GESTRA Steam Systems OR Gebruikershandleiding Olie-/troebelheidsignalering OR 52-5, OR 52-6

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "GESTRA Steam Systems OR 52-6. Gebruikershandleiding 818486-00. Olie-/troebelheidsignalering OR 52-5, OR 52-6"

Transcriptie

1 GESTRA Steam Systems OR 52-5 OR 52-6 Gebruikershandleiding Olie-/troebelheidsignalering OR 52-5, OR 52-6

2 Afzonderlijke onderdelen Y B A I Z X W V U T C D P S R Q O P N M L K G F E J I H 2

3 Legenda A Dubbele nippel B Kogelkraan G¾" DIN ISO 228 C Deksel D Lichtontvanger met tubus (lenzenbuis) E Spoelkraan G¾" DIN ISO 228 F Beluchtingsnippel G Droogpatroon H Reinigingsinrichting I Zeskantschroef M 8 x 30 EN J Bodem K Houder reinigingsring L Reinigingsring (schraapring) M Ring N Borgring 19 x 1,2 O Schroef P Connector voor lichtzender/-ontvanger Q Lichtzender R Tubus (lenzenbuis) S Troebelheid ijkmonster T Behuizing U Glascilinder V O-ring 25 x 3 W O-ring 30 x 2 X O-ring 37 x 2 Y Houder Z Koppeling 3

4 Inhoudsopgave Belangrijke instructies Pagina Correcte toepassing... 6 Veiligheidsinstructie... 6 Gevareninstructie... 7 Verklaringen Levering...8 Toepassing...8 Werking...9 Technische gegevens...10 Inbouw Sensor ORG 12, ORG Meetversterker ORT Elektrische aansluiting Sensor ORG 12, ORG Meetversterker ORT Gereedschap...19 Aansluitschema ORG 12/22 - ORT Aansluitschema ORG 12/22 - ORT 6 met driewegafsluiter...20 Functie-elementen Meetversterker...21 Inbedrijfname Fabrieksinstellingen...22 Eerste inbedrijfname % - inregeling % - inregeling...24 Olie/-troebelheidcurven...25 Aanwijzing bij verschillende stoffen in het medium...25 Grenswaarde alarm 1 instellen...26 Grenswaarde alarm 2 instellen...26 Aanspreekvertraging alarm 1 instellen...27 Aanspreekvertraging alarm 2 instellen...27 Decimale punt instellen...28 Momentele waarde uitgang instellen

5 Inhoudsopgave Bedrijf Pagina Start...29 Alarm 1 en Onderhoud Functionele test...30 Functionele test relais alarm 1, alarm 2 en storing...30 Functiestoringen...30 Foutcode aanwijzen...31 Foutcode tabel...31 Glascilinder vervangen...33 Glascilinder reinigen...34 Zuiger van de reinigingsinrichting vervangen...34 Droogpatronen vervangen...34 Gloeilamp vervangen...35 Zekering vervangen...35 Gereedschap...35 Reserveonderdelen...36 Appendix Conformiteitverklaring Certificaat typetoelating...40 Type Approval Certificate...44 Revisies

6 Belangrijke instructies Correcte toepassing De olie-/troebelheidsignalering OR 52 is uitsluitend voor het bewaken van transparante vloeistoffen op het binnendringen van niet oplosbare en licht verstrooiende vreemde stoffen bedoeld. De toepassing is alleen binnen de toegestane druk- en temperatuurgrenzen en rekening houdend met de chemische en corrosieve invloeden toegestaan. Voor de inbouw en het bedrijf moet de bestendigheid van de apparatuur tegen het medium onder toepassingsomstandigheden worden gecontroleerd. Ieder ander gebruik geldt als niet conform de correcte toepassing. Het daaruit resulterende risico is alleen voor de gebruiker. De fabrikant is uitdrukkelijk niet aansprakelijk voor schade, die ontstaan is door ondeskundig gebruik. Veiligheidsinstructie Het instrument mag alleen door gekwalificeerd personeel worden geïnstalleerd, gedemonteerd en in bedrijf worden genomen, bediend en onderhouden. Gekwalificeerd vakpersoneel zijn personen die met de montage en inbedrijfname van het product bekend zijn en die voor hun taken over bijbehorende kwalificaties beschikken zoals bijvoorbeeld: 1. Opleiding als elektrotechnicus of elektrotechnisch opgeleid persoon. 2. Opleiding of training in het gebruik van speciale veiligheidsuitrusting conform de veiligheidsnorm voor elektrische circuits. 3. Opleiding of training op het gebied van eerste hulp en ongevallenpreventie. Voor inbouw de inbouw, demontage, inbedrijfname, het bedrijf en het onderhoud moet ieder persoon die met werkzaamheden aan het apparaat is belast, deze complete handleiding gelezen en ook begrepen hebben. Bovendien moeten daarbij de taken en verantwoordelijkheden duidelijk en eenduidig zijn vastgelegd en worden aangehouden. Het aanhouden van de voorschriften en instructies uit deze handleiding betreffende inbouw, demontage, inbedrijfname, bedrijf en onderhoud behoren tot het correcte gebruik van het instrument. De eigenaar moet er zorg voor dragen, dat het instrument altijd in een optimale conditie gebruikt wordt. Alle handelingen, die de veiligheid nadelig kunnen beïnvloeden, moeten achterwege worden gelaten. 6

7 Belangrijke instructies Gevareninstructie Gevaar Bij ondeskundig gebruik of door gebruik niet conform de correcte toepassing door niet gekwalificeerd personeel kunnen door de sensor en door de meetversterker aanmerkelijke gevaren ontstaan voor lijf en leden van de gebruiker of derden, onder bepaalde omstandigheden met de dood tot gevolg. De sensor staat tijdens bedrijf onder druk. Het losmaken van schroeven of moeren is onder deze omstandigheden verboden. Heet water of damp kan uitstromen en zware verbrandingen over het gehele lichaam veroorzaken. De sensor kan tijdens bedrijf heet zijn. Bij het aanraken in bedrijfstoestand zijn zware verbrandingen mogelijk. Alle montage- of demontagewerkzaamheden mogen alleen in drukloze en afgekoelde toestand worden uitgevoerd. Daarbij moeten de leidingen voor en achter de sensor drukloos zijn geschakeld en moet de sensor voldoende zijn afgekoeld. De klemmenstroken van de meetversterker staan tijdens bedrijf onder spanning! Zwaar letsel als gevolg van elektrische stroom is mogelijk. Voor het openen van het deksel van de behuizing en voor de montage en de demontage van de klemmenstroken, moet het instrument spanningsloos worden geschakeld. Er moet worden gewaarborgd dat tijdens de werkzaamheden een onbedoelde inbedrijfname van het drukloos geschakelde systeemdeel uitgesloten is. De daarvoor noodzakelijke afsluitkranen moeten afzonderlijk worden geborgd en als zodanig worden gemarkeerd. De verbinding met de energietoevoer moet worden verbroken en worden geborgd tegen onbedoeld inschakelen. Een of meerdere waarschuwingsborden met bijv. het opschrift "NIET INSCHAKELEN" moeten duidelijk zichtbaar op ieder bedieningselement worden aangebracht. 7

8 Verklaringen Omvang van de levering < 1 meetversterker ORT 6, < 1 sensor ORG 12 of ORG 22 afhankelijk van de opdracht, < 3 kogelkranen, < 3 inschroefkoppelingen en dubbele nippel, < 1 beluchtingsnippel (ingeschroefd in de ORG), < 1 troebelheid ijkmonster 20ppm (meegeleverd), < 1 droogpatroon (meegeleverd), < 1 handleiding, < 1 set afnamecertificaten conform opdracht Toepassing De olie-/troebelheidssignalering bestaat uit een sensor van het type ORG 12 of ORG 22 en de meetversterker type ORT 6 als bedienings- en aanwijsinstrument. De keuze van de sensor is afhankelijk van het te meten medium. De olie-/troebelheidssignalering OR 52-5/ -6 wordt voor het herkennen van verontreinigingen in transparante vloeistoffen gebruikt. Vooral in de industriële en de voedingsmiddelentechnologie wordt het instrument toegepast, waar een hoge betrouwbaarheid en onderhoudsvriendelijkheid zijn vereist. De instrumentcombinatie kan ook op zeeschepen ter bewaking van de fijnfilterinstallaties conf. IMOresolutie MEPC.60(33) en EG richtlijn 96/98/EG (MED) als 15 ppm oliegehalte-alarmering worden toegepast. In stoomketelinstallaties voor condensaat- en voedingswaterbewaking kan het binnendringen van oliën en vetten worden bewaakt. Conf. TRD 604 Blad 1 par met 3/5 ppm. Bovendien is de olie-/troebelheidssignalering zeer geschikt voor de controle in vuilwaterbewaking en de waterbehandeling (omgekeerde osmose installatie, ontziltingsinstallaties) en ook voor afvalwatercontrole. Binnen de levensmiddelenindustrie wordt de OR52 in brouwerijen en de drankindustrie (filtratie, controle smaakstoffen, kwaliteitsbewaking, enz.) toegepast en binnen de spijsoliefabricage als bewaking bij de filtratie. Let op Bij toepassing als 15 ppm oliegehalte-alarmering conform IMO moet op het volgende worden gelet: fijnfilterinstallaties bestaan meestal uit een separator voor olie-/waterscheiding en een nageschakeld filter (Coalescentieafscheiders). Zwaartekracht coalescentie-systemen kunnen geen stabiele water-olie emulsies opslaan, die door gebruik van bepaalde koudreinigers ontstaan en zich in de lens- /bilgeruimte ophopen. Aanbevolen wordt daarom het gebruik van snelafscheidende koudreinigers, die geen stabiele water-olie emulsies tot gevolg hebben. 8

9 OIL ALARM 1 2 Tes t ppm ca l sec 0 Verklaringen Werking De sensor is een fotometrisch meetapparaat. Deze bestaat uit een lichtbron (lichtzender Q) en twee fotoelementen, samengebouwd in een lichtontvanger D. Een constant gehouden lichtstraal doorstraald de transparante vloeistof. Niet opgeloste vreemde deeltjes veroorzaken strooilicht, die met de 15 strooilicht-meetmethode wordt gemeten. Omgezet in een elektrische stroom wordt dit strooilicht in de meetversterker als maat voor het gehalte vreemde stoffen verwerkt. De actuele troebelheidswaarde wordt continu met de ingestelde grenswaarde vergeleken en het resultaat wordt optisch en eventueel akoestisch weergegeven. De meetversterker is het bedienings- en aanwijsinstrument voor de aansturing van de sensor en de signaalverwerking. Deze dient voor het optisch aanwijzen van de meetresultaten en voor de instelling van de meetapparatuur. Aangewezen wordt de actuele momentele waarde, het activeren van de grenswaardemeldingen ALARM1 en ALARM2 en de meldingen bij storingen in de meetversterker. Op de meetversterker kunnen de grenswaarden worden ingesteld en worden aangewezen. ORT 6 P E ORG 12/22 Fig.1 Typisch toepassingsvoorbeeld van een olie-/troebelheidssignalering OR 52-5/ -6 9

10 Verklaringen Technische gegevens Sensor ORG 12/22 Nominale druk PN [bar] 10 Nominale doorlaat DN 10, aansluitingen G 3 /8" DIN ISO 228 Doorstroming [l/min] 0,5-50 Drukverlies [mbar] 1) 5 Mediumbestendigheid water, condensaat, drank, enz. Max. ph-waarde medium 2) 10,5 Mediumtemperatuur [ C] 3) 0-60 (met droogpatroon) (met beluchtingsnippel) Omgevingstemperatuur [ C] 0-60 Gewicht [kg] ca. 6,8 Materialen ORG 12 ORG 22 Behuizing verzinkt verzinkt Deksel behuizing verzinkt Onderdelen in aanraking met medium verzinkt Kogelkraan Ms Koppelingen St Glascilinder Duran 50 Duran 50 Afdichtingen Siliconen Siliconen Reinigingsring EPDM EPDM Lichtzender Gloeilamp 12 V/10 W BA15s Beschermingsklasse IP 65 Lichtontvanger 2 silicium-fotoelementen Beschermingsklasse IP 65 1) Bij 2 l /min in v-vormige doorstroming met 4 bochten, 1 m leiding DN 10 en ζ = 6,1. 2) Vanaf ph-waarde >10,5 kan afhankelijk van de temperatuur het glas slijten. 3) Standaard wordt de sensor met ingeschroefde beluchtingsnippel F geleverd. 10

11 Verklaringen Technische gegevens Typeplaatje GL 11

12 Verklaringen Technische gegevens Meetversterker ORT 6 Ingangen Uitgangen Meetbereik [ppm] Doorgaand licht (D), Strooilicht (S) 1 spanningsuitgang voor lichtzender Q, 1-12 V pulsbreedte gemoduleerd 3 potentiaalvrije omschakelcontacten (alarm 1 en 2, storing), Contactmateriaal AgNi 0,15 Max. schakelstroom bij schakelspanningen 24 V AC/DC, 115 V en 230 V AC: Ohms/ inductief 4A 1 stroomuitgang 0 /4-20 ma, belasting max. 500 Ohm 0-25 ppm Momentele waarde uitgang [ma] 0/4 ma 0 ppm, 20 ma 25 ppm Instelbereik grenswaarde alarm 1 en 2 Aanwijs- en bedieningselementen Instelbereik opkomvertraging alarm 1 en 2 Netspanning Opgenomen vermogen [VA] Zekering Behuizing Materiaal Instelbaar tussen 0 en 15 ppm. Andere bereiken op aanvraag 4 folietoetsen, 8 lichtdioden voor het aanwijzen van de bedrijfstoestanden en dimensies, 1 driecijferig 7-segment display voor momentele waarde, grenswaarde en storingweergave, 3 interne lichtdioden voor de bewaking van de systeemspanningen seconde. Andere bereiken op aanvraag 230 V + 10/-15 %, HZ 115 V + 10/-15 %, Hz (optie) 24 V + 10/-15 %, Hz (optie) 25 VA Smeltzekering M 0,2 A 5 x 20 bij 230 V Smeltzekering M 0,4 A 5 x 20 bij 115 V Smeltzekering M 1,0 A 5 x 20 bij 24 V Veldbehuizing voor wandmontage Behuizing gietaluminium Beschermingsklasse IP 65 (DIN EN 60529) Toel. omgevingstemperatuur [ C] 0 55 Gewicht [kg] ca. 3,6 12

13 Inbouw Sensor ORG 12, ORG 22 Het verdient aanbeveling, de montagewerkzaamheden aan de hand van deze handleiding door gekwalificeerd vakpersoneel te laten uitvoeren. Voor schade, die vanwege ondeskundige montage ontstaat, is de leverancier niet aansprakelijk. De meetversterker is bedoeld voor wandmontage en moet in de buurt van de sensor worden geïnstalleerd. De opstelling van de sensor en het leggen van de leidingen wordt uitgevoerd conform de inbouwvoorbeelden in de figuren 2 t/m 7. In de hoofdleiding moet een doorstroomhindernis worden ingebouwd, bijv. een terugslagklep (GESTRA type RK86). De sensor moet in een bypass worden geïnstalleerd die lager ligt dan de hoofdleiding, om gasbellen en naverdamping in de sensor te voorkomen. Het medium moet aan de zijkant van onderen uit de hoofdleiding worden afgetapt zodat er geen lucht en geen vervuiling in de bypass terecht kan komen. Bij mediumtemperaturen die hoger zijn dan de maximale omgevingstemperatuur moet de beluchtings nippel F worden ingeschroefd. Bij lagere mediumtemperaturen dan de omgevingstemperatuur moet het kunststof deksel van het droogpatroon G (kleur blauw) worden verwijderd en moet het droogpatroon G worden ingeschroefd. Bij zeer hoge mediumtemperaturen: Langere, niet geïsoleerde toevoerleiding naar de ORG 12/ORG 22 toepassen, om te waarborgen, dat de mediumtemperatuur voor de ORG 12/ORG 22 tot de maximale toegestane temperatuur van <120 C afneemt. Bij groot gasaandeel: Aftappen onder - inlasstuk DIN 2618 aanbrengen (zie blz. 14 fig. 5). Bij groter vervuilinggevaar en grove vervuiling: Doorstroming van de glascilinder U (krassen van de glascilinder) in de langsrichting, inbouw zie blz. 14 fig. 3. Wanneer dit geen oplossing biedt en/of sterke ontspanningsdamp voor de sensor optreedt, moet een scheidingsvat worden opgenomen (zie blz. 15 fig. 6). Let op Uitgassingen en naverdampingen door drukreductie voor de sensor moeten worden voorkomen! Overige aansluitingen op het deksel C vrijhouden, om naar keuze spoelwater of kalibratiemedium toe te kunnen voeren. 13

14 Inbouw Sensor ORG 12, ORG 22 Toevoer Afvoer Inbouwvoorstel voor monsterleiding van bijv. waterbehandeling, bierfiltratie, permeaat achter omgekeerde osmose. Fig. 2 Reinigingsinrichting, V-doorstroming, automatische ontluchting Aanvoer Fig. 3 Afvoer Reinigingsinrichting Inbouwvoorstel wanneer vaste stoffen in het condensaat aanwezig zijn. Bij de inbouwpositie conform fig. 4-6 kunnen vaste stoffen bij de reinigingsinrichting zich afzetten, deze zullen bij bediening van de schuifstand de glascilinder in korte tijd bekrassen. Inbouwvoorstel voor de sensor naast van beneden naar boven doorstroomde productleiding. Fig. 4 Fig. 5 *) H 500 Inbouwvoorstel voor productleiding met geringe gashoeveelheid, bijv. voldoende gedimensioneerde condensaatleiding (vanwege naverdamping) achter condensaataftap. *) Medium aan zijkant van onderen (45 ) uit hoofdleiding tappen, zodat er geen lucht en geen vervuiling in de bypass terecht kan komen. 14

15 NRGS 16-1 NR G S 16-1 OI L P pp m cal sec 0 ALARM 1 2 E Test Inbouw Sensor ORG 12, ORG 22 H 250 Scheidingsvat DN DN > aanvoer Ontspanningsdamp Condensaat Inbouwvoorstel voor waterdampcondensaat met hoog naverdampingsaandeel. Fig. 6 Axiale doorstroming van het monster bij sterk vervuild condensaat van boven naar beneden. Fig. 7 Voorbeeld voor een lenswater (bilgewater)-olieafscheidingssysteem met olie- en troebelheidssignalering OR52 als 15 ppm-oliegehalte-alarmering. 15

16 Inbouw Sensor ORG 12, ORG 22 Het deksel C van de behuizing en de bodem J van de meetversterker kunnen in stappen van 90 verdraaid worden opgeschroefd. 1. De meegeleverde dubbele nippel A, koppelingen Z en kogelkranen B inschroeven. In het deksel C en de bodem J of direct op de aftap-, toevoer- of afvoerlocatie (met teflonband of hennep afdichten). 2. De kogelkranen B met de koppelingen Z zodanig uitlijnen dat de hefboom zich aan de voorkant bevindt en de stand goed kan worden waargenomen. 3. De ORG 12/ORG 22 onder de houder Y op een goed toegankelijke plaats bevestigen. Bij inbouw op schepen moet de houder Y vastgelast worden. 4. Toevoer- en afvoerleidingen installeren. Materiaal: Ermeto-buis 12 x 1, gasbuis DN 10 of geschikte slang (voor eenvoudige reiniging). 5. Lichtontvanger D op goed toegankelijke plaats opstellen, zodat na demontage de doorstroming visueel kan worden gecontroleerd. Voor het verwisselen van lichtzender Q en -ontvanger D moeten de inwendige wartelmoeren (op de behuizing T) worden losgemaakt waarna de lichtzender Q en -ontvanger D kunnen worden verwisseld. Bij opnieuw plaatsen moet erop worden gelet dat de paspennen in de behuizing T in de groef van de lichtzender Q en -ontvanger D vallen. De wartelmoeren moeten vast worden aangedraaid. Zorg voor absolute vochtdichtheid, want vochtaanslag buiten op de glascilinder U resulteert in hoge meetwaarden Fig

17 Te st Inbouw Meetversterker ORT 6 Na het losmaken van de schroeven van het deksel en het openklappen daarvan zijn de bevestigingsgaten toegankelijk. De afstanden van de bevestigingsgaten zijn op de achterzijde van de behuizing aangegeven. De meetversterker moet met geschikte schroeven en pluggen op de betreffende ondergrond worden bevestigd. OIL ppm cal sec 0 ALARM P E Fig

18 Elektrische aansluiting Sensor ORG 12, ORG 22 Waarborg dat de spanning is afgeschakeld bij de installatie van de sensor! De aansluiting van de lichtzender Q en van de lichtontvanger D wordt uitgevoerd met de bijbehorende connector P. 1. De lichtzender Q met afgeschermde (afscherming niet aansluiten), 2-aderige kabel aansluiten (bijv. LIYIC 2 x 0,75 mm 2, lengte max. 50 m). 2. De lichtontvanger D met afgeschermde (afscherming niet aansluiten), 4-aderige kabel aansluiten (bijv. LIYIC 4 x 0,5 mm 2, lengte max. 50 m). Meetversterker ORT 6 Waarborg dat de spanning is afgeschakeld bij de installatie van de meetversterker! 1. Dekselschroeven losmaken en het deksel openen. 2. Alle 3-polige klemmenstroken aftrekken en de aansluitkabels door de kabelwartel trekken. 3. Aansluitkabels met net, alarm 1, alarm 2 enz. markeren! 4. Kabelmantel over ca. 40 mm lengte verwijderen, isolatie over ca. 5 mm van de ader verwijderen. 5. Klemmenstroken conform aansluitschema aansluiten en afschermingen aansluiten. 6. PE met de aardingschroef in de behuizing verbinden. 7. Klemmenstroken weer plaatsen. 8. Kabeldoorvoer door het aandraaien van de kabelwartels afdichten. Niet benodigde kabelwartels met de bijgevoegde afblindpluggen afsluiten. 9. Deksel behuizing sluiten en dekselschroeven vastdraaien. 10. Scheidingsinrichting (scheidingsschakelaar) installeren. Let op Ter beveiliging moeten de uitgangscontacten van de stroomcircuits met een zekering T 2, 5 A worden gezekerd. Aangesloten schakelaars en aandrijvingen moeten door RC-combinaties conform de specificaties van de leverancier worden ontstoord. Als scheidingsinrichting voor de meetversterker, een scheidingsschakelaar goed bereikbaar in de buurt van het instrument installeren (EN ). Schakelaar als scheider voor de meetversterker markeren. 18

19 Elektrische aansluiting Gereedschap < Kruiskop schroevendraaier grootte 1 en 2 < Schroevendraaier grootte 2,5, volledig geïsoleerd conform VDE 0680 < Adereind hulstang < Striptang Aansluitschema ORG 12/22 - ORT 6 Sensor ORG... 0/4-20 ma R 500 Ω Meetversterker ORT 6 S D L Alarm 2 Alarm 1 L N Storing Aardingschroef in behuizing Scheidingsschakelaar Fig. 10 PE L N 19

20 Elektrische aansluiting Aansluitschema ORG 12/22 - ORT 6 met driewegafsluiter Sensor ORG... Meetversterker ORT 6 0/4-20 ma R 500 Ω S D L Alarm 2 Alarm 1 L N Storing PE L N Scheidingsschakelaar Aardingschroef in behuizing Ventiel OPEN: Ventiel DICHT: medium stroomt door. medium wordt afgevoerd resp. tegengehouden. A Z L N Fig

21 Functie-elementen Meetversterker 7-segmentdisplay Gele OIL ppm sec cal 0 Dimensie-LED Kalibratie-LED ALARME 1 2 Storings-LED Gele P-LED P E Test De afzonderlijke toetsen hebben de volgende functies: P = Programmatoets = Plustoets = Minustoets E = Bevestigingstoets/testmodus Deel basisprinkaart Deel dekselprintkaart P10 DHL-016-S R16 LED1 2K7 R17 LED2 6K8 R18 LED3 6K8 LED indicatie systeemspanning L1 = + 5 V L2 = +12 V L3 = lamp Codeerschakelaar 7 voor decimale punt ON = decimale punt ingesteld OFF = geen decimale punt Jumper 2 voor momentele waarde uitgang Jumper ingesteld: 0-20 ma Jumper open: 4-20 ma Jumper 1 ingesteld: fabrieksinstelling L4 L3 L2 L1 10uH 10uH 10uH 10uH SDIX-10-XS S5 on JP2 JP1 P1 21

22 Inbedrijfname Fabrieksinstellingen De meetversterker wordt af fabriek geleverd met de volgend instellingen: < Grenswaarde alarm 1: 3 ppm < Grenswaarde alarm 2: 5 ppm < Opkomvertraging alarm 1: 1 seconde < Opkomvertraging alarm 2: 1 seconde < Momentele waarde uitgang: Jumper 2 ingesteld = 0-20 ma < 7-segment display zonder decimale punt Let op De klemmenstroken van de meetversterker staan tijdens bedrijf onder spanning! Zwaar letsel als gevolg van elektrische stroom is mogelijk. Voor het openen van het deksel van de behuizing moet het instrument spanningsloos worden geschakeld! Voor de inbedrijfname is doorspoelen van de apparatuur noodzakelijk. Eventuele zuurspoelingen mogen uitdrukkelijk alleen na toestemming van de leverancier worden uitgevoerd. Opmerking Met verschillend ingestelde grenswaarden kan bijv. alarmcontact 1 voor een vooralarm en alarmcontact 2 voor het hoofdalarm gebruikt worden. Voor de condensaat- en lenswater (bilgewater)- bewaking kan zo via alarmcontact 1 een driewegafsluiter worden aangestuurd, dat in geval van te hoge troebelheid (alarm door binnendringen olie of startbeveiliging) het onbruikbare condensaat afvoert. Met alarmcontact 2 volgt dan het activeren van het hoofdalarm / een afschakeling. Afsluiters met eenfase-wisselstroommotor zijn direct aansluitbaar, vermogen max. 50 VA (zie aansluitschema blz. 20 fig. 11 ). Bij draaistroommotoren moet een omkeerschakelaar worden opgenomen. Pneumatisch aangedreven afsluiters kunnen via magneetventielen worden aangestuurd. 22

23 Inbedrijfname Eerste inbedrijfname 1. Meetversterker inschakelen (scheidingsschakelaar). 2. Sensor ORG 12/22 minimaal 15 minuten doorspoelen en de reinigingsinrichting H indien nodig bedienen. 3. Waarborg, dat de ORG 12/22 volledig ontlucht is. Voor visuele inspectie de wartelmoer (intern) losmaken en de lichtontvanger D afnemen. Bij weer opschroeven waarborgen, dat de paspen in de betreffende groef aan de voorzijde van de lichtontvanger D valt. OIL P ppm cal sec 0 ALARM 1 2 E Test 0% - inregeling Troebelheidsnulpunt: Leidingwater (bij lage mediumtemperatuur) of olieloos condensaat. 1. P indrukken, de gele P-LED brandt. 2. zolang indrukken tot de kalibratie-led gaat branden. De laatst opgeslagen kalibratiewaarde (digits) wordt getoond. 3. P indrukken, de gele P-LED en het 7-segment-display knipperen. OIL 4. E indrukken, de 0%-waarde als basistroebelheid wordt overgenomen, de gele P-LED en het 7-segment-display branden. Bij te hoge basistroebelheid ontstaat een foutmelding! 5. E indrukken, het instrument schakelt naar normaal bedrijf, er wordt 0 ppm getoond en de dimensie-led ppm brandt. P Onderbreken: P tweemaal indrukken, de gele P-LED brandt weer. ppm cal sec 0 ALARM 1 2 E Test 23

24 Inbedrijfname 100% - inregeling Het meegeleverde 20 ppm troebelheid ijkmonster S moet op de lichtzender G van de sensor worden aangebracht. De wartelmoer (intern) op de tubus (lenzenbuis) R losmaken, om de lichtzender Q van de behuizing T van het apparaat af te nemen. Het troebelheid ijkmonster S op de zichtbare zwarte tubus (lenzenbuis) R zodanig plaatsen, dat de opening in het troebelheid ijkmonster S exact de opening in de tubus (lenzenbuis) R afdekt. Lichtzender Q weer plaatsen. De paspen op de behuizing T moet in de groef van de tubus (lenzenbuis) R vallen. Wartelmoer (intern) vastdraaien. Waarborg dat in het apparaat nog het medium voor de nulinregeling aanwezig is. Overige instellingen op de meetversterker: 1. P indrukken, de gele P-LED brandt. 2. zolang indrukken tot de kalibratie-led cal gaat branden. ppm cal OIL De laatst opgeslagen kalibratiewaarde (digits) wordt weergegeven. sec ALARM P indrukken, de gele P-LED en het 7-segment-display knipperen. 4. E indrukken, de 100%-waarde wordt overgenomen, de gele P E Test P-LED en het 7-segment-display branden. 5. E indrukken, het instrument schakelt naar normaal bedrijf, er wordt 20 ppm getoond en de dimensie-led ppm brandt. Onderbreken: tweemaal P indrukken, de gele P-LED brandt weer. Op de sensor moet het troebelheid ijkmonster S weer worden gedemonteerd en zorgvuldig worden bewaard, zodat deze niet bekrast kan raken. 24

25 Inbedrijfname Olie-/troebelheidcurven Bij de strooilichtmeting wordt uit de strooilichtintensiteit het vaste stofgehalte in de vloeistof bepaald. Bij hetzelfde vaste stofgehalte is de strooilichtintensiteit resp. de troebelheid echter ook afhankelijk van: < deeltjesgrootte (emulgatiegraad) < deeltjesvorm < optische eigenschappen van de deeltjes Wanneer olie en vet de troebelheid veroorzaken, is de emulgatiegraad van wezenlijk belang. Aanwijzing bij verschillende stoffen in het medium Aanwijzing [ppm] Concentratie [µl/l] = [ppm]! Verwarmingsolie EL, 15 ºC, grof geëmulgeerd 7 Xylol, 80 ºC, fijn geëmulgeerd 2 Verwarmingsolie EL, 15 ºC, fijn geëmulgeerd 8 Rode bessensap, geconcentreerd 3 Verwarmingsolie EL, 80 ºC, fijn geëmulgeerd 9 Zwarte bessensap, geconcentreerd 4 Motorolie SAE15W40, 15 ºC, fijn geëmulgeerd 0 Magere melk met 0,1 % vetgehalte, betrokken op de vetconcentratie 5 Plantaardige olie, 15 ºC, fijn geëmulgeerd! Turbineolie T 68, transmissieolie M 68 6 Xylol, 20 ºC, fijn geëmulgeerd 25

26 Inbedrijfname Grenswaarde alarm 1 instellen 1. P indrukken, de gele P-LED brandt. 2. zolang indrukken, tot Alarm 1 LED en dimensie-led ppm branden; de laatst ingestelde waarde verschijnt. ppm cal OIL 3. P indrukken, de gele P-LED knippert en het tweede cijfer van sec 0 het 7-segment-display. ALARM 4. Door indrukken van kan het cijfer worden gewijzigd en 1 2 door indrukken van E wordt de instelling overgenomen en versprongen naar het derde cijfer, welke gaat knipperen. P E 5. Door indrukken van kan het cijfer worden gewijzigd en Test door indrukken van E wordt de instelling overgenomen. De gele P-LED en het 7-segment-display branden. Als vertragingstijd mag max. 15 ppm worden ingesteld. 6. E indrukken, het instrument schakelt naar normaal bedrijf, de momentele waarde wordt getoond en de dimensie-led ppm brandt. Grenswaarde alarm 2 instellen 1. P indrukken, de gele P-LED brandt. 2. zolang indrukken, tot Alarm 2-LED en dimensie-led ppm branden; de laatst ingestelde waarde verschijnt. ppm cal OIL 3. P indrukken, de gele P-LED knippert en het tweede cijfer van sec 0 het 7-segment-display. ALARM 4. Door indrukken van kan het cijfer worden gewijzigd en 1 2 door indrukken van E wordt de instelling overgenomen en versprongen naar het derde cijfer, welke gaat knipperen. P E 5. Door indrukken van kan het cijfer worden gewijzigd en Test door indrukken van E wordt de instelling overgenomen. De gele P-LED en het 7-segment-display branden. Als grenswaarde mag max. 15 ppm worden ingesteld. 6. E indrukken, het instrument schakelt naar normaal bedrijf, de momentele waarde wordt getoond en de dimensie-led ppm brandt. 26

27 Inbedrijfname Opkomvertraging alarm 1 instellen 1. P indrukken, de gele P-LED brandt. 2. zolang indrukken, tot Alarm 1 LED en dimensie-led sec branden; de laatst ingestelde waarde verschijnt. ppm cal OIL 3. P indrukken, de gele P-LED knippert en het tweede cijfer van het 7-segment-display. sec ALARM Door indrukken van kan het cijfer worden gewijzigd en door indrukken van E wordt de instelling overgenomen en versprongen naar het derde cijfer, welke gaat knipperen. P E Test 5. Door indrukken van kan dit cijfer worden gewijzigd en door indrukken van E wordt de instelling overgenomen. De gele P-LED en het 7-segment-display branden. Als grenswaarde mag max. 20 ppm worden ingesteld. 6. E indrukken, het instrument schakelt naar normaal bedrijf, de momentele waarde wordt getoond en de dimensie-led ppm brandt. Opkomvertraging alarm 2 instellen 1. P indrukken, de gele P-LED brandt. 2. zolang indrukken, tot het Alarm 2 LED en dimensie-led sec branden; de laatst ingestelde waarde verschijnt. ppm cal OIL 3. P indrukken, de gele P-LED knippert en het tweede cijfer van het 7-segment-display. sec ALARM Door indrukken van kan het cijfer worden gewijzigd en door indrukken van E wordt de instelling overgenomen en versprongen naar het derde cijfer, welke gaat knipperen. P E Test 5. Door indrukken van kan dit cijfer worden gewijzigd en door indrukken van E wordt de instelling overgenomen. De gele P-LED en het 7-segment-display branden. Als vertragingstijd mag max. 20 seconden worden ingesteld. 6. E indrukken, het instrument schakelt naar normaal bedrijf, de momentele waarde wordt getoond en de dimensie-led ppm brandt. 27

28 Inbedrijfname Decimale punt instellen In het 7-segment-display kan een decimale punt worden getoond. ppm OIL sec 0 Deze instelling heeft geen effect op de ingestelde grenswaarden en opkomvertragingen. decimale punt Instrument spanningsloos schakelen! Open het deksel van de behuizing van de meetversterker en schakel de codeerschakelaar 7 op de dekselprintkaart naar de positie ON. Momentele waarde uitgang instellen De momentele waarde uitgang kan van 0-20 ma in 4-20 ma worden gewijzigd. Instrument spanningsloos schakelen! Open het deksel van de behuizing en verwijder de jumper 2 op de dekselprintkaart. Jumper 2 ingesteld = momentele waarde uitgang 0-20 ma Jumper 2 open = momentele waarde uitgang 4-20 ma Gevaar De klemmenstroken van de meetversterker staan tijdens bedrijf onder spanning! Zwaar letsel als gevolg van elektrische stroom is mogelijk. Voor het openen van het deksel van de behuizing moet het instrument spanningsloos worden geschakeld! cal 28

29 Bedrijf Start Netspanning inschakelen. Op het 7-segment-display verschijnt kortstondig het versienummer van de software. Aansluitend loopt de aanwijzing op tot de momentele waarde. De dimensie-led ppm brandt. OIL ppm cal sec 0 ALARM 1 2 Alarm 1 en 2 Bij het overschrijden van de grenswaarden alarm 1 of alarm 2 wordt eerst de ingestelde opkomvertraging actief. Bovendien knippert LED alarm 1 of LED alarm 2. Na afloop van de vertragingstijd brandt LED alarm 1 of de LED alarm 2. Het relaiscontact alarm 1 of alarm 2 opent. OIL ppm cal sec 0 ALARM 1 2 Let op Bij het overschrijden van de grenswaarden vergrendelt de meetversterker niet automatisch. Wanneer vanuit de installatie om een vergrendelingsfunctie wordt gevraagd, dan moet deze in de navolgende schakeling (veiligheidscircuit) worden uitgevoerd. Deze schakeling moet aan de eisen van DIN VDE 0116 voldoen. 29

30 Onderhoud Functionele test 1. Reinigingsinrichting H langzaam in de middenpositie schuiven; daarmee wordt een storing gesimuleerd. 2. De LED storing gaat branden en het relaiscontact storing opent. ens wordt eerst de foutcode E03 getoond en daarna de foutcode E Reinigingsinrichting H weer in de uitgangspositie brengen. Het instrument moet automatisch weer overschakelen naar normaal bedrijt. Functietest relais alarm 1, alarm 2 en storing 1. E kort indrukken. De testmodus is gedurende 10 seconden actief. Op het 7-segment-display verschijnt. 2. P indrukken. Gedurende het indrukken van de toets brandt LED alarm 1 en het relaiscontact alarm 1 opent. OIL ppm sec cal 0 3. indrukken. Gedurende het indrukken van de toets brandt LED alarm 2 en het relaiscontact alarm 2 opent. ALARM indrukken. Gedurende het indrukken van de toets brandt de LED storing en het relaiscontact storing opent. P E Test Functionele storingen 1. De meetversterker werk niet - geen functie, geen aanwijzing. Fout: zekering instrument defect. Oplossing: zekering vervangen, netaansluiting controleren. Fout: interne systeemspanning uitgevallen. De drie groene LED's op de basisprintkaart branden niet tegelijkertijd. Oplossing: netaansluiting controleren of meetversterker vervangen. 2. Meetwaarde neemt constant toe met 1 ppm/dag of langzamer (binnendringen vreemde stoffen is uitgesloten). Fout: toenemende vervuiling van de glascilinder U. Oplossing: reinigingsinrichting H vaker bedienen. 30

31 Onderhoud Aanwijzing foutcode Wanneer storingen optreden, dan brandt de gele LED storing, het relaiscontact storing opent en op het 7-segment-display verschijnt voor de storing de bijbehorende foutcode. Het activeren van alarmen wordt door een storing niet beïnvloed. OIL ppm sec cal 0 ALARM 1 2 P E Test Foutcode tabel Foutcode Mogelijke fout Oplossing E01 Gloeilamp in lichtzender Q vervuild Glascilinder U vervuild Troebelheid te sterk Bedrijfsspanning te laag Reinigingsinrichting H niet in de uitgangspositie Vaste stoffen in het medium Gloeilamp vervangen Glascilinder U reinigen of vervangen Voorreiniging medium d.m.v. bijv. filter/ zeef uitvoeren Voedingsspanning controleren Reinigingsinrichting H in uitgangspositie brengen Voorreiniging medium d.m.v. bijv. filter/ zeef uitvoeren 31

32 Onderhoud Foutcode tabel Foutcode Mogelijke fout Oplossing E03 Gloeilamp in lichtzender Q defect (wanneer deze fout vaker optreedt, is er warmtestuwing in de lichtzender Q, omdat de mediumtemperatuur hoger ligt dan 60 C en toch het droogpatroon G ingeschroefd is). Leidingverbinding naar lichtzender Q onderbroken Reinigingsinrichting H niet in de uitgangspositie Vaste stoffen in het medium Gloeilamp vervangen, droogpatroon G uit- en beluchtingsnippel F inschroeven. Leidingverbinding controleren Reinigingsinrichting H in uitgangspositie brengen Voorreiniging medium d.m.v. bijv. filter/zeef uitvoeren. Foutcode Mogelijke fout Oplossing E05 Basistroebelheid groter dan 10 ppm Glascilinder U sterk bekrast (vaste stoffen in het medium) Glascilinder U vervuild Vaste stoffen in het medium Sterke belvorming door uitgassen of naverdamping Voorreiniging medium d.m.v. bijv. filter/zeef uitvoeren Glascilinder U vervangen. Sensor conform inbouwvoorstel fig. 3 inbouwen Glascilinder U reinigen of vervangen Voorreiniging medium d.m.v. bijv. filter/zeef uitvoeren Afvoer smoren Foutcode Mogelijke fout Oplossing E06 Lichtontvanger D defect of verkeerd aangesloten Meetversterker defect Lichtontvanger D vervangen of leidingverbinding controleren Meetversterker vervangen 32

33 Onderhoud Foutcode tabel Foutcode Mogelijke fout Oplossing E08 Gloeilamp in de lichtzender Q defect Leidingverbindingen naar lichtzender Q / -ontvanger D onderbroken Reinigingsinrichting H niet in de uitgangspositie Vaste stoffen in het medium Gloeilamp vervangen Leidingverbindingen controleren Reinigingsinrichting H in uitgangspositie brengen Voorreiniging medium d.m.v. bijv. filter/zeef uitvoeren Na oplossen van de fout schakelt het instrument om naar normaal bedrijf. Glascilinder vervangen 1. De kogelkranen B voor de toe- en afvoer sluiten. De spoelkraan E openen. 2. De acht bouten I losmaken (niet uitschroeven). De reinigingsinrichting H in de behuizing T schuiven (bij inbouw zoals op blz. 14 fig. 3 getoond uitnemen), de bovenste vier bouten I uitschroeven en de behuizing T wegnemen. 3. De reinigingsinrichting H uitnemen en de glascilinder U verwijderen. Bij langduriger toepassing kan het voorkomen, dat de glascilinder U vanwege verontreinigingen vastzit aan het deksel C. 4. Controleer of de behuizing T, het deksel C en de bodem J van binnen droog zijn. Indien dit niet het geval is, moet de behuizing T met perslucht worden uitgeblazen, omdat restvochtigheid anders bij koude media beslaan van de glascilinder U kan veroorzaken waardoor een foutmeting ontstaat. 5. De onderste vier bouten I uitschroeven. 6. De O-ringen VWX verwijderen, de afdichtingoppervlakken reinigen en nieuwe O-ringen VWX plaatsen. 7. Nieuwe, droge glascilinder U in de buurt van de kopse kant vastpakken en over de houder op de deksel C schuiven. 8. De behuizing T met de schroeven I op het deksel C bevestigen. 9. De zuiger K van de reinigingsinrichting H in de glascilinder U leiden en de bodem J op de behuizing T vastschroeven. 10. De spoelkraan E sluiten, de kogelkranen B voor toe- en afvoer openen. Op de meetversterker de instellingen voor de 0 % en 100 % inregeling controleren. 33

34 Onderhoud Glascilinder reinigen 1. De schraapring L van de reinigingsinrichting H op en neer bewegen. Daarbij kan afhankelijk van de ingestelde opkomvertraging alarm 1 en/of alarm 2 of een storing worden geactiveerd. 2. De schraapring L van de reinigingsinrichting H in de uitgangspositie brengen (steekt ca. 70 mm uit het instrument). Wanneer de cilinder nog is vervuild, moet de reinigingsring L van de reinigingsinrichting H worden vervangen. Afhankelijk van de vervuilingsgraad van het medium moet de glascilinder U regelmatig (1 x per week) worden gereinigd. Bij sterke verontreiniging moet de glascilinder U worden vervangen. Zuiger van de reinigingsinrichting vervangen 1. De kogelkranen B voor de toe- en afvoer sluiten. De spoelkraan E openen. 2. De reinigingsinrichting H uitnemen en de vier bouten I van de bodem J uitschroeven; bodem J met reinigingsinrichting H afnemen. 3. Met een schroevendraaier de interne uitstulpingen van de snelbevestigingsring openbuigen en de ring verwijderen. 4. Zuiger K wegnemen en nieuwe zuiger K plaatsen. 5. Nieuwe snelbevestigingsring monteren. De haken daarvan moeten van de zuiger K afwijzen. 6. De O-ringen VWX in de bodem verwijderen, afdichtingoppervlakken reinigen en nieuwe O-ringen VWX plaatsen. 7. De zuiger K van de reinigingsinrichting H in de glascilinder U leiden en de bodem J op de behuizing T vastschroeven. 8. De spoelkraan E sluiten, de kogelkranen B voor toe- en afvoer openen. 9. Op de meetversterker de instellingen voor de 0 % en 100 % inregeling controleren. Droogpatroon vervangen Wanneer de inhoud van het droogpatroon G roze is gekleurd, moet het patroon vervangen worden. Wanneer dit vaak voorkomt, moet de sensor worden gecontroleerd op lekdichtheid op de volgende punten: < O-ringen op lichtzender Q en -ontvanger D < Afdichtingen op de connectoren P, afdichtingen op kopse kant van de glascilinder U < Kabeldoorvoeren op de connectoren P van de lichtzender Q en -ontvanger D 34

35 Onderhoud Gloeilamp vervangen 1. Wartelmoer (extern) op de tubus (lenzenbuis) R van de lichtzender Q losmaken en afnemen. 2. De gloeilamp vervangen (12 V 10 W). 3. De lichtzender Q weer plaatsen. De paspen op de lichtzender Q moet in de groef van de tubus (lenzenbuis) R vallen. Wartelmoer vastdraaien. 4. Op de meetversterker de instellingen voor de 0 % en 100 % inregeling herhalen. Zekering instrument vervangen 1. Het deksel van de behuizing van de meetversterker openen. 2. De schroefkap van de zekeringhouder naar links draaien en aftrekken. 3. Zekering vervangen. Type: M 0,2 A 5 x 20 bij 230 V, M 0,4 A 5 x 20 bij 115 V, M 1,0 A 5 x 20 bij 24 V 4. Schroefkap plaatsen en naar rechts draaien, deksel weer sluiten. Gevaar De klemmenstroken van de meetversterker staan tijdens bedrijf onder spanning! Zwaar letsel als gevolg van elektrische stroom is mogelijk. Voor het openen van het deksel van de behuizing moet het instrument spanningsloos worden geschakeld! Gereedschap < Steek- of ringsleutel SW 13 < Schroevendraaier grootte 2,5 35

36 Onderhoud Reservedelen Een set reservedelen met de volgende onderdelen is los leverbaar: Onderdeel Benaming Aantal U Glascilinder 1 V O-ring 25 x 3 2 W O-ring 30 x 2 2 X O-ring 37 x 2 4 Gloeilamp 2 Voor reinigingsinrichting K Zuiger 1 M Ring 1 L Schraapring 1 N Borgring 19 x 1,2 1 Snelbevestigingsring 1 36

37 Appendix Conformiteitverklaring 37

38 Appendix Conformiteitverklaring 38

39 Appendix Conformiteitverklaring 39

40 Appendix Certificaat typetoelating 40

41 Appendix Certificaat typetoelating 41

42 Appendix Certificaat typetoelating 42

43 Appendix Certificaat typetoelating 43

44 Appendix Certificaat typetoelating 44

45 Appendix Revisies Index Beschrijving Datum 00 Handleiding aangemaakt

46 Vertegenwoordigd door: Prometal FCX Ubel & Ventil Coenecoop PG Waddinxveen Postbus AJ Waddinxveen Telefoon Telefax Internet Prometal n.v. Bredastraat 129/133 B-2060 Antwerpen België Tel: 0032/3/ Fax 0032/3/ GESTRA AG Postfach , D Bremen Münchener Str. 77, D Bremen Telefon +49 (0) Telefax +49 (0) Internet /1204c 2003 GESTRA AG Bremen Printed in Germany

PRS 9. Gebruiksaanwijzing Programmaschakelaar PRS 9

PRS 9. Gebruiksaanwijzing Programmaschakelaar PRS 9 PRS 9 Gebruiksaanwijzing 810534-00 Programmaschakelaar PRS 9 Afmetingen / Overzicht PRS 9 Test 128,5 169 30,48 (6TE) Fig. 1 A B C D E PRS 9 I H G F Test J Fig. 2 MAX 95 % IP 10 MAX 70 C 2 Legenda A B C

Nadere informatie

GESTRA MK 36/51. Installatie instructies 810838-00 Condenspot MK 36/51

GESTRA MK 36/51. Installatie instructies 810838-00 Condenspot MK 36/51 GESTRA MK 36/51 Installatie instructies 810838-00 Condenspot MK 36/51 Toepassing De condenspot MK 36/51 alleen voor afvoer van condensaat uit stoom toepassen. Veiligheidsinstructie Het apparaat mag uitsluitend

Nadere informatie

NRS 2-4. Gebruiksaanwijzing 810552-00 HN-schakelaar NRS 2-4

NRS 2-4. Gebruiksaanwijzing 810552-00 HN-schakelaar NRS 2-4 NRS 2-4 Gebruiksaanwijzing 810552-00 HN-schakelaar NRS 2-4 Inhoudsopgave blz. Belangrijke instructies Veiligheidsinstructies...7 Waarschuwing...7 Verklaringen Verpakkingsinhoud...8 Systeembeschrijving...8

Nadere informatie

URN 2. Gebruiksaanwijzing 810537-00 Netvoedingsapparaat URN 2

URN 2. Gebruiksaanwijzing 810537-00 Netvoedingsapparaat URN 2 URN 2 Gebruiksaanwijzing 810537-00 Netvoedingsapparaat URN 2 Afmetingen / functionele elementen 128,5 169 30,01 (6TE) Fig. 1 A C B MAX 70 C MAX 95 % Fig. 2 2 Legenda A B C 32-polige klemmenstrook LED bedrijf

Nadere informatie

GESTRA. GESTRA Steam Systems BK 212. Inbouwhandleiding Condenspot BK 212

GESTRA. GESTRA Steam Systems BK 212. Inbouwhandleiding Condenspot BK 212 GESTRA GESTRA Steam Systems BK 212 Inbouwhandleiding 818515-00 Condenspot BK 212 1 Doorstroomdiagram 2 Doorstroming [kg/h] 1 Verschildruk [bar], betrokken op atmosferische druk Fig. 1 1 Maximale capaciteit

Nadere informatie

GESTRA. GESTRA Steam Systems NRG 26-21. Montagehandleiding 810070-01 GESTRA Niveau-elektrode NRG 26-21

GESTRA. GESTRA Steam Systems NRG 26-21. Montagehandleiding 810070-01 GESTRA Niveau-elektrode NRG 26-21 GESTRA GESTRA Steam Systems NRG 26-2 Montagehandleiding 80070-0 GESTRA Niveau-elektrode NRG 26-2 NRG 26-2 Afmetingen NRG 26-2 NRG 6- G 3 /4 G 3 /4 G 3 /4 warmteisolatie ketelwand voorlansflens DN 00 DN

Nadere informatie

URN 1. Gebruiksaanwijzing Stroomomvormer URN 1

URN 1. Gebruiksaanwijzing Stroomomvormer URN 1 URN 1 Gebruiksaanwijzing 810536-00 Stroomomvormer URN 1 Aansluitschema URN 1b 24 V= ± 25 % max. 15 W 24 V ±5% 10 VA Fig. 1 2 Overzicht A MAX 50 C Alarm MAX 95 % Entriegeln RESET Fig. 2 A B D E 112 85 C

Nadere informatie

NRS 1-8. Gebruikaanwijzing 810168-01 GESTRA Niveauschakelaar NRS 1-8

NRS 1-8. Gebruikaanwijzing 810168-01 GESTRA Niveauschakelaar NRS 1-8 Gebruikaanwijzing 810168-01 GESTRA Niveauschakelaar NRS 1-8 Veiligheidscircuit van de installatie Netvoeding Fig. 1 Netvoeding Verligheidscircuit van de installatie Fig. 2 U 1-2 bedekt niet bedekt storing

Nadere informatie

GESTRA. GESTRA Steam Systems VK 14 VK 16. Gebruikershandleiding 818581-00 Kijkglazen Vaposkop VK 14, VK 16

GESTRA. GESTRA Steam Systems VK 14 VK 16. Gebruikershandleiding 818581-00 Kijkglazen Vaposkop VK 14, VK 16 GESTRA GESTRA Steam Systems VK 14 VK 16 Gebruikershandleiding 818581-00 Kijkglazen Vaposkop VK 14, VK 16 1 Inhoud Belangrijke instructies Blz. Toepassing... 4 Veiligheidsinstructies... 4 Gevaar... 4 DGRL

Nadere informatie

AK 45 Gebruiksaanwijzing 810532-00

AK 45 Gebruiksaanwijzing 810532-00 AK 45 Gebruiksaanwijzing 810532-00 Opstart-aflaatklep AK 45 Doorstroomdiagram 1000 800 600 500 400 1 300 Doorstroming [kg/h] 200 100 0,1 0,2 0,3 0,4 0,5 0,6 0,8 1 2 Verschildruk [bar] 1 Maximale doorstroomhoeveelheid

Nadere informatie

GESTRA. GESTRA Steam Systems ERL 16-1 LRG Gebruiksaanwijzing Geleidbaarheidselektroden ERL 16-1, LRG 16-4

GESTRA. GESTRA Steam Systems ERL 16-1 LRG Gebruiksaanwijzing Geleidbaarheidselektroden ERL 16-1, LRG 16-4 GESTRA GESTRA Steam Systems ERL 6- LRG 6-4 Gebruiksaanwijzing 800-0 Geleidbaarheidselektroden ERL 6-, LRG 6-4 ERL 6-, LRG 6-4 Afmetingen max. 60 C max. 60 C 99 0 Schoefdraad G ¾ Afdichtring 7 x 3 mm DN

Nadere informatie

LRG 12-2. Gebruiksaanwijzing 810557-00 Geleidbaarheidselektrode LRG 12-2

LRG 12-2. Gebruiksaanwijzing 810557-00 Geleidbaarheidselektrode LRG 12-2 LRG 12-2 Gebruiksaanwijzing 810557-00 Geleidbaarheidselektrode LRG 12-2 Aansluitschema LRR 1-10 (Modus SLH) LRG 12-2 Spuiklep 510 Fig.1 2 Functionele elementen 69 MAX 70 C % MAX 95 % IP 20 50 129 GESTRA

Nadere informatie

NRS 2-3. Gebruiksaanwijzing Niveauschakelaar NRS 2-3

NRS 2-3. Gebruiksaanwijzing Niveauschakelaar NRS 2-3 NRS 2-3 Gebruiksaanwijzing 810551-00 Niveauschakelaar NRS 2-3 Afmetingen 7 9 10 11 12 1314 15 NRS 2-3 6 MAX OFF ON 88 180 MIN 207 1 2 3 4 5 6 16 17 67,7 80 NRS 2-3 MAX OFF ON 128,5 MIN 169 45,3 (9TE) Fig.

Nadere informatie

NRG NRG NRG Montagehandleiding Niveau-elektrode NRG 16-12, NRG 17-12, NRG 19-12

NRG NRG NRG Montagehandleiding Niveau-elektrode NRG 16-12, NRG 17-12, NRG 19-12 Montagehandleiding 810094-01 Niveau-elektrode,, ,, Afmetingen 1 Ventilatiegat altijd op het hoogste punt zo dicht mogelijk bij de ketelwand Alle maten in mm ketelwand DN 50 1 > 80 20 < 1500 Fig. 1: Beschermbuis

Nadere informatie

BK 46 Gebruikershandleiding 810725-00

BK 46 Gebruikershandleiding 810725-00 BK 46 Gebruikershandleiding 810725-00 Condenspot BK 46 1 Doorstroomdiagram 2 1 Capaciteit PMX Fig. 1 1 2 Maximale doorstroomsnelheid van heet condensaat voor de BK 46 Maximale doorstroomhoeveelheid van

Nadere informatie

GESTRA. GESTRA Steam Systems BB...1 BB...2. Inbouwhandleiding 810836-00. Dubbele terugslagklep BB 1..., BB 2...

GESTRA. GESTRA Steam Systems BB...1 BB...2. Inbouwhandleiding 810836-00. Dubbele terugslagklep BB 1..., BB 2... GESTRA GESTRA Steam Systems BB...1 BB...2 Inbouwhandleiding 810836-00 Dubbele terugslagklep BB 1..., BB 2... 1 Inhoudsopgave Belangrijke instructies Blz. 2 Toepassing... 8 Veiligheidsinstructie... 8 Gevaar...

Nadere informatie

GESTRA Steam Systems TRS 5-8. Nederlands. Gebruiksaanwijzing 810197-00. GESTRA temperatuurschakelaar TRS 5-8

GESTRA Steam Systems TRS 5-8. Nederlands. Gebruiksaanwijzing 810197-00. GESTRA temperatuurschakelaar TRS 5-8 GESTRA Steam Systems TRS 5-8 NL Nederlands Gebruiksaanwijzing 810197-00 GESTRA temperatuurschakelaar TRS 5-8 TRS 5-8 Fig. 1 WH JE GW BU wit geel groen blauw R Inregelweerstand Fig. 2 TRS 5-8 Fig. 3 Fig.

Nadere informatie

Model 42 Verschildrukregelaar (sluitend) Type type Type A type A Type B type B

Model 42 Verschildrukregelaar (sluitend) Type type Type A type A Type B type B Model 42 Verschildrukregelaar (sluitend) Type 42-14 type 42-18 Type 42-24 A type 42-28 A Type 42-24 B type 42-28 B Type 42-24 A Type 42-28 A figuur 1 Verschildrukregelaar 1. Constructie en werking De verschildrukregelaar

Nadere informatie

TRS 5-7. Gebruiksaanwijzing Temperatuurschakelaar TRS 5-7

TRS 5-7. Gebruiksaanwijzing Temperatuurschakelaar TRS 5-7 TRS 5-7 Gebruiksaanwijzing 810535-00 Temperatuurschakelaar TRS 5-7 Aansluitschema TRS 5-7 b 8 LN 10 9 9 Fig. 1 Thermo-element TRG 5-11 TRG 5-31 TRG 5-41 10 L N C28 A28 C30 A30 TRS 5-7 c/d C10 A10 C12 A12

Nadere informatie

NRGT 26-1 NRGT 26-1 S. Gebruiksaanwijzing 810342-00 Niveau-elektrode NRGT 26-1, NRGT 26-1 S

NRGT 26-1 NRGT 26-1 S. Gebruiksaanwijzing 810342-00 Niveau-elektrode NRGT 26-1, NRGT 26-1 S NRGT 2-1 NRGT 2-1 S Gebruiksaanwijzing 8102-00 Niveau-elektrode NRGT 2-1, NRGT 2-1 S Afmetingen 17 17 7, 2 9 10 10 2 2 7 1 2 G ¾ Fig. 1 Fig. 2 2 Functionele componenten A B D C E F Fig. Fig. G ¾ DIN 228

Nadere informatie

Model 240 Pneumatisch open-/dicht-regelventiel Type 3351

Model 240 Pneumatisch open-/dicht-regelventiel Type 3351 Model 240 Pneumatisch open-/dicht-regelventiel Type 3351 Fig. 1 Type 3351 1. Constructie en werking Het pneumatische regelventiel type 3351 bestaat uit een open-/dichtventiel en een membraanaandrijving,

Nadere informatie

3 WEG- OMSCHAKELKLEP. Installatie- en gebruikershandleiding. voor warmtapwaterlading. USV 1" bu USV 5/4" bu USV 6/4" bi

3 WEG- OMSCHAKELKLEP. Installatie- en gebruikershandleiding. voor warmtapwaterlading. USV 1 bu USV 5/4 bu USV 6/4 bi Installatie- en gebruikershandleiding NL 3 WEG- OMSCHAKELKLEP voor warmtapwaterlading USV 1" bu USV 5/4" bu USV 6/4" bi A.u.b. eerst lezen Deze handleiding bevat belangrijke aanwijzingen voor het gebruik

Nadere informatie

GESTRA Steam Systems AK 45. Gebruiksaanwijzing Opstart-aflaatklep AK 45

GESTRA Steam Systems AK 45. Gebruiksaanwijzing Opstart-aflaatklep AK 45 GESTRA Steam Systems Gebruiksaanwijzing 810532-01 Opstart-aflaatklep Inhoud Belangrijke instructies Blz. Correcte toepassing...4 Veiligheidsinstructies...4 Gevaar...4 Opgelet...4 DGRL (richtlijnen voor

Nadere informatie

GESTRA. GESTRA Steam Systems BK 15. Gebruikershandleiding 810837-00. Condenspot BK 15, DN 40-50

GESTRA. GESTRA Steam Systems BK 15. Gebruikershandleiding 810837-00. Condenspot BK 15, DN 40-50 GESTRA GESTRA Steam Systems BK 15 Gebruikershandleiding 810837-00 Condenspot BK 15, DN 40-50 1 2 Inhoudsopgave Belangrijke instructies Toepassing... 6 Veiligheidsinstructie... 6 Gevaar... 6 Toekenning

Nadere informatie

Aanvullende handleiding. Connector ISO voor niveaudetectiesensoren. Document ID: 30380

Aanvullende handleiding. Connector ISO voor niveaudetectiesensoren. Document ID: 30380 Aanvullende handleiding Connector ISO 4400 voor niveaudetectiesensoren Document ID: 30380 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Voor uw veiligheid. Correct gebruik... 3.2 Algemene veiligheidsinstructies... 3.3 Veiligheidsinstructies

Nadere informatie

MK MK Installatie instructies Condenspot

MK MK Installatie instructies Condenspot MK 36-51 MK 36-52 810838-03 Installatie instructies Condenspot Toepassing De condenspot MK 36-51, MK 36-52 alleen voor afvoer van condensaat uit stoom of als ontluchter van stoomsystemen toepassen. Veiligheidsinstructie

Nadere informatie

GESTRA Steam Systems BK 15. Gebruikershandleiding 810837-01. Condenspot BK 15, DN 40-50

GESTRA Steam Systems BK 15. Gebruikershandleiding 810837-01. Condenspot BK 15, DN 40-50 GESTRA Steam Systems BK 15 Gebruikershandleiding 810837-01 Condenspot BK 15, DN 40-50 Inhoudsopgave Belangrijke instructies Blz. Toepassing...4 Veiligheidsinstructie...4 Gevaar...4 Opgelet...4 DGRL (richtlijnen

Nadere informatie

GESTRA. GESTRA Steam Systems NRG 26-40. Gebruiksaanwijzing 818491-00 Niveauelektrode NRG 26-40

GESTRA. GESTRA Steam Systems NRG 26-40. Gebruiksaanwijzing 818491-00 Niveauelektrode NRG 26-40 GESTRA GESTRA Steam Systems NRG 26-40 Gebruiksaanwijzing 818491-00 Niveauelektrode NRG 26-40 1 2 Inhoudsopgave Belangrijke instructies Toepassing... 8 Veiligheidsinstructie... 8 Gevaren... 8 Verklaringen

Nadere informatie

TRG 5-53 TRG 5-54 TRG 5-55 TRG 5-57

TRG 5-53 TRG 5-54 TRG 5-55 TRG 5-57 GESTRA GESTRA Steam Systems TRG 5-53 TRG 5-54 TRG 5-55 TRG 5-57 NL Nederlands Gebruiksaanwijzing 810199-01 Temperatuursensor TRG 5-53, TRG 5-54, TRG 5-55, TRG 5-57 Inhoud Belangrijke instructies Blz. Correcte

Nadere informatie

Magneetventielen type 3963

Magneetventielen type 3963 Inbouw- en bedieningsvoorschrift Magneetventielen type 3963 Fig. 1 Algemeen De instrumenten mogen alleen door vakpersoneel dat bekend is met de montage, de inbedrijfname en het bedrijf van dit product,

Nadere informatie

TRS 5-6. Gebruiksaanwijzing Temperatuurschakelaar TRS 5-6

TRS 5-6. Gebruiksaanwijzing Temperatuurschakelaar TRS 5-6 TRS 5-6 Gebruiksaanwijzing 810558-00 Temperatuurschakelaar TRS 5-6 Aansluitschema TRS 5-6 b 9 9 10 Fig. 1 Pt 100 DIN IEC 751 9 10 L N TRS 5-6 c/d 8 9 Fig. 2 2 Functionele elementen A 1 2 5 3 4 6 Fig. 3

Nadere informatie

Installatie & onderhouds instructies COMBO-D-LUX. Tijdgestuurde condensaat aftap 02/13

Installatie & onderhouds instructies COMBO-D-LUX. Tijdgestuurde condensaat aftap 02/13 Installatie & onderhouds instructies COMBO-D-LUX Tijdgestuurde condensaat aftap ALGEMENE WERKING 02/13 De COMBO-D-LUX is een alles-in-één tijdgestuurde aftap met een geïntegreerde kogelkraan en zeef. De

Nadere informatie

GESTRA. GESTRA Steam Systems NRS 1-9. Gebruiksaanwijzing Waterstandbegrenzer/-regelaar NRS 1-9

GESTRA. GESTRA Steam Systems NRS 1-9. Gebruiksaanwijzing Waterstandbegrenzer/-regelaar NRS 1-9 GESTRA GESTRA Steam Systems NRS 1-9 Gebruiksaanwijzing 818490-00 Waterstandbegrenzer/-regelaar NRS 1-9 1 Inhoudsopgave Belangrijke instructies Pagina Correcte toepassing... 7 Veiligheidsinstructies...

Nadere informatie

Kijkglazen Vaposkop VK 14 VK 16. Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing Nederlands

Kijkglazen Vaposkop VK 14 VK 16. Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing Nederlands Kijkglazen Vaposkop VK 14 VK 16 NL Nederlands Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing 818584-02 1 Inhoud Belangrijke instructies Blz. Correcte toepassing...4 Veiligheidsinstructies...4 Gevaar...4

Nadere informatie

Jaloezie- en rolluikbesturingssysteem Basiselement jaloezie- en rolluikbesturing zonder parallelaansluiting

Jaloezie- en rolluikbesturingssysteem Basiselement jaloezie- en rolluikbesturing zonder parallelaansluiting Best. nr. : 0399 00 Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies De inbouw en montage van elektrische apparaten mag alleen door een elektromonteur worden uitgevoerd. Ernstig letsel, brand of materiële

Nadere informatie

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Jaloeziemanagement OmzetterWindmeter. Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Jaloeziemanagement OmzetterWindmeter. Bedieningshandleiding Omzetter Art.-Nr.: 32 U Windmeter Art.-Nr.: VT 04 Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies De inbouw en montage van elektrische apparaten mag alleen door een elektromonteur worden uitgevoerd. Als

Nadere informatie

BK 45 BK 45U. Gebruikershandleiding 810450-01 Condenspot BK 45, BK 45U

BK 45 BK 45U. Gebruikershandleiding 810450-01 Condenspot BK 45, BK 45U BK 45 BK 45U Gebruikershandleiding 810450-01 Condenspot BK 45, BK 45U 1 Inhoudsopgave Belangrijke instructies Pagina Toepassing...6 Veiligheidsinstructie...6 Indeling conform artikel 9 richtlijn voor drukapparaten...6

Nadere informatie

Systeem 2000 Trappenhuisverlichtingsautomaat, Basiselement impulsgever. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat

Systeem 2000 Trappenhuisverlichtingsautomaat, Basiselement impulsgever. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat DIN-rail trappenhuisverlichtingsautomaat Best.nr. : 0821 00 Basiselement impulsgever Best.nr. : 0336 00 Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies De inbouw en montage van elektrische apparaten mag

Nadere informatie

Technische handleiding Versie 01/11 SERVER-CONTROL

Technische handleiding Versie 01/11 SERVER-CONTROL Technische handleiding Versie 01/11 SERVER-CONTROL Deze handleiding voor het installeren en bedienen van de server-control zorgvuldig doorlezen en navolgen. Deze handleiding binnen handbereik van de airconditioner

Nadere informatie

GESTRA. GESTRA Steam Systems. NRR 2-2e. Gebruiksaanwijzing Niveauregelaar NRR 2-2e

GESTRA. GESTRA Steam Systems. NRR 2-2e. Gebruiksaanwijzing Niveauregelaar NRR 2-2e GESTRA GESTRA Steam Systems NRR 2-2e Gebruiksaanwijzing 810106-00 Niveauregelaar NRR 2-2e NRR 2-2e Afmetingen Fig. 2 Fig. 1 Transparante frontdeur Voeding (zie typeplaat) R m vast ingebouwd Afvoerregelaar

Nadere informatie

Installatie & Onderhouds Instructies WARNER-LT 03/11

Installatie & Onderhouds Instructies WARNER-LT 03/11 Installatie & Onderhouds Instructies WARNER-LT Condensaat management waarschuwingssysteem ALGEMENE WERKING 03/11 De WARNER-LT is een condensaat management waarschuwingssysteem. Condensaat management speelt

Nadere informatie

GESTRA. GESTRA Steam Systems NRS 2-40. Gebruiksaanwijzing 818493-00 Niveauschakelaar NRS 2-40

GESTRA. GESTRA Steam Systems NRS 2-40. Gebruiksaanwijzing 818493-00 Niveauschakelaar NRS 2-40 GESTRA GESTRA Steam Systems NRS 2-40 Gebruiksaanwijzing 818493-00 Niveauschakelaar NRS 2-40 Inhoudsopgave Belangrijke instructies Correcte toepassing... 7 Veiligheidsinstructies / Gevaren... 7 Verklaringen

Nadere informatie

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Universeel-seriedimmer-basiselement. Universeel-seriedimmer-basiselement. Best.nr.

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Universeel-seriedimmer-basiselement. Universeel-seriedimmer-basiselement. Best.nr. Universeel-seriedimmer-basiselement Best.nr. : 2263 00 Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies De inbouw en montage van elektrische apparaten mag alleen door een elektromonteur worden uitgevoerd.

Nadere informatie

GESTRA Steam Systems CB 1..., CB 2... Inbouwhandleiding Terugslagkleppen

GESTRA Steam Systems CB 1..., CB 2... Inbouwhandleiding Terugslagkleppen GESTRA Steam Systems CB 1... CB 2... Inbouwhandleiding 818650-00 Terugslagkleppen CB 1..., CB 2... Inhoud Belangrijke instructies Correcte toepassing...8 Veiligheidsinstructies...8 Gevaar...8 Indeling

Nadere informatie

D-LUX. Veiligheid. Onderbreek de stroomtoevoer alvorens dit product te installeren of onderhouden!

D-LUX. Veiligheid. Onderbreek de stroomtoevoer alvorens dit product te installeren of onderhouden! D-LUX Versie: 0307 INHOUDSOPGAVE Pagina 1 Algemene Veiligheids Instructies Pagina 2 Installatie Instructies (deel 1 van 3) Pagina 3 Installatie Instructies (deel 2 van 3) Pagina 4 Installatie Instructies

Nadere informatie

Aanvullende handleiding. Connector Harting HAN 7D. voor niveaudetectiesensoren. Document ID: 34456

Aanvullende handleiding. Connector Harting HAN 7D. voor niveaudetectiesensoren. Document ID: 34456 Aanvullende handleiding Connector Harting HAN 7D voor niveaudetectiesensoren Document ID: 34456 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Voor uw veiligheid... 3. Correct gebruik... 3. Algemene veiligheidsinstructies...

Nadere informatie

Montage- en gebruiksaanwijzing

Montage- en gebruiksaanwijzing Montage en gebruiksaanwijzing Cooper Safety BV Postbus 3397 4800 DJ Breda Nederland Tel. +31 (0)76 750 53 00 Fax +31 (0)76 587 14 22 www.coopersafety.nl Pagina 1 1. Algemene opmerkingen 1.1 Korte beschrijving

Nadere informatie

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Lichtmanagement. Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Lichtmanagement. Bedieningshandleiding Draaidimmer universeel met incrementaalgever Art.-Nr.: 254 UDIE 1 Neventoestel voor draaidimmer universeel met incrementaalgever Art.-Nr.: 254 NIE 1 Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies De inbouw

Nadere informatie

Introductie Capa Switch KLS 100 - Algemeen

Introductie Capa Switch KLS 100 - Algemeen Introductie Capa Switch KLS 100 - Algemeen Opmerking: De Capa Switch KLS 100 mag alleen worden toegepast zoals omschreven in deze gebruiksaanwijzing. De Capa Switch KLS 100 capacitieve niveauschakelaar

Nadere informatie

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Universeel-dimmer, Basiselement voor parallelaansluiting

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Universeel-dimmer, Basiselement voor parallelaansluiting Universeel-dimmer-basiselement met druk-/draaischakelaar Best.nr. : 1176 00 Basiselement voor parallelaansluiting voor universeel-dimmer-basiselement Best.nr. : 1177 00 Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies

Nadere informatie

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Producteigenschappen. 4 Bediening met 2-voudig toetselement. Systeem 3000

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Producteigenschappen. 4 Bediening met 2-voudig toetselement. Systeem 3000 Best. nr.: 5404 00 Bedieningsvoorschrift 1 Veiligheidsinstructies Elektrische apparaten mogen alleen door een elektromonteur worden gemonteerd en aangesloten. Ernstig letsel, brand of materiële schade

Nadere informatie

1 Veiligheidsinstructies

1 Veiligheidsinstructies Universeel-seriedimmer-basiselement Best.nr. : 2263 00 Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies De inbouw en montage van elektrische apparaten mag alleen door een elektromonteur worden uitgevoerd.

Nadere informatie

...een product van BEKA

...een product van BEKA Geïntegreerde elektronische besturing S-EP 8 met Hirschmann stekker Inhoudsopgave Pagina EP- pomp met geïntegreerde besturing S-EP 8 Algemeen. Functies en inbouwmaten. Werking Extra functies. Startvrijgave

Nadere informatie

Inbouw- en bedieningsvoorschrift EB 2183 NL. Veiligheidstemperatuurbewaking (STW) met veiligheidsthermostaat type 2403 K

Inbouw- en bedieningsvoorschrift EB 2183 NL. Veiligheidstemperatuurbewaking (STW) met veiligheidsthermostaat type 2403 K Veiligheidstemperatuurbewaking (STW) met veiligheidsthermostaat type 2403 K Veiligheidsthermostaat Regelthermostaat Fig. 1 Veiligheidstemperatuurbewaking type 2436 K/2403 K met regelthermostaat type 2430

Nadere informatie

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Jaloeziemanagement Motorstuureenheid Universeel AC 230 V ~ Art. nr. 232 ME. Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Jaloeziemanagement Motorstuureenheid Universeel AC 230 V ~ Art. nr. 232 ME. Bedieningshandleiding Art. nr. 232 ME Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies De inbouw en montage van elektrische apparaten mag alleen door een elektromonteur worden uitgevoerd. Ernstig letsel, brand of materiële schade

Nadere informatie

Bedieningshandleiding. Netgelijkrichter 24 V, 5 A met UPS Oproepsysteem 834

Bedieningshandleiding. Netgelijkrichter 24 V, 5 A met UPS Oproepsysteem 834 Bedieningshandleiding Netgelijkrichter 24 V, 5 A met UPS 2973 00 Oproepsysteem 834 Veiligheidsaanwijzingen Inbouw en montage van elektrische apparaten mogen uitsluitend worden uitgevoerd door een elektrotechnicus.

Nadere informatie

Installatie & Onderhoudsinstructies 10-2015

Installatie & Onderhoudsinstructies 10-2015 Installatie & Onderhoudsinstructies 1 10-2015 VEILIGHEID EN CORRECT GEBRUIK Om veiligheid en een lange levensduur van dit product te garanderen, zal u de bijgesloten instructies strikt in acht moeten nemen.

Nadere informatie

Beknopte handleiding alarmeringssysteem voor olieafscheiders type WGA 01

Beknopte handleiding alarmeringssysteem voor olieafscheiders type WGA 01 Morselt Borne B.V. Beknopte handleiding alarmeringssysteem voor olieafscheiders type WGA 01 Gildestraat 12 7622 AC BORNE 75-7620 AB BORNE +31(0)74-2661166 +31(0)74-2667175 info@morselt.com www.morselt.com

Nadere informatie

Installatie instructies

Installatie instructies 1 Installatie instructies 04-2016 VEILIGHEID EN CORRECT GEBRUIK Om veiligheid en een lange levensduur van dit product te garanderen, zal u de bijgesloten instructies strikt in acht moeten nemen. Uw garantie

Nadere informatie

Magneetklep DN15 t/m DN150

Magneetklep DN15 t/m DN150 Madas type EVP(C)/NC Magneetklep DN15 t/m DN150 Kenmerken Aansluiting schroefdraad G1/2 t/m G2 EN10226 Aansluitingen flenzen DN25 t/m DN150 PN16 ISO 7005 Maximale inlaatdruk 200 mbar optioneel 360 mbar

Nadere informatie

NRGS 11-2 NRGS Gebruiksaanwijzing Niveau-elektrode NRGS 11-2 Niveau-elektrode NRGS 16-2

NRGS 11-2 NRGS Gebruiksaanwijzing Niveau-elektrode NRGS 11-2 Niveau-elektrode NRGS 16-2 NRGS 11-2 NRGS 16-2 Gebruiksaanwijzing 81031-00 Niveau-elektrode NRGS 11-2 Niveau-elektrode NRGS 16-2 Afmetingen 173 173 500, 1000, 1500 10 500, 1000, 1500 25 10 337,5 Fig. 1 Fig. 2 2 Functionele componenten

Nadere informatie

Algemeen... blz 2. Blokschema... blz 2. Beschrijving besturingseenheid type 1290... blz 2 en 3

Algemeen... blz 2. Blokschema... blz 2. Beschrijving besturingseenheid type 1290... blz 2 en 3 Index Algemeen................................................................... blz Blokschema.................................................................. blz Beschrijving besturingseenheid type

Nadere informatie

1. Funddamentele veiligheidsinstructies

1. Funddamentele veiligheidsinstructies 309699 NL Bewegingsmelder theluxa S360 WH 1010510 theluxa S360 BK 1010511 1. Funddamentele veiligheidsinstructies WAARSCHUWING Levensgevaar door elektrische schokken of brand! Montage uitsluitend door

Nadere informatie

BDS-001, besturing voor handbediende schuifdeuren

BDS-001, besturing voor handbediende schuifdeuren , besturing voor handbediende schuifdeuren HW V1.0 SW V1.0 NL. Inhoudsopgaven: 1 Veiligheidsvoorschriften 2 2 Werking 3 3 Overzicht 4 4 Aansluiten 6 5 Storingen/specificaties 9 1 1 Veiligheidsvoorschriften:

Nadere informatie

Systeem-schakelversterkers REG 1 kanaals Art.Nr. 0850 00. Systeem-schakelversterkers REG 2 kanaals Art.Nr. 0851 00

Systeem-schakelversterkers REG 1 kanaals Art.Nr. 0850 00. Systeem-schakelversterkers REG 2 kanaals Art.Nr. 0851 00 1 kanaals Art.Nr. 0850 00 2 kanaals Art.Nr. 0851 00 Functioneringsprincipe De systeemschakelunit REG 1 kanaals en de systeemschakelunit REG 2 kanaals zijn nieuwe komponenten voor het observersysteem. De

Nadere informatie

Systeem 2000 Systeem 2000 HLK-relais-basiselement. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Best. nr. : Bedieningshandleiding

Systeem 2000 Systeem 2000 HLK-relais-basiselement. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Best. nr. : Bedieningshandleiding Best. nr. : 0303 00 Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies De inbouw en montage van elektrische apparaten mag alleen door een elektromonteur worden uitgevoerd. Als de handleiding niet wordt opgevolgd,

Nadere informatie

Handleiding voor ombouw van Aardgas naar Propaan

Handleiding voor ombouw van Aardgas naar Propaan Handleiding voor ombouw van Aardgas naar Propaan EHLE 17, EHLE 23 EHLE 27, EHLE 34 EHLE 39 6.720.67.216 (T30.3216.04) (200812) Aanbevelingen Inhoudsopgave Uitleg van de symbolen 2 1 Aanbevelingen 2 2 Verandering

Nadere informatie

INSTALLATIE INSTRUCTIES Alleen geschikt als permanente installatie, onderdelen genoemd in de handleiding kunnen niet buiten gemonteerd worden.

INSTALLATIE INSTRUCTIES Alleen geschikt als permanente installatie, onderdelen genoemd in de handleiding kunnen niet buiten gemonteerd worden. NETVOEDINGEN AC-1200 1200.190813 1201EL, 1202EL, 1203EXL, 1205EXL ALGEMENE INFORMATIE Deze netvoedingen zijn alleen bedoeld voor installatie door gekwalificeerde installateurs. Er zijn geen door de gebruiker

Nadere informatie

Aanvullende handleiding. Connector Harting HAN 7D. Voor continu metende sensoren. Document ID: 34457

Aanvullende handleiding. Connector Harting HAN 7D. Voor continu metende sensoren. Document ID: 34457 Aanvullende handleiding Connector Harting HAN 7D Voor continu metende sensoren Document ID: 34457 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Voor uw veiligheid 1.1 Correct gebruik... 3 1.2 Niet toegestaan gebruik...

Nadere informatie

Bedrijfsvoorschriften

Bedrijfsvoorschriften 1 Inhoud 2 Inleiding 2 2.1 Gebruiksdoel 2 2.2 Toepassingsgebied 2 2.3 Te ontraden gebruik 2 3 Veiligheid 2 4 Transport en opslag 2 5 Installatievoorschriften 2 5.1 Plaatsing 2 5.2 Inbouw in leidingwerk

Nadere informatie

Technische handleiding Versie 11/11. PLC-INTERFACE (slave)

Technische handleiding Versie 11/11. PLC-INTERFACE (slave) Technische handleiding Versie 11/11 PLC-INTERFACE (slave) Deze handleiding voor het installeren en bedienen van de PLC-interface (slave) zorgvuldig doorlezen en navolgen. Deze handleiding binnen handbereik

Nadere informatie

Draadloze bussysteem Draadloze jaloezieactor enkelvoudig. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Best.nr. : Bedieningshandleiding

Draadloze bussysteem Draadloze jaloezieactor enkelvoudig. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Best.nr. : Bedieningshandleiding Best.nr. : 1136 00 Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies De inbouw en montage van elektrische apparaten mag alleen door een elektromonteur worden uitgevoerd. Als de handleiding niet wordt opgevolgd,

Nadere informatie

GfS Day Alarm. Algemene omschrijving...p. 2. Montage handleiding en functies...p. 3. Instellingen van magneet contacten...p. 4

GfS Day Alarm. Algemene omschrijving...p. 2. Montage handleiding en functies...p. 3. Instellingen van magneet contacten...p. 4 Art.-Nr.: Art.-Nr.: Montage handleiding Inhoud Algemene omschrijving...p. Montage handleiding en functies...p. Instellingen van magneet contacten...p. Aansluiting met draadloos magneet contact...p. Aansluiting

Nadere informatie

Documentatie. magneetventielen

Documentatie. magneetventielen magneetventielen 1. Inhoudsopgave 2. Technische specificaties 3 3. Detail tekening 4 4. Kleptypes 5 5. Functie types 5 6. Omschrijving 5 7. Waarschuwingen 6 8. Installatie 7 9. Onderhoud 7 10. Afmetingen

Nadere informatie

JALOUZIËN. Bedienings- en montagehandleiding

JALOUZIËN. Bedienings- en montagehandleiding Bedienings- en montagehandleiding Woord vooraf Deze handleiding geeft inzicht in de werking, de montage en het onderhoud van de door Geha bv geleverde apparaten. U dient zich tijdens plaatsing en montage

Nadere informatie

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Bediening. Systeem DALI-Power-besturingseenheid inbouwbasiselement

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Bediening. Systeem DALI-Power-besturingseenheid inbouwbasiselement Best. nr.: 5406 00 Bedieningsvoorschrift 1 Veiligheidsinstructies Elektrische apparaten mogen alleen door een elektromonteur worden gemonteerd en aangesloten. Ernstig letsel, brand of materiële schade

Nadere informatie

Tectiv 220 Gebruiksaanwijzing

Tectiv 220 Gebruiksaanwijzing NL Tectiv 220 Gebruiksaanwijzing Met Teach-in: met één druk op de toets wordt de huidige lichtsterkte als schakeldrempel overgenomen. 1 Aan. Uit. Geheel automatisch. De Gira Tectiv 220 reageert op beweging.

Nadere informatie

Drukreduceer Type Fig. 1 Type Inbouw- en bedieningsvoorschrift EB NL

Drukreduceer Type Fig. 1 Type Inbouw- en bedieningsvoorschrift EB NL Drukreduceer Type 2333 Fig. 1 Type 2333 Inbouw- en bedieningsvoorschrift EB 2552-1 NL Uitgave mei 2001 Constructie en werking 1. Constructie en werking De drukreduceer bestaat uit het doorgangsventiel

Nadere informatie

HANDLEIDING - LEVEL INDICATOR M A N U A L

HANDLEIDING - LEVEL INDICATOR M A N U A L HANDLEIDING - LEVEL INDICATOR M A N U A L Ondanks de grootst mogelijke zorgvuldigheid die Tasseron Electronics B.V. aan haar producten en de bijbehorende handleidingen besteedt, kunnen er onvolkomenheden

Nadere informatie

BES External Signaling Device

BES External Signaling Device BES External Signaling Device IUI-BES-AO nl Installatie handleiding BES External Signaling Device Inhoud nl 3 Inhoudsopgave 1 Veiligheid 4 2 Beknopte informatie 5 3 Systeemoverzicht 6 4 Installatie 7

Nadere informatie

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Bediening. LB-management. Power DALI-taststuureenheid TW

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Bediening. LB-management. Power DALI-taststuureenheid TW Art. nr.: 1713DSTE Bedieningsvoorschrift 1 Veiligheidsinstructies Elektrische apparaten mogen alleen door een elektromonteur worden gemonteerd en aangesloten. Ernstig letsel, brand of materiële schade

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING WAND AFZUIGKAPPEN

GEBRUIKSAANWIJZING WAND AFZUIGKAPPEN GEBRUIKSAANWIJZING WAND AFZUIGKAPPEN 2 GARANTIE Op het apparaat is 24 maanden garantie vanaf koopdatum. Uitgesloten van garantie zijn: verlichting, schade en gevolgschade ontstaan door een gebrekkig gemonteerde

Nadere informatie

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Lichtmanagement Draaidimmer conventioneel. Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Lichtmanagement Draaidimmer conventioneel. Bedieningshandleiding met druk-wisselschakelaar met druk-wisselschakelaar Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies De inbouw en montage van elektrische apparaten mag alleen door een elektromonteur worden uitgevoerd. Ernstig

Nadere informatie

GESTRA Steam Systems NRS 1-7. Gebruikershandleiding Niveauschakelaar NRS 1-7

GESTRA Steam Systems NRS 1-7. Gebruikershandleiding Niveauschakelaar NRS 1-7 GESTRA Steam Systems NRS 1-7 Gebruikershandleiding 810068-02 Niveauschakelaar NRS 1-7 Inhoud Belangrijke instructies Blz. Correcte toepassing...4 Veiligheidsinstructies...4 Gevaar...4 ATEX (Atmosphère

Nadere informatie

Drukregelaar type voor verhoogde luchtcapaciteit. Afb. 1 Drukregelaar type Inbouw- en bedieningsvoorschrift EB NL

Drukregelaar type voor verhoogde luchtcapaciteit. Afb. 1 Drukregelaar type Inbouw- en bedieningsvoorschrift EB NL Drukregelaar type 4708-45 voor verhoogde luchtcapaciteit Afb. 1 Drukregelaar type 4708-45 Inbouw- en bedieningsvoorschrift EB 8546-1 NL Uitgave maart 2010 Inhoudsopgave Inhoud Pagina 1 Constructie en werking.........................

Nadere informatie

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. Dimmer druk-wissel gloeilamp. Best.nr. : Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. Dimmer druk-wissel gloeilamp. Best.nr. : Bedieningshandleiding Dimmer druk-wissel gloeilamp Best.nr. : 1184 00 Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies De inbouw en montage van elektrische apparaten mag alleen door een elektromonteur worden uitgevoerd. Als de

Nadere informatie

Serie 7L - LED-lampen

Serie 7L - LED-lampen Serie - LED-lampen SERIE LED - lampen voor schakelkasten Energiebesparend door LED-techniek Opgenomen vermogen van 5 W Lichtstroom komt overeen met een 75 W gloeilamp Magneet- of schroefbevestiging Met

Nadere informatie

GESTRA. GESTRA Steam Systems NRS 2-50 NRS 2-51. Nederlands. Gebruiksaanwijzing 819339-02. Niveauschakelaar NRS 2-50 Niveauschakelaar NRS 2-51

GESTRA. GESTRA Steam Systems NRS 2-50 NRS 2-51. Nederlands. Gebruiksaanwijzing 819339-02. Niveauschakelaar NRS 2-50 Niveauschakelaar NRS 2-51 GESTRA GESTRA Steam Systems NRS 2-50 NRS 2-51 NL Nederlands Gebruiksaanwijzing 819339-02 Niveauschakelaar NRS 2-50 Niveauschakelaar NRS 2-51 1 Inhoud Belangrijke instructies Blz. Correcte toepassing...4

Nadere informatie

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. Funkmanagement Repeater. Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. Funkmanagement Repeater. Bedieningshandleiding Art.-Nr.: 100 FR Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies De inbouw en montage van elektrische apparaten mag alleen door een elektromonteur worden uitgevoerd. Als de handleiding niet wordt opgevolgd,

Nadere informatie

PHONIRO MAIN ENTRANCE

PHONIRO MAIN ENTRANCE INSTALLATIEHANDLEIDING PHONIRO MAIN ENTRANCE MODEL 08 VEILIG ZEKER EFFECTIEF Wij bieden meer mensen een veiliger en waardiger oude dag. Phoniro Systems Nederland BV. Postbus 51 4020 BB Maurik Telefoon:

Nadere informatie

Magneetklep DN10, DN15 en DN20 Kenmerken

Magneetklep DN10, DN15 en DN20 Kenmerken Madas type EVO/NC Magneetklep DN10, DN15 en DN20 Kenmerken Aansluiting schroefdraad G3/8, G1/2 of G3/4 Maximale inlaatdruk 200 mbar Temperatuur bereik - 15 o C tot + 60 o C, energiebesparende versie -

Nadere informatie

1. Fundamentele veiligheidsinstructies

1. Fundamentele veiligheidsinstructies 9581 ED-straler met bewegingsmelder UXA 2-180 ED 32W WH 975 UXA 2-180 ED 32W BK 976 1. Fundamentele veiligheidsinstructies WAARSCHUWIG evensgevaar door elektrische schokken of brand! Montage uitsluitend

Nadere informatie

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. LB-management. Jaloeziebasiselement Universeel. Jaloeziebasiselement Universeel Art. nr.

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. LB-management. Jaloeziebasiselement Universeel. Jaloeziebasiselement Universeel Art. nr. Art. nr.: 1731JE Bedieningsvoorschrift 1 Veiligheidsinstructies Elektrische apparaten mogen alleen door een elektromonteur worden gemonteerd en aangesloten. Ernstig letsel, brand of materiële schade mogelijk.

Nadere informatie

Condensaatafvoerregelaar UBK 46. Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing Nederlands

Condensaatafvoerregelaar UBK 46. Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing Nederlands Condensaatafvoerregelaar UBK 46 NL Nederlands Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing 810531-01 1 Inhoud Titel Blz. Titelpagina...1 Inhoud Inhoudsopgave... 2, 3 Belangrijke instructies Correcte toepassing...4

Nadere informatie

Installatie- en Onderhoudsinstructies KAPTIV-CS-HP-S. Elektronisch niveaugestuurde condensaataftap 06/14

Installatie- en Onderhoudsinstructies KAPTIV-CS-HP-S. Elektronisch niveaugestuurde condensaataftap 06/14 Installatie- en Onderhoudsinstructies KAPTIV-CS-HP-S Elektronisch niveaugestuurde condensaataftap ALGEMENE BESCHRIJVING 06/14 De KAPTIV-CS-HP-S (Compact Solution High Pressure Stainless Steel) is een compacte

Nadere informatie

1. Fundamentele veiligheidsinstructies 3 2. Bedoeld gebruik 3

1. Fundamentele veiligheidsinstructies 3 2. Bedoeld gebruik 3 307344 NL Bewegingsmelder LUXA 103-100 AP WH 1030022 LUXA 103-101 AP WH 1030023 1. Fundamentele veiligheidsinstructies 3 2. Bedoeld gebruik 3 Afvoer 3 3. Beschrijving van het apparaat 4 4. Montage en aansluiting

Nadere informatie

GESTRA Steam Systems VK 14, VK 16. Gebruikershandleiding Kijkglazen Vaposkop

GESTRA Steam Systems VK 14, VK 16. Gebruikershandleiding Kijkglazen Vaposkop GESTRA Steam Systems VK 14 VK 16 Gebruikershandleiding 818584-01 Kijkglazen Vaposkop VK 14, VK 16 Inhoud Belangrijke instructies Blz. Toepassing...4 Veiligheidsinstructies...4 Gevaar...4 Opgelet...4 DGRL

Nadere informatie

TECHNISCHE HANDLEIDING

TECHNISCHE HANDLEIDING TECHNISCHE HANDLEIDING TIMER SCHAKELAAR Sleutelschakelaar met timerfunctie 230/380V / 4 x 10 Amp - 1 x 2 AMP inschakelbaar incl. LED controle, uitvoering opbouw ASW BV 2011 Technische Handleiding Documentversie

Nadere informatie

NRG 16-36 NRG 16-36. Gebruiksaanwijzing 810530-00. Niveau-electrode NRG 16-36

NRG 16-36 NRG 16-36. Gebruiksaanwijzing 810530-00. Niveau-electrode NRG 16-36 NRG 16-36 Gebruiksaanwijzing 810530-00 Niveau-electrode NRG 16-36 Alle afmetingen in mm Ketelwand G 1 1 /2 DN 100, PN 40 DN 50 20 1500 100 14 10 NW 20-5 90 Bijv. reduceerstuk K 88,9 x 30 x 3,2 Figuur 1:

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman. Vitotrol 100 type UTDB-RF

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman. Vitotrol 100 type UTDB-RF Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 100 type UTDB-RF Ruimtetemperatuurregelaar met digitale schakelklok en draadloze ontvanger Bestelnr.: 7426 466, 7426 539 VITOTROL 100 10/2009 Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie