Oudheidkunde (Ma) Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Letteren - M Oudheidkunde

Transcriptie

1 Oudheidkunde (Ma) Vrije Universiteit Amsterdam - - M Oudheidkunde Vrije Universiteit Amsterdam - - M Oudheidkunde I

2 De masteropleiding Oudheidkunde heeft lak aan disciplinegrenzen. Er is bijna geen enkel probleem dat je alleen met archeologie of alleen via literatuurstudie kunt oplossen. Bij Oudheidkunde leer je gebruiken wat nodig is, of dat nu Oude geschiedenis, Archeologie, Oude talen of Filosofie is. Ideaal als je je zowel historicus als archeoloog voelt en literatuur wilt zien als product van een maatschappij. Kernvak is het zogenaamde "Interdisciplinaire college". In dit werkcollege wordt een vraagstuk, bijv. "etniciteit en integratie," aangepakt vanuit verschillende disciplines. Je schrijft een werkstuk over een deelaspect, bijv. over Bataven in het Romeinse leger, Barbaren in de Griekse literatuur of de verhouding tussen Grieken en Babyloniërs in Babylon. Je houdt een presentatie tijdens college waarin de studenten over het onderwerp debatteren. De Masteropleiding Oudheidkunde kent vier trajecten. Het interdisciplinair werkcollege is voor alle studenten verplicht. De specialisatiemodules bepalen je onderzoeksspecialisaties en moeten aansluiten op de scriptie. De scriptie is interdisciplinair. Zoek tijdig een staflid dat je scriptie als eerste begeleider wil begeleiden. Raadpleeg voor de invulling van je programma de studiebegeleider. -Archeologisch-historisch traject: een pakket van archeologische en historische onderdelen Onderdelen: interdisciplinair college (9 ec); specialisatiemodules Oudheidkunde (21 ec); scriptie (18 ec); keuzepakket (12 ec) -Latijnse Taal en Cultuur: dit programma komt overeen met het programma Latijn van de masteropleiding GLTC. Onderdelen: interdisciplinair college (9 ec); Latijn (21 ec); scriptie (18 ec); keuzepakket (12 ec) (aanbevolen: Grieks) -Griekse Taal en Cultuur: dit programma komt overeen met het programma Grieks van de masteropleiding GLTC. Onderdelen: interdisciplinair college (9 ec); Grieks (21 ec); scriptie (18 ec); keuzepakket (12 ec) -Talen en Culturen van het Oude Nabije Oosten in het eerste millennium v.c. : centraal in dit programma staan lectuur en interpretatie van Nieuwbabylonische/ Assyrische teksten. Onderdelen: interdisciplinair college (9 ec); taal en cultuur Mesopotamië (21 ec); scriptie (18 ec); keuzepakket (12 ec) Overzicht van de opleiding (pdf) Vrije Universiteit Amsterdam - - M Oudheidkunde II

3 Inhoudsopgave Master Oudheidkunde specialisatie Archeologisch-historisch traject 1 Master Oudheidkunde, Archeologisch-historisch traject keuze 1 Master Oudheidkunde, specialisatiemodules Archeologisch-historisch traject 1 Master Oudheidkunde specialisatie Griekse taal en cultuur 2 Master Oudheidkunde, Griekse taal en cultuur keuze 2 Master Oudheidkunde, specialisatiemodules Griekse taal en cultuur 2 Master Griekse en Latijnse taal en cultuur Sectorplan Letteren 3 Master Griekse en Latijnse taal en cultuur Sectorplan Letteren aanbod van de Universiteit van Amsterdam (UvA) Master Oudheidkunde specialisatie Latijnse taal en cultuur 3 Master Oudheidkunde, Latijnse taal en cultuur keuze 4 Master Oudheidkunde, specialisatiemodules Latijnse taal en cultuur 4 Master Griekse en Latijnse taal en cultuur Sectorplan Letteren 4 Master Griekse en Latijnse taal en cultuur Sectorplan Letteren aanbod van de Universiteit van Amsterdam (UvA) Master Oudheidkunde specialisatie Talen en culturen van het Oude Nabije Oosten in het eerste millennium voor Christus Master Oudheidkunde, Talen en culturen van het Oude Nabije Oosten in het eerste millennium voor Christus keuze Vak: Akkadian Master Seminar 6 Vak: Archeologie van cultusplaatsen 7 Vak: Confrontation between Greek and Mesopotamian Civilizations 8 Vak: Griekse cultuur in de Romeinse keizertijd 9 Vak: Griekse letterkunde: Plato en de mythe 10 Vak: Griekse taalkunde: Griekse partikels 10 Vak: Interdisciplinair masterwerkcollege Oudheidkunde 11 Vak: Latijnse letterkunde: Lucretius De Rerum Natura 12 Vak: Latin Epigraphy I 13 Vak: Letterkunde Grieks en Latijn: Antieke historiografen over de 'Clash of Cultures' (UvA) 15 Vak: Letterkunde Grieks: werkcollege Bacchylides tussen epos en tragedie (UvA) 16 Vak: Letterkunde Latijn: Latijnse lyriek in de Late Oudheid (UvA) 16 Vak: Letterkunde Middeleeuws Latijn: Latijnse lyriek tussen 1050 en 1250 (UvA) 16 Vak: Letterkunde NeoLatijn: werkcollege Sannazaro (UvA) 16 Vak: Ma-scriptie oudheidkunde 17 Vak: Master antieke numismatiek 17 Vak: Master Course Ancient Near Eastern Civilizations: Reception of Mesopotamian Culture 18 Vak: Patristische literatuur 19 Vak: Research Seminar 20 Vak: Scriptievoorbereidend literatuurtentamen of leesverslag 21 Vak: Stage Oudheidkunde 22 Vak: Taalkunde Latijn: Latijnse partikels (UvA) 22 Vak: Themacollege klassieke culturele vorming (KCV) (UvA) 22 Vak: Tutorial editie- en commentaartechniek Grieks en Latijn 22 Vak: Tutorial Latijnse taalkunde: Negatie en discourse modes Vrije Universiteit Amsterdam - - M Oudheidkunde III

4 Vak: Tutorial Latijnse taalkunde: Tekstlinguïstiek en tekstinterpretatie 24 Vak: Tutorial oude geschiedenis 25 Vrije Universiteit Amsterdam - - M Oudheidkunde IV

5 Master Oudheidkunde specialisatie Archeologisch-historisch traject Naast de verplichte vakken 'Interdisciplinair werkcollege', 'scriptievoorbereidend tutorial' en de masterscriptie, kies je 18 stp aan modules uit een specialisatie en 12 stp keuzevakken of stage. Opleidingsdelen: - - Master Oudheidkunde, Archeologisch-historisch traject keuze Master Oudheidkunde, specialisatiemodules Archeologisch-historisch traject Vakken: Naam Periode Credits Code Interdisciplinair masterwerkcollege Oudheidkunde Periode L_BMMAALG001 Ma-scriptie oudheidkunde Ac. Jaar (september) 18.0 L_OAMAOHKSCR Scriptievoorbereidend literatuurtentamen of leesverslag Periode L_GOBAOHK301 Master Oudheidkunde, Archeologisch-historisch traject keuze De student kiest in overleg met de studieadviseur 12 stp. Dit kan bijvoorbeeld een (andere) Oude taal of een stage zijn. Vakken: Naam Periode Credits Code Stage Oudheidkunde Ac. Jaar (september) 12.0 L_SAMAOHKSTA Master Oudheidkunde, specialisatiemodules Archeologisch-historisch traject De student kiest in overleg met de studieadviseur, voor in totaal 18 studiepunten uit onderstaande modules. Vakken: Naam Periode Credits Code Archeologie van cultusplaatsen Confrontation between Greek and Mesopotamian Civilizations Griekse cultuur in de Romeinse keizertijd Periode L_BAMAARC008 Periode L_GOMAALG001 Periode L_GOMAALG002 Latin Epigraphy I Periode L_BEMAOHD002 Master antieke numismatiek Periode L_BEMAOHD001 Vrije Universiteit Amsterdam - - M Oudheidkunde Pagina 1 van 26

6 Research Seminar Periode L_BAMAARC007 Tutorial oude geschiedenis Periode L_GOMAOHK004 Master Oudheidkunde specialisatie Griekse taal en cultuur Opleidingsdelen: - - Master Oudheidkunde, Griekse taal en cultuur keuze Master Oudheidkunde, specialisatiemodules Griekse taal en cultuur Vakken: Naam Periode Credits Code Interdisciplinair masterwerkcollege Oudheidkunde Periode L_BMMAALG001 Ma-scriptie oudheidkunde Ac. Jaar (september) 18.0 L_OAMAOHKSCR Scriptievoorbereidend literatuurtentamen of leesverslag Periode L_GOBAOHK301 Master Oudheidkunde, Griekse taal en cultuur keuze De student kiest in overleg met de studieadviseur 12 stp. Dit kan bijvoorbeeld een (andere) Oude taal of een stage zijn. Vakken: Naam Periode Credits Code Patristische literatuur Periode L_XCMAGLT003 Stage Oudheidkunde Ac. Jaar (september) 12.0 L_SAMAOHKSTA Master Oudheidkunde, specialisatiemodules Griekse taal en cultuur De student kiest 18 studiepunten aan specialisatiemodules uit het onderstaande aanbod of uit het sectorplan. Hiervan zijn minimaal 6 stp taalkunde en minimaal 6 stp letterkunde. Opleidingsdelen: - Master Griekse en Latijnse taal en cultuur Sectorplan Letteren Vakken: Naam Periode Credits Code Griekse letterkunde: Plato en de mythe Griekse taalkunde: Griekse partikels Periode L_XGMAGLT006 Periode L_XGMAGLT007 Vrije Universiteit Amsterdam - - M Oudheidkunde Pagina 2 van 26

7 Tutorial editie- en commentaartechniek Grieks en Latijn Periode L_XGMAGLT008 Master Griekse en Latijnse taal en cultuur Sectorplan Letteren Kies minimaal 10 stp uit het gehele aanbod. Ga naar de websites (Leiden) of (UvA) voor vakinformatie. Opleidingsdelen: - Master Griekse en Latijnse taal en cultuur Sectorplan Letteren aanbod van de Universiteit van Amsterdam (UvA) Master Griekse en Latijnse taal en cultuur Sectorplan Letteren aanbod van de Universiteit van Amsterdam (UvA) Ga naar de website voor vakinformatie. Vakken: Naam Periode Credits Code Letterkunde Grieks en Latijn: Antieke historiografen over de 'Clash of Cultures' (UvA) Letterkunde Grieks: werkcollege Bacchylides tussen epos en tragedie (UvA) Letterkunde Latijn: Latijnse lyriek in de Late Oudheid (UvA) Letterkunde Middeleeuws Latijn: Latijnse lyriek tussen 1050 en 1250 (UvA) Letterkunde NeoLatijn: werkcollege Sannazaro (UvA) Taalkunde Latijn: Latijnse partikels (UvA) Themacollege klassieke culturele vorming (KCV) (UvA) Periode L_QAMAGLT006 Periode L_QAMAGLT004 Periode L_QAMAGLT005 Periode L_QAMAGLT003 Periode L_QAMAGLT008 Periode L_QAMAGLT007 Periode L_QAMAGLT001 Master Oudheidkunde specialisatie Latijnse taal en cultuur Opleidingsdelen: Vrije Universiteit Amsterdam - - M Oudheidkunde Pagina 3 van 26

8 - - Master Oudheidkunde, Latijnse taal en cultuur keuze Master Oudheidkunde, specialisatiemodules Latijnse taal en cultuur Vakken: Naam Periode Credits Code Interdisciplinair masterwerkcollege Oudheidkunde Periode L_BMMAALG001 Ma-scriptie oudheidkunde Ac. Jaar (september) 18.0 L_OAMAOHKSCR Scriptievoorbereidend literatuurtentamen of leesverslag Periode L_GOBAOHK301 Master Oudheidkunde, Latijnse taal en cultuur keuze De student kiest in overleg met de studieadviseur 12 stp. Dit kan bijvoorbeeld een (andere) Oude taal of een stage zijn. Vakken: Naam Periode Credits Code Stage Oudheidkunde Ac. Jaar (september) 12.0 L_SAMAOHKSTA Master Oudheidkunde, specialisatiemodules Latijnse taal en cultuur De student kiest 18 studiepunten aan specialisatiemodules uit het onderstaande aanbod of uit het sectorplan. Hiervan zijn minimaal 6 stp taalkunde en minimaal 6 stp letterkunde. Opleidingsdelen: - Master Griekse en Latijnse taal en cultuur Sectorplan Letteren Vakken: Naam Periode Credits Code Latijnse letterkunde: Lucretius De Rerum Natura Periode L_XLMAGLT006 Latin Epigraphy I Periode L_BEMAOHD002 Tutorial Latijnse taalkunde: Periode L_XLMAGLT007 Negatie en discourse modes Tutorial Latijnse taalkunde: Tekstlinguïstiek en tekstinterpretatie Periode L_XLMAGLT008 Master Griekse en Latijnse taal en cultuur Sectorplan Letteren Kies minimaal 10 stp uit het gehele aanbod. Ga naar de websites (Leiden) of Vrije Universiteit Amsterdam - - M Oudheidkunde Pagina 4 van 26

9 (UvA) voor vakinformatie. Opleidingsdelen: - Master Griekse en Latijnse taal en cultuur Sectorplan Letteren aanbod van de Universiteit van Amsterdam (UvA) Master Griekse en Latijnse taal en cultuur Sectorplan Letteren aanbod van de Universiteit van Amsterdam (UvA) Ga naar de website voor vakinformatie. Vakken: Naam Periode Credits Code Letterkunde Grieks en Latijn: Antieke historiografen over de 'Clash of Cultures' (UvA) Letterkunde Grieks: werkcollege Bacchylides tussen epos en tragedie (UvA) Letterkunde Latijn: Latijnse lyriek in de Late Oudheid (UvA) Letterkunde Middeleeuws Latijn: Latijnse lyriek tussen 1050 en 1250 (UvA) Letterkunde NeoLatijn: werkcollege Sannazaro (UvA) Taalkunde Latijn: Latijnse partikels (UvA) Themacollege klassieke culturele vorming (KCV) (UvA) Periode L_QAMAGLT006 Periode L_QAMAGLT004 Periode L_QAMAGLT005 Periode L_QAMAGLT003 Periode L_QAMAGLT008 Periode L_QAMAGLT007 Periode L_QAMAGLT001 Master Oudheidkunde specialisatie Talen en culturen van het Oude Nabije Oosten in het eerste millennium voor Christus Opleidingsdelen: - Master Oudheidkunde, Talen en culturen van het Oude Nabije Oosten in het eerste millennium voor Christus keuze Vakken: Naam Periode Credits Code Akkadian Master Seminar Period L_SAMAOHK003 Vrije Universiteit Amsterdam - - M Oudheidkunde Pagina 5 van 26

10 Confrontation between Greek and Mesopotamian Civilizations Interdisciplinair masterwerkcollege Oudheidkunde Periode L_GOMAALG001 Periode L_BMMAALG001 Ma-scriptie oudheidkunde Ac. Jaar (september) 18.0 L_OAMAOHKSCR Master Course Ancient Near Eastern Civilizations: Reception of Mesopotamian Culture Scriptievoorbereidend literatuurtentamen of leesverslag 6.0 L_OAMAOHK004 Periode L_GOBAOHK301 Master Oudheidkunde, Talen en culturen van het Oude Nabije Oosten in het eerste millennium voor Christus keuze De student kiest in overleg met de studieadviseur 12 stp. Dit kan bijvoorbeeld een (andere) Oude taal of een stage zijn. Vakken: Naam Periode Credits Code Master antieke numismatiek Periode L_BEMAOHD001 Stage Oudheidkunde Ac. Jaar (september) 12.0 L_SAMAOHKSTA Akkadian Master Seminar Course code L_SAMAOHK003 () Period Period Credits 12.0 Language of tuition English Faculty Coordinator dr. K. Kleber Teaching staff prof. dr. R.J. van der Spek, dr. K. Kleber Teaching method(s) Seminar Course objective A)Training of Akkadian language skills: grammar, translation, reading of cuneiform. B) Reinforcement of detailed historical knowledge c) Acquisition of skills needed for a scientific edition of unedited cuneiform texts Course content Changing topics, for example "Neo-Babylonian Legal and Court Documents"; "Introduction into Archival Studies"; "The Akkadian Version of the Bisotun-Inscription", "Assyrian and Babylonian Letters" or other topics Form of tuition Vrije Universiteit Amsterdam - - M Oudheidkunde Pagina 6 van 26

11 Seminar (Reading and translation of texts, discussion) Type of assessment Term paper (Grades 0-10), aanwezigheidsplicht Entry requirements BA in Ancient Studies with Babylonian or comparable qualifications / adequate reading and translation skills in Akkadian Target group MA students in Ancient Studies with Babylonian Archeologie van cultusplaatsen Vakcode L_BAMAARC008 () Periode Periode 1 Credits 6.0 dr. A.M.J. Derks Docent(en) dr. A.M.J. Derks, dr. J. Pelgrom Lesmethode(n) Doel vak Inzicht verwerven en door middel van bescheiden eigen onderzoek vaardigheden ontwikkelen in de interpretatie van archeologisch materiaal uit heiligdommen uit de Romeinse tijd en/of Late IJzertijd in Italië en de Romeinse provincies. In deze cursus staat de interpretatie van materiële cultuur uit heiligdommen uit Romeins Italië en de provincies van het Romeinse rijk centraal. In veel opgravingspublicaties van Romeinse heiligdommen zijn uitvoerige beschrijvingen van het vondstmateriaal opgenomen. Zelden echter wordt dit materiaal in religieuze of sociale termen geduid en als dat al gebeurt, dan voeren common sense interpretaties de boventoon. In deze cursus zullen we verschillende met elkaar concurrerende interpretatiemodellen, waarin genezing, vruchtbaarheid of de reproductie van de samenleving via rites de passage centraal staan, op hun merites beoordelen. Daarvoor is inzicht in de symbolische dimensie van materiële cultuur en de wijze waarop deze door archeologen ontcijferd kan worden, van cruciale betekenis. De cursus start met een hoor- en discussiecollege waarin de begrippen rite en rite de passage ter discussie worden gesteld en waarin de symbolische dimensie van materiële cultuur wordt toegelicht. Vervolgens schrijven deelnemende studenten met behulp van deze begrippenkaders een eigen voorstel tot interpretatie van de materiële cultuur van een geselecteerde casus. Hoor- en werkcollege Essay en bijdrage aan discussies tijdens werkcolleges Vrije Universiteit Amsterdam - - M Oudheidkunde Pagina 7 van 26

12 Literatuur Aanbevolen: A. van Gennep, 1960: Rites of passage, Chicago. Masterstudenten Archeologie en Oudheidkunde Confrontation between Greek and Mesopotamian Civilizations Vakcode L_GOMAALG001 () Periode Periode 4 Credits 6.0 Engels prof. dr. R.J. van der Spek Docent(en) prof. dr. R.J. van der Spek Lesmethode(n) Doel vak De student wordt getraind in onderzoeksvaardigheden (formulering van een vraagstelling, heuristiek, verslaglegging) en vertrouwd gemaakt met het benutten van literair en documentair bronnenmateriaal. Door de opkomst van de grote wereldrijken in het Nabije Oosten van het eerste millennium v. Chr. (het Nieuwassyrische, het Nieuwbabylonische, het Perzische, Seleucidische en het Parthische rijk) is steeds meer sprake van een pluriforme samenleving. Deze rijken omvatten een keur aan verschillende volken en de contacten zijn sterk gegroeid door militaire operaties, deportaties, handel en stedenstichtingen. In de rijken van Alexander en de Seleuciden is veel gedaan aan de verspreiding van Griekse cultuur in West-Azië door de stichting van nieuwe steden en door het plaatsen van kolonies van Grieken en Macedoniërs (of gehelleniseerde inheemsen) in bestaande oriëntaalse steden. Er zijn twee gebieden waar dit proces met extra vrucht bestudeerd kan worden: Mesopotamië en Judea. Voor beide gebieden zijn is zowel Grieks als inheems bronnenmateriaal beschikbaar. Voor Babylonië is recentelijk veel nieuw bronnenmateriaal beschikbaar gekomen. Zie > Babylonian Chronicles. De cursus is een combinatie van hoor en- werkcolleges. In inleidende hoorcolleges wordt aandacht besteed aan theorievorming betreffende integratieprocessen tussen bevolkingsgroepen in antropologisch perspectief. Verder wordt een uitgebreide introductie gegeven van het bronnenmateriaal, waarvan exempla onder begeleiding gelezen zullen worden, waar mogelijk in het origineel. Het gaat hierbij om Griekse en Babylonische teksten. Vervolgens zullen in samenspraak met de studenten onderzoeksvragen geformuleerd worden, waarover de student een werkstuk schrijft, bij voorkeur in het Engels. Deelname aan het college; werkstuk; cijfers op schaal 1-10 Literatuur Nader aan te kondigen Vrije Universiteit Amsterdam - - M Oudheidkunde Pagina 8 van 26

13 Vereiste voorkennis BA Geschiedenis, BA Oudheidkunde met major oude geschiedenis; Assyriologie of aanverwante studie MA studenten Oudheidkunde en Geschiedenis Griekse cultuur in de Romeinse keizertijd Vakcode L_GOMAALG002 () Periode Periode 5 Credits 6.0 dr. J.J. Flinterman Docent(en) dr. J.J. Flinterman Lesmethode(n) Doel vak Een kennismaking van enige diepgang met het Griekse intellectuele leven in de zogenaamde lange tweede eeuw, van de Flavische tot en met de Severische periode ( n.chr.), en met de problemen die zich voordoen bij de karakterisering van het intellectuele en culturele leven van een periode. Bespreking van leven en werk van een tiental prominente intellectuelen uit de genoemde periode, die niet alleen een bepaalde intellectuele discipline vertegenwoordigen, maar ook een bepaalde visie op de maatschappelijke rol van de pepaideumenos, de cultureel en intellectueel onderlegde man. Aan de orde kunnen onder andere de volgende figuren komen: Plutarchus (gentleman-filosoof en biograaf), Dio van Prusa (redenaar en locaal politicus), Arrianus van Nicomedia (geschiedschrijver, filosofisch publicist en provinciebestuurder), Polemo van Laodicea (sofist en physiognomist), Herodes Atticus (sofist, miljardair, weldoener, bouwheer), Aristides (redenaar en mysticus), Lucianus (satiricus), Galenus (society-arts) en Philostratus (sofist en bellettrist). Responsiecollege. Mondeling tentamen Literatuur Wordt nader opgegeven. Masterstudenten Geschiedenis, GLTC en Oudheidkunde. Overige informatie Tuition in English is possible, provided one applies at least six weeks before the start of the course and provided one sends an to Dr Vrije Universiteit Amsterdam - - M Oudheidkunde Pagina 9 van 26

14 Flinterman stipulating that one wants to follow the course in English. Griekse letterkunde: Plato en de mythe Vakcode L_XGMAGLT006 () Periode Periode 1+2 Credits 6.0 prof. dr. G.J. Boter Docent(en) prof. dr. G.J. Boter Lesmethode(n) Doel vak Inzicht verwerven in de rol die de mythe in Plato's denken en schrijven speelt. In Plato's werken komen regelmatig mythen voor. In sommige gevallen verwijst Plato naar een reeds uit andere bronnen bekende mythe en maakt hij daar gebruik van voor zijn eigen doeleinden; een voorbeeld hiervan is de mythe van Prometheus en Epimetheus in de Protagoras. In vele gevallen laat Plato zijn personages echter mythen vertellen die we niet uit eerdere bronnen kennen; het is aannemelijk dat Plato dergelijke mythen zelf bedacht heeft. Een voorbeeld van zo'n mythe is de beschrijving van de ziel als een span met twee paarden in de Phaedrus. Plato is filosoof en schrijver: de rol van de mythe in Plato's werk moet daarom op filosofisch en literair niveau benaderd worden. Wat betreft het eerste punt komt de vraag aan de orde in hoeverre bij Plato de rede autonoom en almachtig is; op het tweede valk wordt onder andere aandacht besteed aan stijl, compositie en verteltechniek. Tentamen (voor zes punten); eventueel uit te breiden met werkstuk of tutorial (voor zes punten). Literatuur Wordt nader opgegeven Vereiste voorkennis Bachelor GLTC. Masterstudenten GLTC. Griekse taalkunde: Griekse partikels Vakcode L_XGMAGLT007 () Periode Periode Credits 6.0 Vrije Universiteit Amsterdam - - M Oudheidkunde Pagina 10 van 26

15 Docent(en) Lesmethode(n) dr. R.J. Allan dr. R.J. Allan Doel vak Inzicht in de functie van discourse partikels in Griekse teksten. Kennis van moderne taalkundige benaderingen van partikels. Zoals bekend beschikt het Grieks over een hele reeks partikels. Een goed begrip van de betekenis van die partikels is waardevol omdat partikels een belangrijke bijdrage leveren aan de organisatie van de tekst en informatie geven de houding van de verteller of spreker tegenover dat wat hij/zij zegt en tegenover de geadresseerde. Kennis van de partikels verrijkt dus de interpretatie van de Griekse teksten. In dit college wordt kennis gemaakt met moderne taalkundige benaderingen van de Griekse partikels aan de hand van secundaire literatuur. De theoretische kennis wordt vervolgens toegepast op een aantal auteurs (bv. Homerus, tragedie, historiografie, Plato). Presentatie van zelfstandig onderzoek, afsluitend tentamen of werkstuk. Literatuur Nader op te geven. Vereiste voorkennis Bachelor GLTC; bachelor Oudheidkunde met major Grieks. Master studenten Griekse en Latijnse Taal en Cultuur; master studenten Oudheidkunde met Grieks; MPhil-studenten Oudheidstudies. Interdisciplinair masterwerkcollege Oudheidkunde Vakcode L_BMMAALG001 () Periode Periode 2+3 Credits 9.0 dr. J.P. Crielaard Docent(en) dr. J.P. Crielaard Lesmethode(n) Doel vak Kennis opdoen uit antieke bronnen (tekstueel, iconografisch en materieel), wetenschappelijke handboeken, monografieën en artikelen; inzicht in de problematiek en in theorieën en methodieken van verschillende vakgebieden; integreren van informatie vanuit een vraagen probleemstelling en verband kunnen leggen tussen een casus en een Vrije Universiteit Amsterdam - - M Oudheidkunde Pagina 11 van 26

16 breder wetenschappelijk kader; analyseren van informatie met behulp van methoden en theorieën uit verschillende vakgebieden; positie-bepaling in de wetenschappelijke discussie binnen het eigen vakgebied; leveren, incasseren en weerleggen van wetenschappelijk verantwoorde kritiek het eigen vakgebied overschrijdend; beantwoorden van vragen en incasseren en verwerken van kritisch commentaar; schriftelijke presentatie met goede betoogopbouw en zorgvuldig taalgebruik en correcte verwerking van literatuur/bibliografie, waarin standpunten op een hoog abstractieniveau worden beargumenteerd. Tijdens deze cursus kijken we vanuit een archeologische optiek naar de Ilias en Odyssee van Homerus (in vertaling!). Na een methodologische en theoretische inleiding over de historiciteit van de epiek, nemen we bepaalde aspecten van de materiële cultuur in de epiek onder de loep. Het gaat om thema s als objecten en uitwisselingen, materiële cultuur en herinnering, oorlogvoering, en begrafenisrituelen en ideeën over de dood. Ter vergelijking kijken we naar videomateriaal over uitwisselingen en oorlogvoering in bepaalde niet-westerse samenlevingen. aan de hand van opdrachten die wekelijk thuis voorbereid worden. De som van de bijdragen moet voldoende stof opleveren voor een eindessay waarin algemene conclusies getrokken worden over de datering en het functioneren van de Homerische wereld en waarde daarvan voor de archeologie. Periode 2: Mondelinge en schriftelijk rapportage aan de hand van wekelijkse, schriftelijke opdrachten (beoordeling: -/±/+/++; = 30 % eindcijfer); kort afsluitend essay (cijfer: 0-10; = 70 % eindcijfer). Periode 3: essay over onderwerp naar keuze aansluitend op de thematiek van het werkcollege. Literatuur Wordt tijdens het college ter beschikking gesteld. Vereiste voorkennis Bachelor Oudheidkunde of Mediterrane Archeologie. Master studenten Oudheidkunde. Overige informatie Het deel van deze cursus in periode 2 valt eenmalig samen met 'Homerisch Griekenland' (L_BMMAARC004) Latijnse letterkunde: Lucretius De Rerum Natura Vakcode L_XLMAGLT006 () Periode Periode Credits 6.0 dr. M.H. Koenen Docent(en) dr. M.H. Koenen Vrije Universiteit Amsterdam - - M Oudheidkunde Pagina 12 van 26

17 Lesmethode(n) Doel vak Inzicht verwerven in de manier waarop de Romeinse dichter Lucretius de filosofie van Epicurus heeft omgevormd tot een leerdicht. Het verkrijgen van inzicht in de bronnenproblematiek, m.n. in de vraag of de dichter zich ook op niet-epicureïsche teksten heeft gebaseerd. Enige kennis opdoen van de receptie van De rerum natura in Nederland. In zijn bundel Het gezicht van het oog (1989) zingt de auteur Cees Nooteboom de lof van Lucretius. Hij is gefascineerd door de veelzijdigheid van deze dichter en denker die in zijn De rerum natura een genre beoefende dat tegenwoordig niet meer voorkomt maar in de Oudheid zeer geliefd was: het leerdicht. In het college komen gedeelten uit elk van de zes boeken waaruit De rerum natura is opgebouwd aan de orde en wordt een aanzienlijk deel van dit leerdicht gelezen. Daarbij staan niet alleen de zogeheten purple passages op het programma (de hymnen, diatriben, descripties en mythologische uitweidingen), maar ook diverse filosofischwetenschappelijke uiteenzettingen. Daarbij wordt ook aandacht besteed aan de bronnen waaruit Lucretius heeft kunnen putten: zijn (Griekse) voorgangers in poëzie en filosofie/wetenschap. Ook komt de receptie van Lucretius in Nederland aan de orde, bv. in de poëzie van Ida Gerhardt en Cees Nooteboom. Tentamen (voor 6 punten); eventueel uit te breiden met werkstuk of tutorial (voor 6 punten) Literatuur Wordt nader opgegeven. Vereiste voorkennis Bachelor GLTC; Bachelor Oudheidkunde met major Latijn; Bachelor Latinistiek. Masterstudenten GLTC; Masterstudenten Oudheidkunde met Latijn; MPhilstudenten Oudheidstudies Overige informatie Het volgen van de colleges is verplicht. Latin Epigraphy I Vakcode L_BEMAOHD002 () Periode Periode 4 Credits 6.0 Engels dr. A.M.J. Derks Vrije Universiteit Amsterdam - - M Oudheidkunde Pagina 13 van 26

18 Docent(en) Lesmethode(n) dr. A.M.J. Derks, Computerpracticum Doel vak Kennis van de elementaire beginselen van de Latijnse epigrafie, zodanig dat de deelnemers aan het einde van de collegereeks in staat zijn zelfstandig eenvoudige Latijnse inscripties te lezen en transcriberen; kennis van de belangrijkste handboeken, corpora en elektronische databanken en inzicht in de mogelijkheden en beperkingen die met het gebruik daarvan verbonden zijn; kennis van en inzicht in verschillende facetten van het epigrafisch onderzoek en hun relevantie voor de studie van het romaniseringsproces. De cursus begint met twee bijeenkomsten in Amsterdam. Hierin maak je kennis met de docenten en met elkaar, krijg je een algemene inleiding op de cursus, inclusief een inleiding op de geschiedenis en de organisatie van de epigrafie. Verder zul je vertrouwd gemaakt worden met de belangrijkste handboeken, naslagwerken en elektronische databanken op het gebied van de Latijnse epigrafie. Het programma in Rome is een combinatie van begeleide zelfstudie en gemeenschappelijk Museum en sitebezoek. Een centrale plaats is daarbij ingeruimd voor de collecties van de epigrafische afdeling van het Museo Nazionale Romano en van de onlangs geopende epigrafische sectie van de Musei Capitolini, waar we een aantal inscripties die in de lezingen de revue zullen passeren van nabij zullen kunnen bekijken. Naast korte uitstapjes naar sites in Rome staat ook een dagexcursie naar Ostia antica en de nabijgelegen begraafplaats Isola Sacra op het programma. Bij deze excursie ligt de nadruk op de archeologische context van in situ bewaarde opschriften die dankzij deze bijzondere overlevering zeldzame mogelijkheden bieden tot 'verdichte' lezingen van de teksten. Een groot deel van de tijd zul je bezig zijn met de bestudering van een of meer epigrafische documenten, waarover je op de laatste dag zelfstandig een presentatie zult houden. De cursus wordt afgesloten met een schriftelijk verslag dat uiterlijk drie weken na de laatste cursusdag wordt ingeleverd. Hoorcollege en computerpracticum. Een groot deel van de tijd zul je bezig zijn met de bestudering van een of meer epigrafische documenten, waarover je op de laatste dag zelfstandig een presentatie zult houden. De cursus wordt afgesloten met een schriftelijk verslag dat uiterlijk drie weken na de laatste cursusdag wordt ingeleverd. Literatuur Bodel, J.P., 2001: Epigraphic evidence. Ancient history from inscriptions, London (hoofdstukken 1, 3-4). Keppie, L., 1991: Understanding Roman inscriptions, London (hoofdstukken 3-4, 6 en 13) MacMullen, R., 1982: The epigraphic habit in the Roman empire, American Journal of Philology 103, Online: Eck, W., 1997 : Lateinische Epigraphik, in F. Graf (ed.), Einleitung in die Lateinische Philologie, Stuttgart/Leipzig, Vrije Universiteit Amsterdam - - M Oudheidkunde Pagina 14 van 26

19 Eck, W., 1987: Römische Grabinschriften. Aussageabsicht und Aussagefähigkeit im funerären Kontext, in H. von Hesberg/P. Zanker (eds), Römische Gräberstraßen. Selbstdarstellung - Status - Standard. Kolloquium in München vom 28. bis 30. Oktober 1985, München, (Bayerische Akademie der Wissenschaften, Philosophisch-historische Klasse, Abhandlungen NF 96), Eck, W., 2007: Befund und Realität. Zur Representativität unserer epigraphischen Quellen in der römischen Kaiserzeit, Chiron 37, Eck, W., 1991: Zur Christianisierung in den nordwestlichen Provinzen des Imperium Romanum, in W. Eck/H. Galsterer (eds), Die Stadt in Oberitalien und in den nordwestlichen Provinzen des Römischen Reiches. Deutschitalienisches Kolloquium im italienischen Kulturinstitut Köln, Mainz (Kölner Forschungen 4), Vereiste voorkennis Basiskennis Latijn. Master studenten Archeologie, profiel Latijnse epigrafie en antieke numismatiek, Master studenten Oudheidkunde met Latijn (keuze); master studenten GLTC (invulling van cultuur- historische component of binnen de vrije ruimte van de regionale doorstroommaster); Research master studenten Oudheidstudies (keuze). Overige informatie Dit is een interuniversitaire mastercursus die wordt gegeven in samenwerking met het Koninklijk Instituut in Rome. De cursus start met een inleiding in Nederland (VU; 16 en 17 februari 2012), maar heeft verder de vorm van een blokcursus in Rome. Voor nadere informatie en aanmelding: zie Aanmelding - Geïnteresseerden wordt gevraagd zich zo snel mogelijk, maar in elk geval vóór 15 december 2011 per aan te melden bij het secretariaat van het KNIR: academic.secretary@knir.it. Onder vermelding van 'Cursus Latijnse epigrafie 2012'. - De aanmelding moet vergezeld gaan van een ingevuld aanmeldingsformulier, een indicatie van het behaalde niveau Latijn, een kopie van de cijferlijst van de gevolgde bacheloropleiding en een motivatiebrief. - Het KNIR zal voor de geselecteerde studenten gratis onderdak in Rome verzorgen. - De deelnemers worden geacht zelf hun reis te boeken en te betalen. Ook plaatselijke vervoerskosten met bus of metro, entreegelden tot musea en maaltijden, etc. zijn voor eigen rekening. - Aan deelnemers die de cursus met goed gevolg afsluiten, kan door het KNIR een tegemoetkoming in de kosten van 100 worden geboden. Daarnaast staat het deelnemers vrij subsidie aan te vragen bij hun eigen universiteit. Letterkunde Grieks en Latijn: Antieke historiografen over de 'Clash of Cultures' (UvA) Vrije Universiteit Amsterdam - - M Oudheidkunde Pagina 15 van 26

20 Vakcode L_QAMAGLT006 () Periode Periode Credits 10.0 Ga naar de website voor vakinformatie. Letterkunde Grieks: werkcollege Bacchylides tussen epos en tragedie (UvA) Vakcode L_QAMAGLT004 () Periode Periode Credits 10.0 Ga naar de website voor vakinformatie. Letterkunde Latijn: Latijnse lyriek in de Late Oudheid (UvA) Vakcode L_QAMAGLT005 () Periode Periode Credits 10.0 Ga naar de website voor vakinformatie. Letterkunde Middeleeuws Latijn: Latijnse lyriek tussen 1050 en 1250 (UvA) Vakcode L_QAMAGLT003 () Periode Periode Credits 10.0 Ga naar de website voor vakinformatie. Letterkunde NeoLatijn: werkcollege Sannazaro (UvA) Vakcode L_QAMAGLT008 () Periode Periode Credits 10.0 Vrije Universiteit Amsterdam - - M Oudheidkunde Pagina 16 van 26

21 Ga naar de website voor vakinformatie. Ma-scriptie oudheidkunde Vakcode L_OAMAOHKSCR (536651) Periode Ac. Jaar (september) Credits 18.0 prof. dr. R.J. van der Spek Doel vak Het afleggen van een proeve van bekwaamheid in het zelfstandig uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek Uitvoeren van onderzoek naar een gespecialiseerd, interdisciplinair onderwerp, uitmondend in een wetenschappelijk verslag Individuele begeleiding Scriptie Vereiste voorkennis Afhankelijk van de gekozen specialisatie Master studenten Oudheidkunde Overige informatie Zie verder scriptiehandleiding, m.n. het opleidingsspecifieke deel Master antieke numismatiek Vakcode L_BEMAOHD001 () Periode Periode 2 Credits 6.0 dr. J.G. Aarts Docent(en) dr. J.G. Aarts Lesmethode(n) Doel vak 1) Verdiepen van de basiskennis die is opgedaan in het bachelorvak van Antieke numismatiek: er wordt ingegaan op actuele discussies op het gebied van Antieke numismatiek. 2) Er wordt aandacht besteed aan de Vrije Universiteit Amsterdam - - M Oudheidkunde Pagina 17 van 26

22 wijze waarop numismatische analyses worden gebruikt door oudhistorici en archeologen en de theoretische en methodologische aspecten daarvan.3) Er wordt dieper ingegaan op een aantal kernthema's binnen de Romeinse en Griekse numismatiek Ad 1) Organisatie van de keizerlijke fiscus en munt; monetaire politiek; banken en financiële beroepen in de Oudheid,modellen voor geldtoevoer en geldcirculatie; ad 2) Dateren van munten en dateren met munten; wat kan ik doen met de muntvondsten van een site? Historische modellen omtrent het Romeinse belastingsysteem en de circulatie van geld op rijksniveau; ad 3) monetarisering, cultureel-antropologische perspectieven op geldgebruik en de morele economie in Griekenland en het Romeinse rijk; boodschappen op Romeinse munten (intenties van de uitgevers en 'receptie' van iconografie op munten in de Oudheid). De student schrijft een essay over een zelfgekozen thema uit de archeologische numismatiek. Gecombineerd hoor- en werkcollege; colleges worden begeleid met teksten die de student voor elk college moet lezen. Essay (cijfer: 0-10). Literatuur Afhankelijk van het gekozen thema. Master studenten Archeologie, profiel Latijnse epigrafie en antieke numismatiek, Master studenten Oudheidkunde met Latijn (keuze); master studenten GLTC (invulling van cultuur- historische component of binnen de vrije ruimte van de regionale doorstroommaster); master studenten van elders (Oude geschiedenis, Archeologie of GLTC); MPhil- studenten Oudheidstudies. Master Course Ancient Near Eastern Civilizations: Reception of Mesopotamian Culture Course code L_OAMAOHK004 () Credits 6.0 Language of tuition English Faculty Coordinator prof. dr. R.J. van der Spek Teaching staff prof. dr. R.J. van der Spek, dr. K. Kleber Teaching method(s) Lecture Course objective Exploring themes in the history and culture of the Ancient Near East from an interdisciplinary perspective. Course content Reception of Mesopotamian Culture. The History of Mesopotamian Civilization is a long history of about three millennia and has gone through a long process of conservation and adaptation of its own culture. A.L. Oppenheim calls this "the stream of tradition". The Vrije Universiteit Amsterdam - - M Oudheidkunde Pagina 18 van 26

23 culture of Mesopotamia also left its marks outside Mesopotamia, as in the civilizations of the Hittites, the Levant (Israel) and the Graeco- Roman world. Specialists of various fields will elucidate this process in the respective civilizations. Form of tuition Lectures and discussion sessions Type of assessment Weekly assignments and paper Course reading to be announced Entry requirements BA in Ancient Civilizations (Oudheidkunde), Classics, Archaeology, History, Theology, Philosophy. Target group MA and rma Ancient Studies with specialisation in Neo- Babylonian/Assyrian and other MA students of Classics and Ancient Civilizations, Archaeology, History, Theology with interest in the Ancient Near East. Patristische literatuur Vakcode L_XCMAGLT003 () Periode Periode 4+5 Credits 6.0 dr. N.M. Vos Docent(en) dr. N.M. Vos Lesmethode(n) Doel vak Door zelfstudie en in werkcolleges breidt de student zijn tijdens de bachelorstudie opgedane kennis en vaardigheden uit bij de bestudering van een onderwerp uit de vroegchristelijke letterkunde. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de bestaande secundaire literatuur en van digitale tekstbestanden en andere digitale hulpmiddelen. Elke student is verantwoordelijk voor een deel of het geheel van een college (cursusbijeenkomst). Dit college wordt voorbereid onder begeleiding van de docent en de docent is assisterend aanwezig bij de bijeenkomst. Tijdens het college dienen uiteenlopende aspecten aan de orde te komen: vertaling, tekstinterpretatie, verwerking & presentatie secundaire literatuur, belichting wetenschapstheoretische en historische discussies (status quo binnen het vakgebied). Zowel in kwalitatief als in kwantitatief opzicht wordt er aanmerkelijk meer van de student verwacht dan tijdens de bacheloronderdelen. Van het verzorgde college wordt schriftelijk verslag gedaan. Het vak wordt afgerond met een mondeling (bij een ruim aantal studenten een schriftelijk) tentamen. Het eindcijfer bestaat uit waardering van de voorgezeten collegesessie, het verslag, het mondeling tentamen. Weging van de resultaten op Blackboard. Bij uitbreiding tot 12 ECTS leest de student zelfstandig een pensum Vrije Universiteit Amsterdam - - M Oudheidkunde Pagina 19 van 26

24 primaire en secundaire teksten rondom een letterkundig relevant thema. In overleg kan een deel van het materiaal worden verwerkt in een paper. Ook is het mogelijk een extra onderzoeksopdracht uit te voeren (al dan niet aansluitend bij het onderwerp van het college). Het aanvullende onderdeel (6 ECTS) wordt apart, mondeling getoetst. Het christendom begon in de eerste eeuw na Christus als een kleine beweging binnen het jodendom, maar groeide in de eeuwen daarna uit tot een religieuze beweging die zich binnen het gehele imperium romanum verspreidde. In deze periode ontwikkelde zich in alle diversiteit een christelijke cultuur. In haar boek Biblical Exegesis and the Formation of Christian Culture neemt professor Frances Young het complexe proces van vroegchristelijke identiteitsvorming onder de loep. De Bijbel is daarbij van cruciaal belang: het is het boek waarop christenen zich baseerden en zodoende is alle vroegchristelijke literatuur geënt op de Bijbel. Vervolgens gaat professor Young in op de vraag hoe christelijke auteurs een nieuwe (literaire) cultuur ontwikkelden op basis van Bijbeluitleg. Zij stelt vast dat deze schrijvers zich onderscheidden van en concurreerden met hun Grieks- Romeinse en joodse tijdgenoten, maar dat zij tegelijkertijd veel ontleenden aan reeds bestaande methoden van tekstinterpretatie. Zij analyseert hoe de klassieke paideia en joodse vormen van tekstuitleg van invloed waren op vroegchristelijke leesstrategieën. Aan de hand van de studie van Young worden tijdens de cursus primaire bronnen van vroegchristelijke auteurs (bijv. Origenes, Gregorius van Nyssa en Augustinus) bestudeerd. Zo wordt duidelijk hoe, met gebruikmaking van bekende principes van tekstuitleg ( Biblical exegesis ), een geheel eigen complex van betekenissen werd ontwikkeld ( Christian culture ). Opdracht, verslag/paper, mondeling (evt. schriftelijk) tentamen Literatuur Frances Young, Biblical Exegesis and the Formation of Christian Culture, Cambridge: Cambridge University Press, Vereiste voorkennis Bij voorkeur Antiek Christendom en OCGL (VU); anders kennis van het boek van E. Meijering, Geschiedenis van het vroege christendom, Balans 2004 (antiquarisch) of van een handboek zoals Early Christian Greek and Latin Literature: A Literary History van Moreschini/ Norelli (Engelse vertaling door O Connell; Hendrickson Master studenten GLTC, studenten Oudheidkunde, studenten Theologie, studenten Geschiedenis Overige informatie Dit college wordt gecombineerd met onderwijs OCGL, bachelor jaar 3. Opdrachten en toetsing verschillen. Het vak kan worden uitgebreid met de bestudering van een literatuurpensum en/of het schrijven van een essay tot 12 ECTS. Research Seminar Vrije Universiteit Amsterdam - - M Oudheidkunde Pagina 20 van 26

25 Vakcode L_BAMAARC007 () Periode Periode Credits 6.0 dr. A. Prent Docent(en) dr. J.P. Crielaard, dr. A.M.J. Derks, dr. J. Pelgrom, dr. A. Prent, prof. dr. D.G. Yntema, prof. dr. N.G.A.M. Roymans Lesmethode(n) Doel vak Kennis opdoen van recent archeologisch onderzoek en het kritisch evalueren daarvan. Gedurende periode 1 t/m 5 zal een lezingenreeks georganiseerd worden waarin recent archeologisch onderzoek gepresenteerd wordt dat nauw aansluit bij het kernonderzoek van het ACVU. Hierin zal zowel VUarcheologen alsook sprekers van buiten optreden. Elke lezing heeft een expliciet theoretische insteek en duurt niet langer dan een uur zodat er voldoende tijd overblijft voor discussie. Studenten worden geacht deze lezingen bij te wonen en kritisch te evalueren. De collegereeks begint met een introducerend college waarin de opzet van de cursus wordt toegelicht en waarin ook wordt uitgelegd wat responderen is en hoe je een goed 'review article' schrijft. Vervolgens zal deze theoretische kennis in de praktijk worden geoefend. Tijdens elke lezing zullen twee studenten responderen. Ter voorbereiding op deze taak verdiepen studenten zich in het onderwerp van de lezing door middel van het bestuderen van een aantal relevante artikelen. Op basis daarvan worden een aantal discussiepunten en vragen opgesteld die voorafgaand aan de lezing bij een van de stafleden worden ingeleverd. Deze zal de relevantie en kwaliteit ervan beoordelen en bespreken. Uiteindelijk schrijven de studenten een 'review article' (4000 woorden) waarin een kritische beschouwing wordt gegeven van een van de lezingen. In het 'review article' wordt het gepresenteerde onderzoek afgezet tegen andere studies die over dat of een daaraan verwant onderwerp verschenen zijn. Beoordeling: deelname aan de discussie, responderen (20%) en het schrijven van een 'review article' (80%). Literatuur Artikelen (worden op het eerste college bekendgemaakt). Vereiste voorkennis Bachelordiploma Archeologie of Oudheidkunde. Master studenten Archeologie (verplicht) en Oudheidkunde, MPhilstudenten Oudheidstudies. Scriptievoorbereidend literatuurtentamen of leesverslag Vrije Universiteit Amsterdam - - M Oudheidkunde Pagina 21 van 26

26 Vakcode L_GOBAOHK301 () Periode Periode 4 Credits 3.0 prof. dr. R.J. van der Spek Docent(en) prof. dr. R.J. van der Spek Lesmethode(n) Stage Oudheidkunde Vakcode L_SAMAOHKSTA () Periode Ac. Jaar (september) Credits 12.0 prof. dr. R.J. van der Spek Taalkunde Latijn: Latijnse partikels (UvA) Vakcode L_QAMAGLT007 () Periode Periode Credits 10.0 Ga naar de website voor vakinformatie. Themacollege klassieke culturele vorming (KCV) (UvA) Vakcode L_QAMAGLT001 () Periode Periode Credits 10.0 Ga naar de website voor vakinformatie. Tutorial editie- en commentaartechniek Grieks en Latijn Vakcode L_XGMAGLT008 () Periode Periode Credits 6.0 Vrije Universiteit Amsterdam - - M Oudheidkunde Pagina 22 van 26

27 prof. dr. G.J. Boter Doel vak Grondige kennismaking met de methoden en technieken van het editeren en becommentariëren van Griekse en Latijnse teksten In de tutorial wordt aandacht besteed aan de Griekse en Latijnse paleografie, tekstgeschiedenis, tekstkritiek en theorie en praktijk van de teksteditie. Tijdens de colleges wordt geoefend met het lezen van Griekse en Latijnse handschriften. Er wordt uitvoerig aandacht geschonken aan de theorie van de tekstconstitutie. Aan de hand van enkele case studies wordt gedemonstreerd welke stappen gezet moeten worden bij de voorbereiding van een kritische editie. Een aantal edities van en commentaren op Griekse en Latijnse teksten wordt bestudeerd; deze teksten worden uitgekozen op hun voorbeeldwaarde. Elke deelnemer schrijft een werkstuk over de overlevering van een Griekse of Latijnse auteur, waarbij een passage uit diens werk wordt besproken op het punt van de tekstconstitutie. Dit werkstuk wordt ook gepresenteerd tijdens een sessie van alle deelnemers. Bij het onderdeel commentariëring wordt de vraag aan de orde gesteld aan welke verschillende eisen een commentaar dient te voldoen en hoe men hierbij te werk gaat. Tutorial Werkstuk over de overlevering van een Griekse of Latijnse auteur; mondelinge toets over de bestudeerde stof. Literatuur Wordt nader opgegeven Vereiste voorkennis Bachelor GLTC Masterstudenten GLTC; MPhil studenten Oudheidstudies Tutorial Latijnse taalkunde: Negatie en discourse modes Vakcode L_XLMAGLT007 () Periode Periode 2+3 Credits 6.0 dr. L.W. van Gils Docent(en) dr. L.W. van Gils Lesmethode(n) Bijeenkomst Doel vak Door begeleide zelfstudie breidt de student zijn bij de bachelorstudie opgedane kennis en vaardigheden uit door de bestudering van een Vrije Universiteit Amsterdam - - M Oudheidkunde Pagina 23 van 26

28 onderwerp uit de Latijnse taalkunde. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de bestaande secundaire literatuur en van digitale tekstbestanden en andere digitale hulpmiddelen. Elke student voert een eigen onderzoeksopdracht uit, waarover hij een samenvatting en een presentatie voorbereidt. Discussievaardigheden worden getraind door het geven van een voorbereide reactie op het onderzoek van een medestudent en door actief deel te nemen aan de discussies die een onderdeel van elke bijeenkomst vormen. Bij deze tutorial wordt het gebruik van negaties in Latijnse narratieve teksten onderzocht, o.a. op basis van de resultaten van Orlandini (2001), en aansluitend bij het onderzoek naar teksttypen en Discourse Modes in het Latijn, een onderzoeksgebied dat de laatste jaren een grote impuls heeft gekregen door taalkundig onderzoek aan de VU. Drie bijeenkomsten. Tijdens een eerste bijeenkomst van twee uur in november introduceert de docent het onderwerp en wordt de secundaire en primaire literatuur verdeeld. Bij een tweede bijeenkomst in december bespreekt elke student een belangrijke publicatie en legt ieder een samenvatting voor van (voorgenomen) onderzoek. De derde bijeenkomst in januari heeft de vorm van een mini-colloquium: elke student presenteert zijn of haar onderzoek en reageert op het onderzoek van een medestudent. Bij elke bijeenkomst is voldoende ruimte voor discussie. De duur van de tweede en derde bijeenkomst hangt af van het aantal deelnemers. Het cijfer voor dit vak wordt gevormd door de som van een aantal onderdelen die voorbereiden op kritische deelname aan een wetenschappelijke discussie: een kritische presentatie van een belangrijke publicatie (20%), een samenvatting van eigen onderzoek (10%), een onderzoekspresentatie met gebruikmaking van een handout en eventueel een poster of powerpoint (40%), een voorbereide reactie op de onderzoekspresentatie van een medestudent (20%) en actieve deelname aan de discussie tijdens bijeenkomsten (10%). Literatuur Aantal nader op te geven artikelen over het onderwerp van de tutorial Vereiste voorkennis Bachelor GLTC; bachelor Oudheidkunde met major Latijn; bachelor Latinistiek Masterstudenten Griekse en Latijnse Taal en Cultuur; master studenten Oudheidkunde met Latijn; MPhil-studenten Oudheidstudies Tutorial Latijnse taalkunde: Tekstlinguïstiek en tekstinterpretatie Vakcode L_XLMAGLT008 () Periode Periode Credits 6.0 prof. dr. C.H.M. Kroon Vrije Universiteit Amsterdam - - M Oudheidkunde Pagina 24 van 26