DRENTHE 1. Inleiding Het Meldpunt Discriminatie Drenthe

Nadere informatie

Datum 13 augustus 2018 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over Aangiftebereidheid van minderjarige slachtoffers mensenhandel

Datum 13 augustus 2018 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over Aangiftebereidheid van minderjarige slachtoffers mensenhandel 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/jenv

Nadere informatie

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2010 2011 32 209 Regeling van de tijdelijke vervanging van wethouders en gedeputeerden wegens zwangerschap en bevalling of ziekte B MEMORIE VAN ANTWOORD

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 28 januari 2019 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 28 januari 2019 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 25 VX Den Haag T 070 340 79 F 070 340 78 34

Nadere informatie

Aan het bestuur van de Sociale Dienst NW Fryslân.

Aan het bestuur van de Sociale Dienst NW Fryslân. Aan het bestuur van de Sociale Dienst NW Fryslân. Franeker, 22 november 2016 Betreft: Advies lokale regelgeving WMO 2015 Geacht bestuur, Op 20 oktober jl. ontvingen wij uw verzoek om advies over de volgende

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Rapport 833 Derriks, M., & Kat, E. de. (2020). Jeugdmonitor Zeeland Amsterdam: Kohnstamm Instituut.

Rapport 833 Derriks, M., & Kat, E. de. (2020). Jeugdmonitor Zeeland Amsterdam: Kohnstamm Instituut. Samenvatting Rapport 833 Derriks, M., & Kat, E. de. (2020). Jeugdmonitor Zeeland Amsterdam: Kohnstamm Instituut. De Jeugdmonitor Zeeland De Jeugdmonitor Zeeland is een plek waar allerlei informatie bij

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2012 2013 33 327 Wijziging van verschillende wetten in verband met de vereenvoudiging van de uitvoering van deze wetten door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen

Nadere informatie

2017D05509 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

2017D05509 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG 2017D05509 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG De vaste commissie voor Economische Zaken heeft een aantal vragen en opmerkingen aan de Minister van Economische Zaken voorgelegd over de brief d.d.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 131 Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot het opnemen van een constitutionele

Nadere informatie

De Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus 20301 2500 EH Den Haag. Advies wetsvoorstel toevoegen gegevens aan procesdossier minderjarige

De Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus 20301 2500 EH Den Haag. Advies wetsvoorstel toevoegen gegevens aan procesdossier minderjarige POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 INTERNET www.cbpweb.nl www.mijnprivacy.nl AAN De Minister van Veiligheid en Justitie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 158 Vragen van het lid

Nadere informatie

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20011 2500 EA DEN HAAG Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Directie Democratie & Bestuur Afdeling Politieke ambtsdragers en Weerbaar

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1993-1994 23400 VIII Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van hoofdstuk VIII (Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen) voor

Nadere informatie

Openbaar. Experimenten Participatiewet. Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de Raad. Collegevoorstel.

Openbaar. Experimenten Participatiewet. Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de Raad. Collegevoorstel. Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Experimenten Participatiewet Programma Inkomen & Armoedebestrijding BW-nummer Portefeuillehouder B. Frings Samenvatting De raad heeft twee moties aangenomen, om te experimenteren

Nadere informatie

Datum 17 mei 2016 Betreft Memorie van antwoord voorstel van Wet verbetering hybride markt WGA

Datum 17 mei 2016 Betreft Memorie van antwoord voorstel van Wet verbetering hybride markt WGA > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 22 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22 Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333 44

Nadere informatie

Algemeen Dagblad T.a.v. Postbus TC ROTTERDAM

Algemeen Dagblad T.a.v. Postbus TC ROTTERDAM 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Algemeen Dagblad T.a.v. Postbus 8983 3009 TC ROTTERDAM Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj Contactpersoon

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 681 Verlenging van de zittingsduur van gemeenteraden in gemeenten waarvoor met ingang van 1 januari 2015 een wijziging van de gemeentelijke

Nadere informatie

1 Inleiding. 1.1 Discriminatie in arbeidsmarktperspectief

1 Inleiding. 1.1 Discriminatie in arbeidsmarktperspectief 1 Inleiding 1.1 Discriminatie in arbeidsmarktperspectief Breed maatschappelijk en politiek debat In Nederland is een breed maatschappelijk en politiek debat gaande over discriminatie en de vraag hoe dit

Nadere informatie

Wijziging van de Experimentenwet Kiezen op Afstand in verband met de verlenging van de werkingsduur van die wet.

Wijziging van de Experimentenwet Kiezen op Afstand in verband met de verlenging van de werkingsduur van die wet. Hieronder het antwoord van de staatssecretaris van BZK op vragen uit de Kamer over de voorgestelde verlenging van de Experimentenwet Kiezen op Afstand. Van deze tekst zijn twee versies in omloop geweest

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht betreffende de Inspectie voor de Gezondheidszorg Bestuursorgaan: de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Rapport. Rapport over een klacht betreffende de Inspectie voor de Gezondheidszorg Bestuursorgaan: de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Rapport Rapport over een klacht betreffende de Inspectie voor de Gezondheidszorg Bestuursorgaan: de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Datum: 13 oktober 2011 Rapportnummer: 2011/296 2 Klacht

Nadere informatie

Bezoekadres Kenmerk Uw brief Bijlage(n) Maatschappelijke diensttijd, kansen en uitdagingen

Bezoekadres Kenmerk Uw brief Bijlage(n) Maatschappelijke diensttijd, kansen en uitdagingen > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

Bijlage(n): Antwoorden op vragen van de vaste kamercommissie SZW

Bijlage(n): Antwoorden op vragen van de vaste kamercommissie SZW Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA S-GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333 44 44 Fax (070) 333 40

Nadere informatie

Inzicht en acties naar aanleiding van de enquête.

Inzicht en acties naar aanleiding van de enquête. Inzicht en acties naar aanleiding van de enquête. Bureau Architectenregister heeft in het voorjaar van 2015 een onderzoek onder de ingeschrevenen in het register laten uitvoeren. Aan alle bij Bureau Architectenregister

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 33 897 Burgerinitiatief «Ziekte van Lyme» Nr. 9 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 5 september 2017 De vaste commissie voor Volksgezondheid,

Nadere informatie

Eindexamen maatschappijwetenschappen havo II

Eindexamen maatschappijwetenschappen havo II Opgave 4 Slachtoffers van criminaliteit Bij deze opgave horen de teksten 9 tot en met 12, figuur 2 en 3 en tabel 1 uit het bronnenboekje. Inleiding Ruim drie miljoen Nederlanders worden jaarlijks het slachtoffer

Nadere informatie

De Tweede Kamer der Staten-Generaal T.a.v. de Voorzitter Postbus EA DEN HAAG

De Tweede Kamer der Staten-Generaal T.a.v. de Voorzitter Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag De Tweede Kamer der Staten-Generaal T.a.v. de Voorzitter Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 656 Wijziging van de Kaderwet EZ-subsidies (aanpassing aan de samenvoeging van de voormalige ministeries van Economische Zaken en van Landbouw,

Nadere informatie

PvdA Amsterdam Ingediende moties Politieke ledenraad 19-09-2015. Motie bij agendapunt Basisinkomen

PvdA Amsterdam Ingediende moties Politieke ledenraad 19-09-2015. Motie bij agendapunt Basisinkomen PvdA Amsterdam Ingediende moties Politieke ledenraad 19-09-2015 Motie bij agendapunt Basisinkomen 1. de motie Basisinkomen (nr. 37), zoals aangenomen door het Congres van januari 2015, voorstellende een

Nadere informatie

Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING

Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING 29311 Wijziging van de Algemene wet gelijke behandeling en enkele andere wetten naar aanleiding van onderdelen van de evaluatie van de Algemene wet gelijke behandeling, de Wet gelijke behandeling van mannen

Nadere informatie

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA S GRAVENHAGE. Herziening zwangerschapsrichtlijn

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA S GRAVENHAGE. Herziening zwangerschapsrichtlijn De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 22 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22 Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333 44 44 Fax (070) 333 40 33 www.szw.nl

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 25 606 Emancipatiebeleid 1998 Nr. 2 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELE- GENHEID EN VAN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

2014D10807 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

2014D10807 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG 2014D10807 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG In de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport bestond er bij enkele fracties behoefte een aantal vragen en opmerkingen voor te leggen

Nadere informatie

Desgevraagd hebt u te kennen gegeven geen gebruik te willen maken van het recht te worden gehoord naar aanleiding van uw bezwaar.

Desgevraagd hebt u te kennen gegeven geen gebruik te willen maken van het recht te worden gehoord naar aanleiding van uw bezwaar. > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl Datum 15 april 2019 Betreft beslissing op uw bezwaar tegen het Wob-besluit

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 22 juni 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 22 juni 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX DEN HAAG T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

Dit advies, gedateerd 3 april 2015, nr. W /l, bied ik U hierbij aan.

Dit advies, gedateerd 3 april 2015, nr. W /l, bied ik U hierbij aan. Nr. WJZ/877024(6633) (Hoofd) Afdeling DIRECTIE WETGEVING EN JURIDISCHE ZAKEN Nader rapport inzake het voorstel van wet tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2017 2018 34 775 VII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2018 34 880

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over de directeur van Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland. Datum: 4 augustus 2011. Rapportnummer: 2011/233

Rapport. Rapport over een klacht over de directeur van Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland. Datum: 4 augustus 2011. Rapportnummer: 2011/233 Rapport Rapport over een klacht over de directeur van Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland. Datum: 4 augustus 2011 Rapportnummer: 2011/233 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de directeur van Bureau Jeugdzorg

Nadere informatie

Toespraak staatssecretaris H.A.L. van Hoof bij de opening van de miniconferentie O&O-fondsen op 10 september 14.00u in Den Haag

Toespraak staatssecretaris H.A.L. van Hoof bij de opening van de miniconferentie O&O-fondsen op 10 september 14.00u in Den Haag Toespraak staatssecretaris H.A.L. van Hoof bij de opening van de miniconferentie O&O-fondsen op 10 september 14.00u in Den Haag Welkom, blij dat u er bent. Uit het feit dat u met zovelen bent gekomen maak

Nadere informatie

Tijdschrift voor Didactiek der B-wetenschappen 7 (1989) nr.1 79

Tijdschrift voor Didactiek der B-wetenschappen 7 (1989) nr.1 79 Tijdschrift voor Didactiek der B-wetenschappen 7 (1989) nr.1 79 Boekbespreking Techniek in het natuurkunde-onderwijs M.J. de Vries, Uitg.: Technische Universiteit Eindhoven, 1988 Dissertatie, 278 p. De

Nadere informatie

Homoseksueel ouder worden Charles Picavet

Homoseksueel ouder worden Charles Picavet Homoseksueel ouder worden Charles Picavet Homoseksualiteit is in de Nederlandse samenleving steeds minder een probleem. Sinds de jaren 70 is er veel gewonnen op het terrein van gelijkberechtiging. Veel

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1987-1988 Overheidsbeleid en Homoseksualiteit BRIEF VAN DE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN CULTUUR Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018 2019 34 349 Instelling van een gedeeltelijk verbod op het dragen van gezichtsbedekkende kleding in het onderwijs, het openbaar vervoer, overheidsgebouwen

Nadere informatie

No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012

No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012 ... No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012 Bij Kabinetsmissive van 18 juni 2012, no.12.001344, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Veiligheid en Justitie, bij de Afdeling advisering

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 32 299 Ziekenhuiszorg Nr. 25 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Aan de voorzitter van de Staten de heer drs. P.F.T. Croes L.G. Smith Boulevard 72 Aruba

Aan de voorzitter van de Staten de heer drs. P.F.T. Croes L.G. Smith Boulevard 72 Aruba Aan de voorzitter van de Staten de heer drs. P.F.T. Croes L.G. Smith Boulevard 72 Aruba Betreft: Aanbieding rapportage Terugblik Publieke sector in beeld; instellingsbesluiten Ons kenmerk: 0031/13.004

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 27 859 Modernisering Gemeentelijke Basisadministratie persoonsgegevens (GBA) Nr. 117 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 14 november

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 21 501-21 Jeugdraad Nr. 7 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie