RUP Rillaar Sport. Stad Aarschot T e n D r o s s a a r d e A a r s c h o t T e l

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "RUP Rillaar Sport. Stad Aarschot T e n D r o s s a a r d e 1-3 2 0 0 A a r s c h o t T e l. 0 1 6 5 5 0 3 3 3"

Transcriptie

1 T O E L I C H T I N G S N O T A - v o o r o n t w e r p jul i Stad Aarschot T e n D r o s s a a r d e A a r s c h o t T e l D+A CONSULT, Studiebureau voor Ruimtelijke Planning, Infrastructuur en Bouw info@daconsult.be Meiboom 26, 1500 Halle T F Borchtstraat 28, 2800 Mechelen T F

2

3 colofon RUP Rillaar Sport Opdrachtgever: Stad Aarschot Opdrachthouder: D+A Consult Meiboom Halle Opgemaakt door ondergetekende ontwerper te Aarschot, Ann Lambrechts Erkend ruimtelijk planner fase document datum revisie versie 1 voorstudie 08/08/ jt ala voorontwerp 30/08/ jt ala 2.1 voorontwerp aangepast na overleg stad 20/09/ jt ala 2.2 voorontwerp aangepast na overleg stad 30/01/ jt ala 2.3 voorontwerp m.e.r.-screening / dienst MER 13/06/ jt ala 2.4 voorontwerp plenaire vergadering en m.e.r.-screening / verzoek tot raadpleging 12/07/ jt ala 2.5 juli 2013 P

4

5 Inhoudstafel 0. Leeswijzer Aanleiding tot de opmaak van het RUP Situering van het plangebied Programma RUP Rillaar Sport I n f r a s t r u c t u u r b e h o e f t e n V o e t b a l F C R i l l a a r Bestaande infrastructuur FC Rillaar Ruimtebehoeften I n f r a s t r u c t u u r b e h o e f t e n T a f e l t e n n i s c l u b S m a s h D o l f i j n v z w Bestaande infrastructuur TTC Smash Dolfijn vzw Ruimtebehoeften TTC Smash Dolfijn I n f r a s t r u c t u u r b e h o e f t e n J u d o c l u b K i b ō R i l l a a r Bestaande infrastructuur judoclub Kibō Rillaar Ruimtebehoeften judoclub Kibō Rillaar G e w e n s t p r o g r a m m a R U P R i l l a a r S p o r t Bestaande toestand B e s c h r i j v i n g Relatie met de structuurplannen R u i m t e l i j k S t r u c t u u r p l a n V l a a n d e r e n Selectie en afbakening van stedelijke gebieden Optimalisering van recreatieve en toeristische voorzieningen en medegebruik P r o v i n c i a a l s t r u c t u u r p l a n V l a a m s - B r a b a n t juli 2013 P

6

7 5.3. G e m e e n t e l i j k r u i m t e l i j k s t r u c t u u r p l a n A a r s c h o t Doelstellingen Gewenste ruimtelijke ontwikkelingen van de deelstructuren op mesoniveau Gewenste structuur per deelruimte Kadering van het RUP Rillaar sport in het structuurplan Bestaande juridische en planningscontext B e s t a a n d e j u r i d i s c h - a d m i n i s t r a t i e v e a s p e c t e n J u r i d i s c h - t e c h n i s c h e g e g e v e n s Bestaande wegenis Bestaande waterlopen (buiten plangebied) R e l e v a n t e w e t g e v i n g, s t u d i e s e n p l a n n e n Mobiliteitsplan Aarschot Planningsprocessen voor landbouw, natuur en bos Knelpunten en potenties K n e l p u n t e n P o t e n t i e s Ruimtebehoeften S p o r t v o o r z i e n i n g e n P a r k e e r b e h o e f t e n Info vanuit de sportclubs Berekening parkeerbehoeften op basis van CROW Doelstellingen Ruimtelijke concepten G e b u n d e l d e i n f r a s t r u c t u u r a a n s l u i t e n d bij de kern van Rillaar R u i m t e v o o r w a t e r O n t s l u i t i n g R i l l a a r s p o r t juli 2013 P

8

9 10.4. I n r i c h t i n g s s c e n a r i o s Effecten van het RUP O n d e r z o e k t o t m. e. r Methodiek Toepassingsgebied Planonderdelen en afwegingskader Beoordeling milieueffecten Alternatieven Grensoverschrijdende effecten Besluit W a t e r t o e t s Oppervlakte- en grondwaterhuishouding Besluit Gevolgen voor de juridische bestaande toestand G e w i j z i g d e j u r i d i s c h e a d m i n i s t r a t i e v e a s p e c t e n R e g i s t e r v a n p e r c e l e n m e t m o g e l i j k e p l a n b a t e n, p l a n s c h a d e e n c o m p e n s a t i e i v m h e t g r o n d - en pandenbeleid G e w i j z i g d e j u r i d i s c h - t e c h n i s c h e a s p e c t e n Overleg en inspraak M. e. r. - s c r e e n i n g Advies van de dienst MER Verzoek tot raadpleging Bijlagen juli 2013 P

10

11 0. L E E S W I J Z E R Een ruimtelijk uitvoeringsplan bevat: 1. een grafisch plan dat aangeeft voor welk gebied of welke gebieden het plan van toepassing is; 2. de erbij horende stedenbouwkundige voorschriften inzake de bestemming, de inrichting en/of het beheer; 3. een weergave van de feitelijke en juridische toestand in tekst en op kaart; 4. een toelichtingsnota met: een beknopte situering en afbakening van het RUP en duiding van het initiële programma van ruimtelijke acties voor het plangebied; de relatie met het ruimtelijk structuurplan of de ruimtelijke structuurplannen waarvan het een uitvoering is; de relatie met de bestaande juridische context en de planningscontext; een overzicht van knelpunten en potenties; een visie op de gewenste ruimtelijke structuur en de gewenste ruimtelijke ontwikkeling; het onderzoek tot aanzienlijke milieueffecten (= m.e.r.-screening). De screening betreft het onderzoek naar het al dan niet voorkomen van aanzienlijke milieueffecten ten gevolge van het voorgenomen plan of programma. Bij elke beslissing over een plan, programma of vergunning moet de bevoegde overheid eveneens nagaan of er schade kan ontstaan aan het watersysteem. Dit wordt onderzocht met behulp van de watertoets; in voorkomend geval een overzicht van de conclusies van het ruimtelijk veiligheidsrapport, het plan-mer, passende beoordeling en andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; een overzicht van wijzigingen ten opzichte van de vroegere juridische toestand. Dit overzicht bevat een limitatieve opgave van de voorschriften die strijdig zijn met het ruimtelijk uitvoeringsplan en die opgeheven worden; in voorkomend geval een register, al dan niet grafisch, van de percelen waarop een bestemmingswijziging wordt doorgevoerd die aanleiding kan geven tot planschadevergoeding, planbatenheffing zoals bedoeld in de codex ruimtelijke ordening of een compensatie zoals omschreven in het grond- en pandenbeleid; een overzicht van de administratieve inlichtingen. De gevolgen voor de juridisch administratieve en juridisch-technische aspecten worden gevaloriseerd bij goedkeuring van het voorliggend RUP. Het grafisch plan en de erbij horende stedenbouwkundige voorschriften hebben verordenende kracht. juli 2013 P

12

13 1. A A N L E I D I N G TO T D E O P M A A K VA N H E T RUP Met het RUP Rillaar Sport wenst de stad Aarschot een bundeling van recreatieve voorzieningen te realiseren zoals vooropgesteld in haar ruimtelijk structuurplan. De stad wenst daarmee de behoefte aan infrastructuur van een aantal lokale clubs in te vullen. De eerste ploeg van voetbalclub FC Rillaar traint en speelt nu op het veld gelegen aan de Schoonderbeukenweg. De voorzieningen voor de jeugdploegen liggen momenteel aan de Langestraat en zijn deels zonevreemd gelegen. De terreinen liggen aan de rand van natuurgebied en sluiten niet aan bij de kern van Rillaar. De voetbalclub vraagt bijkomende ruimte. Gezien de ligging van deze terreinen wenst de stad hier geen verdere uitbreiding te realiseren. Daarom wordt voorgesteld om de jeugdvoorzieningen te herlokaliseren en te bundelen met de voorzieningen van de eerste ploeg. Het terrein aan de Schoonderbeukenweg dat aansluit bij de kern van Rillaar komt in aanmerking om deze bundeling op te vangen. Naast de voetbalclub heeft ook de lokale judoclub en de tafeltennisclub nood aan nieuwe infrastructuur en een eigen locatie. De judoclub heeft momenteel geen voorzieningen. Ze maakt gebruik van de parochiezaal van Rillaar doch dit gebruik kan geen permanent karakter krijgen omwille van de overige functies van de parochiezaal. De tafeltennisclub moet momenteel uitwijken naar het sportcomplex Demervallei maar ook daar hebben ze onvoldoende ruimte om hun behoeften in te vullen. De stad grijpt de uitbreidingsbehoeften van de voetbal dan ook aan om al deze lokale sportvoorzieningen op een site bundelen door een uitbreiding van de recreatiezone Rillaar Sport langs de Schoonderbeukenweg te realiseren. Daarnaast kan er ook een dubbelgebruik zijn van kantine en zaal voor tafeltennis en judo met andere verenigingen van Rillaar. juli 2013 P

14

15 2. S I T U E R I N G VA N H E T P L A N G E B I E D Aarschot bevindt zich in het noordoosten van de provincie Vlaams-Brabant aan de grens met de provincie Antwerpen en tussen de steden Leuven en Diest. De stad Aarschot behoort tot het arrondissement Leuven. Rillaar is naast Gelrode en Langdorp een deelgemeente van Aarschot. Rillaar is na het centrum van Aarschot, het best uitgeruste centrum van de gemeente. Gelegen langs de Diestsesteenweg vervult het niet enkel een rol op lokaal niveau, maar de handelszaken trekken eveneens mensen van andere kernen aan. Rillaar wordt ruimtelijk gekenmerkt door de Mottevallei die het centrum als het ware in twee snijdt. In het centrum zelf, langsheen de Diestsesteenweg, merken we daar echter nog weinig van. Wanneer we de gemeente bekijken in relatie tot het reliëf dan zien we dat ze als een trechter tussen de Hagelandse heuvels ligt, wat sterke gevolgen heeft voor de waterproblematiek. Het plangebied situeert zich aansluitend bij de rand van de kern tussen de Diestsesteenweg N10, Montenaken en de Schoonderbeukenweg. Het sluit aan bij de ten zuiden gelegen bestaande voetbalinfrastructuur. Situering van het plangebied juli 2013 P

16

17 3. P R O G R A M M A RUP RILLAAR SPORT I n f r a s t r u c t u u r b e h o e f t e n V o e t b a l F C R i l l a a r Bestaande infrastructuur FC Rillaar FC Rillaar gebruikt momenteel één voetbalterrein in de Schoonderbeukenweg en 1 groot voetbalveld en 2 jeugdvelden in de Langestraat. Overzicht van de voetbalinfrastructuur te Rillaar (Bing Maps, 2012) Onderstaande tabel geeft een overzicht van de bestaande infrastructuur. ligging voorzieningen opp. (m²) bestemming Langestraat 1 groot voetbalveld, 3/4 de veld, duiveltjesveld 8 kleedkamers, wc s kantine parking ca ca deels agrarisch gebied en, deels recreatiegebied (gewestplan) Schoonderbeukenweg 1 voetbalterrein, kleedkamers, kantine, parking zone voor recreatie, bufferstrook, zone voor gebouwen, zone voor verharding en parkeerruimte (BPA) juli 2013 P

18 Huidige veldbezetting (momentopname mei 2012) Op maandag 18u00: U8 (Langestraat) 18u30: U9 (Langestraat) 18u30: U10 (Langestraat) 18u30: U13 (Langestraat) 18u30: U15A (Langestraat) 18u30: U15B (Langestraat) 19u00: U21 (Langestraat) Op dinsdag 18u00: U11 (Langestraat) 18u30: U17A (Langestraat) 18u30: U17B (Langestraat) 19u30: reserven (Langestraat) 19u30: B-ploeg (Langestraat) 19u30: A-ploeg (Langestraat) Op woensdag 18u00: U8 (Langestraat) 16u30: U15A (Langestraat) 16u30: U15B (Langestraat) 18u00: U6 (Langestraat) 18u00: U7 (Langestraat) 18u00: U8 (Langestraat) 18u30: U9 (Langestraat) 18u30: U10 (Langestraat) 18u30: U13 (Langestraat) 19u00: U21 (Langestraat) Op donderdag 18u00: U11 (Langestraat) 18u30: U17A (Langestraat) 18u30: U17B (Langestraat) 19u30: reserven (Langestraat) 19u30: B-ploeg (Langestraat) 19u30: A-ploeg (Langestraat) Op vrijdag geen training (dag voor de matchen) Op zaterdag wedstrijden (week 1) 10u00: U6 (Langestraat) 10u00: U15A (Schoonderbeukenweg) 12u00: U9 (Langestraat) 12u00: U15B (Schoonderbeukenweg) 14u00: U10 (Langestraat) 14u00: U13 (Schoonderbeukenweg) 14u00: U21 (Langestraat) Op zaterdag wedstrijden (week 2) 10u00: U7 (Langestraat) 10u00: U17A (Langestraat) juli 2013 P

19 12u00: U8 (Langestraat) 12u00: U17B (Langestraat) 14u30: reserven (Langestraat) Op zondag wedstrijden (week 1) 15u00: A-ploeg (Schoonderbeukenweg) Op zondag wedstrijden (week 2) 15u00: B-ploeg (Schoonderbeukenweg) Ruimtebehoeften Een overzicht van de totale behoeften aan infrastructuur voor de voetbalclub wordt hieronder opgesomd. De totale behoefte van FC Rillaar 1 omvat: infrastructuurbehoefte - 3 voetbalvelden o 1 wedstrijdveld o 2 trainings- en wedstrijdvelden - 1 jeugdveld - 1 keeperveldje - 8 kleedkamers met douches - 2 bergruimten - 2 toiletruimten (spelers/bezoekers) - 1 kantine (incl. keuken, toog, berging) - parkeerruimte (21 m² / pp.) - verlichting, reclameborden, tribunes minimale opp. (m²) met uitloopzone o o (38 pp) De infrastructuurbehoefte voor FC Rillaar wordt begroot voor de huidige en toekomstige locatie aan de Schoonderbeukenweg. Het voorliggend RUP voorziet in deze behoefte waardoor de infrastructuur aan de Langestraat volledig kan worden afgebouwd. Voor de huidige site aan de Schoonderbeukenweg zullen de bestaande kantine, kleedkamers en bergruimte die dringend aan vervanging toe zijn, worden afgebouwd. Eén wedstrijdveld is momenteel gelegen aan de Schoonderbeukenweg. Dit veld zal behouden blijven. Eén wedstrijd-/trainingsveld, een 3/4 de veld en een klein duiveltjesveld aan de Langestraat zullen vervangen worden door 2 wedstrijd-/trainingsvelden, 1 jeugdveld en een keeperveldje binnen het plangebied van voorliggend RUP. De terreinen aan de Langestraat hebben 8 kleedkamers met douches. Eén van deze kleedkamers wordt gebruikt als bergruimte. Tijdens de trainingen zijn er dus 7 kleedkamers beschikbaar. Tijdens de matchen worden er ook 7 kleedkamers gebruikt, m.n. 6 kleedkamers voor de spelers en één voor de scheidsrechters. Een extra bergruimte van 20 m² is eveneens aanwezig aan de Langestraat. Aan de Schoonderbeukenweg heeft men momenteel een bergruimte van 24 m². De voetbalterreinen op de twee locaties hebben aparte toiletten. In de Langestraat gaat het om 8 m², wat te weinig is, en aan de Schoonderbeukenweg om 1 De infrastructuurbehoefte van FC Rillaar Sport is exclusief circulatieruimte, gangen, juli 2013 P

20 32 m². De kantine aan de Langestraat heeft een oppervlakte van 220 m². De kantine aan de Schoonderbeukenweg meet 26 m x 8 m. Een nieuwe kantine binnen het plangebied van het RUP Rillaar Sport heeft een oppervlakte van minstens 250 m². De voorgenoemde infrastructuur, met uitzondering van de velden, zullen ondergebracht worden in het nieuw sportgebouw. Dit betekent dat de kantine, kleedkamers en bergruimte aan de Schoonderbeukenweg zullen afgebroken worden. De vrijgekomen ruimte kan aangewend worden als parking. De parkeerbehoefte wordt besproken onder 8.2. Richtcijfers van de CROW geven aan dat minimum 31 en maximum 64 parkeerplaatsen voorzien moeten worden voor een speeloppervlakte van ca. 2,35 ha; d.i. 1,65 ha binnen het voorliggend RUP en 0,70 ha voor het huidige wedstrijdveld aan de Schoonderbeukenweg. Per parkeerplaats telt men met een gemiddelde oppervlakte van 21 m² I n f r a s t r u c t u u r b e h o e f t e n T a f e l t e n n i s c l u b S m a s h D o l f i j n v z w Bestaande infrastructuur TTC Smash Dolfijn vzw De tafeltennisclub heeft geen eigen infrastructuur. De trainingen en wedstrijden van Smash Dolfijn vinden momenteel plaats op twee locaties. Op dinsdag, woensdag en zaterdag speelt men in de stedelijke sporthal Demervallei te Aarschot. Op donderdag en vrijdag speelt men in de basisschool van het gemeenschapsonderwijs te Rillaar. Op elke locatie is er ruimte voor 4 pingpongtafels. De turnzaal in de Demervallei is echter te klein om voldoende sportievelingen te laten tafeltennissen en kent ook een hoge bezetting door andere sporten. De sportzaal in de school van Rillaar heeft een slechte kwaliteit. Ze voldoet niet aan de eisen van de Vlaamse tafeltennisliga (VTTL). De zaal wordt daarom meer gebruikt voor de recreatieve spelers. Ze wordt niet gebruikt door 3 de provinciale of hoger. TTC Smash Dolfijn telt een 70-tal leden waarvan ongeveer 65% uit Rillaar komen, het overige deel komt hoofdzakelijk uit Aarschot. ligging voorzieningen opp. (m²) bestemming Demervallei 8, Aarschot Ebdries 11, Rillaar turnzaal, kleedkamers, bergruimte en cafetaria 210 zone voor stedelijke ontwikkeling in deelplan Demerparking van het PRUP kleinstedelijk gebied Aarschot turnzaal school - woongebied (gewestplan) Huidige bezetting (momentopname mei 2012) Overzicht van de bezetting van de turnzaal stedelijke sporthal Demervallei door TTC Smash Dolfijn. Op dinsdag 18u00 20u30: 6-12-jarigen 20u30 22u30: +12-jarigen juli 2013 P

21 Op woensdag 18u00 20u30: 6-12-jarigen 20u30 22u30: +12-jarigen Op zaterdag 16u00 18u00: 6-12-jarigen 18u00 23u00: +12-jarigen Op zondag Extra: een aantal (6) keren per jaar bij organisatie van tornooien Overzicht van de bezetting van de turnzaal basisschool Dol-fijn Rillaar door TTC Smash Dolfijn. Op donderdag 20u00 23u00: +12-jarigen Op vrijdag 19u00 23u00: +12-jarigen Ruimtebehoeften TTC Smash Dolfijn infrastructuurbehoefte - een sportzaal voor 8 pingpongtafels - 2 kleedkamers met douches - een cafetaria - een bergruimte - sanitair - parkeerruimte (21 m² / pp.) minimale opp. (m²) (15 pp) De trainingen en wedstrijden van Smash Dolfijn vinden momenteel plaats in de stedelijke sporthal Demervallei en in de basisschool Rillaar. De TTC heeft in iedere zaal nauwelijks ruimte om 4 pingpongtafels op te stellen. De club wenst een goede infrastructuur op één locatie. Ze heeft nood aan ruimte (van minimaal 13 m bij 45 m, met een vrije hoogte van 3,5 m) om tijdens de competities acht tafels op te stellen. Tijdens de trainingen kunnen er binnen diezelfde ruimte 10 à 11 tafels geplaatst worden. TTC Smash Dolfijn heeft ook behoefte aan 2 kleedkamers met douches (50 m²). Een cafetaria van 75 m² is eveneens nodig. Daarnaast heeft de tafeltennisclub ook behoefte aan een kleine bergruimte en sanitaire voorzieningen. Het aantal trainingen zal in de toekomst ook toenemen. Er is een aanzienlijke vraag van recreanten om te tafeltennissen. Men denkt hierbij om deze trainingen op maandag in te lassen. In normale omstandigheden zou het gaan om een leeftijdsgroep van +40-jarigen tussen 20u en 22u30. Ook op zondag denkt men om de tafeltennisactiviteiten uit te breiden m.n. tussen 9u en 16u voor de 6 tot 12-jarigen en tussen 13u en 23u voor de +12-jarigen. De huidige locaties bieden hier geen ruimte voor. juli 2013 P

22 3. 3. I n f r a s t r u c t u u r b e h o e f t e n J u d o c l u b K i b ō R i l l a a r Bestaande infrastructuur judoclub Kibō Rillaar De judoclub heeft geen eigen infrastructuur. De trainingen van judoclub Kibō Rilaar vinden momenteel plaats in de parochiezaal Kortakkerzaal, te Rillaar. Kibō Rillaar telt een 50-tal leden en ruim de helft komt uit Rillaar. Het overige deel komt hoofdzakelijk uit Groot- Aarschot. Ze gebruiken de zaal minstens 2 keer per week (zie verder). De parochiezaal kent echter een divers en frequent gebruik door verschillende partijen en kan dus niet op vaste basis voor de judoclub worden gereserveerd. ligging voorzieningen opp. (m²) bestemming Kortakker 11, Rillaar parochiezaal ruimte voor matten, kleedkamers, bergruimte en vergaderruimte woongebied (gewestplan) Huidige bezetting (momentopname mei 2012) Overzicht van de bezetting van de parochiezaal Kortakker te Rillaar. Op maandag 20u00 21u: jeugd Op woensdag 17u30 22u00: jeugd 18u00 23u00: jeugd Extra Extra oefeningen en provinciale en/of federale trainingen Ruimtebehoeften j udoclub Kibō Rillaar infrastructuurbehoefte - een sportzaal - 2 kleedkamers - een bergruimte en vergaderruimte - sanitair - parkeerruimte (21 m² / pp.) minimale opp. (m²) (25+25) (5 pp) De trainingen van Kibō Rillaar vinden momenteel plaats in de parochiezaal Kortakker te Rillaar. De club heeft nood aan een permanente locatie die voldoende ruimte biedt. Men heeft minstens nood aan 140 m² (met judomatten) ingerichte ruimte. Judoclub Kibō heeft behoefte aan 2 kleedruimten om een 20-tal personen zich te laten omkleden. Daarnaast heeft de club ook behoefte aan een vergaderruimte. Hier moet men kunnen overleggen met ca. 15 personen. Een kleine bergruimte van ongeveer 25 m² voor het stockeren van allerlei materiaal wordt gevraagd. Tot slot dienen sanitaire voorzieningen gerealiseerd te worden. juli 2013 P

23 3. 4. G e w e n s t p r o g r a m m a R U P R i l l a a r S p o r t De totale behoeften van de 3 clubs dienen opgevangen te worden in de gebundelde sportinfrastructuur aan de Schoonderbeukenweg. Daarbij blijft de bestaande infrastructuur van FC Rillaar gedeeltelijk behouden. Het voetbalveld zal in gebruik blijven van de trainingen en wedstrijden van de voetbalclub. De aanwezige kantine en kleedkamers worden afgebouwd. De parking blijft ook behouden en wordt uitgebreid met de oppervlakte van de bestaande kantine en kleedkamers. Er dient in het RUP Rillaar Sport uitsluitend nieuwe infrastructuur te worden voorzien om de overige behoeften van de voetbalclub, de judoclub en de tafeltennisclub op te vangen. Deze nieuwe voorzieningen kunnen slechts deels samen gebruikt worden. Enerzijds is de vereiste infrastructuur te verscheiden om gezamenlijk gebruik toe te laten. Judo en tafeltennis zijn indoorsporten. Voetbal speelt zich buiten af. Anderzijds overlappen de trainingen en/of wedstrijden van de drie sportclubs. De verschillende clubs zullen dus geregeld op zelfde tijdstippen gebruik maken van de infrastructuur. Niettemin kan toch een deel van de infrastructuur gedeeld worden. Het gaat onder meer om de sportzaal, kantine, vergaderzaal, sanitair en een gezamenlijk gebruik van de kleedkamers door de judoclub en de tafeltennisclub. Door het buitensportkarakter van de voetbal moeten er aparte kleedkamers en sanitaire voorzieningen voor de voetbal gerealiseerd worden (modder). Mits een ruimere dimensie van kleedkamers, kantine en sanitair (voor supporters en indoorsporters) kan ook hier een gedeeld gebruik gerealiseerd worden. Ook andere verenigingen van Rillaar zullen kunnen gebruik maken van de kantine en de grote zaal voor tafeltennis en judo. De inrichting van het voorliggend RUP vereist eveneens voldoende parkeergelegenheid. Een deel van deze behoefte kan ingevuld worden door de reeds aanwezige parking, zoals toegewezen in het BPA Zonevreemde recreatie FC Rillaar. Het verdwijnen van de aanwezige kantine en kleedkamers binnen het BPA biedt de mogelijkheid voor meer parkeergelegenheden in functie van de behoefte van de verenigingen. Verder dient een bufferstrook van minstens 5 m breed gerealiseerd te worden langsheen de percelen met bebouwing (in het westen en noordoosten van het plangebied). Hieronder volgt een synthesetabel over de ruimtebehoefte voor het gewenst programma van RUP Rillaar Sport. Infrastructuurbehoefte RUP Rillaar Sport VOETBAL - 2 voetbalvelden - 1 jeugdveld - 1 keeperveldje - 8 kleedkamers met douches - 2 bergruimten - 2 toiletruimten (spelers/supporters) - 1 kantine (incl. keuken, toog, berging) - parkeerruimte (21 m² / pp.) - aanverwante infrastructuur, tribunes, dug-outs minimale opp. (m²) VOETBAL met uitloopzone (64 pp) juli 2013 P

24 TAFELTENNIS - een sportzaal voor 8 pingpongtafels (opp. voor wedstrijdniveau) - 2 kleedkamers met douches - een cafetaria - een bergruimte - sanitair - parkeerruimte (21 m² / pp.) JUDO - een sportzaal - 2 kleedkamers - een bergruimte en vergaderruimte - sanitair - parkeerruimte (21 m² / pp.) TAFELTENNIS (15 pp) JUDO (25+25) (5 pp) Bij het samenvoegen van de infrastructuurbehoeften van de drie sportclubs merkt men op dat sommige infrastructuur gedeeld kan worden. Het betreft ten eerste de kantine voor de tafeltennis en de voetbal. Deze zal door het gezamenlijk gebruik 350 m² bedragen. In de enquête werd er aangegeven dat de tafeltennisclub en FC Rillaar respectievelijk minstens 75 en 350 m² nodig hebben. Ten tweede kunnen de kleedkamers en het sanitair voor de indoorsporten gezamenlijk gebruikt worden. Het gaat hier dan om een oppervlakte van 75 m² die gedeeld kan worden. Het delen van de totale infrastructuur betekent alvast een ruimtebesparing van 200 m². Daarenboven kan er verharde oppervlakte vermeden worden door het gebruik van de bestaande parking (1 070 m²) aan de Schoonderbeukenweg (cf. BPA) en de uitbreiding ervan tot m² (door afbraak verouderde kantine en kleedkamers). Hierdoor moet minder parking voorzien worden op de nieuwe site. GEDEELDE INFRASTRUCTUUR - 1 kantine (incl. keuken, toog, berging) o i.p.v. 2 kantines - sanitaire voorzieningen indoorsporten o i.p.v. 2 ruimten voor sanitair - kleedkamers indoorsporten o i.p.v. 2 x 2 kleedkamers - sportzaal indoorsporten o i.p.v. 2 sportzalen - parkeerruimte GEDEELDE INFRASTRUCTUUR o i.p.v o i.p.v o i.p.v o i.p.v cf. infra toelichting parkeren De totale ruimtebehoefte van de sportclubs bedraagt in theorie m² vloeroppervlakte, exclusief (toe-)gangen, trappen, lift Door een aantal voorzieningen te delen met meerdere clubs is er 340 m² vloeroppervlakte minder nodig om te voldoen aan de behoefte van de sportclubs. Een theoretische netto-vloeroppervlakte van m², exclusief (toe-)gangen, trappen, lift, muren is dus het absoluut minimum. Een specifieke configuratie van het nieuw sportgebouw is aangewezen. De tafeltennisclub heeft een sportruimte van minimaal 45 m op 13 m nodig om de pingpongtafels op te stellen, d.i. ca. 600 m². Deze afmetingen beantwoorden aan de vereiste wedstrijdnormen van VTTL. juli 2013 P

25 Kleedkamers, sanitair en bergruimten in relatie tot de voetbal worden best op het gelijkvloers ingericht omwille van de directe relatie met de speelvelden (beperking vuiloverdracht, onmiddellijk gebruik onderhoudsvoorzieningen velden ). De kantine, bergruimten in functie van de kantine, kleedkamers voor judo en tafeltennis kunnen ook op de verdieping worden gesitueerd indien nodig. De overige behoeften (kleedkamers, sanitair, berging, kantine en vergaderzaal) vragen verder nog een netto vloeroppervlakte van ca. 750 m². Bij een optimale indeling van het gebouw, en rekening houdend met de circulatieruimte, is een bebouwde oppervlakte van 1400 m² nodig. Op de verdieping kunnen de overige nodige vloeroppervlakten ingericht worden. De totale vloeroppervlakte mag dan maximaal m² bedragen. Indicatief schema Onderstaande figuur geeft een mogelijke indeling van het sportgebouw weer. Het betreft een indicatieve weergave over de ruimtebehoefte binnen de maximale bebouwde oppervlakte. Indicatief schema voor het sportgebouw juli 2013 P

26

27 4. B E S TA A N D E TO E S TA N D B e s c h r i j v i n g Bestaande aansluitende voetbalinfrastructuur Grenzend aan het plangebied is al een bestaande voetbalinfrastructuur aanwezig. Deze is opgenomen in het BPA Zonevreemde terreinen FC Rillaar, MB Deze site bevat een voetbalplein, deels onverharde parking en een kantine met kleedkamers. Situering bestaande voetbalinfrastructuur op de Schoonderbeukenweg (rode aanduiding). Bestaande voetbalinfrastructuur op de Schoonderbeukenweg. Toegang tot het plangebied De site sluit aan bij de kern van Rillaar en is goed bereikbaar dankzij de nabijheid van de Diestsesteenweg (N10) via Montenaken en de Schoonderbeukenweg. Toegang plangebied via de Schoonderbeukenweg. De Diestsesteenweg (N10) wordt gecategoriseerd als gewestweg, secundaire weg type III (ontsluitende as voor openbaar vervoer en zachte weggebruiker) en heeft fietspaden in beide richtingen, gescheiden van de rijweg door een groene berm met bomen afgewisseld door parkeerplaatsen. Dit zorgt voor een goede ontsluiting richting Aarschot Scherpenheuvel en Diest. De site zelf wordt ontsloten via de Schoonderbeukenweg (buurtweg nr. 3 & 27). Deze heeft een smal wegprofiel (één rijstrook) zonder voetpaden. De weg wordt aan weerszijden begrensd door een open gracht. juli 2013 P

28 Plangebied Het plangebied omvat enkele landbouwpercelen, enkele braakliggende terreinen, graasweides met een schuilhok en een chalet met vijver. De chalet wordt sinds 11 maart 1991 permanent bewoond, maar is niet vergund als woning. Volgens het gewestplan ligt de chalet zonevreemd. Bij de controle van historische kaarten blijkt deze vijver toen niet opgetekend te zijn. Hij werd dus kunstmatig aangelegd. Er werd geen vergunning voor de aanleg van de vijver teruggevonden. Schoonderbeukenweg en volledig verharde toegang naar chalet. De overige 2 percelen liggen braak. Aan de perceelgrenzen liggen enkele kleine/jonge houtkanten. Deze percelen worden begrensd door de achterliggende tuinen van de woningen gelegen op Montenaken. Aan de overzijde van de Schoonderbeukenweg ligt het voetbalveld van de eerste ploeg van Rillaar samen met kantine, kleedkamers en parking. Dwars door het plangebied loopt volgens de atlas der buurtwegen een voetweg (nr.118). Van deze voetweg is niets meer waar te nemen op het terrein binnen het plangebied. Vanop de Diestsesteenweg loopt wel een half-verharde weg in het verlengde van het gegeven traject. Braakliggende percelen met jonge houtkanten. Wolfseikloop In zuidoostelijke richting wordt het plangebied afgebakend door de Wolfseikloop, een waterloop van 2 de categorie. juli 2013 P

29 Wolfseikloop ter hoogte van de Schoonderbeukenweg. juli 2013 P

30

31 5. R E L AT I E M E T D E S T R U C T U U R P L A N N E N R u i m t e l i j k S t r u c t u u r p l a n V l a a n d e r e n Selectie en afbakening van st edelijke gebieden In Vlaanderen worden volgende functioneel-hiërarchische categorieën van stedelijke kernen aangegeven: niveau 1: grote steden niveau 2: regionale steden niveau 3a, 3b en 3c: respectievelijk goed uitgeruste kleine steden, behoorlijk uitgeruste kleine steden en zwak uitgeruste kleine steden Structuurondersteunende kleinstedelijke gebieden Volgende principes staan voorop bij de selectie: bij de selectie van de stuctuurondersteunende kleinstedelijke gebieden wordt de categorie goed uitgerust (3a) als uitgangspunt gehanteerd; indien de stedelijke kern van een gemeente (in de categorie 3a) gelegen is in een groot- of regionaal stedelijk gebied worden delen van de gemeente opgenomen bij de selectie van groot- en regionaal stedelijke gebieden. Aarschot wordt volgens de functioneel-hiërarchische benadering van kleine steden van niveau 3a in delen afgebakend als structuurondersteunende kleinstedelijk gebied. De afbakening van de structuurondersteunende kleinstedelijke gebieden gebeurt door de provincie in nauw overleg met het Vlaams Gewest en de betrokken gemeente (cf. infra RSVB Rillaar is niet opgenomen in het stedelijke gebied) O ptimalisering van recreatieve en toeristische voorzieningen en medegebrui k De deelgemeente Rillaar is gelegen in het buitengebied en niet opgenomen binnen het stedelijk gebied. De doelstelling voor het buitengebied houden o.m. in: dat de essentiële functies van het buitengebied gevrijwaard worden; dat landbouw, natuur en bos in goed gestructureerde gehelen wordt ingebed; dat versnippering van de open ruimte wordt tegengegaan; dat de ontwikkeling gebundeld wordt in de kernen van het buitengebied; dat de bereikbaarheid van de voorzieningen verbeterd worden; en dat een gebiedsgerichte ruimtelijke kwaliteit bereikt wordt. Dit impliceert een aansluiting bij de schaal van het landschap en dat de functie en structuur van de open ruimte niet in het gedrang komen. 2 Het RSV werd op 19/11/1997 goedgekeurd door het Vlaams Parlement; herziening definitief vastgelegd bij besluit van de Vlaamse regering op 12/12/2003; gedeeltelijke herziening definitief vastgelegd bij besluit van de Vlaamse regering op 17/12/2010. juli 2013 P

32 Het RSV stelt dat de ontwikkelingsmogelijkheden voor de toeristisch recreatieve infrastructuur in het buitengebied slechts op een specifieke manier aanwezig kan zijn. Hierbij is de aard en het type van de infrastructuur zelf van belang. De ontwikkelingsmogelijkheden van de toeristische- recreatieve infrastructuur zullen immers worden bepaald door de positie ervan en de impact ervan op de natuurlijke en agrarische structuur. Teneinde de impact van deze infrastructuur ten opzichte van het buitengebied te kunnen inschatten wordt er een onderscheid gemaakt tussen hoog-dynamische en laagdynamische recreatieve infrastructuur. Om de ruimtelijke kwaliteit van het buitengebied te garanderen, zonder het functioneren van de structuurbepalende functies van het buitengebied, landbouw, natuur, bos, wonen en werken aan te tasten dient een versnippering door bebouwing en toeristische- recreatieve infrastructuur worden tegengegaan. De schaal van de infrastructuur dient aan te sluiten bij de schaal van het landschap P r o v i n c i a a l s t r u c t u u r p l a n V l a a m s - B r a b a n t 3 Deelstructuur Open ruimte De open ruimte omvat de gebieden waarin de onbebouwde ruimte overweegt. De openruimtefragmenten verschillen naar vorm, functie en samenstelling. De provincie onderkent deze verscheidenheid en wenst hierop in te spelen door middel van een gedifferentieerd openruimtebeleid. De provincie wenste deze verschillende openruimtefragmenten onderling te verbinden via een fijnmazig netwerk. Zij beoogt een openruimtegeheel bestaande uit verscheidene componenten: de natuurlijke, agrarische en landschappelijke structuur. De provincie streeft naar herwaardering van de fysische structuur. De belangrijkste waterlopen fungeren als drager van de open ruimte, zij zijn structuurbepalend. Daarnaast beoogt de provincie tevens een geheel van clusters die niet gebonden zijn aan rivier- en beekvalleien. De structuurbepalende bosgebieden worden versterkt. De natuurlijke cluster uit de natte sfeer (samenhangend met rivier en beekvalleien) en de droge sfeer (bosgebonden), vormen één natuurlijk geheel. Landbouw wordt als belangrijkste vormgever van het landschap beschouwd in de structuurbepalende openruimtegehelen. De kleine landschapselementen, die een ecologisch weefsel vormen en natuurverbindingen onderhouden, dienen gevrijwaard. Groene vingers zorgen voor een optimalisering van verbindende elementen tussen stedelijk gebied en buitengebied. Deelstructuur Toerisme en Recreatie Recreatie is het geheel van gedragingen die primair gericht zijn op de eigenverlangens inzake fysieke en geestelijke ontspanning, zowel binnen als buiten de eigen woonomgeving. Recreatie kan bestaan uit dagrecreatie of uit verblijfrecreatie. Beide vormen kunnen intensief of extensief worden beleefd. De toeristisch-recreatieve structuur omvat zowel ruimten met een zeer natuurlijk karakter als sterk verstedelijkte gebieden. De gewenste toeristisch-recreatieve structuur is de samenhang tussen alle gebieden met een toeristisch- 3 Het provinciaal RSVB werd op 7 oktober 2004 door de Vlaamse regering goedgekeurd. juli 2013 P

33 recreatief karakter. De provincie wenst een netwerk uit te werken dat een rijke variatie aan ontspanningsmogelijkheden biedt. Deelruimte Demernetwerk Rillaar als deelgemeente van de stad Aarschot behoort tot de deelruimte Demernetwerk. Deze deelruimte bevindt zich in de noordoostelijke hoek van de provincie Vlaams-Brabant en vormt de schakel met de provincie Limburg en Antwerpen en de overgang tussen de Kempen en het Hageland. Het Demernetwerk vormt zowel op landschappelijk als op ruimtelijk en functioneel vlak een overgangszone, een scharnierregio. Het Demernetwerk is een relatief versnipperd gebied. De provincie kiest voor een fijnmazige oplossing waarbij elk van de ruimtelijke componenten deel uitmaken van een netwerk. De sterk structurerende rol van de Demer wordt ondersteund. De verschillende landschappelijke eenheden in het gebied, zoals de grotere en kleinere bosfragmenten, weiden en akkers, de beboste heuvelruggen, het Demeralluvium en de landbouwgronden, zijn bepalend voor de deelruimte. Aarschot en Diest worden ondersteund als functionele en morfologische zwaartepunten. Aan een verdere verspreiding van de sterk gefragmenteerde nederzettingsstructuur wordt een halt toegeroepen en het waterrijke alluvium van de Demer wordt zoveel mogelijk gevrijwaard van nederzettingen. De bundeling van de verschillende lijninfrastructuren parallel aan de Demer: de N10, de A2, de spoorweg en de hoogspanningsleidingen, wordt versterkt. Aarschot en Diest als complementaire stedelijke gebieden Aarschot en Diest, gelegen binnen het Demernetwerk, dienen een sterke positie te verwerven in relatie tot de omliggende stedelijke gebieden. Ook dient de rol van Aarschot en Diest als ontwikkelingspolen binnen het Demernetwerk versterkt te worden. De ruimtelijke dynamiek dient bij voorkeur hun plaats te vinden binnen deze twee kleinstedelijke gebieden. Beide stedelijke gebieden worden beschouwd als beeldbepalende ontwikkelingspolen. Dit betekent dat zij het uithangbord van de regio vormen en sterk bijdragen aan de identiteits- en beeldvorming van de regio. Beide steden hebben duidelijk een eigen gezicht en zeer specifieke ontwikkelingsmogelijkheden. Zo kent de bedrijvigheid in Aarschot een andere typologie dan deze in Diest. Ook heeft Diest op niveau van toeristisch-recreatieve potenties een ander profiel dan Aarschot. Door de complementariteit tussen beide stedelijke gebieden te versterken kan de regio er als geheel op vooruitgaan. Waterloopbeheer De laatste 50 jaar hebben de waterlopen heel wat aan ruimte moeten inboeten. Meanders werden rechtgetrokken en heel wat natuurlijke overstromingsgebieden (de winterbedding van de rivier) werden drooggelegd en aangevuld ten behoeve van andere functies: wonen, industrie, intensieve landbouw Hierdoor werd een claim gelegd op de ruimte die vroeger als vanzelfsprekend fungeerde als natuurlijk overstromingsgebied. De waterloop moest zich noodgedwongen winter en zomer beperken tot hetzelfde nauwe keurslijf. Het sponsvermogen van haar vallei werd niet meer benut. Gebieden in het rivierbekken van de Demer die, mede door het waterloopbeleid in het verleden, regelmatig met wateroverlast te maken hebben in de provincie Vlaams-Brabant zijn: Aarschot-Diest (Demer) Aarschot (Rillaar) (Motte en Wolfseikloop) Het waterbeleid is echter grondig in beweging (niet enkel binnen de provincie, maar in het hele Vlaamse gewest) en is geëvolueerd naar een integraal waterloopbeleid. juli 2013 P

34 Nederzettingsstructuur Aarschot, een onderdeel van de nederzettingsstructuur, wordt omschreven als reeks van kernen langsheen de Demer. Ten noordoosten van de provincie, in de Demervallei, ligt een gebied van een andere aard. Langsheen de Demer bestaat een keten van kernen bestaande uit: Werchter, Aarschot, Zichem-Scherpenheuvel en Diest. De bevolkingsdichtheid ligt hier ver onder het gemiddelde van Vlaams-Brabant. Door de relatief beperkte afstand tussen de verschillende nederzettingen kon geen enkele zich ontwikkelen tot een volledig uitgeruste regionale stad. Diest en Aarschot als functionele en morfologische kernen. Binnen deze keten vormen Diest en Aarschot functionele en morfologische zwaartepunten. Door hun centrumfuncties vormen zij polen van bedrijvigheid, recreatie, toerisme en kleinhandel. Aarschot richt zich vooral naar Leuven, Diest heeft een dubbele gerichtheid naar Leuven en Hasselt. Diest en Aarschot hebben een andere invloedsfeer. De invloed op hun achterland vertaalt zich morfologisch in een uitwaaiering langsheen de invalswegen van Aarschot naar Begijnendijk en Langdorp, en van Diest langsheen de steenweg richting Schaffen. Aarschot kent een tweeledige structuur; aan de oostzijde situeert zich een aantrekkelijk verzorgd stedelijk centrum, aan de westzijde liggen industrieterreinen. Het vacuüm tussen beide wordt ingevuld door de stationslocatie. Diest is een compacte stad, ingesloten door haar ringstructuur. De stad beschikt over een waardevol cultuurhistorisch patrimonium en wordt geflankeerd door tal van bedrijventerreinen en stedelijke en recreatieve voorzieningen. Averbode, Zichem, Scherpenheuvel en Rillaar zijn andere kleinere kernen met veelal recreatieve elementen G e m e e n t e l i j k r u i m t e l i j k s t r u c t u u r p l a n A a r s c h o t Doelstellingen De visie op de ruimtelijke ontwikkeling van Aarschot leidt tot een 4-tal basisdoelstellingen, namelijk: Aarschot ontwikkelt zich verder als een kwalitatieve en leefbare woongemeente; het stimuleren van de economische mogelijkheden waarover Aarschot beschikt; de landschappelijke hoofdstructuur steeds als basis voor verdere ontwikkelingen; recreatie en toerisme ondersteunen. 4 Het GRS Aarschot werd door de bestendige deputatie op 8 december 2005 goedgekeurd. juli 2013 P

35 G ew enste ruimtelijke ontwikkelingen van de deelstructuren op mesoniveau Gewenste nederzettingsstructuur Rillaar is geselecteerd als woonkern. Gewenste recreatieve structuur Recreatieve activiteiten zijn in Vlaanderen in steeds belangrijker mate ruimtelijk structurerend, niet alleen door het toenemend ruimtebeslag van de verschillende voorzieningen maar ook door het feitelijk ruimtegebruik van de recreanten. Deze vaststelling hangt samen met het toenemend belang van de vrije tijd, van de patronen in de vrijetijdsbesteding en van de mobiliteit. In Aarschot vinden we naast een heel aantal sportterreinen ook mogelijkheden voor zachte recreatie die kunnen worden versterkt door o.m. uitbouwen van recreatief fietsroutenetwerk en herstellen van wandelroutes. Gewenste recreatieve structuur (bron: structuurplan Aarschot) uitbouwen en versterken van twee recreatieve polen in het kernstedelijk gebied; Uitgaande van de bestaande concentratie van het recreatieve aanbod worden twee polen uitgebouwd aan de rand van de kern van Aarschot: omgeving Demerparking en gebied tussen de spoorweg Herseltsesteenweg Grote Laakweg. een visie op de bestaande lokale sport- en recreatieterreinen In het buitengebied van Aarschot vinden we een groot aantal recreatiemogelijkheden. Een heel aantal terreinen is gezien de bestemmingen op het gewestplan zonevreemd. Deze problematiek is één van de knelpunten die dringend om een oplossing vragen. De stad heeft met de opmaak van een Bijzonder Plan van Aanleg voor zonevreemde terreinen en gebouwen voor sport-, recreatie- en jeugdactiviteiten al een oplossing geboden aan diverse voorzieningen. Voor de aanpak van zonevreemde entiteiten worden volgende principes voorgesteld: Principe 1: verweving met het wonen wordt ondersteund; Het beleid is gericht op het bundelen van de bijkomende behoeften aan recreatiegebieden in of zo dicht mogelijk bij de kernen van het buitengebied. In het buitengebied moet er ook ruimte mogelijk zijn voor recreatie. Echter, het moet afgewogen worden aan de draagkracht van de ruimte en aansluiten bij de bebouwde ruimte. juli 2013 P

36 Principe 2: maximaal bestendigen van bestaande ruimtelijk aanvaardbare locaties. Het is de bedoeling om alle sport- en recreatieterreinen die op een ruimtelijk aanvaardbare locatie gesitueerd zijn te bestendigen binnen het in opmaak zijnde BPA voor zonevreemde terreinen en gebouwen voor sport- recreatie- en jeugdactiviteit. Concreet betekent dit dat er in de deelkernen meerdere terreinen naast elkaar kunnen blijven bestaan. Wanneer zich op lange termijn mogelijkheden voordien om verschillende terreinen op één locatie te concentreren, kan deze alsnog onderzocht worden. Voor de ruimtelijke afweging van deze zonevreemde recreatieterreinen en de zone-eigen recreatieterreinen die wensen uit te breiden in een niet-geëigende bestemming, is het belangrijk dat er een aantal basiscriteria gelden. Enerzijds wordt er een functionele afweging gemaakt, anderzijds gebeurt ook een ruimtelijke afweging. Functioneel wordt er een onderscheid gemaakt tussen de zones en terreinen die hoofdzakelijk worden gebruikt in functie van verblijfsrecreatie en de zones en terreinen in functie van dagrecreatie (sportterreinen). De ruimtelijke selectiecriteria zijn: de ligging van het zonevreemd terrein ten opzichte van de gewenste nederzettingsstructuur: voor lokale dagrecreatie wordt een ligging aansluitend of nabij het wonen positief beoordeeld; de ligging van het zonevreemde terrein ten opzichte van de gewenste openruimtestructuur; de ligging moet ook getoetst worden aan de habitat- en vogelrichtlijngebieden, VEN-gebieden, beschermde landschappen en overstromingsgevoelige gebieden. De terreinen en gebouwen in functie van verblijfsrecreatie kunnen in principe ook versterkt worden wanneer die niet in of aansluitend bij een kern gelegen zijn behalve wanneer ze in ruimtelijk kwetsbaar gebied gelegen zijn; de bereikbaarheid van het zonevreemd terrein: een goede ligging ten opzichte van ontsluitingswegen is gewenst. Parallel lopend met het BPA zonevreemde recreatie wordt het terrein aan de Schoonderbeukenweg gunstig beoordeeld omwille van de goede bereikbaarheid en aansluiting op de kern van Rillaar. De overige zonevreemde terreinen worden geherlokaliseerd of behouden zonder uitbreidingsmogelijkheden. integratie van nevenfuncties in de open ruimte: recreatie, wonen en bedrijvigheid. De mogelijkheden die het buitengebied biedt aan toerisme en recreatie worden erkend. Uitgangspunt bij de ontwikkeling van toeristisch-recreatieve activiteiten in het buitengebied is het recreatief medegebruik met respect voor de draagkracht van het gebied. Om de toeristisch-recreatieve aanbodselementen in het buitengebied en in de stedelijke gebieden met elkaar te verbinden en op elkaar af te stemmen, wordt netwerkvorming voorgesteld. Paden en routes (o.a. langs waterlopen, spoorwegbeddingen) worden met elkaar verbonden en uitgerust als een samenhangend toeristisch recreatief product. Een product dat zijn kwaliteit minimaal moet behouden door het bepalen van inrichtingsprincipes voor de integratie van zachte recreatie (bv. herwaardering van voetwegen in de Demervallei, Bosberg, Schoonhoven, Vorsdonkbroek en s Hertogenheide), de uitbouw van bossen en de versterking van de waardevolle landschapselementen. juli 2013 P

37 Gewenste openruimtestructuur Voor de ontwikkeling van een gewenste openruimtestructuur wordt uitgegaan van het maximaal behoud en de versterking van de open ruimte en haar functies. De gewenste openruimtestructuur wordt bepaald door de interactie van de activiteiten en functies van die open ruimte: natuur, landbouw, bosbouw en recreatie. De landschapswaarden van de open ruimte zijn het resultaat van die interactie en worden ook voor een groot deel bepaald door de nederzettingsstructuur. In Rillaar wordt de natuurlijke structuur versterkt en voor zover mogelijk uitgebouwd in functie van het medegebruik. Waar mogelijk, wordt de ecologische infrastructuur gekoppeld aan laagdynamische recreatieve elementen die het woonklimaat versterken. Gewenste open ruimtestructuur (bron: structuurplan Aarschot) Vijf uitgangspunten: het fysisch systeem wordt als basis voor het ruimtelijk beleid genomen; Zo wordt gestreefd naar een grotere ruimtelijke kwaliteit. De kwaliteit van de open ruimte draagt sterk bij tot de leef- en woonkwaliteit in de gemeente. Rivieren en beekvalleien worden als drager van de ecologische-landschappelijke structuur beschouwd. Behoud van deze structurele kwaliteiten moet hier vooropstaan. maximaal behoud en versterking van de open ruimte en haar functies, De gewenste openruimtestructuur en het landschap dat er een weerspiegeling van is, wordt bepaald door de interactie en integratie van de verschillende activiteiten in en functies van de open ruimte: natuur, landbouw en recreatie. verweven van functies zodat er ruimtelijke meerwaarde, synergie en complementariteiten ontstaan; Verweven van functies op het niveau van de gemeente betekent een scheiding op een niveau van de deelruimten. Een verweving op dit niveau kan een scheiding inhouden op perceelsniveau. ruimtelijke diversiteit bewaren en versterken; De open ruimte is sterk gedifferentieerd in voorkomen. Deze rijkdom moet bewaard blijven. Er is een duidelijk contrast tussen de verschillende landschapszones in Aarschot. Dit contrast moet behouden blijven door het maximaliseren van de juli 2013 P

38 groenkwaliteiten van deze gebieden, zonder de onderlinge samenhang ertussen uit het oog te verliezen. ondersteunen van diversificatie en verbreding in de land- en tuinbouwsector. Er moet worden gestreefd naar kwaliteitsvolle vormen van medegebruik door toeristisch-recreatieve activiteiten. Landschap: respect en behoud bestaande landschappelijke waarden. Rivier- en beekvalleien moeten waar mogelijk in het landschap zichtbaar gemaakt worden door de oevers te verbreden en aan te planten. Vooral in de Demer- en Mottevallei zal dit een nuttige maatregel blijven. Speciale aandacht kan gaan naar de landschappelijke karakteristieken van de landschappelijke overgang tussen de Demer- en Mottevallei en het droog Hageland. Hier kunnen we op een actieve manier nieuwe elementen toegevoegd worden om het contrast tussen het noordelijke meer beboste deel, de vallei als natuurverwevingsas en het zuidelijke open ruimte gebied voor land- en tuinbouw te versterken. Zo kan een eigen karakter voor elke zone ontwikkeld worden. Waterschap: integratie van de principes van integraal waterbeheer De stad Aarschot integreert de principes van het integraal waterbeheer in haar beleid en werkt hiervoor een lokaal actieplan uit. Het actieplan is gestructureerd naar de 3 belangrijke actieterreinen waarop wateroverlast moet teruggedrongen worden: vergroten van het kombergend vermogen van waterlopen; vertragen van de snelheid waarmee hemelwater wordt afgevoerd; bevorderen van lokale infiltratie van hemelwater G ew enste structuur per deelruimte Ontwikkelingsperspectief voor het Noord-Hagelands landbouwlandschap Het Droog Hageland is een open agrarisch gebied, zonder kleine landschapselementen. Land- en tuinbouw overheersen, afgewisseld met hooi- en weilanden. We vinden er enige concentraties van boomgaarden. De akkers hebben een vrij grootschalig karakter, de versnipperingsgraad van het areaal is er bijgevolg klein. Het gebied heeft een open karakter, mede door de geringe aanwezigheid van kleine landschapselementen, dat onderbroken wordt door bewoningslinten. Door aanplantingen langs de perceelsranden zal zowel de aantrekkingskracht als de biologische waarde van het gebied versterkt worden. Bovendien hebben ze een gunstig effect ter beheersing van wateroverlast. Landbouw en natuur zijn nauw met elkaar verweven in het landbouwgebied tussen en rond Gelrode en Rillaar gezien de afwisseling van akkers met bosjes en holle wegen. De landbouwfunctie is in deze regio het meest dominant aanwezig en kan zich in dit deel van Aarschot het meest autonoom ontwikkelen. Ruimtelijk bekeken is dit deel van Aarschot ook vrij open. De landbouw kan hier beschouwd worden als de beheerder van die open ruimte. Ook in deze gebieden die het meest geschikt zijn voor landbouw is het gewenst bijkomende agrarische bebouwing te vestigen aansluitend aan de bestaande dorpskernen van Rillaar en Gelrode. Grondgebonden bedrijfsgebouwen in deze gebieden kunnen wel, maar het is juli 2013 P

39 aangewezen te streven naar een bundeling van deze gebouwen in de open ruimte, om visueel dichtslibben van de open ruimte te voorkomen. Fiets- en wandelverkeer op de Leuvense- en Diestsesteenweg moeten op een veilige manier kunnen gebeuren. De Diestsesteenweg werd in functie daarvan al heraangelegd. De baan werd versmald van 3 naar 2 rijstroken, er werd afwatering voorzien via grachten en er werd een door groen afgescheiden fietspad aangelegd. In dit agrarisch gebied vinden we enkele zonevreemde concentraties. Ze zullen zich moeten inpassen in het landbouwgebied met bijzondere aandacht voor de waterproblematiek. In een RUP zullen belangrijke randvoorwaarden opgelegd worden aan verhardingen, uitbreidingen, het rooien van bomen, hagen en houtkanten. De gemeente zal ook stimulerende maatregelen nemen voor het opnieuw aanplanten van hagen en houtkanten, in het kader van het waterbeheersingsplan. Rillaar beschikt over 4 voetbalterreinen, allen geheel of gedeeltelijk zonevreemd. In de gewenste structuur wordt geopteerd om hiervan drie locaties over te houden. Ten noorden van de kern wordt het bestaande recreatiegebied behouden, en langsheen de Schoonderbeukenweg wordt het recreatiegebied uitgebreid. Gewenste ruimtelijke structuur Rillaar (bron: structuurplan Aarschot) Kadering van het RUP Rillaar sport in het structuurplan Het voorliggend RUP Rillaar Sport geeft uitvoering aan het ruimtelijk structuurplan Aarschot, en meer in het bijzonder aan de gewenste recreatieve structuur. De volgende elementen tonen het onderling verband dus het structuurplan en het RUP Rillaar Sport aan: Het structuurplan stelt dat zonevreemde recreatieve entiteiten de verweving met het wonen ondersteunen. Meer specifiek is het beleid gericht op het bundelen van de bijkomende behoeften aan recreatiegebieden in of zo dicht mogelijk bij de kernen van het buitengebied. Het RUP Rillaar Sport vindt aansluiting bij de reeds juli 2013 P

40 aanwezige voetbalinfrastructuur van FC Rillaar aan de Schoonderbeukenweg dewelke werden bestendigd in het BPA zonevreemde recreatie. In de deelkern Rillaar doet de mogelijkheid zich voor om verschillende terreinen op één locatie te concentreren, m.n. aan de Schoonderbeukenweg. De nieuwe infrastructuur binnen het voorliggend RUP dient gerealiseerd te worden voor de lokale voetbal-, tafeltennis- en judoclub. De locatie vindt aansluiting bij de kern van Rillaar. Het plangebied ligt op slechts één kilometer van het dorpscentrum. juli 2013 P

41 6. B E S TA A N D E J U R I D I S C H E E N P L A N N I N G S C O N T E X T B e s t a a n d e j u r i d i s c h - a d m i n i s t r a t i e v e a s p e c t e n RUIMTELIJK Gewestplan De bestemmingsgebieden die voorkomen in het studiegebied zijn: Woongebieden Agrarische gebieden Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen niet van toepassing Provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplannen niet van toepassing De provincie heeft een PRUP opgemaakt voor de afbakening van stedelijk gebied Aarschot. Het plangebied is niet opgenomen in deze afbakening. Algemeen plan van aanleg niet van toepassing juli 2013 P

42 Bijzonder plan van aanleg Binnen het plangebied ligt een klein deel van het BPA Zonevreemde terreinen (FC Rillaar Sport) MB 27/07/2007, concreet de zone met parking en kantine de zonering betreft de percelen 354c2, b2, x en y aan de Schoonderbeukenweg; het BPA beoogt enkel de bestendiging van de bestaande sport en recreatie, in dit geval een voetbalterrein met bijhorende infrastructuur; nieuwe activiteiten moeten qua milieuhinder dezelfde of minder storend zijn dan de bestaande, zowel wat dynamiek als aard van de activiteit betreft; zone voor gebouwen mag niet vergroot worden en bevat: kantine, kookruimte, kleedruimte, douches en berging; zone voor parkeerruimte mag niet uitgebreid worden en bij heraanleg mag enkel waterdoorlatend materiaal gebruikt worden. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen niet van toepassing Verkavelingsvergunningen Aanpalend aan het plangebied, goedgekeurd 24/06/1967, 251/FL/80 Zie plan feitelijke en juridische toestand. Stedenbouwkundige vergunningen De chalet is een zonevreemd vakantieverblijf opgericht in 1967 en als dusdanig vergund geacht. De latere uitbouw en de permanente bewoning (sinds 11/3/1991) is echter niet vergund. juli 2013 P

43 SECTORAAL Natuur Vogelrichtlijngebied Habitatrichtlijngebied VEN- en IVON-gebieden Gebieden met recht van voorkoop Biologische waarderingskaart Water niet van toepassing niet van toepassing niet van toepassing niet van toepassing Legende Het plangebied bevindt zich in biologisch waardevol gebied. Biologisch minder waardevol Complex Complex van biologisch van biologisch minder waardevolle (minder) en waardevolle waardevolle elementen elementen Complex Complex van biologisch van biologisch minder waardevolle, (minder, zeer) waardevolle waardevolle en zeer waardevolle elementen Complex Complex van biologisch van biologisch minder waardevolle minder en en zeer waardevolle elementen waardevolle elementen Biologisch Biologische waardevol waardevol Complex Complex van biologisch van biologisch waardevolle waardevolle en zeer waardevolle en zeer elementen waardevolle elementen Biologisch Biologisch zeer waardevol zeer waardevol Faunistisch belangrijke gebieden Beschermingszones grondwaterwinning Bevaarbare waterlopen niet van toepassing niet van toepassing Onbevaarbare waterlopen Grenzend aan het plangebied stroomt de Wolfseikloop (nr. B3124), een waterloop van 2 e categorie. Watertoets overstromingsgevoelige gebieden Een uiterst klein deel van het plangebied dat grenst aan de woningen gelegen op de Montenaken ligt in effectief overstromingsgevoelig en mogelijk overstromingsgevoelig gebied. Verkeer Bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk De Schoonderbeukenweg is opgenomen in het bovenlokale functionele fietsroutenetwerk. juli 2013 P

44 Landschap Beschermde monumenten niet van toepassing Beschermde landschappen, stads- en dorpsgezichten niet van toepassing Landschapsatlas: niet van toepassing ankerplaatsen, relictzones, lijnrelicten, puntrelicten. Traditionele landschappen Het plangebied is gelegen in het Zandige Hageland J u r i d i s c h - t e c h n i s c h e g e g e v e n s Bestaande w egenis Schoonderbeukenweg buurtweg nr. 3 & 27; voetweg nr. 118 (niet herkenbaar aanwezig in het plangebied); Bestaande w aterlopen ( buiten plangebied) 2 de cat. Wolfseikloop (nr. B3124); R e l e v a n t e w e t g e v i n g, s t u d i e s e n p l a n n e n M obiliteitsplan Aarschot Werkdomein A Ruimtelijke ontwikkelingen Ruimtelijk planning Wonen Zowel in het buitengebied als in de stedelijke kern Aarschot ligt het accent op kernversterking. Rillaar is de grootste kern in het buitengebied en zal uitgerust worden met een beperkt aanbod aan voorzieningen doch voldoende om als afgebakende autonome kern te kunnen fungeren. De binnengebieden kunnen aangesneden worden indien de behoefte wordt aangetoond via een woonbehoefte studie of GRS. Recreatie Bij de ontwikkeling van toeristisch-recreatieve activiteiten in het buiten gebied wordt er uitgegaan van recreatief medegebruik met respect voor de draagkracht van het gebied. Om de toeristisch recreatieve aanbodselementen in het buitengebied en in juli 2013 P

45 de stedelijke gebieden met elkaar te verbinden en op elkaar af te stemmen, wordt er een netwerkvorming voorgesteld. Paden en routes worden met elkaar verbonden en uitgerust als samenhangend toeristisch recreatief product. Categorisering van wegens en hun ruimtelijke gevolgen In de omgeving van het plangebied: secundaire weg type III: N10 van R25 tot aan de grens met Scherpenheuvel- Zichem lokale weg type II: Schoonderbeukenweg: heeft een verzamelende en ontsluitende functie voor het verkeer vanuit het zuidoostelijke deel van Rillaar en Schoonderbeuken, naar de N10 Diestsesteenweg lokale weg type III: Montenaken Het deel van de Schoonderbeukenweg dat aansluit bij het plangebied is lokale weg type III. Gewenste wegencategorisering (bron: Mobiliteitsplan Aarschot) Werkdomein B - Netwerken per modus Verblijfsgebieden De problematiek gesteld in dit thema omvat volgende taakstelling: het snelheidsplan en de categorisering van wegen dienen afgestemd te zijn op de verblijfsgebieden. Verblijfsgebieden zijn gebieden waarin het verblijfskarakter primeert. Er is in deze gebieden een hoge concentratie aan activiteiten, waarbij de zwakke weggebruiker centraal staat: hier wonen mensen, gaan ze winkelen, gaan kinderen naar school,. Het rijgedrag van de automobilist dient dan ook te worden aangepast aan de activiteiten in deze omgeving. De inrichting van het openbaar domein moet het verblijfskarakter en het autoluwe karakter van deze gebieden benadrukken. Algemeen geldt het principe van menging van juli 2013 P

46 autoverkeer en overig verkeer in deze verblijfsgebieden. Binnen de verblijfsgebieden primeert de plaats van de zwakke weggebruiker. Het centrum van Rillaar wordt binnen de stad Aarschot geselecteerd als verblijfsgebied. Binnen het centrum van Rillaar geldt er een snelheidsbeperking van 50 km/u. Daarnaast zijn er ook nog enkele variabele zones 30, ter hoogte van de verschillende schoolomgevingen. Het verblijfgebied wordt afgebakend door poorten op de verschillende toegangswegen. Ook hier wordt er door middel van inrichting van de publieke ruimte aangeduid dat in deze woon- en schoolomgeving lage snelheden vanzelfsprekend zijn en het een plaats is waar de zwakke weggebruiker het straatbeeld domineert. Langzame netwerken De problematiek gesteld in dit thema omvat de taakstelling om trage wegen maximaal in te schakelen in functie van het optimaliseren en/of verrijken van het langzaam netwerk. De stad Aarschot beschikt over verschillende buurtwegen. De stad is van mening dat deze buurtwegen kunnen bijdragen aan het wegwerken van missing-links binnen de verschillende langzame verkeersnetwerken. Daarom heeft de stad beslist om op middellange termijn een inventaris op te maken van verschillende trage wegen binnen de stad, en dit op basis van de atlas der buurtwegen. De buurtwegen die het meeste potentieel hebben, om een reële toegevoegde waarde te bieden voor de zwakke weggebruiker (bv. als een alternatief voor een drukke weg, of als logische, rechtstreekse verbinding met een aantrekkingspool) zullen eerst worden gerenoveerd. Bij de inrichting zal aandacht gaan naar de toegankelijkheid en een duurzame verharding. Tevens zal er bij nieuwe ruimtelijke projecten worden nagegaan welke trage wegen aanwezig zijn, en welke rol zij kunnen spelen in de ontsluiting van het gebied. Indien de wegen nog bestaan zullen deze waar noodzakelijk is, hersteld en opengesteld worden. Op deze manier kunnen zij ingeschakeld worden in de ontsluiting van nieuwe strategische projecten Planningsprocessen voor landbouw, natuur en bos Op gewestelijk niveau is het afbakeningsproces van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur afgerond. In uitvoering van het RSV stelde de Vlaamse Overheid in 2006 een ruimtelijke visie op voor structuren landbouw, natuur en bos voor de regio Hageland, waarin Aarschot gelegen is. Op 19 juli 2007 nam de Vlaamse Regering kennis van deze visie en keurde ze de beleidsmatige herbevestiging van ha agrarisch gebied en het operationeel uitvoeringsprogramma goed. Gewenste ruimtelijke structuur Het plangebied van voorliggend RUP Rillaar Sport is gesitueerd in de deelruimte Demervallei Diestiaanheuvels in de regio Hageland. De ruimtelijke visie voor landbouw, natuur en bos voor het gebied bevat volgende ruimtelijke concepten die van belang zijn voor het plangebied van het RUP: behoud en versterking van landbouw in een gevarieerd heuvellandschap; het deelconcept is binnen voorliggend RUP van toepassing op: 15.2 plateau Schoonderbeuken juli 2013 P

47 Ontwikkeling van landschappelijk en ecologisch waardevolle lineaire elementen; het deelconcept is binnen voorliggend RUP van toepassing op: 23.4 Wolfseikloop t.h.v. Montenaken 23.5 Vijversloop t.h.v. Bekkevoort 23.6 Negenbunders tussen Vijversloop en Tieltse Motte Vrijwaren van waardevolle reliëfelementen het deelconcept is binnen voorliggend RUP van toepassing op: 27.3 Vrankenbos en Slangenberg Uittreksel gewenste ruimtelijke structuur: Demervallei Diestiaanheuvels (gebied 2: centraal deel), Operationeel uitvoeringsprogramma In het operationeel uitvoeringsprogramma is aangegeven welke acties de Vlaamse regering zal ondernemen voor de uitvoering van de visie op structuren landbouw, natuur en bos. Het voorliggende RUP Rillaar Sport is gelegen in actiegebied nr. 11 Samenhangend landbouwgebied van Scherpenheuvel (HAG 7) waarbinnen de gewestplanbestemming voor het aaneengesloten landbouwgebied van Scherpenheuvel en de natuur-, bos- en overige groene bestemmingen op de gewestplannen herbevestigd worden. Herbevestiging van de agrarische gebieden Naast de opmaak van een ruimtelijke visie en het operationeel uitvoeringsprogramma werd een beleidsmatige herbevestiging van de agrarische gebieden op de gewestplannen doorgevoerd. Het RUP Rillaar Sport is gelegen binnen de afbakening van de herbevestigde agrarische gebieden (HAG). Deze herbevestiging van de agrarische gebieden maakt deel uit van de bindende bepalingen van het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen. Gemeentelijke en provinciale planningsinitiatieven binnen deze gebieden mogen dan ook geen afbreuk doen aan de ruimtelijk-functionele samenhang van de agrarische macrostructuur. Conform de omzendbrief RO2010/01 dient de keuze om de herbevestiging van de agrarische gebieden niet volledig door te vertalen in het voorliggend RUP gemotiveerd te worden. juli 2013 P

48 Uittreksel beleidsmatige herbevestiging van het gewestplan voor de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur. Bijlage bij BVR van , Motivatie voor de bestemmingswijziging in herbevestigd agrarisch gebied In de omzendbrief RO/2010/01 betreffende het ruimtelijk beleid binnen de herbevestigde agrarische gebieden wordt aangegeven dat er principieel de beleidsmarge is om een bestemmingswijziging uit te voeren. Gemeenten die reeds een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk structuurplan hebben kunnen gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen opmaken in uitvoering van de richtinggevende of bindende bepalingen van dat gemeentelijk ruimtelijk structuurplan voor recreatie. Het RUP Rillaar Sport omvat de uitbouw van een site voor sport en recreatie met hoge accommodatiegraad. Het RUP kadert bovendien binnen de beleidsopties die werden genomen in het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Aarschot. Er wordt gesteld dat wanneer er zich mogelijkheden voordoen om verschillende terreinen op één locatie te concentreren deze optie onderzocht kan worden. Langs de overzijde van de Schoonderbeukenweg bevindt zich voetbalinfrastructuur in een goedgekeurd BPA. Dit wordt ondersteund door het structuurplan. Verder wil de gemeente de verweving met het wonen zoveel mogelijk ondersteunen. Hiervoor dient de locatie voor terreinen en gebouwen voor sport en recreatie zo dicht mogelijk bij de kernen van het buitengebied gekozen te worden. De omzendbrief stelt dat gemeentelijke opties steeds getoetst zullen worden aan de ruimtelijke doelstellingen voor de op Vlaams niveau herbevestigde agrarische gebieden. Een degelijk onderbouwde verantwoording of motivering in die zin zal bijgevolg steeds een wezenlijk deel uit moeten maken van de toelichting bij deze gemeentelijke plannen. Volgende elementen dienen in deze verantwoording minimaal aan bod te komen en worden hier specifiek aangehaald. Onderzoek naar alternatieve locaties In het kader van het structuurplan is er geen locatieonderzoek gevoerd naar de sportvoorzieningen in Rillaar. Het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan stelt wel dat het beleid gericht is op het bundelen van de bijkomende behoeften aan recreatiegebied in of zo dicht mogelijk bij de kernen van het buitengebied, mits aansluiting bij de bebouwde ruimte juli 2013 P

49 en mits aftoetsing van de ruimtelijke draagkracht. Verder kunnen verschillende terreinen op één locatie geconcentreerd worden na onderzoek. De site aan de Schoonderbeukenweg wordt in het GRS gunstig beoordeeld omwille van de goede bereikbaarheid en aansluiting op de kern Rillaar. Voorliggend RUP wenst de opties uit het GRS tot concentratie van sportvoorzieningen te vertalen door op deze locatie de sportvoorzieningen uit te breiden. Er wordt gekozen voor de percelen ten noorden van de Schoonderbeukenweg omwille van het actueel bodemgebruik, een extensieve graasweide, een braakliggend terrein een zonevreemd vakantieverblijf met vijver. Een alternatieve locatie nabij de kern van Rillaar is moeilijk te vinden wegens het feit dat bundeling van sportinfrastructuur vooropstaat, wegens de goede bereikbaarheid van het vlakke terrein vanuit de woonkern en wegens het huidige bodemgebruik. Andere locaties zouden onvoldoende aansluiten bij de woonkern (cf. GRS Aarschot). Bovendien zijn de andere locaties waar zich momenteel reeds sportvoorzieningen bevinden niet geschikt voor bundeling. De velden van Groene Heide Rillaar liggen verspreid op twee locaties - Tienbundersweg 2, 3390 Houwaart (Tielt-Winge) en Rillaarsebaan, 3200 Aarschot. Ze sluiten helemaal niet aan bij de kern. Bijgevolg is het niet aangeraden om hier aansluiting bij te zoeken. Daarenboven zijn vele andere locaties ook aangeduid als herbevestigd agrarisch gebied of als landschappelijk waardevol agrarisch gebied. Onderzoek naar de impact Het plangebied maakt geen onderdeel uit van een ruimtelijk-functioneel samenhangende agrarische structuur. Het gaat om een geïsoleerd geheel dat wordt omgeven door woonlinten en beboste gebieden. Bovendien is er momenteel enkel sprake van een sporadisch gebruik van een deel van het gebied als graasweide. Ongeveer 0,85 ha (25%) van het plangebied is braakland, 2,25 ha wordt sporadisch gebruikt als graasweide en ca. 0,20 ha (6%) wordt ingenomen door de chalet met vijver en omringend groen. De uitvoering van voorliggend RUP zal dan ook geen negatieve impact kennen op de agrarisch structuur. Onderzoek naar de mogelijke flankerende maatregelen Mogelijke flankerende maatregelen voor getroffen landbouwers zijn hier niet aan de orde. Het gaat om één landbouwer die een gedeelte van het plangebied slechts sporadisch gebruikt als graasweide. Bovendien heeft de gemeente reeds een overeenkomst met de eigenaar om het terrein niet langer meer te gebruiken als graasweide en kocht ze reeds een gedeelte van het plangebied aan. Hieruit kan men besluiten dat de impact van het RUP op de landbouwer in kwestie gering zal zijn en er dus ook geen flankerende maatregelen moeten geboden worden. juli 2013 P

50

51 7. K N E L P U N T E N E N P O T E N T I ES K n e l p u n t en Een bestaande zonevreemde chalet met vijver ligt in het plangebied. De voetweg (nr.118), zoals aangeduid in de atlas der buurtwegen, is niet meer in gebruik, noch zichtbaar aanwezig op het terrein. Hij zal gedeeltelijk moeten herlegd worden om de voetbalvelden te kunnen realiseren. De hoofdontsluiting van de aanpalende voetbalsite gebeurt via de Schoonderbeukenweg (buurtweg nr.3 & 27). De weg heeft een beperkt wegprofiel. Het plangebied ligt op de grens van watergevoelig gebied. Knelpunten juli 2013 P

52 7. 2. P o t e n t i e s De aanwezige voetweg (nr.118) kan deels op het terrein hersteld worden als ontsluiting richting Diestsesteenweg (N10) voor zachte weggebruikers. Het plangebied bezit een relatief goede bereikbaarheid voor zowel personenverkeer, openbaar vervoer als zacht verkeer. Het plangebied is al grotendeels gebufferd door bosstructuren ten aanzien van de omliggende woningen. Het gebied heeft een goede topografie voor de inrichting van sportvelden. De kadastrale percelen 379/p en 379/n zijn reeds verworven door de stad. Potenties juli 2013 P

53 8. R U I M T E B E H O E F T E N S p o r t v o o r z i e n i n g e n Op basis van de enquêtes van de clubs (mei 2012) werd informatie ingezameld over de ruimtebehoefte aan sportvoorzieningen. Een gedetailleerde opsomming werd weergegeven onder 3 Programma RUP Rillaar Sport. Hieronder volgt een synthese van de totale bijkomende behoefte voor de drie sportclubs. We noteren dat het bestaande voetbalveld van de eerste ploeg behouden blijft. behoefte sportvoorziening RUP Rillaar Sport - 2 wedstrijd- en trainingsvelden, 1 keeperveldje en 1 jeugdveld - Netto vloeroppervlakte, excl. circulatieruimte, muren - parkeergelegenheid (zonder het bestaand voetbalveld aan de Schoonderbeukenweg) minimale opp. (m²) (58 pp) P a r k e e r b e h o e f t e n I nfo vanuit de sportclubs De huidige behoefte naar parking voor de leden en toeschouwers van de sportclubs (FC Rillaar Sport, Judoclub Kibo Rillaar, TTC Rillaar) werd bevraagd. De tabellen inzake parkeerbehoeften zijn opgenomen in bijlage. Na een mogelijke verhuisbeweging van Langestraat naar de Schoonderbeukenweg verwacht men geen uitbreiding van de mobiliteitsbewegingen of wijziging in verkeersmodus voor de verplaatsingen van en naar de clubs. Op basis van de verzamelde gegevens dienen minimaal 90 parkeerplaatsen voorzien te worden voor de clubleden. Op maandag en woensdag zijn er op hetzelfde moment sportactiviteiten van de voetbal-, judo- en tafeltennisclub. Uit de enquête blijkt dat er op het piekmoment nood is aan 89 parkeerplaatsen. Daarbij moet men ook ruimte voorzien voor de sporters die worden afgezet en opgehaald. Op woensdag passeren er binnen een tijdsspanne van 5 uur, ca. tussen 17u30 en 22u30, ongeveer 100 wagens die sporters komen afzetten. In totaal betekent dit een 200-tal bewegingen (bovenop zij die gebruik maken van de parking) gespreid over de volledige woensdagavond. Een ruimte voorzien van enkele plaatsen voor stilstand, zoals bijvoorbeeld een kiss&ride-zone zal dan zorgen voor een vlottere doorstroming van de verkeerscirculatie. De totale parkeerbehoefte is dus minimaal 100 parkeerplaatsen. De clubs vermelden alleen cijfers in verband met hun ledenaantal en houden geen rekening met supporters. juli 2013 P

54 Berekening parkeerbehoeften op basis van CROW Op basis van de rekentool van CROW werd ook op theoretische berekening gedaan van de behoefte aan parkeerplaatsen. Voor de berekening van de parkeerbehoeften werd ook het bestaande voetbalveld van de eerste ploeg mee in rekening gebracht. Het gaat hier immers over een bundeling van infrastructuren en dus ook een bundeling van parkeervoorzieningen. de sportvelden 5 (ca. 2,35 ha) minimaal (13 pp./ha) maximaal (27 pp./ha) spelers en aandeel bezoekers (95%) min. 31 pp. max. 64 pp. de sporthallen (ca m² bvo) minimaal (1,9 pp./100 m² bvo) maximaal (3,1 pp./100 m² bvo) spelers en aandeel bezoekers (96%) min. 42 pp. max. 69 pp. Theoretisch wordt minimaal 18 m² en maximaal 24 m² gerekend per parkeerplaats. Deze oppervlaktes zijn richtinggevend en worden bepaald in functie van de frequentie van gebruik en de vorm van het perceel (kencijfers CROW ASVV 2012). Via de berekening dienen er minimaal 73 pp en maximaal 133 pp te worden voorzien voor de volledige sportinfrastructuur. Rekent men met een gemiddelde oppervlakte van 21 m² per parkeerplaats dan dient de parking minimaal m² en maximaal m² te zijn. Om geen overlast op de smalle Schoonderbeukenweg te veroorzaken wordt geopteerd voor de maximale oppervlakte voor parkeergelegenheden te hanteren. De bestaande parking, gelegen binnen het BPA zonevreemde recreatie, heeft een bruikbare oppervlakte van m² en biedt dus theoretisch plaats aan 51 personenwagens. De parking kan beperkt worden uitgebreid (bij afbraak kantine en kleedkamers) binnen het voorliggend RUP tot bijna m² of maximaal 80 auto s. In dit geval dient nog minimaal m² bijkomende parkeervoorzieningen in het RUP te worden voorzien. Dit zijn echter theoretische waarden waarbij er rekening dient gehouden te worden met de voetnoten van de CROW, m.n. de configuratie van de parkeerzone, de toepassing van een forse marge, etc. Tot slot worden er in de stedenbouwkundige voorschriften bepalingen opgenomen om een kiss&ride-zone van minstens 3 standplaatsen in te richten. Een oppervlakte van drie keer 21 m² dient hierbij ook nog verrekend te worden. Bijkomend voorziet men best ook nog ruimte voor de stalling van fietsen en/of bromfietsen. Gelet op het feit dat het hier om richtcijfers van de CROW gaat, en met de resultaten van de enquête in acht genomen en gezien het smalle profiel van de openbare weg is het raadzaam om minstens de geschatte parkeerplaatsen (133 pp) te voorzien. 5 Bij het toepassen van deze cijfers moet een forse marge in acht worden genomen. De parkeercijfers zijn exclusief kantine, kleedruimte, oefenveldje en toiletten. (CROW, 2012) juli 2013 P

55 9. D O E L S T E L L I N G E N herlokalisatie van de deels zonevreemde infrastructuur van de Langestraat de uitbreiding van de recreatiezone Rillaar Sport de bundeling van diverse lokale sportvoorzieningen op een site het ter beschikking stellen van de kantine en sportzaal voor alle verenigingen van Rillaar de intensief gebruikte infrastructuren, zoals parkeervoorzieningen zo nauw mogelijk te laten aansluiten bij de openbare wegenis het voorzien van voldoende parkeervoorzieningen zodat de omliggende woonstraten gevrijwaard kunnen worden van parkeeroverlast integratie in het landschap ten opzichte van de omwonenden, de landbouwactiviteiten, de ecologische en natuurwaarden voldoende ruimte voor hemelwateropvang voorzien evenals maximaal hergebruik van hemelwater juli 2013 P

56

57 10. R U I M T E L I J K E C O N C E P T E N G e b u n d e l d e i n f r a s t r u c t u u r a a n s l u i t e n d b i j d e k e r n v a n R i l l a a r Bundeling van de infrastructuur moet optimaal gebeuren zodat de impact op het landschap minimaal blijft. De intensief gebruikte infrastructuren, zoals de parking en de gebouwen, moeten zo veel mogelijk aansluiten bij de al bestaande bebouwing gelegen aan de Schoonderbeukenweg zodat de open ruimte zo veel mogelijk bewaard blijft. juli 2013 P

58 R u i m t e v o o r w a t e r Door de aanwezigheid van de Wolfseikloop (cat.2, nr. B3124) bevindt het aanpalende deel van het plangebied aan deze waterloop zich in, van nature overstroombaar gebied vanuit een waterloop. Deze zone ligt in recent overstroombaar gebied en is ook zeer gevoelig gebied voor grondwaterstroming. Door in deze zone ruimte te voorzien waarin water op een natuurlijke manier in de bodem kan infiltreren zonder dat de recreatie hier hinder van zal ondervinden zal ook de natuurwaarde van het plangebied en de zone rondom de Wolfseikloop verhogen. juli 2013 P

59 O n t s l u i t i n g R i l l a a r s p o r t Door het toekomstig gebruik en de ligging moet er nagedacht worden over de ontsluiting van de site, zodat er zich geen problemen voordoen in de toekomst. De Schoonderbeukenweg is een tweerichtingsstraat met maar 1 rijstrook, hierdoor dient de parking voor de recreatiezone zo kort mogelijk bij de ontsluitende wegenis ingepland te worden zodat de verkeersdruk minimaal blijft. Fietsers en voetgangers kunnen via de Schoonderbeukenweg en via Montenaken de site bereiken. Door het herstellen van de voetweg (nr.118) zullen de voetgangers een snelle en veilige verbinding hebben met de Diestsesteenweg. Deze kan dan ook gebruikt worden door de recreanten die gebruik maken van de bus 35 Aarschot Rillaar Scherpenheuvel Diest van de Lijn. De zachte weggebruikers die uit zuidelijke richting komen kunnen gebruik maken van de buurtweg (nr.3) die een autovrije verbinding geeft tot de Schoonderbeukenweg en van de belbushalte Vrankenbosstraat. Overgangsmaatregel Indien de stad op korte termijn niet over de mogelijkheid beschikt om het perceel waarop de chalet zich situeert te verwerven, is het mogelijk dat tijdelijk een parking elders dient ingericht (zie P*). In dit geval kan de ontsluiting voor gemotoriseerd verkeer ook gebeuren via Montenaken. juli 2013 P

60 I n r i c h t i n g s s c e n a r i o s Onderstaande schetsen geven ideeën over de mogelijke inrichting van het RUP Rillaar Sport. Afhankelijk van de inrichting van het plangebied blijft er meer of minder groene ruimte over om een buurtparkje in te richten. De inrichtingsvoorstellen 1 tot en met 4 geven de volledige invulling van het terrein. Inrichtingsvoorstel 1 De eerste figuur voorziet een concentratie van de bebouwing en van de parking zo dicht mogelijk bij de reeds bestaande bebouwing. De bebouwde oppervlakte bedraagt maximale m². Dit wil zeggen dat er twee bouwlagen nodig zullen zijn om de ruimtebehoefte van de clubs te dekken. Inrichtingsvoorstel 1 juli 2013 P

61 Inrichtingsvoorstel 2 Een ander scenario plant de bebouwing in dichtbij de Schoonderbeukenweg. Hierdoor heeft men vanuit de kantine een goede kijkrelatie op één van de grote velden en op het jeugdveld. Inrichtingsvoorstel 2 juli 2013 P

62 Inrichtingsvoorstel 3 Het idee waarbij de bebouwing ingericht wordt tussen de twee grote trainingsvelden is eveneens mogelijk. Eén voetbalveld met uitloopzones ligt dan volledig tegen de noordelijke perceelsgrens. Naar het zuiden toe grenst het gebouw en vervolgens de voetbalvelden volledig aan elkaar. Een uitloopzone van het jeugdveld zal hier bovendien overlappen met een uitloopzone van het grote voetbalveld. Indien de voetbalvelden en het gebouw iets smaller wordt ingericht dan moeten de uitloopzones niet noodzakelijk overlappen. Het voordeel van dit idee is de zeer gunstige zicht op de twee grote voetbalvelden. Inrichtingsvoorstel 3 juli 2013 P

63 Inrichtingsvoorstel 4 In het laatste voorstel tot inrichting wordt de ordening van de infrastructuur erg willekeurig ingeplant. Het positieve aan dit scenario is de onbenutte open ruimte tussen de speelvelden. In de voorgaande voorstellen was deze vooral geconcentreerd in het oostelijke deel rond de inrichting van een bufferbekken. Inrichtingsvoorstel 4 juli 2013 P

64

65 11. E F F E C T E N VA N H E T RUP O n d e r z o e k t o t m. e. r. De m.e.r.-screening (onderzoek tot m.e.r.) wordt hier integraal geïntegreerd in de toelichtingsnota van het voorliggend RUP. Deze dient dan ook samen gelezen te worden met de andere hoofdstukken van de toelichtingsnota, de bestaande toestand, het grafisch plan en de stedenbouwkundige voorschriften. Op deze wijze heeft de lezer steeds volledige inzage in het RUP en specifiek in de bestaande toestand als referentiesituatie en de planningscontext waarbinnen het RUP Rillaar Sport kadert M ethodiek Een eerste stap in het onderzoek tot m.e.r. is nagaan of het RUP niet van rechtswege plan- MER-plichtig is volgens de regelgeving zoals vastgelegd in het plan-mer-decreet van 27 april Indien dit niet het geval is, kan overgegaan worden tot de beschrijving en evaluatie van de te verwachten aanzienlijke effecten van het voorgenomen plan en de redelijke alternatieven. Om het onderzoek naar de milieueffecten op een kwalitatieve en eenduidige wijze te kunnen voeren, wordt het plangebied onderverdeeld in verschillende planonderdelen. Deze worden zodanig gekozen dat de ontwikkelingsmogelijkheden geboden door voorliggend RUP binnen eenzelfde planonderdeel sterk gelijkaardig zijn. Voor elk planonderdeel wordt het afwegingskader ingevuld samen met de kwetsbaarheid van de verschillende disciplines 6. Dit afwegingskader doet dienst als toetsing van de relevantie van de verschillende disciplines waarbinnen milieueffecten kunnen optreden. De beoordeling kan variëren tussen zeer relevant, relevant, beperkt relevant en niet relevant. Afhankelijk van deze beoordeling zullen de disciplines meer of minder uitgebreid onderzocht en besproken worden. Bij het onderzoek van de milieueffecten worden er per discipline volgende stappen ondernomen. In een eerste fase wordt de referentiesituatie besproken. Deze geeft een indicatie van de kwetsbaarheid van het plangebied. In een tweede fase worden de milieueffecten en milderende maatregelen besproken. Afhankelijk van het oordeel in het afwegingskader kan het gaan om een zeer beknopte, beknopte of uitgebreide bespreking. Ten slotte wordt een besluit getrokken over het al dan niet aanwezig zijn van aanzienlijke negatieve milieueffecten. 6 De kwetsbaarheid van de verschillende disciplines wordt afgeleid uit de referentiesituatie in het plangebied. De bespreking hiervan gebeurt bij de beoordeling van de milieueffecten. juli 2013 P

66 Toepassingsgebied Het RUP is niet van rechtswege plan-mer-plichtig omwille van volgende redenen: Het RUP vormt het kader voor de toekenning van een vergunning voor een project opgesomd in bijlage I, II of III van het project-m.e.r.-besluit van 10 december 2004, namelijk voor een project opgesomd in rubriek 10b (stadsontwikkelingsprojecten) van bijlage III. Het RUP bepaalt echter het gebruik van een klein gebied op lokaal niveau. Bijgevolg is het RUP dus screeningsgerechtigd. Het RUP is geen plan of programma waarvoor een passende beoordeling vereist is zoals bepaald door het artikel 36ter 3 van het natuurdecreet. Omwille van bovenstaande motivering dient besloten te worden dat het RUP van rechtswege niet plan-mer-plichtig is, maar wel screeningsplichtig. Naargelang het resultaat van het onderzoek naar mogelijke aanzienlijke milieueffecten, wordt er een oordeel geveld over de noodzaak van de opmaak van een plan-mer: indien er geen aanzienlijke milieueffecten kunnen zijn: geen plan-mer-plicht; indien er wel aanzienlijke milieueffecten kunnen worden aangetoond voor één of meerdere criteria: wel plan-mer-plicht Planonderdelen en afw egingskader Om het onderzoek tot m.e.r. op een kwalitatieve wijze te kunnen voeren, worden onderstaande planonderdelen afgebakend binnen het RUP Rillaar Sport dat een totale oppervlakte van zo n 3,72 ha beslaat. De planonderdelen in het plangebied zijn: A: zone voor sport en spel +/- 3,31 ha: B: zone voor buffer +/- 0,21 ha: C: zone voor openbare wegenis +/- 0,20 ha: Onderstaande tabel geeft een synthese van de te verwachten milieueffecten per planonderdeel. Ze vormt eveneens de basis om te bepalen of het noodzakelijk is om een discipline aan een uitgebreid, beknopt, zeer beknopt of geen nader onderzoek te onderwerpen. De invulling van deze tabel wordt verklaard in de tekstuele bespreking van de verschillende disciplines. juli 2013 P

67 Bodem Energie- en grondstoffenvoorraden Grond- en oppervlaktewater Geluid en trillingen Lucht Atmosfeer en klimatologische factoren Licht Fauna en flora Landschap, onroerend erfgoed en archeologie Mens en ruimte RUP Rillaar Sport referentiesituatie o/x oo o/x o/x oo oo oo o/x o o/x beoordeling effect nvt nvt A - (-) - +/- (-) - (-) (+) B +/- (+) + +/- +/- +/- + + C +/- (-) - +/- +/- +/- +/- (+) relevant? x o x x o/x o o/x x x x referentiesituatie: kwetsbaarheid van de discipline xx = zeer kwetsbaar x = kwetsbaar o/x = matig kwetsbaar o = niet uitgesproken kwetsbaar oo = niet kwetsbaar beoordeling effect: mate waarin binnen het planonderdeel effecten op een specifieke discipline kunnen verwacht worden nvt = niet van toepassing - - = een aanzienlijk negatief effect - = een negatief effect (-) = een licht negatief effect +/- = geen effect (+) = een licht positief effect + = een positief effect + + = een aanzienlijk positief effect t = het effect is tijdelijk van aard relevant?: relevantie van discipline bij beoordeling milieueffecten xx = zeer relevant uitgebreide bespreking aangewezen x = relevant beknopte bespreking aangewezen o/x = beperkt relevant zeer beknopte bespreking aangewezen o = niet relevant bespreking niet aangewezen Beoordeling milieueffecten Bodem Referentiesituatie Fysische bodemtoestand De bodem in het plangebied bestaat grotendeels uit nat zandleem. De bodem heeft een sterk gevlekte, verbrokkelde textuur B horizont (Lhc). In het oosten van het plangebied treft men een zeer sterk gleyige kleibodem zonder profiel aan (Efp). In het zuidwesten van het plangebied situeert zicht een matig natte zandleembodem met sterk gevlekt, verbrokkelde textuur B horizont (Ldc). Er kan gesteld worden dat de fysische bodemtoestand in het plangebied matig kwetsbaar is wegens de fijne korrelgroottes van de bodem. juli 2013 P

68 Legende Antropogeen Vochtig zand Nat zandleem Vochtig zandleem Natte klei Bodemkaart (AGIV, 2012) Bodemkwaliteit Bij de beoordeling van de bodemkwaliteit vormen de gevoeligheidskaarten voor verzuring, verdroging en eutrofiëring belangrijke informatiebronnen. Het plangebied is niet kwetsbaar voor verzuring, verdroging of eutrofiëring. Conclusie Globaal kan gesteld worden dat het plangebied hoofdzakelijk niet tot matig kwetsbaar is wat betreft de discipline bodem. Een beperkt onderzoek naar de effecten van voorliggend RUP op de bodem is aangewezen omdat een kleine toename aan bebouwing en verhardingen gerealiseerd kan worden. Milieueffecten en milderende maatregelen Fysische bodemtoestand De fysische bodemtoestand in het plangebied zal gewijzigd worden door een toename aan bebouwing en verhardingen. Binnen het planonderdeel A (zone voor sport en spel) wordt er ruimte voorzien voor één gebouw met een brutovloeroppervlakte van maximaal m² en aanverwante infrastructuur (tribunes, dug-outs, ) met een oppervlakte van maximum 750 m². Het gebouw dient te bestaan uit twee bouwlagen daar de maximale bebouwde oppervlakte m² mag zijn. Men kan verder stellen dat de bodem door de bestaande infrastructuur al verstoord werd. Het gaat over een verstoring ten gevolge van een aanwezige vakantiechalet met vijver en toegangsweg die een oppervlakte beslaan van ca m². Ook de bestaande kantine met kleedkamers heeft een oppervlakte van ca. 325 m². De overige delen, bestaande uit weiland en braakland, zullen opgevuld worden door voetbalvelden en parkeergelegenheden. Gerekend met de indicatieve cijfers van CROW, en rekening houdend met de parkeervoorzieningen en het kantinegebouw in het huidig BPA voor FC Rillaar, dient er nog ca m² aan verharding aangelegd te worden, d.i m² voor parkeergelegenheden en 65 m² voor een kiss&ride-zone. De parking dient evenwel ingericht te worden met waterdoorlatende materialen. Een ander bodemverstoringsgegeven volgt uit de behoefte om het terrein te nivelleren en op bepaalde plaatsen op te hogen met meer dan 50 cm. Dit dient te gebeuren in functie van de aanleg van de voetbalvelden en een goed werkend drainagesysteem. De zone voor buffer (planonderdeel B) zal geen invloed uitoefenen op de fysische bodemtoestand. Een gedeeltelijke verbreding van de Schoonderbeukenweg (planonderdeel C) ten gunste van een betere ontsluiting naar het terrein zal slechts van beperkte invloed uitoefenen op de fysische bodemtoestand. juli 2013 P

69 Bodemkwaliteit Het voorliggend RUP maakt geen activiteiten met een negatieve impact op de bodemkwaliteit mogelijk. Beoordeling Concluderend kan gesteld worden dat de uitvoering van voorliggend RUP de bodem gedeeltelijk zal wijzigen naar een meer antropogene ondergrond. De bestaande toestand is zowel braak- en weiland als deels bebouwd. Het voorliggend RUP voorziet een beperkte uitbreiding van de bebouwde oppervlakte en verhardingen. De toekomstige bebouwing heeft dan ook een maximaal bebouwde oppervlakte van m² (cf. de stedenbouwkundige voorschriften). Verder dienen verhardingen steeds te bestaan uit waterdoorlatende materialen. De bodem is hier evenwel niet uitgesproken kwetsbaar en de effecten zijn niet van die aard dat er sprake zal zijn van aanzienlijke negatieve milieueffecten op de discipline bodem. Energie- en grondstoffenvoorraden De uitvoering van het RUP zal geen aanzienlijke wijzigingen in de aanwezige energie- en grondstoffenvoorraden veroorzaken. Grond- en oppervlaktewater Referentiesituatie Grond- en oppervlaktewaterhuishouding Volgens de Vlaamse Hydrografische Atlas (VHA) stroomt de Wolfeikloop ten zuidoosten van het plangebied van voorliggend RUP Rillaar Sport. Deze waterloop van tweede categorie, grenst aan het plangebied (AGIV, 2012) maar ze wordt niet opgenomen in het RUP. De drainagekaart toont aan dat het plangebied gecategoriseerd is als natte tot zeer natte zone (AGIV, 2012). Andere aspecten van de grond- en oppervlaktewaterhuishouding zullen besproken worden onder de watertoets (11.2). Drainagekaart (AGIV, 2012) Kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater Het plangebied is niet gelegen in een beschermingszone voor waterwinning. Op een afstand van ca. 400 m ten zuidwesten van het plangebied treft men een vergunde grondwaterput aan. juli 2013 P

70 Wat betreft de grondwaterkwetsbaarheid 7 is het plangebied zeer kwetsbaar (Ca1). Ca1- gronden hebben een zandige deklaag en/of de deklaag is minder dan 5 m dik. De watervoerende laag bestaat hier uit zand (AGIV, 2012). Volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij bevindt het plangebied van voorliggend RUP zich deels in collectief te optimaliseren buitengebied en is het deels niet gecategoriseerd. Dit betekent dat er momenteel nog geen aansluiting is op een operationele waterzuiveringsinstallatie via een gescheiden riolering. In het collectief te optimaliseren buitengebied is de realisatie van een aansluiting op een operationele waterzuiveringsinstallatie via een gescheiden riolering gepland. Legende Centraal gebied Collectief te optimaliseren buitengebied Individueel te optimaliseren buitengebied Zoneringsplan (VMM, 2012) Conclusie Uit dit alles kan geconcludeerd worden dat het plangebied matig kwetsbaar is wat betreft de discipline grond- en oppervlaktewater. Milieueffecten en milderende maatregelen Grond- en oppervlaktewaterhuishouding De effecten op de grond- en oppervlaktewaterhuishouding en de milderende maatregelen worden hier kort besproken en zullen uitgebreider aan bod komen in de watertoets. Bebouwing en verhardingen hebben een grote invloed op de grond- en oppervlaktewaterhuishouding. Een toename in bebouwing en verharde oppervlakte resulteert immers in een toename in de hoeveelheid afvloeiend hemelwater. Onder de discipline bodem werd reeds gesteld dat de uitvoering van het RUP Rillaar Sport zal resulteren in een kleine toename aan bebouwing en verhardingen ten opzichte van de bestaande toestand (planonderdelen A en C). De nodige maatregelen dienen dan ook genomen te worden om het afvloeiend hemelwater op te vangen, te hergebruiken of vertraagd af te voeren. Hiertoe worden bepalingen opgenomen in de stedenbouwkundige voorschriften. Prioriteit gaat naar hergebruik boven buffering met vertraagde afvoer. Daarenboven voorzien de stedenbouwkundige bepalingen van het RUP de inrichting van een opvangsysteem voor hemelwater voor het oostelijk en overstromingsgevoelig gedeelte. Indien de nodige maatregelen worden genomen zoals voorzien in de vigerende wetgevingen en opgenomen in het RUP, kan er gesteld worden dat er geen sprake zal zijn van een negatief effect op de grondwaterstroming. 7 De grondwaterkwetsbaarheid van een gebied is een code die het risico op verontreiniging van het grondwater in de bovenste watervoerende laag aangeeft (DOV, 2012). juli 2013 P

71 Kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater Wat betreft de kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater moeten enkele aspecten in rekening genomen worden. De dunne en/of zandige deklaag bovenop de watervoerende laag zorgt ervoor dat het grondwater zeer kwetsbaar is. De bestemmings- en inrichtingsbepalingen vanuit het voorliggend RUP maken echter geen activiteiten mogelijk die zouden kunnen resulteren in de vervuiling van het grond- en oppervlaktewater. De bebouwing binnen het plangebied zal gerealiseerd worden nabij of binnen het collectief te optimaliseren buitengebied. Op termijn zal deze bebouwing dan ook een aansluiting op het gescheiden rioleringsstelsel kennen. Indien dit op korte termijn niet het geval is dient evenwel voorzien te worden in een kleinschalige waterzuiveringsinstallatie (KWZI) of een individuele behandeling afvalwater (IBA). Beoordeling Concluderend kan gesteld worden dat de uitvoering van het RUP niet zal resulteren in aanzienlijke negatieve milieueffecten op de discipline grond- en oppervlaktewater. Het grond- en oppervlaktewater in het gebied is kwetsbaar maar het voorliggend RUP maakt de ontwikkeling van activiteiten met een aanzienlijk negatief effect op het grond- en oppervlaktewater niet mogelijk. Geluid en trillingen Binnen deze discipline geldt er een overdracht naar de discipline mens en ruimte en de discipline fauna en flora. Een uitgebreide bespreking van de discipline geluid en trillingen voor het RUP Rillaar Sport is niet aan de orde. De enige geluidsbelasting wordt veroorzaakt door plaatselijk verkeer en door eventuele supporters tijdens voetbalwedstrijden. De belangrijke wedstrijden van de eerste ploeg worden gespeeld op het bestaande voetbalveld aan de Schoonderbeukenweg. De voetbalterreinen binnen het voorliggend RUP zullen hoofdzakelijk aangewend worden voor trainingen. De overige sporten, m.n. tafeltennis en judo, vinden indoor plaats waardoor deze activiteiten an sich niet zullen bijdragen aan geluidsbelasting voor de omgeving. Het plangebied grenst aan de achterzijde van tuinen van omliggende woningen. De woningen zelf bevinden zich op een afstand van minimaal 40 m t.o.v. de grens van het plangebied. Bovendien wordt er t.o.v. de woonzones voorzien in een bufferzone (planonderdeel B) bestaande uit bomen, heesters en hagen. De effecten met betrekking tot mobiliteit zullen verder besproken worden onder de discipline mens en ruimte. Concluderend kan gesteld worden dat er een toename aan geluid zal geproduceerd worden. De intensiteit van dit bijkomend geluid ten gevolge van de sportactiviteiten en het gemotoriseerd verkeer is evenwel niet van die aard dat het zal resulteren in een aanzienlijk negatief effect op de discipline geluid en trillingen. Atmosfeer en klimatologische factoren Binnen deze discipline geldt er een overdracht naar de discipline lucht. Een bespreking van de discipline atmosfeer en klimatologische factoren voor het RUP Rillaar Sport is niet aan de orde (zie discipline lucht). juli 2013 P

72 Lucht Binnen deze discipline geldt er een overdracht naar de discipline mens en ruimte. Een uitgebreide bespreking van de discipline lucht is niet aan de orde. De gegevens van de dienst lucht van de Vlaamse Milieumaatschappij met betrekking tot de luchtkwaliteit in Vlaanderen geven een beeld van de luchtkwaliteit in het plangebied 8. Het jaargemiddelde voor NO 2 bedraagt 15,8 µg/m³ en dit voor PM 10 20,8 µg/m³. Beiden blijven ruim onder de Europese norm. Een daggemiddelde van 50 µg/m³ wordt 10 maal per jaar overschreden wat dus ook ruim onder de Europese norm ligt. Er kan dan ook gesteld worden dat het plangebied wordt gekenmerkt door een relatief goede luchtkwaliteit. Voorliggend RUP maakt bovendien geen activiteiten mogelijk die kunnen resulteren in een aanzienlijk negatief effect op de luchtkwaliteit in het gebied en de omgeving. De bijkomende verkeersgeneratie is niet van die aard dat ze een negatieve impact zal hebben op de luchtkwaliteit (cf. mens en ruimte en geluid en trillingen). Globaal kan gesteld worden dat voorliggend RUP niet zal resulteren in een negatief effect op de discipline lucht. Licht Binnen deze discipline geldt er een overdracht naar de discipline mens en ruimte en de discipline fauna en flora Een bespreking van deze discipline is niet aan de orde. De inrichting van voorliggend RUP garandeert het maken van een goede afweging bij de bouwaanvraag voor constructies (zoals lichtmasten) ten opzichte van de omwonenden, inzake privacy, hinder, keuze van verlichtingselementen (lichtsterkte, straalrichting, verlichtingsduur ), etc. De inrichting van een bufferzone zal de lichtimpact verder beperken. Fauna en flora Referentiesituatie Er situeren zich geen speciale beschermingszones of delen van het Vlaams Ecologisch Netwerk en het Integraal Verwevings- en Ondersteunend netwerk in de onmiddellijke omgeving van het plangebied. Het meest nabijgelegen VEN-gebied, m.n. de Grote Eenheid Natuur 552: Demervallei ten oosten van Aarschot, ligt op ca. 0,5 km ten noorden van het plangebied. De indicatie van verlies aan ecotopen is een extra aspect om de kwetsbaarheid van het ecosysteem te begroten. Voor het RUP Rillaar Sport concludeert men dat het betreffende gebied niet tot weinig kwetsbaar is voor ecotoopverlies. Het plangebied is overwegend biologisch waardevol, met uitzondering van de bestaande parking met kantine en de vergund geachte chalet met vijver. Tijdens een terreinbezoek in april 2001 inventariseerde men soortenrijk permanent cultuurgrasland met relicten van halfnatuurlijke graslanden en een bomenrij met dominante van populier (Populus sp.) als biologisch waardevol. In het zuidoosten grenst het plangebied aan een eikenbos dat gecategoriseerd wordt als biologisch zeer waardevol. Het bos is tevens zeer kwetsbaar voor 8 De polluenten NO2 (stikstofdioxide) en PM 10 (fijn stof) zijn hiervoor de belangrijkste indicatoren in Vlaanderen. De huidig geldende Europees vastgelegde jaargrenswaarde bedraagt voor de betrokken polluenten NO 2 en PM g/m³. Bovendien mag voor PM 10 een daggemiddelde van 50 g/m³ niet meer dan 35 keer per jaar overschreden worden. juli 2013 P

73 ecotoopverlies. Ten noorden van het plangebied situeren zich populierenaanplant op vochtige grond met elzen- en/of wilgenondergroei. Dit klein bosje is biologisch waardevol en kwetsbaar voor ecotoopverlies. Ecosysteemkwetsbaarheidskaart ecotoopverlies (AGIV, 2012) Legende Biologisch minder waardevol Complex van biologisch minder waardevolle en waardevolle gebieden Complex van biologisch minder waardevolle, waardevolle en zeer waardevolle elementen Complex van biologisch minder waardevolle en zeer waardevolle elementen Biologisch waardevol Complex van biologisch waardevolle en zeer waardevolle elementen Biologisch zeer waardevol Faunistisch belangrijke gebieden Biologische waarderingskaart (AGIV, 2012) Concluderend kan gesteld worden dat het plangebied matig kwetsbaar is wat betreft de discipline fauna en flora. Zijn directe omgeving, voornamelijk het eikenbos ten zuidoosten van het plangebied, is kwetsbaar. Milieueffecten en milderende maatregelen Vanuit de referentiesituatie komt naar voren dat het plangebied overwegend biologisch waardevol is. Het gaat om soortenrijk permanent cultuurgrasland met relicten van halfnatuurlijke graslanden. Deze graslanden zijn zeer algemeen in Vlaanderen. De uitvoering van voorliggend RUP zal ervoor zorgen dat deze graslanden in het plangebied nagenoeg volledig zullen verdwijnen. Dit dient dan ook gezien te worden als een negatief effect op de fauna en flora. Gezien de algemene verspreiding en de kenmerken van deze graslanden gaat het hier evenwel geenszins om een aanzienlijk negatief effect. De uitvoering van het RUP voorziet maatregelen om zo min mogelijk invloed uit te oefenen op het eikenbos ten zuidoosten van het plangebied. Het gemotoriseerd verkeer dat gegenereerd wordt door de sportinfrastructuur binnen het voorliggend RUP zal een ontsluiting kennen via de Schoonderbeukenweg, en dit zonder een afwikkeling naar Montenaken. Een tijdelijke uitzondering is toegelaten waarbij het gemotoriseerd verkeer toch mag afwikkelen via Montenaken in functie van de bereikbaarheid van een nieuwe parking (cf ontsluiting Rillaar sport). Deze uitzondering maakt deel uit van een overgangsmaatregel. Daarnaast wordt bij elk inrichtingsvoorstel het opvangsysteem voor juli 2013 P

74 hemelwater aangeduid in het oosten van het plangebied. Bijkomende bebouwing en verhardingen (parkeervoorzieningen) dienen gerealiseerd te worden aansluitend bij de Schoonderbeukenweg Beoordeling Globaal kan gesteld worden dat de uitvoering van het voorliggend RUP zal resulteren in een licht negatief effect op de discipline fauna en flora. Het biologisch waardevol soortenrijk cultuurgrasland zal immers verdwijnen. Gezien de aard van het grasland en het algemeen voorkomen in Vlaanderen kan dit evenwel niet gezien worden als een aanzienlijk negatief effect. Landschap, onroerend erfgoed en archeologie Referentiesituatie Het RUP Rillaar Sport is gelegen in het traditionele landschap Zandig Hageland. Binnen het plangebied bevinden er zich noch ankerplaatsen of relictzones, noch lijn-,of puntrelicten. In de omgeving, binnen het bosareaal ten zuiden van het voorliggend RUP, situeert zich de relictzone Hellingsbossen van Noord-Haspengouw (R20065). De relictzone heeft zowel een wetenschappelijke, als historische en esthetische waarde. De intrinsieke waarde staat steeds in relatie met de Diestiaanruggen en bijhorende vegetatie. De Centrale Archeologische Inventaris (CAI) is een inventaris van tot nog toe gekende archeologische vindplaatsen. Binnen het plangebied van het voorliggend RUP geeft de CAI geen vindplaatsen van archeologisch erfgoed weer. Algemeen kan men stellen dat het plangebied niet kwetsbaar is wat betreft de discipline landschap, onroerend erfgoed en archeologie. Landschapsatlas - relictzone (AGIV, 2012) Milieueffecten en milderende maatregelen Binnen het plangebied zijn er geen waardevolle landschapselementen, onroerend erfgoed of gekend archeologisch erfgoed aanwezig. De buffers zullen bovendien zorgen voor een goede landschappelijke inpassing. De relictzone bevindt zich op ruime afstand van het plangebied langs de overzijde van de Schoonderbeukenweg. De ontwikkelingen in het RUP zullen dan ook niet resulteren in een aanzienlijk negatief effect op de discipline landschap, onroerend erfgoed en archeologie. Vanwege het specifieke karakter van het archeologisch erfgoed dat voor ons verborgen zit in de ondergrond is het onmogelijk om op basis van de Centrale Archeologische Inventaris uitspraken te doen over de aan- of afwezigheid van archeologische sporen. De aan- of afwezigheid van archeologische sporen dient met verder onderzoek vastgesteld te worden. juli 2013 P

75 De stedenbouwkundige voorschriften dienen de mogelijkheid tot archeologische prospectie bij infrastructuurwerken met impact op de bodem gevolgd door eventuele opgravingen te garanderen. Beoordeling Globaal kan gesteld worden dat het RUP geenszins zal resulteren in een negatieve impact op de discipline landschap, onroerend erfgoed en archeologie. Mens en ruimte Zoals reeds gesteld, wordt voorliggend RUP opgemaakt met oog op de bundeling en de tegemoetkoming aan de behoefte van drie sportclubs voor sportinfrastructuur. In dit kader dient het RUP dan ook gezien te worden als een positief gegeven voor de gemeenschap en een versterking van het verenigingsleven en sportvoorzieningen. Het voorliggend RUP sluit aan bij en overlapt deels met het BPA dat het voetbalveld van FC Rillaar aan de Schoonderbeukenweg reeds bestendigde. Een weide die occasioneel wordt gebruikt en een stuk braakliggend terrein zullen aangewend worden om de infrastructuur in te planten. Een deel van het plangebied is reeds verworven door de stad. De overige percelen zullen via aankoop of onteigening ingenomen worden. Een aanwezige chalet zal hierdoor plaats moeten ruimen. De bespreking van de impact op de landbouwsector is terug te vinden onder Aangezien zich hier momenteel slechts in zeer beperkte mate actieve landbouw bevindt, kan er besloten worden dat het RUP geenszins zal resulteren in een aanzienlijk negatief effect op de landbouw. Bovendien kent de bodem te natte drainage voor het telen van gewassen met zware landbouwmachines. Het plangebied grenst hoofdzakelijk aan achtertuinen of bosbestanden. Een uitzondering situeert zich in het westen waarbij de zijdelingse perceelsgrens van huisnummer 109 grenst aan het voorliggend RUP. Aan deze grens, en aan de grens met de achtertuinen, voorziet het RUP een bufferstrook van 5 meter. Verder zullen de bebouwing en parking zo dicht mogelijk bij de bestaande wegenis en bebouwing. Dit zorgt ervoor dat het RUP niet zal resulteren in een negatief effect op de woonkwaliteit in de omgeving. Voorliggend RUP maakt t.o.v. de bestaande toestand bijkomende ontwikkelingen mogelijk die zullen gepaard gaan met een toename in het aantal verkeersbewegingen. De toename in verkeersbewegingen worden gegenereerd van ca. 18u tot ca. 22u van maandag tot donderdag. Op vrijdag speelt enkel Smash Dolfijn van 19u tot 23u. In het weekend worden de sportactiviteiten verspreid over de hele dag. Op woensdagavond zal het piekmoment met betrekking tot verkeersbewegingen zich voordoen. Over een tijdspanne van ca. 5u zullen er bij benadering 200 wagens passeren die sportievelingen komen afzetten en ophalen. Dit komt neer op gemiddeld 40 wagens per uur. Ook zullen er tijdens deze periode ongeveer 90 parkeerplaatsen in gebruik genomen worden. Het verkeer wordt met andere woorden door de week enerzijds geconcentreerd tijdens de avonden, doch anderzijds ook verspreid over een tijdspanne van verschillende uren. Tijdens het weekend zullen de verkeersbewegingen minder intens zijn door het feit dat de sportactiviteiten de hele dag doorgaan. De ontsluiting voor het gemotoriseerd verkeer zal verlopen via de Schoonderbeukenweg en zal niet afgewikkeld worden via Montenaken, met uitzondering van de overgangsmaatregel zoals aangehaald werd in discipline fauna en flora. Een goede ontsluitingsweg van de Schoonderbeukenweg tot de parking is dan ook voornaam. Een gedeelte van de weg dient dan ook verbreed te worden. Concluderend kan gesteld worden dat de bijkomende verkeersbewegingen, met maximaal 40 wagens per uur op piekmomenten, niet aanzienlijk zal zijn. Van een aanzienlijk negatieve impact op de leefomgeving is er dan ook geen sprake. Verder dient de inrichting van het plangebied ook rekening te houden met voetweg 118. Deze loopt in theorie dwars door een juli 2013 P

76 gedeelte van het plangebied. Ze is echter niet meer zichtbaar aanwezig op het terrein. Bij de kwaliteitsvolle inplanting van de sportvelden zal de voetweg wel gedeeltelijk herlegd moeten worden. Bij de verplaatsing van het tracé zal de zone voor buffer zo veel mogelijk ontweken worden. Er bevinden zich geen seveso-bedrijven binnen een straal van 2 km rond het plangebied. Het voorliggend RUP laat geen seveso-bedrijvigheid toe. Globaal kan gesteld worden dat de uitvoering van het RUP niet zal resulteren in een aanzienlijk negatief effect op de discipline mens en ruimte. Er is eerder sprake van een licht positief effect omwille van de versterking van sportvoorziening en de realisatie van een duurzame ruimte door bundeling en het garanderen van landschappelijke integratie Alternatieven Als alternatief voor de uitvoering van het RUP zal hier kort aandacht besteed worden aan het nulalternatief. In het nulalternatief zou de bestemming volgens het gewestplan en het BPA met de ermee gerelateerde bepalingen en voorschriften behouden blijven. De belangrijkste plus- en minpunten worden hieronder aangehaald. Pluspunt van het nulalternatief: er wordt minder ruimtebeslag gelegd op de omgeving; er zal minder verkeer gegenereerd worden op deze locatie (op de andere locaties zal het verkeer blijven bestaan zonder het voorliggend RUP); de zonevreemde chalet kan blijven als vakantieverblijf; de biologische waarde van het cultuurgrasland en het braakland zal behouden blijven. Minpunten van het nulalternatief: de sportclubs zien hun behoeften niet ingewilligd worden; het verenigingsleven en de sportvoorzieningen worden niet versterkt en ondersteund; er zijn geen positieve effecten voor de gemeenschap; er worden minder maatregelen genomen met betrekking tot de waterhuishouding. Naast het nulalternatief kan er eveneens gekeken worden naar locatie- en inrichtings- en/of uitvoeringsalternatieven. Er werd geen onderzoek gevoerd naar locatiealternatieven. Er werd immers specifiek geopteerd om een RUP voor de desbetreffende zone op te maken. Er bevindt zich immers reeds voetbalinfrastructuur langs de overzijde van de Schoonderbeukenweg. Een locatie-alternatief is dan ook niet zinvol. De mogelijke inrichtings- en uitvoeringsalternatieven zijn eveneens beperkt. Deze zijn immers afgestemd op de actuele situatie, het gewenste beleid en de ontwikkelingswensen van de overheid. Abstractie maken van de actuele situatie is niet wenselijk gezien dit zou resulteren in een onwerkbaar RUP. Een bespreking van de inrichtings- en uitvoeringsalternatieven is hier dan ook niet aan de orde G rensoverschrijdende effecten Gelet op de ligging van het plangebied van het RUP Rillaar Sport, de lokale schaal van de ontwikkeling en het ontbreken van aanzienlijke milieueffecten dient te worden juli 2013 P

77 geconcludeerd dat er geen gewest- of landgrensoverschrijdende effecten zullen voorkomen door de uitvoering van het RUP Besluit Er dient geconcludeerd te worden dat voor de activiteiten die binnen het kader van het voorliggende RUP kunnen worden gerealiseerd, er van rechtswege geen plan-mer-plicht is. Het resultaat van bovenstaande m.e.r.-screening toont ook aan dat de uitvoering van het voorliggend RUP geen aanzienlijke milieueffecten zal veroorzaken die de opmaak van een plan-mer noodzakelijk maken. De bestemmingen en gewenste ontwikkelingen in het gebied zijn niet van dergelijke aard dat ze de ontwikkeling van activiteiten met aanzienlijke milieueffecten toelaten. De nieuwe ontwikkelingen worden integraal gepland grenzend aan de bestaande bebouwde of verharde oppervlakte zo dicht mogelijk bij de kern van Rillaar. Er wordt in het RUP veel aandacht geschonken aan de juiste inrichting van de terreinen. De beperkte uitbreiding van de bebouwde ruimte en verhardingen kan een licht negatief effect hebben op de discipline bodem. Betreffend het grondwater wordt er opgemerkt dat het matig kwetsbaar is. De ophoging van het terrein op enkele plaatsen en een goede drainage zijn milderende maatregelen die genomen zullen worden. De stedenbouwkundige voorschriften voorzien ook dat er maatregelen moeten genomen worden om het oppervlaktewater te hergebruiken, op te vangen, en vertraagd af te voeren. De aanwezige natuurwaarden zullen grotendeels verloren gaan. Het gaat hier echter niet om unieke zones met een hoge ecologische waarde. Globaal kan er gesteld worden dat het RUP niet zal resulteren in aanzienlijke negatieve milieueffecten. Uit het onderzoek tot m.e.r. komen een aantal concrete aandachtselementen naar voren: maximale inpasbaarheid in het landschap dient nagestreefd te worden; de kwetsbaarheid van het grondwater dient in rekening genomen te worden activiteiten met een negatief effect op de kwaliteit van het grondwater dienen gemeden te worden; de impact van verkeersbewegingen, gegenereerd door de sportievelingen en supporters, beperken door voldoende ruimte te voorzien voor parkeergelegenheid en verkeerscirculatie; de ontsluiting te realiseren via de Schoonderbeukenweg, ontsluiting voor gemotoriseerd verkeer via Montenaken dient vermeden te worden; de buffers dienen gerealiseerd te worden met het oog op visuele inpassing en het afschermen van de omgevende bewoning; de mogelijkheid tot archeologische prospectie bij infrastructuurwerken met impact op de bodem gevolgd door eventuele opgravingen dient gegarandeerd te worden; zolang geen aansluiting op een gescheiden rioleringsstelsel mogelijk is dient het afvalwater verwerkt te worden door een KWZI of IBA. juli 2013 P

78 W a t e r t o e t s O ppervlakte- en grondw aterhuishouding Overstromingsgevoelige gebieden De kaart met overstromingsgevoelige gebieden werd opgemaakt om te kunnen beoordelen hoe belangrijk effecten van ingrepen op overstromingsgevoeligheid zijn. Binnen het plangebied is slechts een zeer kleine zone in het noordoosten gecategoriseerd als effectief overstromingsgevoelig gebied. In het oosten van het plangebied is er tevens een kleine oppervlakte aangeduid als mogelijk overstromingsgevoelig (AGIV, 2012). Deze oppervlakte werd recent (sinds 1988) overstroomd (AGIV, 2012) Het voorliggend RUP voorziet op deze plek een klein bufferbekken (eventueel ondergronds) voor de retentie en tijdelijke opvang van overvloedig hemelwater en/of water uit de waterloop. Het deel dat gekend is als mogelijk overstromingsgevoelig gebied is in feite van nature overstroombaar door overstroming vanuit een waterloop (AGIV, 2012). Legende Effectief overstromingsgevoelig Mogelijk overstromingsgevoelig Niet overstromingsgevoelig Overstromingsgevoelige gebieden (AGIV, 2012) Vlaamse Hydrografische Atlas In het kader van de watertoets is het voornaam om de aanwezige waterlopen in en/of nabij het plangebied te identificeren. De Wolfseikloop grenst in het zuidoosten aan het plangebied. Het is een geklasseerde waterloop van tweede categorie en stroomt in het Demerbekken. Ze wordt beheerd door de provincie Vlaams-Brabant. Daarnaast loopt een kleine naamloze beek op ca. 40 m ten noorden van het plangebied (zie ook plan feitelijke en juridische toestand). Infiltratiegevoelige bodems De kaart met de infiltratiegevoelige bodems werd opgemaakt om te kunnen nagaan in welke gebieden er relatief gemakkelijk hemelwater kan infiltreren naar de ondergrond. Infiltratie van hemelwater naar het grondwater is belangrijk omdat daardoor de oppervlakkige afstroming en dus ook de kans op wateroverlast afneemt. De infiltratiegevoeligheid wordt hoofdzakelijk bepaald door de bodemtextuur en de bodemvochtigheid. Infiltratiegevoelige juli 2013 P

79 bodems hebben een grove textuur, zoals grind of zand, en het zijn geen waterverzadigde bodems. Het plangebied van het voorliggend RUP bevat uitsluitend niet-infiltratiegevoelige bodems. De infiltratie van regenwater boven deze gronden gebeurt dus relatief moeilijk omwille van de zandlemige en kleiige kenmerken van de bodem (zie ook de bodem- en drainagekaarten). Door een toename aan bebouwing en verharding zal deze infiltratie verder bemoeilijkt worden. Er dienen dan ook de nodige maatregelen voorzien te worden om negatieve effecten op de infiltratie tot een minimum te beperken. Zo dient het hemelwater op de bebouwde of verharde oppervlaktes opgevangen en vertraagd afgevoerd te worden (de voorkeur gaat evenwel uit naar hergebruik). Daarnaast dienen verhardingen zo veel mogelijk aangelegd te worden in waterdoorlaatbare materialen. Een groot deel van het plangebied zal evenwel aangelegd worden als voetbalveld waar een goede drainage essentieel is en dus ook zal bevorderd worden. Grondwaterstromingsgevoelige gebieden De kaart met grondwaterstromingsgevoelige gebieden werd opgemaakt om te kunnen beoordelen hoe belangrijk de effecten van ingrepen op de grondwaterstroming zijn. Met grondwaterstroming wordt vooral de laterale beweging van grondwater doorheen de ondergrond en de toestroming door kwel bedoeld. In het hele plangebied geldt dat de onverzadigde zone minder dan 10 m diep is (AGIV, 2012), bijgevolg situeert de grondwatertafel zich niet erg diep. Bij de watertoets gaat de aandacht in de eerste plaats naar de ondiepe grondwaterstroming. grondwaterstromingsgevoeligheidskaart (AGIV, 2012) Het plangebied is matig gevoelig voor grondwaterstroming (type 2). Indien er in type 2 gebied een ondergrondse constructie gebouwd wordt met een diepte van meer dan 5 m en een horizontale lengte van meer dan 100 m dient advies aangevraagd te worden bij de bevoegde adviesinstantie. In het plangebied van het RUP zullen dergelijke constructies evenwel niet opgericht worden. In het van nature overstroombaar gebied is de grondwaterstroming zeer gevoelig (type 1). Voor deze zone dient advies aangevraagd te worden bij de bevoegde adviesinstantie wanneer een ondergrondse constructie gebouwd wordt met een diepte van meer dan 3 m of een horizontale lengte van meer dan 50 m. In het voorliggend RUP zal er geen bebouwing gerealiseerd worden in de type 1 zone. Ondergrondse constructies zijn in deze zone uitgesloten. juli 2013 P

RUP Zonevreemde recreatie. Toelichting Bevolking

RUP Zonevreemde recreatie. Toelichting Bevolking RUP Zonevreemde recreatie Toelichting Bevolking 11 juni 2018 RUP Is een uitvoering van het Gemeentelijke Ruimtelijke Structuurplan (GRS) Vervangt het gewestplan Bestaat uit een grafisch plan en bijhorende

Nadere informatie

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan AFBAKENING VAN HET STRUCTUURONDERSTEUNEND KLEINSTEDELIJK GEBIED KNOKKE-HEIST

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan AFBAKENING VAN HET STRUCTUURONDERSTEUNEND KLEINSTEDELIJK GEBIED KNOKKE-HEIST Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan AFBAKENING VAN HET STRUCTUURONDERSTEUNEND KLEINSTEDELIJK GEBIED KNOKKE-HEIST DEFINITIEVE VASTSTELLING SEPTEMBER 2011 STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN Inhoudstafel

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed; Besluit van de Vlaamse Regering houdende de voorlopige vaststelling van het ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Scheldepolders Hingene in Bornem DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de Vlaamse

Nadere informatie

Ruimtelijk Uitvoeringsplan Azelhof

Ruimtelijk Uitvoeringsplan Azelhof Ruimtelijk Uitvoeringsplan Azelhof Startnotafase Participatiemoment, 8 oktober 2018 Koen Janssens Ruimtelijk planner Inhoud Wat is een Ruimtelijk Uitvoeringsplan (RUP)? Procedure Situering van het plangebied

Nadere informatie

Motivatienota Onteigeningsplan. Recreatiezone Melsbroek

Motivatienota Onteigeningsplan. Recreatiezone Melsbroek Motivatienota Onteigeningsplan Recreatiezone Melsbroek 1. LIGGING PLANGEBIED De gemeente Steenokkerzeel is gelegen in Vlaams-Brabant, ten noord-oosten van Brussel, tussen de gemeenten Machelen, Zaventem,

Nadere informatie

Provincieraadsbesluit

Provincieraadsbesluit directie Ruimte dienst Ruimtelijke Planning dossiernummer: 1505496 Provincieraadsbesluit betreft verslaggever Stekene en Sint-Gillis-Waas - PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Stekene en Sint-Gillis-Waas

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 22 februari 2018 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/1 Uitvoering RSPA : PRUP Afbakening kleinstedelijk

Nadere informatie

Gemeente Wuustwezel Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Kaartenatlas Informatief en richtinggevend deel

Gemeente Wuustwezel Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Kaartenatlas Informatief en richtinggevend deel Gemeente Wuustwezel Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Kaartenatlas Informatief en richtinggevend deel Dossier WUU582 Opdrachtgevend bestuur: Gemeentebestuur van Wuustwezel November 2006 Provincie Gemeente

Nadere informatie

Gemeente Wevelgem Ruimtelijk Uitvoeringsplan 7-1 Marremstraat. september 2011, ontwerp 1

Gemeente Wevelgem Ruimtelijk Uitvoeringsplan 7-1 Marremstraat. september 2011, ontwerp 1 Gemeente Wevelgem Ruimtelijk Uitvoeringsplan 7-1 Marremstraat september 2011, ontwerp 1 Colofon Formele procedure Dit document is een publicatie van: Intercommunale Leiedal President Kennedypark 10 - BE-8500

Nadere informatie

13/ / Informatief deel

13/ / Informatief deel 13/183 43-03/26000512 DEEL 2 Informatief deel Leeswijzer Het is de bedoeling dat het informatief gedeelte de bestaande ruimtelijke structuur van de gemeente schetst, met inbegrip van de ruimtelijk relevante

Nadere informatie

Provincieraadsbesluit

Provincieraadsbesluit directie Ruimte dienst Ruimtelijke Planning dossiernummer: 1602849 Provincieraadsbesluit betreft verslaggever Sint-Gillis-Waas - PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Sint-Gillis-Waas fase 1' Definitieve

Nadere informatie

p r o v i n Ruimte College van burgemeester en schepenen Maastrichterstraat TONGEREN Geacht college

p r o v i n Ruimte College van burgemeester en schepenen Maastrichterstraat TONGEREN Geacht college 2015-04-16 p r o v i n Directie Ruimte College van burgemeester en schepenen Maastrichterstraat 10 3700 TONGEREN Dienst Ruimtelijke Planning en Beleid Geacht college Betreft: uw verzoek tot raadpleging

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 26 januari 2017 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/1 Uitvoering RSPA : PRUP De Beunt Lier voorlopige

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 26 maart 2015 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/1 Gewestelijk RUP - Bonheiden, Rotselaar, Tremelo,

Nadere informatie

Etten-Leur. (Bron: www. nederland-in-beeld.nl)

Etten-Leur. (Bron: www. nederland-in-beeld.nl) Etten-Leur (Bron: www. nederland-in-beeld.nl) Introductie Etten-Leur is een middelgrote gemeente in Brabant, gelegen ten westen van Breda. De gemeente bestaat uit één kern van ruim 40.000 inwoners. Door

Nadere informatie

afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur

afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur regio Schelde-Dender gebieden van het geactualiseerd Sigmaplan Polder van Vlassenbroek, Grote

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed; Besluit van de Vlaamse Regering houdende voorlopige vaststelling van het ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Openruimtegebieden Beneden-Nete DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de Vlaamse Codex

Nadere informatie

Voorstelling RUP Functionele Cluster. 13 oktober 2009

Voorstelling RUP Functionele Cluster. 13 oktober 2009 Voorstelling RUP Functionele Cluster 13 oktober 2009 Inleiding: Wat is een RUP? 3 stappen: Plannen: visie structuurplan (2006) Uitvoeren: bestemming, beheer, inrichting en verordeningen RUP s (gewestplan,

Nadere informatie

Besluit van de Deputatie

Besluit van de Deputatie 3e Directie Dienst 33 Ruimtelijke ordening en Stedenbouw aanwezig André Denys, gouverneur-voorzitter Besluit van de Deputatie Alexander Vercamer, Marc De Buck, Peter Hertog, Jozef Dauwe, Eddy Couckuyt,

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 25 september 2014 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/2 Uitvoering RSPA : PRUP Oude kanaalarm Puurs

Nadere informatie

Bijlage II: Stedenbouwkundige voorschriften. Ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Petroleum-Zuid: gevangenis en technische schoolcampus

Bijlage II: Stedenbouwkundige voorschriften. Ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Petroleum-Zuid: gevangenis en technische schoolcampus VR 2018 1409 DOC.1020/5BIS Ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Petroleum-Zuid: gevangenis en technische schoolcampus Bijlage II: Stedenbouwkundige voorschriften Bijlage II Stedenbouwkundige

Nadere informatie

Structuurplan Herne. PRESENTATIE GRS Herne

Structuurplan Herne. PRESENTATIE GRS Herne PRESENTATIE GRS Herne Wat komt aan bod: Wat is een gemeentelijk ruimtelijk structuurplan? Hoe past het gemeentelijk structuurplan in het structuurplan van de provincie Vlaams-Brabant en de Vlaamse overheid?

Nadere informatie

3 BELEIDSCONTEXT 3.1 RSV. Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen 1

3 BELEIDSCONTEXT 3.1 RSV. Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen 1 3 BELEIDSCONTEXT 3.1 RSV In dit onderdeel wordt aandacht besteed aan de ruimtelijke beleidsplannen die een rechtstreekse invloed (kunnen) uitoefenen op het op te maken RUP. Hierbij komen zowel de plannen

Nadere informatie

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN ASSENEDE. ONTWERP GRS Bindend deel

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN ASSENEDE. ONTWERP GRS Bindend deel GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN ASSENEDE ONTWERP GRS Bindend deel Identificatienummer : 104792414/kja Datum Status/beschrijving revisie Paraaf 21.05.2007 Voorontwerp GRS 2007 jpa 20.03.2008 Ontwerp

Nadere informatie

Vergunningstoestand. Zwembad en sporthal Oprichten van zaal bij ontmoetingscentrum

Vergunningstoestand. Zwembad en sporthal Oprichten van zaal bij ontmoetingscentrum Vergunningstoestand Zwembad en sporthal Oprichten van zaal bij ontmoetingscentrum 28-05-1985 Aanleg van een zwembad 08-09-1997 Aanleg omgeving zwembad 15-12-1998 Bijbouwen van een berging en laadtunnel

Nadere informatie

OUD-TURNHOUT RUP De Hoogt Aanvulling screeningsnota

OUD-TURNHOUT RUP De Hoogt Aanvulling screeningsnota OUD-TURNHOUT RUP De Hoogt Aanvulling screeningsnota December 2010 COLOFON Opdrachtgever: Turnhout Project: RUP De Hoogt Opdrachthouder: Projectteam: Intercommunale Ontwikkelingsmaatschappij voor de Kempen

Nadere informatie

Spoorweginfrastructuur en natuurpark Oude Landen te Ekeren

Spoorweginfrastructuur en natuurpark Oude Landen te Ekeren gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Spoorweginfrastructuur en natuurpark Oude Landen te Ekeren Bijlage II: stedenbouwkundige voorschriften gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Spoorweginfrastructuur

Nadere informatie

afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur

afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur regio Waasland gebieden van het geactualiseerd Sigmaplan Durmevallei Bijlage II: stedenbouwkundige

Nadere informatie

13.5 Gewenste toeristisch-recreatieve en voorzieningenstructuur

13.5 Gewenste toeristisch-recreatieve en voorzieningenstructuur 172/183 43-03/26000512 13.5 Gewenste toeristisch-recreatieve en voorzieningenstructuur Kaart 19: gewenste toeristisch-recreatieve en voorzieningenstructuur De gemeente Opwijk heeft geen grote toeristisch-recreatieve

Nadere informatie

Een blik op de ruimtelijke planning in Vlaanderen

Een blik op de ruimtelijke planning in Vlaanderen Een blik op de ruimtelijke planning in Vlaanderen Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed Afdeling ruimtelijke planning Een blik op de ruimtelijke planning in Vlaanderen 1. Krijtlijnen

Nadere informatie

Aanpak problematiek van de weekendverblijven. Provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (PRUP) Leugenboombos

Aanpak problematiek van de weekendverblijven. Provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (PRUP) Leugenboombos Inleiding Aanpak problematiek van de weekendverblijven Provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (PRUP) Leugenboombos Verdere stappen Vragen? 6 mei 2009 dienst ruimtelijke planning - PRUP Leugenboombos 1

Nadere informatie

Provincieraadsbesluit

Provincieraadsbesluit directie Ruimte dienst Ruimtelijke Planning dossiernummer: 1505760 Provincieraadsbesluit betreft verslaggever Zwalm - provinciaal RUP Reconversie verblijfsrecreatie Rekegemstraat Definitieve vaststelling.

Nadere informatie

RUP Jeugdverblijf Oud Klooster, begeleidingstehuis Ruyskensveld Campus Zwalm en basisschool Het Groene Lilare Gemeente Zwalm

RUP Jeugdverblijf Oud Klooster, begeleidingstehuis Ruyskensveld Campus Zwalm en basisschool Het Groene Lilare Gemeente Zwalm RUP Jeugdverblijf Oud Klooster, begeleidingstehuis Ruyskensveld Campus Zwalm en basisschool Het Groene Lilare Gemeente Zwalm Grafisch plan en stedenbouwkundige voorschriften december 2018 Gemeentelijk

Nadere informatie

12 Conceptuele benadering van de ruimtelijke structuur

12 Conceptuele benadering van de ruimtelijke structuur 121/183 43-03/26000512 12 Conceptuele benadering van de ruimtelijke structuur De beschreven visie wordt vertaald in een ruimtelijk concept voor Opwijk. Concepten zijn de ruimtelijke vertaling van de visie.

Nadere informatie

gewenste ruimtelijke structuur voor Sint-Truiden

gewenste ruimtelijke structuur voor Sint-Truiden gewenste ruimtelijke structuur voor Sint-Truiden stad sint-truiden - rup recastrip brustem - kaart 1 secundaire verbindingsweg met laanbeplanting beekvalleien te ontwikkelen als natuurlijke dragers met

Nadere informatie

Besluit van de Deputatie

Besluit van de Deputatie directie Ruimte dienst Ruimtelijke Planning vergadering van 14 juli 2016 aanwezig Briers Jan, gouverneur-voorzitter Vercamer Alexander Versnick Geert Hertog Peter Dauwe Jozef Couckuyt Eddy leden Besluit

Nadere informatie

RUP Cardiff nv Gemeente Zulte. Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan November 2017

RUP Cardiff nv Gemeente Zulte. Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan November 2017 RUP Cardiff nv Gemeente Zulte Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan November 2017 Gemeentelijk RUP 'Cardiff nv' te Zulte Verordenend grafisch plan 1121B3 Legende Perimeter RUP art. 1: Zone

Nadere informatie

KAARTENLIJST RICHTINGGEVEND GEDEELTE

KAARTENLIJST RICHTINGGEVEND GEDEELTE KAARTENLIJST RICHTINGGEVEND GEDEELTE Kaart nr. 1: Kaart nr. 2: Kaart nr. 3: Kaart nr. 4: Kaart nr. 5: Kaart nr. 6: Kaart nr. 7: Kaart nr. 8: Kaart nr. 9: Kaart nr. 10: Kaart nr. 11: Kaart nr. 12: Kaart

Nadere informatie

RUP Quintyn gebroeders bvba Gemeente Zulte. Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan November 2017

RUP Quintyn gebroeders bvba Gemeente Zulte. Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan November 2017 RUP Quintyn gebroeders bvba Gemeente Zulte Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan November 2017 Gemeentelijk RUP 'Quintyn Gebroeders bvba' te Zulte Verordenend grafisch plan 267V2 269Z 271S2

Nadere informatie

gemeentelijk RUP Gulden Kamer in opmaak infovergadering 13 december 2010

gemeentelijk RUP Gulden Kamer in opmaak infovergadering 13 december 2010 gemeentelijk RUP Gulden Kamer in opmaak infovergadering 13 december 2010 verloop van de avond 1. verwelkoming en voorstelling panel door Patrick Gheysen (communicatiedienst) 2. inleiding door Schepen Van

Nadere informatie

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING,

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING, VLAAMSE REGERING Besluit van de Vlaamse regering houdende definitieve vaststelling van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voor de afbakening van de gebieden van de natuurlijke en de agrarische

Nadere informatie

Melle Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan

Melle Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Melle Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Definitief ontwerp Kaartenbundel richtinggevend gedeelte september 2011 Gent 20-02-2008 Ontwerpteam: Annelies De Clercq Cindy Van Caeneghem port arthurlaan 11!

Nadere informatie

Gemengd regionaal bedrijventerrein Polderhoek te Zonnebeke

Gemengd regionaal bedrijventerrein Polderhoek te Zonnebeke Gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Gemengd regionaal bedrijventerrein Polderhoek te Zonnebeke Bijlage II: stedenbouwkundige voorschriften Gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Gemengd regionaal bedrijventerrein

Nadere informatie

PLANNING ALS MEERVOUDIGE OPDRACHT IN DE DEMERVALLEI

PLANNING ALS MEERVOUDIGE OPDRACHT IN DE DEMERVALLEI Wouter Pattyn SYMPOSIUM DEMERVALLEI PLANNING ALS MEERVOUDIGE OPDRACHT IN DE DEMERVALLEI drv afdeling Gebieden en Projecten Jana Van Hoyweghen Gerard Stalenhoef www.ruimtevlaanderen.be departement Ruimte

Nadere informatie

Toelichtingsnota RUP Reppel te Bocholt. Geosted bvba 91/101

Toelichtingsnota RUP Reppel te Bocholt. Geosted bvba 91/101 Toelichtingsnota RUP Reppel te Bocholt Geosted bvba 91/101 Toelichtingsnota RUP Reppel te Bocholt Geosted bvba 92/101 Toelichtingsnota RUP Reppel te Bocholt Bijlage 1: advies van ANB van 6 december 2011

Nadere informatie

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Diest platen

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Diest platen gemeentelijk Diest platen een sterke stad omgeven door gebalde dorpen september 2008 gemeentelijk OVERZICHT VAN PLATEN inleidend 0.1. de ruimtelijke structuur: een illustratie 0.2. het onbebouwde landschap

Nadere informatie

ADVIES VAN 28 JANUARI 2015 OVER HET VOORONTWERP RUP INSTEEKHAVEN LUMMEN

ADVIES VAN 28 JANUARI 2015 OVER HET VOORONTWERP RUP INSTEEKHAVEN LUMMEN ADVIES VAN 28 JANUARI 2015 OVER HET VOORONTWERP RUP INSTEEKHAVEN LUMMEN SARO KONING ALBERT II-LAAN 19 BUS 24 1210 BRUSSEL INHOUD I. SITUERING... 2 II. ALGEMENE BEOORDELING... 3 III. UITGEBREID PLANNINGS-

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 22 september 2016 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/1 Uitvoering RSPA : PRUP Afbakeningslijn Heist-op-den-

Nadere informatie

ISTRUCTUURPLAN GLABBEEK

ISTRUCTUURPLAN GLABBEEK STRUCTUURPLAN GLABBEEK Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Glabbeek Dit plan werd opgesteld onder de verantwoordelijkheid van: (voor ARCADIS Gedas) Gezien en definitief vastgesteld door de Gemeenteraad

Nadere informatie

RUP Stedelijk Wonen versterkt woonbeleid Stad Gent

RUP Stedelijk Wonen versterkt woonbeleid Stad Gent RUP Stedelijk Wonen versterkt woonbeleid Stad Gent Het Gentse stadsbestuur maakt een thematisch ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) op, het RUP Stedelijk Wonen. Daarmee wil de Stad stedenbouwkundige problemen

Nadere informatie

Herziening GRS Dendermonde

Herziening GRS Dendermonde Herziening GRS Dendermonde Toelichting deelkern Appels 5 december 2011 Openbaar onderzoek 31 oktober tot 29 januari 2011 1 Inleiding Tweede toelichtingsronde Alle opmerkingen zijn bekeken en overwogen

Nadere informatie

Richtinggevend gedeelte

Richtinggevend gedeelte 116/183 43-03/26000512 DEEL 3 Richtinggevend gedeelte Leeswijzer In het voorgaande informatief gedeelte werd een analyse van de bestaande ruimtelijke structuur gemaakt door vanuit een globale en sectorale

Nadere informatie

RUP Kanaalzone West Wielsbeke. Bewonersvergadering OC Leieland 24/08/2016

RUP Kanaalzone West Wielsbeke. Bewonersvergadering OC Leieland 24/08/2016 RUP Kanaalzone West Wielsbeke Bewonersvergadering OC Leieland 24/08/2016 Inhoud Wat is een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP)? Welke plannen worden vervangen? Situering van het plangebied Hoger beleidskader

Nadere informatie

13 Bedrijventerrein voor kantoren en kantoorachtigen en bedrijven van lokaal belang Keppekouter

13 Bedrijventerrein voor kantoren en kantoorachtigen en bedrijven van lokaal belang Keppekouter 13 Bedrijventerrein voor kantoren en kantoorachtigen en bedrijven van lokaal belang Keppekouter 84 A Relatie met het afbakeningsproces In de hypothese van gewenste ruimtelijke structuur van het regionaalstedelijk

Nadere informatie

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan. Potyze. Stad Ieper. september 2011 STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan. Potyze. Stad Ieper. september 2011 STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan Potyze Stad Ieper september 2011 STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan Potyze Stad Ieper september 2011 STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

Nadere informatie

Provincie Vlaams Brabant

Provincie Vlaams Brabant 156 Provincie Vlaams Brabant OPEN RUIMTE Open ruimte is de zuurstof van onze ruimte. Het is dus een kostbaar goed, dat we moeten beschermen. Voor de Visienota Ruimte betekent dit dat we de verdere inname

Nadere informatie

gewenste ruimtelijke structuur in het definitief gemeentelijk ruimtelijk structuurplan

gewenste ruimtelijke structuur in het definitief gemeentelijk ruimtelijk structuurplan gewenste ruimtelijke structuur in het definitief gemeentelijk ruimtelijk structuurplan gemeente zoersel - RUP herziening BPA gemeenschapsvoorzieningen achterstraat - kaart 1 elementen van bovenlokaal belang

Nadere informatie

Omzendbrief RO/2010/01

Omzendbrief RO/2010/01 Omzendbrief RO/2010/01 Aan: de colleges van burgemeester en schepenen de deputaties van de provincies Vlaams minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport Koning Albert II-laan

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 23 februari 2017 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/1 Planologisch attest Rijmenants nv te Wuustwezel

Nadere informatie

ADVIES VAN 12 APRIL 2016 OVER HET VOORONTWERP RUP HISTORISCH GEGROEID BEDRIJF STEENFABRIEKEN NELISSEN NV

ADVIES VAN 12 APRIL 2016 OVER HET VOORONTWERP RUP HISTORISCH GEGROEID BEDRIJF STEENFABRIEKEN NELISSEN NV ADVIES VAN 12 APRIL 2016 OVER HET VOORONTWERP RUP HISTORISCH GEGROEID BEDRIJF STEENFABRIEKEN NELISSEN NV SARO KONING ALBERT II-LAAN 19 BUS 24 1210 BRUSSEL INHOUD I. SITUERING... 1 II. ALGEMENE BEOORDELING...

Nadere informatie

Openruimtegebieden Beneden-Nete

Openruimtegebieden Beneden-Nete ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Openruimtegebieden Beneden-Nete Afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur, regio Neteland Bijlage II. Stedenbouwkundige voorschriften

Nadere informatie

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING,

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING, VLAAMSE REGERING Besluit van de Vlaamse regering houdende definitieve vaststelling van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voor de afbakening van de gebieden van de natuurlijke en de agrarische

Nadere informatie

BIJLAGE 3: AFBAKENING GEBIEDEN. 1 Hiërarchie. 2 Afbakening gebieden. 2.1 Kwetsbare gebieden

BIJLAGE 3: AFBAKENING GEBIEDEN. 1 Hiërarchie. 2 Afbakening gebieden. 2.1 Kwetsbare gebieden BIJLAGE 3: AFBAKENING GEBIEDEN In onderstaande tekst wordt de afweging gemaakt tussen juridische toestand van een gebied, de toestand op het terrein en de visie van het GRS. Daaruit wordt een conclusie

Nadere informatie

PROVINCIE ANTWERPEN STAD HERENTALS GEMEENTE GROBBENDONK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN HAZENPAD VERZOEK TOT RAADPLEGING BIJLAGE BUNDELING ADVIEZEN

PROVINCIE ANTWERPEN STAD HERENTALS GEMEENTE GROBBENDONK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN HAZENPAD VERZOEK TOT RAADPLEGING BIJLAGE BUNDELING ADVIEZEN PROVINCIE ANTWERPEN STAD HERENTALS GEMEENTE GROBBENDONK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN HAZENPAD VERZOEK TOT RAADPLEGING BIJLAGE BUNDELING ADVIEZEN bvba Advies Ruimtelijke Kwaliteit (bvba ARK) Augustijnenlaan

Nadere informatie

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING,

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING, VLAAMSE REGERING Besluit van de Vlaamse regering houdende definitieve vaststelling van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voor de afbakening van de gebieden van de natuurlijke en de agrarische

Nadere informatie

3. Hoeveel van het WUG op het gewestplan valt onder de volgende categorieën:

3. Hoeveel van het WUG op het gewestplan valt onder de volgende categorieën: SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 180 van LYDIA PEETERS datum: 1 december 2016 aan JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW Woonuitbreidingsgebieden en woonreservegebieden - Ontwikkeling

Nadere informatie

Art6.6 bufferzone. GEWESTPLAN Woonuitbreidingsgebied. Woongebied. Groengebied PLAN B - BESTAANDE JURIDISCHE TOESTAND

Art6.6 bufferzone. GEWESTPLAN Woonuitbreidingsgebied. Woongebied. Groengebied PLAN B - BESTAANDE JURIDISCHE TOESTAND Art6.6 bufferzone GEWESTPLAN Woonuitbreidingsgebied Woongebied Groengebied PLAN B - BESTAANDE JURIDISCHE TOESTAND PLAN C - EIGENDOMSSTRUCTUUR 13 PLANNINGSCONTEXT Relatie met het structuurplan Vlaanderen

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 22 maart 2018 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/1 Gewestelijk RUP - Beerse, Brecht, Malle, Merksplas,

Nadere informatie

Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Kruishoutem

Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Kruishoutem Gemeente Kruishoutem Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Kruishoutem Ontwerp Bindend gedeelte Uitgave Datum 1 november 2004 2 februari 2005 3 mei 2005 4 oktober 2005 5 april 2006 Studiebureau VDS b.v.b.a.

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 24 september 2015 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/1 Uitvoering RSPA : PRUP Marnixdreef Lier voorlopige

Nadere informatie

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN artikel 14

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN artikel 14 PROVINCIE LIMBURG 63-34001 STAD TONGEREN BIJZONDER PLAN VAN AANLEG "ZONEVREEMDE TERREINEN EN GEBOUWEN VOOR SPORT-, RECREATIE- EN JEUGDACTIVITEITEN" Opgesteld volgens artikel 14 van het decreet betreffende

Nadere informatie

Inhoud mei 00 Gewenste ruimtelijke structuur RD Kaart : Schematische weergave Gewenste agrarische structuur RD Kaart : Schematische weergave Gewenste natuurlijke en landschappelijke structuur RD Kaart

Nadere informatie

RUP Leestenburg Brugge

RUP Leestenburg Brugge DIENST RUIMTELIJKE ORDENING SECTOR UNESCO RUP Leestenburg Brugge Bewonersvergadering conferentiezaal stadhuis 30/09/2015 Inhoud Wat is een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP)? Situering van het plangebied

Nadere informatie

Afbakening regionaalstedelijk gebied Aalst deelplan 7 Gemengd Regionaal Bedrijventerrein Sterrenhoek (wijziging)

Afbakening regionaalstedelijk gebied Aalst deelplan 7 Gemengd Regionaal Bedrijventerrein Sterrenhoek (wijziging) gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening regionaalstedelijk gebied Aalst deelplan 7 Gemengd Regionaal Bedrijventerrein Sterrenhoek (wijziging) Bijlage II: stedenbouwkundige voorschriften gewestelijk

Nadere informatie

Steenbakkerij Floren en Cie NV

Steenbakkerij Floren en Cie NV Steenbakkerij Floren en Cie NV gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Bijlage II. Stedenbouwkundige voorschriften 1 van 6 2 van 6 gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Steenbakkerij Floren en Cie NV de

Nadere informatie

ADVIES VAN 27 AUGUSTUS 2014 OVER HET VOORONTWERP RUP GEMENGD REGIONAAL BEDRIJVENTERREIN STERRENHOEK TE AALST

ADVIES VAN 27 AUGUSTUS 2014 OVER HET VOORONTWERP RUP GEMENGD REGIONAAL BEDRIJVENTERREIN STERRENHOEK TE AALST ADVIES VAN 27 AUGUSTUS 2014 OVER HET VOORONTWERP RUP GEMENGD REGIONAAL BEDRIJVENTERREIN STERRENHOEK TE AALST SARO KONING ALBERT II-LAAN 19 BUS 24 1210 BRUSSEL INHOUD I. SITUERING... 1 II. VERDERE ONDERBOUWING

Nadere informatie

Gemeentelijk RUP Den Huilaert Gemeente Kortemark. Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan Maart 2011

Gemeentelijk RUP Den Huilaert Gemeente Kortemark. Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan Maart 2011 Gemeentelijk RUP Den Huilaert Gemeente Kortemark Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan Maart 2011 GEZIEN EN VOORLOPIG AANGENOMEN DOOR DE GEMEENTERAAD IN ZITTING VAN OP BEVEL:... DE VOORZITTER

Nadere informatie

PRUP site Braem nv Handel in/van onderdelen en tweedehandsvrachtwagens te Handzame (Kortemark)

PRUP site Braem nv Handel in/van onderdelen en tweedehandsvrachtwagens te Handzame (Kortemark) Toelichting ontwerp PRUP site Braem nv Handel in/van onderdelen en tweedehandsvrachtwagens te Handzame (Kortemark) Infoavond 13 december 2016 Algemene toelichting i.k.v. voorlopige vaststelling door provincieraad

Nadere informatie

Rentmeesterswoning. GEMEENTELIJK RUP Toelichtingsnota. Provincie Limburg Gemeente Bilzen O. Ref.: _JV_Toelichtingsnota

Rentmeesterswoning. GEMEENTELIJK RUP Toelichtingsnota. Provincie Limburg Gemeente Bilzen O. Ref.: _JV_Toelichtingsnota ProvincieLimburg GemeenteBilzen O.Ref.:20101115_JV_Toelichtingsnota a2oomgeving Vissersstraat2 3500Hasselt T011260330 F011285528 info@a2oomgeving.be Rentmeesterswoning GEMEENTELIJKRUP Toelichtingsnota

Nadere informatie

Tijdelijk ruimtegebruik in de Vlaamse wetgeving en reglementering ruimtelijke ordening. Studienamiddag tijdelijk ruimtegebruik 23 februari 2016

Tijdelijk ruimtegebruik in de Vlaamse wetgeving en reglementering ruimtelijke ordening. Studienamiddag tijdelijk ruimtegebruik 23 februari 2016 Tijdelijk ruimtegebruik in de Vlaamse wetgeving en reglementering ruimtelijke ordening Studienamiddag tijdelijk ruimtegebruik 23 februari 2016 1 Inhoud 1. Wetgeving en reglementering ruimtelijke ordening

Nadere informatie

ruimtelijk structuurplan provincie Limburg richtinggevend gedeelte richtinggevend gedeelte

ruimtelijk structuurplan provincie Limburg richtinggevend gedeelte richtinggevend gedeelte richtinggevend gedeelte Deel I: visie op de gewenste ruimtelijke ontwikkeling informatief gedeelte richtinggevend gedeelte I II III IV V bindend gedeelte deel I. visie op de gewenste ruimtelijke ontwikkeling

Nadere informatie

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN Dit RUP vervangt de bestemming van het gewestplan Gentse en Kanaalzone (K.B. 14.09.1977). De voorschriften opgenomen in dit RUP vervangen de algemene voorschriften van het

Nadere informatie

situering en afbakening van het plangebied

situering en afbakening van het plangebied situering en afbakening van het gemeente kalmthout - RUP 'woonbos' - kaart 1 bron: digitale versie gewestplan, toestand 01012002, a.r.o.h.m. oc-gisvlaanderen OMGEVING - mei 2013-08019_GUN_PL_016 gewenste

Nadere informatie

gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Historisch gegroeid bedrijf t Kriekske te Halle Bijlage II: stedenbouwkundige voorschriften

gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Historisch gegroeid bedrijf t Kriekske te Halle Bijlage II: stedenbouwkundige voorschriften gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Historisch gegroeid bedrijf t Kriekske te Halle Bijlage II: stedenbouwkundige voorschriften gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Historisch gegroeid bedrijf t

Nadere informatie

Bijlage II. Stedenbouwkundige voorschriften. ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan

Bijlage II. Stedenbouwkundige voorschriften. ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur regio Antwerpse Gordel en Klein-Brabant landbouw-, natuur- en bosgebieden Vallei van

Nadere informatie

PROVINCIE VLAAMS-BRABANT. Provinciaal RUP Afbakening kleinstedelijk gebied Halle verordenend deel. Directie infrastructuur dienst ruimtelijke ordening

PROVINCIE VLAAMS-BRABANT. Provinciaal RUP Afbakening kleinstedelijk gebied Halle verordenend deel. Directie infrastructuur dienst ruimtelijke ordening PROVICIE VLAAMS-BRABAT Directie infrastructuur dienst ruimtelijke ordening Vragen naar Daan Demey Telefoon fax 0-7 07 / 0- e-mail ruimtelijkeplanning@vlaamsbrabant.be Dossiernummer Ons kenmerk 000_0 Datum

Nadere informatie

Bestaande Ruimtelijke Structuur op Macroschaal Synthese

Bestaande Ruimtelijke Structuur op Macroschaal Synthese Kaart 2.1 : Bestaande Ruimtelijke Structuur op Macroschaal Synthese Kaart 2.2 : Bestaande Ruimtelijke Structuur op Mesoschaal Fysisch Systeem. Bron: pro Gis Vlaams-Brabant, Vlaamse Hydrografische Atlas,

Nadere informatie

MODEL INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER. Beroep: Datum van aanvraag:

MODEL INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER. Beroep: Datum van aanvraag: 1 MODEL INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE Voorliggend formulier is slechts een model dat aangepast kan worden aan de specifieke wensen en noden van de gemeente vak in te vullen door de aanvrager

Nadere informatie

Bestaand regionaal bedrijf

Bestaand regionaal bedrijf Gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Bestaand regionaal bedrijf N.V. Wijckmans te Ham Bijlage II: stedenbouwkundige voorschriften Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan

Nadere informatie

Actuele topics in aardrijkskunde: RUP in de eigen leefomgeving

Actuele topics in aardrijkskunde: RUP in de eigen leefomgeving Actuele topics in aardrijkskunde: RUP in de eigen leefomgeving Situering in Vlaanderen Tielt-Winge is een Vlaamse gemeente gelegen in hartje Hageland in de provincie Vlaams-Brabant. Het is een landelijke

Nadere informatie

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening ter bevordering van het kwaliteitsvol wonen

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening ter bevordering van het kwaliteitsvol wonen Gemeente Moorslede Dienst ruimtelijke ordening Marktplaats 1 8890 Moorslede Tel.: 051/788 914 Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening ter bevordering van het kwaliteitsvol wonen Principiële goedkeuring

Nadere informatie

RUP Erfgoedlandschap Abdij van Westmalle. Infomarkt 14 februari 2012

RUP Erfgoedlandschap Abdij van Westmalle. Infomarkt 14 februari 2012 RUP Erfgoedlandschap Abdij van Westmalle Infomarkt 14 februari 2012 Doel van het plan uitvoeren Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen uitvoeren Landschapsdecreet vastleggen landbouw-, natuuren bosgebieden

Nadere informatie

PROVINCIAAL RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN

PROVINCIAAL RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PROVINCIAAL RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN " Afbakening kleinstedelijk gebied Waregem op het grondgebied Zulte " Deel 2: Grafisch plan Stedenbouwkundige voorschriften mei 2012 Deel 2: Grafisch plan en stedenbouwkundige

Nadere informatie

Publicatie :

Publicatie : Publicatie : 1998-11-04 MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP 22 SEPTEMBER 1998. - Omzendbrief RO 98/05 betreffende het bijzonder plan van aanleg voor zonevreemde terreinen en gebouwen voor sport-, recreatie-

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed; Besluit van de Vlaamse Regering houdende voorlopige vaststelling van het ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Kustpolders tussen Oudenburg, Jabbeke en Stalhille' DE VLAAMSE REGERING, Gelet

Nadere informatie

In bijlage bezorgen wij U de vereiste documenten voor de ontheffingsaanvraag tot opmaak van een planmer.

In bijlage bezorgen wij U de vereiste documenten voor de ontheffingsaanvraag tot opmaak van een planmer. De gemeente Ledegem is gestart met de opmaak van het RUP Vierschaere. In bijlage bezorgen wij U de vereiste documenten voor de ontheffingsaanvraag tot opmaak van een planmer. Geformuleerde adviezen (Provincie

Nadere informatie

Inhoud mei 2004 Globale toekomstvisie Schematische weergave kaart 1 Gewenste natuurlijke en landschappelijke structuur Schematische weergave kaart 2 Gewenste agrarische structuur Schematische weergave

Nadere informatie

ADVIES VAN 28 JUNI 2017 OVER HET VOORONTWERP RUP GOLFTERREIN BOSSENSTEIN TE RANST

ADVIES VAN 28 JUNI 2017 OVER HET VOORONTWERP RUP GOLFTERREIN BOSSENSTEIN TE RANST ADVIES VAN 28 JUNI 2017 OVER HET VOORONTWERP RUP GOLFTERREIN BOSSENSTEIN TE RANST SARO KONING ALBERT II-LAAN 19 BUS 24 1210 BRUSSEL INHOUD I. SITUERING... 1 II. ALGEMENE BEOORDELING... 2 III. BELEIDSCONTEXT

Nadere informatie

VERWERKING ADVIEZEN VERZOEK TOT RAADPLEGING

VERWERKING ADVIEZEN VERZOEK TOT RAADPLEGING GEMEENTE HEIST-OP-DEN-BERG RUP KERN WIEKEVORST VERWERKING ADVIEZEN VERZOEK TOT RAADPLEGING Dossiernr. SCRPL17072 Adviesinstanties en uitgebrachte adviezen Het verzoek tot Raadpleging voor het RUP Kern

Nadere informatie

Veurne - Westkust. 1. Toeristisch recreatiepark (KB 6/12/76)

Veurne - Westkust. 1. Toeristisch recreatiepark (KB 6/12/76) Veurne - Westkust 1. Toeristisch recreatiepark (KB 6/12/76) 0410 De gebieden voor toeristische recreatieparken die op de kaarten welke de bestemmingsgebieden omschrijven, in oranje gekleurd en met de letters

Nadere informatie